SOLIDARITEITSREGLEMENT
SOLIDARITEITSREGLEMENT
RIZIV – Sociaal vrij aanvullend pensioen voor geconventioneerde zorgverstrekkers
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 KBO/BTW BE 0402 236 531 – RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 |
INHOUDSTAFEL
ARTIKEL 1. DEFINITIES 3
ARTIKEL 2. VOORWERP 4
ARTIKEL 3. SOLIDARITEITSBIJDRAGE 4
ARTIKEL 4. INRICHTING EN BEHEER VAN HET SOLIDARITEITSSTELSEL 4
ARTIKEL 5. AANSLUITING 4
ARTIKEL 6. INWERKINGTREDING EN WIJZIGING VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT 5
ARTIKEL 7. MEDISCHE FORMALITEITEN EN CONTROLE 5
ARTIKEL 8. SOLIDARITEITSPRESTATIES 5
ARTIKEL 9. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE SOLIDARITEITSPRESTATIES 6
ARTIKEL 10. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ INVALIDITEIT: FINANCIERING VAN DE PENSIOENOVEREENKOMST 7
ARTIKEL 11. SOLIDARITEITSPRESTATIES BIJ MOEDERSCHAPSRUST: FINANCIERING VAN DE PENSIOENOVEREENKOMST EN 100 EUR PER PASGEBORENE 8
ARTIKEL 12. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID: RENTE 8
ARTIKEL 13. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ OVERLIJDEN: OVERLEVINGSRENTE 9
ARTIKEL 14. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ ERNSTIGE ZIEKTE: FORFAITAIRE VERGOEDING 10
ARTIKEL 15. VERPLICHTINGEN VAN DE AANGESLOTENE BIJ SCHADE 10
ARTIKEL 16. FINANCIEEL ONEVENWICHT 10
ARTIKEL 17. VEREFFENING VAN HET SOLIDARITEITSFONDS 11
ARTIKEL 18. TOEPASSELIJKE RECHT EN RECHTSMACHT BIJ BETWISTINGEN 11
ARTIKEL 19. TERUGVORDERING EN SCHORSING VAN DE SOLIDARITEITSPRESTATIES 11
ARTIKEL 1. DEFINITIES
Voor de toepassing van dit solidariteitsreglement moet verstaan worden onder:
Pensioeninstelling en inrichter van het solidariteitsstelsel
VIVIUM, een merk van P&V Verzekeringen CVBA.
VIVIUM treedt ook op als verzekeraar van de solidariteitsprestaties.
Aangeslotene
De zorgverstrekker die een sociale RIZIV-pensioenovereenkomst onderschreven heeft bij de pensioeninstelling.
Pensioenbijdrage
De premie die door het RIZIV ten gunste van de aangesloten zorgverstrekker gestort wordt in een sociale RIZIV-pensioenovereenkomst na aftrek van de premies voor de aanvullende verzekeringen en de solidariteitsbijdrage.
Laatste pensioenbijdrage
De pensioenbijdrage die werd gestort tijdens het jaar dat voorafgaat aan de gebeurtenis die aanleiding is tot de solidariteitsprestatie.
‘Primaire arbeidsongeschiktheid’, ‘invaliditeit’ en ‘moederschapsrust’
De betekenis die aan deze termen wordt gegeven in de Belgische sociale zekerheid.
Wordt NIET als invaliditeit aanzien: de periode tijdens welke de aangeslotene een vooraf toegelaten arbeid hervat, zelfs indien die periode krachtens de sociale wetgeving als invaliditeit wordt aanzien.
RIZIV-bijdrage
Het aandeel van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering in de premies of bijdragen voor overeenkomsten die een vervangingsinkomen garanderen bij invaliditeit of voor pensioenovereenkomsten die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in artikel 46, § 1, van de Programmawet (I) van 24 december 2002, en dat wordt toegekend aan de zorgverstrekkers die aanspraak maken op de regeling van de sociale voordelen, bedoeld in artikel 54 van de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Sociale RIZIV-pensioenovereenkomst
De pensioenovereenkomst die wordt onderschreven door de aangesloten zorgverstrekker bij de pensioeninstelling, die voorziet in de opbouw van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, en die door de aangeslotene werd bestemd om het aandeel van het RIZIV in het kader van het Sociaal Statuut te kunnen aanwenden als premie voor de opbouw van dit pensioen.
Aan dergelijke pensioenovereenkomst is verplicht een solidariteitsstelsel verbonden, waarvan de prestaties worden gefinancierd door een solidariteitsbijdrage van ten minste 10 %, geheven op de in het kader van de pensioenopbouw betaalde bijdrage.
Solidariteitsstelsel
Het stelsel van solidariteitsprestaties dat wordt ingericht ten voordele van de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden.
Voorafbestaande aandoeningen
De ziekten, aandoeningen en ongevallen die zich hebben voorgedaan vóór de aansluitingsdatum of waarvan de oorzaak (oorzaken) vóór die datum ligt (liggen) en/of de eerste symptomen zich hebben voorgedaan vóór die datum.
Zorgverstrekker
Geneesheer, tandheelkundige, apotheker, kinesitherapeut, logopedist en zelfstandige verpleegkundige.
Loontrekkende zorgverstrekker
De zorgverstrekkers die hun beroepsactiviteiten, die aanleiding geven tot de sociale voordelen, uitoefenen in een stelsel dat aanleiding geeft tot volledige of gedeeltelijke onderwerping aan de socialezekerheidsregeling voor werknemers, voor zover en zolang zij aanspraak kunnen maken op de RIZIV-bijdrage.
ARTIKEL 2. VOORWERP
Dit solidariteitsreglement stelt de rechten en de verplichtingen vast van de aangeslotene, de begunstigden en de inrichter van het solidariteitsstelsel.
Het bepaalt ook de regels met betrekking tot de uitvoering van het solidariteitsstelsel in toepassing van artikel 46 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 en de Koninklijke Besluiten van 15 december 2003, tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale pensioenovereenkomsten en van de regels inzake financiering en het beheer van een solidariteitsstelsel verbonden aan een sociale pensioenovereenkomst, evenals artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.
Het solidariteitsstelsel is verbonden aan de sociale RIZIV-pensioenovereenkomsten gesloten met de pensioeninstelling, gefinancierd door de RIZIV-bijdragen gestort ten gunste van de aangeslotenen.
Het solidariteitsreglement maakt integraal deel uit van de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst. Xxxxxx aangeslotene kan een afschrift van het reglement aanvragen.
ARTIKEL 3. SOLIDARITEITSBIJDRAGE
De solidariteitsbijdrage bedraagt 10 % van de gestorte premie na aftrek van de premies voor de eventuele aanvullende verzekeringen.
Bij ontvangst van de RIZIV-bijdrage gestort ten gunste van de aangeslotene, stort de pensioeninstelling de solidariteitsbijdrage in het solidariteitsfonds.
ARTIKEL 4. INRICHTING EN BEHEER VAN HET SOLIDARITEITSSTELSEL
De inrichter van het solidariteitsstelsel onderschrijft bij de pensioeninstelling een collectieve verzekering van de solidariteitsprestaties.
De aangeslotenen zijn de rechtstreekse begunstigden van de collectieve verzekering, met uitzondering van 2 solidariteitsprestaties, de financiering bij invaliditeit en de financiering bij moederschapsrust, waar de solidariteitsprestatie bestaat uit een financiering van de pensioenovereenkomst.
Het solidariteitsfonds wordt door de pensioeninstelling afzonderlijk van haar andere activiteiten beheerd. Het wordt gecrediteerd voor de solidariteitsbijdragen zoals omschreven in dit reglement. Het wordt gedebiteerd voor de risicopremies voor de collectieve verzekering waarvan sprake in onderhavig artikel. De volledige solidariteitsbijdrage wordt bestemd voor de risicopremies voor deze collectieve verzekering.
De inrichter rekent geen kosten aan voor het beheer van het fonds. De kosten voor het beheer van de collectieve verzekering zijn begrepen in de risicopremies.
ARTIKEL 5. AANSLUITING
Aangeslotenen bij het solidariteitsfonds zijn de zorgverstrekkers, zelfstandig of loontrekkend, die verzekerd zijn in het kader van een sociale RIZIV-pensioenovereenkomst onderschreven bij de pensioeninstelling waarop de RIZIV-bijdragen worden gestort.
De aansluiting gaat in vanaf de onderschrijving van een sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, en zij geldt vanaf het kalenderjaar van de onderschrijving.
De aansluiting eindigt van rechtswege ingeval van overlijden van de aangeslotene, op de einddatum voorzien in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, in geval van stopzetting van de premiebetaling, in geval van afkoop van de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst of in geval van overdracht van de pensioenreserves naar een andere pensioenovereenkomst.
Bovendien wordt de aansluiting van de aangeslotene van rechtswege geschorst voor de kalenderjaren:
• waarvoor geen tariefovereenkomst, bedoeld in artikel 50, § 1 van de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, werd afgesloten voor de groep zorgverstrekkers waartoe de aangeslotene behoort;
• waarvoor de aangeslotene geen aanspraak kan maken op de sociale voordelen, om welke reden dan ook;
• waarvoor de aangeslotene – niettegenstaande hij aanspraak kan maken op de sociale voordelen – niet of niet tijdig of niet geldig de sociale voordelen heeft aangevraagd, of indien hij de sociale voordelen
wel heeft aangevraagd maar waarin hij niet minstens gedeeltelijk, de sociale RIZIV- pensioenovereenkomst bij de pensioeninstelling als bestemming voor de sociale voordelen heeft aangewezen.
Nochtans wordt de aansluiting niet geschorst van de aangeslotenen die, op het ogenblik waarop de schorsing normalerwijze zou ingaan, genieten van een solidariteitsprestatie die voorziet in de verderzetting van de pensioenopbouw tijdens een periode van invaliditeit of moederschapsrust.
ARTIKEL 6. INWERKINGTREDING EN WIJZIGING VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2019 en is van toepassing op alle sociale RIZIV- pensioenovereenkomsten onderschreven bij de pensioeninstelling met inbegrip van de contracten omgevormd tot een sociale RIZIV-pensioenovereenkomst in uitvoering van de programmawet (I) van 24 december 2002.
Het solidariteitsreglement kan eenzijdig worden gewijzigd door de inrichter wanneer deze dit nodig acht. Zo kan de inrichter besluiten andere solidariteitsprestaties aan te bieden of bepaalde solidariteitsprestaties af te schaffen, dit onder meer wanneer de solidariteitsbijdragen niet meer volstaan voor de financiering van de collectieve verzekering van de solidariteitsprestaties.
De beslissing tot wijziging van de solidariteitsprestaties zal ter kennis gebracht worden aan de aangeslotenen en op dat ogenblik van kracht worden tenzij een andere ingangsdatum wordt meegedeeld. Behoudens uitdrukkelijke afwijking, zal deze wijziging gelden voor alle aangeslotenen, ook indien hun aansluiting inging vóór de wijziging.
Aangeslotenen die op het ogenblik van het in werking treden van de wijziging van het reglement uitkeringen ontvangen van solidariteitsprestaties op grond van het vroegere reglement, zullen met betrekking tot schadegevallen, die aanleiding gaven tot tussenkomst vóór de wijziging, evenwel hun aanspraken behouden op die prestaties, volgens de modaliteiten die golden vóór de wijziging.
ARTIKEL 7. MEDISCHE FORMALITEITEN EN CONTROLE
De aangeslotene moet bereid zijn, zijn medewerking te verlenen aan iedere medische formaliteit, die in voorkomend geval zou opgelegd worden door de verzekeraar die instaat voor de dekking van de risico’s.
Nochtans zal de uitkomst van de medische formaliteiten niet kunnen leiden tot een weigering van aansluiting van de aangeslotene aan het solidariteitsstelsel.
De inrichter heeft het recht de gezondheidstoestand op elk ogenblik te controleren. Indien deze controle wordt onmogelijk gemaakt door de aangeslotene, mag de inrichter elke tussenkomst weigeren of stopzetten.
De aangeslotene machtigt zijn aangestelde arts aan de raadgevende arts van de inrichter alle nodige inlichtingen mede te delen die deze laatste nuttig acht.
ARTIKEL 8. SOLIDARITEITSPRESTATIES
Het solidariteitsstelsel voorziet solidariteitsprestaties bij invaliditeit, moederschapsrust, arbeidsongeschiktheid, overlijden of ernstige ziekte; in overeenstemming met het KB van 15 december 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties.
Het gaat om volgende solidariteitsprestaties:
1) financiering van de pensioenovereenkomst tijdens de vergoede periodes wegens invaliditeit;
2) financiering van de pensioenovereenkomst tijdens de vergoede periodes wegens moederschapsrust;
3) 100 EUR per pasgeborene bij moederschapsrust;
4) rente bij arbeidsongeschiktheid;
5) overlevingsrente bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan;
6) forfaitaire vergoeding in geval van ernstige ziekte.
De modaliteiten en voorwaarden die van toepassing zijn op deze prestaties worden in de artikelen hierna verder toegelicht.
ARTIKEL 9. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE SOLIDARITEITSPRESTATIES
9.1. Arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een voorafbestaande aandoening, ongeval of (ernstige) ziekte De prestaties worden niet verleend indien de arbeidsongeschiktheid of invaliditeit het gevolg is van een voorafbestaande aandoening, ongeval of (ernstige) ziekte.
Deze bepaling is eveneens van toepassing in geval van verhoging of wederinwerkingstelling van de prestatie.
De arbeidsongeschiktheid of invaliditeit die reeds zou bestaan op het ogenblik dat de dekking ingaat, weder in werking wordt gesteld, of verhoogd wordt, of die voortvloeit uit een uitgesloten risico, mag niet in rekening gebracht worden voor de bepaling van de graad van arbeidsongeschiktheid.
9.2. Uitsluitingen
De dekking wordt niet verleend, wanneer het overlijden, de arbeidsongeschiktheid, de invaliditeit of de ernstige ziekte:
• het gevolg is van een opzettelijke daad van de aangeslotene of van zijn rechthebbenden
• het gevolg is van (een poging tot) zelfmoord van de aangeslotene
• het gevolg is van een oorlogsfeit, burgeroorlog of gelijkaardige feiten
• het gevolg is van invasie, oproer (o.m. opstand, muiterij, rebellie, verzet, revolutie, beroering onder de bevolking), staking, krijgswet, staat van beleg, onlusten, alsook elke gewelddaad van collectieve inspiratie (politieke of ideologische) al dan niet gepaard gaande met verzet tegen de overheid, tenzij de aangeslotene aantoont dat hij niet actief en vrijwillig aan deze gebeurtenissen deelnam, dat hij zich in staat van wettige zelfverdediging bevond of dat hij is opgetreden met het oog op de redding van zichzelf of zijn goederen.
• het rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg is van alcoholisme, toxicomanie of overmatig gebruik van geneesmiddelen of verdovende middelen
• zich voordoet wanneer de aangeslotene verkeert in een staat van dronkenschap, alcoholintoxicatie of onder invloed is van verdovende middelen, zinsbegoochelende middelen of ander drogeermiddelen, behalve wanneer hij bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen die omstandigheden en de ziekte of het ongeval
• het gevolg is van de vrijwillige deelneming aan een misdaad of een wanbedrijf
• het gevolg is van een ongeval overkomen aan boord van om het even welk voertuig dat deelneemt of zich voorbereidt op de deelneming aan een sportwedstrijd, koers, competitie of proeven
• het gevolg is van de beoefening als professioneel van om het even welke sport
• het gevolg is van de beoefening van gevaarlijke sporten waaronder autosport, motorsport, alpinisme, gevechtsport ( o.a. boksen, catch, karaté, worstelen, …), vliegsport (o.a. delta-plane, ULM, zweefvliegen, parapente, …), wintersport in competitieverband, wielersport in competitieverband, paardrijden in competitieverband, motorwatersport (o.a. jetski, …), diepzeeduiken, rugby, speleologie, klimmen, valschermspringen, benji, …
9.3. Verzekeringsgebied
De prestaties worden verleend in de hele wereld, voor zover de aangeslotene zijn gewone verblijfplaats in België heeft en voor zover de arbeidsongeschiktheid of invaliditeit in België kan worden gecontroleerd.
9.4. Schade veroorzaakt door terrorisme
De pensioeninstelling neemt deel aan de VZW TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool) die opgericht werd conform de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme. Bijgevolg, wanneer een schadegeval veroorzaakt wordt door een gebeurtenis die als terrorisme erkend wordt, komt de maatschappij haar contractuele verbintenissen na conform de bepalingen van deze wet, onder meer wat betreft het bedrag en de betalingstermijn van de uitkeringen.
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de autoriteiten onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Nucleaire wapens: schades veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern zijn niet verzekerd in dit contract.
ARTIKEL 10. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ INVALIDITEIT: FINANCIERING VAN DE PENSIOENOVEREENKOMST
10.1. Definitie en aard van de prestatie:
De pensioeninstelling neemt de financiering van de pensioenopbouw ten laste in geval van invaliditeit volgend op een primaire arbeidsongeschiktheid, waarvoor de aangeslotene een wettelijke uitkering ontvangt in het stelsel van de sociale zekerheid der zelfstandigen.
De dekking zal enkel worden verleend bij volledige arbeidsongeschiktheid.
• Onder invaliditeit wordt verstaan:
De toestand, die geldt als invaliditeit in de zin van de wetgeving in het kader van het wettelijk stelsel van de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, waarvoor in dat stelsel de wettelijke uitkeringen worden uitgekeerd.
• Wordt eveneens beschouwd als invaliditeit:
De periodes van invaliditeit maar waarvoor de prestaties in het kader van het wettelijk stelsel worden geweigerd omdat voor de schade voortvloeiend uit ziekte, letsels, functionele stoornissen of overlijden, krachtens een andere Belgische wetgeving, een vreemde wetgeving of in het gemeen recht werkelijk schadeloosstelling is verleend.
• Wordt NIET als invaliditeit aanzien:
De periode, tijdens welke de aangeslotene een vooraf toegelaten arbeid hervat, zelfs indien die periode krachtens de sociale wetgeving als invaliditeit wordt aanzien.
• Indien de aangeslotene een loontrekkende zorgverstrekker is, dan wordt onder invaliditeit verstaan: Een toestand van volledige arbeidsongeschiktheid, die geldt als invaliditeit in de zin van de wetgeving in het kader van het wettelijk stelsel van de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering en die in dat stelsel dan ook wordt vergoed. In geval van invaliditeit voorziet het solidariteitsstelsel ook voor hem in een verdere financiering van de pensioenopbouw.
10.2. Duur en dekkingsperiode
• De dekking vangt aan op 1 januari van het jaar volgend op de aansluiting.
• De dekkingsperiode loopt tot de einddatum van de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, maar uiterlijk tot de 65e verjaardag van de aangeslotene.
• De financiering loopt maximaal tot de einddatum van de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, maar uiterlijk tot de 65e verjaardag van de aangeslotene.
10.3. Bedrag
In geval van een vergoede periode van invaliditeit tijdens een kalenderjaar stort de pensioeninstelling in de loop van de maand december van dat jaar een bedrag in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst.
Dit bedrag is gelijk aan de pensioenbijdrage, die in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvang van de primaire arbeidsongeschiktheid die de invaliditeit voorafgaat werd gestort in de sociale RIZIV- pensioenovereenkomst, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan de duurtijd in volle maanden van het vergoede tijdperk van de invaliditeit gedurende het betrokken kalenderjaar en als noemer 12.
• Indien de pensioeninstelling nog een volledige of gedeeltelijke bijdrage ontvangt van het RIZIV, zal de prestatie, bepaald overeenkomstig de regels in dit artikel, beperkt worden tot het verschil tussen de betrokken pensioenbijdrage en de ontvangen tussenkomst van het RIZIV.
• Indien sinds de betaling van de pensioenbijdrage echter een nieuw Koninklijk Besluit, dat de RIZIV- bijdrage vaststelt, is verschenen, zal voor de berekening rekening worden gehouden met die nieuwe RIZIV-bijdrage, waarop de aangeslotene aanspraak kan maken.
• Indien de aangeslotene bij zijn laatste betaling de RIZIV-bijdrage slechts gedeeltelijk gebruikte voor de opbouw van een rust- en overlevingspensioen, wordt de in aanmerking te nemen RIZIV-bijdrage in dat geval beperkt tot dat gedeelte van de bijdrage.
• Indien de pensioenbijdrage die werd betaald in het kalenderjaar voorafgaand aan de periode van de primaire arbeidsongeschiktheid die de invaliditeit voorafgaat, hoger was dan de normale RIZIV-bijdrage over dat kalenderjaar, dan wordt voor de berekening van de prestatie rekening gehouden met een bedrag beperkt tot de RIZIV-bijdrage.
10.4. Uitbetalingsmodaliteiten
Indien de aangeslotene invalide is en mits hij aantoont dat hij hiervoor de wettelijke vergoeding ontving, zal hij ieder jaar aanspraak kunnen maken op de voorziene prestatie, en dit maximaal tot de einddatum,
voorzien in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, met dien verstande dat de tussenkomst in ieder geval eindigt op het ogenblik dat de aangeslotene de leeftijd van 65 jaar bereikt.
De solidariteitsprestatie wordt betaald in de vorm van een koopsom in de sociale RIZIV- pensioenovereenkomst.
ARTIKEL 11. SOLIDARITEITSPRESTATIES BIJ MOEDERSCHAPSRUST: FINANCIERING VAN DE PENSIOENOVEREENKOMST EN 100 EUR PER PASGEBORENE
11.1. Definitie, aard en bedrag van de prestatie
• Wanneer de aangeslotene beantwoordt aan de toekenningsvoorwaarden van de moederschapsuitkering, stort de pensioeninstelling per bevalling eenmalig een forfaitair bedrag gelijk aan 15% van de laatste pensioenbijdrage in de vorm van een koopsom in de sociale RIZIV- pensioenovereenkomst.
• Daarnaast stort de pensioeninstelling ook gedurende maximaal drie maanden een driemaandelijkse rente ter vergoeding van het inkomstenverlies tijdens de vergoede periode van moederschap. Deze rente is gelijk aan 100 EUR per pasgeborene. Het bedrag wordt rechtstreeks aan de aangesloten moeder gestort.
11.2. Dekkingsperiode
De dekking vangt aan op 1 januari van het tweede jaar volgend op de aansluiting.
11.3. Uitbetalingsmodaliteiten
Beide prestaties van de pensioeninstelling zijn onderworpen aan de voorlegging van een geboorteakte of een attest van het ziekenfonds of van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsuitkering dat bevestigt dat aan de aangeslotene de moederschapsuitkering werd betaald.
ARTIKEL 12. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID: RENTE
12.1. Definitie en aard van de prestatie:
De pensioeninstelling stort een maandelijkse rente gedurende maximum 12 maanden bij volledige arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene, vanaf de 4de maand van volledige arbeidsongeschiktheid.
Onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan:
De vermindering van lichamelijke integriteit van de aangeslotene ten gevolge van een ziekte of een ongeval die een vermindering van de beroepsinkomsten of verdienvermogen tot gevolg heeft.
Bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid wordt rekening gehouden met het uitgeoefende beroep en de herscholingsmogelijkheden in een beroepsactiviteit die met zijn kennis, zijn bekwaamheid en zijn sociale situatie in normale economische voorwaarden verenigbaar zijn. De beoordeling van de graad van arbeidsongeschiktheid staat dus los van enig ander economisch criterium.
De graad van arbeidsongeschiktheid die in aanmerking genomen wordt, mag niet hoger zijn dan deze die door de voorwaarden van de arbeidsmarkt in België zou worden bepaald.
De arbeidsongeschiktheid wordt als volledig beschouwd wanneer de graad van arbeidsongeschiktheid ten minste 67% bedraagt.
12.2. Duur en dekkingsperiode
• De dekking vangt aan op 1 januari van het jaar volgend op de aansluiting.
• De dekkingsperiode loopt tot de einddatum van de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, maar uiterlijk tot de 65e verjaardag van de aangeslotene.
• De uitbetaling van de rente loopt maximaal tot de einddatum van de sociale RIZIV- pensioenovereenkomst, maar uiterlijk tot de 65e verjaardag van de aangeslotene.
12.3. Bedrag
De rente op jaarbasis is gelijk aan viermaal de laatste pensioenbijdrage op jaarbasis die gestort werd in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, met een absoluut maximum van 12.000 EUR.
Het bedrag van de maandelijkse rente wordt als volgt bepaald: de jaarrente wordt gedeeld door 365 en vermenigvuldigd met het aantal dagen van volledige arbeidsongeschiktheid tijdens de betrokken maand.
Gedurende de eerste drie maanden van de arbeidsongeschiktheid ontvangt de aangeslotene geen rente.
• Indien de aangeslotene bij zijn laatste betaling de RIZIV-bijdrage slechts gedeeltelijk gebruikte voor de opbouw van een rust- en overlevingspensioen, wordt de in aanmerking te nemen RIZIV-bijdrage in dat geval beperkt tot dat gedeelte van de bijdrage.
• Indien de laatste pensioenbijdrage hoger was dan de normale RIZIV-bijdrage over dat kalenderjaar, dan wordt voor de berekening van de prestatie rekening gehouden met een bedrag beperkt tot de RIZIV-bijdrage.
12.4. Uitbetalingsmodaliteiten
Indien de aangeslotene volledig arbeidsongeschikt is en mits voorlegging van een attest van de behandelende geneesheer of geneesheren van de aangeslotene, zal het bedrag maandelijks gestort worden aan de aangeslotene.
ARTIKEL 13. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ OVERLIJDEN: OVERLEVINGSRENTE
13.1. Definitie en aard van de prestatie
In geval van overlijden van de aangeslotene, stort de pensioeninstelling gedurende 10 jaar een overlevingsrente aan de rechthebbende(n) van de aangeslotene, ter vergoeding van het inkomstenverlies.
13.2. Duur en dekkingsperiode
• De dekking vangt aan ten vroegste op 1 januari van het tweede jaar volgend op de aansluiting.
Bij overlijden van de aangeslotene ten gevolge van een ongeval vangt de dekking aan op 1 januari van het jaar volgend op de aansluiting.
• De dekkingsperiode loopt tot de einddatum van de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, maar uiterlijk tot de wettelijke pensioenleeftijd van de aangeslotene met een maximum van 67 jaar.
• De uitbetaling van de rente loopt maximaal tot de einddatum van de sociale RIZIV- pensioenovereenkomst, maar uiterlijk tot de wettelijke pensioenleeftijd van de overleden aangeslotene met een maximum van 67 jaar.
13.3. Bedrag
De rente wordt bepaald op basis van de laatste pensioenbijdrage op jaarbasis die gestort werd in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de leeftijd van de aangeslotene op het ogenblik van overlijden.
Indien deze leeftijd:
o lager is dan 30 jaar, is de factor 4
o lager is dan 40 jaar en hoger of gelijk is aan 30 jaar, is de factor 3
o lager is dan 50 jaar en hoger of gelijk is aan 40 jaar, is de factor 2
o hoger of gelijk is aan 50 jaar, is de factor 1.
• Indien de aangeslotene bij zijn laatste betaling de RIZIV-bijdrage slechts gedeeltelijk gebruikte voor de opbouw van een rust- en overlevingspensioen, wordt de in aanmerking te nemen RIZIV-bijdrage in dat geval beperkt tot dat gedeelte van de bijdrage.
• Indien de pensioenbijdrage, die in het kalenderjaar voorafgaand aan het overlijden werd betaald hoger was dan de normale RIZIV-bijdrage over dat kalenderjaar, dan wordt voor de berekening van het vestigingskapitaal rekening gehouden met een bedrag beperkt tot de RIZIV-bijdrage.
• Indien de aangeslotene evenwel in de periode sinds de laatste betaling van de RIZIV-bijdrage en zijn overlijden een verklaring zou hebben afgelegd waarbij het deel van de RIZIV-bijdrage dat bestemd is voor de opbouw van een aanvullend pensioen werd verminderd, zal enkel rekening worden gehouden met dat gedeelte van de bijdrage dat na de voorgenomen wijziging nog verder wordt aangewend voor de financiering van zijn aanvullend pensioen.
De rente kan in geen geval hoger zijn dan het wettelijk maximum van 20.000 EUR per jaar. 13.4. Uitbetalingsmodaliteiten
Deze voordelen worden verplicht uitgekeerd onder de vorm van rente, in uitvoering van de wettelijke bepalingen. De uitkering in rente gebeurt door een jaarlijkse storting. De eerste rentetermijn wordt betaald op het einde van de maand, volgende op het overlijden. De volgende termijnen worden uitgekeerd op de verjaardagen van de eerste rentetermijn. Indien het jaarlijkse totaalbedrag aan rente kleiner is dan 300 EUR, wordt het vestigingskapitaal in eenmaal uitgekeerd.
De eerste schijf is betaalbaar van zodra de nodige bewijsstukken voor het recht op uitkering worden aangeleverd:
1) het uittreksel uit de overlijdensakte;
2) een medisch attest met vermelding van de doodsoorzaak;
3) een akte van bekendheid tot vaststelling van de rechten van de begunstigde.
De solidariteitsprestatie wordt uitgekeerd aan de rechthebbende(n) van de aangeslotene:
• Rechthebbenden op de overlevingsrente in het kader van het solidariteitsstelsel zijn de rechthebbenden van het overlevingspensioen in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst.
• Indien op het ogenblik van het overlijden geen rechthebbende in aanmerking komt, of indien de rente ingevolge van overlijden van de rechthebbende voor de volledige uitkering niet langer wordt uitgekeerd, komt het vestigingskapitaal of het saldo ervan toe aan het solidariteitsfonds.
• De uitkering is maar verschuldigd ingeval en zolang de rechthebbende in leven is. Indien evenwel de rechthebbende de echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de aangeslotene was, en deze rechthebbende overlijdt nadat de rente opeisbaar is geworden, dan worden de resterende rentetermijnen verder in gelijke delen uitgekeerd aan de kinderen van de aangeslotene die nog niet de leeftijd van 25 jaar bereikt hebben en voor zover en zolang die recht geven op kinderbijslag.
ARTIKEL 14. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ ERNSTIGE ZIEKTE: FORFAITAIRE VERGOEDING
14.1. Definitie en aard van de prestatie
De pensioeninstelling keert eenmalig een forfaitair bedrag uit indien bij de verzekerde één van volgende ernstige ziekten wordt vastgesteld: kanker, leukemie, multiple sclerose, ziekte van Parkinson, ziekte van Hodgkin, ziekte van Alzheimer, AIDS, mucoviscidose, nierdialyse en progressieve spierdystrofie.
Het gaat om ernstige ziekten als zodanig erkend door de Minister van Sociale Zaken.
14.2. Duur en dekkingsperiode
• De dekking vangt op 1 januari van het jaar volgend op de aansluiting.
• De dekkingsperiode loopt tot de einddatum van de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, maar uiterlijk tot de wettelijke pensioenleeftijd van de aangeslotene met een maximum van 67 jaar.
14.3. Bedrag
De vergoeding is gelijk aan 1 keer de laatste pensioenbijdrage.
14.4. Uitbetalingsmodaliteiten
Het bedrag wordt door de inrichter uitgekeerd bij de diagnose van een van bovenvermelde ernstige ziekten, voor zover de verzekerde in leven blijft gedurende een periode van 90 dagen na de diagnose door een geneesheer-specialist gemachtigd om zijn beroep in België uit te oefenen.
ARTIKEL 15. VERPLICHTINGEN VAN DE AANGESLOTENE BIJ SCHADE
Een schadegeval dat van die aard is dat het recht op een tussenkomst zou kunnen ontstaan, moet zodra mogelijk en in elk geval binnen de termijn van één maand aangegeven worden aan de pensioeninstelling. Wij kunnen ons echter niet beroepen op de niet-naleving van de termijn indien de melding zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Het gedeelte van de pensioenovereenkomst dat betrekking heeft op het solidariteitsstelsel, is betwistbaar gedurende de ganse looptijd.
ARTIKEL 16. FINANCIEEL ONEVENWICHT
Indien de activa van het solidariteitsfonds onvoldoende zijn om de provisies en schulden te dekken, legt de inrichter aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) een herstelplan voor om die toestand te verhelpen.
Indien dat plan het financieel evenwicht niet herstelt, wordt het solidariteitsstelsel stopgezet. In dat geval wordt overgegaan tot de vereffening van het solidariteitsfonds.
ARTIKEL 17. VEREFFENING VAN HET SOLIDARITEITSFONDS
De inrichter kan op elk ogenblik beslissen om over te gaan tot de liquidatie van het solidariteitsfonds.
Indien de activa niet langer de provisies dekken en indien de herstelplannen voor het solidariteitsfonds mislukken, zal de inrichter voorstellen om over te gaan tot de liquidatie van het solidariteitsfonds.
In geval van stopzetting blijven de lopende solidariteitsuitkeringen gewaarborgd.
Het fonds wordt vereffend door de activa onder de verzekeringnemers te verdelen in verhouding tot de in de hoofdverzekering gevormde opgebouwde reserves.
Indien het solidariteitsfonds daarentegen ontbonden wordt met als doel het solidariteitsstelsel verder te zetten bij een andere daartoe erkende instelling, zullen de activa naar deze instelling getransfereerd worden.
ARTIKEL 18. TOEPASSELIJKE RECHT EN RECHTSMACHT BIJ BETWISTINGEN
Het Belgisch recht is van toepassing op het solidariteitsreglement.
Elke betwisting van dit reglement of zijn toepassing zal opgelost worden in gemeenschappelijk overleg. Bij gebrek aan een minnelijke schikking, valt de betwisting onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
ARTIKEL 19. TERUGVORDERING EN SCHORSING VAN DE SOLIDARITEITSPRESTATIES
De pensioeninstelling heeft het recht om de solidariteitsprestaties terug te vorderen indien zou blijken dat deze ten onrechte werden uitgekeerd. Dit is onder meer het geval indien de aangeslotene niet (langer) beantwoordt aan de definitie van arbeidsongeschiktheid of invaliditeit van dit solidariteitsreglement.
Indien de aangeslotene één van de verplichtingen van het solidariteitsreglement niet of niet tijdig nakomt, kan de pensioeninstelling haar solidariteitsprestaties schorsen.