SEA RANGER SERVICE
SEA RANGER SERVICE
Partijen:
1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen: LNV;
2. De Minister van Economische Zaken en Klimaat, de xxxx Xxxx Xxxxxx, hierna te noemen: EZK;
3. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, xxxxxxx xxx. X. xxx Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen: XxxX;
4. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw T. xxx Xxx, hierna te noemen: SZW;
Partijen genoemd onder 1 tot en met 4, ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna samen te noemen: Rijksoverheid;
5. De Stichting Sea Rangers, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx xxx xxx Xxxx, hierna te noemen: de Sea Ranger Service;
Hierna allen samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Sea Ranger Service:
5. De zee is de leefomgeving van veel soorten zeeleven. Bovendien is de zee ook een rijke natuurlijke bron voor economische activiteiten en andere vormen van menselijk gebruik. Bodemleven, vissen, zeezoogdieren en zeevogels vormen in samenhang met hun leefomgeving het ecosysteem van de zee. Het menselijk gebruik van de zee mag de draagkracht van dit systeem niet te boven gaan.
6. De Verenigde Naties (VN) richten zich op mondiaal niveau op een duurzame toekomst voor een ieder aan de hand van de Sustainable Development Goals. Om de zee op duurzame wijze te beheren wordt binnen de VN gewerkt aan Sustainable Development Goal 14, Life Below Water. Daarnaast speelt de zee ook een rol bij andere Sustainable Development Goals, zoals 2 (Zero Hunger), 7 (Clean Energy),
13 (Climate Action) en 17 (Partnerships for the Goals). Binnen een speciaal agentschap van de VN, de International Maritime Organisation (IMO), wordt samengewerkt ten behoeve van regelgeving zeescheepvaart met een focus op duurzame ontwikkeling.
7. Binnen de Europese Unie wordt het duurzaam beheer van de zee gerealiseerd via de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en Natura2000.
8. Nationaal is de Rijksnatuurvisie ontwikkeld ten behoeve van natuur en biodiversiteit. Er zijn verder ambities voor duurzame energieopwekking op zee in de Routekaart windenergie op zee 2030 vastgesteld. Om deze doelstellingen te verenigen, wordt een integrale Noordzeestrategie 2030 ontwikkeld gericht op duurzame energie (wind op zee), voedselvoorziening op zee en mariene natuur.
9. De Rijksoverheid zet zich op al deze niveaus in voor duurzaam gebruik van de zee; een thema dat zij van algemeen belang acht en waarop actieve inzet dan ook gewenst is. Zij waardeert in dat kader vernieuwende initiatieven die aan de Nederlandse beleidsdoelstellingen kunnen bijdragen.
10. De Sea Ranger Service is een stichting die zich als sociale onderneming inzet om vanuit Nederland ‘s werelds eerste operationele maritieme rangerdienst te ontwikkelen: een dienst waarin jongeren
opgeleid tot Sea Rangers op zee actief natuurbeheer en herstel uitvoeren. Met haar aanpak streeft de Sea Ranger Service uiteenlopende maatschappelijke doelen na, te weten het creëren van werkgelegen heid ten behoeve van de voedsel en energietransitie, het uitvoeren van natuurherstel en marien onderzoek, alsmede nieuwe circulaire scheepsbouwtechnieken. Daarnaast ontwikkelt de onderneming methoden op het gebied van educatie en jaagt het actieve burgerparticipatie en een vernieuwend veteranenbeleid aan. Met deze veelzijdige aanpak legt de Sea Ranger Service nieuwe verbindingen tussen deze doelen en genereert hiermee concrete impact.
11. Het werk van de Sea Ranger Service en de doelstellingen die zij daarmee nastreeft, dragen mogelijk bij aan het beleid van de Rijksoverheid.
12. Met deze Green Deal wordt een verkenning naar mogelijke samenwerking tussen de Sea Ranger Service en de Rijksoverheid, en de coördinatie daarvan, beoogd. Partijen willen met de uitkomsten van deze verkenning ook bijdragen aan het bevorderen van andere samenwerkingen met vergelijkbare innovatieve concepten van maatschappelijk verantwoord ondernemen die bijdragen aan maatschappelijke opgaven zoals verduurzaming, natuurbescherming, innovatie en werkgelegenheid. Partijen zullen daarom hun ervaringen en opgedane kennis in het kader van deze Green Deal zo breed mogelijk delen met anderen.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1 Doel
Partijen verkennen in het kader van deze Green Deal de mogelijkheden om gezamenlijk te werken aan maatschappelijke doelen o.a. op het gebied van duurzaam beheer van de zee door middel van maatschappelijk ondernemen. Zij spannen zich in om:
1. inzicht te verkrijgen in de verschillende modaliteiten en mogelijkheden voor samenwerking tussen de Sea Ranger Service en de Rijksoverheid op de gebieden waarop de Sea Ranger Service het beleid van de Rijksoverheid zou kunnen ondersteunen;
2. de mogelijkheden voor de uitvoering van een of meerdere pilot(s) te verkennen;
3. de voor Sea Ranger Service relevante vraagstukken voor haar maritieme rangerdienst breed op te pakken waarbij de uitkomsten van deze Green Deal enerzijds oplossingen bieden voor de Sea Ranger Service en anderzijds van algemeen nut zijn voor andere soortgelijke publiekprivate samenwerkingen, innovatieve businessmodellen en beleidsontwikkeling betreffende maatschappelijk ondernemen binnen de Rijksoverheid;
4. de ervaringen en uitkomsten van deze verkenning breed te delen zodat ook andere initiatiefnemers van vergelijkbare innovatieve concepten van maatschappelijk verantwoord ondernemen hiervan kunnen leren. Partijen zorgen voor toegankelijke informatie over de ervaringen en uitkomsten voor anderen die niet deelnemen aan deze Green Deal.
2. Inzet en acties
Artikel 2 Inzet en acties LNV
LNV:
1. zet, gedurende de looptijd van deze Green Deal, haar expertise, kennis en nationaal en internationaal netwerk in voor zover die bijdragen aan de doelen van de Green Deal, onder andere door:
a met de Sea Ranger Service de mogelijkheden te verkennen die het bestaande financieel instrumentarium biedt voor de financiering van een pilot voor activiteiten van de Sea Ranger Service en/of financiering vanuit EUfondsen of andere bronnen;
b best practices aan te dragen van samenwerking tussen maatschappelijke organisaties/sociale ondernemingen en de Rijksoverheid, onder andere in het agrodomein, die kunnen dienen als voorbeeld voor een toekomstige vorm van samenwerking;
2. beziet aan de hand van concrete voorstellen van de Sea Ranger Service hoe die kunnen bijdragen aan de uitvoering van het beleid van LNV of dat beleid kunnen ondersteunen, en verwijst daarbij naar concrete mogelijkheden binnen of in aansluiting op bestaande beleidsinstrumenten en/of
programma’s;
3. benoemt een contactpersoon bij LNV die in het kader van de uitvoering van deze Green Deal contacten met andere departementen coördineert en waar nodig tot stand brengt;
4. geeft samen met de Sea Ranger Service, ook internationaal, bekendheid aan deze Green Deal;
5. maakt samen met de Sea Ranger Service een plan van aanpak hoe de resultaten van deze Green Deal breed verspreid kunnen worden zodat de resultaten ook voor andere sociale ondernemingen relevant kunnen zijn.
Artikel 3 Inzet en acties SZW
SZW:
1. spreekt met de ondertekening van de Green Deal haar waardering uit voor de sociaal innovatieve aanpak van de Sea Ranger Service en de wijze waarop deze aanpak een bijdrage kan leveren aan het opleiden en aan het werk helpen van werkzoekende jongeren;
2. zet indien nodig haar expertise in om mee te denken over oplossingen in het geval er gedurende de uitvoering van de Green Deal op dit terrein problemen optreden.
Artikel 4 Inzet en acties IenW
IenW:
1. beziet aan de hand van concrete voorstellen van de Sea Ranger Service hoe die kunnen bijdragen aan de uitvoering van het beleid van XxxX of dat beleid kunnen ondersteunen en verwijst daarbij naar concrete mogelijkheden binnen of in aansluiting op bestaande beleidsinstrumenten of programma’s.
Artikel 5 Inzet en acties Sea Ranger Service
De Sea Ranger Service:
1. ontwikkelt haar veelomvattend concept voor een Sea Ranger Service verder op het gebied van sociale werkgelegenheid, natuurbehoud en herstel, marien onderzoek, toepassing van nieuwe circulaire scheepsbouwtechnieken, educatie en/of burgerparticipatie en betrekt daarbij de bevindingen van de Rijksoverheid in het kader van deze Green Deal;
2. monitort en evalueert tijdens de looptijd van deze Green Deal de voortgang van de verdere uitwerking van haar concept voor een Sea Ranger Service in het licht van de doelstellingen die zij heeft. Daarbij brengt zij ook de financiële en praktische haalbaarheid in kaart. Bij deze monitoring en evaluatie betrekt zij een onafhankelijke partij;
3. verbindt zich om tenminste één bootcamp per jaar/per schip te organiseren om zodoende een goede doorstroom van werkzoekende jongeren richting maritieme beroepen te bewerkstelligen. Speciale bootcamps worden georganiseerd gericht op het uit de bijstand begeleiden van jongeren naar werk;
4. geeft samen met LNV, ook internationaal, bekendheid aan deze Green Deal;
5. zal gedurende de looptijd van deze Green Deal de resultaten van de monitoring en evaluatie van haar concept met de Rijksoverheid delen en beziet welke opgedane kennis zij breder kan delen;
6. maakt op basis van de monitoring, evaluatie en de bevindingen van de Rijksoverheid een verslag op met de uitkomsten van de verkenning van Partijen en maakt daarbij inzichtelijk welke pilotactiviteiten de Sea Ranger Service kan en wil ondernemen die bijdragen aan het beleid van de Rijksoverheid;
7. zal vanuit haar netwerk concrete voorstellen doen voor nieuwe samenwerkingen die bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de overige Partijen.
3. Slotbepalingen
Artikel 6 Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 7 Begeleidingsgroep
1. Binnen 6 weken na ondertekening van deze Green Deal wordt door Partijen een begeleidingsgroep samengesteld die de uitvoering van deze Green Deal begeleidt.
2. De begeleidingsgroep bestaat uit 2 vertegenwoordigers van de Sea Ranger Service en 2 vertegenwoordigers namens de Rijksoverheid.
3. De begeleidingsgroep komt eenmaal per half jaar bij elkaar. Een vertegenwoordiger van de Rijksoverheid stelt een verslag op ten behoeve van Partijen.
Artikel 8 Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 9 Evaluatie
1. Partijen zullen de uitvoering en werking van deze Green Deal uiterlijk binnen een jaar na inwerkingtreding evalueren.
2. De evaluatie zal worden verricht door LNV en een verslag daarvan zal worden opgemaakt door LNV.
Artikel 10 Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan LNV. Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 11 Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 12 Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal te allen tijde met inachtneming van een opzegtermijn van 6 weken schriftelijk opzeggen.
Artikel 13 Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Sea Ranger Service.
Artikel 14 Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 5 december 2020.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 15 Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Den Haag op 5 december 2018.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
..............................................................................................................................
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
..............................................................................................................................
De xxxx Xxxx Xxxxxx
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
..............................................................................................................................
Xxxxxxx xxx. X. xxx Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
..............................................................................................................................
Mevrouw X. van Ark
Executive Director De Stichting Sea Rangers,
..............................................................................................................................
De xxxx Xxxxxx xxx xxx Xxxx