Statuten en reglement Naam, zetel en duur
Statuten en reglement Naam, zetel en duur
Artikel 1
1. De vereniging draagt de naam: Algemene Bond Uitzendondernemingen. Hierna te noemen 'de ABU'.
2. Hij heeft zijn zetel in de gemeente Amsterdam.
Doel
Artikel 2
De ABU heeft ten doel de bevordering van het algemeen belang van zijn leden en alles wat hiermee verband houdt, waaronder de "verruiming van de markt". Dit doel hangt direct samen met hun onderneming tot het ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan derden om onder leiding en toezicht van die derde arbeid te verrichten. Tevens is dit doel van toepassing op andere arbeidsmarktactiviteiten.
Middelen
Artikel 3
Het doel wordt mede bereikt door het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten als bedoeld in artikel 2 juncto artikel 1 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst.
Lidmaatschap
Leden
Artikel 4
1. Iedere persoon die de onderneming uitoefent van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten kan lid worden van de ABU. De leden worden onderscheiden in natuurlijke personen en rechtspersonen.
2. De toelating tot het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. Het bestuur maakt van de toelating zo spoedig mogelijk melding in een officiële publicatie van de ABU.
3. Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene ledenvergadering alsnog tot toelating besluiten. Indien een onderneming niet wordt toegelaten kan deze hiertegen in beroep gaan bij de Onafhankelijke Beroepscommissie. De Onafhankelijke Beroepscommissie, legt bindend advies op aan de ABU.
4. Indien meerdere personen in welk verband dan ook gezamenlijk één bedrijf uitoefenen of in een organisatorisch gezamenlijk verband de activiteit bedrijven van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, worden zij gezamenlijk als één lid aangemerkt. Personen ten aanzien van wier organisatie een andere persoon, die eveneens arbeidskrachten ter beschikking stelt, een overwegende zeggenschap heeft, worden tezamen met deze andere persoon als één lid aangemerkt. Op verzoek kan hier van worden afgeweken.
5. Het lidmaatschap van de rechtspersoon die bij fusie of splitsing ophoudt te bestaan, gaat over op de verkrijgende rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving op een van de verkrijgende rechtspersonen.
6. Andere rechtspersonen - niet lid van de ABU - vallend onder hetzelfde concern als rechtspersonen die zijn aangesloten bij de ABU, mogen geen schade toebrengen aan de doelstellingen van de ABU.
Toetreding nieuwe leden
Artikel 5
Om tot het lidmaatschap te kunnen worden toegelaten, dient een betrokken onderneming te voldoen aan de lidmaatschapsvereisten en financiële verplichtingen zoals omschreven in statuten en huishoudelijk reglement.
Verplichtingen lidmaatschap
Artikel 6
Leden moeten voldoen aan de lidmaatschapsvereisten en financiële verplichtingen zoals omschreven in statuten en huishoudelijk reglement.
Einde lidmaatschap
Artikel 7
Het lidmaatschap eindigt:
1. Door overlijden van de natuurlijke persoon zonder dat diens onderneming door één of meer van zijn rechthebbenden of de personen genoemd in artikel 4 lid 4, wordt voortgezet.
2. Door ontbinding van de rechtspersoon, waarbij overigens onafhankelijk daarvan, indien van toepassing, artikel 4 lid 4 zijn toepassing behoudt.
3. Door besluit van het bestuur ingeval van overgang onder bijzondere titel van de onderneming van het lid, genoemd in artikel 4 lid 1 aan een derde of doordat een andere persoon dan voorheen zeggenschap krijgt over de onderneming van het lid. Deze omstandigheden dienen onmiddellijk aan het bestuur te worden gemeld.
4. Door schriftelijke opzegging door het lid.
Het lidmaatschap eindigt aan het einde van het kalenderjaar, waarin de opzegging is geschied, mits de opzegging geschiedt bij aangetekende brief en uiterlijk vóór een oktober van dat jaar is ontvangen bij het secretariaat van de ABU. Heeft de opzegging niet voor die datum plaatsgevonden, dan houdt het lidmaatschap op aan het einde van het volgende kalenderjaar.
5. Door schriftelijke opzegging door het bestuur,
op een door het bestuur te bepalen termijn, dan wel met onmiddellijke ingang wanneer een lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten, door de statuten en huishoudelijk reglement aan het lidmaatschap gesteld, alsook wanneer redelijkerwijs van de ABU niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
6. Door ontzetting door de algemene ledenvergadering,
die alleen kan worden uitgesproken, wanneer een lid ernstig in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de ABU of de ABU op onredelijke wijze benadeelt en nadat het lid in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze te geven.
7. Door ontzetting door het scheidsgerecht, overeenkomstig artikel 23, lid 1f.
8. Van de beslissingen van het bestuur ingevolge het gestelde onder de leden 5 en 6 staat voor belanghebbenden binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit, beroep open bij de Onafhankelijke Beroepscommissie. In het beroep toetst de Beroepscommissie, of de opgegeven redenen, die tot de opzegging of de ontzetting hebben geleid, die opzegging of ontzetting kunnen dragen. Tenzij het lidmaatschap met onmiddellijke ingang is opgezegd, heeft het beroep opschortende werking ten aanzien van het verlies van het lidmaatschap. Het bestuur heeft het recht om het betreffende lid in afwachting van het besluit van de algemene ledenvergadering en/of de uitspraak Beroepscommissie in zijn lidmaatschap te schorsen.
Overige leden
Artikel 8
Tot ereleden kunnen door de algemene ledenvergadering, op voorstel van het bestuur, worden benoemd die natuurlijke personen, lid of niet-lid, die zich jegens de ABU bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Het erelid heeft het recht de algemene ledenvergadering bij te wonen en daar het woord te voeren, doch niet het recht over te nemen besluiten te stemmen, tenzij hij behalve erelid ook gewoon lid is. Een erelid is vrijgesteld van de plicht tot het betalen van contributies of andere bijdragen, tenzij hij behalve erelid ook gewoon lid is.
Een erelid, niet zijnde een lid, is geen lid in de zin van de wet.
Niet-leden
Artikel 9
Aan niet-leden kunnen diensten genoemd in het huishoudelijk reglement worden verleend.
Algemene ledenvergadering
Bijeenroepen
Artikel 10
1. Algemene ledenvergaderingen worden minimaal twee maal per jaar gehouden. De leden worden schriftelijk, per fax, per e-mail dan wel door een aankondiging in een officiële publicatie van de ABU, opgeroepen. De plaats, het tijdstip en de te behandelen onderwerpen worden in de oproep vermeld.
2. De oproepingstermijn bedraagt ten minste tien dagen, de dag van de oproeping en van de vergadering niet meegerekend.
3. Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden, als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte van de stemmen in de algemene ledenvergadering, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, of bij advertentie in ten minste één landelijk gelezen dagblad, waarbij nochtans zoveel mogelijk de leden, indien en voorzover bekend en als bekend verondersteld, dienen te worden opgeroepen op de wijze als omschreven in lid 1.
Recht tot stemmen
Artikel 11
1. In de algemene ledenvergadering brengt ieder lid, dat niet als zodanig is geschorst, zelf, middels zijn daartoe bevoegd orgaan of door de daartoe bijzonder gevolmachtigde één stem uit.
2. Een lid dat stemgerechtigd is, kan aan een functionaris van de onderneming van het betreffende lid of aan een ander lid schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een bestuurslid kan in de algemene ledenvergadering het stemrecht slechts uitoefenen uit hoofde van het eigen lidmaatschap of dat van de rechtspersoon tot welke hij behoort. Aan een lid kan slechts door één ander lid volmacht tot vertegenwoordiging en uitoefening van het stemrecht worden verleend.
3. De door een lid bijzonder gevolmachtigde persoon dient voorts onverwijld zijn volmacht tot vertegenwoordiging aan de secretaris of de namens deze optredende persoon te overhandigen. Xxxxxx dit niet is geschied, behoeft de persoon, die volmacht tot vertegenwoordiging pretendeert te hebben, niet tot de vergadering of tot een stemming te worden toegelaten.
Statutenwijziging en overige besluitvorming
Artikel 12
1. Een voorstel tot statutenwijziging anders dan tot aanpassing aan wetswijzigingen - of ontbinding
- dient steeds te worden aangenomen met twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin ten minste twee/derde van de (niet geschorste) leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is in een vergadering, waarin een zodanig voorstel aan de orde is gesteld ten tijde van de stemming niet het vereiste quorum aanwezig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen. Deze tweede vergadering vindt ten minste eenentwintig dagen na de dag, waarop de eerste vergadering werd gehouden, plaats. Het voorstel dat in de eerste vergadering aan de orde is gesteld, kan worden aangenomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigende leden mits met twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
2. Alle besluiten van de algemene ledenvergadering uitgezonderd die tot statutenwijziging (niet uitsluitend strekkende tot aanpassing aan wetswijzigingen), tot ontbinding, of tot wijziging van het huishoudelijk reglement, worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, voorzover het betrokken voorstel de instemming van het bestuur heeft. Heeft het betrokken voorstel de instemming van het bestuur niet, dan is twee/derde van de uitgebrachte stemmen nodig.
3. Bij staking van de stemmen wordt het voorstel in een volgende algemene ledenvergadering wederom aan de orde gesteld. Staken alsdan wederom de stemmen, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
4. Xxxxxxxxxx over personen geschieden schriftelijk en over zaken mondeling, tenzij de vergadering anders bepaalt.
5. Xxxxxx stemmen of ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt.
verkrijgt, vindt een herstemming plaats tussen de kandidaten, die beiden hetzij het hoogste, hetzij op een na hoogste aantal stemmen hebben verworven. Blijken alsdan meer dan twee personen in aanmerking te komen voor de herstemming, dan zal het lot beslissen ten aanzien van de kandidaten die een gelijk aantal stemmen verwierven. Mochten bij herstemming de stemmen staken, dan beslist eveneens het lot.
7. Over onderwerpen, die niet in de oproeping zijn vermeld, kan niet wettig worden besloten, tenzij het besluit wordt aangenomen met algemene stemmen in een algemene ledenvergadering, waarin alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
8. Een eenstemmig besluit van alle leden, voorzover niet geschorst, ook al zijn deze niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering.
9 Het ABU-secretariaat draagt zorg voor het doen verlijden van de akte van statutenwijziging ten overstaan van de door het bestuur daartoe aangewezen notaris. Iedere bestuurder is afzonderlijk bevoegd, bedoelde akte te doen verlijden.
Bestuur
Benoemen, aftreden en samenstelling
Artikel 13
1. De ABU wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit een door de algemene ledenvergadering vast te stellen aantal van drie of meer meerderjarige, beschikkingsbevoegde, natuurlijke personen werkend voor een (natuurlijke of rechts)persoon die lid is van de ABU. Zij worden benoemd door de algemene ledenvergadering, zulks echter met in achtneming van het bepaalde in artikel 14 lid 2 terzake van de persoon van de voorzitter.
2. Een bestuurder treedt af, onverminderd het in de wet bepaalde, door bedanken, door het in kracht van gewijsde gaan van een rechterlijke uitspraak, waardoor hij de vrije beschikking over zijn vermogen verliest, door periodiek aftreden zonder herverkiezing, door overlijden, door vertrek bij de (natuurlijke of rechts)persoon die aangesloten is bij de ABU of door ontslag, verleend door de algemene ledenvergadering.
3. Indien het aantal bestuurders daalt tot beneden het in het eerste lid vastgestelde aantal, geldt het bestuur, zolang ten minste één bestuurder in functie is, niettemin als wettig geconstitueerd.
Bestuursfuncties: voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester
Artikel 14
1. Het bestuur van de ABU wordt voorgezeten door een natuurlijke persoon, al dan niet werkzaam voor een bij de ABU aangesloten (natuurlijke of rechts)persoon.
2. Kandidaatstelling voor de functie van voorzitter geschiedt door het bestuur en/of bij een door ten minste drie leden getekende aanbeveling. Deze dient uiterlijk zeven dagen voor de dag, waarop de algemene ledenvergadering wordt gehouden bij het secretariaat te zijn ingeleverd, vergezeld van een verklaring van de kandidaten, dat zij bereid zijn een eventuele benoeming te aanvaarden.
3. Het bestuur kiest uit zijn midden een vice-voorzitter, secretaris en een penningmeester. Deze laatste twee functies zijn in één persoon verenigbaar.
Overige bestuursfuncties
Artikel 15
De algemene ledenvergadering kan een bestuurder of gewezen bestuurder, die zich jegens de ABU bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt, de titel van bestuurder honoris causa toekennen met bijzondere titel.
Vertegenwoordiging, overeenkomsten afsluiten en delegatie
Artikel 16
1. De ABU wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur, dan wel door de voorzitter met hetzij de vice voorzitter, hetzij de secretaris, hetzij de penningmeester. De directeur vertegenwoordigt de ABU in en buiten rechte, indien en voor zover daartoe door het bestuur gemachtigd.
sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden en bezwaren van registergoederen, alsmede van overeenkomsten, waarbij de ABU zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een derde verbindt. Het ontbreken van voormelde goedkeuring kan door of aan derden worden tegengeworpen.
3. Het bestuur is belast met de uitvoering van de besluiten van de algemene ledenvergadering, het voorbereiden van die besluiten en het voeren van het beleid, voorzover dit voortvloeit uit de statuten, enig reglement en de overige besluiten van de ABU, terzake waarvan het bestuur aan de algemene ledenvergadering verantwoording verschuldigd is.
Beleidsbeslissingen, die de duidelijke strekking hebben regels te scheppen van voor de leden algemeen verbindende aard, behoeven de goedkeuring van de algemene ledenvergadering, op de wijze die geldt voor alle besluitvorming van de algemene ledenvergadering.
4. Het bestuur kan van de bij deze statuten aan hem opgedragen taken bijzondere delegatie verlenen ten aanzien van door het bestuur bijzonder omschreven onderwerpen aan de organen en instellingen, in deze statuten genoemd, met uitzondering van bevoegdheden, toekomende aan de algemene ledenvergadering, voorzover deze onderwerpen krachtens deze statuten en de op grond daarvan genomen besluiten betrekking hebben op de taak van die organen en instellingen.
Een delegatie mag nimmer een volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen als bedoeld in lid 2 van dit artikel inhouden, ten aanzien waarvan onverkort het aldaar bepaalde zal gelden.
5. Het bestuur stelt een bureau in met een directeur. Aan dit bureau kunnen taken worden gedelegeerd. Het bestuur bepaalt met de directeur welke taken worden gedelegeerd aan en uitgevoerd door dit bureau. Dit wordt schriftelijk vastgelegd.
6. Het bestuur bepaalt de vertegenwoordiging van de ABU in andere rechtspersonen.
Financiële verplichtingen
Boekjaar, accountantscontrole en verslaglegging
Artikel 17
1. Het boekjaar van de ABU is het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht een registeraccountant te benoemen voor het controleren van de boeken en de jaarrekening van de ABU. Het bestuur heeft het recht deze accountant op te dragen, om ten aanzien van de leden steekproefsgewijs en zonder aanzien des persoons na te gaan, of deze hun financiële verplichtingen jegens de ABU naar behoren nakomen.
3. Het bestuur brengt in een algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering, zijn jaarverslag uit en doet onder overlegging van de nodige bescheiden rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen kalenderjaar gevoerd bestuur. Het bestuur doet voornoemd jaarverslag vergezeld gaan van de ingevolge lid 2, gecontroleerde jaarrekening.
Contributie
Artikel 18
1. Ieder lid is aan de ABU zodanige financiële bijdragen verschuldigd als de algemene ledenvergadering op voorstel van het bestuur telkenmale zal vaststellen en is weergegeven bij ‘Financiële verplichtingen leden’ in het huishoudelijk reglement. De hoogte van de door ieder lid verschuldigde contributie wordt vastgesteld aan de hand van een door het lid af te geven verklaring van zijn omzet in Nederland over het afgelopen jaar op de wijze, vast te stellen door het bestuur, dat gerechtigd is een accountantsverklaring te vragen, die door het lid dan zal worden gezonden aan het secretariaat van de ABU. De verklaring is strikt vertrouwelijk en zal aan niemand ter inzage worden verstrekt, ook niet aan het bestuur. Aan het bestuur zal slechts worden medegedeeld in welke contributiegroep het betreffende lid valt. Het secretariaat dan wel de accountant van de ABU hebben het recht, zich tot het betrokken lid of diens accountant voor inlichtingen te wenden. Bij gebreke van medewerking van het lid stelt de penningmeester na overleg met het secretariaat van de ABU de door dit lid verschuldigde contributie ambtshalve vast, welke vaststelling voor het lid verbindend is behoudens volledig tegenbewijs.
2. Voor de contributie-afdracht dient het lid te laten meetellen de omzet van het gehele concern
arbeidskrachten), waarin de eerstgenoemde personen werkzaam zijn. De omzet van de rechtspersonen die zijn aangesloten bij door het bestuur aan te wijzen verenigingen kunnen hiervan worden uitgesloten.
3. Indien verzocht is af te wijken van artikel 4 lid 4 van deze statuten, wordt de contributie per (natuurlijke of rechts)persoon berekend. Indien het organisatorisch gezamenlijk verband één of meerdere van deze personen kent die niet aangesloten zijn bij de ABU, wordt deze omzet meegerekend bij één van de (natuurlijke of rechts)personen die bij de ABU is aangesloten.
4. Indien er gerede gronden zijn om aan te nemen, dat een lid zijn financiële verplichtingen jegens derden niet nakomt, heeft het bestuur van de ABU het recht na daartoe verkregen machtiging van de voorzitter van het scheidsgerecht, genoemd in artikel 21 van deze statuten, de accountant van de ABU op te dragen een controle terzake uit te voeren. De voorzitter van het scheidsgerecht kan vooraf het betrokken lid en op diens verzoek andere personen zo deze daartoe op korte termijn bereid zijn, horen. De omvang van de opdracht zal door de voorzitter van het scheidsgerecht worden bepaald en kan een volledig boekonderzoek inhouden. De medewerking van het lid kan daartoe worden afgedwongen middels een voorziening van de voorzitter van het scheidsgerecht als bedoeld in artikel 22, lid 2, van deze statuten.
5. De kosten van de onderzoeken, bedoeld in leden 1 en 4, zullen ten laste van het lid kunnen worden gebracht, indien het lid terzake in gebreke is gebleven en dit hem kan worden verweten. Bij twijfel hieromtrent beslist het scheidsgerecht, bedoeld in artikel 21.
6. Wanneer een lidmaatschap eindigt, of het lid is geschorst, blijft desalniettemin de in het betreffende jaar verschuldigd geworden bijdrage voor het geheel verschuldigd. Dit geldt ook indien geldelijke rechten en verplichtingen zijn gewijzigd, in welk geval het bepaalde bedoeld in artikel 2:36, lid 3 (tweede zin, slot), van het Burgerlijk Wetboek op het betrokken lid van toepassing is.
7. Is de betrokkene reeds lid geweest van de ABU, dan kan het bestuur aan de wedertoelating als lid van de betrokkene de eis verbinden, dat de contributie, die de betrokkene zich heeft bespaard gedurende de tijd van onderbreking van het lidmaatschap, alsnog geheel of ten dele door de betrokkene aan de ABU wordt voldaan, ongeacht of het lidmaatschap door het lid zelf is beëindigd of op andere wijze eindigde.
Overige inkomsten
Artikel 19
Onder overige inkomsten van de ABU vallen: subsidies, publicaties, betaalde dienstverlening en overige bronnen.
Statuut en scheidsgerecht
Statuut
Artikel 20
1. De algemene ledenvergadering is bevoegd een statuut, houdende regels van gedrag, door de leden in acht te nemen bij het uitoefenen van hun onderneming tot het ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan derden, vast te stellen.
Dit statuut van regels van behoorlijk gedrag ook wel erecode te noemen wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering.
Terzake kunnen vooraf andere betrokkenen worden gehoord.
Door het bestuur of de leden kunnen te allen tijde voordrachten tot aanvulling van het statuut aan de algemene ledenvergadering worden gedaan.
2. Wijzigingen van het statuut of daarin neergelegde regels, welke tot het vervallen van eenmaal vastgestelde regels leiden, kunnen door de algemene ledenvergadering worden aanvaard met ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
3. Klachten tegen een lid van de ABU op grond, dat dit in strijd zou hebben gehandeld met het statuut, genoemd in het eerste lid van dit artikel, zullen worden behandeld door een daartoe in te stellen scheidsgerecht en daartoe schriftelijk worden ingediend bij de secretaris van het scheidsgerecht en bij gebreke daarvan bij het secretariaat van de ABU. De secretaris respectievelijk het secretariaat zal de klacht zo spoedig mogelijk aan het scheidsgerecht doorzenden.
4. De in het vorige lid genoemde schriftelijke klacht dient te bevatten een uiteenzetting van de feiten en een motivering van het standpunt van de klager en dient te worden ingediend onder toezending van een afschrift daarvan voor de aangeklaagde partij(en).
Scheidsgerecht
Artikel 21
1. Het scheidsgerecht bestaat uit vijf scheidslieden, waarvan de voorzitter een rechter van de Nederlandse rechterlijke macht dient te zijn. Iedere scheidspersoon zal een plaatsvervanger hebben.
2. De voorzitter van het scheidsgerecht en zijn plaatsvervanger zullen telkens voor zeven jaar worden benoemd door de algemene ledenvergadering.
Tot twee van de scheidslieden alsmede tot hun plaatsvervangers zullen telkens voor drie jaar door de algemene ledenvergadering worden benoemd personen, die kunnen worden aangemerkt als representanten van het bedrijfsleven, zowel van opdrachtgeverszijde als van de zijde van de betrokken arbeidskrachten, ongeacht of zij al of niet zodanig werkzaam zijn.
Anderzijds zullen twee der scheidslieden en hun plaatsvervangers worden benoemd door het bestuur, telkens voor de duur van drie jaar, uit personen betrokken bij de activiteit van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten.
3. Het scheidsgerecht zal in het algemeen recht doen in een college van vijf scheidslieden, tenzij het klachten van leden van de ABU onder elkaar of van het bestuur van de ABU tegen een lid van de ABU betreft en waarbij in het algemeen geen belangen van uitzendkrachten in het geding zijn. In genoemde gevallen zal alleen de voorzitter met de door het bestuur van de ABU benoemde arbiters of hun plaatsvervangers uitspraak doen.
Procedure scheidsgerecht
Artikel 22
1. In zaken van eenvoudige aard is de voorzitter gerechtigd een uitspraak te doen bij beschikking met de bevoegdheid van belanghebbenden daartegen binnen vier weken na de dag van toezending van de beschikking in verzet te komen, in welk geval het scheidsgerecht de zaak alsnog behandelt.
2. De voorzitter van het scheidsgerecht is bevoegd tot het treffen van onverwijlde voorzieningen bij voorraad, zulks eveneens bij wege van arbitrale uitspraak en de tenuitvoerlegging van zijn uitspraken te bevelen bij voorraad, met of zonder borgtocht, niettegenstaande verzet of hoger beroep, dat bij het scheidsgerecht zal kunnen worden gedaan.
3. Het bestuur zal het recht hebben vraagpunten terzake van het statuut aan het scheidsgerecht ter beoordeling voor te leggen, ongeacht of dit een klacht betreft of niet.
4. Alvorens uitspraak te doen zal het scheidsgerecht de personen horen, van wie het horen het scheidsgerecht dienstig voorkomt, en in ieder geval partijen in het geding in de gelegenheid stellen te worden gehoord.
Het bestuur van de ABU kan verlangen middels een daartoe aangewezen functionele vertegenwoordiger of raadsman te worden gehoord.
5. Behoudens hetgeen in de statuten is bepaald, stelt het scheidsgerecht de regelen van de wijze van procederen vast. De schuldig bevonden beklaagde kan in de kosten van behandeling van de klacht worden veroordeeld.
6. De scheidslieden zullen uitspraak doen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1020 en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering binnen zes maanden, nadat het geschil te hunner kennis is gebracht. Zo nodig hebben zij het recht hun opdracht te verlengen.
7. De scheidslieden hebben absolute zwijgplicht en mogen van hun mening tijdens en na de behandeling van de zaak ook niets aan de belanghebbende doen blijken.
8. De voorzitter en de leden van het scheidsgerecht, aangewezen door de algemene ledenvergadering, genieten een vergoeding, in overleg met het bestuur bepaald. Aan de andere leden kan een vergoeding worden toegekend.
9. Verklaart het scheidsgerecht, dat een klacht geen betrekking heeft op een overtreding van het statuut, doch mogelijk wel een klacht, betrekking hebbende op overtreding van de statuten, reglementen of besluiten van de ABU, dan verwijst het scheidsgerecht de klacht naar het bestuur, om deze zo nodig af te doen overeenkomstig het in de statuten, reglementen of
Uitspraak scheidsgerecht
Artikel 23
1. Het scheidsgerecht heeft het recht:
a. een declaratoir te wijzen (zijnde een uitspraak, waarbij wordt vastgesteld wat in de aan het scheidsgerecht voorgelegde vraag rechtens geldt, zonder dat daarbij het scheidsgerecht tot een veroordeling behoeft over te gaan, doch welk declaratoir kan gelden als een bijzondere regel van het in het eerste lid genoemde statuut, waarop verder het bepaalde in het tweede lid van toepassing is, zodat dat declaratoir zal gelden als een van de regels, voortvloeiende uit het statuut);
b. een beklaagd lid schuldig te verklaren;
c. te waarschuwen;
d. een schriftelijke berisping te geven;
e. een boete op te leggen ten behoeve van de kas van de ABU, welke boete een bedrag van tweeëntwintigduizend zeshonderdnegenentachtig euro (€ 22.689,00) niet te boven mag gaan
f. het schuldig verklaarde lid uit het lidmaatschap te ontzetten met opgave van redenen;
g. het schuldig verklaarde lid te veroordelen tot vergoeding van schade, rente en interesten van een benadeelde partij.
2. Een benadeelde partij kan terzake van een gedraging, waarvan klacht is gedaan, de veroordeling van het betrokken lid door het scheidsgerecht vorderen tot vergoeding van schaden, renten en interesten, wat een beroep op de burgerlijke rechter uitsluit.
3. Andere ingevolge deze statuten aan het scheidsgerecht opgedragen zaken zal dit dienovereenkomstig afdoen.
Onafhankelijke Beroepscommissie
Artikel 24
1. De vereniging kent een onafhankelijke Beroepscommissie. Deze Beroepscommissie bestaat uit drie personen die niet direct of indirect gelieerd aan de ABU of haar leden mogen zijn.
2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en secretaris.
3. De commissie stelt een reglement vast voor haar werkwijze.
Ontbinding
Artikel 25
1. Indien de ABU krachtens een besluit van de algemene ledenvergadering is ontbonden, is het bestuur met de vereffening belast.
2. Een eventueel batig saldo van de ABU wordt uitgekeerd aan degenen, die ten minste één kalenderjaar voorafgaande aan het besluit tot ontbinding reeds lid van de vereniging waren. Deze uitkeringen worden berekend op grond van de door het lid verschuldigde contributie als bepaald in artikel 18, de leden 1 tot en met 3, waarbij het volgende in aanmerking wordt genomen:
a. de berekening van de verdeelsleutel aan de hand waarvan de liquidatie uitkeringen zullen worden bepaald, vindt plaats naar rato van de door ieder lid in totaal betaalde contributie over de afgelopen tien boekjaren voorafgaande aan het in lid 1 genoemde ontbindingsbesluit (of over een zoveel kortere periode indien het betreffende lidmaatschap eerst in de loop van bedoelde periode is aangevangen);
b. bij het totaalbedrag zoals berekend onder a wordt (indien van toepassing) opgeteld het bedrag dat door het betreffende lid aan contributie was verschuldigd vóór zijn onderbreking als bedoeld in artikel 18 lid 7, vermeerderd met het eventuele bedrag dat dit lid in verband met zijn wedertoelating heeft moeten voldoen, een en ander mits vallende binnen de bedoelde periode van tien jaren;
c. voor de onder a bedoelde berekening worden de ambtshalve vastgestelde contributies als bedoeld in de laatste zin van artikel 18 lid 1 niet in aanmerking genomen;
d. ten aanzien van leden die ten tijde van het ontbindingsbesluit een beroep hebben ingesteld op de in artikel 7 lid 8 genoemde Onafhankelijke Beroepscommissie, geldt het volgende: deze commissie handelt terzake lopende procedures met bekwame spoed af. Haar uitspraak zal bepalend zijn voor de vraag of het betreffende lid alsnog in het liquidatiesaldo
e. geschorste leden delen in het liquidatiesaldo, tenzij de schorsing ten tijde van het liquidatiebesluit uitdrukkelijk is gevolgd door een besluit tot ontslag;
f. geen uitkering zal plaatsvinden aan een lid, indien en zolang dit uit hoofde van artikel 23 (uitspraak scheidsgerecht) financiële verplichtingen aan de ABU heeft.
3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
Reglementen
Artikel 26
De algemene ledenvergadering kan op voorstel (of met medewerking) van het bestuur één of meer reglementen vaststellen. Bepalingen in een zodanig reglement vinden geen toepassing, voorzover die toepassing in strijd is met de wet of deze statuten.
Onvoorziene gevallen
Artikel 27
In alle gevallen waarin de statuten één of meer reglementen of de wet niet voorzien, beslist de algemene ledenvergadering.
Van de gegeven volmacht blijkt uit een aan deze akte gehechte onderhandse akte van volmacht.
Huishoudelijk Reglement
Algemeen
Artikel 1
1. Het huishoudelijk reglement bevat bepalingen van aanvullende aard op de bepaling opgenomen in de statuten en voorzien derhalve in die zaken, ten aanzien waarvan de statuten niet of niet uitputtend voorzien.
2. Uitleg van dit huishoudelijk reglement dient te goeder trouw te geschieden. In alle gevallen waarin de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist de Algemene Ledenvergadering.
3. Bij conflicten over de uitleg van dit huishoudelijk reglement is de rechter te Amsterdam bevoegd.
4. Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op de dag van vaststelling daarvan door de Algemene Ledenvergadering van de ABU.
Lidmaatschap
Toetreding nieuwe leden
Artikel 2
1. Om tot het lidmaatschap te kunnen worden toegelaten, dient betrokkene:
a. ingeschreven te staan in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Indien een onderneming uit het buitenland zich bij de ABU meldt, kan hij aan het vereiste voldoen door een soortgelijk bewijs uit het land van herkomst te overleggen;
b. aangesloten te zijn bij SFT (Stichting Financiële Toetsing) - met ingang van 1 januari 2007 de Stichting Normering Arbeid - dan wel bij een andere organisatie die kan aantonen dat zij voldoet aan waarborgen die gelijkwaardig zijn aan de waarborgen die genoemde registers bieden;
c. geregistreerd te zijn bij SNF(Stichting Normering Flexwonen) dan wel bij een andere organisatie die kan aantonen dat zij voldoet aan waarborgen die gelijkwaardig zijn aan de waarborgen die genoemd register biedt, voor zover de betrokkene een inhouding doet op, of een verrekening doet met, het loon van enige uitzendkracht die niet permanent woonachtig is in Nederland ten behoeve van de huisvesting van deze uitzendkracht; of een overeenkomst is aangegaan met de uitzendkracht over het gebruik of de huur van de huisvesting;
d. een beleid vast te stellen, in te voeren en onderhouden gericht op het voorkomen van discriminatie*;
e1. tijdens een periode zonder algemeenverbindendverklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten aantoonbaar in staat te zijn de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Vaste Medewerkers van Uitzendondernemingen toe te kunnen passen, of;
e2. tijdens een periode waarin de CAO voor Uitzendkrachten algemeen verbindend verklaard is, aantoonbaar aan de kwaliteitseisen te voldoen m.b.t. de toepassing van de gedragsregels van de ABU, de toepassing van de door de ABU afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, zowel ten aanzien van uitzendkrachten als ten aanzien van vaste medewerkers, alsmede (overige) relevante wet- en regelgeving. Op basis van het door het bestuur vastgestelde screeningsdocument en de in de bijlage opgenomen beslisboom wordt het resultaat van de screening beoordeeld en wordt vastgesteld na welke termijn de volgende screening plaats zal vinden;
f. bovenstaande punten te laten controleren door een onafhankelijke certificerende instelling, die heeft aangetoond aan de door de ABU gestelde kwaliteitseisen te voldoen. De controle vindt in principe per lid plaats. Indien een onderneming aan de hiervoor gestelde voorwaarden voldoet, kan een audit op concernniveau worden uitgevoerd. De certificerende instelling zal van haar bevindingen rapport uitbrengen aan de ABU. De geldigheid van dit rapport bedraagt zes maanden. De controle geschiedt op kosten van betrokkene;
g. te voldoen aan de contributieverplichtingen.
2. Ondernemingen die betrokken zijn in een procedure bij de SNCU kunnen pas lid worden van de
3. Indien betrokkene tijdens de periode bedoeld onder d1 toetreedt, dient betrokkene zes maanden na toetreding tot het lidmaatschap zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek door een onafhankelijke certificerende instelling, die heeft aangetoond aan de door de ABU gestelde kwaliteitseisen te voldoen, op toepassing van de gedragsregels van de ABU, de door de ABU afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, zowel ten aanzien van uitzendkrachten als ten aanzien van vaste medewerkers, alsmede (overige) relevante wet- en regelgeving. Dit onderzoek geschiedt op kosten van betrokkene.
4. Indien een onderneming reeds lid is geweest van de ABU en binnen een jaar na het beëindigen van het lidmaatschap opnieuw tot het lidmaatschap toe wil treden, dient aan lid 1a, 1b, 1c, 1d2, 1e, 1f, lid 2 en lid 3 te worden voldaan.
* Het vereiste een beleid vast te stellen, in te voeren en onderhouden ter voorkoming van discriminatie treedt per 1 januari 2019 in werking (besluit Algemene Ledenvergadering 19 september 2018)
Verplichtingen lidmaatschap
Artikel 3
1. Het lid dient periodiek, namelijk met door het bestuur te bepalen tussenpozen, zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek van een certificerende instelling, die heeft aangetoond aan de door de ABU gestelde kwaliteitseisen te voldoen, met betrekking tot de in artikel 2 leden 1 tot en met 3 huishoudelijk reglement genoemde onderwerpen. Na daartoe een oproep namens de directeur van de ABU te hebben ontvangen, wendt het lid zich tot de certificerende instelling en stelt de nodige gegevens ter beschikking. De certificerende instelling rapporteert aan de directeur van de ABU. De directeur en de medewerkers van het secretariaat van de ABU betrachten geheimhouding ten aanzien van de inhoud van het rapport. Op basis van het door het bestuur vastgestelde screeningsdocument en de in de bijlage opgenomen beslisboom wordt het resultaat van de screening beoordeeld en wordt vastgesteld na welke termijn de volgende screening plaats zal vinden. De directeur kan, indien noodzakelijk, bepalen dat een tussentijdse periodieke screening uitgevoerd dient te worden. De onderzoeken genoemd in dit lid geschieden op kosten van de ABU.
2. Indien uit de beslisboom naar voren komt dat het resultaat van de screening onvoldoende is, kan de directeur beslissen dat het lid aanpassingen dient te plegen en dat het lid op een door de directeur te stellen termijn gelegenheid krijgt tot een aanvullend onderzoek. Dit onderzoek geschiedt op kosten van betrokkene. Wanneer de ABU binnen deze gestelde termijn geen positief screeningsrapport ontvangt, wordt niet aan de lidmaatschapseisen voldaan.
3. Het lid dient ingevolge een met de SFT - met ingang van 1 januari 2007 de Stichting Normering Arbeid - dan wel met een andere organisatie die kan aantonen dat zij voldoet aan waarborgen die gelijkwaardig zijn aan de waarborgen die SFT biedt, gesloten overeenkomst periodiek zijn betalingsgedrag, alsmede de naleving van de Wet Arbeid Vreemdelingen en de Wet op de Identificatieplicht te laten toetsen, in verband met tijdige en volledige voldoening door het lid van belastingen en premies voor sociale verzekeringen, zulks ter voorkoming van desbetreffende aansprakelijkheid van opdrachtgevers van het lid. Het niet aangaan van zodanige overeenkomst respectievelijk de beëindiging daarvan, dan wel het niet doen uitvoeren van respectievelijk het niet meewerken aan de te verrichten onderzoeken, een en ander op de daartoe bepaalde wijze en met de bepaalde frequentie, vormt grond tot opzegging op de voet van hetgeen in artikel 7 lid 5 van de statuten is bepaald, wegens het niet langer voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap.
4. Het lid dient op verzoek van het secretariaat, maar niet vaker dan één keer per jaar, cijfers inzake uitzenduren/omzet/aantal uitzendkrachten/vaste medewerkers aan te leveren. De directeur en de medewerkers van het secretariaat van de ABU betrachten een geheimhouding ten aanzien van de cijfers. De cijfers zullen naar buiten toe slechts worden gebruikt op een wijze dat zij niet herleidbaar zijn naar de individuele ondernemingen.
Schorsing
Artikel 4
1. Het bestuur kan een lid schorsen indien niet aan de lidmaatschapseisen wordt voldaan.
2. Schorsing van het lidmaatschap heeft tot gevolg dat het voor het desbetreffende lid tijdelijk niet is toegestaan de rechten, zoals het stemrecht en de profilering als ABU-lid, verbonden aan het lidmaatschap uit te oefenen. De contributie blijft verschuldigd.
3. Indien het lid heeft aangetoond aan alle eisen van het lidmaatschap te voldoen, zal het bestuur de schorsing opheffen.
Dienstverlening aan niet-leden
Artikel 5
1. De ABU kan tegen vergoeding diverse diensten leveren aan niet-leden. Het bestuur beslist welke diensten hiervoor in aanmerking komen.
2. Niet-leden waaraan dienstverlening wordt verleend, sluiten hiervoor een overeenkomst af met de ABU. In de overeenkomst is onder meer opgenomen welke diensten worden geleverd, hoe en wanneer de dienstverlening kan worden opgezegd en tegen welke vergoeding de diensten worden geleverd.
3. Indien een niet-lid, dat gebruikmaakt van de dienstverlening van de ABU, schade toebrengt aan de doelstellingen van de ABU, wordt de dienstverlening aan het niet-lid beëindigd.
Algemene Ledenvergadering
Artikel 6
1. Bij het binnentreden van de vergaderzaal vermelden de leden hun firmanaam en hoedanigheid op een presentielijst met vermelding tevens, welke persoon of personen namens het lid zijn verschenen. Deze persoon of personen tekenen de presentielijst.
2. De orde van de vergadering wordt door de voorzitter van de ABU bepaald.
3. Van het in elke vergadering verhandelde worden notulen gehouden, welke worden vastgesteld tijdens de volgende vergadering.
Bestuur
Bestuursverkiezing, periodiek aftreden, tussentijdse benoeming
Artikel 7
1. De secretaris is verplicht de leden ten minste drie dagen voor de dag, waarop de ledenvergadering wordt gehouden, de namen van de kandidaten bekend te maken. Stemmen bij verkiezingen, uitgebracht op leden die niet zijn kandidaat gesteld, zijn ongeldig.
2. Ieder jaar treden zoveel bestuurders ter gelegenheid van de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering periodiek af volgens een door het bestuur op te stellen rooster, dat in een tijdvak van drie jaar iedere bestuurder eenmaal is afgetreden. Een aftredend bestuurslid is onmiddellijk herkiesbaar, echter met dien verstande, dat een bestuurslid, dat ononderbroken gedurende zes jaren van het bestuur deel heeft uitgemaakt, na aftreden slechts als herkozen geldt, indien ten minste drie/vierde deel van de ter vergadering uitgebrachte stemmen op hem zijn uitgebracht. Xxxxx in eerste stemming aan die voorwaarde niet voldaan en zijn op een eventuele andere kandidaat minder dan vijftig procent van de geldige stemmen uitgebracht, dan vindt herstemming plaats met inachtneming van de gewone regels. Als regel van overgangsrecht geldt, dat het bepaalde in de twee vorige volzinnen wat betreft de aanvangstermijn van zes jaar eerst geldt met ingang van één januari negentienhonderd achtentachtig.
3. Een tussentijds benoemde bestuurder heeft zitting voor de tijd, die zijn voorganger nog te vervullen had.
Verloop van de vergadering
Artikel 8
1. Het bestuur vergadert onder voorzitterschap van de voorzitter casu quo een vice-voorzitter, zo dikwijls de voorzitter of twee van de bestuurders de overige bestuurders daartoe schriftelijk, per
fax of per e-mail oproepen, ter plaatse en op het tijdstip in de oproeping vermeld, alles tenzij het bestuur anders bepaalt.
2. Terzake van die vergadering en de besluitvorming daarin gelden de volgende bepalingen:
a. de orde van de vergadering wordt door de voorzitter bepaald;
b. alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen;
c. blanco stemmen of ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht beschouwd;
d. stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter anders bepaalt;
e. een bestuurder kan zich bij een vergadering slechts doen vertegenwoordigen door een medebestuurder, mits krachtens een schriftelijke of per fax verleende volmacht, tenzij de voorzitter een mondelinge of telefonische volmacht toelaat;
f. over onderwerpen, die niet in de oproeping zijn vermeld en waarvan de behandeling niet alsnog binnen een redelijke termijn is aangekondigd, kan niet worden besloten, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen in een bestuursvergadering, waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn;
g. van het in elke vergadering verhandelde worden notulen gehouden, welke worden vastgesteld tijdens de volgende vergadering;
h. besluitvorming van het bestuur kan ook buiten een vergadering geschieden, mits alle bestuurders schriftelijk, per fax of per e-mail hun stem voor het betrokken voorstel uitbrengen. Combinatie van een gedeeltelijk in en een gedeeltelijk buiten een vergadering genomen besluit is mogelijk.
Commissies Instellen en taak Artikel 9
1. Het bestuur heeft de bevoegdheid, indien de wenselijkheid daartoe mocht blijken, één of meer commissies in te stellen, waarvan de bevoegdheden nimmer verder zullen reiken dan het behartigen van gezamenlijke belangen, voorzover die niet door de ABU worden behartigd. Het bestuur kan deze bevoegdheid delegeren aan de directeur.
2. Commissies zijn verantwoording schuldig aan het bestuur. Zij zijn niet bevoegd tot het stellen van rechtshandelingen in of buiten de ABU, voorzover hun die bevoegdheid niet uitdrukkelijk in overeenstemming met deze statuten door organen van de ABU is verleend.
3. Commissies hebben tot taak het bestuur te informeren en adviseren over het specifieke werkterrein waarvoor de commissie is ingesteld.
Leden
Artikel 10
1. Aan de werkzaamheden van iedere commissie nemen vakinhoudelijke specialisten van de leden, en het ABU-secretariaat deel. Externe adviseurs kunnen deelnemen aan een commissie.
2. Leden worden benoemd door het bestuur. Het bestuur kan deze taak delegeren aan de directeur.
3. Per commissie kan een maximum aan leden worden gesteld.
4. Een commissielid treedt af, onverminderd het alsdan in de wet bepaalde, door bedanken, door het in kracht van gewijsde gaan van een rechterlijke uitspraak, waardoor hij de vrije beschikking over zijn vermogen verliest, door periodiek aftreden zonder herverkiezing, door vertrek bij de (natuurlijke of rechts-)persoon die aangesloten is bij de ABU, door overlijden of door ontslag, verleend door het bestuur.
Verloop van de vergadering
Artikel 11
1. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.
2. De orde van de vergadering wordt door de voorzitter bepaald.
3. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
4. Per commissie zal een regeling voor mogelijkheden tot vervanging worden vastgesteld.
Financiële verplichtingen leden
Contributie
Artikel 12
1. De contributieregeling tot en met 2018 is als volgt:
Schijf | Omzet vanaf (in euro’s) | Omzet t/m (in euro’s) | Contributie over deze schijf |
A | - | 1.420.000 | € 2.269 vast bedrag |
B | 1.420.001 | 3.400.000 | 1,6 ‰ |
C | 3.400.001 | 56.720.000 | 1,0 ‰ |
D | 56.720.001 | 90.760.000 | 0,75 ‰ |
E | 90.760.001 | 952.940.000 | 0,5 ‰ |
1b. Het contributiestelsel met ingang van 1 januari 2019 is als volgt:
Schijf | Omzet vanaf (in euro’s) | Omzet t/m (in euro’s) | Contributie over deze schijf |
A | - | 1.500.000 | € 2.000 vast bedrag |
B | 1.500.001 | 3.500.000 | 0,1250% |
C | 3.500.001 | 10.000.000 | 0,0750% |
D | 10.000.001 | 25.000.000 | 0,0700% |
E | 25.000.001 | 100.000.000 | 0,0650% |
F | 100.000.001 | 950.000.000 | 0,0375% |
2. Indien meerdere personen in welk verband dan ook gezamenlijk één bedrijf uitoefenen of in één organisatorisch gezamenlijk verband de activiteit bedrijven van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, zoals bedoeld in artikel 4 lid 4 van de Statuten, behoort het tot de verantwoordelijkheid van het lid om de ABU hier in het betreffende boekjaar van op de hoogte te brengen.
3. Ieder lid dient de contributie te voldoen op een bankrekening van de ABU, waarvan de bijlagen alleen ter inzage zullen zijn van de accountant en de penningmeester of de daartoe aangewezen functionaris van de ABU, welke terzake tot strikte geheimhouding gehouden zijn, ook tegenover het bestuur.
4. De omzetverklaring moet uiterlijk op 31 maart van het lopende boekjaar door de ABU zijn ontvangen.
5. Bij in gebreke blijven van het lid met zijn contributieverplichtingen stelt de daartoe aangewezen functionaris van de ABU de penningmeester hiervan op de hoogte, voorzover deze nog niet op de hoogte is, die onverwijld maatregelen zal treffen, om tot de onverwijlde incasso van de desbetreffende bijdrage te komen, respectievelijk indien dit onmogelijk is, het bestuur die maatregelen zal aanbevelen, die terzake het meest aangewezen lijken.
6. Indien gedurende het jaar twee ondernemingen fuseren, dan zal de contributie van dat lopende jaar als volgt worden vastgesteld: voor de periode vóór de fusie wordt de contributie per onderneming berekend op grond van de omzet van het voorgaande jaar. Voor de periode ná de fusie worden de omzetten van beide ondernemingen bij elkaar opgeteld en wordt de contributie voor de betreffende maanden berekend.
7. Indien gedurende het jaar twee ondernemingen fuseren, dan zal de contributie voor het jaar daarop worden vastgesteld aan de hand van het totaal van beide omzetverklaringen in het jaar van de fusie.
8. Voor nieuwe leden die in het voorgaande jaar geen omzet hebben gemaakt, wordt de contributie bepaald op basis van een schatting van de omzet van het lopende jaar. De onderneming verstrekt een door een accountant ondertekende omzetverklaring van dat lopende jaar, zodra de jaargegevens definitief zijn.
9. Nieuwe leden die voor 1 mei van enig jaar tot het lidmaatschap zijn toegetreden en nog niet over de definitieve omzetcijfers van het voorgaande jaar beschikken, kunnen volstaan met een schatting. Uiterlijk op 1 mei van het lopende jaar dient een door een accountant ondertekende omzetverklaring van het voorgaande jaar te worden verstrekt.