Contract
23 (2005) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2005 Nr. 117
A. TITEL
Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Helleense Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling; Xxxxxx/Xxx Xxxx, 0 mei/27 agustus 2004
B. TEKST1)
Agreement in the form of an exchange of letters on the taxation of savings income and the provisional application thereof
Nr. I
A. Letter from the Hellenic Republic Madam/Sir,
I have the honour to refer to the texts of respectively the ‘‘Conven- tion between the Kingdom of the Netherlands in respect of the Nether- lands Antilles and (Belgium, Austria and Luxembourg) concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments’’, the ‘‘Convention between the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles and (the EU Member State, other than Belgium, Austria and Luxembourg) concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments’’, the ‘‘Convention between the Kingdom of the Netherlands in respect of Aruba and (the EU Member State, other than Belgium, Austria and Luxembourg) concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest pay- ments ‘‘ and the ‘‘ Convention between the Kingdom of the Netherlands in respect of Aruba and (Belgium, Austria and Luxembourg) concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments’’, that resulted from the negotiations with the Netherlands Antilles and Aruba on a Savings Tax Agreement, and that were annexed, respectively as Xxxxx X, II, III and IV, to the Outcome of Proceedings of the High Level Working Party of the Council of Minis- ters of the European Union of 12 March (doc. 7660/04 FISC 68).
In view of the above mentioned texts I have the honour to propose to you the ‘‘Convention concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments’’ as contained in Appendix 1 to this letter, and our mutual undertaking to comply at the earliest possible date with our internal constitutional formalities for the entry into force of this Convention and to notify each other without delay when such formalities are completed.
1) De Griekse tekst is niet afgedrukt.
In de, door de EU opgestelde, Nederlandse tekst staat een aantal onvolkomenhe- den. Eventuele correcties worden in een volgend Tractatenblad opgenomen.
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden en de voorlopige toepassing ervan
Nr. I
A. Brief van de Helleense Republiek Mevrouw/Mijnheer,
Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten van, respectievelijk, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betref- fende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaar- gelden in de vorm van rentebetaling, de Overeenkomst tussen het Ko- ninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevens- uitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente- betaling en de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. Deze teksten, die het resultaat zijn van de onderhandelingen die met de Nederlandse Antillen en Aruba zijn ge- voerd over een overeenkomst inzake belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, zijn respectievelijk als bijlage I, II, III en IV toegevoegd aan het resultaat van de besprekingen van de Groep op hoog niveau van de Raad van Ministers van de Europese Unie van 12 maart (doc. 7660/04 FISC 68).
In het licht van de bovengenoemde teksten heb ik de eer u de Over- eenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkom- sten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling in aanhangsel 1 bij deze brief voor te stellen, en in overweging te geven dat wij er ons wederzijds toe verbinden zo spoedig mogelijk de interne grondwettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst te ver- vullen en elkaar onverwijld van de voltooiing daarvan in kennis te stel- len.
Pending the completion of these internal procedures and the entry into force of this ‘‘Convention concerning the automatic exchange of infor- mation regarding savings income in the form of interest payments’’, I have the honour to propose to you that the Hellenic Republic and the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles apply this Convention provisionally, within the framework of our respective domestic constitutional requirements, as from 1January2005, or the date of application of Council Directive 2003/48/EC of 3 June 2003 on taxa- tion of savings income in the form of interest payments, whichever is later.
I have the honour to propose that, if the above is acceptable to your Government, this letter and your confirmation shall together constitute an Agreement between the Hellenic Republic and the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles.
Please accept, Madam/Sir, the assurance of our highest consideration,
For the Hellenic Republic
DONE at Athens, on May 3, 2004, in the English language in three copies.
In afwachting van de voltooiing van deze interne procedures en van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, stel ik u voor dat de Helleense Republiek en het Konink- rijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen deze Overeenkomst, binnen de grenzen van onze respectieve binnenlandse grondwettelijke voorschriften, reeds voorlopig zouden toepassen vanaf 1 januari 2005 of vanaf het tijdstip waarop Richtlijn 2003/48/EEG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling wordt toegepast, indien dit tijdstip later valt.
Ik stel hierbij voor dat, indien het bovenstaande voor uw regering aan- vaardbaar is, deze brief en uw bevestiging tezamen een overeenkomst vormen tussen de Helleense Republiek en het Koninkrijk der Nederlan- den ten behoeve van de Nederlandse Antillen.
Hoogachtend,
Voor de Helleense Republiek
GEDAAN te Athene, op 3 mei 2004, in drie exemplaren.
Appendix
Convention between the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles and the Hellenic Republic concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments
Whereas:
1. Article 17(2) of Directive 2003/48/EEC (‘‘the Directive’’) of the Council of the European Union (‘‘the Council’’) on taxation of savings income provides that Member States shall adopt and publish the laws, regulations and administrative provisions necessary to comply with the Directive from January 1, 2005, provided that:
– the Swiss Confederation, the Principality of Liechtenstein, the Republic of San Xxxxxx, xxx Principality of Monaco and the Principality of Andorra from that same date apply measures equivalent to those contained in the Directive, in accordance with agreements entered into by them with the European Com- munity, following unanimous decisions of the Council;
– all agreements or other arrangements are in place, which provide that all the relevant dependent or associated territories apply from that date automatic exchange of information in the same manner as is provided for in Chapter II of the Directive, or, during the transitional period defined in Article 10, apply a with- holding tax on the same terms as are contained in Articles 11 and 12.
2. The Netherlands Antilles are not within the EU fiscal territory but are, for purposes of the Directive, an EU associated territory and as such are not bound by the terms of the Directive. However, the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles, on the basis of an agreement between the Netherlands Antilles and the Netherlands, is xxx- xxxx to enter into agreements with the Member States of the EU to apply from January 1, 2005, a withholding tax on the same terms as are con- tained in Articles 11 and 12 of the Directive during the transitional period defined in Article 10 thereof, and, after expiration of the transi- tional period, to apply automatic exchange of information in the same manner as is provided for in Chapter II of the Directive.
3. The agreement between the Netherlands Antilles and the Nether- lands, as stated in the previous paragraph, is contingent on the adoption by all the Member States of the laws, regulations and administrative pro- visions necessary to comply with the Directive, and on the requirements of Article 17 of the Directive being met.
Aanhangsel
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Helleense Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling
Overwegende hetgeen volgt:
1. Artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2003/48/EG (hierna genoemd ,,de richtlijn’’) van de Raad van de Europese Unie (hierna genoemd ,,de Raad’’) betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling bepaalt dat de lidstaten de wettelijke en bestuurs- rechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken die nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijn, waarvan de bepalingen vanaf 1 januari 2005 worden toegepast mits:
– de Zwitserse Bondsstaat, het Vorstendom Liechtenstein, de Re- publiek San Xxxxxx, het Vorstendom Monaco en het Vorstendom Andorra vanaf diezelfde datum maatregelen toepassen die gelijk- waardig zijn aan de maatregelen waarin de richtlijn voorziet, zulks overeenkomstig de overeenkomsten die zij met de Europese Ge- meenschap hebben gesloten na met eenparigheid van stemmen genomen besluiten van de Raad;
– alle overeenkomsten of andere regelingen van kracht zijn waarin wordt bepaald dat alle betrokken afhankelijke of geassocieerde gebieden vanaf die datum automatische gegevensuitwisseling toe- passen zoals voorgeschreven in hoofdstuk II van de richtlijn (of tij- dens de in artikel 10 bepaalde overgangsperiode een bronbelasting toepassen die strookt met de in artikelen 11 en 12 vervatte voor- waarden).
2. De Nederlandse Antillen liggen niet in het belastinggebied van de Europese Unie maar zijn voor de toepassing van de richtlijn een met de Europese Unie geassocieerd gebied en als zodanig niet aan het bepaalde in de richtlijn gebonden. Het Koninkrijk der Nederlanden is evenwel bereid om ten behoeve van de Nederlandse Antillen, op basis van een overeenkomst tussen de Nederlandse Antillen en Nederland, met de lid- staten van de Europese Unie overeenkomsten te sluiten, houdende dat vanaf 1 januari 2005 tijdens de in artikel 10 van de richtlijn vastgestelde overgangsperiode een bronbelasting wordt toegepast die strookt met de in artikelen 11 en 12 van de richtlijn vervatte voorwaarden en na het ver- strijken van de overgangsperiode automatische gegevensuitwisseling wordt toegepast zoals voorgeschreven in hoofdstuk II van de richtlijn.
3. De in het vorige punt bedoelde overeenkomst tussen de Neder- landse Antillen en Nederland geldt op voorwaarde dat de lidstaten de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen hebben vastgesteld die no- dig zijn om te voldoen aan de richtlijn en dat aan de voorschriften van artikel 17 van de richtlijn is voldaan.
4. Through this Convention, the Netherlands Antilles agrees to apply the provisions of the Directive, subject to what is otherwise agreed herein, in regard of Beneficial Owners that are residents of the Hellenic Republic and the Hellenic Republic agrees to apply the Directive in regard to Beneficial Owners that are residents of the Netherlands Antilles.
The Government of the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles and the Government of the Hellenic Republic, desi- ring to conclude a Convention which enables savings income in the form of Interest Payments made in one of the Contracting States to Beneficial Owners who are individuals resident in the other Contracting State, to be made subject to effective taxation in accordance with the laws of the latter Contracting State, in conformity with the Directive and with the intentions of the Contracting States as laid down herein above, have agreed as follows:
Article 1
General Scope
1. This Convention shall apply to interest paid by a Paying Agent established within the territory of one of the Contracting States with a view to enable savings income in the form of Interest Payments made in one Contracting State to Beneficial Owners who are individuals resi- dent for tax purposes in the other Contracting State to be made subject to effective taxation in accordance with the laws of the latter Contrac- ting State.
2. The scope of this Convention shall be limited to taxation of savings income in the form of Interest Payments on debt claims, to the exclusion, inter alia, of the issues relating to the taxation of pension and insurance benefits.
3. As regards the Kingdom of the Netherlands, this Agreement shall apply only to the Netherlands Antilles.
Article 2
Definitions
1. For the purposes of this Convention, unless the context otherwise requires:
4. Door middel van de onderhavige overeenkomst stemmen de Ne- derlandse Antillen ermee in de bepalingen van de richtlijn met betrek- king tot uiteindelijk gerechtigden met woonplaats in de Helleense Repu- bliek toe te passen, onverminderd hetgeen overigens hierin is bepaald, en de Helleense Republiek stemt ermee in de richtlijn toe te passen met betrekking tot uiteindelijk gerechtigden met woonplaats in de Neder- landse Antillen.
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Regering van de Helleense Republiek, geleid door de wens een overeenkomst te sluiten die het mogelijk maakt dat inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling die in een van de overeenkomstsluitende staten worden verricht aan uiteindelijk gerechtigden die een natuurlijke persoon zijn en hun woonplaats in de andere overeenkomstsluitende staat hebben, effectief worden belast over- eenkomstig het recht van laatstgenoemde overeenkomstsluitende staat, in overeenstemming met de richtlijn en met de hierboven door de overeenkomstsluitende staten geuite voornemens, zijn het volgende over- eengekomen:
Artikel 1
Toepassingsgebied
1. Deze overeenkomst is van toepassing op rentebetalingen die door een op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende staten gevestigde uitbetalende instantie worden verricht met als doel het moge- lijk te maken dat inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente- betalingen welke in een overeenkomstsluitende staat worden verricht aan uiteindelijk gerechtigden die een natuurlijke persoon zijn en hun woonplaats in de andere overeenkomstsluitende staat hebben, effectief worden belast overeenkomstig het nationale recht van de laatstgenoemde overeenkomstsluitende staat.
2. De werkingssfeer van deze overeenkomst is beperkt tot belasting- heffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente uit hoofde van schuldvorderingen; vraagstukken in verband met de fiscale behan- deling van, onder meer, pensioenen en verzekeringsuitkeringen vallen buiten de werkingssfeer van deze overeenkomst.
3. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt deze overeen- komst alleen voor de Nederlandse Antillen.
Artikel 2
Definities
1. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt, tenzij de con- text anders vereist, verstaan onder:
a) The terms ‘‘a Contracting State’’ and ‘‘the other Contracting State’’ mean the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles or the Hellenic Republic as the context requires;
b) The Netherlands Antilles mean that part of the Kingdom of the Netherlands that is situated in the Caribbean area and consists of the Island territories of Bonaire, Curac¸ao, Saba, St. Eustatius and the Dutch part of St. Xxxxxxx;
c) The ‘‘contracting party’’ being a Member State of the European Union means: the Hellenic Republic;
d) The term ‘‘Directive’’ means Directive 2003/48/EC of the Coun- cil of the European Union of 3 June 2003 on taxation of savings income in the form of interest payments, as applicable at the date of signing this Convention;
e) the term ‘‘Beneficial Owner(s)’’ means the beneficial owner(s) according to Article 2 of the Directive;
f) the term ‘‘Paying Agent(s)’’ means the paying agent(s) according to Article 4 of the Directive;
g) the term ‘‘Competent Authority’’ means:
(i) In the case of the Netherlands Antilles: the Minister of Finance or his authorised representative.
(ii) In the case of the Hellenic Republic: the competent authority of that State according to Article 5 of the Directive.
h) the term ‘‘Interest Payment(s)’’ means the interest payment(s) according to Article 6, due account being taken of Article 15, of the Directive;
i) Any term not otherwise defined herein shall have the meaning given to it in the Directive.
2. For the purposes of this Convention, in the provisions of the Direc- tive to which this Convention refers, instead of ‘‘Member States’’ has to be read: Contracting States.
Article 3
Identity and residence of beneficial owners
Each Contracting State shall, within its territory, adopt and ensure the application of the procedures necessary to allow the Paying Agent to identify the Beneficial Owners and their residence for the purpose of the Articles 4 to 6. These procedures shall comply with the minimum stan- dards established in Article 3, paragraph 2 and 3 of the Directive, with the provision, that, in regard to the Netherlands Antilles, in relation to subparagraphs 2.a) and 3.a) of that Article, the identity and residence of the Beneficial Owner shall be established on the basis of the information which is available to the Paying Agent by virtue of the application of the relevant provisions of Netherlands Antilles law and regulations. Xxxx- ver, existing exemptions or dispensations, if any, provided on request to Beneficial Owners resident in the Hellenic Republic under these provi-
a. ’’een overeenkomstsluitende staat’’ en ,,de andere overeenkomst- sluitende staat’’: het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen of de Helleense Republiek, naargelang de context;
b. ,,de Nederlandse Antillen’’: het gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden dat in het Caribische gebied is gelegen en bestaat uit de eilandgebieden Bonaire, Curac¸ao, Saba, Sint-Eustatius en het Neder- landse deel van Sint-Maarten;
c. de overeenkomstsluitende staat zijnde lidstaat van de Europese Unie is: de Helleense Republiek;
d. ,,xxxxxxxxx’’: Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, zoals van toepassing op de datum van ondertekening van deze overeenkomst;
e. ,,uiteindelijk gerechtigde(n)’’: uiteindelijk gerechtigde(n) in de zin van artikel 2 van de richtlijn;
f. ,,uitbetalende instantie(s)’’: uitbetalende instantie(s) in de zin van artikel 4 van de richtlijn;
g. ,,bevoegde autoriteit’’:
i. in het geval van de Nederlandse Antillen: de minister van Finan- ciën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
ii. in het geval van de Helleense Republiek: de bevoegde autoriteit van die staat in de zin van artikel 5 van de richtlijn;
h. ,,rentebetaling(en)’’: rentebetaling(en) in de zin van artikel 6 van de richtlijn, met inachtneming van artikel 15 van de richtlijn;
i. aan niet anderszins omschreven termen wordt de betekenis ge- hecht die in de richtlijn daaraan wordt gegeven.
2. Voor de toepassing van de overeenkomst wordt in de bepalingen van de richtlijn waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen in plaats van ,,lidstaten’’ gelezen: overeenkomstsluitende staten.
Artikel 3
Identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde
Voor de toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 bepaalt elke overeenkomstsluitende staat de procedures die nodig zijn om de uit- betalende instantie in staat te stellen de identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde vast te stellen en draagt zorg voor de toepassing van deze procedures binnen zijn grondgebied. Deze procedures voldoen aan de minimumnormen van artikel 3, leden 2 en 3, van de richtlijn, met dien verstande dat, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, wat betreft het bepaalde in lid 2, onder a), en in lid 3, onder a), de identiteit en de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde worden vastgesteld op grond van de informatie waarover de uitbetalende instantie krachtens de toe- passing van de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalin- gen van de Nederlandse Antillen beschikt. De bestaande vrijstellingen of
sions shall cease to apply and no further exemptions or dispensations of this nature shall be provided to such Beneficial Owners.
Article 4
Automatic exchange of information
1. The Competent Authority of the Contracting State where the Paying Agent is established, shall communicate the information referred to in Article 8 of the Directive to the Competent Authority of the other Con- tracting State of residence of the Beneficial Owner.
2. The communication of information shall be automatic and shall take place at least once a year, within six months following the end of the tax year of the Contracting State of the Paying Agent, for all Interest Payments made during that year.
3. Information exchange under this Convention shall be treated by the Contracting States in a manner consistent with the provisions of Article 7 of Directive 77/799/EEC.
Article 5
Transitional provisions
1. During the transitional period referred to in Article 10 of the Direc- tive, where the Beneficial Owner is resident in the Hellenic Republic and the Paying Agent is resident in the Netherlands Antilles, the Netherlands Antilles shall levy a withholding tax on Interest Payments at a rate of 15% during the first three years of the transitional period, 20% for the subsequent three years and 35% thereafter. During this period, the Netherlands Antilles shall not be required to apply the provisions of Arti- cle 4. It shall, however, receive information from the Hellenic Republic in accordance with that Article.
2. The Paying Agent shall levy the withholding tax in the manner as described in Article 11, paragraphs 2 and 3 of the Directive.
3. The imposition of withholding tax by the Netherlands Antilles shall not preclude the Hellenic Republic from taxing the income in accordance with its national law.
4. During the transitional period, the Netherlands Antilles may pro- vide that an economic operator paying interest to, or securing interest for, an entity referred to in Article 4, paragraph 2, of the Directive, esta- blished in the Hellenic Republic shall be considered the Paying Agent
ontheffingen die in voorkomend geval op verzoek aan uiteindelijk ge- rechtigden met woonplaats in de Helleense Republiek zijn verleend, zijn evenwel niet langer van toepassing en aan die uiteindelijk gerechtigden worden geen verdere vrijstellingen of ontheffingen van dien aard ver- leend.
Artikel 4
Automatische gegevensuitwisseling
1. De bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende staat van de uitbetalende instantie verstrekt de in artikel 8 van de richtlijn bedoelde gegevens aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomst- sluitende staat waar de uiteindelijk gerechtigde zijn woonplaats heeft.
2. De gegevensverstrekking gebeurt automatisch en ten minste een- maal per jaar, binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar van de overeenkomstsluitende staat van de uitbetalende instantie, voor alle gedurende dat jaar verrichte rentebetalingen.
3. De overeenkomstsluitende staten behandelen de gegevens- uitwisseling uit hoofde van deze overeenkomst op een wijze die strookt met het bepaalde in artikel 7 van Richtlijn 77/799/EEG.
Artikel 5
Overgangsbepalingen
1. Indien de uiteindelijk gerechtigde van de rente woonachtig is in de Helleense Republiek en de uitbetalende instantie in de Nederlandse Antillen is gevestigd, heffen de Nederlandse Antillen gedurende de in artikel 10 van de richtlijn bedoelde overgangsperiode bronbelasting, ge- durende de eerste drie jaar van de overgangsperiode tegen een tarief van 15%, gedurende de volgende drie jaar tegen een tarief van 20%, en daarna tegen een tarief van 35%. Gedurende deze periode zijn de Neder- landse Antillen niet gehouden de bepalingen van artikel 4 toe te passen. De Nederlandse Antillen ontvangen echter gegevens van de Helleense Republiek overeenkomstig dat artikel.
2. De uitbetalende instantie houdt de bronbelasting in op de wijze als omschreven in artikel 11, leden 2 en 3, van de richtlijn.
3. Het opleggen van bronbelasting door de Nederlandse Antillen belet de Helleense Republiek niet de inkomsten te belasten overeenkomstig het nationale recht van de Helleense Republiek.
4. Tijdens de overgangsperiode kunnen de Nederlandse Antillen be- palen dat een marktdeelnemer die rente uitbetaalt of een rentebetaling bewerkstelligt voor een in de Helleense Republiek gevestigde entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn, wordt aangemerkt als de uit-
in place of the entity and shall levy the withholding tax on that interest, unless the entity has formally agreed to its name, address and the total amount of interest paid to it or secured for it being communicated in accordance with the last subparagraph of that paragraph.
5. At the end of the transitional period, the Netherlands Antilles shall be required to apply the provisions of Article 4 and shall cease to apply the withholding tax and the revenue sharing provided for in Article 5 and Article 6. If, during the transitional period, the Netherlands Antilles elects to apply the provisions of Article 4, it shall no longer apply the withholding tax and the revenue sharing provided for in Article 5 and Article 6.
Article 6
Revenue sharing
1. The Netherlands Antilles shall retain 25% of the revenue of the withholding tax mentioned in Article 5, paragraph 1, and transfer 75% of the revenue to the Hellenic Republic.
2. If the Netherlands Antilles levies withholding tax in accordance with Article 5, paragraph 4, the Netherlands Antilles shall retain 25% of the revenue and transfer 75% to the Hellenic Republic of the revenue of the withholding tax levied on interest payments made to entities refer- red to in Article 4, paragraph 2, of the Directive, established in the Hel- lenic Republic.
3. Such transfers shall take place at the latest within a period of six months following the end of the tax year of the Netherlands Antilles.
4. The Netherlands Antilles shall take the necessary measures to ensure the proper functioning of this revenue-sharing system.
Article 7
Exceptions to the withholding procedure
1. The Netherlands Antilles shall provide for one or both of the pro- cedures of Article 13, paragraph 1, of the Directive in order to ensure that the Beneficial Owners may request that no tax be withheld.
2. At the request of the Beneficial Owner, the Competent Authority of his Contracting State of residence for tax purposes shall issue a cer- tificate in accordance with Article 13, paragraph 2, of the Directive.
betalende instantie in plaats van de entiteit, en heft hij de bronbelasting op die rente, tenzij de entiteit formeel heeft aanvaard dat haar naam en adres alsmede het totale bedrag van de rentebetaling die aan haar is ver- richt of voor haar is bewerkstelligd, worden meegedeeld overeenkom- stig de laatste alinea van artikel 4, lid 2.
5. Aan het einde van de overgangsperiode zullen de Nederlandse Antillen worden gevraagd de bepalingen van artikel 4 toe te passen en zullen de Nederlandse Antillen niet langer bronbelasting en verdeling van belastingopbrengsten als bedoeld in de artikelen 5 en 6 toepassen. Als de Nederlandse Antillen er tijdens de overgangsperiode voor kiest de bepalingen van artikel 4 toe te passen, zullen zij niet langer bronbe- lasting en verdeling van belastingopbrengsten als bedoeld in de artike- len 5 en 6 toepassen.
Artikel 6
Verdeling van belastingopbrengsten
1. De Nederlandse Antillen behouden 25% van de opbrengsten van de bronbelasting als bedoeld in artikel 5, lid 1, en dragen 75% van de opbrengsten over aan de Helleense Republiek.
2. Indien de Nederlandse Antillen overeenkomstig artikel 5, lid 4, bronbelasting heffen, behouden zij 25% van de opbrengsten van de bron- belasting geheven op rentebetalingen aan in de Helleense Republiek gevestigde entiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn en dragen 75% over aan de Helleense Republiek.
3. Die overdrachten vinden uiterlijk plaats in de zes maanden vol- gende op het eind van het belastingjaar van de Nederlandse Antillen.
4. De Nederlandse Antillen treffen de maatregelen die nodig zijn om het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct te doen functioneren.
Artikel 7
Uitzonderingen op de procedure van bronbelasting
1. De Nederlandse Antillen voorzien in één van beide of beide pro- cedures van artikel 13, lid 1, van de richtlijn om te verzekeren dat uit- eindelijk gerechtigden een verzoek kunnen indienen tot het niet-inhouden van bronbelasting.
2. Op verzoek van de uiteindelijk gerechtigde geeft de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende staat waar deze zijn fiscale woonplaats heeft een verklaring af overeenkomstig artikel 13, lid 2, van de richtlijn.
Article 8
Elimination of double taxation
The Hellenic Republic shall ensure the elimination of any double taxation which might result from the imposition of the withholding tax referred to in Article 5, in accordance with the provisions of Article 14, paragraphs 2 and 3, of the Directive or will provide a refund of the wit- hholding tax.
Article 9
Other withholding taxes
The Convention shall not preclude the Contracting States from le- vying other types of withholding tax than that referred to in Article 5 in accordance with their national laws or double-taxation conventions.
Article 10
Transposition
Before 1 January 2005 the Contracting States shall adopt and publish the laws, regulations and administrative provisions necessary to comply with this Convention.
Article 11
Annex
The texts of the Directive and of Article 7 of Directive 77/799/EEC of the Council of the European Union of 19 December, 1977 concerning mutual assistance by the competent authorities of the Member States in the field of direct and indirect taxation, as applicable at the date of sig- ning this Convention and to which this Convention refers, are appended as an Annex to, and form an integral part of, this Convention. The text of Article 7 of Directive 77/799/EEC in this Annex shall be replaced by the text of the said Article in the revised Directive 77/799/EEC if this revised Directive enters into force before the date from which the pro- visions of this Convention shall take effect.
Article 12
Entry Into Force
This Convention shall enter into force on the thirtieth day after the latter of the dates on which the respective Governments have notified
Artikel 8
Voorkomen van dubbele belasting
De Helleense Republiek zorgt ervoor dat het heffen van bronbelasting als bedoeld in artikel 5 niet leidt tot dubbele belasting, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, leden 2 en 3, van de richtlijn, of zorgt voor restitutie van de bronbelasting.
Artikel 9
Andere bronbelastingen
De overeenkomst belet de overeenkomstsluitende staten niet om, naast de bronbelasting als bedoeld in artikel 5, overeenkomstig hun nationale wetten en verdragen tot voorkoming van dubbele belasting, ook andere bronbelastingen te heffen.
Artikel 10
Omzetting
De overeenkomstsluitende staten dienen vóór 1 januari 2005 de wet- telijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze overeenkomst te voldoen.
Artikel 11
Bijlage
De teksten van de richtlijn* en van artikel 7 van Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en indirecte belastingen, zoals die van toepassing zijn op de datum van ondertekening van deze overeenkomst en waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen, zijn als bijlage aan deze overeenkomst gehecht en maken integraal deel daarvan uit. De tekst van artikel 7 van Xxxxxxxxx 77/799/EEG in deze bijlage wordt vervangen door de tekst van dat artikel in de gewijzigde Richtlijn 77/799/EEG indien deze gewij- zigde richtlijn in werking treedt vóór de datum waarop de bepalingen van deze overeenkomst van kracht worden.
Artikel 12
Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking op de dertigste dag na de laat- ste van de data waarop de respectieve regeringen elkaar er van in ken-
* Niet afgedrukt, zie rubriek J voor verwijzing.
each other in writing that the formalities constitutionally required in their respective States have been complied with, and its provisions shall have effect from the date from which the Directive is applicable accor- ding to Article 17, paragraphs 2 and 3, of the Directive.
Article 13
Termination
This Convention shall remain in force until terminated by one of the Contracting States. Either State may terminate the Convention, through diplomatic channels, by giving notice of termination at least six months before the end of any calendar year after the expiration of a period of three years from the date of its entry into force. In such event the Con- vention shall cease to have effect for periods beginning after the end of the calendar year in which the notice of termination has been given.
DONE in the Greek, English and Dutch languages all texts being equally authentic. In case there is any divergence of interpretation bet- ween the different language versions of the texts, the English text shall prevail.
For the Hellenic Republic
For the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles
E. T. M. DE LANNOOY
nis hebben gesteld dat de in hun respectieve staten voorgeschreven grondwettelijke formaliteiten zijn vervuld en de bepalingen ervan vin- den toepassing op de datum vanaf welke de richtlijn overeenkomstig artikel 17, leden 2 en 3, van de richtlijn van toepassing is.
Artikel 13
Beëindiging
Deze overeenkomst blijft van kracht totdat zij door een van beide overeenkomstsluitende staten wordt beëindigd. Elke overeenkomst- sluitende staat kan de overeenkomst langs diplomatieke weg beëindigen door ten minste zes maanden voor het einde van enig kalenderjaar na het verstrijken van een tijdvak van drie jaar na de datum van inwerking- treding van de overeenkomst kennis te geven van beëindiging. In dat geval houdt de overeenkomst op van toepassing te zijn voor tijdvakken die aanvangen na het einde van het kalenderjaar waarin de kennisgeving van beëindiging is gegeven.
Deze overeenkomst is opgesteld in de Griekse, de Engelse en de Nederlandse taal, alle teksten zijnde gelijkelijk authentiek. In geval van verschil van interpretatie tussen de teksten in de verschillende talen, is de Engelse tekst doorslaggevend.
Voor de Helleense Republiek
Voor het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen
E. T. M. DE LANNOOY
Annex
Article 7
Provisions relating to secrecy
1. All information made known to a Member State under this Direc- tive shall be kept secret in that State in the same manner as information received under its national legislation. In any case, such information:
– may be made available only to the persons directly involved in the assessment of the tax or in the administrative control of this assessment,
– may be made known only in connection with judicial proceedings or administrative proceedings involving sanctions undertaken with a view to, or relating to, the making or reviewing the tax assessment and only to persons who are directly involved in such proceedings; such information may, however, be disclosed during public hearings or in jud- gements if the competent authority of the Member State supplying the information raises no objection at the time when it first supplies the information,
– shall in no circumstances be used other than for taxation purposes or in connection with judicial proceedings or administrative proceedings involving sanctions undertaken with a view to, or in relation to, the making or reviewing of the tax assessment.
In addition, Member States may provide for the information referred to in the first subparagraph to be used for assessment of other levies, duties and taxes covered by Article 2 of Directive 76/308/EEC.
2. Paragraph 1 shall not oblige a Member State whose legislation or administrative practice lays down, for domestic purposes, narrower li- mits than those contained in the provisions of that paragraph, to provide information if the State concerned does not undertake to respect those narrower limits.
3. Notwithstanding paragraph 1, the competent authorities of the Member State providing the information may permit it to be used for other purposes in the requesting State, if, under the legislation of the informing State, the information could, in similar circumstances, be used in the informing State for similar purposes.
4. Where a competent authority of a Member State considers that information which it has received from the competent authority of
Bijlage
Artikel 7
Geheimhouding
1. Alle inlichtingen waarover een lidstaat uit hoofde van deze richt- lijn beschikt, worden in deze lidstaat geheim gehouden op dezelfde wijze als geschiedt met de gegevens die deze lidstaat verkrijgt uit hoofde van de eigen nationale wetgeving. Hoe dan ook mogen deze inlichtin- gen:
– alleen aan die personen ter kennis worden gebracht die bij de vast- stelling van de belastingschuld of bij de administratieve controle in ver- band met de vaststelling van de belastingschuld rechtstreeks betrokken zijn,
– alleen worden onthuld in gerechtelijke procedures of in procedures waarbij administratieve sancties worden toegepast, ingesteld met het oog op of in verband met de vaststelling van of de controle inzake de vast- stelling van de belastingschuld, en alleen aan die personen die recht- streeks bij deze procedures betrokken zijn; deze inlichtingen mogen ech- ter tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken worden vermeld, indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de inlichtin- gen verstrekt, daar geen bezwaar tegen maakt op het moment dat zij de inlichtingen in eerste instantie verstrekt,
– in geen geval worden gebruikt voor andere doeleinden dan fiscale doeleinden of gerechtelijke procedures of procedures waarbij admini- stratieve sancties worden toegepast, ingesteld met het oog op of in ver- band met de vaststelling van of de controle inzake de vaststelling van de belastingschuld.
Bovendien kan door de lidstaten worden bepaald dat de in de eerste alinea bedoelde inlichtingen mogen worden gebruikt om andere heffin- gen, rechten en belastingen vast te stellen die vallen onder artikel 2 van Richtlijn 76/308/EEG.
2. Het bepaalde in lid 1 houdt niet in dat een Lid-Staat waarvan de wetgeving of de administratieve praktijk voor nationale doeleinden verdergaande beperkingen bevatten dan die welke in dit lid zijn vervat, gehouden is tot het verstrekken van inlichtingen indien de Staat waar- voor deze zijn bestemd, zich niet verbindt deze verdergaande beperkin- gen in acht te nemen.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de bevoegde autoriteit van de inlichtingen verstrekkende Lid-Staat toestaan dat in de Lid-Staat die de inlichtingen ontvangt, deze ook voor andere doeleinden worden gebruikt, indien de wetgeving van de inlichtingen verstrekkende Lid- Staat in het eigen land een gelijksoortig gebruik onder overeenkomstige omstandigheden toestaat.
4. Wanneer de bevoegde autoriteit van een Lid-Staat van mening is dat de inlichtingen die zij van de bevoegde autoriteit van een andere Lid-
another Member State is likely to be useful to the competent authority of a third Member State, it may transmit it to the latter competent autho- rity with the agreement of the competent authority which supplied the information.
Staat heeft ontvangen, van nut kunnen zijn voor de bevoegde autoriteit van een derde Lid-Staat, kan zij de betrokken inlichtingen met toestem- ming van de bevoegde autoriteit die de inlichtingen heeft verstrekt, door- geven aan de bevoegde autoriteit van laatstbedoelde Lid-Staat.
Nr. II
B. Letter from the Netherlands Antilles ‘‘Sir,
I have the honour to acknowledge receipt of your letter of today’s date, which reads as follows:
’’ Sir,
I have the honour to refer to the texts of respectively the ‘‘Con- vention between the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles and (Belgium, Austria and Luxembourg) con- cerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments’’, the ‘‘Convention bet- ween the Kingdom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles and (the EU Member State, other than Belgium, Austria and Luxembourg) concerning the automatic exchange of informa- tion regarding savings income in the form of interest payments’’, the ‘‘Convention between the Kingdom of the Netherlands in res- pect of Aruba and (the EU Member State, other than Belgium, Austria and Luxembourg) concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest pay- ments’’ and the ‘‘Convention between the Kingdom of the Nether- lands in respect of Aruba and (Belgium, Austria and Luxembourg) concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments’’, that resulted from the negotiations with the Netherlands Antilles and Aruba on a Savings Tax Agreement, and that were annexed, respectively as Xxxxx X, II, III and IV, to the Outcome of Proceedings of the High Level Working Party of the Council of Ministers of the European Union of 12 March (doc. 7660/04 FISC 68).
In view of the above mentioned texts I have the honour to propose to you the ‘‘Convention concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest pay- ments’’ as contained in Appendix 1 to this letter, and our mutual undertaking to comply at the earliest possible date with our inter- nal constitutional formalities for the entry into force of this Con- vention and to notify each other without delay when such forma- lities are completed.
Pending the completion of these internal procedures and the entry into force of this ‘‘Convention concerning the automatic exchange of information regarding savings income in the form of interest payments’’, I have the honour to propose to you that the Hellenic Republic and the Kingdom of the Netherlands in respect of the
Nr. II
B. Brief van de Nederlandse Xxxxxxxx Xxxxxxxx,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:
,,Mijnheer,
Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten van, respectievelijk, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Neder- landse Antillen en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, de Over- eenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxem- burg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake in- komsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en de Over- eenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betreffende automa- tische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. Deze teksten, die het resultaat zijn van de onderhandelingen die met de Nederlandse Antillen en Aruba zijn gevoerd over een overeenkomst inzake belastingheffing op inkom- sten uit spaargelden, zijn respectievelijk als bijlage I, II, III en IV toegevoegd aan het resultaat van de besprekingen van de Groep op hoog niveau van de Raad van Ministers van de Europese Unie van 12 maart (doc. 7660/04 FISC 68).
In het licht van de bovengenoemde teksten heb ik de eer u de Over-
eenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling in aan- hangsel 1 bij deze brief voor te stellen, en in overweging te geven dat wij er ons wederzijds toe verbinden zo spoedig mogelijk de interne grondwettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst te vervullen en elkaar onverwijld van de vol- tooiing daarvan in kennis te stellen.
In afwachting van de voltooiing van deze interne procedures en van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst betreffende auto- matische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, stel ik u voor dat de Helleense Repu- bliek en het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de
Netherlands Antilles apply this Convention provisionally, within the framework of our respective domestic constitutional require- ments, as from 1January2005, or the date of application of Coun- cil Directive 2003/48/EC of 3 June 2003 on taxation of savings income in the form of interest payments, whichever is later.
I have the honour to propose that, if the above is acceptable to your Government, this letter and your confirmation shall together con- stitute an Agreement between the Hellenic Republic and xxx Xxxx- dom of the Netherlands in respect of the Netherlands Antilles.
Please accept, Sir, the assurance of our highest consideration,’’
I am able to confirm that the Netherlands Antilles is in agreement with the contents of your letter.
Please accept, Sir, the assurance of my highest consideration,
For the Netherlands Antilles
E. T. M. DE LANNOOY
DONE at The Hague, on 27 August 2004, in the English language in three copies.
Nederlandse Antillen deze Overeenkomst, binnen de grenzen van onze respectieve binnenlandse grondwettelijke voorschriften, reeds voorlopig zouden toepassen vanaf 1 januari 2005 of vanaf het tijd- stip waarop Xxxxxxxxx 2003/48/EEG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling wordt toegepast, indien dit tijdstip later valt.
Ik stel hierbij voor dat, indien het bovenstaande voor uw regering aanvaardbaar is, deze brief en uw bevestiging tezamen een over- eenkomst vormen tussen de Helleense Republiek en het Konink- rijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen.
Hoogachtend,’’
Ik heb de eer u te bevestigen dat de inhoud van deze brief voor de Nederlandse Antillen aanvaardbaar is.
Hoogachtend,
Voor de Nederlandse Antillen
E. T. M. DE LANNOOY
GEDAAN te Den Haag, op 27 augustus 2004, in drie exemplaren.
D. PARLEMENT
De in de brieven vervatte overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de in de brieven vervatte overeenkomst kan worden gebonden.
F. VOORLOPIGE TOEPASSING
De bepalingen van de in brieven vervatte overeenkomst worden, inge- volge de op één na laatste alinea van brief Nr. I respectievelijk de laat- ste alinea van brief Nr. II, en de inwerkingtreding op 1 juli 2005 van de in rubriek J hieronder genoemde Richtlijn 2003/48/EEG, vanaf die datum voorlopig toegepast.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de in brieven ver- vatte overeenkomst ingevolge artikel 1, derde lid, van de overeenkomst, alleen voor Aruba.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de in brieven vervatte overeenkomst zullen inge- volge artikel 12 van de overeenkomst in werking treden op de dertigste dag na de laatste van de data waarop de respectieve regeringen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat de in hun respectieve sta- ten voorgeschreven grondwettelijke formaliteiten zijn vervuld.
J. VERWIJZINGEN
Titel : Verdrag betreffende de Europese Unie; Maastricht, 7 februari 0000
Xxxxx : Trb. 1992, 74 (Nederlands)
Laatste Trb. : Trb. 2004, 122
Titel : Richtlijn 2003/48/EEG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaar- gelden in de vorm van rentebetaling
Tekst : Pb. L 157 van 26/06/2003
Titel : Richtlijn 77/779/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten op het gebied van de directe belastingen
Tekst : Pb. L 336 van 27/12/1997 blz. 0015 - 0020
Titel : Richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten
Tekst : Pb. L 73 van 19/03/1976 blz. 18
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goed- keuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de in de brieven vervatte overeenkomst zal zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.
Uitgegeven de derde mei 2005.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. BOT
TRB3779
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2005