Bijlage 1: BEDRIJFSSPECIFIEKE AFSPRAAK BEDRIJFSSPECIFIEKE AFSPRAAK De ondergetekenden:
Bijlage 1: BEDRIJFSSPECIFIEKE AFSPRAAK
De ondergetekenden:
De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Xxxx, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: EZ;
Utility Support Group (USG) B.V., gevestigd te Geleen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx, directeur, hierna te noemen: USG;
Het Groene Net B.V., gevestigd te Sittard-Geleen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxx, Algemeen Directeur, hierna te noemen: HGN;
De publiekrechtelijke rechtspersoon de Provincie Limburg, zetelende te (6229 GA) Maastricht, aan de Limburglaan 10, te dezen vertegenwoordigd door gedeputeerde de xxxx X. Xxxxxx, handelend ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. [XX], hierna te noemen: de Provincie Limburg;
Hierna samen te noemen: Partijen;
OVERWEGINGEN:
In het Energieakkoord voor Duurzame Groei Nederland (hierna: Energieakkoord) zijn breed gedragen afspraken over energiebesparing, schone technologie, klimaatbeleid en concurrentiekracht gemaakt door onder andere de overheid, werkgevers, vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, andere maatschappelijke organisaties en financiële instellingen.
EZ en de Brancheorganisaties (VNO-NCW, Vereniging Nederlandse Glasfabrikanten, Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie, Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Papier- en Kartonfabrikanten, Vereniging Nederlandse Brouwers, Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie en Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie) hebben het Raamwerk bedrijfsspecifieke afspraken Rijksoverheid en ETS-bedrijven ondertekend (hierna: het Raamwerk) om een bijdrage te leveren aan de doelstellingen uit het Energieakkoord1.
EZ en de Brancheorganisaties hebben met het Raamwerk een kader gecreëerd voor bedrijfsspecifieke (één-op-één) afspraken gericht op verbetering van de energie-efficiëntie en het daarmee versterken van de concurrentiepositie van de betrokken bedrijven. Het Maatregelenpakket MEE-bedrijven van het Energieakkoord en de invulling daarvan door het Raamwerk vormen een onderdeel van het ontsluiten van circa 9 PJ energiebesparing in 2020.
Een bedrijfsspecifieke afspraak is een op vrijwillige basis gemaakte afspraak tussen een ETS-onderneming en EZ waarin wederzijdse verplichtingen kunnen worden aangegaan met als doel het verbeteren van de concurrentiepositie door verdergaande maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie van betreffende ETS-onderneming. EZ kan bedrijfsspecifieke afspraken maken met individuele bedrijven of met combinaties van bedrijven en of ketenpartners.
Partijen streven naar (significante) energiebesparing en daaraan gerelateerde vermindering van CO2-emissies en onderschrijven dat de realisering van levering van (rest)warmte van het bedrijventerrein Chemelot in Zuid-Limburg (hierna: Chemelotterrein) aan het restwarmteproject Het Groene Net door USG daar een bijdrage aan kan leveren.
Sinds juli 2009 werken de gemeenten Sittard-Geleen, Stein en Beek, Biomassa Energiecentrale Sittard, USG, Woningcorporatie ZOwonen en de Provincie Limburg samen om via een ondergronds buizennetwerk duurzame warmte en industriële restwarmte vanuit het Chemelotterrein, voor verwarming en koeling van bedrijven en woningen in de desbetreffende gemeenten te gaan leveren, aangeduid als ‘Het Groene Net’ (hierna: het Groene Net). Sinds september 2014 zijn Ennatuurlijk B.V. (50%) en de gemeente Sittard-Geleen (50%), aandeelhouders van HGN, die het Groene Net gaat ontwikkelen, realiseren en exploiteren. Met de volledige realisatie van het restwarmtenet het Groene Net wordt naar verwachting jaarlijks 26 miljoen m3 aardgas bespaard en 47.000 ton CO2-emissie vermeden. Er wordt naar verwachting een duurzaam warmtenetwerk gerealiseerd met een omvang van 800 TJ. Met de realisatie van een warmteverdelingsstation met meerdere warmtebronnen vanuit het Chemelotterrein (hierna: Flexibel Koppelpunt), wordt vanuit het ontwikkelplan 141 TJ voor 2020 en 659 TJ na 2020 bespaard.
Tussen oktober 2011 en 2014 werkten de Provincie Limburg en de Rijksoverheid aan afspraken opgenomen in een Green Deal, de “Green Deal van de Provincie Limburg met de Rijksoverheid”. In deze Green Deal werd afgesproken voor HGN een nader uit te werken ondersteuning voor het Groene Net in het vooruitzicht gesteld. Deze ondersteuning voor het Groene Net krijgt nader vorm in deze Bedrijfsspecifieke afspraak.
HGN is voornemens om onder meer restwarmte die afkomstig is van een naftakraker (Olefins 4) van SABIC Petrochemicals B.V,(hierna: SABIC), gevestigd op het Chemelotterrein af te nemen. Om de leveringszekerheid en financierbaarheid van het Groene Net te verbeteren, dient het Project te worden aangelegd tussen het toekomstige warmtenet van het Groene Net, de restwarmte afkomstig van Olefins 4, van het bestaande 3-bar stoomnetwerk van USG en andere installaties van het Chemelotterrein. Het Project maakt het mogelijk om meerdere bronnen op het Chemelotterrein te ontsluiten zodra de warmtevraag vanuit het Groene Net toeneemt.
- De gasgestookte piek- en backupketels en de bestaande luchtkoelers waarmee het overschot aan restwarmte is weg te koelen vallen niet binnen de scope van het Project. Ook de uitkoppeling aan de SABIC kant van restwarmte uit de naftakraker (Olefins 4) van SABIC valt niet binnen de scope van het Project.
USG verzorgt op het Chemelotterrein de energie en de utiliteiten voor gebruikers van het Chemelotterrein en beheert het 3-bar stoomnetwerk.
Provincie Limburg gaat in de coalitieperiode 2015 – 2019 inzetten op energiebesparing, energie opwekken en uitwisselen, kleinschalige en haalbare energieopslag en een stabiel en innovatief netwerk voor duurzame energie en warmte. Daarbij wordt ook ingezet op het aanwenden van industriële restwarmte in woonwijken. Deze energieopgave hangt nauw samen met de economische structuurversterking en met een krachtige sociale agenda. In het coalitieakkoord 2015-2019 “In Limburg bereiken we meer” wordt het Groene Net als voorbeeld vermeld waarbij is aangegeven dat de industrie op het Chemelotterrein en een biomassacentrale warmte gaat leveren aan de nabij gelegen woonwijken en instellingen.
EZ heeft in de Warmtevisie2 en het Energierapport3 aangegeven groot belang te hechten aan de benutting van restwarmte en de aanleg van warmtenetten voor de levering van restwarmte.
Het Project draagt als warmteproject bij aan energiebesparing in de industrie en aan het behalen van de doelstelling van 9 PJ in 2020. Het Project zorgt verder voor een uitbreiding en versterking van de warmte-infrastructuur en draagt ook in het algemeen bij aan de verduurzaming van de energievoorziening.
Partijen komen afspraken overeen om het realiseren van het Project te bevorderen en leggen die vast in deze bedrijfsspecifieke (één-op-één) afspraak, overeengekomen conform het Raamwerk (hierna te noemen: Bedrijfsspecifieke afspraak).
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
ALGEMEEN
Partijen maken deze Bedrijfsspecifieke afspraak in het kader van het Raamwerk. Partijen geven aan een aantal begrippen dezelfde betekenis zoals opgenomen in het Raamwerk. Deze begrippen worden met een beginhoofdletter aangeduid.
AFSPRAAK
Partijen maken afspraken met betrekking tot het bevorderen van de realisering van het Project als onderdeel van het Groene Net en het met dit net te realiseren energiebesparing.
De doelstellingen van Partijen zijn:
EZ wil de realisatie van het Project bevorderen zodat de met het Groene Net beoogde energiebesparing kan worden behaald.
USG wil restwarmte van het Chemelotterrein via het Project efficiënter inzetten en daarmee bijdragen aan verduurzaming en verbetering van de concurrentiepositie van het Chemelotterrein.
HGN wenst door het Project haar leveringszekerheid te vergroten en bij te dragen aan een verdere verduurzaming van haar warmteleveringen.
Provincie Limburg wil de realisatie van het Project als onderdeel van het Groene Net bevorderen.
HGN zal het Project gaan realiseren ten behoeve van het Groene Net. HGN zal bedrijven op het Chemelotterrein om medewerking verzoeken om ten gunste van HGN noodzakelijke zakelijke rechten te vestigen zodat HGN het recht zal hebben tot het ontwikkelen, realiseren en exploiteren van het Project. De realisatie van het Project door HGN wordt onder de opschortende voorwaarde gedaan dat er door de aandeelhouders van HGN een positieve investeringsbeslissing is genomen ten aanzien van de realisatie en ontwikkeling van de kralen of kraaldelen die de benodigde warmte betrekken van het Project.
USG en HGN zullen na ondertekening van deze Bedrijfsspecifieke afspraak nadere afspraken maken over de ontwikkeling, realisatie, ingebruikstelling, instandhouding en exploitatie van het Project en de afname door HGN van de industriële restwarmte afkomstig van naftakraker Olefins 4, het bestaande 3-bar stoomnetwerk en andere installaties op het Chemelotterrein.
Chemelot kan als deelnemer aan het Meerjaren Energie Efficiëntie Convenant (MEE-convenant) in haar 2017-2020 energie-efficiëntieplan (EEP), dat zij conform het MEE-convenant verplicht is op te stellen, het Groene Net als “zekere maatregel” een besparing opnemen van 141 TJ voor 2020 en 659 TJ na 2020. Nadere toetsing van alle in de EEP opgenomen maatregelen vindt plaats door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: XXX.xx).
EZ stelt ten behoeve van de ontwikkeling en realisatie van het Project aan de provincie Limburg in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, via het provinciefonds, een financiële bijdrage ter beschikking van € 3.000.000, = (zegge: drie miljoen euro), zonder inachtneming van eventueel verschuldigde BTW waarbij ervan wordt uitgegaan dat van dit bedrag maximaal € 1.000.000,- wordt aangewend voor de ontwikkelkosten van het Project. Deze bijdrage zal in het najaar van 2016 beschikbaar worden gesteld via een periodieke storting uit het provinciefonds.
Provincie Limburg informeert EZ over de besteding van de via het provinciefonds beschikbaar gestelde bijdrage van EZ voor het Project. Deze besteding zal plaatsvinden middels een subsidieverstrekking door de Provincie Limburg. EZ wijst de Provincie Limburg hierbij op de voor het Project relevante staatssteunkaders: de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 (PbEU 2014, C 200) en Verordening 651/2014 (PbEU 2014, L 187);
De Provincie Limburg spant zich in om, als de omstandigheid zich voordoet dat HGN niet zal besluiten tot de realisatie van het Project en het restwarmtenet Het Groene Net, de door EZj beschikbaar gestelde middelen in te zetten ten behoeve van andere projecten die invulling geven aan de ambities van EZ op het gebied van duurzame energie.
EZ houdt naar aanleiding van het Project het huidige subsidie-instrumentarium van EZ tegen het licht, met name het garantie-instrumentarium, teneinde de financieringsproblematiek bij de aanleg van warmte-infrastructuur op te lossen dat van toepassing is op dit Project en andere soortgelijke projecten. Dit dient een breder doel ter bevordering van energie-efficiëntie.
-EZ onderzoekt of fiscale obstakels en belemmeringen onder de aandacht kunnen worden gebracht bij andere departementen, die momenteel aan de orde zijn bij de aanleg van warmte-infrastructuur;
-EZ onderzoekt of de door warmteprojecten bij de afnemer van restwarmte teweeg gebrachte vermindering in CO2 en NOx -emissies geheel of gedeeltelijk ten bate kan komen aan de leveranciers van restwarmte om zo de levering van restwarmte aantrekkelijker te maken;
-EZ spant zich in om het Project als casus opgenomen te krijgen in een Energieakkoord gerelateerde publicatie, zoals de Voortgangsrapportage 2016 of de Nationale Energieverkenning 2016 met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.4 van deze Bedrijfsspecifieke afspraak;
-EZ brengt het Project onder de aandacht als voorbeeldproject voor energiebesparing en als een Project van een Bedrijfsspecifieke afspraak met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.4 van deze Bedrijfsspecifieke afspraak;
-EZ zet zich onverminderd verder in om gedurende het realiseren van (rest)warmteprojecten te faciliteren, in lijn met de huidige Warmtevisie.
EZ faciliteert het toewijzen van European Union Allowances aan Chemelot binnen de voorwaarden van de Europese toewijzingsregels (besluit 2011/278/EU) voor de geleverde restwarmte aan HGN en daarmee voorkomen CO2 emissies.
CONTACTPERSONEN
Iedere Partij wijst een contactpersoon aan die ervoor zorg draagt dat op hoog niveau overleg wordt gevoerd over de voortgang van het Project en de uitvoering van de afspraken tussen Partijen:
Contactpersoon vanuit HGN is de directeur van HGN, ten tijde van de ondertekening van deze Bedrijfsspecifieke afspraak: xxxxxxx X. Xxxxx;
Contactpersoon vanuit USG is de directeur van USG, ten tijde van de ondertekening van deze Bedrijfsspecifieke afspraak: de xxxx X. Xxxxxx;
Contactpersoon vanuit de Provincie Limburg is de Gedeputeerde Energie, Duurzaamheid en Wonen, ten tijde van de ondertekening van deze Bedrijfsspecifieke afspraak: de xxxx X. Xxxxxx;
Contactpersoon vanuit EZ is de directeur Programmadirectie Energie-uitdagingen 2020, ten tijde van de ondertekening van deze Bedrijfsspecifieke afspraak: de heer X. X. xx Xxxxx.
VERTROUWELIJKHEID EN COMMUNICATIE
Elke Partij verplicht zich al hetgeen hem bij de uitvoering van de Bedrijfsspecifieke afspraak ter kennis komt, en waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, op generlei wijze bekend te maken aan derden, behalve voor zover enig wettelijke voorschrift of uitspraak van de rechter hem tot bekendmaking verplicht.
Gegevens en documenten van USG en HGN, alsmede van SABIC, die aan de Provincie Limburg en door de Provincie Limburg aan EZ zijn overgelegd, worden door de Provincie Limburg en EZ met verwijzing naar de Wet openbaarheid van bestuur in beginsel beschouwd als vertrouwelijk overgelegde bedrijfsgegevens, intern beraad of beleidsopvattingen. De Provincie Limburg en EZ informeren elkaar over en weer indien er bij hen een verzoek op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur wordt ingediend met betrekking tot deze Bedrijfsspecifieke Afspraak.
Indien een Partij de in het kader van deze Bedrijfsspecifieke afspraak door de andere Partijen overgelegde gegevens en documenten wil delen met een derde kan hij de andere Partijen om schriftelijke toestemming verzoeken. Het verzoek daartoe wordt gemotiveerd en de verzoekende Partij zal zorgdragen dat de derde gebonden zal worden aan de in deze Bedrijfsspecifieke afspraak opgenomen bepalingen over vertrouwelijkheid en communicatie.
Partijen zullen aankondigingen en/of bekendmakingen met betrekking tot de Bedrijfsspecifieke afspraak en de uitvoering daarvan uitsluitend publiceren met voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partijen aangaande de vorm, de inhoud en de timing van de aankondiging of bekendmaking.
SLOTBEPALINGEN
Deze Bedrijfsspecifieke afspraak treedt in werking op de dag na ondertekening door alle Partijen en heeft een looptijd tot en met 31 december 2020.
Wijzigingen worden ter instemming van alle Partijen voorgelegd en na instemming schriftelijk vastgelegd en door alle Partijen voor akkoord ondertekend.
Elk van de Partijen kan de Bedrijfsspecifieke afspraak door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte geheel of gedeeltelijk ontbinden, indien de andere Partij in verzuim is dan wel nakoming van de gemaakte afspraken blijvend of tijdelijk onmogelijk is.
Partijen komen overeen dat deze Bedrijfsspecifieke afspraak niet in rechte afdwingbaar is.
Deze Bedrijfsspecifieke afspraak wordt bekendgemaakt via de website van XXX.xx met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.2 van deze Bedrijfsspecifieke afspraak.
ONDERTEKENING DOOR PARTIJEN
Aldus op de laatste van de vier hierna genoemde data overeengekomen,
Den Haag, (datum) Sittard-Geleen, (datum)
Minister van Economische Zaken Utility Support Group (USG) B.V
De heer H.G.J. Kamp De xxxx X. Xxxxxx
Maastricht, (datum) Sittard-Geleen, (datum)
Provincie Limburg Het Groene Net B.V.
De xxxx X. Xxxxxx Xxxxxxx X. Xxxxx
1 xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx-0000-00000.xxx
2 Kamerstukken II 2014/15, 30196, nr. 305.
3 Kamerstukken II 2015/16, 31510, nr. 50.