ĞĞů͗ / ^^KE Z
Z K d >K'h^ tĞƌŬĞŶ ŽŶĚĞƌ Kǀ
ĂŝƐƐŽŶĂƌďĞŝĚ ĞŶ ŽǀĞƌŝŐ
ĞĞů͗ / ^^KE Z
ŽĐƵŵĞŶƚĐ ϬŽϭϬ͘Ě sϯĞ ƌ Ğ ǀ ͘d ϭ
(Beheer)stichting Werken onder Overdruk ʹSWOD - Xxxxxxxxxxx 00, 0000 XX XXXXXXXXX, W xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx E Xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx T 015- 2512026 KvK 34307106
sŽŽƌǁŽŽƌĚ
De Beheerstichting Werken onder Overdruk ʹkortweg SWOD ʹvertegenwoordigt de drie werkvelden, duikarbeid, caissonarbeid en arbeid hyperbare geneeskunde binnen de drie subsectoren Defensie, Brandweer en Civiele sector op het gebied van Arbeidsomstandigheden
Civiele sector
Duikarbeid
Caissonarbeid
Arbeid Hyperbare Geneeskunde
Defensie
Duikarbeid
Arbeid Hyperbare Geneeskunde
Brandweer
Duikarbeid
Deze versie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk is op 20 maart 2018 goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD) en is van kracht vanaf 1 oktober 2018.
Disclaimer
Hoewel deze Arbocatalogus met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaardt de Stichting Werken onder Overdruk noch de websitebeheerder, noch de auteur geen aansprakelijkheid voor eventuele onjuiste gegevens, de mogelijke oorzaken en de mogelijke gevolgen daarvan.
Projectgroep Arbocatalogus Werken onder Overdruk Penvoerder: X. Xxxxxx
Brandweer: X. xx Xxxxxx Civiele Sector: X. Xxxxxxxxx Defensie: X. Xxxxxxxx
Beheerstichting Werken onder Overdruk ʹSWOD ʹ Xxxxxxxxxxx 00
0000 XX XXXXXXXXX T 015 ʹ2512026
W xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx E Xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Documentcode | Vervallen versie | Huidige versie d.d. | Status | Goedgekeurd door CCvD | Goedgekeurd door Bestuur |
CAT 001.3 V | CAT 001.2 | 20-03-2018 | Openbaar | 20-03-2018 | 20-03-2018 |
/ŶŚŽƵĚƐŽƉŐĂǀĞ
1.1 Scope van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk 5
2 Partijen Arbocatalogus Werken onder Overdruk 6
3 Veel gestelde vragen en antwoorden 8
3.1 Voor wie is de Arbocatalogus bedoeld? 8
3.2 Wat is een Arbocatalogus? 8
3.3 Wat is het doel van de Arbocatalogus? 8
3.4 Wat verandert er met deze Arbocatalogus Werken onder Overdruk? 8
3.5 Wat kunnen en moeten de werknemers met de Arbocatalogus? 9
3.6 Is het verplicht om te doen wat er in de Arbocatalogus staat? 9
4 Historie en wettelijke status 10
5 Arbocatalogus en toelichting 11
5.2 ZŝƐŝ....Đ....Ž....͛....Ɛ 11
5.3 Minimale beheersmaatregel 11
5.4 Naslagwerken/ Xxxxxxxxxxx 00
5.7 Toepassing en Selectie type werk 13
6 Document Werken onder Overdruk Systeem- en Onderhoudseisen ʹWOD-SOE 15
7.1 Verplichtingen, Verantwoordelijkheden en eisen 16
7.6 Noodprocedures en voorzieningen 39
8 Naslagwerk Arbocatalogus Werken onder Overdruk 41
8.1.1 Arbeidsomstandighedenwetgeving / Arbowet (AW) 41
8.1.3 Arbobesluit en ZZP-ers 41
8.1.5 Arbeidstijdenwetgeving 42
8.1.6 Arbeidstijden in de mijnbouwsector 42
8.1.7 Besluit medische hulpmiddelen 43
8.1.8 BHV Bedrijfshulpverlening 43
8.1.9 Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) 43
8.2 Werken onder overdruk Systeem- en onderhoudseisen (WOD-SOE) 43
8.3 Duikarbeid Richtlijnen / Normen 43
8.4 A European Code of Good Practice for Hyperbaric Oxygen Therapy Annex 7 45
8.5 Delta P 45
1 /EdZK h d/
Dit document Caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk is van toepassing op alle werkgevers en werknemers die betrokken zijn bij Caissonarbeid.
/Ŷ ĚĞnjĞ ƌďŽĐĂƚĂůŽŐƵƐ njŝũŶ ƌŝƐŝĐŽ͛Ɛn vďanĞwŶerkŽenĞŵĚ ǁĞůŬ ŽŶĚĞƌ ŽǀĞƌĚƌƵŬ͘ sŽŽƌ Ăů ĚĞnjĞ ƌŝƐŝĐŽ͛Ɛ xXxXx XXXX xXxXXXxXx XX xXxXXXxXx xXXxXX XXxXX Xx ĚĞ ŐĞŶŽĞŵ
1.1 SCOPE VAN DE ARBOCATALOGUS WERKEN ONDER OVERDRUK
De Arbocatalogus Werken onder Overdruk is volgens de Arbowet van toepassing:
1. Op Nederlands grondgebied.
2. Binnen de grenzen van de exclusieve economische zone van Nederland. De grenzen vallen samen met:
a. de grens van de territoriale zee van Nederland, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee; en
b. de grenzen van het aan Nederland toekomende gedeelte van het continentaal plat.
3. Op in Nederland geregistreerde zeeschepen.
ŝƚ xX XXX xXX xXXXXXXxXX XX ƉĞwƌerŵkeĂndŶbiĞnnŶenƚde ŐĞŢŶƐƚĂůů grenzen van de exclusieve economische zone van Nederland.
2 W Zd/: E Zh ^K t dZ <> KE' K EZ h <Z Ks Z
CNV CNV Vakmensen
Defensie Ministerie van Defensie
NADO Nederlandse Associatie van Duikondernemingen
Nautilus
/FNV
Nautilus International
NDC Voormalig Nationaal Duikcentrum (tot 2014)
CvD CS College van Deskundigen Civiele Sector (na 2014)
NVB Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers
NVD Nederlandse Vereniging van Dierentuinen
Politie
Caissonsector
NVvHG
Nederlandse Vereniging voor Hyperbare Geneeskunde
IFV Instituut Fysieke Veiligheid
Brandweer Nederland
3 s > ' ^d > E sEZd t'K KEZ E
3.1 VOOR WIE IS DE ARBOCATALOGUS BEDOELD?
De Arbocatalogus is speciaal bedoeld voor werkgevers en werknemers in de Sector Werken onder Overdruk maar ook voor de opdrachtgevers zoals vermeld in de risicogroep: verplichtingen, verantwoordelijkheden en eisen.
Werken onder Overdruk definities en toepasselijkheid:
x Duikarbeid: het verrichten van arbeid in een vloeistof of in een droge duikklok met inbegrip van het verblijf in die vloeistof of in die droge duikklok, waarbij voor de ademhaling gebruik wordt gemaakt van een gas onder een hogere druk dan de atmosferische druk.
x Caissonarbeid: het verrichten van arbeid in een ruimte die onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk staat en geheel of gedeeltelijk door een vloeistof wordt omgeven alsmede het verblijf in en het transport van en naar die ruimte.
x Hyperbare geneeskunde: het verrichten van arbeid in een hyperbare behandelkamer onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk.
x Overige arbeid onder overdruk: het verrichten van andere arbeid dan duik- of caissonarbeid in een ruimte onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk met inbegrip van het verblijf in die ruimte.
3.2 WAT IS EEN ARBOCATALOGUS?
Een Arbocatalogus bevat afspraken over het beheersen van (prioritaire) arboƌŝƐŝĐseŽcto͛r-Ɛ,
ŽƉ
branche- of bedrijfsniveau. Sociale partners (werkgevers en werknemers) spreken samen af op welke manier aan de eisen van de Arbowet- en regelgeving kan worden voldaan. Zij geven met praktische oplossingen invulling aan de doelvoorschriften van de overheid. Zij kiezen zelf de vorm, inhoud en verspreiding van de catalogus. Het gaat dus om maatwerk. Deze eigen invulling vervangt de wettelijke beleidsregels.
3.3 WAT IS HET DOEL VAN DE ARBOCATALOGUS?
Het belangrijkste doel van deze Arbocatalogus is werkgevers en werknemers een zo praktisch mogelijk handvat te bieden om de arbeidsomstandigheden op de werklocatie te kunnen verbeteren.
3.4 WAT VERANDERT ER MET DEZE ARBOCATALOGUS WERKEN ONDER OVERDRUK?
Voor het arbobeleid verandert er niet zo veel. De werkgever blijft verantwoordelijk voor het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, die minimaal voldoen aan de eisen uit de Arbowet- en regelgeving.
De werknemer is verplicht om in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen.
In deze Arbocatalogus staan oplossingen/maatregelen om risico's te verkleinen. De oplossingen uit
deze catalogus xxxX xXXx XXx XXXxx xXXxXXxxXxXx XX XXx Ě ŽǀĞƌĚƌƵŬIn͟sp ecĚtieŽSŽZWƌ(v ooĚrhĞee n Arbeidsinspectie) goedgekeurd.
3.5 WAT KUNNEN EN MOETEN DE WERKNEMERS MET DE ARBOCATALOGUS?
In de catalogus wordt het beschermingsnŝǀĞĂƵ ǀŽŽƌ ĚĞ ƌŝƐŝĐŽ͛Ɛen mǀet ĂƐƚŐĞůĞ behulp van de catalogus zelf nagaan of hun werkplek voldoet. Aan de andere kant zijn de werknemers
ŽŽŬ ǀĞƌƉůŝĐŚƚ Žŵ njĞůĨ ĚĞ ƌŝĐŚƚůŝũŶĞŶ ǀĂmŶe erĚ. Ğ ƌďŽ
3.6 IS HET VERPLICHT OM TE DOEN WAT ER IN DE ARBOCATALOGUS STAAT?
De Inspectie SZW controleert bedrijven op naleving van de wet- en regelgeving en houdt daarbij rekening met de oplossingen uit de Arbocatalogus. Als u van deze oplossingen afwijkt, moet u een niveau van veiligheid en gezondheid bereiken dat minstens even hoog is als wanneer u de Arbocatalogus gevolgd zou hebben. De Inspectie SZW zal hierop toezien.
4 ,/^dKZ/ <E t^ dd dh>^/:
Met ingang van 1 januari 2007 heeft de Arbowetgeving een ingrijpende wijziging ondergaan. De belangrijkste verandering per 1 januari 2007 was het verder vergroten van de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers door de normen op te laten stellen door de private partijen. Het toenmalige Nationaal Duikcentrum (NDC) heeft destijds leiding gegeven aan het traject om te komen tot de Arbocatalogus voor het werkveld werken onder overdruk. In 2010 is de Arbocatalogus Werken onder Overdruk positief getoetst door de toenmalige Arbeidsinspectie (Inspectie SZW) en werd hiermee van kracht voor het werkveld. Het NDC heeft de Arbocatalogus Werken onder Overdruk sindsdien via de website openbaar aangeboden.
Daar de Arbocatalogus naadloos past in de doelstellingen van de Stichting Werken onder Overdruk (SWOD) is de Arbocatalogus met ingang van 2012 onder beheer van SWOD gebracht. Medio 2013 is een projectgroep binnen SWOD gestart met de actualisatie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk. In het voorjaar van 2014 is deze versie van de Arbocatalogus door Inspectie SZW positief getoetst, waarna deze van kracht geworden is. De officiële publicatie in de Staatscourant vond plaats op 18 augustus 2014 Staatscourant 23207.
Eind 2015 is de projectgroep binnen SWOD gestart met een nieuwe actualisatie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk voor duikarbeid en caissonarbeid en ook van het document Werken onder Overdruk Systeem-en Onderhoudseisen (WOD-SOE). Op 20 maart 2018 zijn deze versies goedgekeurd door het Centraal College van Deskundigen van SWOD waarna deze versies van kracht zijn vanaf
1 oktober 2018.
/Ŷ ĚĞnjĞ ƌďŽĐĂƚĂůŽŐƵƐe nonjemŝdũwŶelk e njkuŽnnǀenĞvoĞorůko meŵnŽbijŐheĞt ůŝũŬ ƌŝƐŝĐ uitvoeren van ĐĂŝƐƐŽŶĂƌďĞŝĚ ĞŶ ŽǀĞƌŝŐĞ ĂƌďĞŝĚ ŽŶĚĞƌ ŽǀĞƌ welke minimale beheersmaatregelen een werkgever en werknemer moeten nemen om de genoemde ƌŝƐŝĐŽ͛Ɛ ƚĞ ďĞŚĞĞƌƐĞŶ͘
Nieuwe aspecten in deze Arbocatalogus Caissonarbeid zijn onder andere meer gedetailleerde minimumbeheersmaatregelen voor werken met zuurstof verrijkte mengsels en zuurstof.
Nieuwe aspecten in het document Werken onder Overdruk Systeem- en Onderhoudseisen (WOD- SOE), wat een integraal onderdeel van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk is, zijn onder andere meer gedetailleerde eisen voor een LARS.
De huidige Arbocatalogus wordt gedragen door de Civiele sector, Defensie en de Brandweer.
Het deel Arbocatalogus Hyperbare Geneeskunde is nog in ontwikkeling en zal na positieve toetsing door Inspectie SZW toegevoegd worden.
Het streven van SWOD is namelijk om het gehele werkveld werken onder overdruk te bestrijken in de Arbocatalogus Werken onder Overdruk.
5 Z K d >K'>h/^ , dE/ Ed'K
5.1 ACTOR/ONDERWERP
In de kŽůŽŵ ĐƚŽƌͬ KŶĚĞƌǁĞƌƉ ŝƐ ĚĞ ŽŶĚĞƌǀĞƌĚĞůŝŶŐ ǀĂ projectgroep Arbocatalogus Werken onder Overdruk heeft gekozen voor een onderverdeling welke
/D ŚĂŶƚĞĞƌƚ xX XXXx XXXXxXXx x/xXXxXXxxxXXxxXXXx X
5.2 RISICO͛S
/Ŷ ĚĞ ŬŽůŽŵ ZŝƐŝĐŽ͛Ɛ ďĞƚƌĞĨƚ ŚĞƚ ĂůůĞ ƌŝƐŝĐŽ͛Ɛ ǁ Onderwerp. Elk risico wordt in een zo kort mogelijke beschrijving weergegeven.
5.3 MINIMALE BEHEERSMAATREGEL
De minimale beheersmaatregelen die zijn beschreven in de Arbocatalogus zijn dan ook de minimale maatregelen die een werkgever en werknemer moeten treffen om het bijbehorende risico te kunnen beheersen. Het staat een werkgever altijd vrij om aanvullende (c.q. verder gaande) maatregelen te treffen.
5.4 NASLAGWERKEN/ AFKORTINGEN
In de Arbocatalogus zijn verwijzingen opgenomen waar betreffende beheersmaatregel en/of het risico verder worden toegelicht.
Hierbij zijn de volgende afkortingen gebruikt:
Afkorting Naslagwerk /omschrijving afkorting
AB Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit)
AR Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling)
ATB Arbeidstijdenbesluit
ATW Arbeidstijdenwet
AW Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
AODC The International Association of Offshore Diving Contractors BHV Bedrijfshulpverlening
CCvD Centraal College van Deskundigen
DMAC Diving Medical Advisory Committee
EHBO Eerste Hulp Bij Ongelukken
EBAss European Baromedical Association
ECoGPHOT A European Code of Good Practice for Hyperbaric Oxygen Therapy ECHM European Committee for Hyperbaric Medicine
IMO International Maritime Organisation
IMCA International Marine Contractors Association
MaTR133 (HSE UK) Naslagwerk van Health & Safety Executive (United Kingdom) SWOD Stichting Werken onder OverDruk
VCA Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers Wet BIG Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg WIP Stichting Werkgroep Infectie Preventie
5.5 TERMEN / AFKORTINGEN
In het Voorwoord en de Arbocatalogus zijn ook een aantal termen / afkortingen gebruikt waarvan de betekenis als volgt luidt:
Term/afkorting Omschrijving
Caisson Een bouwkundige constructie die door middel van ontgraving van grond aan de onderzijde op een dieper niveau wordt gebracht of door middel van afzinken in open water op de bodem wordt geplaatst
(Ref. WOD-SOE)
Caissonarbeid Het verrichten van arbeid in een ruimte die onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk staat en geheel of gedeeltelijk door een vloeistof wordt omgeven alsmede het verblijf in en het transport van en naar die ruimte.
(Ref. AB art. 6.13)
DP Dynamic Positioning
Duikarbeid Het verrichten van arbeid in een vloeistof of in een droge duikklok met inbegrip van het verblijf in die vloeistof of in die droge duikklok, waarbij voor de ademhaling gebruik wordt gemaakt van een gas onder een hogere druk dan de atmosferische druk
(Ref. AB art. 6.13)
Duikarbeid Categorie A Duiken met SCUBA (Self Contained Underwater Breathing Apparatus) (Ref. AR art. 6.5, lid 3, Categorieën opleidingen en Bijlage XVI c)
Duikarbeid Categorie B Duiken met luchtvoorziening van de oppervlakte (Surface Supply Equipment) (SSE)
(Ref. AR art. 6.5, lid 3, Categorieën opleidingen en Bijlage XVIc)
Duikarbeid Categorie C Duiken met een droge duikklok c.q. saturatieduiken
(Ref. AR art. 6.5, lid 3, Categorieën opleidingen en Bijlage XVIc)
Habitat Een verplaatsbare werkkamer onderwater met een open toegang onderwater die slechts door middel van duiken kan worden bereikt (Ref. WOD-SOE)
Handboek Zorgsysteem, kwaliteitshandboek
HES Hyperbaar evacuatiesysteem
Hyperbare behandelkamer (2 of meer compartimenten)
Hyperbare behandelkamer (1 compartiment)
Een in een ziekenhuis of medische instelling vast opgestelde compressiekamer, bedoeld voor behandeling van patiënten onder overdruk volgens een door een arts voorgeschreven behandelprotocol
(Ref. WOD-SOE)
Een behandelkamer (mono place) welke niet voldoet aan WOD-SOE daar er alleen maar één compartiment aanwezig is. Hierdoor is er geen directe toegang mogelijk tot een patiënt tijdens behandeling
Hyperbare faciliteit Een gebouw met hyperbare behandelkamer, controle paneel, patiënten-, personeel-, ademgas- en nood voorzieningen
Hyperbare Geneeskunde Het behandelen van patiënten in een hyperbare behandelkamer met zuurstof onder overdruk begeleid door een deskundig arts bij behandelindicaties die evidence based zijn onderbouwd of indicaties in onderzoeksverband conform MEC richtlijnen.
MEC Medisch Ethische Commissie
MSC Marine Safety Committee (IMO)
NADO Nederlandse Associatie voor Duikondernemingen
NDC Nationaal Duikcentrum (tot 2014)
Term/afkorting Omschrijving
NEN-EN Europese norm die is aanvaard als Nederlandse norm
Overige arbeid onder overdruk
Het verrichten van andere arbeid dan duik- of caissonarbeid in een ruimte onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk met inbegrip van het verblijf in die ruimte
(Ref. AB art. 6.13)
RI&E Risico-inventarisatie en ʹevaluatie
ROV Remotely Operated Vehicle
SCUBA Self Contained Underwater Breathing Apparatus
SSE Surface Supplied Equipment
Werkinstructie (Duik) instructie, (duik) voorschrift, (duik) handboek en werkplan Werkplan Specifiek voor een klus, operationeel werkplan
5.6 BASISMATERIAAL
De beheersmaatregelen in de Arbocatalogus zijn onder meer gebaseerd op de:
x Huidige Arbowet, Arbobesluit, Arboregeling en voormalige Beleidsregels en Beoordelingsrichtlijn duik- en caissonsystemen.
x IMO wat betreft schepen met een (DP) Dynamic Positioning systeem die gebruikt worden voor duikwerkzaamheden.
x IMO wat betreft voorzieningen voor het redden van saturatieduikers ingeval deze onder overdruk van een schip geëvacueerd moeten worden.
x Industrie richtlijnen betreffende duikwerkzaamheden zoals uitgegeven door IMCA.
x Medische richtlijnen betreffende duikwerkzaamheden uitgegeven door DMAC.
x A European Code of Good Practice for Hyperbaric Oxygen Therapy
x ECHM richtlijnen en aanbevelingen
x EBAss/ECHM resources manual
x NEN-EN 14931
5.7 TOEPASSING EN SELECTIE TYPE WERK
Op de website xxx.XxxxxxxxxxxxxXxX.xx is een selectie vak waarin de gebruiker kan aangeven welk soort arbeid onder overdruk hij/ zij gaat uitvoeren. Dit zijn PDF documenten die gedownload of afgedrukt kunnen worden. Check wel regelmatig of u over de juiste versie beschikt.
5.8 GELDIGHEID
De huidige Arbocatalogus bestaat uit Deel: Duikarbeid en het Deel: Caissonarbeid en Overige arbeid onder overdruk en is van kracht vanaf 1 oktober 2018.
De werkgevers en werknemers hebben destijds afgesproken dat de Arbocatalogus na perioden van 3 jaar geëvalueerd wordt. Er kan dan worden gekeken of zich grote veranderingen hebben voorgedaan in de aard van de werkzaamheden, dan wel maatregelen of werkmethoden. En dat kan op zich aanleiding zijn om de inhoud van de Arbocatalogus hierop aan te passen.
De werkgevers en werknemers kunnen gezamenlijk het besluit nemen dat een tussentijdse actualisatie noodzakelijk is, bijvoorbeeld vanwege onderzoeksresultaten en aanbevelingen na ongevallen tijdens werken onder overdruk. Daarnaast ontwikkelt de kennis en techniek zich
voortdurend hetgeen ook kan leiden tot actualisatie van de Arbocatalogus.
Indien u verbeterpunten dan wel aanbevelingen heeft voor de Arbocatalogus wordt u verzocht deze aan SWOD door te geven. Bij een volgende actualisatie kunnen deze punten besproken en meegenomen worden.
5.9 HET BEHEER
Het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van SWOD beheert de Arbocatalogus. In het CCvD zitten vertegenwoordigers van de brandweer, civiele sector en defensie. Gezamenlijk zullen zij de ontwikkelingen op het werkveld werken onder overdruk volgen en indien nodig de Arbocatalogus aanpassen en vervolgens, wanneer van toepassing, laten toetsen door Inspectie SZW.
6 K hD Ed t ZZ< KEs KZE Z h<Ͳ ^Ez ^d D KE Z,Kh ʹ^ t K/ Ͳ^K Ͳ E
Het document ͞tĞƌŬĞŶ ŽŶĚĞƌ -KenǀOĞndƌerĚhoƌudƵseŬise n ^(WLJOƐD-SƚOĞE) Ğis tŵe vinden op xxx.XxxxxxxxxxxxxXxX.xx en kan gedownload worden als PDF document.
De systeem- en onderhoudseisen zijn tot stand gekomen door de inbreng van een brede kring van deskundigen die afkomstig zijn uit diverse sectoren van de duik- en caissonindustrie, hyperbare
geneeskunde, overheden, werkgevers- ĞŶ ǁĞƌŬŶĞŵĞƌƐŽƌŐĂŶŝƐĂƚŝĞƐ͘ ͞ Ğ onderhoudssysteem duik en caissonmaterieel, versie 01 d.d. 31 maart 2006 ; Z> Θ Ϳ͟ ŚĞĞĨƚ gediend voor de WOD-SOE. Waar nodig zijn de eisen aangepast aan de huidige stand der techniek en
wetenschap.
De WOD-SOE maakt integraal onderdeel uit van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk (AC-WOO).
De Arbocatalogus Werken onder Overdruk, inclusief de WOD-SOE, zijn goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen op 20 maart 2018 en zijn van kracht vanaf 1 oktober 2018.
In het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 6.15 lid 1sub b) is gesteld dat bij het uitvoeren van arbeid onder overdruk aan de werknemers deugdelijk materieel dat in goede staat verkeert ter beschikking gesteld moet worden. Om invulling te geven aan het bovenstaande artikel moet het materieel wat gebruikt wordt bij werkzaamheden onder overdruk minimaal voldoen aan de Systeem- en Onderhoudseisen (WOD-SOE).
De WOD-SOE bestaat uit eisen aan het onderhoudssysteem (hoofdstuk 3), minimumeisen aan systemen (hoofdstuk 4) en de detailbladen (hoofdstuk 5) waarin de minimale eisen aan materieel zijn opgenomen wanneer nieuw en tijdens gebruik.
Door te voldoen aan de eisen in de WOD-SOE, borgt u als werkgever dat de werknemers beschikken over deugdelijk materieel en dat dit materieel in goede staat verkeert. Het werken met deugdelijk materieel dat in goede staat verkeert, vormt samen met de eisen gesteld aan personeel en risicobeheersing de voorwaarden die bijdragen aan de veiligheid bij werken onder overdruk.
Inspectie SZW zal bij het uitoefenen van haar inspectietaak ook de WOD-SOE als onderdeel van de wet- en regelgeving geldend voor werken onder overdruk hanteren en op basis van deze documenten inspecteren en indien nodig hierop handhaven.
7 /^^KE Z /
7.1 VERPLICHTINGEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN EISEN
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
1.1 | Werkgever | |||
1.1.1 | Werk- instructie | Werkinstructie niet in lijn met wet- en regelgeving en stand der techniek | Versiebeheer, wijzigingenstaat, evaluatie en onderhoud (custodian/penvoerder) | |
Werkinstructie onvolledig (ondeugdelijke werkinstructie) waardoor onduidelijkheid ontstaat over te volgen werkmethoden en procedures. | Minimale inhoud x Teamsamenstelling (omvang, kwalificaties en taken). x Verantwoordelijkheden en bevoegdheden; x Materieel en onderhoud; x Uitrusting van werkkamer, sluizen en compressiekamer; x Luchtdruk, temperatuur, luchtverversing luchtzuiverheid in werkkamer, sluizen en compressiekamer; x Luchtpompen en noodenergievoorziening; x Gebruik van elektriciteit; x Communicatie; x Voorzieningen en procedures voor het in- en uitschutten; x Richtlijnen voor gebruik decompressietabellen- ongevalsmelding en medische hulp; x Voorzieningen en procedures voor situaties welke afwijken van de algemeen voorkomende werksituaties; x Noodprocedures die minimaal voorschrijven dat de caissonarbeid onmiddellijk wordt gestaakt zodra de reserveapparatuur voor het in stand houden van de overdruk of de noodenergie voorziening in werking treedt; x Samenstelling en gebruik van de EHBO-uitrusting; x Gedragsregels ten aanzien van rusttijd en vliegreizen na het verrichten van caissonarbeid; | AB: 6.15 lid 1a (deugdelijke werk- instructie) |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
x Voorlichting en onderricht. | ||||
1.1.2 | Werk- situatie | Het onvoldoende borgen van een veilige werksituatie | x Beschikbaar hebben van RI&E. x Beschikbaar stellen van een veilige en geschikte werklocatie. x Vastleggen van de taken en de verantwoordelijkheden van derden. | AW: 5, AW: 19 |
1.1.3 | Inhoud werkplan | Werkplan onvolledig (ondeugdelijke werkplan) waardoor onduidelijkheid ontstaat over te volgen werkmethoden en procedures. | Minimale inhoud werkplan: x Een opgave van de plaats van de werkzaamheden inclusief aanvangstijdstip; x Opgave van het vermoedelijke aantal werknemers dat op het gehele werk aanwezig zal zijn; x Vermoedelijk aantal werknemers dat onder hogere druk dan atmosferische luchtdruk zal werken; x Volledig overzicht van het werk, met tekeningen; x Projectspecifieke RI&E. | |
1.2 | Opdracht- gever/ derden | |||
1.2.1 | Informatie aan opdracht- nemer | Het niet volledig informeren van de opdrachtnemer | Xxxxxxx vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor alle betrokken partijen, bijvoorbeeld door middel van een werkvergunningen systeem of bestek ter voorkoming van het in gevaar brengen van de opdrachtnemer. | AW: 19 |
1.3 | Uitvoerder caisson- arbeid / sluis- wachter / duik- medisch begeleider | |||
1.3.1 | Bekendheid werk- instructie en werk- plan | Onvoldoende bekend met de werkinstructies en het werkplan | Uitvoerder caissonarbeid/ sluiswachter/ duikmedisch begeleider dienen voldoende tijd te krijgen om de werkinstructie en het werkplan te bestuderen. | |
1.4 | Duik- medisch begeleider |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
1.4.1 | Bekendheid overdruk- systeem/ procedures en medi- sche mid- delen | Onvoldoende bekend met het overdruk- systeem / procedures en medische middelen | Duikmedisch begeleider dient voldoende tijd te krijgen om het gebruikte overdruksysteem, de decompressie- en behandelingstabellen, en de aanwezige medische voorzieningen te bestuderen. | |
1.4.2 | Personeel | Niet geschikt / getraind / gekeurd | Controle door duikmedisch begeleider dat caissonarbeiders geschikt zijn voor de taken die het moet uitvoeren en in bezit zijn van de juiste en een geldige medische keuring. | |
1.4.3 | Ademgas Hoeveel- heid | Te geringe ademgas- voorraad tijdens caisson- arbeid | Werktijdberekening in combinatie met uitschuttijden bepalen. Werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE |
Onvoldoende ademgas en/of zuurstof om een caissonarbeider met een decompressie- ziekte te kunnen behan- delen in een compressie- kamer | Voorafgaand aan het werken onder overdruk dient de duikmedisch begeleider te controleren dat de aanbevolen minimum ademgas en zuurstof aanwezig zijn voor het behandelen van een caissonarbeider met een decompressieziekte in een compressiekamer. | |||
1.4.4 | Ademgas- kwaliteit | Verkeerde ademgas- kwaliteit | Periodieke controle installatie en controle vooraf van keuringsrapport. Werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE -Onderhouds- systeem eisen -Detailbladen -Minimum- eisen aan systemen |
1.4.5 | Ademgas- vervuiling | Vervuilde ademlucht als gevolg van bijvoorbeeld: - bodemver- ontreiniging - luchtver- ontreiniging vanuit ademgas- voorziening - uitvoeren van | x Permanent bewaken van samenstelling ademgas inclusief automatische alarmmeldingen; x Toepassen van voldoende ventilatie rekening houdend met de heersende overdruk in de ruimtes. |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
vervuilende werkzaam- heden | ||||
1.4.6 | Ademgas- mengsel | Onjuist ademgas- mengsel voor uitschutten en/of decompressie- behandeling van personeel | Voorafgaand aan het insluizen van caissonarbeiders dient de sluiswachter in overleg met de duikmedisch begeleider zeker te stellen dat het juiste ademgas aanwezig is. Dit ook te controleren aan de hand van bijgeleverd certificaat. Tijdens de caissonwerkzaamheden dient gewerkt te worden conform de WOD- SOE. | WOD-SOE |
1.5 | Caisson- arbeider | |||
1.5.1 | Bekendheid werkplan | Onvoldoende bekend met het werkplan | Caissonarbeiders dienen voldoende geïnstrueerd te worden. Deugdelijke instructie (bv startwerkvergadering/kick- off) en formeel vastleggen van taken en verantwoordelijkheden. | |
1.6 | Ander onder- steund personeel | |||
1.6.1 | Bekendheid werkzaam- heden | Onvoldoende bekend met de overdruk- werkzaam- heden en hun daarbij behorende taken en verantwoor- delijkheden | Deugdelijke instructie (bv startwerkvergadering/kick-off) Formeel vastleggen van taken en verantwoordelijkheden. | |
1.7 | Fysieke belasting | |||
1.7.1 | Alle personeel caisson- werk | Lichamelijke overbelasting | Inventariseren zwaar materieel, geven van voorlichting. Er voor zorgen dat personeel in werkkamer en personensluizen zich rechtop kunnen bewegen, behoudens gedurende opstartperiode caissonarbeid en bij doorgraven samendrukbare grondlagen. | AB: Hfd 5, afdeling 1 |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
1.7.2 | Caisson- arbeider | Wisselende omgevings- condities zoals temperatuur en luchtzuiverheid | Aanbrengen van verwarming in de personensluizen en compressiekamer waardoor de temperatuur geregeld kan worden voor een optimale decompressiebehandeling en in/uitschutten. Aanbrengen van voorzieningen waardoor middels luchtverversing de luchtzuiverheid kan worden gewaarborgd. |
7.2 MATERIEEL
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
2.1 | Materieel algemeen | - Beschadigd, ongekeurd en/of ondeug- delijk materieel - Niet voldoen aan minimale systeemeisen | x Materieelbeheer en inspectie door uitvoerder caissonarbeid; x Controle door of onder verantwoording van uitvoerder caissonarbeid; x Werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE Minimum- eisen aan systemen |
2.2 | Toegang en verblijfs- ruimten caisson: werkkamer, schachten, materieel- sluis, personen- sluis, compressie- kamer | Caisson- constructie heeft onvol- doende sterkte, stijfheid of stabiliteit of is onvoldoende lucht en waterdicht | Ontwerpberekeningen op deze aspecten baseren en laten verifiëren en deze verificatie schriftelijk vastleggen. | |
2.3 | Personen- sluis | |||
2.3.1 | Inrichting van personen- sluis | Onvoldoende materieel voor optimale procedure in- en uitschutten | Toetsen personensluis op minimaal de volgende criteria: x De inlaatopening van de inrichting is dusdanig geplaatst dat de luchtverversing geen hinder kan opleveren; x De voor deze ruimte bestelde lucht wordt rechtstreeks vanuit de hoofdpersleiding aangevoerd; x De toestellen ter regeling van de luchtdruk in deze ruimten zijn (met uitzondering van de verzegelde noodinrichting aldaar) buiten hun bereik; x Automatisch registrerende toestellen leggen het verloop van de druk in de personensluizen (en voorkamer) vast; x De hoogte is dusdanig dat een ieder daarin rechtop kan staan; x Er is apparatuur aanwezig die de ruimte kan verwarmen; |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
x De constructie van de deuren is zodanig dat deze uitsluitend open kunnen naar de zijde van de hoogste druk; x De ruimte is voorzien van een doorzichtige ruit; x De ruimte is voorzien van een verzegelde noodinrichting die degene die worden ingeschut, in staat stelt zichzelf uit te schutten; x De toegang tot de ruimte is voorzien van een platform dat minimaal 1 meter breed is en door een leuning beveiligd; x Toestel dat het O2 percentage, en druk van toegevoerd ademgas meet; x De ruimte is voorzien van een overdrukbeveiliging. | ||||
2.3.2 | Inrichting personen- sluis | Onvoldoende uitrusting van personensluis om in- en uitschutten onder optimale condities uit te voeren | In de personensluis dienen minimaal een uitschuttijden tabel, een uurwerk, een manometer en een thermometer aanwezig te zijn. | |
2.3.3 | Onveilige opstelling van personen- sluis | Binnendringen van water in de personensluis. Met als gevolg dat de sluis niet meer te gebruiken is voor evacuatie. | x indien de personensluis boven water is opgesteld bedraagt de afstand tussen het laagste punt van de toegang en de waterspiegel tenminste 1 meter; x Indien de personensluis onder de waterspiegel is opgesteld dienen na een project specifieke RI&E de te nemen veiligheidsmaatregelen te worden bepaald. Ref. Artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet | |
2.3.4 | Inschutten van gereed- schap en materialen | Tijdelijk geblokkeerd zijn van personen- sluis door zware objecten die via deze sluis ingeschut worden | x Inrichten van materieelsluis; x Alleen licht handgereedschap via de personensluis. | |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
2.4 | Materialen sluis | |||
2.4.1 | Deuren van materialen- sluis | Verkeerde volgorde van openen waardoor ongecontroleer- de luchtstroom veroorzaakt wordt. | Van de materialensluis zijn de binnen en buitendeuren- indien zij open gaan naar de zijde van de laagste druk- zodanig beveiligd dat de ene deur slechts open kan als de andere deur gesloten is. | |
2.5 | Compressie- kamer | |||
2.5.1 | Behandeling | Behandeling in compressie- kamer met "normale "ademlucht niet optimaal. Onvoldoende contact met duikmedisch begeleider buiten de compressietank | x Voorziening bij compressiekamer om therapeutische zuurstof te kunnen toevoegen; x Aanbrengen voorziening waarbij continue communicatie met duikmedisch begeleider/duikerarts gewaarborgd is. | |
2.6 | Ademgas | |||
2.6.1 | Overdruk voorziening | |||
De installatie die verant- woordelijk is voor het opbouwen en in stand houden van de overdruk | Uitval van de installatie of delen daarvan. Hierdoor kan in de gehele installatie of delen daarvan een te hoge of lage druk optreden. | x Overdruk installatie in 2-voud installeren; x Voorziening om direct te kunnen overschakelen naar ander luchtpomp en/of leiding; x Plaatsen van afsluiter op persluchtleiding ter plaatse van compressoren; x Plaatsen van zelfwerkende terugslagklep op locaties waar de persleiding de werkkamer of een personensluis in voert; x De werkkamer voorzien van een veiligheidsklep op een gemakkelijk bereikbare plaats, dusdanig ingesteld dat de vereiste luchtdruk met niet meer dan 0,5 Bar overschrijdt. |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Onjuiste bediening of gebruik van overdruk- voorziening (inclusief onafhankelijke ademgas- voorziening) | x Alle leidingen, drukmeters en kleppen duidelijk te merken; x Duidelijke instructie dat leidingen naar overdrukruimtes niet voor andere doeleinden mogen worden gebruikt. | |||
2.6.2 | Ademgas- voorraad | Te geringe ademgas- voorraad | x Complete installatie voor in stand houden overdruk en aanvoer ademgas in 2-voud aanwezig, waarbij 2e voorziening altijd onmiddellijk in werking kan treden; x Controlelijst, controle sluiswachter en duikmedisch begeleider; x Reservedrukwaarschuwingsinrichting (actief of passief afhankelijk van de omstandigheden). | |
2.7 | Het verplaatsen van een (gewonde) caissonarbei der uit de werkkamer | Het oplopen van letsel, schade uitrusting of vertraging. | Het beschikbaar hebben van een geschikte voorziening waarmee de caissonarbeider op veilige wijze uit de werkkamer en in de personensluis kan komen. Het beschikbaar hebben van een takelinstallatie om in geval van nood een gewonde/bewusteloze caissonarbeider vanuit de werkkamer via de personensluis naar buiten te kunnen verplaatsen. | WOD-SOE Minimum- eisen aan systemen |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
2.8 | Schroef- draadver- binding van afsluiters op duikflessen | Oplopen van schade en verwonding van personeel, mogelijk met dodelijke afloop, door gebruik van verschillende type schroef- draad van de fles en de afsluiter waardoor de afsluiter door de druk in de fles met grote kracht uit de fles kan schieten. Dit kan plaatsvinden bij onderhouden en inspecteren van duikflessen | Controle dat de schroefdraad van de fles precies hetzelfde type is als de schroefdraad van de afsluiter. | NEN-EN 144-1 |
7.3 PERSONEEL
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
3.1 | Kwalificatie en com- petentie | |||
3.1.1 | Sluiswachter | Incompetente sluiswachter | Volgen instructies, oefenen + aangeven door de sluiswachter Kennis van: a. noodprocedures; b. klopsignalen en visuele seinen; c. relevante werkmethoden; d. relevante wet- en regelgeving; e. in- en uitschuttechnieken/procedures. | AW: 11 |
3.1.2 | Uitvoerder | Niet | Volgen instructies, oefenen, controle | AW: 11, AB: |
caisson- | gekwalificeerd | medisch keuringscertificaat en aangeven | 6.14 en 6.16 | |
arbeid, | en/of incom- | door betreffend personeel. | ||
sluiswachter, | xxxxxx | |||
xxxxxxxxxxxx- der | Personeel | |||
3.1.3 | Caisson- arbeiders | Het ontbreken van voldoende praktijkervaring binnen het team | Het aantal/percentage in te zetten onervaren personeel moet continue afgewogen worden tijdens de werkvoorbereiding en uitvoering. | |
3.1.4 | Duikmedisch begeleider | Niet gekwalificeerd en/of incom- petente duikmedisch begeleider | 1. Opleiding, oefenen, competentie- bewaking en controle certificaten en aangeven door de werknemer. 2. Bij caissonarbeid dient de duikmedisch begeleider op het werk minimaal in het bezit te zijn van een certificaat Duikmedisch Begeleider B2 (MAD A, eindtermen WSCS-WOD-B-B2) | AW:11 AB: 6.15 lid 1c (duikmedisch begeleider) AR: Hfd 6 en Bijlage XVId. |
Echter bij caissonarbeid in omstandigheden waar adequate medische zorg niet voldoende snel aanwezig kan zijn, dient de duikmedisch begeleider minimaal in het bezit te zijn van een certificaat Uitgebreid Duikmedisch Begeleider (MAD B, eindtermen WSCS-WOD-B-B3). Noot: Uitgebreid Duikmedisch Begeleider moet bepaalde medische voorbehouden handelingen kunnen verrichten. Deze vallen in Nederland onder de Wet BIG. | ||||
Het bepalen of de aanwezige medische zorg adequaat is of voldoende snel aanwezig kan zijn, dient te worden vastgesteld met behulp van een RI&E. |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
3.1.5 | Duikmedisch | Fysieke en/of | Zo veel mogelijk beoordelen van de | AW: 11, AB: |
begeleider/ | geestelijke | fysieke en geestelijke conditie door | 6.14 | |
caissonarbei | conditie | duikmedisch begeleider en aangeven | ||
der | caissonarbeider | door betreffend personeel. Dit zowel | ||
niet voldoende | voor het betreden van het caisson als | |||
voor verrichten | tijdens het uitvoeren van caissonarbeid. | |||
van | ||||
caissonarbeid | ||||
3.1.6 | Duikerarts | Niet gekwa- lificeerd en/of incompetente duikerarts | Een duikerarts B of een duikerarts A dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat behorend bij de werkzaamheden die hij gaat uitvoeren, waarbij geldt dat: Een duikerarts A is alleen bevoegd tot periodiek onderzoek (herkeuring) van beroepsduikers en personen die belast worden met het verrichten van arbeid onder overdruk | AB: 6.14 a lid 1 en lid 2 AB: 6.14 b AB: 6.15 lid 2 AR: hfd 6 en Bijlage XVIa |
Een duikerarts B is bevoegd tot: 1. Het uitvoeren van het initiële arbeidsgezondheidskundig onderzoek bij personen die belast worden met het verrichten van arbeid onder overdruk; | ||||
2. Het uitvoeren van onderzoek (herkeuring) van caissonarbeiders; | ||||
3. Het uitvoeren van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek bij personen die belast worden met het verrichten van caissonarbeid na de constatering van een duikerziekte, zoals decompressieziekte, luchtembolie of aandoeningen genoemd als contra- indicatie (Zie tabel in 4.2) of na een overdruk gerelateerd ongeval; | ||||
4. Het optreden als duikmedisch begeleider; | ||||
5. Het optreden als duikmedisch adviseur. | ||||
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
3.2 | Minimum aantal team- leden in werkkamer | Te klein team om in nood geraakte caissonarbeider uit werkkamer te halen en/of om op adequate wijze externe hulp in te schakelen | Minimale teamomvang in de werkkamer is 2 personen. | AB: 6.19 |
3.3 | Team samen- stelling caisson- arbeid | Te klein team om de werk- zaamheden op veilige wijze uit te kunnen voeren | Teamomvang wordt bepaald door aard van de werkzaamheden en de afhandeling van mogelijke noodsituaties. | |
3.4 | Werktijden | Overver- moeidheid en concentratie- verlies | Werken volgens arbeidstijdenwet en decompressietabellen. Shifttijden zijn inclusief in- en uitschutten. | |
3.5 | Veiligheids- training | Onvoldoende kennis en ervaring ten aanzien van veilig werken | Het in voldoende mate volgen van veiligheidstrainingen en oefenen van noodprocedures. | VCA, BHV, EHBO, etc.. |
7.4 MEDISCH
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
4.1 | Medische uitrusting | Onjuiste samenstelling medische uitrusting | De totale samenstelling van de medische uitrusting dient altijd te worden afgestemd op basis van de plaatselijke faciliteiten en omstandigheden. Minimum medische uitrusting op x Overdruklocatie (Duikmedisch begeleider B2) ( MAD A, eindtermen WSCS-WOD-B-B2): Zuurstofkoffer (De hoeveelheid beschikbare zuurstof afstemmen op de reistijd naar de dichtstbijzijnde recompressiefaciliteit of de tijd die verstrijkt tot het arriveren van professionele medische hulp); x Verbandkoffer zoals voorgeschreven door bedrijfsgeneeskundige dienst of voldoet aan Oranje Kruis richtlijnen voor bedrijven; x Middelen om de diagnose te kunnen stellen, zoals: x stethoscoop x reflexhamer x bloeddrukmeter x otoscoop (op batterijen) x navulbaar penlight x thermometer elektrisch (geschikt voor onderkoeling en koorts) x tongspatels hout x stemvork 512 Hz x reddingsdeken x Pocketmasker Minimum medische uitrusting in compressiekamer x een mondwig (voor acute zuurstofvergiftiging); x een drukvaste zaklantaarn; x schrijfgerei (drukvast). | AB: 6.15 lid 1d (EHBO- uitrusting) |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Extra medische uitrusting op overdruklocatie Bij overdrukwerkzaamheden waar adequate medische zorg niet voldoende snel aanwezig kan zijn (zie hiervoor ook PERSONEEL artikel 3.1.4) dienen minimaal de volgende extra middelen aanwezig te zijn op de overdruklocatie: x Brancard x AED | ||||
4.2 | Medische keuring / controle | Medicijn gebruik, alcohol gebruik en gebruik geestverruimen de middelen | Aangeven caissonarbeider | AW: 11 en AB: 9.5 |
Lichamelijke gesteldheid | Aangeven caissonarbeider | AW: 11 en AB: 9.5 | ||
Geestelijke gesteldheid | Aangeven caissonarbeider | AW: 11 en AB: 9.5 | ||
Duikmedisch ongekeurd | 1. Controle geldigheid duikmedische keuring + aangeven caissonarbeider. 2. De keuring voor aanvang van de arbeid onder overdruk dient door een duikerarts met het certificaat duikerarts B uitgevoerd te worden in een voldoende toegerust centrum om alle aspecten te kunnen onderzoeken. Periodieke herkeuringen, iedere twaalf maanden, kunnen ook door artsen met het certificaat duikerarts A worden uitgevoerd. Na een doorgemaakte duikerziekte, zoals decompressieziekte, luchtembolie of aandoening genoemd als absolute contra-indicatie dient het medisch onderzoek plaats te vinden door een duikerarts met het certificaat duikerarts B. Met betrekking tot het arbeidsgezondheidskundig onderzoek van personen die duikarbeid, caissonarbeid, of overige arbeid onder overdruk verrichten geldt het volgende: Een persoon die wordt belast met het | AW: 11 en AB: 6.14 AR: Bijlage XVIa, behorend bij Artikel 6.5, 1e lid |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk | |||||
verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk: x moet onbelemmerd zijn werkzaamheden onder overdruk kunnen uitvoeren, onder fysiek zware omstandigheden kunnen zwemmen / lopen, communiceren en de verantwoordelijkheid psychisch aankunnen; x mag zichzelf of een ander lid van het team niet in gevaar brengen door een medische aandoening bij werkzaamheden onder overdruk zoals bewustzijnsverlies, oriëntatieverlies of paniekaanval; x mag geen aandoening hebben die ten gevolge van arbeid onder overdruk kan verergeren; x mag geen aandoening hebben die aanleiding kan geven tot het ontstaan van een duikerziekte zoals decompressieziekte of barotrauma. | |||||||||
Ten minste dienen de volgende | |||||||||
aspecten onderzocht te worden: | |||||||||
CI | Onderzoek/ | ||||||||
Biometrie | |||||||||
1 | Infectieziekten | ||||||||
- indien | R | ||||||||
onbehandeld | |||||||||
2 | Endocriene | ||||||||
organen | |||||||||
- diabetes mellitus | A | ||||||||
3 | Psychische | ||||||||
aandoeningen | |||||||||
- Psycho- syndromen en | A | ||||||||
psychotische | |||||||||
toestands- | |||||||||
beelden | |||||||||
- claustrofobie | A | ||||||||
4 | Zenuwstelsel | * baseline | |||||||
-episoden van | neurologische | ||||||||
bewustzijns- | A | status | |||||||
verlies, | * visus | ||||||||
convulsies, | |||||||||
gezichts- | |||||||||
verlies, verlies | |||||||||
motoriek en/of | |||||||||
oriëntatie | |||||||||
- duizeligheid | A | ||||||||
- epilepsie | A | ||||||||
5 | Tractus | * ergometrie | |||||||
circulatorius | |||||||||
- septumdefecten | A |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk | |||||
- angina pectoris | A | ||||||||
- decompensatio cordis | A | ||||||||
- myocard infarct | A | ||||||||
- arrythmiën | R | ||||||||
- hypertensie | R | ||||||||
6 | Tractus respiratorius | * 1ste keuring : X-thorax | |||||||
- luchtembolie | A | * longfunctie onderzoek | |||||||
- CARA | A | ||||||||
7 | Tractus digestivus | ||||||||
- hiatus herniae/ | R | ||||||||
abdominale hernia | |||||||||
- acute en/of chronische hepatitis of - pancreatitis | A | ||||||||
- haemorrhoiden | R | ||||||||
8 | Tractus urogenitalis | * urine onderzoek | |||||||
-- aandoenin gen met abnormale nierfunctie | A | ||||||||
9 | Keel-Neus-Oor | * toon | |||||||
audiogram | |||||||||
- chronische otitis media | A | ||||||||
- middenoor plastieken | A | ||||||||
- M. Ménière | A | ||||||||
- mastoiditis | A | ||||||||
- gebitstoestand (losse elementen) | R | ||||||||
10 | Haematologie | * volledig | |||||||
- thallassaemia major | A | bloedbeeld incl. Hb, Ht en leucocyten * glucose | |||||||
* sikkelcel | |||||||||
uitsluiten op | |||||||||
indicatie | |||||||||
11 | Overige aandoeningen | ||||||||
- maligniteit | R | ||||||||
CI (contra indicatie): A = absoluut, R = relatief | |||||||||
(meestal tot correctie) | |||||||||
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
4.3 | Liaison met een geschikte duikerarts | Geen duikerarts beschikbaar | Afspraak / contract met duikerarts waarin beschikbaarheid van de duikerarts wordt vastgelegd. | AB 6.15 lid 2 |
Niet functio- nerende communicatie- middelen | Geschikte communicatiemiddelen in relatie tot de werklocatie (inclusief back- up) | |||
4.4 | Medische en Fysiologische overwe- gingen | |||
4.4.1 | Monitoring caissonarbei der | Het niet waarnemen van wijzigingen in de gezondheid- toestand van de caissonarbeider | Het bewaken van de gezondheidstoestand van de caissonarbeider. Mogelijke manieren zijn: video, spraakcommunicatie en klopsignalen. Uit de RI&E blijkt welke methode op welk moment gebruikt moet worden. | |
4.4.2 | Piling Operations | Letsel | Heiwerkzaamheden niet tegelijkertijd met caissonwerkzaamheden uitvoeren of minimale afstanden hanteren gebaseerd op optredende effecten. | |
4.4.3 | Vliegen na caisson- arbeid | Oplopen van een decompressie- ziekte tijdens het vliegen na het caissonarbeid. | Vliegreizen plannen conform de randvoorwaarden van de gebruikte decompressietabellen. | |
4.4.4 | Duur van caisson- arbeid | Chronische gezondheids- problemen | Duur caissonarbeid en atmosferische periode plannen in overleg met de betrokken arts. | |
4.4.5 | Caisson- arbeider in werkkamer | Dehydratatie | De caissonarbeider dient voldoende gelegenheid te krijgen om te drinken. | |
4.4.6 | Duikme- dische ƌŝƐŝĐŽ | Primaire duikersziekte, secundaire duikersziekte, overige aandoe- ningen en decompressie- ziekte | Medische aspecten van het werken onder overdruk (e.e.a. volgens het cursusboek duikmedische begeleiding), briefing, aanwezigheid van een duikmedisch begeleider en medisch evacuatieplan, contact mogelijkheden met duikerarts, aanwezigheid van een EHBO-uitrusting. | AR: bijlage XVI |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Decompressie- ziekte | x Controle persoonlijke overdrukstaat + aangeven caissonarbeider (evt. sportduiken en overdrukwerkzaamheden bij derden); x Hanteren decompressietabellen; x Aanwezigheid decompressietank conform AB: 6.18; x Bij voorzienbare decompressie personensluis voorzien van aparte ademgasvoorziening met voor elke inzittende 1 BIBS masker. |
7.5 WERKPLANNING
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.1 | Risico manage- ment proces | Niet beschreven of nieuwe ƌŝƐŝĐŽ͛ niet beheerst worden. | x Periodiek herbeoordelen van de beschikbare RI&E. x Het uitvoeren van een specifieke RI&E voor het caissonproject. x Het uitvoeren van een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) op de werkplek door de uitvoerder caissonarbeid en personeel voorafgaande aan de werkzaamheden, bij gewijzigde omstandigheden en na een voorval waarbij het werk werd gestopt en bijna-ongeluk. (Denk hierbij aan 'management of change'). | AW: art. 5 |
5.2 | Veilig gebruik van elektriciteit | Oplopen elektrische schok | Specialist benaderen voor minimale beheersmaatregel. | NEN Normen |
5.3 | Werken met zuurstof- verrijkte mengsels en zuurstof in com- pressie- kamers en overige afgesloten ruimten | Zelfontbranding / explosie gevaar en brand versnelling in een com- pressiekamer en overige afgesloten ruimten door een verhoogd zuurstof- percentage | Het aandeel zuurstof mag in een compressiekamer en overige afgesloten (controlekamers , woon-, verblijfs- of werk-)ruimten niet boven de 23% komen | |
Brand in compressie- kamer door onjuiste / vuile vette kleding en schoeisel | Brand kan ontstaan door statische elektriciteit en vuile vette kleding en schoeisel en kunnen makkelijk ontbranden speciaal onder overdruk en bij een verhoogd zuurstof percentage. Schone vetvrije kleding gebruiken. | HSE UK a Guide to the Work in Compressed Air Regulations 1996 |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Brand in compressie- kamer door gebruik van verboden stoffen en apparatuur | 1. Een lijst opstellen welke stoffen en apparatuur zijn verboden in de compressiekamer en personen hierover informeren. Verboden stoffen en apparatuur zijn middelen die brand of een explosie onder overdruk kunnen veroorzaken, die beschadigen onder overdruk en schoonmaak middelen en verf die een gevaar voor de gezondheid zijn onder overdruk. 2. Controleren dat er geen verboden middelen meegenomen worden in de compressiekamer. | A European Code of Good Practice for Hyperbaric Oxygen Therapy Annex 7 | ||
5.4 | Werken met zuurstof verrijkte adem- gassen | In systemen die gebruikt worden met ademgassen die een zuurstof percentage tussen 25% en 40% bevatten explosie en brand gevaar door aanwezig- heid van vetten en oliën | 1.Toegepaste materialen en uitrusting voor gebruik van zuurstof met een percentage tussen 25 - 40% moeten gereinigd zijn van zichtbaar vuil, vetten en oliën. 2. Gebruik maken van zuurstof compatibele smeermiddelen. 3. Rekening houden met richtlijnen fabrikant. | |
In systemen die worden gebruikt met ademgassen die een zuurstof percentage van 40% en hoger bevatten explosie en brand gevaar door gebruik ongeschikte materialen en door aanwezig- heid van vetten en oliën | 1. De toegepaste materialen en uitrusting moeten geschikt voor gebruik van zuurstof percentage van 40% en hoger conform eisen in de WOD-SOE. 2. De toegepaste materialen en uitrusting zijn zuurstof schoon gemaakt en blijven zuurstof schoon. Bij zuurstofschoon moeten de kleinste sporen van koolwaterstoffen en verontreinigingen verwijderd zijn en dit moet worden bevestigt door middel van een inspectie door een deskundig persoon. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen XXXX X 000 | ||
Xx | Xxxxx/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.5 | Lucht-, water- en bodemver- ontrei- niging | Nadelige gezondheids- effecten | x Controle vooraf en specifieke werkinstructie en eventueel kleding, hierbij aandacht voor gevaarlijke stoffen en chemicaliën, niet alleen voor de caissonarbeider maar ook voor de rest van het team; x Toepassen van voldoende ventilatie in de werkkamer; x Werkkamer eventueel uitrusten met gasdetectieapparatuur. | |
5.6 | Overdruk- situatie | Onjuist gebruik decompressie- tabel | Vooraf vaststellen van gerealiseerde overdruk in werkkamer en werktijden | WOD-SOE |
5.7 | Condities in personen- sluizen en com- pressie- kamer | Onvoldoende kunnen vaststellen en regelen van condities. Hierdoor grotere kans op decom- pressieziekte etc. | In de personensluis dienen minimaal een uitschuttijden tabel, een uurwerk, een manometer en een thermometer aanwezig te zijn. | |
5.8 | Verlichting in werk- kamer, personen- sluizen, perso- nenschacht en com- pressie- kamer adequaat te verlich- ten middels elektrische verlichting | Uitval van verlichting | Beschikbaar stellen waterdichte zaklantaarn aan elke caissonarbeider. De zaklantaarn dient op de man gedragen te worden. |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.9 | Weers- omstandig- heden | |||
5.9.1 | Tempera- tuur | Onderkoeling en over- verhitting/war mte bevanging | 1. Specifieke werkinstructie ten aanzien van de werkduur, kleding, beschutting, geconditioneerde werkomgeving, caissonarbeider en ook overig personeel. 2. Voorzieningen om de lichaamstemperatuur op peil te houden | |
5.10 | Communi- catie | |||
5.10.1 | Communi- catie met derden/ omstan- ders, zoals kraan- drijvers, object- bedieners | Ontstaan van gevaarlijke situaties zoals: vallen van lasten, bekneld raken, vast- gezogen of vastraken, etc. | Afstemmen en afgestemd blijven met derden/omstanders. | |
5.10.2 | Miscom- municatie | Onduidelijkheid omtrent instructies sluiswachter vs caissonarbeider | Vooraf afstemmen te gebruiken taal. Opnemen van communicatieprocedure in werkinstructie. |
7.6 NOODPROCEDURES EN VOORZIENINGEN
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
6.1 | Het omgaan met een gewonde of bewusteloze caisson- arbeider | Oplopen van (aanvullend) letsel, ver- drinking | Het opnemen van deze noodprocedure in de werkinstructie. | |
6.2 | Niet func- tionerende of kapotte apparatuur | Toegenomen kans op ongevallen en persoonlijk letsel | Afbreken van de caissonwerkzaamheden en uitvoeren van afgesproken noodprocedure. | |
6.3 | Brand in en/of om de compressie- kamer of de compressie- faciliteit | Letsel, decompressie- ziekten | Compressietank conform de eisen WOD- SOE, brandbestrijdingsprocedures en procedures waarin expliciet aandacht voor omgang met geforceerde decompressie wegens een evacuatie. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen |
6.4 | Ontstaan van brand in werkkamer, personen- sluis, compressie- kamer of materiaal- sluis | Letsel, verstikking, decompressie- ziekten | x Plaatsen van, voor de toepassing zijn de overdruk, geschikte (hyperbare) brandblussers welke tevens geschikt zijn voor elektrische installaties; x Als er sprake is van een beperkte ruimte dienen deze brandblussers gevuld te zijn met een niet giftig drijfgas. Bijvoorbeeld in de personensluizen en de compressiekamer; x Beschikbaar stellen van vluchtmaskers met voldoende capaciteit om de personeelssluizen te kunnen bereiken; x Controle-unit dusdanig uitrusten dat de sluiswachter de gelegenheid heeft om de caissonarbeiders op verant- woorde wijze uit te sluizen. | |
Nr | Actor/ Onderwerp | ZŝƐŝĐŽ͛ | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
6.5 | Uitvallen van stroom- voorziening waardoor de overdruk en/of verlichting in de werk- kamer, personen- sluis, personen- schacht of compressie- kamer ook uitvallen | Wegvallen van overdruk en/of stroom- voorziening. Xxxxxxxx een toegenomen kans op per- soonlijk letsel of decompressie- ziekte | Installeren van een onafhankelijke noodvoorziening waarbij minimaal alle onderdelen welke nodig zijn voor het in stand houden van de overdruk en de verlichting direct worden over genomen. | |
6.6 | Personen- sluis onbereikbaar voor uitsluizen vanwege calamiteit | Verstikking, verdrinking | Indien praktisch uitvoerbaar installeren van minimaal 2 stuks personensluizen | |
6.7 | Communi- catie | Uitvallen van communicatie | 1. Werkkamer, personensluizen en personenschachten te voorzien van: x Telefoon of ander akoestisch materieel; x Een 2e , onafhankelijk , werkend communicatiesysteem. 2. Indien 1 van de systemen buiten werking is dienen aanvullende maatregelen genomen te worden en/ of de werkzaamheden te worden onderbroken. | WOD-SOE Minimumeisen aan Systemen |
6.8 | Werkgever calamiteiten- ruimte | Onmogelijkheid om bij voorkomende calamiteiten adequaat te handelen | De beschikbaarheid van een ruimte uitgerust met voldoende communicatie middelen, relevante documentatie en andere noodzakelijke faciliteiten voor het ondersteunde/coördinerende team dat in geval van nood wordt ingezet. |
8 E ^> 't Z< Z' hK^ td Z><K E ZK EZ h <Z Ks
8.1 WETGEVING
8.1.1 Arbeidsomstandighedenwetgeving / Arbowet (AW)
De Arbowet zelf bevat geen artikelen die specifiek handelen over overdruk of duikarbeid. Wel bevat de wet algemene artikelen gericht op veiligheid, gezondheid en welzijn.
Belangrijke artikelen in de context van duikarbeid zijn onder andere:
x Inventarisatie en evaluatie van xxxxxx'x: artikel 5
x Voorlichting en onderricht: artikel 8
x Melden en registratie van arbeidsongevallen en beroepsziekten: artikel 9
x Algemene verplichtingen van de werknemers: artikel 11
x Arbeidsgezondheidskundig onderzoek: artikel 18
x Verschillende werkgevers: artikel 19
x Certificatie: artikel 20 xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
8.1.2 Arbobesluit (AB)
In het Arbobesluit zijn wel specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot werken onder overdruk en duikarbeid. In hoofdstuk 6 (fysische factoren), afdeling 5 (werken onder overdruk) zijn deze bepalingen te vinden. Belangrijke bepalingen met betrekking tot duikarbeid zijn:
Fysieke belasting: Hoofdstuk 5 Afdeling 1
x Definities en toepasselijkheid: artikel 6.13
x Geschiktheid: artikel 6.14
x Arbeidsgezondheidskundig onderzoek: artikel 6.14a
x Duikerarts: artikel 6.14b
x Veiligheidsmaatregelen: artikel 6.15
x Certificering onderhoudssystemen duik- en caissonmaterieel: artikel 6.15a(vervallen ivm WOD-SOE)
x Duikarbeid: artikel 6.16
x Melding duikarbeid: artikel 6.17
x Compressiekamer duikarbeid: artikel 6.18
x Duikarbeid leerlingen en studenten 6.31
De volledige tekst van het Arbobesluit is ook te vinden op xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
8.1.3 Arbobesluit en ZZP-ers
In het Arbobesluit wordt in artikel 9.5 aangegeven wat de verplichtingen zijn voor zelfstandigen en meewerkende werkgevers. In dit artikel wordt aangeven dat vrijwel alle bepalingen van het Arbobesluit met betrekking tot duikarbeid van toepassing zijn. Het gaat hierbij om de volgende
artikelen: 6.14a, 6.15a, 6.16, 6.17 en 6.18.
Zie ook de brochure van Inspectie SZW "ZZP-er en de Arbowet"
8.1.4 Arboregeling (AR)
Ook in de Arboregeling zijn artikelen te vinden die betrekking hebben op duikarbeid. De regelingen geven een nadere invulling aan de artikelen uit het Arbobesluit. Onderstaande artikelen hebben betrekking op duikerartsen, duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders.
Zie hoofdstuk 6 Arbeid onder overdruk
x Certificatie: artikel 6.1
x Certificaten duiker, duikploegleider, duikmedisch begeleider en duikerarts :artikel 6.5.
x Certificaten brandweerduiker en brandweerduikploegleider: artikel 6.6. xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
8.1.5 Arbeidstijdenwetgeving
De ATW geeft regels betreffende de maximale werktijden en minimale rustperiodes. De ATW kent echter uitzonderingen voor defensie, brandweer toezichthoudende en (bijzondere) opsporingsdiensten. Voor duikers die werkzaam zijn in de mijnbouw gelden naast de normale regels uit de arbeidstijdenwet en het ʹbesluit aanvullende regels.
Zie de brochure van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Arbeidstijdenwet
Zie de brochure van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Arbeidstijdenwet ook verkrijgbaar in het Engels
Zie ook de informatie van onze overheid via de website van Inspectie SZW. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx
8.1.6 Arbeidstijden in de mijnbouwsector
De Arbeidstijdenwet (hierna ATW) is de basisregelgeving voor de arbeidstijden. De arbeids- en rusttijden, zoals die in de ATW zijn voorgeschreven, geven niet altijd voldoende mogelijkheden voor alle sectoren om een goede bedrijfsvoering te realiseren. De mijnbouw is zo'n sector waarvoor aanvullende en afwijkende regelgeving nodig is. Daarom geeft het Arbeidstijdenbesluit (hierna ATB) aanvullende en afwijkende regels voor werknemers die werkzaamheden verrichten op of vanaf een mijnbouwinstallatie (een in zee of oppervlaktewater geplaatste boor- of productie-installatie) of een onshore mijnbouwlocatie.
Ook voor duikers die werkzaamheden verrichten voor de mijnbouw zijn aanvullende en afwijkende regels in het ATB opgenomen. Bij toepassing van de regels van het ATB moet in het oog worden gehouden dat de voorschriften van de ATW waarvan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken in het ATB van toepassing blijven. Bovendien kan bij sommige werkzaamheden gekozen worden tussen de werktijdregeling van de ATW en de werktijdregeling van het ATB.
Convenant tussen NADO, NVB, CNV en FNV Zelfstandige Bondgenoten
Sinds april 2007 is de ATW op een aantal punten gewijzigd om tegemoet te komen aan de wens om meer flexibiliteit te creëren. De ATW kent geen standaard en overlegregeling.
Er is een (hoofd)norm waarvan bij collectieve regeling kan worden afgeweken.
Bij bedrijven waar niets is afgesproken over de bovenstaande onderwerpen, geldt de hoofdnorm. Het is alleen mogelijk af te wijken van de hoofdnorm door middel van collectieve afspraken tussen