Contract
7. RUILOVEREENKOMST MET DE HEER G.A.W. HOLSTER: (bijl.nr.137)
a. eventuele wensen en bedenkingen bij de voorgenomen ruilovereenkomst.
b. verlenen van een krediet over de uitvoering van de ruilovereenkomst.
Mevrouw VAN BENTHEM: Mijnheer de voorzitter. In eerste instantie riep dit stuk bij ons bijzonder veel vragen op, maar ik moet zeggen dat kort geleden op de bij de VVD levende vragen voldoende antwoord gegeven is, zodat wij met betrekking tot deze ruilovereenkomst geen wensen en bedenkingen willen inbrengen.
Xxxxxxx XXXXXXXXXXX-XXX XXX XXXXXX: Xxxxxxxx de voorzitter. Een ruilovereenkomst om een begeerd pand te verwerven, maar ten koste van wat? Ik heb eerst een aantal feiten op een rijtje gezet.
Het college heeft nog steeds de ambitie een Stadshotel te verwezenlijken. De gemeente heeft Xxxxxxxxxx 000 al in bezit. De Vereniging Xxxxxxxx xx Xxxxxxx wil beide panden graag ontwikkelen tot een Stadshotel c.q. Museumhotel. De heer Xxxxxxx wil wel over Xxxxxxxxxx 000 praten, maar wil er een gelijkwaardig pand voor terug en brengt nog twee panden in bij de ruilonderhandelingen. Het college zet Xxxxxxx'x Place in.
Er wordt nu aan ons gevraagd of wij ten aanzien van de ruilovereenkomst nog wensen of bedenkingen hebben. Die hebben wij, de getaxeerde waarden van de panden roepen bij ons vragen op. Xxxxxxx'x Place is namelijk op € 450.000,- getaxeerd. Navraag bij een makelaar heeft ons echter geleerd dat een monumentaal pand als Xxxxxxx'x Place in verhuurde staat zeker tweemaal zoveel waard is, op de vrije markt wel te verstaan. Waarom zo'n lage taxatiewaarde? De heer Xxxxxxx brengt bij de onderhandelingen nog twee panden in. Uit een later uitgereikt memo blijkt dat deze panden in strijd zijn met het bestemmingsplan. Door het overnemen van deze panden is de heer Xxxxxxx gelijk van zijn problemen rond de bestemmingsplannen af. Xxxxxxxxxx 000 is vervuild, de saneringskosten worden geraamd op € 100.000,- zoals is te lezen in het taxatierapport. Volgens ons moeten deze kosten op de vervuiler verhaald worden, maar hierover is in de stukken niets terug te vinden. Ook bij de twee ingebrachte panden is volgens de taxatierapporten een bedrag van
€ 23.500,- aan kosten opgenomen. Ook hiervan zien wij niets in het voorstel terug. Een optelsom geeft aan dat wij een pand, Xxxxxxx'x Place, met een getaxeerde waarde van € 450.000,- tegenover drie panden zetten met de volgende taxatiewaarden: Wijnstraat € 320.000,- en de andere twee panden gezamenlijk € 43.500,-. Totaal is dat een waarde van € 363.500,-, het verschil is
€ 86.500,-. De sanerings- en opknapkosten voor deze drie panden bedragen volgens de taxatierapporten € 123.500,. Bij elkaar opgeteld geven wij zo € 210.000,- toe, maar kijkend naar de taxatie van de makelaar die ik eerder heb genoemd komen wij op en veel hoger bedrag uit.
Wij moeten concluderen, dat deze ruil, economisch bekeken, onverantwoord is. Wij moeten geen geld toe geven, maar geld toe krijgen. Mijn vraag is: hoe staat het college hier tegenover? Dan heb ik nog een laatste vraag: wat gaat er gebeuren met Xxxxxxx?
De xxxx XXXXXXX: Mijnheer de voorzitter. Door de verwerving van het pand Xxxxxxxxxx 000 wordt het mogelijk de Wijnstraat in positieve zin te ontwikkelen. Bij de behandeling van dit voorstel in de commissie ruimte en economie waren er voor ons nog enkele vraagtekens, maar wij hebben inmiddels wat aanvullende informatie gekregen, wij hebben wat navraag gedaan en ik kan u mededelen dat de fractie van het CDA ten aanzien van het voorstel geen wensen of bedenkingen heeft.
De heer DE PRIEËLLE: Mijnheer de voorzitter. Het lijkt wel alsof op de Wijnstraat een vloek rust als het gaat om gemeentelijk onroerend goed. Een paar maanden geleden was sprake van een bepaalde affaire, waarop ik nu niet meer zal ingaan, nu is het weer een pand in de Wijnstraat waar het een en ander om te doen is.
Laat ik eerst zeggen dat wij een hekel hebben aan onduidelijke voorstellen. Als overheid moet je niets verbergen, maar plannen duidelijk en voor iedereen zoveel mogelijk bevatbaar presenteren en je moet ook geen zaken aan elkaar knopen, die in feite niets met elkaar te maken hebben. Volgens ons is dat bij dit voorstel het geval. Waarom wordt ons deze ruilovereenkomst gepresenteerd? Wij zijn het er volledig mee eens dat het pand aan de Wijnstraat, het pand van Holster, zal moeten worden opgeknapt en het zou natuurlijk prachtig zijn als in dit pand een Stadshotel of een Museumhotel kan worden gevestigd, maar waarom moet dat worden verbonden aan de aankoop van een tweetal panden in Crabbehof en de verkoop van Xxxxxxx'x Place? Wat heeft dat met elkaar te maken? Een ruilovereenkomst kan ik mij heel goed voorstellen met een boer die grond in gebruik heeft en zijn bedrijf elders wil voortzetten, waarvoor hij uiteraard grond nodig heeft. Iemand die een woning
bewoont die wij willen aankopen, heeft ook een andere woning nodig, maar volgens mij gaat het bij de heer Xxxxxxx om belegging en belegging heeft met geld te maken. Volgens mij ziet hij het pand alleen maar als een soort beleggingsobject en maakt het hem in feite geen bal uit of het beleggingsobject dit pand of een ander pand is. Wij begrijpen niet waarom gekozen is voor zo'n gedrongen constructie. Ik hoor hierover graag een uitleg van de wethouder.
Wij hebben hierover ook heel rare informatie gekregen. De taxatiewaarde van het pand Xxxxxxx'x Place komt op een bescheiden bedrag uit en uit de informatie blijkt, dat het pand op basis van de huurwaarde is gewaardeerd waarbij de uitkomst van de huurwaarde is gekapitaliseerd. Volgens ons betekent dit dat het taxatiebedrag duidelijk onder de marktwaarde ligt. Als de heer Xxxxxxx dit pand in bezit heeft, zal hij de VVV er medio 2007 kunnen uitwerken en op dat moment zal het pand op de vrije markt volgens informatie die wij bij een makelaar hebben ingewonnen rond de € 1,5 miljoen waard zijn. Dat is ruim € 1 miljoen meer dan de taxatiewaarde waarvan in de stukken wordt uitgegaan. Waaruit komt dat verschil voort? Wij hebben het idee dat het college ons op dit punt niet goed heeft voorgelicht. Waarom wordt van de huurwaarde uitgegaan? U kunt wel zeggen dat de rechten van de VVV als huurder gewoon worden overgenomen, dat het niet uitmaakt of de VVV de gemeente of de heer Xxxxxxx als huisbaas heeft. Dat klopt wel in die zin dat ook wij de VVV uiterlijk 2007 uit het pand zouden kunnen zetten, maar wij hebben een ander belang dan de heer Xxxxxxx. De gemeente is geen belegger in onroerend goed, wij willen als gemeente bepaalde voorzieningen voor de stad hebben. In die zin maakt het naar mijn mening voor de VVV wel wat uit of de heer Xxxxxxx dan wel de gemeente de verhuurder van het pand is. Verder vragen wij ons af of hier niet een dubbele agenda achter zit, want de VVV zou wellicht een plaats kunnen krijgen in de City Lounge, die naar ik aanneem gelet op de plannen voor het Achterom in 2007 beschikbaar zal zijn. Wij hebben het idee dat de VVV op deze manier gepusht wordt in de richting van het verlaten van het pand, waardoor het pand zal vrij komen. Ik hoop dat dit niet waar is, want ik zou het zeer kwalijk vinden als wij op deze manier medewerking van de VVV afdwingen aan de totstandkoming van de City Lounge, maar het meest kwalijke vinden wij toch de wijze waarop de taxatie in dit geval tot stand is gekomen en wij als raad informatie hierover hebben gekregen. Ik heb bijna het idee dat met ons een soort loopje wordt genomen. Ik hoop dat de wethouder dat in zijn antwoord kan weerleggen. Zijn antwoord wacht ik even af.
De VOORZITTER: Het zou misschien beter zijn als u zoudt zeggen dat u het zakelijk gezien oneens bent met bepaalde vormen van taxatie. De door u gebruikte kwalificaties vind ik wel op de rand.
De heer DE PRIEËLLE: Dat klopt, maar...
De VOORZITTER: Dat wil ik gewoon geconstateerd hebben. Het gaat hierbij ook om de wijze waarop ambtelijke medewerkers, die beëdigd taxateur zijn, worden gekwalificeerd.
De heer DE PRIEËLLE: Het gaat er mij absoluut niet om ambtelijke medewerkers te diskwalificeren. Wat voor ligt is een stuk van het college en niet van het ambtelijk apparaat. In die zin is naar ik aanneem ook correct getaxeerd, maar de uitgangspunten voor de taxatie zijn volstrekt andere - dat is een politieke keuze - dan naar ons oordeel aan de raad zouden moeten voorgelegd. Dat is de keuze van het college.
De VOORZITTER: Dank voor de nadere toelichting. Zonder deze toelichting zouden uw opmerkingen tot misverstand aanleiding kunnen geven.
De xxxx XXXXXXXXXXX: Mijnheer de voorzitter. Een belangrijk speerpunt in de beleidsnota Monumenten en Archeologie is het versterken van de rol van markante monumentale gebouwen. Het gaat daarbij om gebouwen die van buitengewoon belang zijn voor onze stad. Als onderdeel van het complex Holster-Henegouwen, waar het hierbij om gaat, vinden wij de aanschaf van het pand Xxxxxxxxxx 000 van belang en daar gaat het bij dit onderwerp in feite om. Het gaat om een rijksmonument met een bijzondere historische functie en door de Vereniging Xxxxxxxx xx Xxxxxxx kan het complex in oude luister worden hersteld.
De onderhandelingen hebben geresulteerd in een ruilovereenkomst, gebaseerd op gebruikelijke taxaties. De taxaties zijn voor onze fractie een voldoende basis onder het voorgestelde krediet, gelet ook op de nadere informatie die wij hierover gekregen hebben, zowel in de commissie RE als nadere schriftelijke informatie. Wij gaan er hierbij van uit dat in verband met de verkoop van het pand Stationsweg 1 de VVV qua huurrechten in dezelfde positie blijft als nu bij de gemeente. Ook
daarover hebben wij in de commissie van de wethouder informatie gekregen en vervolgens ook nadere schriftelijke informatie. Hierop gelet en met name gelet op het belang van verwerving van het pand Wijnstraat 153 stemmen wij in met het collegevoorstel.
De xxxx XXXXXXXX: Mijnheer de voorzitter. Wanneer er twee ruilen moet er één huilen, dat is een heel oud gezegde. Hetgeen door ECO-Dordt met betrekking tot de taxaties en de tegenstrijdigheden daarin is gezegd ondersteunen wij. Het is duidelijk dat deze transactie extra geld kost. Als wij panden willen verwerven kunnen wij die gewoon aankopen, de taxatierapporten liggen er. Wij zijn niet tegen een Museumhotel, maar wel tegen een ruilhandel, die in 1752 in onze stad nog wel actueel was maar voor de 19e eeuw werd afgeschaft. Wij wachten op een nadere uitleg en zullen dan besluiten.
De heer VAN DONGEN: Mijnheer de voorzitter. Vreugde was mijn deel toen ik zag dat wij erin zullen slagen het pand Wijnstraat 153 aan te schaffen. Naar mijn mening is het een prachtig pand dat tot een mooi Stadshotel kan worden omgebouwd en naar de omgeving een enorme uitstraling zal kunnen hebben, zeker als het door Xxxxxxxx xx Xxxxxxx kan worden gerestaureerd. Met Xxxxxxxx xx Xxxxxxx hebben wij per slot van rekening goede ervaringen.
Minder vreugdevol was ik toen ik constateerde hoe dit bereikt moet worden. Wij hadden toch al het beeld dat bij de onderhandelingen tot het uiterste is gegaan en wij twijfelen er nog steeds aan of er niet over het uiterste heen gegaan is. De uitruilovereenkomst maakt het wat ingewikkeld omdat we drie panden tegen één pand moeten wegen en we ook wat twijfels hebben of de uitgangspunten voor de taxatie van Xxxxxxx'x Place wel correct zijn geweest, want voor € 450.000,- koop je niet eens of net een huis in De Hoven.
De heer VAN DER WENDE: Dat is dan wel een huis zonder al te grote berging, want dat mag alleen op een woonwagenlocatie.
De heer VAN DONGEN: Ik vind dat mijn collega-raadsleden buitengewoon goed op de hoogte zijn van het onroerend goed in deze stad. Dat vervult mij weer met enige vreugde, maar het verbaast mij daarom wel dat zij allemaal zo gemakkelijk met deze taxaties akkoord gaan. Verder heb ik ook twijfels over de taxatie van de kosten van de sanering van de vervuiling van het pand Xxxxxxxxxx
000. Daarvoor is een bedrag van € 100.000,- ingezet. Als je de gebruikelijke binnenstadvervuiling in aanmerking neemt en weet dat op deze plek jarenlang een drukkerij gevestigd is geweest, is het voor mij de vraag of dit bedrag voldoende zal zijn en of de vervuiler de kosten van sanering zal betalen, wat wel het principe is dat wij altijd hanteren. De twee andere panden die bij de uitruil worden ingebracht, zijn ook geen gemakkelijke panden, maar panden met problemen. Kortom, mijn analyse is - een aantal vragen is al door collega's gesteld - dat het college c.q. de raad tot het uiterste gaat om in het bezit te komen van het pand Wijnstraat 153. Op zich is mij dit ook een lief ding waard, maar het gaat in dit geval wel om heel veel lieve dingen en over een en ander wil ik dan ook graag een nadere uitleg van het college.
De heer KATIF: Mijnheer de voorzitter. Het is inderdaad geweldig dat het pand Xxxxxxxxxx 000, dat ons allen lief is, nu verworven kan worden, maar ik moet wel zeggen dat de taxatie van het pand ook voor mij niet duidelijk is. Voor mij is niet voldoende transparant hoe deze taxatie tot stand is gekomen. Binnen de gemeente hebben wij uiteraard deskundige mensen die de waarde van panden kunnen taxeren, maar dat ontslaat er ons als raad niet van hierover opmerkingen te maken als wij vinden dat de taxaties niet hebben plaatsgevonden zoals dat in de vrije markt het geval had moeten zijn. Als een makelaar wordt gebeld die een taxatie geeft en achteraf blijkt dat het verschil tussen de taxaties zo groot is, lijkt het mij niet meer dan billijk dat raadsleden daarover wat twijfels hebben.
Het voorliggende voorstel is naar mijn mening onduidelijk voor wat betreft de ruiltransactie die zal plaatsvinden en er is ook geen transparantie voor wat betreft de wijze waarop deze transactie tot stand is gekomen. Een en ander geeft mij niet het gevoel dat ik ten aanzien van dit voorstel "college, ga je gang" zou moeten zeggen.
De heer VAN DEN OEVER (wethouder): Xxxxxxxx de voorzitter. Allereerst constateer ik dat de gehele raad zowieso blij is met de aanschaf van het pand Xxxxxxxxxx 000 en iedereen ook enthousiast is over de mogelijke toekomstige bestemming die wij nastreven.
Over de taxaties zijn door meerdere sprekers vragen gesteld. In de eerste plaats wil ik erop wijzen dat het taxatierapport over het pand Xxxxxxxxxxxxxx 0 niet is gemaakt in het kader van de
onderhandelingen met de heer Xxxxxxx. Dit taxatierapport was voordien al gemaakt op verzoek van de sector Sport en Recreatie. Ik ben geen makelaar, zeker geen beëdigd makelaar en ik ga dan ook uit van het voorliggende taxatierapport, waarin - ik heb dat ook in de toelichting aangegeven - mede is uitgegaan van de bestemming van het pand in het vigerend bestemmingsplan, namelijk de bestemming centrumvoorziening, zoals reisbureau, bank of kantoor. De vergelijking met een woonhuis en dergelijke gaat mijns inziens dan ook absoluut niet op. Nogmaals, ik ben geen makelaar en ik kan dus geen inhoudelijk waardeoordeel uitspreken over het voorliggende taxatierapport, maar op basis van taxatierapporten kom je altijd in een onderhandelingstraject terecht en ik vind het onplezierig dat opmerkingen zijn gemaakt over de mogelijkheid dat van verborgen bedoelingen sprake zou zijn. Dat is niet het geval, in volledige transparantie willen wij het doorlopen onderhandelingstraject met de raad delen. Vandaar dat ons voorstel voor de aanschaf van het pand voor een openbare vergadering is geagendeerd, waarbij wij ook de taxatierapporten aan de raad hebben voorgelegd en inzicht in het onderhandelingstraject geven. Het is wat vreemd te denken dat een taxatierapport leidt tot een onderhandelingsresultaat. Op basis van taxatierapporten die partijen laten maken wordt begonnen met het onderhandelingstraject en uiteindelijk kom je daarbij wel of niet tot een deal.
De heer DE PRIEËLLE: Op zich snap ik dat wel en aan het eind van de som behoef je ook niet altijd precies op nul uit te komen, maar waarom hebt u ten behoeve van de onderhandelingen met de heer Xxxxxxx geen taxatierapport laten maken? U weet toch ook wel dat zo'n taxatie heel anders kan uitkomen dan een taxatie ten behoeve van de exploitatie van een pand door de gemeente? Dat zou mij slim lijken. Ik begrijp het nu wel, op deze manier zou ik ook wel zaken met de gemeente willen doen.
De heer VAN DEN OEVER (wethouder): Er ligt, nogmaals gezegd, een taxatierapport over Xxxxxxxxxxxxxx 0 en in de stukken is te lezen dat een andere partij reeds een bod had uitgebracht op het pand Xxxxxxxxxx 000. Wat dat betreft liggen de kaarten dan behoorlijk duidelijk op tafel.
Vervolgens zijn wij een onderhandelingstraject ingegaan en wat nu voor ligt is het resultaat daarvan. Wat tijdens de onderhandelingen bijzondere aandacht heeft gehad is de beschermde status van het pand Xxxxxxxxxxxxxx 0, want Xxxxxxxxxxxxxx 0 is een rijksmonument en de mogelijkheden met betrekking tot dit pand zijn bovendien via het bestemmingsplan enorm beperkt. Wij zagen mede daarom geen belemmeringen voor deze transactie en voorts is buiten de bescherming die de VVV via haar huurovereenkomst al heeft...
Xxxxxxx XXXXXXXXXXX-VAN DER MEIJDE: U gaf zoëven aan dat door iemand anders op het pand Xxxxxxxxxx 000 al een bod was uitgebracht en we dat ook in de stukken hebben kunnen lezen, maar ik zou u willen vragen even aan te wijzen waar dit in de stukken staat. Ik heb het niet gezien.
De heer VAN DEN OEVER (wethouder): Het zal in de aanvullende memo staan.
Xxxxxxx XXXXXXXXXXX-VAN DER MEIJDE: Die heb ik ook gelezen en ook daarin heb ik dit niet kunnen terugvinden. U geeft nu nieuwe informatie.
De VOORZITTER: Het staat in de aanvullende informatie in het midden van de tweede bladzijde.
De heer VAN DEN OEVER (wethouder): Ter afronding. Bij de onderhandelingen was de positie van de VVV belangrijk en dat niet alleen voor wat betreft de huurbescherming die de VVV op dit moment geniet. De heer Xxxxxxx heeft bij de onderhandelingen ook steeds gezegd dat, als de VVV een langere huurgarantie wenselijk mocht vinden, daarover zonder meer te spreken zal zijn. Wij vinden derhalve dat niet alleen Xxxxxxx'x Place als rijksmonument an sich maar ook de positie van de VVV voldoende is gewaarborgd. Deze transactie is naar ons oordeel, met alle lusten en lasten die erbij horen, een verantwoorde transactie.
De heer DE PRIEËLLE: Ik snap nog steeds niet waarom een splitsing heeft plaatsgevonden en alles in één packagedeal is vervat.
De heer VAN DEN OEVER (wethouder): In de stukken is ook vermeld - ik ben even kwijt of het in de toelichting staat of in het stuk zelf - dat voor de heer Xxxxxxx bij de onderhandelingen het uitgangspunt was dat het pand Xxxxxxxxxx 000 weliswaar aan de gemeente zou worden overgedragen, maar hij er belang aan hechtte een ander soortgelijk pand in eigendom te verwerven. Zoals wij allemaal weten is het niet zo gemakkelijk een dergelijk pand op de markt te verwerven. Dat
is het uitgangspunt bij de onderhandelingen geweest. Alle mitsen en maren overwegend hebben wij hiermee uiteindelijk bij de onderhandelingen ingestemd.
Xxxxxxx XXXXXXXXXXX-VAN DER MEIJDE: Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag wat met betrekking tot Xxxxxxx is afgesproken. Deze vraag wil ik voordat we aan de tweede termijn beginnen graag beantwoord zien. Als de wethouder deze vraag niet kan beantwoorden heeft hij zijn huiswerk weer niet goed gemaakt. Er hangt namelijk een portret van Xxxxxxx in het gebouw Stationsweg 1 en daarover zijn afspraken gemaakt, die ik niet heb kunnen terugvinden in de overeenkomst met de heer Xxxxxxx. Die afspraken zijn via de notaris vastgelegd en ik wil graag weten hoe dit in de overeenkomst is opgenomen.
De heer VAN DEN OEVER (wethouder): Notarieel.
Xxxxxxx XXXXXXXXXXX-VAN DER MEIJDE: Dat moeten wij dan toch terugzien in de overeenkomst.
De VOORZITTER: De wethouder bedoelt te zeggen dat in een notariële akte met betrekking tot de ruilovereenkomst de bepalingen terzake zullen worden overgenomen. Zo heb ik het begrepen.
Dan is nu de tweede termijn aan de orde.
Xxxxxxx XXXXXXXXXXX-XXX XXX XXXXXX: Xxxxxxxx de voorzitter. Voor wat betreft de beantwoording door de wethouder moet ik constateren, dat hij weer met nieuwe informatie is gekomen, zeker met betrekking tot de taxatie. Hij heeft medegedeeld dat taxatie al eerder door de dienst was aangevraagd, ook dat is nieuwe informatie die ik in de stukken niet heb kunnen terugvinden. Ik maak er bezwaar tegen dat wij of hier of via een memo na de behandeling in de commissie steeds weer nieuwe informatie krijgen.
Overigens kan ik kort zijn. ECO-Dordt kan niet met het voorstel akkoord gaan, wij hebben teveel bedenkingen bij deze transactie.
De heer DE PRIEËLLE: Ik blijf mij verbazen over de opstelling van het college in dezen. Ik vind dit een manier van zaken doen, die geen recht doet aan de belangen van de gemeente. Naar mijn idee dienen dit soort zaken uit elkaar te worden gehaald en ik zou graag hebben gezien dat gewoon een reëel bod zou zijn gedaan op het pand van Holster aan de Wijnstraat. Dan zou sprake zijn van transparantie. Ik heb liever dat wij voor het pand wat meer zouden moeten betalen dan dat wij ons met dit soort gekoppelde deals inlaten. Ik vind dit echt een slechte zaak voor de gemeente en wij veroordelen dit dan ook ten scherpste.
De xxxx XXXXXXXX: Ik steun de woordvoering van GroenLinks. Ik stem tegen.
De heer VAN DONGEN: Voor mij zijn er teveel twijfels om met dit voorstel akkoord te kunnen gaan. De heer KATIF: Dat geldt ook voor mij.
De VOORZITTER: Ik constateer dat iedereen er op zich blij mee is dat het pand in gemeentehanden komt, maar door een minderheid van de raad niet wordt ingestemd met de wijze waarop dat gebeurt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten onder aantekening, dat de fracties van ECO-Dordt, GroenLinks, AOV/Ouderenunie, D66 en Katif geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
De VOORZITTER: Het is kwart voor vijf en ons Reglement schrijft voor dat wij rond vijf uur de beraadslagingen beëindigen, tenzij onze inschatting is dat wij het Stadsjaarverslag omstreeks half zes kunnen hebben vastgesteld. Ik weet niet of een uitbundige woordvoering is voorbereid. Als dat het geval is stel ik voor vanavond om acht uur met de vergadering verder te gaan. Ik constateer dat de PvdA zegt dat we wel kunnen doorgaan en dat ook door de VVD wordt gezegd.
De xxxx XXXXXXXX: Ik heb een heel uitgebreide woordvoering voorbereid, maar die zal ik inkorten. De VOORZITTER: Daaraan houd ik u.
De heer VAN DER WENDE: Dat wordt dus één zin in plaats van twee zinnen, Xxxx. De xxxx XXXXXXXX: Jij mag het ook voorlezen. Het zijn vijf kantjes.
De VOORZITTER: We gaan nu dus door met de vergadering, maar we moeten wel echt proberen voor zes uur klaar te zijn.