MR/1004497
MR/1004497
STATUTENWIJZIGING VERENIGING
Heden, tweeëntwintig augustus tweeduizend dertien, verscheen voor mij, xx. Xxxxx Xxxx, notaris te Zoetermeer:
de heer Xxxxxxxx Jarig Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx, wonende te
's-Gravenhage, geboren te Leiderdorp op veertien mei negentienhonderd vierenzeventig, paspoort nummer XXX0X0XX0, gehuwd, te dezen handelend ter uitvoering van een besluit tot algehele wijziging van de statuten van de statutair te Den Haag gevestigde (feitelijk adres: Xxx xxx Xxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx) vereniging Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond, ingeschreven in het handelsregister beheerd door de Kamer van Koophandel onder nummer 40409378.
De comparant, handelend als gemeld, verklaarde:
- dat de algemene ledenvergadering van genoemde vereniging heeft besloten de statuten van genoemde vereniging te wijzigen, welk besluit is genomen met inachtneming van het bepaalde in artikel 26 van de statuten van genoemde vereniging;
- dat xxx xxxxxx besluit blijkt uit de verslagen van de algemene ledenvergadering van genoemde vereniging van veertien juni tweeduizend acht, alsmede het verslag van de algemene ledenvergadering van genoemde vereniging van negenentwintig november tweeduizend elf.
Ter uitvoering van het vorenstaande verklaarde de comparant, handelend als gemeld, de statuten van de vereniging algeheel te wijzigen, alsmede dat een lijst met begripsbepalingen aan deze akte zal worden gehecht (welke lijst geacht wordt onderdeel uit te maken van de navolgende statuten) zodat deze voortaan luiden als volgt:
STATUTEN
Naam, Zetel en Duur Artikel 1.
1. De vereniging draagt de naam: "Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond"
en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: KNAS.
2. De KNAS is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid.
3. De zetel van de KNAS is gevestigd te Den Haag.
4. De KNAS is aangegaan voor onbepaalde tijd. De KNAS is opgericht op één februari negentienhonderd acht.
Doel Artikel 2.
1. De KNAS stelt zich ten doel in Nederland leiding te geven aan de beoefening van de schermsport in welke verschijningsvorm dan ook, alsmede om zowel de beoefening van de schermsport als van de belangen van de leden te bevorderen.
2. De KNAS tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het bevorderen en het doen houden van wedstrijden en competities;
b. het doen houden van demonstraties ter bevordering van de schermsport;
c. voorts alles te doen wat tot het gestelde doel bevorderlijk kan zijn. Organisatie
Artikel 3.
1. Organen van de KNAS zijn het bondsbestuur en de bondsvergadering, de tuchtcommissie en de commissie van beroep, alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door de bondsvergadering zijn belast met een nader omschreven taak aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
2. De algemene ledenvergadering kan op voorstel van het bondsbestuur besluiten afdelingen die geen rechtspersoonlijkheid bezitten in te stellen, op te heffen of te wijzigen.
3. Alle officiële mededelingen van organen van de KNAS worden bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van de KNAS.
Leden Artikel 4.
1. De KNAS kent als lid:
a. verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid (verenigingen);
b. natuurlijke personen, die lid zijn van een onder a. bedoelde vereniging(verenigingsleden);
c. natuurlijke personen die een functie in de bond bekleden, maar geen lid zijn van een vereniging en niet aan wedstrijden deelnemen (persoonlijke leden).
2. Werknemers van de KNAS kunnen als lid tot de KNAS worden toegelaten. Zij mogen als lid wel aan wedstrijden deelnemen maar kunnen niet in de KNAS in enige functie worden benoemd en geen verenigingsafgevaardigde zijn.
3. Het bondsbestuur beslist over de toelating van leden. Indien het bondsbestuur niet tot toelating besluit, kan de bondsvergadering op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
4. De wijze van toelating wordt in het Algemeen Reglement geregeld.
5. De bondsvergadering is bevoegd leden in categorieën onder te verdelen en voor elke categorie afwijkende rechten en verplichtingen vast te stellen.
6. Een verenigingslid kan lid van meer dan één vereniging zijn, maar kan slechts voor één vereniging aan wedstrijden deelnemen.
7. Het bondsbestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden welke voor de realisering van het doel van de KNAS noodzakelijk zijn. Na voorafgaande toestemming van de bondsvergadering kan het bondsbestuur geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, behalve van het lid dat tegen die verstrekking bij het bondsbestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.
8. Het bondsbestuur kan een persoon die zich in het kader van de doelstelling van de schermsport in het algemeen en voor de KNAS in het bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat 'lid van verdienste' verlenen.
9. Op voorstel van het bondsbestuur kan de bondsvergadering een persoon die zich in het kader van de doelstelling van de schermsport in het algemeen en voor de
KNAS in het bijzonder gedurende lange tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat 'erelid' verlenen.
Algemene rechten en verplichtingen Artikel 5.
1. Leden van de KNAS zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de KNAS na te leven;
b. de belangen van de KNAS en/of van de schermsport in het algemeen niet te schaden;
c. alle overige verplichtingen welke de KNAS in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de KNAS voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
2. Verenigingen zijn verplicht in hun statuten een bepaling op te nemen op grond waarvan leden van die verenigingen verplicht zijn het lidmaatschap van de KNAS aan te vragen en na toelating tot de KNAS verplicht zijn te handelen in overeenstemming met de statuten, reglementen en besluiten van de KNAS.
3. Het bondsbestuur is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen en om verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden.
4. De KNAS kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij het betreffende lid zich daartegen verzet, kan de KNAS voor het lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen. De KNAS kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen welke de KNAS is aangegaan met betrekking tot sponsoring en de rechten van televisie-registraties en -uitzendingen.
5. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan.
6. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de KNAS aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de KNAS totdat hij geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de KNAS geen rechten uitoefenen en blijft hij verplicht te voldoen aan alle verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien.
7. Verenigingen zijn verplicht uiterlijk vijftien januari op de door het bondsbestuur bepaalde wijze opgave te doen van al hun verenigingsleden per één januari (peildatum). Het bondsbestuur is bevoegd het opgegeven aantal verenigingsleden op juistheid te controleren. Indien een vereniging niet al haar leden heeft opgegeven, is de vereniging voor ieder verenigingslid dat niet is opgegeven een onmiddellijk opeisbare boete van een jaarlijks door het bondsbestuur vast te stellen bedrag verschuldigd.
Het bondsbestuur doet hiervan schriftelijk mededeling aan de vereniging met opgave van de datum waarvoor de boete op de bankrekening van de KNAS moet zijn bijgeschreven. Indien de opgelegde boete niet tijdig is voldaan, kan het bondsbestuur de desbetreffende vereniging en haar leden het recht op deelname aan
de activiteiten van de KNAS ontzeggen totdat de boete geheel is voldaan.
8. Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de KNAS, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat hem een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid behalve de wettelijke rente ook vijftien procent (15 %) aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Xxxxxxxx het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de KNAS door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.
9. Het gebruik of doen gebruiken van verboden stimulerende middelen (doping) is verboden.
Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingscontroles en zich te houden aan het Dopingreglement.
10. Verenigingsleden, wedstrijdleden en persoonlijke leden onthouden zich tegenover anderen van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de ander, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding, als geregeld in het Tuchtreglement.
Rechtspraak en geschillen Artikel 6.
1. De in dit artikel bedoelde rechtspraak of bemiddeling is van toepassing op alle leden van de KNAS.
2. In geval van overtreding van de statuten, een reglement en/of een besluit is het bepaalde in het artikel 7 van toepassing.
3. Geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de KNAS worden naar keuze van partijen beslecht door:
a. mediation volgens het Mediationreglement van het Nederlands Mediation Instituut, of anders door
b. arbitrage volgens het Arbitragereglement, indien en zodra het Instituut Sportrechtspraak de mogelijkheid daartoe biedt.
Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijk mediator tot een oplossing van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst.
4. Geschillen tussen leden of tussen een lid en een sponsor worden, voor zover deze betrekking hebben op sponsoring, naar keuze van partijen beslecht door:
a. mediation volgens het Mediationreglement van het Nederlands Mediation Instituut, of anders door
b. arbitrage volgens het Arbitragereglement van de door NOC*NSF en het Genootschap voor Reclame (sectie sponsoring) ingestelde Arbitragecommissie Sportsponsoring.
5. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen door mediation of arbitrage
worden beslecht indien die derde zich daartoe vooraf schriftelijk bereid heeft verklaard.
6. Een geschil tussen een lid en de KNAS kan niet door arbitrage worden beslecht, maar alleen door de burgerlijke rechter of door mediation indien en voor zover de partijen tot mediation bereid zijn.
7. Indien een beslissing als bedoeld in dit artikel tot gevolg heeft dat een besluit geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op het opnieuw houden van een wedstrijd, op een gewijzigde uitslag.
Tuchtrechtspraak Artikel 7.
1. Alle leden van de KNAS zijn onderworpen aan de onafhankelijke tuchtrechtspraak van de KNAS.
2. Op de tuchtrechtspraak van de KNAS is van toepassing het Tuchtreglement van de Stichting Instituut Sportrechtspraak, in deze statuten en in reglementen nader aan te duiden als het Tuchtreglement. De KNAS sluit daartoe met de Stichting Instituut Sportrechtspraak een overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke de tuchtrechtspraak in de KNAS aan de Stichting Instituut Sportrechtspraak wordt opgedragen, zulks met toepassing van het Tuchtreglement van de Stichting Instituut Sportrechtspraak en met het verlenen van de bevoegdheid aan de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak om als orgaan van de KNAS de tuchtrechtspraak in de KNAS uit te oefenen.
3. Het Tuchtreglement geldt als een Tuchtreglement van de KNAS en wordt door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak vastgesteld en gewijzigd. Het Tuchtreglement zal op de leden van toepassing zijn volgens de laatste, door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie. De KNAS is niet bevoegd zelf een wijziging in het Tuchtreglement aan te brengen.
De KNAS en haar leden aanvaarden niettemin te allen tijde en zonder enig voorbehoud de volledige toepasselijkheid van het Tuchtreglement op de tuchtrechtspraak van de KNAS. De verplichting om het Tuchtreglement te aanvaarden en na te komen geldt tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die de KNAS de leden oplegt respectievelijk als een verbintenis in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing op het door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak op de KNAS en zijn leden van toepassing verklaarde Dopingreglement met bijbehorende bijlagen waaronder de zogenaamde Dopinglijst.
Overtredingen van het Dopingreglement worden berecht met inachtneming van dat reglement en van het Tuchtreglement door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Stichting Instituut Sportrechtspraak.
5. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de KNAS de in dit artikel ten hunnen laste door de KNAS in de overeenkomst met de Stichting Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, waaronder maar niet uitsluitend die welke zijn vermeld in lid 2, 3 en 4 van dit artikel, alsmede voor de duur na beëindiging van het lidmaatschap van de KNAS indien zij alsdan betrokken zijn bij een door de tuchtcommissie en/of commissie van beroep behandelde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
6. Het Tuchtreglement treedt in werking op de door het bondsbestuur van KNAS met de Stichting Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het bondsbestuur aan de leden via publicatie mededeling doet. Wijzigingen in het Tuchtreglement treden in werking op de door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak bepaalde datum. Het bondsbestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen via een publicatie mededeling aan de leden.
7. De tuchtrechtspraak in de KNAS wordt - met uitsluiting van andere organen van de KNAS - uitgeoefend door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak, bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van de Stichting Instituut Sportrechtspraak. Zowel de tuchtcommissie als de commissie van beroep spreken recht in naam van de KNAS. Waar in de statuten en reglementen wordt gesproken over 'tuchtcommissie' en 'commissie van beroep' worden de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak bedoeld, waaronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters en genoemde secretariaten.
8. Het tuchtreglement regelt de procesgang van de tuchtrechtspraak, de taken en bevoegdheden van hen die bij de tuchtrechtspraak zijn betrokken, alsmede de overtredingen en hun aangifte, de op te leggen straffen, de mogelijkheid van beroep en voorts de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
9. De tuchtcommissie en de commissie van beroep bestaan uit kamers. Met inachtneming van het daaromtrent in de reglementen van de Stichting Instituut Sportrechtspraak bepaalde kan de bondsvergadering aan het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak leden van die kamers voor benoeming aanbevelen. De totstandkoming van die aanbeveling geschiedt op dezelfde wijze waarop in de statuten of reglementen de benoeming van commissieleden door de bondsvergadering is geregeld. Indien de KNAS niet het benodigde aantal leden aanbeveelt, geschiedt de benoeming van de niet door de bondsvergadering aanbevolen leden voor bedoelde periode door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
10. Op grond van het Tuchtreglement geldt als overtreding - en is derhalve strafbaar - elk handelen of nalaten:
a. waardoor een bepaling in de Statuten of reglementen niet wordt nagekomen, dit reglement, spelregels en wedstrijdbepalingen hieronder begrepen;
b. dat in strijd is met een besluit van een orgaan of van een commissie van xx XXXX;
c. waardoor de belangen van de KNAS worden geschaad;
d. waardoor een lid zich jegens een ander lid, een orgaan, of een commissie van de KNAS niet gedraagt naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt verlangd.
Het handelen of nalaten in strijd met het Dopingreglement en de daarvan deel uitmakende bijlagen geldt als overtreding daarvan en is derhalve strafbaar.
10bis. a. Overtredingen tegen het wedstrijdreglement worden bestraft conform het wedstrijdreglement.
b. Overtredingen die worden bestraft met uitsluiting en/of verwijdering van de wedstrijd (de zogeheten ‘zwarte kaart’) worden ter kennisname aan het dagelijks bestuur van de KNAS gebracht. Deze kan besluiten op basis van de rapportage van de omstandigheden, de overtreding aanhangig te maken bij de Tuchtcommissie. De maatregelen die op grond van het wedstrijdreglement zijn genomen worden door dit besluit niet beïnvloed.
11. De tuchtcommissie en commissie van beroep zijn tevens met uitsluiting van andere organen van de KNAS bevoegd een lid uit het lidmaatschap te ontzetten (royement), na een daartoe door het bondsbestuur bij de tuchtcommissie gedane aangifte met het verzoek het desbetreffende lid uit het lidmaatschap te ontzetten. Ontzetting is alleen mogelijk wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de KNAS dan wel de KNAS op onredelijke wijze benadeelt. Een door de tuchtcommissie uit het lidmaatschap van de KNAS ontzet lid kan daarvan op de in het Tuchtreglement aangegeven wijze in beroep gaan bij de commissie van beroep. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Tijdens zijn schorsing is het lid gehouden diens verplichtingen na te komen en worden diens rechten opgeschort, met uitzondering van de rechten die het lid in het Tuchtreglement zijn toegekend.
12. De uitspraken van de tuchtcommissie en de commissie van beroep gelden als uitspraken van de KNAS, welke uitspraken het desbetreffende lid, de overige leden van de KNAS en de KNAS zelf binden. Alle leden, organen en commissies van de KNAS zijn gehouden mede te werken aan de ten uitvoerlegging van de door de tuchtcommissie en de commissie van beroep opgelegde straffen.
13. Indien een beslissing van de tuchtcommissie, de commissie van beroep of van het bondsbestuur tot gevolg heeft dat een besluit geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, noch tegenover de KNAS noch tegenover de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
14. In afwijking van het bepaalde in lid 7 is het bondsbestuur bevoegd bij overtreding van het Dopingreglement met inachtneming van dat reglement een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel voor haar duur bindend is. Tegen die ordemaatregel kan met inachtneming van het Tuchtreglement worden opgekomen bij de algemeen voorzitter van de tuchtcommissie, wiens beslissing niet bindend is voor de door de tuchtcommissie nadien te behandelen aangifte van de overtreding.
15. Leden van de KNAS die door de commissie van beroep tuchtrechtelijk zijn bestraft, kunnen daarvan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports
(CAS) te Lausanne (Zwitserland).
Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS.
Einde lidmaatschap Artikel 8.
1. Het lidmaatschap van de KNAS eindigt:
a. van verenigingen: door opzegging of ontzetting (royement);
x. xxx xxxxxxxxxxxxxxxx: door hun dood, opzegging, ontzetting of door de beëindiging van hun lidmaatschap van hun vereniging;
c. van persoonlijke leden: door hun dood, opzegging of royement.
2. Indien de KNAS het lidmaatschap van een verenigingslid beëindigt, is de vereniging gehouden het lidmaatschap van het desbetreffende verenigingslid door opzegging met onmiddellijke ingang te beëindigen. Worden door de vereniging nog andere takken van sport beoefend, dan is de vereniging gehouden slechts het lidmaatschap van het lid van de afdeling schermen te beëindigen. Indien de vereniging het lidmaatschap met een verenigingslid beëindigt, eindigt daardoor niet het lidmaatschap van de KNAS wanneer het verenigingslid uit andere hoofde verenigingslid van de KNAS blijft dan wel kiest voor het persoonlijk lidmaatschap en als zodanig aansluitend wordt toegelaten.
3. Het lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de KNAS in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de KNAS;
b. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is.
Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
4. In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Opzegging door de KNAS geschiedt door het bondsbestuur. De KNAS kan het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Opzegging door de KNAS kan geschieden wanneer:
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de KNAS niet of niet tijdig nakomt, waaronder - doch niet uitsluitend - die van artikel 5;
b. de belangen van de KNAS of van de schermsport schaadt;
c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.
6. Voorts kan de KNAS het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging
doen beëindigen indien redelijkerwijs van de KNAS niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
7. Een opzegging tegen het einde van het boekjaar geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
8. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de KNAS, of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bondsbestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
Het bondsbestuur Artikel 9.
1. De bondsvergadering bepaalt het aantal bestuursleden. Het bondsbestuur bestaat uit ten minste vijf meerderjarige personen.
2. De leden van het bondsbestuur worden door de bondsvergadering uit de leden benoemd. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden in functie benoemd. De overige functies worden door de leden van het bondsbestuur onderling verdeeld.
3. Het lidmaatschap van het bondsbestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een afdelingsbestuur, de financiële commissie, de tuchtcommissie of de commissie van beroep.
4. Het bondsbestuur en drie verenigingsafgevaardigden kunnen schriftelijk kandidaten stellen tot uiterlijk de datum waarop de definitieve agenda voor de betreffende vergadering van de bondsvergadering wordt verzonden.
5. Indien de benoeming in functie geschiedt, geschiedt ook de kandidaatstelling in functie.
6. De leden van het bondsbestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende leden van het bondsbestuur zijn herbenoembaar tot een maximum van drie aaneengesloten perioden. Nadat een lid van het bondsbestuur aansluitend twee maal tot lid van het bondsbestuur is benoemd, kan het desbetreffende lid nadien niet eerder tot lid van het bondsbestuur worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van vier jaar is verstreken. Alsdan is in het eerste en
tweede zin bepaalde wederom van toepassing. Onder een 'jaar' wordt in dit verband verstaan de periode tussen twee opvolgende jaarlijks te houden vergaderingen van die bondsvergadering.
7. Bondsbestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming in de voorjaarsvergadering en treden af aan het eind van de dag van de vergadering van de bondsvergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij
aftreden.
8. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk op de eerstvolgende bondsvergadering voorzien.
9. Na de benoeming van bondsbestuursleden worden de functies verdeeld en de taken van ieder bondsbestuurslid vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bondsbestuurslid is tegenover de KNAS gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer leden van het bondsbestuur behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
10. Een lid van het bondsbestuur kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de bondsvergadering, met twee derden van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. Een schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie maanden. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing. De bondsvergadering neemt haar besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende bondsbestuurslid door de bondsvergadering is gehoord, althans daartoe in de gelegenheid is gesteld.
11. Het lidmaatschap van het bondsbestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken, door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming en wanneer het lidmaatschap van de KNAS eindigt. Voorts eindigt het lidmaatschap van het bestuur indien het bestuurslid wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bondsbestuur.
Dagelijks bestuur Artikel 10.
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, vicevoorzitter, secretaris en penningmeester.
2. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse gang van zaken in de KNAS.
3. De taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur worden door het bondsbestuur vastgesteld.
4. Het dagelijks bestuur doet tijdens vergaderingen van het bondsbestuur verslag van zijn werkzaamheden.
Taken en bevoegdheden bondsbestuur Artikel 11.
1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bondsbestuur belast met het besturen van de KNAS.
2. Het bondsbestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak door personen of commissies doen uitvoeren. Bovendien is het bondsbestuur bevoegd - al dan niet tegen betaling - werkzaamheden aan derden op te dragen.
3. Indien het aantal bondsbestuursleden beneden het aantal van vijf is gedaald, blijft het bondsbestuur bevoegd.
4. Het bondsbestuur ziet toe op de naleving van de statuten, reglementen en door de KNAS genomen besluiten.
5. Het bondsbestuur is na voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de KNAS zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Bestuursvergaderingen Artikel 12.
1. Het bondsbestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee andere bondsbestuursleden dit gewenst achten. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls een lid van het dagelijks bestuur dit gewenst acht.
2. De voorzitter bepaalt de wijze van vergaderen. Het bondsbestuur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur kan ook anders dan in een bijeenkomst vergaderingen houden, mits alle betrokken bondsbestuursleden daaraan deelnemen of in geval van afwezigheid verklaard hebben met die wijze van vergaderen in te stemmen.
3. Het bondsbestuur en het dagelijks bestuur kunnen slechts rechtsgeldige besluiten nemen, indien ten minste drie leden aan de vergadering deelnemen.
4. Indien de stemmen in een bondsbestuursvergadering staken, wordt het voorstel in een volgende bestuursvergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Vertegenwoordiging Artikel 13.
1. Het bondsbestuur vertegenwoordigt de KNAS.
2. De KNAS wordt voorts vertegenwoordigd door hetzij de voorzitter, hetzij de secretaris, hetzij de penningmeester.
3. Het bondsbestuur kan een ander bondsbestuurslid, een bestuurslid van een afdeling, de directeur, of een derde schriftelijk machtigen om de KNAS te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bondsbestuur en van de gezamenlijk handelende bondsbestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
5. De directeur is bevoegd de KNAS te vertegenwoordigen tot de bedragen en rechtshandelingen, als vermeld in de volmacht die bij het Handelsregister is gedeponeerd.
6. Personen aan wie hetzij op grond van deze statuten, hetzij een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.
Afdelingen Artikel 14.
1. De bondsvergadering stelt afdelingen in, heft deze op en bepaalt voorts hun werkterrein en/of hun grenzen. De taken en bevoegdheden van de afdelingen worden in een Algemeen reglement vastgelegd.
2. De leden ressorteren op grond van hun woonplaats of vestigingsplaats onder een afdeling.
3. Elke afdeling regelt uitsluitend de zaken die de eigen afdeling betreffen. De taken en bevoegdheden van een afdeling worden nader geregeld in het Algemeen reglement.
4. Elke afdeling wordt geleid door een bestuur (afdelingsbestuur) dat verantwoording verschuldigd is aan de algemene vergadering van die afdeling (afdelingsvergadering). Een afdelingsbestuur bestaat uit ten minste drie leden.
5. Een afdelingsvergadering bestaat uit alle onder die afdeling ressorterende leden. De verenigingen vertegenwoordigen op de afdelingsvergadering zichzelf en hun verenigingsleden.
De persoonlijke leden vertegenwoordigen zichzelf in de afdelingsvergadering.
6. Een afdelingsbestuur heeft tot taak op afdelingsniveau het beleid van de bond uit te voeren en is daarvoor aan het bondsbestuur verantwoording verschuldigd.
Een afdelingsbestuur is tevens bevoegd eigen activiteiten binnen zijn afdeling te verrichten, waarvoor zij verantwoording verschuldigd is aan zijn afdelingsvergadering. De eigen activiteiten mogen niet in strijd zijn met het beleid van de bond.
7. Een afdeling is met betrekking tot de eigen activiteiten bevoegd te handelen binnen de door de betreffende afdelingsvergadering jaarlijks vastgestelde en door het bondsbestuur goedgekeurde begroting.
8. Een afdeling is verplicht met betrekking tot besluiten die naar het oordeel van een van de afdelingen of van het bondsbestuur mede de belangen van een andere afdeling raken, overleg te plegen met dat afdelingsbestuur. Komen de afdelingsbesturen niet tot overeenstemming dan beslist het bondsbestuur.
9. De besluitenlijst van vergaderingen van een afdelingsbestuur of van een afdelingsvergadering worden binnen veertien dagen na die vergadering ten kennis van het bondsbestuur en van de andere afdelingsbesturen gebracht.
Commissies Artikel 15.
1. Het bondsbestuur en een afdelingsbestuur, alsmede de bondsvergadering en een afdelingsvergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
2. Van de permanente commissies benoemt de bondsvergadering de financiële commissie.
Voorts doet de bondsvergadering een voordracht van de leden die ter benoeming worden voorgedragen als lid van de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Van de permanente commissies worden door het bondsbestuur benoemd:
a. de technische commissie;
b. de wedstrijdcommissie;
c. de scheidsrechterscommissie;
d. de commissie voor opleidingen;
e. de pers- en propagandacommissie;
f. de medische-/dopingcommissie.
4. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of een reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.
5. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
6. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit ten minste drie leden. De leden van een permanente commissie worden telkens voor onbepaalde tijd benoemd. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
7. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat elke commissie uit een voorzitter, een secretaris en uit een of meer leden en wordt de voorzitter in functie benoemd. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.
8. De financiële commissie bestaat uit drie leden, die door de bondsvergadering jaarlijks worden benoemd.
9. De bondsvergadering benoemd op voorstel van het bondsbestuur drie leden, zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b. tot lid, van de financiële commissie, die geen lid mogen zijn van het bondsbestuur. De leden van de financiële commissie worden jaarlijks benoemd voor een periode van drie jaar en kunnen ten hoogste zes jaar achtereen in die commissie zitting hebben.
10. De financiële commissie is belast met het toezicht op het beheer van de financiën van de KNAS door het bestuur en heeft tot taak de rekening en verantwoording van het bestuur te onderzoeken en van haar bevindingen daaromtrent verslag uit te brengen aan de Bondsvergadering, een en ander voor zover dit niet is opgedragen aan een accountant als bedoeld in artikel 18 lid 5. De financiële commissie dient het bestuur tevens van advies over het geldelijke beheer.
Bondsbureau Artikel 16.
1. Het bondsbestuur kan een bondsbureau instellen, dat als centraal werkapparaat van de bond functioneert. De overige bepalingen van dit artikel zijn alleen van toepassing als een bondsbureau is ingesteld.
2. Aan het hoofd van het bondsbureau staat een directeur die belast is met de dagelijkse gang van zaken, met de uitvoering van de besluiten van het bondsbestuur en van de bondsvergadering, alsmede met het verrichten van werkzaamheden die op grond van de met de directeur gesloten arbeidsovereenkomst zijn opgedragen of welke anderszins door het bondsbestuur worden opgedragen. De directeur is alleen verantwoording verschuldigd aan het
bondsbestuur.
3. De directeur is voorts belast met de benoeming, schorsing en ontslag van de werknemers van de KNAS. Deze zijn alleen aan de directeur verantwoording verschuldigd. Het bondsbestuur stelt de arbeidsvoorwaarden van de directeur en de andere werknemers vast.
4. De directeur woont alle vergaderingen van het bondsbestuur en van de bondsvergadering bij, tenzij het bondsbestuur of de bondsvergadering anders beslist.
5. De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het bondsbestuur dat tevens de voorwaarden van zijn dienstbetrekking schriftelijk vaststelt. Een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt genomen met ten minste twee derden meerderheid.
6. Het bondsbestuur wijst zo nodig een plaatsvervangend directeur aan, die de directeur bij diens afwezigheid vervangt en dan dezelfde bevoegdheden als de directeur heeft.
Boekhouding en financiën Artikel 17.
1. Het boekjaar van de KNAS is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De geldmiddelen van de KNAS bestaan uit: contributies, bijdragen, entree- en inschrijfgelden, boetes, uitkeringen, donaties, subsidies, legaten en andere inkomsten. Erfenissen en legaten kunnen slechts worden aanvaard na boedelbeschrijving.
3. De leden zijn gehouden tot betaling van de bondscontributie en andere bijdragen die de bondsvergadering vaststelt. De bondsvergadering kan voor bepaalde groepen van leden een verschillende contributie en andere bijdragen vaststellen.
4. De bondsvergadering stelt jaarlijks de bondscontributie vast en hanteert bij haar voordracht tot de vast te stellen contributie het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde prijsindexcijfer voor gezinsconsumptie, reeks voor Werknemersgezinnen Laag.
Rekening en verantwoording Artikel 18.
1. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de KNAS en van alles betreffende de werkzaamheden van de KNAS, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de KNAS kunnen worden gekend.
2. Het bondsbestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de KNAS op te maken en op papier te stellen.
3. Het bondsbestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden bondsvergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de KNAS en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten
met een toelichting ter goedkeuring aan de bondsvergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de leden van het bondsbestuur. Heeft een lid van het bondsbestuur de stukken niet ondertekend dan wordt daarvan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
4. De bondsvergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke leden van het bondsbestuur in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
5. De op voorstel van het bondsbestuur door de bondsvergadering benoemde accountant administratieconsulent (AA) onderzoekt jaarlijks de jaarrekening van het bondsbestuur en brengt daarvan verslag uit aan het bondsbestuur en aan de bondsvergadering. Het bondsbestuur is verplicht de accountant administratieconsulent (AA) ten behoeve van zijn onderzoek alle door deze gevraagde inlichtingen te verschaffen, deze desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de KNAS voor raadpleging beschikbaar te stellen.
6. Goedkeuring door de bondsvergadering van de balans en de staat van lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de bevindingen van de financiële commissie en van de verklaring van de accountant administratieconsulent (AA). Goedkeuring strekt het bondsbestuur tot decharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen
- met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten
- de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
8. Het bondsbestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
Bondsvergadering Artikel 19.
1. De bondsvergadering bestaat uit meerderjarige verenigingsafgevaardigden die in de bondsvergadering hun vereniging en alle leden van hun vereniging
vertegenwoordigen, alsmede uit de persoonlijke leden, zoals bedoeld in artikel 4 lid 1.c.
2. Elke vereniging benoemt een verenigingsafgevaardigde en een plaatsvervangend verenigingsafgevaardigde die de verenigingsafgevaardigde in de bondsvergadering bij afwezigheid vervangt. De benoeming geschiedt voor elke bondsvergadering afzonderlijk dan wel voor een bepaalde duur.
3. Een verenigingsafgevaardigde brengt in de bondsvergadering namens diens vereniging en haar leden evenzoveel stemmen uit als de vereniging vier weken
voor datum van de vergadering van de bondsvergadering volgens de administratie van de KNAS leden telt.
4. Een verenigingsafgevaardigde kan niet meer als verenigingsafgevaardigde functioneren vanaf de dag dat diens lidmaatschap van de KNAS eindigt en voorts vanaf de dag waarop hij tot lid van het bondsbestuur, een afdelingsbestuur, de tuchtcommissie of de commissie van beroep wordt benoemd, of als werknemer in dienst treedt bij de KNAS.
5. Een persoonlijk lid brengt in de bondsvergadering namens zichzelf één stem uit. Het bijeenroepen van de bondsvergadering
Artikel 20.
1. De jaarlijkse bondsvergadering wordt gehouden tussen één februari en dertig juni. De bijeenroeping gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen of door een schriftelijke oproep aan de verenigingsafgevaardigden, aan de verenigingen en aan de afdelingen.
2. De termijn van oproeping bedraagt ten minste vier weken. Het bondsbestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van oproeping bekorten.
3. Een buitengewone bondsvergadering wordt met inachtneming van lid 2 gehouden indien het bondsbestuur dit nodig acht.
4. Voorts wordt een buitengewone bondsvergadering gehouden indien ten minste zoveel verenigingsafgevaardigden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de bondsvergadering het bondsbestuur daarom verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bondsbestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een bondsvergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bondsbestuur de bondsvergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bondsbestuursleden belasten met de leiding van de bondsvergadering en het opstellen van de notulen.
5. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bondsbestuur waar binnen het grondgebied van Nederland en wanneer een bondsvergadering wordt gehouden.
Toegang bondsvergadering Artikel 21.
1. Alle verenigingsafgevaardigden hebben toegang tot de vergadering van de bondsvergadering.
Voorts hebben toegang degenen die door het bondsbestuur of door de bondsvergadering zijn toegelaten. Verenigingsafgevaardigden die geschorst zijn, hebben geen toegang tot de vergadering van de bondsvergadering. Met uitzondering van de leden van het bondsbestuur en verenigingsafgevaardigden mogen leden niet aan de beraadslaging deelnemen.
2. a. Adviserende leden van de bondsvergadering zijn:
1. degenen aan wie het predicaat "ere-lid" is verleend;
2. de leden van het bondsbestuur;
3. de leden van de afdelingsbesturen;
4. de leden van de commissie van beroep;
5. de leden van de financiële commissie;
6. de leden van de reglementscommissie;
7. zij, die als zodanig door het bondsbestuur of door de bondsvergadering zijn aangewezen, zulks voor zover de onder 1, 3, 5, 6 en 7 bedoelde personen niet reeds verenigingsafgevaardigden zijn.
b. Adviserende leden van de bondsvergadering hebben het recht daarin het woord te voeren, doch hebben geen stemrecht.
3. Vergaderingen van de bondsvergadering zijn openbaar. De bondsvergadering gaat in een besloten vergadering over indien de voorzitter, het bondsbestuur of ten minste vijf verenigingsafgevaardigden hierom verzoeken. Tot een besloten vergadering hebben toegang alle niet-geschorste verenigingsafgevaardigden, de leden van het bondsbestuur en degenen die door de bondsvergadering worden toegelaten.
4. De bondsvergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval, dan wordt de vergadering in het openbaar voortgezet.
5. Over wat in een besloten vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Agenda Artikel 22.
1. Tegelijk met de bijeenroeping van de vergadering van de bondsvergadering wordt de voorlopige agenda door publicatie in de officiële mededelingen en door toezending ter kennis aan de verenigingen en aan de adviserende leden gebracht. Publicatie of toezending van de definitieve agenda geschiedt uiterlijk twee weken voor de dag waarop de vergadering van de bondsvergadering wordt gehouden.
2. De agenda van de jaarlijkse bondsvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige bondsvergadering;
b. het jaarverslag van het bondsbestuur;
c. het financieel verslag van het bondsbestuur;
d. het verslag van de financiële commissie;
e. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
f. het verlenen van decharge aan de leden van het bondsbestuur;
g. het vaststellen van de bondscontributie en andere bijdragen;
x. het vaststellen van de begroting voor het komende boekjaar;
i. het voorzien in vacatures;
j. de behandeling van wijzigingen in de statuten of in een reglement;
k. de rondvraag.
3. Uiterlijk drie weken voor de dag van de bondsvergadering kunnen ten minste vijf
verenigingsafgevaardigden dan wel vijf persoonlijke leden een voorstel of amendement schriftelijk bij het bondsbestuur indienen, welke voorzien is van een toelichting. Indien de bondsvergadering meent dat een voorstel of amendement te ingrijpend is om deze in de vergadering van de bondsvergadering te behandelen, kan zij besluiten het voorstel of het amendement op de eerstvolgende vergadering van de bondsvergadering te behandelen.
4. De bondsvergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de bondsvergadering anders beslist.
Besluiten Artikel 23.
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de KNAS worden genomen.
Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de vergadering van de bondsvergadering.
2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering. De bondsvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bondsbestuur. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar boven. Indien stemmen staken is geen meerderheid behaald.
4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en wanneer schriftelijk is gestemd voorts blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
5. Tenzij in de statuten anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende vergadering één stem uit. Een stemgerechtigde kan één andere stemgerechtigde schriftelijk een volmacht verlenen om namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een stemgerechtigde kan slechts door één andere stemgerechtigde worden gemachtigd.
6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
7. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een twee derden meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden.
Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of derde stemming de gewone meerderheid haalt, of door loting na een derde stemming is afgewezen.
8. Bij een schriftelijke stemming in de bondsvergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen lid van het bondsbestuur mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
9. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde - een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
10. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
11. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming.
Een voorstel tot wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorstel te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.
12. Indien voor het aannemen van een voorstel een gekwalificeerde meerderheid is vereist, geldt dezelfde meerderheid voor het aannemen van een voorstel tot wijziging op het voorstel.
Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten Artikel 24.
1. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
4. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet over de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van het besluit regelen;
b. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid;
c. wegens strijd met een reglement.
5. Tot de in lid 4 bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten waarop in lid 2 wordt gedoeld.
6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
7. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 4 onder a., kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is gemaakt. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.
Reglementen en uitvoeringsbesluiten Artikel 25.
1. De organisatie van de KNAS alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
2. Reglementen worden met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de bondsvergadering.
3. Ten aanzien van het Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak geldt niet het bepaalde in dit artikel maar het bepaalde in artikel 7. Het in dit artikel bepaalde geldt evenmin indien het Dopingreglement wordt vastgesteld door het Instituut Sportrechtspraak.
4. Het Handboek Schermer en het Handboek Scheidsrechter zijn ook een reglement in de zin van dit artikel en worden vastgesteld en gewijzigd door het bondsbestuur.
5. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen, alsmede uitvoeringsbesluiten treden in werking op de veertiende dag na de dag waarop de bondsvergadering tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de bondsvergadering kan een andere datum van inwerkingtreden worden bepaald, doch niet eerder dan nadat publicatie in de officiële mededelingen. Van een nieuw reglement, van officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding.
6. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bondsbestuur.
7. Het bondsbestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen karakter, die een nadere regeling vereisen een uitvoeringsbesluit vast te stellen. Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door de eerst volgende bondsvergadering te worden bekrachtigd, dan wel alsdan als bepaling in de statuten of in een reglement te worden opgenomen. Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen.
8. Tevens kan het bondsbestuur in de vorm van een uitvoeringsbesluit voor een bepaalde tijdsduur heffingen, bedragen op percentages vaststellen.
9. Ieder lid wordt geacht de statuten, reglementen en uitvoeringsbesluiten te kennen, waaronder begrepen de wedstrijdbepalingen en de op grond van het Dopingreglement gepubliceerde dopinglijsten, alsmede alle mededelingen die als officiële mededelingen zijn gepubliceerd. Het bondsbestuur kan de dopinglijsten via internet bekend maken. In afwijking daarvan kan het bondsbestuur bepalen dat de bepalingen van het Dopingreglement en/of dopinglijsten door een andere organisatie op een door die organisatie te bepalen wijze bekend wordt gemaakt.
Wijziging van statuten Artikel 26.
1. In de statuten van de KNAS kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een bondsvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste vier weken.
2. Zij die de oproeping tot de bondsvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste twee weken vóór de bondsvergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen en welke is voorzien van een toelichting, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de bondsvergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift van het voorstel toegezonden aan de verenigingsafgevaardigden, de verenigingen en aan de afdelingen.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts door de bondsvergadering met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen worden genomen.
4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing indien in de bondsvergadering alle verenigingsafgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
5 Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van het bondsbestuur bevoegd, dat bevoegd is de KNAS te vertegenwoordigen.
6. De leden van het bondsbestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister waarin de KNAS is ingeschreven.
Ontbinding en vereffening Artikel 27.
1. Een besluit tot ontbinding van de KNAS kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal bijeengeroepen bondsvergadering. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de bondsvergadering tot ontbinding van de KNAS heeft besloten, treden de leden van het bondsbestuur als vereffenaar op tenzij de bondsvergadering de vereffening aan een derde opdraagt.
3. Na de ontbinding blijft de KNAS voortbestaan voor zover dit voor de vereffening het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In de stukken en aankondigingen die van
de KNAS uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd "in liquidatie".
4. De bondsvergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de KNAS zal bewaren gedurende zeven jaar na afloop der vereffening. De bondsvergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende uit de leden een bewaarder aanwijzen.
5. Bij besluit tot ontbinding beslist de bondsvergadering welke bestemming aan het batig saldo wordt gegeven, nadat alle verplichtingen zijn vereffend en rekening is gehouden met de sociale belangen van de werknemers van de KNAS. Deze bestemming dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de KNAS.
Slot
De comparant is mij, notaris, bekend en zijn identiteit is door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor gemelde en daartoe bestemde document vastgesteld.
Deze akte is in minuut verleden te Zoetermeer op de datum, in het hoofd van deze akte vermeld.
Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en toelichting aan de comparant, heeft hij verklaard voor het passeren een ontwerp van de akte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing geen prijs te stellen.
Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing eerst door de comparant en daarna door mij, notaris, ondertekend.
BEGRIPSBEPALINGEN
KONINKLIJKE NEDERLANDSE ALGEMENE SCHERMBOND
KNAS Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond
Leden Verenigingen, verenigingsleden en persoonlijke leden
Verenigingen Verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid Ledennatuurlijke personen Verenigingsleden en persoonlijke leden Verenigingsleden Ledennatuurlijke personen die lid zijn van een
vereniging
Persoonlijke leden Ledennatuurlijke personen die rechtstreeks lid zijn van
de KNAS en geen verenigingslid zijn
Bondsbestuur Het bestuur van de KNAS
Bondsvoorzitter De voorzitter van de KNAS, van het bondsbestuur en
van de bondsvergadering Bondsvergadering De algemene vergadering, bestaande uit
vertegenwoordigers van de verenigingsafgevaardigden Verenigingsafgevaardigde De door een vereniging gekozen
verenigingsafgevaardigde die de vereniging in de bondsvergadering vertegenwoordigt
Afdeling Een niet-rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische eenheid van de KNAS, waaronder de leden van de KNAS ressorteren
Afdelingsbestuur Het bestuur van een afdeling Afdelingsvergadering De algemene vergadering van een afdeling Orgaan Het bondsbestuur, de bondsvergadering, de
tuchtcommissie en de commissie van beroep, alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door de bondsvergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
Stemgerechtigd lid Een niet geschorst lid dat bevoegd is zelf of namens
een vereniging aan een stemming deel te nemen Financiële commissie De commissie die het bondsbestuur adviseert in
financiële aangelegenheden
Wedstrijd Een wedstrijd, toernooi, demonstratie of een evenement
Instituut Sportrechtspraak Het Instituut dat krachtens een door de KNAS gesloten
overeenkomst overtredingen van de KNAS behandelt en berecht en wier uitspraak bindend is voor alle leden
Tuchtcommissie De tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak Commissie van beroep De commissie van beroep van het Instituut
Sportrechtspraak
Bondsbureau Het bureau van de KNAS
Administrateur De administrateur van de KNAS, tevens hoofd van het
bondsbureau
Werknemers De in dienst van de KNAS zijnde personeelsleden Officiële Mededelingen Het medium dat gebruikt wordt voor het doen van
mededelingen waarvan de bekendheid voor de leden van belang is