De ondergetekende:
De ondergetekende:
[●], notaris in Amsterdam, verklaart over de statuten (de "Statuten") van de naamloze vennootschap: ABN AMRO Bank N.V., statutair gevestigd in Amsterdam (de "Vennootschap") het volgende:
(i) de Statuten luiden overeenkomstig de aan deze verklaring gehechte tekst;
(ii) de Statuten zijn voor het laatst gewijzigd bij akte (de "Akte"), verleden voor [een waarnemer van] [●], notaris in Amsterdam, op [●].
Ik, [●], [notaris], [waarnemer], heb mij bij het afgeven van de hiervoor onder (i) en (ii) opgenomen verklaringen uitsluitend gebaseerd op de gegevens die zijn vermeld in het uittreksel uit het handelsregister van de inschrijving van de Vennootschap en een afschrift van de Akte.
Getekend in Amsterdam op [●].
S T A T U T E N
van:
ABN AMRO Bank N.V.
statutair gevestigd in Amsterdam
d.d. [●]
Hoofdstuk 1 Definities. Artikel 1.
In deze statuten zullen de navolgende termen de navolgende betekenis hebben: aandelen : gewone aandelen en gewone aandelen B; algemene vergadering : het orgaan dat bestaat uit de stemgerechtigde
aandeelhouders en de overige stemgerechtigden / de bijeenkomst waarin de aandeelhouders en de overige vergadergerechtigden vergaderen;
bestuursverslag : het verslag als bedoeld in artikel 2:391 BW;
BW : het Burgerlijk Wetboek;
dochtermaatschappij : een dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 2:24a BW;
jaarrekening : de jaarrekening als bedoeld in artikel 2:361 BW;
jaarstukken : de jaarrekening en het bestuursverslag alsmede de overige gegevens als bedoeld in artikel 2:392 BW;
sectorregelgeving : de Wet op het financieel toezicht en andere regelgeving,
voorschriften (al dan niet algemeen verbindend), regels, richtlijnen en codes die (al dan niet op een "pas toe of leg uit" basis) op de vennootschap van toepassing zijn als bank en als houdstervennootschap van een internationale groep van vennootschappen actief in het bankbedrijf, het verzekeringsbedrijf en in andere vormen van financiële dienstverlening;
stemgerechtigden : aandeelhouders met stemrecht alsmede houders van een
vruchtgebruik met stemrecht;
vennootschap : ABN AMRO Bank N.V.;
vergadergerechtigden : aandeelhouders alsmede houders van een vruchtgebruik met
vergaderrecht en houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen; en
vergaderrecht : het recht om de algemene vergadering bij te wonen en daar
het woord te voeren, in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde.
Hoofdstuk 2
Naam. Statutaire zetel. Structuurregime. Sectorregelgeving. Artikel 2.1.
2.1.1. De vennootschap draagt de naam: ABN AMRO Bank N.V. Zij is gevestigd te Amsterdam.
JWH/MVO/CWE M34220181/1/74694243
2.1.2. Op de vennootschap zijn de artikelen 2:158 tot en met 2:162 en 2:164 BW van toepassing.
2.1.3. De vennootschap is een bank en financiële holding, beide in de zin van artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht. De sectorregelgeving, daaronder mede begrepen regelgeving uit hoofde van de kwalificatie als systeembank en organisatie van openbaar belang, is op de vennootschap van toepassing.
Doel.
Artikel 2.2.
De vennootschap heeft als doel:
a. het zijn van kredietinstelling, het verlenen van beleggingsdiensten en het verrichten van beleggingsactiviteiten, het beheren van vermogens van derden, het fungeren als trustee, bewindvoerder, uitvoerder van uiterste wilsbeschikkingen, en bestuurder, commissaris of vereffenaar van vennootschappen of andere organisaties, het bemiddelen in verzekeringen, alsmede het verrichten van alle andere handelingen en werkzaamheden en het verlenen van alle andere diensten die daarmee verband houden of daaraan bevorderlijk kunnen zijn, alles in de meest uitgebreide zin;
b. het deelnemen in, het samenwerken met, het financieren en beheren van en het voeren van de directie over financiële- en andere ondernemingen en vennootschappen, het garanderen of anderszins steunen of zeker stellen van betalingen voor enige verschuldigdheid of het nakomen van enig contract of verplichting van andere ondernemingen en vennootschappen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden, het verlenen van diensten aan en het verrichten van staffuncties voor zodanige ondernemingen en vennootschappen, alsmede het verrichten van alle handelingen, werkzaamheden en diensten die met het vorenstaande verband houden of daaraan bevorderlijk kunnen zijn;
c. de bevordering van de directe en indirecte belangen van allen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de vennootschap, alsmede van de continuïteit van de vennootschap en van de aan haar verbonden onderneming(en); en
d. al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
Belangen.
Artikel 2.3.
Het belang van de vennootschap omvat het belang van de met haar verbonden onderneming, daaronder mede begrepen de gerechtvaardigde belangen van de klanten, de spaarders en depositohouders, de aandeelhouders, de houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen, de werknemers en de samenleving waarin de vennootschap haar activiteiten uitvoert. Deze belangen worden onder meer behartigd door het voeren van een beheerst beloningsbeleid.
Hoofdstuk 3 Aandelenstructuur. Artikel 3.1.
3.1.1. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt twee miljard vierhonderd miljoen euro (EUR 2.400.000.000,--) en bestaat uit:
a. twee miljard tweehonderd miljoen (2.200.000.000) gewone aandelen, elk met een nominale waarde van een euro (EUR 1,--); en
b. tweehonderd miljoen (200.000.000) gewone aandelen B, elk met een nominale waarde van een euro (EUR 1,--).
3.1.2. De aandelen luiden op naam en zijn opeenvolgend genummerd als volgt:
- de gewone aandelen van 1 af; en
- de gewone aandelen B van B1 af.
3.1.3. Er worden geen aandeelbewijzen uitgegeven.
3.1.4. Indien bij een uitgifte meer aandelen van een bepaalde soort worden uitgegeven dan waarin het maatschappelijk kapitaal is verdeeld, zal met die uitgifte het in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal aandelen van de uitgegeven soort worden verhoogd met het aantal aandelen waarmee het aantal uitgegeven aandelen van die soort het ten tijde van de uitgifte in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal aandelen van die soort overschrijdt, terwijl een gelijk aantal aandelen in mindering wordt gebracht op de in het maatschappelijk kapitaal begrepen aandelen van de andere soort met dien verstande dat het aantal aandelen van de betreffende soort in het maatschappelijk kapitaal niet verder zal worden verhoogd dan het aantal niet uitgegeven aandelen in het maatschappelijk kapitaal van de andere soort.
3.1.5. Van een wijziging van het aantal aandelen van een bepaalde soort dat is begrepen in het maatschappelijk kapitaal wordt binnen acht (8) dagen na de wijziging opgave gedaan bij het handelsregister.
Uitgifte van aandelen. Artikel 3.2.
3.2.1. Aandelen worden uitgegeven op grond van een door de raad van commissarissen goedgekeurd besluit van de raad van bestuur indien de raad van bestuur daartoe bij besluit van de algemene vergadering voor een bepaalde duur van ten hoogste vijf (5) jaren is aangewezen. Het besluit van de algemene vergadering tot deze aanwijzing moet bepalen hoeveel aandelen van welke soort mogen worden uitgegeven. De aanwijzing kan telkens voor niet langer dan vijf (5) jaren worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, kan de aanwijzing niet worden ingetrokken.
3.2.2. Indien en voor zover de raad van bestuur niet is aangewezen als bedoeld in artikel 3.2.1, heeft de algemene vergadering de bevoegdheid te besluiten tot de uitgifte van aandelen op een door de raad van commissarissen goedgekeurd voorstel van de raad van bestuur.
3.2.3. De artikelen 3.2.1 en 3.2.2 zijn van overeenkomstige toepassing op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen, maar zijn niet van toepassing op het uitgeven van aandelen aan een persoon die een recht tot het nemen van aandelen uitoefent.
3.2.4. Behoudens het bepaalde in artikel 2:80 BW, mag de uitgifteprijs niet lager zijn dan de nominale waarde van de aandelen.
Storting op aandelen.
Artikel 3.3.
3.3.1. Aandelen worden enkel uitgegeven tegen storting van het gehele bedrag waartegen deze aandelen zijn uitgegeven en met inachtneming van de artikelen 2:80a en 2:80b BW.
3.3.2. Storting op een aandeel moet in geld geschieden voor zover niet een andere inbreng is overeengekomen. Storting anders dan in geld geschiedt met inachtneming van artikel
2:94b BW.
3.3.3. Storting kan geschieden in een buitenlandse valuta indien de vennootschap hierin toestemt en met inachtneming van artikel 2:80a lid 3 BW.
3.3.4. De raad van bestuur kan rechtshandelingen als bedoeld in artikel 2:94 BW verrichten zonder de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
Voorkeursrecht. Artikel 3.4.
3.4.1. Bij uitgifte van aandelen heeft iedere aandeelhouder een voorkeursrecht naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelen, met dien verstande dat dit voorkeursrecht toepassing mist ten aanzien van:
a. aandelen die worden uitgegeven aan werknemers van de vennootschap of van een groepsmaatschappij; en
b. aandelen die worden uitgegeven tegen inbreng anders dan in geld.
3.4.2. Het voorkeursrecht kan worden beperkt of uitgesloten bij besluit van de algemene vergadering genomen op een door de raad van commissarissen goedgekeurd voorstel van de raad van bestuur. De raad van bestuur heeft, na goedkeuring van de raad van commissarissen, de bevoegdheid te besluiten tot de beperking of de uitsluiting van het voorkeursrecht, indien en voor zover de raad van bestuur daartoe door de algemene vergadering voor een bepaalde duur van ten hoogste vijf (5) jaren is aangewezen. Deze aanwijzing kan telkens voor niet langer dan vijf (5) jaren worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, kan zij niet worden ingetrokken.
Voor een besluit van de algemene vergadering tot het beperken of uitsluiten van de voorkeursrechten en voor een besluit tot het aanwijzen van de raad van bestuur als bedoeld in dit artikel 3.4.2 is een twee/derde (2/3) meerderheid van de uitgebrachte stemmen vereist indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter vergadering is vertegenwoordigd.
3.4.3. Onverminderd het bepaalde in artikel 2:96a BW stelt de algemene vergadering respectievelijk de raad van bestuur bij het nemen van een besluit tot uitgifte van aandelen vast op welke wijze en in welk tijdvak deze voorkeursrechten kunnen worden uitgeoefend.
3.4.4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen, maar is niet van toepassing op het uitgeven van aandelen aan een persoon die een recht tot het nemen van aandelen uitoefent.
Certificaten.
Artikel 3.5.
De vennootschap is bevoegd medewerking te verlenen aan de uitgifte van certificaten van aandelen. Aan iedere houder van dergelijke certificaten komen vergaderrechten toe. De vennootschap verleent geen medewerking aan de uitgifte van certificaten aan toonder van aandelen.
Hoofdstuk 4
Verkrijging van eigen aandelen. Artikel 4.1.
4.1.1. Verkrijging door de vennootschap van eigen aandelen anders dan om niet kan slechts plaatsvinden indien en voor zover de algemene vergadering de raad van bestuur
daartoe heeft gemachtigd. Deze machtiging is slechts geldig voor een bepaalde duur van ten hoogste achttien (18) maanden en kan telkens voor niet langer dan achttien
(18) maanden worden verlengd. De algemene vergadering bepaalt in de machtiging hoeveel aandelen mogen worden verkregen, hoe zij mogen worden verkregen en tussen welke grenzen de prijs moet liggen. Het besluit van de raad van bestuur tot verkrijging van eigen aandelen is onderworpen aan goedkeuring van de raad van commissarissen. Verkrijging door de vennootschap van niet volgestorte aandelen is nietig.
4.1.2. De machtiging van de algemene vergadering als bedoeld in artikel 4.1.1 is niet vereist indien de vennootschap volgestorte aandelen verkrijgt om deze aandelen, krachtens een voor hen geldende werknemersregeling, over te dragen aan werknemers in dienst van de vennootschap of van een groepsmaatschappij, op de voorwaarde dat deze aandelen zijn opgenomen in een prijscourant van een beurs.
4.1.3. Onder het begrip aandelen in dit artikel zijn certificaten daarvan begrepen.
Kapitaalvermindering.
Artikel 4.2.
4.2.1. De algemene vergadering kan op een door de raad van commissarissen goedgekeurd voorstel van de raad van bestuur besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door (i) het nominale bedrag van de aandelen bij statutenwijziging te verlagen, of (ii) intrekking van:
a. aandelen die de vennootschap zelf houdt of waarvan zij de certificaten houdt; of
b. alle aandelen van een soort onder terugbetaling van het op die aandelen gestorte bedrag en, voor zover van toepassing, terugbetaling van de aan die betreffende soort aandelen verbonden agioreserve en met gelijktijdige ontheffing van de verplichting tot volstorting voor zover geen volstorting heeft plaatsgehad.
4.2.2. Gedeeltelijke terugbetaling op aandelen ter uitvoering van een besluit tot vermindering van hun nominale bedrag kan ook uitsluitend op de aandelen van een bepaalde soort geschieden.
Hoofdstuk 5
Wijze van levering van aandelen. Artikel 5.
5.1. Levering van rechten die een aandeelhouder heeft met betrekking tot aandelen die zijn opgenomen in het giraal systeem in de zin van de Wet giraal effectenverkeer, geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de Wet giraal effectenverkeer.
5.2. Voor de levering van een aandeel op naam is een daartoe bestemde akte vereist en, behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij die rechtshandeling partij is, schriftelijke erkenning door de vennootschap van de levering. Met de erkenning staat gelijk de betekening van de akte, of een notarieel afschrift of uittreksel daarvan, aan de vennootschap.
5.3. Het voorgaande lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de levering van een recht van vruchtgebruik op een aandeel.
Hoofdstuk 6 Aandeelhoudersregister. Artikel 6.1.
6.1.1. De raad van bestuur houdt een register van aandeelhouders. Het register wordt regelmatig bijgehouden.
6.1.2. De naam, het adres en de verdere door de wet vereiste of door de raad van bestuur passend geachte informatie van elke aandeelhouder worden vermeld in het aandeelhoudersregister.
6.1.3. Op zijn verzoek wordt aan een aandeelhouder kosteloos een schriftelijk bewijs verstrekt van de inhoud van het aandeelhoudersregister met betrekking tot de op zijn naam geregistreerde aandelen.
6.1.4. Het bepaalde in de artikelen 6.1.2 en 6.1.3 is van overeenkomstige toepassing op personen die een recht van vruchtgebruik op een of meer aandelen hebben.
Gemeenschap.
Artikel 6.2.
Indien een of meer aandelen tot een gemeenschap behoren, die niet wordt gekwalificeerd als een gemeenschap van eigendom als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer, kunnen de deelgenoten in die gemeenschap zich slechts tegenover de vennootschap doen vertegenwoordigen door een (1) persoon, die zij daartoe gezamenlijk schriftelijk aanwijzen.
De raad van bestuur kan, al dan niet onder het stellen van bepaalde voorwaarden, ontheffing verlenen ten aanzien van het bepaalde in dit artikel.
Pandrecht.
Artikel 6.3.
Op aandelen kan geen pandrecht worden gevestigd.
Vruchtgebruik.
Artikel 6.4.
6.4.1. Op aandelen kan een recht van vruchtgebruik worden gevestigd.
6.4.2. Indien op een aandeel een recht van vruchtgebruik is gevestigd komt het aan dat aandeel verbonden stemrecht toe aan de aandeelhouder, tenzij het stemrecht bij de vestiging van het recht van vruchtgebruik aan de houder van het recht van vruchtgebruik is toegekend.
6.4.3. Aandeelhouders die vanwege een recht van vruchtgebruik geen stemrecht hebben, hebben vergaderrecht. Vruchtgebruikers die geen stemrecht hebben, hebben geen vergaderrecht.
Hoofdstuk 7
Raad van bestuur. Raad van commissarissen. Geschiktheid en betrouwbaarheid. Artikel 7.1.
7.1.1. Elk lid van de raad van bestuur is tegenover de vennootschap gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot deze taak behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere leden van de raad van bestuur zijn toebedeeld. Bij de vervulling van zijn taak richt het lid van de raad van bestuur zich naar het belang van de vennootschap zoals nader omschreven in artikel
2.3. Elk lid van de raad van bestuur draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken binnen de vennootschap.
7.1.2. De raad van commissarissen oefent toezicht uit op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De raad van commissarissen staat de raad van bestuur met raad ter
zijde. Bij de vervulling van zijn taak richt het lid van de raad van commissarissen zich naar het belang van de vennootschap zoals nader omschreven in artikel 2.3.
7.1.3. Slechts personen van wie de bevoegde toezichthouder heeft bepaald dat zij voldoen aan de geschiktheidsvereisten en betrouwbaarheidsvereisten voortvloeiend uit de sectorregelgeving kunnen als lid van de raad van bestuur of lid van de raad van commissarissen in functie treden.
Raad van bestuur: benoeming, schorsing en ontslag. Artikel 7.2.
7.2.1. Leden van de raad van bestuur worden benoemd door de raad van commissarissen. De raad van commissarissen bepaalt het aantal leden van de raad van bestuur. De raad van commissarissen geeft de algemene vergadering kennis van een voorgenomen benoeming van een lid van de raad van bestuur.
7.2.2. Een lid van de raad van bestuur wordt benoemd voor een periode die eindigt op het tijdstip van sluiting van de eerstvolgende algemene vergadering die wordt gehouden na afloop van een periode van vier (4) jaren na de laatste benoeming van het betreffende lid van de raad van bestuur, tenzij bij de benoeming een kortere periode wordt bepaald. Een lid van de raad van bestuur kan worden herbenoemd met inachtneming van de vorige zin. De raad van commissarissen stelt een rooster van aftreden op voor de leden van de raad van bestuur.
7.2.3. De raad van commissarissen kan een lid van de raad van bestuur te allen tijde schorsen of ontslaan, met dien verstande dat hij een lid van de raad van bestuur niet ontslaat dan nadat de algemene vergadering over het voorgenomen ontslag is gehoord.
7.2.4. Indien de raad van commissarissen een lid van de raad van bestuur heeft geschorst, dient de raad van commissarissen binnen drie (3) maanden na ingang van de schorsing te besluiten hetzij tot ontslag hetzij tot opheffing of handhaving van de schorsing; bij gebreke van een dergelijk besluit vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie (3) maanden, ingaande op de dag waarop de raad van commissarissen het besluit tot handhaving heeft genomen.
Een geschorst lid van de raad van bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering waarin de algemene vergadering over zijn ontslag wordt gehoord, te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
7.2.5. Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van een of meer leden van de raad van bestuur zijn de overblijvende leden van de raad van bestuur of is het enig overblijvende lid van de raad van bestuur tijdelijk met het bestuur belast, onverminderd de bevoegdheid van de raad van commissarissen om een tijdelijk lid van de raad van bestuur ter vervanging van het lid van de raad van bestuur waarop het belet of de ontstentenis van toepassing is aan te wijzen.
Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van alle leden van de raad van bestuur of het enige lid van de raad van bestuur is de raad van commissarissen tijdelijk met het bestuur belast; de raad van commissarissen is alsdan bevoegd om een of meer tijdelijke leden van de raad van bestuur aan te wijzen.
Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van alle leden van de raad van bestuur of het enige lid van de raad van bestuur neemt de raad van commissarissen zo spoedig mogelijk de
nodige maatregelen om een definitieve voorziening te doen treffen. Onder belet wordt verstaan:
x. xxxxxxxxx;
b. ziekte; en
c. onbereikbaarheid,
in de gevallen bedoeld onder sub b en c zonder dat gedurende een termijn van vijf (5) dagen de mogelijkheid van contact tussen het betreffende lid van de raad van bestuur en de vennootschap heeft bestaan, tenzij de raad van commissarissen in een voorkomend geval een andere termijn vaststelt.
Raad van bestuur: besluitvorming. Artikel 7.3.
7.3.1. Indien er meer dan een (1) lid van de raad van bestuur is, zal de raad van commissarissen een van de leden van de raad van bestuur tot voorzitter van de raad van bestuur benoemen.
7.3.2. De raad van bestuur kan een schriftelijk reglement vaststellen waarin onder meer kan worden bepaald op welke wijze(n) besluitvorming kan plaatsvinden. Het vaststellen en wijzigen van het reglement is onderhevig aan de goedkeuring van de raad van commissarissen. Voorts kunnen de leden van de raad van bestuur, al dan niet bij reglement, na goedkeuring van de raad van commissarissen, hun taken onderling verdelen.
7.3.3. Een lid van de raad van bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Wanneer hierdoor geen besluit van de raad van bestuur kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen.
7.3.4. De raad van bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits met inachtneming van het reglement als bedoeld in artikel 7.3.2.
7.3.5. Artikel 7.3.3 is van overeenkomstige toepassing op de besluitvorming van de raad van bestuur buiten vergadering.
7.3.6. De goedkeuring van de algemene vergadering is vereist voor besluiten van de raad van bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming, waaronder in ieder geval:
a. overdracht van de onderneming of vrijwel de gehele onderneming aan een derde;
b. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vennootschap of een dochtermaatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennote in een personenvennootschap, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap; en
c. het nemen of afstoten van een deelneming in het kapitaal van een vennootschap ter waarde van ten minste een/derde (1/3) van het eigen vermogen van de vennootschap, vastgesteld op basis van de geconsolideerde balans met toelichting volgens de laatst vastgestelde jaarrekening, door de vennootschap of een dochtermaatschappij.
7.3.7. Aan de goedkeuring van de raad van commissarissen zijn onderworpen de besluiten
van de raad van bestuur omtrent:
a. uitgifte en verkrijging van aandelen in en schuldbrieven ten laste van de vennootschap of van schuldbrieven ten laste van een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma waarvan de vennootschap volledig aansprakelijke vennote is;
b. medewerking aan de uitgifte van certificaten van aandelen;
c. het aanvragen van toelating van de onder a en b bedoelde stukken tot de handel op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is dan wel het aanvragen van een intrekking van zodanige toelating;
d. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vennootschap of een afhankelijke maatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennote in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap;
e. het nemen van een deelneming ter waarde van ten minste vijftig miljoen euro (EUR 50.000.000,--) of indien dit lager is, een/vierde (1/4) van het bedrag van het geplaatste kapitaal met de reserves volgens de balans met toelichting van de vennootschap, door haar of een afhankelijke maatschappij in het kapitaal van een andere vennootschap, alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulk een deelneming;
f. investeringen welke een bedrag gelijk aan ten minste vijftig miljoen euro
(EUR 50.000.000,--) of indien dit lager is, een vierde gedeelte van het geplaatste kapitaal met de reserves volgens de balans met toelichting van de vennootschap vereisen;
g. een voorstel tot wijziging van de statuten;
x. een voorstel tot ontbinding van de vennootschap;
i. aangifte van faillissement en aanvraag van surséance van betaling;
j. beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de vennootschap of van een afhankelijke maatschappij tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;
k. ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de vennootschap of van een afhankelijke maatschappij;
l. een voorstel tot vermindering van het geplaatste kapitaal; en
x. xxxxxxxxx tot instemming met royement van een of meer met medewerking uitgegeven certificaten dan wel beëindiging of overdracht door de stichting: Stichting Administratiekantoor Continuïteit ABN AMRO Bank van de administratie van aandelen.
7.3.8. In aanvulling op de besluiten van de raad van bestuur die op grond van de wet of de statuten goedkeuring van de raad van commissarissen behoeven, kan de raad van commissarissen andere besluiten van de raad van bestuur aan zijn goedkeuring onderwerpen. Die besluiten dienen duidelijk omschreven te worden en schriftelijk aan
de raad van bestuur te worden medegedeeld.
7.3.9. Van een besluit van de raad van bestuur kan te allen tijde blijk worden gegeven door middel van een daartoe strekkende schriftelijke verklaring van de voorzitter of de secretaris van de raad van bestuur dan wel een plaatsvervanger van de voorzitter of de secretaris van de raad van bestuur.
Raad van bestuur: bezoldiging. Artikel 7.4.
7.4.1. De vennootschap heeft een beleid met betrekking tot de bezoldiging van de raad van bestuur. In het bezoldigingsbeleid komen de in artikel 2:135a lid 6 BW omschreven onderwerpen aan de orde voor zover deze op het bestuur van toepassing zijn. Het bezoldigingsbeleid wordt door de algemene vergadering vastgesteld op voorstel van de raad van commissarissen. Het voorstel tot vaststelling van het bezoldigingsbeleid wordt niet aan de algemene vergadering aangeboden, dan nadat de wettelijke rechten van de (centrale) ondernemingsraad ten aanzien van het voorstel in acht zijn genomen.
7.4.2. De bezoldiging van leden van de raad van bestuur wordt door de raad van commissarissen vastgesteld met inachtneming van het door de algemene vergadering vastgestelde bezoldigingsbeleid.
7.4.3. Een voorstel ten aanzien van regelingen van bezoldigingen in de vorm van aandelen of rechten tot het nemen van aandelen wordt door de raad van commissarissen ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorgelegd.
Dit voorstel bepaalt ten minste het maximum aantal aandelen of rechten tot het nemen van aandelen dat aan leden van de raad van bestuur kan worden toegekend en welke criteria gelden voor toekenning of wijziging.
Vertegenwoordiging. Artikel 7.5.
7.5.1. De raad van bestuur is bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan (i) twee gezamenlijk handelende leden van de raad van bestuur en (ii) een lid van de raad van bestuur gezamenlijk handelend met een procuratiehouder aan wie de bevoegdheid daartoe is toegekend.
7.5.2. De raad van bestuur kan aan een of meer personen, al dan niet in dienst van de vennootschap, procuratie of anderszins doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid toekennen.
Raad van commissarissen: benoeming. Artikel 7.6.
7.6.1. De vennootschap heeft een raad van commissarissen, bestaande uit ten minste drie (3) leden. De raad van commissarissen bepaalt het aantal leden van de raad van commissarissen. Is het aantal leden van de raad van commissarissen minder dan drie (3), dan neemt de raad onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental.
7.6.2. De raad van commissarissen stelt een profielschets voor zijn omvang en samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de onderneming, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen bespreekt de profielschets en iedere wijziging daarvan in de algemene vergadering en met de ondernemingsraad als
bedoeld in artikel 2:158 lid 11 BW, hierna te noemen: de ondernemingsraad.
7.6.3. Leden van de raad van commissarissen worden op voordracht van de raad van commissarissen benoemd door de algemene vergadering. De algemene vergadering kan een voordracht afwijzen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:158 lid 9 BW. In het geval bedoeld in de laatste zin van artikel 2:158 lid 9 BW geschiedt de benoeming door de raad van commissarissen. Een lid van de raad van commissarissen wordt benoemd voor een periode die eindigt op het tijdstip van sluiting van de eerstvolgende algemene vergadering die wordt gehouden na afloop van een periode van vier (4) jaren na de laatste benoeming van het betreffende lid van de raad van commissarissen, tenzij bij de benoeming een kortere periode wordt bepaald. Een lid van de raad van commissarissen kan in functie zijn voor een periode van maximaal twaalf (12) jaren, al dan niet onafgebroken, tenzij de algemene vergadering anders besluit. De raad van commissarissen maakt de voordracht gelijktijdig bekend aan de algemene vergadering en aan de ondernemingsraad.
7.6.4. De algemene vergadering en de ondernemingsraad kunnen aan de raad van commissarissen personen aanbevelen om als lid van de raad van commissarissen te worden voorgedragen. De raad van commissarissen deelt hun daartoe tijdig mee wanneer, ten gevolge waarvan en overeenkomstig welk profiel in zijn midden een plaats moet worden vervuld. Indien voor de plaats het in artikel 7.6.6 bedoelde versterkte recht van aanbeveling geldt, doet de raad van commissarissen daarvan eveneens mededeling.
7.6.5. Bij een aanbeveling of voordracht tot benoeming van een lid van de raad van commissarissen worden van de kandidaat meegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep, het bedrag aan door hem gehouden aandelen en de betrekkingen die hij bekleedt of die hij heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een lid van de raad van commissarissen. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen hij reeds als lid van de raad van commissarissen is verbonden waarbij, indien zich daaronder rechtspersonen bevinden die tot eenzelfde groep behoren, met de aanduiding van die groep kan worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht tot benoeming of herbenoeming van een lid van de raad van commissarissen worden met redenen omkleed. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als lid van de raad van commissarissen heeft vervuld.
7.6.6. Voor een derde van het aantal leden van de raad van commissarissen geldt dat de raad van commissarissen een door de ondernemingsraad aanbevolen persoon op de voordracht plaatst, tenzij de raad van commissarissen bezwaar maakt tegen deze aanbeveling op grond van de verwachting dat de aanbevolen persoon ongeschikt zal zijn voor de vervulling van de taak van lid van de raad van commissarissen of dat de raad van commissarissen bij benoeming overeenkomstig de aanbeveling niet naar behoren zal zijn samengesteld. Indien het getal van de leden van de raad van commissarissen niet door drie (3) deelbaar is, wordt het naastgelegen lagere getal dat wel door drie deelbaar is in aanmerking genomen voor de vaststelling van het aantal leden waarvoor dit versterkte recht van aanbeveling geldt.
7.6.7. De benoeming door de algemene vergadering kan geschieden in dezelfde vergadering als die waarin aan de algemene vergadering gelegenheid wordt gegeven tot het doen
van de in artikel 7.6.4 bedoelde aanbeveling, mits in de oproeping tot de vergadering:
a. wordt meegedeeld wanneer, ten gevolge waarvan en overeenkomstig welk profiel een lid van de raad van commissarissen moet worden benoemd;
b. de naam wordt genoemd van xxxxxx die de raad van commissarissen zal voordragen onder vermelding dat de gegevens en de redenen van de voordracht, alle als bedoeld in artikel 7.6.5, ter kennisneming ten kantore van de vennootschap zijn neergelegd; en
c. wordt vermeld dat de voordracht slechts als voordracht geldt, indien door de algemene vergadering niet een aanbeveling in de zin van artikel 7.6.4 wordt gedaan,
een en ander onverminderd de bevoegdheden van de ondernemingsraad.
7.6.8. Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van een of meer leden van de raad van commissarissen zijn de overblijvende leden van de raad van commissarissen of is het enig overblijvende lid van de raad van commissarissen tijdelijk met het toezicht belast, onverminderd de bevoegdheid van de algemene vergadering om een tijdelijk lid van de raad van commissarissen ter vervanging van het lid van de raad van commissarissen waarop het belet of de ontstentenis van toepassing is aan te wijzen.
Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van een of meer leden van de raad van commissarissen, nemen de overblijvende leden van de raad van commissarissen zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te doen treffen. Xxxxxxx van belet of ontstentenis van alle leden van de raad van commissarissen, neemt de raad van bestuur zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen om een definitieve voorziening te doen treffen.
Onder belet wordt verstaan:
x. xxxxxxxxx;
b. ziekte; en
c. onbereikbaarheid,
in de gevallen bedoeld onder sub b en c zonder dat gedurende een termijn van vijf (5) dagen de mogelijkheid van contact tussen het betreffende lid van de raad van commissarissen en de vennootschap heeft bestaan.
Raad van commissarissen: ontbreken van alle leden. Artikel 7.7.
7.7.1. Ontbreken alle leden van de raad van commissarissen anders dan ingevolge artikel 7.9, dan geschiedt de benoeming door de algemene vergadering.
7.7.2. De ondernemingsraad kan personen voor benoeming tot lid van de raad van commissarissen aanbevelen. Degene die de algemene vergadering bijeenroept, deelt de ondernemingsraad daartoe tijdig mee dat de benoeming van leden van de raad van commissarissen onderwerp van behandeling in de algemene vergadering zal zijn, met vermelding of benoeming van een lid van de raad van commissarissen plaatsvindt overeenkomstig het aanbevelingsrecht van de ondernemingsraad op grond van artikel 7.6.4.
7.7.3. Artikel 7.6.6 is van overeenkomstige toepassing. Raad van commissarissen: aftreden van leden. Schorsing. Artikel 7.8.
7.8.1. Indien zich een tussentijdse vacature in de raad van commissarissen voordoet, geldt de raad als volledig samengesteld; alsdan wordt evenwel zo spoedig mogelijk een definitieve voorziening getroffen.
7.8.2. De ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam, hierna te noemen: de ondernemingskamer, kan op een desbetreffend verzoek een lid van de raad van commissarissen ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan handhaving als lid van de raad van commissarissen redelijkerwijze niet van de vennootschap kan worden verlangd. Het verzoek kan worden ingediend door de vennootschap, ten deze vertegenwoordigd door de raad van commissarissen, alsmede door een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de algemene vergadering of van de ondernemingsraad.
7.8.3. Een lid van de raad van commissarissen kan worden geschorst door de raad van commissarissen; de schorsing vervalt van rechtswege indien de vennootschap niet binnen een maand na de aanvang van de schorsing een verzoek als bedoeld in het vorige lid bij de ondernemingskamer heeft ingediend.
Raad van commissarissen: opzeggen van vertrouwen. Artikel 7.9.
7.9.1. De algemene vergadering kan bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, vertegenwoordigend ten minste een derde van het geplaatste kapitaal, het vertrouwen in de raad van commissarissen opzeggen. Een besluit als bedoeld in de vorige zin kan niet met gebruikmaking van artikel 2:120 lid 3 BW worden genomen.
Het besluit tot het opzeggen van het vertrouwen in de raad van commissarissen is met redenen omkleed. Het besluit kan niet worden genomen ten aanzien van leden van de raad van commissarissen die zijn aangesteld door de ondernemingskamer overeenkomstig artikel 7.9.3.
7.9.2. Een besluit als bedoeld in artikel 7.9.1 wordt niet genomen dan nadat de raad van bestuur de ondernemingsraad van het voorstel voor het besluit en de gronden daartoe in kennis heeft gesteld. Indien de ondernemingsraad een standpunt over het voorstel bepaalt, stelt de raad van bestuur de raad van commissarissen en de algemene vergadering van dit standpunt op de hoogte. De ondernemingsraad kan zijn standpunt in de algemene vergadering doen toelichten.
7.9.3. Het besluit bedoeld in artikel 7.9.1 heeft het onmiddellijk ontslag van de leden van de raad van commissarissen tot gevolg. De raad van bestuur verzoekt onverwijld aan de ondernemingskamer tijdelijk een of meer leden van de raad van commissarissen aan te stellen. De ondernemingskamer regelt de gevolgen van de aanstelling.
7.9.4. De ingevolge artikel 7.9.3 aangestelde raad van commissarissen bevordert dat binnen een door de ondernemingskamer vastgestelde termijn een nieuwe raad wordt samengesteld met inachtneming van artikel 7.6.
Raad van commissarissen: besluitvorming. Artikel 7.10.
7.10.1. De raad van commissarissen benoemt uit zijn midden een voorzitter. De raad van commissarissen benoemt daarnaast, al dan niet uit zijn midden, een secretaris. Bovendien kan de raad van commissarissen uit zijn midden een of meer gedelegeerde
commissarissen benoemen die belast zijn met het onderhouden van een meer regelmatig contact met de raad van bestuur; van hun bevindingen brengen zij aan de raad van commissarissen verslag uit. De functies van voorzitter van de raad van commissarissen en gedelegeerd commissaris zijn verenigbaar.
7.10.2. De raad van commissarissen kan een schriftelijk reglement opstellen, waarin onder meer kan worden bepaald op welke wijze(n) besluitvorming kan plaatsvinden. Daarnaast kunnen de leden van de raad van commissarissen, al dan niet bij reglement, hun taken onderling verdelen.
7.10.3. De raad van commissarissen kan bepalen dat een of meer van zijn leden toegang zullen hebben tot alle bedrijfsruimten van de vennootschap en bevoegd zullen zijn inzage te nemen van alle boeken, correspondentie en andere bescheiden en kennis te nemen van alle handelingen die plaats hebben gehad, dan wel een gedeelte van deze bevoegdheden zullen kunnen uitoefenen.
7.10.4. De leden van de raad van bestuur zijn, indien zij daartoe worden uitgenodigd, verplicht de vergaderingen van de raad van commissarissen bij te wonen en aldaar alle door die raad verlangde inlichtingen te verstrekken.
7.10.5. Een lid van de raad van commissarissen neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Wanneer de raad van commissarissen hierdoor geen besluit kan nemen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
7.10.6. De raad van commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits met inachtneming van het reglement bedoeld in artikel 7.10.2.
7.10.7. Artikel 7.10.5 is van overeenkomstige toepassing op de besluitvorming van de raad van commissarissen buiten vergadering.
7.10.8. De raad van commissarissen kan op kosten van de vennootschap adviezen inwinnen die de raad van commissarissen voor een juiste uitoefening van zijn taak wenselijk acht.
7.10.9. Van een besluit van de raad van commissarissen kan te allen tijde blijk worden gegeven door middel van een daartoe strekkende schriftelijke verklaring van de voorzitter of de secretaris van de raad van commissarissen dan wel een plaatsvervanger van de voorzitter of de secretaris van de raad van commissarissen.
Raad van commissarissen: bezoldiging. Artikel 7.11.
7.11.1. De vennootschap heeft een beleid met betrekking tot de bezoldiging van de raad van commissarissen. In het bezoldigingsbeleid komen de in artikel 2:135a lid 6 BW omschreven onderwerpen aan de orde voor zover deze op de raad van commissarissen van toepassing zijn. Het bezoldigingsbeleid wordt door de algemene vergadering vastgesteld op voorstel van de raad van commissarissen. Het voorstel tot vaststelling van het bezoldigingsbeleid wordt niet aan de algemene vergadering aangeboden, dan nadat de wettelijke rechten van de (centrale) ondernemingsraad ten aanzien van het voorstel in acht zijn genomen.
7.11.2. De bezoldiging van leden van de raad van commissarissen wordt door de algemene vergadering vastgesteld met inachtneming van het bezoldigingsbeleid. De in
redelijkheid gemaakte onkosten van leden van de raad van commissarissen worden hun vergoed.
Vrijwaring. Artikel 7.12.
7.12.1. Voor zover uit de Nederlandse wet niet anders voortvloeit, worden aan leden en voormalige leden van de raad van bestuur of de raad van commissarissen vergoed:
a. de redelijke kosten van het voeren van verdediging tegen aanspraken wegens een handelen of nalaten in de uitoefening van hun functie of van een andere functie die zij op verzoek van de vennootschap vervullen of hebben vervuld;
b. eventuele schadevergoedingen of boetes die zij verschuldigd zijn wegens een hierboven onder a vermeld handelen of nalaten; en
c. de redelijke kosten van het optreden in andere rechtsgedingen waarin zij als lid of als voormalig lid van de raad van bestuur of de raad van commissarissen zijn betrokken, met uitzondering van de gedingen waarin zij hoofdzakelijk een eigen vordering geldend maken.
Een betrokkene heeft geen aanspraak op de hiervoor bedoelde vergoeding indien en voor zover:
a. door de bevoegde rechter of, in het geval van arbitrage, door een arbiter, bij kracht van gewijsde is vastgesteld dat het handelen of nalaten van de betrokkene kan worden gekenschetst als opzettelijk, bewust roekeloos of ernstig verwijtbaar, tenzij uit de Nederlandse wet anders voortvloeit of zulks in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn; of
b. de kosten of het vermogensverlies van de betrokkene is gedekt door een verzekering en de verzekeraar deze kosten of dit vermogensverlies heeft uitbetaald.
Indien en voor zover door de bevoegde rechter of, in het geval van arbitrage, door een arbiter, bij kracht van gewijsde is vastgesteld dat de betrokkene geen aanspraak heeft op de vergoeding als hiervoor bedoeld, is hij gehouden de door de vennootschap vergoede bedragen terstond terug te betalen.
Het bepaalde in de tweede en de derde volzin van dit artikel 7.12.1 is niet van toepassing indien de rechter die tot deze vaststelling is gekomen een buitenlandse rechter is terwijl de Nederlandse rechter ter zake ook bevoegd was geweest.
7.12.2. De vennootschap kan ten behoeve van de betrokkenen verzekeringen tegen aansprakelijkheid afsluiten.
7.12.3. De raad van bestuur kan, al dan niet bij overeenkomst, nadere uitvoering geven aan het vorenstaande.
Hoofdstuk 8
Algemene vergaderingen. Artikel 8.1.
8.1.1. Algemene vergaderingen worden gehouden in Amsterdam, Den Haag, Haarlemmermeer (Schiphol), Rotterdam of Utrecht.
8.1.2. Jaarlijks, uiterlijk dertig juni, wordt een algemene vergadering gehouden.
8.1.3. De raad van bestuur en de raad van commissarissen verschaffen de algemene
vergadering alle verlangde inlichtingen, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. Indien door de raad van bestuur of door de raad van commissarissen een beroep wordt gedaan op een zwaarwichtig belang, wordt dit beroep gemotiveerd toegelicht.
Algemene vergaderingen: bijeenroeping Artikel 8.2.
8.2.1. Algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door de raad van bestuur of door de raad van commissarissen.
8.2.2. Een of meer houders van aandelen die alleen of gezamenlijk ten minste het percentage van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen als wettelijk vereist, kunnen door de voorzieningenrechter van de rechtbank op hun verzoek worden gemachtigd tot de bijeenroeping van een algemene vergadering.
Algemene vergaderingen: oproep en agenda. Artikel 8.3.
8.3.1. De oproeping geschiedt met inachtneming van de wettelijke oproepingstermijn. De oproeping voor een vergadering voor een besluit tot uitgifte van aandelen kan geschieden met inachtneming van een oproepingstermijn van ten minste tien (10) dagen indien voldaan is aan de voorwaarden om maatregelen op te leggen op grond van de sectorregelgeving en de uitgifte van aandelen noodzakelijk is om te voorkomen dat aan de voorwaarden voor afwikkeling als bedoeld in de sectorregelgeving wordt voldaan. Voor een algemene vergadering die is opgeroepen onder toepassing van de tweede zin van dit artikel, zal de in artikel 8.4.1. bedoelde dag van registratie de tweede dag na de dag van de oproeping zijn.
8.3.2. De oproeping geschiedt door een langs elektronische weg openbaar gemaakte aankondiging, welke tot aan de algemene vergadering rechtstreeks en permanent toegankelijk is.
8.3.3. Bij de oproeping worden vermeld:
a. de te behandelen onderwerpen;
b. de plaats en het tijdstip van de algemene vergadering;
c. de procedure voor deelname aan de algemene vergadering bij schriftelijk gevolmachtigde; en
d. de procedure voor deelname aan de algemene vergadering door middel van een elektronisch communicatiemiddel, indien dit recht overeenkomstig artikel 8.4.3 kan worden uitgeoefend, alsmede het adres van de website van de vennootschap.
8.3.4. De agenda van de jaarlijkse algemene vergadering bevat naast de door de wet voorgeschreven onderwerpen en de onderwerpen die met inachtneming van artikel
8.3.5 op de agenda zijn geplaatst, de bespreking van het reserverings- en dividendbeleid van de vennootschap.
8.3.5. Een onderwerp, waarvan de behandeling schriftelijk is verzocht door een of meer aandeelhouders die alleen of gezamenlijk ten minste het percentage van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen als wettelijk vereist, wordt opgenomen in de oproeping of op dezelfde wijze aangekondigd indien de vennootschap het met redenen omklede verzoek niet later dan op de dag die de wet voorschrijft, heeft ontvangen.
Algemene vergaderingen: bijwonen van vergaderingen. Artikel 8.4.
8.4.1. Als vergadergerechtigden hebben te gelden, personen die op de door de wet bepaalde dag van registratie die rechten hebben en als zodanig zijn ingeschreven in een door de raad van bestuur aangewezen register, ongeacht wie ten tijde van de algemene vergadering de rechthebbenden op de aandelen zijn.
8.4.2. De raad van bestuur kan besluiten dat door middel van een elektronisch communicatiemiddel kennis genomen kan worden van de verhandelingen ter vergadering.
8.4.3. De raad van bestuur kan besluiten dat iedere vergadergerechtigde bevoegd is om, in persoon of bij schriftelijke gevolmachtigde, door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, op voorwaarde dat de vergadergerechtigde via het elektronische communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd en bovendien rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter de betreffende vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. De raad van bestuur kan voorwaarden verbinden aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel, mits deze voorwaarden redelijk en noodzakelijk zijn voor de identificatie van de aandeelhouder en de betrouwbaarheid en veiligheid van de communicatie. Deze voorwaarden worden bij de oproeping tot de algemene vergadering bekend gemaakt en op de website van de vennootschap geplaatst.
8.4.4. De leden van de raad van bestuur en de leden van de raad van commissarissen zijn bevoegd de algemene vergadering bij te wonen en hebben als zodanig in de algemene vergadering een raadgevende stem.
8.4.5. De voorzitter van de vergadering kan derden toelaten tot de algemene vergadering.
8.4.6. De voorzitter van de vergadering beslist omtrent alle kwesties die verband houden met de toelating tot de algemene vergadering.
Algemene vergaderingen: vergaderorde, notulen. Artikel 8.5.
8.5.1. De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van commissarissen die echter, ook indien hij zelf aanwezig is, een ander in zijn plaats met de leiding van de vergadering kan belasten. Bij afwezigheid van de voorzitter van de raad van commissarissen zonder dat hij een ander met de leiding van de vergadering belast heeft, benoemen de aanwezige leden van de raad van commissarissen een van hen tot voorzitter. Indien er geen leden van de raad van commissarissen aanwezig zijn, wordt de vergadering voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur, of, bij afwezigheid van de voorzitter van de raad van bestuur, door een door de raad van bestuur aangewezen lid van de raad van bestuur. De voorzitter wijst de secretaris aan.
8.5.2. De voorzitter van de vergadering stelt de vergaderorde vast met inachtneming van de agenda en is bevoegd de spreektijd te beperken of andere maatregelen te nemen om een ordelijk verloop van de vergadering te waarborgen.
8.5.3. Alle kwesties die verband houden met de gang van zaken in of ter zake van de vergadering, worden beslist door de voorzitter van de vergadering.
8.5.4. Tenzij van de vergadering een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden van
de vergadering notulen opgemaakt. Notulen worden vastgesteld door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en secretaris getekend.
8.5.5. Een door de voorzitter en de secretaris van de vergadering getekende schriftelijke bevestiging dat de algemene vergadering een besluit heeft genomen, geldt als bewijs van een dergelijk besluit tegenover derden.
Algemene vergaderingen: besluitvorming. Artikel 8.6.
8.6.1. De algemene vergadering besluit bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, tenzij de wet of de statuten anders bepalen.
8.6.2. Ieder aandeel geeft recht op het uitbrengen van een (1) stem op de algemene vergadering.
Blanco stemmen, onthoudingen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt.
8.6.3. Voor een aandeel dat toebehoort aan de vennootschap of aan een dochtermaatschappij daarvan kan in de algemene vergadering geen stem worden uitgebracht. Vruchtgebruikers van aandelen die aan de vennootschap en haar dochtermaatschappijen toebehoren zijn niet van het stemrecht uitgesloten indien het vruchtgebruik was gevestigd voordat het aandeel aan de vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan toebehoorde en het stemrecht bij de vestiging van het recht van vruchtgebruik aan de vruchtgebruiker werd toegekend. De vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan kan geen stem uitbrengen voor een aandeel waarop zij een recht van vruchtgebruik heeft.
8.6.4. De voorzitter bepaalt de wijze van stemming.
8.6.5. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming in de algemene vergadering is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover wordt gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
8.6.6. Over alle geschillen betreffende de stemmingen, waarin bij de wet of de statuten niet is voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering.
Hoofdstuk 9
Boekjaar. Jaarstukken.
Artikel 9.1.
9.1.1. Het boekjaar van de vennootschap is het kalenderjaar.
9.1.2. Jaarlijks, binnen de daartoe door de wet gestelde termijn, maakt de raad van bestuur een jaarrekening op. De jaarrekening gaat vergezeld van de verklaring van de accountant bedoeld in artikel 9.2.1, van het bestuursverslag en van de overige gegevens, voor zover die bij de stukken moeten worden gevoegd. De jaarrekening wordt ondertekend door alle leden van de raad van bestuur en alle leden van de raad van commissarissen; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgaaf van de reden melding gemaakt.
9.1.3. De vennootschap zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de in artikel 9.1.2 bedoelde overige gegevens vanaf de dag van de oproeping tot de algemene vergadering bestemd tot hun behandeling, op het adres van de
vennootschap aanwezig zijn.
De vergadergerechtigden kunnen die stukken daar inzien en daarvan kosteloos een afschrift verkrijgen. De raad van bestuur zendt de jaarrekening ook toe aan de ondernemingsraad.
9.1.4. De algemene vergadering stelt de jaarrekening vast.
9.1.5. In de algemene vergadering waarin over de vaststelling van de jaarrekening wordt besloten, kunnen afzonderlijke voorstellen tot het verlenen van kwijting aan de leden van de raad van bestuur en aan de leden van de raad van commissarissen voor de uitoefening van hun taak aan de orde worden gesteld. De kwijting strekt niet verder dan voor zover van die taakuitoefening blijkt uit de jaarrekening of uit informatie die anderszins aan de algemene vergadering is verstrekt.
Accountant.
Artikel 9.2.
9.2.1. De algemene vergadering geeft aan een registeraccountant, voor een periode van maximaal drie (3) jaar opdracht om elk boekjaar de door de raad van bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken overeenkomstig artikel 2:393 lid 3 BW. De opdracht kan worden verleend aan een organisatie waarin registeraccountants samenwerken. De raad van commissarissen doet daartoe een voordracht, waarbij zowel een door de raad van commissarissen ingestelde 'audit committee' als de raad van bestuur aan de raad van commissarissen advies uitbrengen.
9.2.2. Indien de algemene vergadering niet overgaat tot het verlenen van een dergelijke opdracht, dan is de raad van commissarissen bevoegd.
9.2.3. De aan de accountant verleende opdracht kan worden ingetrokken door de algemene vergadering en door degene die de opdracht heeft verleend; de door de raad van bestuur verleende opdracht kan bovendien door de raad van commissarissen worden ingetrokken. De opdracht kan enkel worden ingetrokken om gegronde redenen met inachtneming van artikel 2:393 lid 2 BW.
9.2.4. De accountant brengt van zijn onderzoek verslag uit aan de raad van bestuur en de raad van commissarissen en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Het functioneren van de accountant zal jaarlijks worden geëvalueerd door de raad van commissarissen en de uitkomst van deze evaluatie zal tijdens de jaarvergadering door de raad van commissarissen worden besproken.
9.2.5. Zowel de raad van bestuur als de raad van commissarissen kan aan de hiervoor bedoelde accountant of aan een andere accountant op kosten van de vennootschap opdrachten (anders dan hiervoor bedoeld) verstrekken.
Hoofdstuk 10
Winst en verlies: uitkeringen op aandelen. Artikel 10.1.
10.1.1. De raad van bestuur houdt een agioreserve en een winstreserve aan voor iedere soort aandelen, tot welke reserves slechts de houders van aandelen van die soort gerechtigd zijn.
10.1.2. De vennootschap kan slechts uitkeringen doen op aandelen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het
kapitaal, vermeerderd met de reserves die op grond van de wet moeten worden aangehouden.
10.1.3. Uitkering van winst, waaronder wordt verstaan het batig resultaat na belastingen zoals blijkt uit de vastgestelde jaarrekening, geschiedt na de vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is, onverminderd het overigens in de statuten bepaalde.
10.1.4. De raad van bestuur stelt, na goedkeuring van de raad van commissarissen, een reserverings- en dividendbeleid vast.
10.1.5. De raad van bestuur kan, na goedkeuring van de raad van commissarissen, bepalen dat enig bedrag van de winst wordt toegevoegd aan de reserves.
10.1.6. Hetgeen van de winst overblijft na toepassing van artikel 10.1.5 staat ter beschikking van de algemene vergadering. De algemene vergadering kan besluiten tot reservering of tot uitkering aan de houders van aandelen.
10.1.7. Zowel de raad van bestuur als de algemene vergadering op voorstel van de raad van bestuur is bevoegd, onder goedkeuring van de raad van commissarissen, om te bepalen dat een uitkering op aandelen niet in geld maar in de vorm van aandelen zal worden gedaan of te bepalen dat houders van aandelen de keuze wordt gelaten om de uitkering in geld en/of in de vorm van aandelen te ontvangen, een en ander uit de winst en/of uit een reserve. De raad van bestuur stelt, onder goedkeuring van de raad van commissarissen, de voorwaarden vast waaronder een dergelijke keuze kan worden gedaan.
10.1.8. Met inachtneming van het overigens in dit artikel 10.1 bepaalde, kan de algemene vergadering op door een door de raad van commissarissen goedgekeurd voorstel van de raad van bestuur besluiten tot uitkeringen aan houders van aandelen ten laste van een of meer reserves die niet op grond van de wet door de vennootschap moeten worden aangehouden of verbonden zijn aan een andere soort aandelen.
10.1.9. Op aandelen die de vennootschap zelf houdt worden geen uitkeringen gedaan, tenzij die aandelen zijn belast met een recht van vruchtgebruik.
10.1.10. De raad van bestuur is bevoegd, na goedkeuring van de raad van commissarissen, te bepalen op welke wijze een tekort dat uit de jaarrekening blijkt, zal worden verwerkt.
10.1.11. Uitkeringen zijn betaalbaar uiterlijk dertig (30) dagen na de dag waarop zij zijn vastgesteld, tenzij het orgaan dat de uitkering vaststelt een andere dag bepaalt.
10.1.12. Uitkeringen, waarover vijf (5) jaren en een (1) dag nadat zij opeisbaar zijn geworden niet is beschikt, vervallen aan de vennootschap en worden aan de reserves toegevoegd.
10.1.13. De raad van bestuur kan bepalen dat uitkeringen op aandelen ter keuze van de aandeelhouder in euro of in andere valuta betaalbaar worden gesteld.
Tussentijdse uitkeringen. Artikel 10.2.
10.2.1. Besluiten tot tussentijdse uitkeringen aan aandeelhouders of aan houders van aandelen van een bepaalde soort worden genomen door de raad van bestuur na goedkeuring van de raad van commissarissen. Een dergelijke uitkering is alleen toegestaan indien uit een tussentijdse vermogensopstelling blijkt dat aan het vereiste van artikel 10.1.2 is voldaan.
10.2.2. De tussentijdse vermogensopstelling heeft betrekking op de stand van het vermogen op
ten vroegste de eerste dag van de derde maand voor de maand waarin het besluit tot uitkering wordt bekend gemaakt. Zij wordt opgemaakt met inachtneming van in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar beschouwde waarderingsmethoden. In de vermogensopstelling worden de krachtens de wet en de statuten te reserveren bedragen opgenomen. Zij wordt ondertekend door de leden van de raad van bestuur en de leden van de raad van commissarissen. Ontbreekt de handtekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
Hoofdstuk 11
Statutenwijziging. Ontbinding. Bijzondere besluiten. Artikel 11.1.
11.1.1. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de vennootschap kan slechts worden genomen op een door de raad van commissarissen goedgekeurd voorstel van de raad van bestuur.
11.1.2. Tenzij de wet een grotere meerderheid of een groter quorum voorschrijft, worden de volgende besluiten van de algemene vergadering genomen met twee/derden van de uitgebrachte stemmen, die meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen:
a. een besluit tot statutenwijzing voor zover deze wijziging een wijziging van (i) de statutaire naam, de statutaire zetel of het statutair doel, of (ii) het bepaalde in artikel 7.3.6 dan wel dit artikel 11.1.2 betreft;
b. een besluit tot ontbinding; en
c. een besluit als bedoeld in artikel 7.3.6, eerste zin onder a. tot en met c. dan wel tweede zin onder i en ii (voor wat betreft i., voor zover deze wijziging een wijziging van de statutaire naam, de statutaire zetel of het statutair doel betreft).
Een tweede vergadering als bedoeld in artikel 2:120 lid 3 BW kan niet worden bijeengeroepen.
11.1.3. Tenzij de wet een grotere meerderheid of een quorum voorschrijft, wordt een besluit tot wijziging van de statuten anders dan bedoeld in artikel 11.1.2. sub a. genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Vereffening. Artikel 11.2.
11.2.1. Bij ontbinding van de vennootschap geschiedt de vereffening door de raad van bestuur, onder toezicht van de raad van commissarissen, tenzij de algemene vergadering anders besluit.
11.2.2. De bepalingen van de statuten blijven tijdens de vereffening voor zover mogelijk van kracht.
11.2.3. Hetgeen na de voldoening van alle schulden van het vermogen van de vennootschap is overgebleven komt toe aan de houders van gewone aandelen en gewone aandelen B in verhouding van het nominaal bedrag aan gewone aandelen en gewone aandelen B dat ieder bezit.