REGLEMENT STICHTING MERKENBESCHERMING
REGLEMENT STICHTING MERKENBESCHERMING
Artikel 1 - Algemeen
1. Dit Reglement is van toepassing op alle rechtsverhoudingen tussen Stichting Preventieve Merkenbescherming (hierna: de "Stichting") en de bij haar aangesloten merkhouders (hierna: "Deelnemers"), waaronder begrepen alle werkzaamheden die door de Stichting ten behoeve van Deelnemers worden verleend en in het bijzonder de diensten zoals omschreven in de Deelnemersovereenkomst.
2. Afwijkingen van dit Reglement zijn slechts geldig indien deze uitdrukkelijk schriftelijk zijn overeengekomen.
Artikel 2 - Doel
De Stichting heeft ten doel om zonder winstoogmerk voor zichzelf preventieve maatregelen te nemen ter bescherming van de Benelux merkrechten van haar Deelnemers.
Artikel 3 - Garantie
1. De Stichting garandeert - behoudens hetgeen in de overige bepalingen van dit artikel is bepaald - dat zij haar werkzaamheden ten behoeve van haar Deelnemers met redelijke zorgvuldigheid en deskundigheid zal uitvoeren.
2. Bij het niet voldoen aan vorenbedoelde garantie zal de Stichting de betreffende werkzaamheden of enig deel daarvan nogmaals uitvoeren.
3. De uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in lid 2. strekt tot volledige décharge van de Stichting voor haar aansprakelijkheid krachtens vorenbedoelde garantie.
4. De aansprakelijkheid van de Stichting krachtens vorenbedoelde garantie strekt in geen geval verder dan de door de Deelnemer aan de Stichting betaalde Jaarlijkse Bijdrage.
5. De onder paragraaf 3.1 bedoelde garantie wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat:
x. xx Xxxxxxxxx de Stichting schriftelijk in kennis stelt van elke beweerde niet- nakomrng van de
garantie en deze kennisgeving binnen dertig (30) dagen na het tijdstip waarop de Deelnemer de
beweerde niet-nakoming van de garantie constateert of had moeten constateren aan de Stichting meldt, doch in ieder geval binnen zestig (60) dagen na de datum waarop de Stichting
haar diensten heeft verleend; en
b. de Deelnemers zijn verplichtingen uit de Deelnemersovereenkomst is nagekomen.
6. Bij het door de Stichting observeren van mogelijk conflicterende merkdepots wordt door de Stichting
geen garantie gegeven ten aanzien van de volledigheid daarvan.
Artikel 4 - Handhaving
1. De Stichting verbindt zich jegens haar Deelnemers haar diensten naar beste weten uit te oefenen en alle daarmee verband houdende rechtshandelingen te verrichten en/of te doen verrichten.
2. In het geval dat de Stichting van mening is dat er in het Benelux Merkenblad een conflicterend merkdepot is gepubliceerd, zal de Stichting de betreffende Deelnemer hiervan onverwijld in kennis stellen.
3. In het geval dat de Deelnemer van mening is dat er sprake is van een met zijn merk conflicterend merkdepot en de Deelnemer aanspraak wenst te maken op de dienstverlening door de Stichting, is de Deelnemer gehouden om de Stichting daarvan binnen dertig (30) dagen na publicatie van het betreffende merkdepot in het Benelux Merkenblad schriftelijk op de hoogte te stellen.
4. De Stichting treedt vervolgens namens haar Deelnemer op tegen het conflicterende merkdepot en zal indien noodzakelijk namens haar Deelnemer een oppositieprocedure (doen) voeren.
5. Uitgangspunt is dat iedere juridische handeling ten behoeve van de Deelnemers zal plaatsvinden door een medewerker van de Stichting. In het geval dat de Stichting dit voor de goede uitvoering van haar werkzaamheden noodzakelijk of nuttig acht, is de Stichting steeds bevoegd om de werkzaamheden, of een deel daarvan, door een externe deskundige te laten verrichten.
6. De Stichting is bevoegd om namens haar Deelnemers onderhandelingen te voeren met de deposant van een beweerdelijk conflicterend merkdepot en dienaangaande in overleg met en na goedkeuring van de Deelnemer een minnelijke regeling te treffen.
7. In het geval dat een Deelnemer zonder schriftelijke toestemming van de Stichting een externe (merken-) gemachtigde en/of raadsman inschakelt om namens de Deelnemer tegen een
mogelijk conflicterend merkdepot op te treden, vervalt ieder recht op dienstverlening door de Stichting.
8. In het geval dat de Stichting van oordeel is dat van haar dienstverlening geen gunstige uitkomst voor de Deelnemer is te verwachten, stelt zij de Deelnemer daarvan onder opgave van redenen op de hoogte. De Deelnemer kan in dit geval geen rechten ontlenen aan de Deelnemersovereenkomst, tenzij de Deelnemer met succes een beroep doet op de geschillenregeling, zoals uiteengezet in artikel 5 van dit Reglement.
Artikel 5 - Geschillenregeling
1. Geschillen over de beoordeling van de mogelijkheden tot het succesvol voeren van een
oppositieprocedure.
a. In het geval dat een Deelnemer bezwaar heeft tegen het oordeel van de Stichting over het door
haar te verwachten gevolg van de door de Stichting te voeren oppositieprocedure, kan de
Deelnemer de zaak voorleggen aan een door de Deelnemer en de Stichting gezamenlijk
gekozen merkengemachtigde of raadsman.
b. De onder sub a. bedoelde merkengemachtigde c.q. raadsman dient vervolgens een gemotiveerde schriftelijke juridische opinie af te geven omtrent de te verwachten uitkomst van
de namens de Deelnemer te voeren oppositieprocedure.
(i) In het geval dat ook de merkengemachtigde c.q. raadsman van mening is dat
van de namens de Deelnemer te voeren oppositieprocedure geen gunstige uitkomst valt te verwachten, vervalt ieder recht op dienstverlening door de Stichting.
(ii) In het geval dat de merkengemachtigde c.q. raadsman van mening is dat van
de namens de Deelnemer te voeren oppositieprocedure een gunstige uitkomst valt te verwachten, dan kan de Stichting beslissen om namens de Deelnemer de verdere behandeling van de zaak op zich te nemen. De Stichting zal in dat geval de in redelijkheid gemaakte juridische kosten verbonden aan voornoemde juridische opinie aan de Deelnemer vergoeden, doch uitsluitend voor zover deze kosten het bedrag van € 500,- niet zullen overtreffen.
(iii) In het geval dat de onder sub. a. bedoelde merkengemachtigde c.q. raadsman van mening is dat van de namens de Deelnemer te voeren oppositieprocedure een gunstige uitkomst is te verwachten en de Stichting besluit om de zaak niet verder in behandeling te nemen, dan kan de Deelnemer de oppositieprocedure door een door hem gekozen merkengemachtigde of raadsman laten voeren. In het geval dat de namens die Deelnemer gevoerde oppositie vervolgens wordt toegewezen, zal de Stichting de in redelijkheid door de Deelnemer gemaakte juridsche kosten in verband met deze oppositieprocedure vergoeden, doch uitsluitend voor zover deze kosten het bedrag van € 2.500,- niet zullen overtreffen.
(iv) In het geval dat de gevoerde oppositieprocedure als bedoeld onder (iii)
gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de Stichting aan de Deelnemer een pro rata gedeelte van de door de Deelnemer gemaakte juridische kosten vergoeden, doch uitsluitend voor zover deze kosten het bedrag van € 2.500,— niet zullen overtreffen.
2. Geschillen tussen Deelnemers onderling.
a. In het geval dat een Deelnemer bezwaar heeft tegen een merkdepot van een andere Deelnemer,
zal de Stichting een oordeel (doen) geven over de vraag of het merkdepot conflicteert met een
merk van de Deelnemer.
b. In het geval dat de Stichting vervolgens van oordeel is dat er sprake is van een conflicterend merkdepot, zal de Stichting beide Deelnemers hiervan op de hoogte stellen en de desposant van
het conflicterende merkdepot verzoeken om dit merkdepot in te trekken. In het geval
dat de
Deelnemer van het conflicterende merkdepot weigerachtig blijft om het merkdepot in te trekken, dan zal de Stichting haar Deelnemer doorverwijzen naar een externe dekundige om
jegens de Deelnemer van het conflicterende merkdepot een oppositieprocedure te (doen)
voeren. De kosten van de extreme deskundige zullen na goedkeuring van de Stichting door de
Stichting worden voldaan.
Artikel 6 - Benelux Merkdepots
1. De Registratiedesk van de Stichting deponeert Benelux merken ten behoeve van een ieder waar ook ter wereld gevestigd of woonachtig.
2. Een Deelnemer die een Benelux merk wenst te laten deponeren dient ten behoeve daarvan aan de Stichting de volgende documenten te verstrekken:
a. een ingevuld en ondertekend Depotformulier; en
b. een ingevulde en ondertekende Volmacht.
3. In het geval dat Benelux merkdepot dient te worden verricht ten behoeve van een verzoeker die (nog) geen Deelnemer is van de Stichting, dient de verzoeker - naast de in lid 2. genoemde documenten - aan de Stichting tevens in tweevoud een ingevulde en ondertekende Deelnemersovereenkomst te verstrekken.
4. Een Benelux merkdepot wordt in eerste instantie slechts in behandeling genomen op voorwaarde dat de verzoeker Deelnemer van de Stichting is geworden en jegens de Stichting aan al zijn (betalings-) verplichtingen heeft voldaan. De Stichting biedt eveneens de mogelijkheid om voor niet-Deelnemers merken te deponeren.
5. Een verzoek tot het verrichten van een Benelux merkdepot wordt niet in behandeling genomen indien:
1. het Depotformulier onjuist of onvolledig is ingevuld; en/of
2. blijkt dat de in dit artikel bedoelde documenten niet in het bezit van de Stichting zijn gekomen; en/of
3. niet alle documenten voldoen aan de gestelde eisen krachtens dit Reglement; en/of
4. de verzoeker tot het verrichten van een Benelux merkdepot in het verleden niet heeft voldaan aan een op hem rustende verplichting die voortvloeien uit de Deelnemersovereenkomst, dit Reglement of anderszins.
6. Een verzoek tot het verrichten van een Benelux merkdepot wordt niet verder in behandeling genomen, indien het te deponeren merk naar oordeel van de Stichting beschrijvend is, als soortnaam of geografische aanduiding kan worden aangemerkt, conflicteert met een Benelux merk van een Deelnemer, van een derde of te kwader trouw wordt verricht.
7. De door het Benelux-Merkenbureau verrichtte onderzoeken in verband met het voornemen van een Deelnemer om een merk te deponeren, hebben uitsluitend een informatief karakter en de Stichting staat niet in voor de juistheid en/of volledigheid daarvan. In het geval dat een Deelnemer aan de Stichting een oordeel vraagt over een onderzoek van het Benelux- Merkenbureau, is dit oordeel van de Stichting geheel vrijblijvend.
8. Indien de Stichting beslist om merkdepot niet verder in behandeling te nemen, zendt de Stichting aan de betrokken verzoeker zo spoedig mogelijk een mededeling waarin gemotiveerd wordt aangegeven waarom het verzoek tot het verrichten van een Benelux merkdepot niet verder in behandeling wordt genomen.
9. Enig advies van de Stichting ten aanzien van de beschikbaarheid van een merk wordt geheel vrijblijvend door de Stichting gegeven. De beslissing van de Deelnemer om een merk te deponeren, als merk te voeren of te doen voeren, alsmede alle andere beslissingen ten aanzien van een merkdepot worden volledig voor rekening en risico van de Deelnemer genomen. De Stichting is jegens haar Deelnemers niet aansprakelijk voor enige schade, van welke aard dan ook, die een Deelnemer ondervindt als gevolg van een door de Stichting verricht merkdepot.
Artikel 7 - Aansprakelijkheid
1. De Stichting staat niet in voor de juistheid en volledigheid van de door de Deelnemer aan haar verstrekte gegevens en is hiervoor - dan wel voor de gevolgen hiervan - niet aansprakelijk.
2. Gezien de aard van de dienstverlening door de Stichting en de subjectieve beoordelingsaspecten die bij haar werkzaamheden ten behoeve van Deelnemers een rol spelen, is de Stichting niet aansprakelijk voor enige schade die de Deelnemer lijdt door tekortkomingen van de Stichting bij de uitvoering van de Deelnemersovereenkomst of anderszins, behoudens indien er sprake is van opzet of grove schuld. Door een Deelnemer geleden gevolgschade, waaronder begrepen gederfde winst of geleden verliezen zullen nimmer voor vergoeding door de Stichting in aanmerking komen.
3. Voorwaarde voor het ontstaan van enig recht op schadevergoeding is dat de Deelnemer de schade binnen zestig (60) dagen na het onstaan daarvan schriftelijk aan de Stichting heeft gemeld, tenzij de Deelnemer aannemelijk maakt dat hij de schade niet eerder heeft kunnen melden.
4. De Deelnemer vrijwaart de Stichting ten aanzien van alle aanspraken van derden voor schade die verband houdt of voorvloeit uit de Deelnemersovereenkomst dan wel enig door de Stichting gevoerde oppositieprocedure, verricht merkdepot of enige andere handeling.
5. De uitsluitingen en beperkingen van aansprakelijkheid als in dit artikel vermeld, alsmede de vrijwaring als bedoeld in lid 4. worden evenzeer bedongen voor en ten behoeve van ondergeschikten van de Stichting en ieder ander van wiens hulp de Stichting gebruik maakt bij de uitvoering van de Deelnemersovereenkomst.
Artikel 8 - Jaarlijkse Bijdrage
1. De Jaarlijkse Bijdrage van Deelnemers aan de Stichting is zoals staat vermeld in de Deelnemersovereenkomst, met dien verstande dat het bestuur van de Stichting kan besluiten om de Jaarlijkse Bijdrage van haar Deelnemers aan te passen, indien de kosten die voortvloeien uit haar werkzaamheden ten behoeve van Deelnemers mochten stijgen. In het geval dat de Jaarlijkse Bijdrage wordt aangepast, hebben Deelnemers het recht om de Deelnemersovereenkomst te beëindigen.
2. Deelnemers zijn verplicht de betaling van de factuur van de Stichting binnen veertien (14) dagen na dagtekening daarvan te voldoen. Geschillen van welke aard dan ook laat de betalingsverplichtingen van een Deelnemer onverlet.
3. Indien een Deelnemer niet binnen de in lid 2. genoemde termijn heeft betaald, is de Deelnemer door het enkele verloop van die termijn in verzuim, zonder dat een nadere ingebrekestelling is vereist. De Deelnemer is alsdan vanaf de vervaldag tot aan de dag van algehele voldoening aan de Stichting wettelijke rente verschuldigd. De in dit lid bedoelde rente is van de Deelnemer direct opeisbaar.
4. In de Jaarlijkse Bijdrage zijn uitdrukkelijk niet begrepen, de vergoeding van kosten in verband met de vertaling van een pleidooi ten behoeve van een oppositieprocedure bij het Benelux Merkenbureau, alsmede de kosten - van welke aard dan ook - verbonden aan de bewijslevering ten behoeve van een Deelnemer en meer in het bijzonder de kosten verbonden aan een marktonderzoek en/of
deskundi gen bericht.
Artikel 9 - Overmacht
1. In geval dat er sprake is van overmacht, heeft de Stichting het recht om zonder rechterlijke tussenkomst de uitvoering van de Deelnemersovereenkomst op te schorten zolang dat de omstandigheid die de overmacht oplevert voortduurt, hetzij de Deelnemersovereenkomst als beëindigd te beschouwen, zonder tot enige schadevergoeding gehouden te zijn. In het geval van opschorting, heeft de Stichting onverminderd het recht om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te beëindigen.
2. Onder overmacht in de zin van dit artikel zijn begrepen alle omstandigheden als gevolg waarvan de Stichting niet in staat is om aan haar verplichtingen of een gedeelte daarvan te voldoen, zoals het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige informatie door een Deelnemer, waaronder onjuiste en/of onvolledige informatie betreffende het gebruik van het merk, de voor het merk relevante markt en/of de overige merken die op deze markt actief zijn, het niet kunnen beschikken over juiste en/of volledige informatie omtrent het merk, dan wel het ontbreken van voldoende medewerking van een Deelnemer, waaronder het - ondanks een verzoek daartoe - niet verschaffen van een marktonderzoek of deskundigenbericht, alsmede oorlog, brand, overstromingen, stakingen, overheidsmaatregelen, computerstoringen, storingen in post - en telecommunicatieactiviteiten en voorts alle overige omstandigheden waarbij redelijkerwijs niet van de Stichting kan worden gevergd dat zij haar verplichtingen jegens haar Deelnemers nakomt.
3. Indien een Deelnemer zich jegens de Stichting op overmacht beroept, dan heeft de Stichting het recht om de Deelnemersovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst met onmiddellijke ingang als ontbonden te beschouwen, althans het recht om de Deelnemersovereenkomst te ontbinden zonder dat de Stichting gehouden is tot enige vergoeding van schade of anderszins.
Artikel 10 - Beëindiging
1. De Stichting is gerechtigd om de Deelnemersovereenkomst, zonder dat enige nadere ingebrekestelling
en verplichting tot schadevergoeding, geheel of gedeeltelijk te beëindigen, dan wel - naar eigen keuze -
de verdere uitvoering van de Deelnemersovereenkomst op te schorten, indien:
x. xx Xxxxxxxxx in staat van faillissement wordt verklaard;
b. de Deelnemer surséance van betaling aanvraagt;
x. xx Xxxxxxxxx overgaat tot liquidatie van zijn bedrijf;
x. xx Xxxxxxxxx onder curatele wordt gesteld of overlijdt; of
e. de Deelnemer jegens de Stichting niet voldoet aan enige wettelijke verplichting, dan wel enige
verplichting die voortvloeit uit de Deelnemersovereenkomst.
2. De Stichting is in de onderlid 1. genoemde gevallen gerechtigd om het door de Deelnemer aan de Stichting verschuldigde bedrag terstond in zijn geheel op te eisen.
3. De Deelnemer is verplicht om de Stichting onmiddellijk te informeren indien zich een omstandigheid in de zin van lid 1. voordoet. In het geval dat zich een omstandigheid in de zin van lid 1. sub e. voordoet, is de Deelnemer van rechtswege in verzuim en is enige schuld aan de Stichting direct opeisbaar.
Artikel 11 - Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. In het geval dat enige bepaling in dit Reglement nietig mocht zijn, laat dergelijke nietigheid de geldigheid van de overige bepalingen onverlet.
2. Dit Reglement wordt beheerst door Nederlands recht. Alle geschillen die naar aanleiding van of in verband met dit Reglement mochten ontstaan, zullen met uitsluiting van ieder ander worden beslecht door de bevoegde rechter te Amsterdam.