Onderwijs- en examenregeling 2018-2019
Onderwijs- en examenregeling |
2018-2019 |
Deze onderwijs- en examenregeling geeft uitvoering aan de Codex Hoger Onderwijs en moet samen gelezen worden met de studiegids (zijnde opleidingsfiches, opleidingsprogramma’s en studiefiches) die het geheel van regelgevend kader voor de HoGent School of Arts voorziet.
Inhoudsopgave
I. Definities en toelichting 6
Artikel 1. Toetredingsovereenkomst 16
Artikel 3. Intellectuele eigendomsrechten 18
Deel 1. Voorwaarden inzake inschrijving 20
Artikel 4. Algemene bepalingen 20
Artikel 5. Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële bacheloropleiding 20
Artikel 6. Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële
Artikel 7. Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling 23
Artikel 8. Diplomavoorwaarden voor de master na master Hedendaagse Muziek23 Artikel 9. Diplomavoorwaarden bij de postgraduaatsopleidingen 23
Artikel 10. Diplomavoorwaarden voor de Specifieke Lerarenopleiding 24
Artikel 11. Permanente vorming 24
Artikel 12. Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen 24
Artikel 13. Artistieke toelatingsproef bij de academisch gerichte opleidingen 25
Artikel 14. Beroep inzake artistieke toelatingsproefsbeslissing 27
Artikel 15. Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef voor de masteropleidingen en de master na masteropleidingen 29
Artikel 16. Aanmeldingsprocedure en artistieke toelatingsproef voor een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma 29
Artikel 17. Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef voor de postgraduaatsopleidingen 30
Artikel 18. Inschrijvingsvoorwaarden inzake taal 30
Artikel 19. Inschrijvingsvoorwaarden inzake leerkrediet 31
Artikel 20. Inschrijvingsvoorwaarden inzake studievoortgang en weigering inschrijving voor een bachelor, een master, een voorbereidingsprogramma of een schakelprogramma 32
Artikel 21. Inschrijvingsvoorwaarden voor studenten die niet voldoen aan de diplomavoorwaarden 33
Artikel 22. Algemene bepalingen 34
Artikel 23. Inschrijvingsdata 35
Artikel 24. Inschrijvingsprocedure 36
Artikel 25. Aard van de inschrijving 36
Artikel 26. Soorten contracten 37
Artikel 27. Soorten studietrajecten 38
Artikel 28. Samenstelling geïndividualiseerd traject (GIT) 39
Artikel 29. Inschrijving voor keuze-opleidingsonderdelen 40
Artikel 30. Xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 31. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen 42
Artikel 32. Gelijktijdige inschrijvingen voor opeenvolgende opleidingen/ programma’s of voor eenzelfde opleiding met verschillende afstudeerrichtingen 43
Artikel 33. Gelijktijdige inschrijvingen voor studieprogramma’s van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen of afstudeeropties 44
Artikel 34. Inschrijving voor eenzelfde opleiding waarvoor men reeds het diploma bezit 44
Artikel 35. Inschrijving in de master Xxxxxx voor kandidaten die reeds een masterdiploma Xxxxxx behaalden 45
Artikel 36. Inschrijving in de master muziek, afstudeeroptie muziekeducatie 45
Artikel 37. Wijzigen van inschrijving/stopzetten van contract/uitschrijving 46
Artikel 38. Studiegeld 48
Artikel 39. Bijzondere studiekosten voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding 50
Artikel 40. Terugbetaling van de bijzondere studiekosten voor de initiële bachelor- en masteropleidingen 52
Artikel 41. Registratiekosten 52
Deel 3. Organisatie van de onderwijsactiviteiten 53
Artikel 42. Contact- en afstandsonderwijs 53
Artikel 43. Opleidingsprogramma 53
Artikel 44. Opleidingsonderdelen en studieomvang 54
Artikel 45. Opleidingsonderdeel stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunst in het werkveld 55
Artikel 46. Deelname aan de onderwijsactiviteiten 55
Artikel 47. Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en
Artikel 48. Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de opleiding Muziek 57
Artikel 49. Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten 58
Artikel 50. Onderwijsactiviteiten aan een andere faculteit/School of Arts binnen de HoGent, aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent of aan een andere Vlaamse hogeronderwijsinstelling 58
Artikel 51. Onderwijsactiviteiten buiten de Vlaamse Gemeenschap 59
Artikel 53. Onderwijsevaluatie 62
Deel 1. Organisatie van examens en examenactiviteiten 63
Artikel 54. Toepassing van examenregels 63
Artikel 57. Examenregeling en –roosters 66
Artikel 58. Bijkomende bepalingen examenregeling 66
Artikel 59. Afwezigheid studenten bij evaluaties 67
Artikel 60. Voorbereiding van de examens 69
Artikel 61. Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een jurybeoordeling 69
Artikel 62. Examenrecitals op verwante instrumenten van de opleiding Muziek 70
Artikel 63. | Bekendmaking examenresultaten | |
Artikel 64. | Feedback | |
Deel 2. | Examenbeslissingen | |
Artikel 65. | Beoordelingskader voor het toekennen van een examencijfer | |
Artikel 67. Specifieke regelgeving i.v.m. de quotering van de opleidingsonderdelen ‘Masterproef II’ in de master Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten alsook in de opleiding Drama 75
Artikel 68. Specifieke regelgeving voor het toekennen van de punten voor het opleidingsonderdeel ‘Bachelorproef’ Interieurvormgeving 75
Artikel 69. Incentives voor organisatie en/of medewerking aan niet opgelegde producties van de opleiding Muziek 76
Artikel 70. Geslaagd opleidingsonderdeel 77
Artikel 71. Niet geslaagd opleidingsonderdeel 77
Artikel 72. Overdracht van examencijfer 78
Artikel 73. Materiële vergissing inzake examencijfer 78
Artikel 75. Beoordelingskader voor toekennen van een diploma 79
Artikel 76. Examencommissie 80
Artikel 77. Bijzondere omstandigheden voor toekennen van diploma 82
Artikel 78. Bindende maatregelen in het kader van studievoortgangsbewaking 82
Artikel 79. Materiële vergissing inzake een examenbeslissing voor het toekennen van een diploma/getuigschrift 82
V. Beroep inzake studievoortgangsbeslissingen 83
Artikel 87. Tuchtprocedure in beroep 889
Artikel 88. Preventieve schorsing 89
Artikel 89. Taal van het onderwijs 90
Artikel 90. Taal van de evaluatie 90
Artikel 91. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
VIII. Terugvordering leerkrediet 92
Artikel 92. Terugvordering leerkrediet bij overmacht 92
VIV. Bijlagen 93
Bijlage 1. Academische kalender professioneel en academisch gerichte opleidingen 2017-2018 93
Bijlage 2. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Bijlage 3. Studiegelden en stopzettingsmodaliteiten 0000-0000 000
I. Definities en toelichting
academiejaar
een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Van de vaste duur van één jaar kan uitzonderlijk afgeweken worden indien het bestuurscollege beslist de start van het academiejaar ofwel te vervroegen ofwel te verlaten
afstandsonderwijs
het onderwijs dat bijna uitsluitend met behulp van multimedia wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is
afstudeerrichting
een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste 30 studiepunten
Associatie Universiteit Gent
de Associatie Universiteit Gent (AUGent) is een samenwerkingsverband tussen vier instellingen voor hoger onderwijs: Universiteit Gent, de HoGent, Arteveldehogeschool en Hogeschool West-
Vlaanderen. De Associatie Universiteit Gent werd als vzw opgericht op 29 april 2003
attest
schriftelijke verklaring die als bewijs dient
bacheloropleiding
een opleiding in het hoger onderwijs die aansluit bij het secundair onderwijs en waarvan de studieomvang ten minste 180 studiepunten bedraagt
bachelorproef
de bachelorproef is een finaliteit van een professioneel gerichte bacheloropleiding. De bachelorproef vertrekt vanuit een heldere en onderbouwde probleemstelling of onderzoeksvraag die relevant is voor het werkveld en die waar mogelijk in een internationaal perspectief wordt geplaatst
bachelor na bachelor
een bacheloropleiding die aansluit bij een initiële bacheloropleiding en waarvan de studieomvang ten minste 60 studiepunten bedraagt
bekwaamheidsonderzoek
het onderzoek van de competenties van een persoon, voorafgaand aan het afleveren van een bewijs van bekwaamheid
beurstariefstudent
een student die:
a) studiefinanciering ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap;
b) beantwoordt aan de financiële criteria voor het verkrijgen van een studiefinanciering in de Vlaamse Gemeenschap, of de Belgische nationaliteit heeft of behoort tot één van de categorieën van uitzondering die vermeld worden in artikel 9 van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, of
c) een DGOS-bursaal, een BTC-bursaal of een bursaal in de programma’s van de ontwikkelingssamenwerking van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is. (zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)
bijna beursstudent
een student die geen studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentie-inkomen ten hoogste 3.053,90 euro boven de financiële maximumgrens bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen ligt. Het bedrag van 3.053,90 euro wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel II.218 van de Codex Hoger Onderwijs. De referentiedatum voor de jaarlijkse aanpassing is 1 september 2015.
(zie xxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx-xxxxx-xxxxxxxxx)
bijzonder statuut
De HoGent onderscheidt vier categorieën van studenten met een bijzonder statuut: topsporter, student-ondernemer, student-kunstbeoefenaar en student met een mandaat.
bewijs van bekwaamheid
het bewijs dat een student op grond van EVC’s of EVK’s de competenties heeft verworven eigen aan het bachelorniveau in het hoger professioneel of academisch onderwijs, of het masterniveau, of een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel, deelopleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Bedoeld bewijs betreft een document of een registratie dat geldt binnen de instellingen van de Associatie Universiteit Gent, evenals binnen elke instelling die met de validerende instantie een overeenkomst heeft gesloten
Chamilo
het elektronisch leerplatform van de HoGent. Webgebaseerde omgeving waar studenten informatie en documentatie kunnen raadplegen, oefeningen indienen en met de lesgever en/of medestudenten communiceren
creditbewijs
de erkenning van het feit dat een student blijkens een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een document of een registratie. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden aangeduid als “credits”
creditcontract
een contract, aangegaan met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor 1 of meer opleidingsonderdelen
credits
de verworven studiepunten verbonden aan een opleidingsonderdeel
decaan
de decaan is het hoofd van de School of Arts (KASK-Koninklijk Conservatorium)
deelopleidingsonderdeel
een in het opleidingsprogramma voorzien deel van een samengesteld opleidingsonderdeel. Een deelopleidingsonderdeel wordt minimaal gekenmerkt door de naam, de categorieën onderwijs- en studieactiviteiten, een geheel studiepunt van minimaal 1 en een gewicht voor de evaluatie
deelvrijstelling
ontslaan van het deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten voor het deelopleidingsonderdeel
deliberatie
geautomatiseerde toepassing van de deliberatieregels
deliberatieregels
de voorwaarden waaraan de student moet voldoen om gedelibereerd te worden
dixitattest
een attest dat louter en alleen gebaseerd is op de verklaring van de student en niet op een diagnose door de deskundige
diploma
een document dat aan de student die slaagt voor een bacheloropleiding, bachelor na bacheloropleiding, een masteropleiding, een master na masteropleiding of een specifieke lerarenopleiding wordt uitgereikt
diplomacontract
het contract dat de student ondertekent bij de inschrijving met het oog op het behalen van een diploma van een opleiding of met het oog op het behalen van een getuigschrift voor een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma of een postgraduaatsopleiding
diplomajaar
het academiejaar waarin de student aan de voorwaarden voldoet om een diploma of getuigschrift te behalen
eerder verworven competenties (EVC)
een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd
eerder verworven kwalificaties (EVK)
een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden
examen
elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een (deel)opleidingsonderdeel, heeft verworven
examenbeslissing
elke beslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, meer opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel
examencontract
een contract, aangegaan door een instellingsbestuur met de student die zich onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden inschrijft voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van :
a) een diploma van een opleiding, of
b) een creditbewijs voor 1 of meer opleidingsonderdelen
examentuchtbeslissing
elke sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfraude
examinator
het onderwijzend personeelslid belast met het evalueren van de student
functiebeperking
Een student(e) met een functiebeperking is een student(e) bij wie er een blijvende of langdurige uitval is (minstens 12 maanden effectieve uitval en/of een uitval van 12 maanden die in de toekomst te voorzien is) op een of meerdere lichaamsfuncties opgesomd in de International Classification of Functioning (ICF).
geïndividualiseerd traject
een studietraject op maat van een bepaalde student
gelijktijdigheid
de verplichting om binnen hetzelfde academiejaar of binnen een semester twee of meerdere opleidingsonderdelen samen te volgen
getuigschrift
wordt uitgereikt aan de student die slaagt voor een schakelprogramma, voorbereidingsprogramma, specifieke lerarenopleiding in de kunsten of postgraduaat.
graad
aanduiding van bachelor, master of doctor verleend op het einde van een opleiding c.q. na promotie met de uitreiking van een diploma
graad van verdienste
bijzondere vermelding die uitdrukt in welke mate de competenties van een opleiding verwezenlijkt zijn
initiële bacheloropleiding
een bacheloropleiding van minimum 180 studiepunten
initiële masteropleiding
een masteropleiding die aansluit op een academisch gerichte bacheloropleidingopleiding en waarvan de studieomvang minimum 60 studiepunten bedraagt
jaarprogramma
bestaat uit een opleidingsonderdeel of een geheel van opleidingsonderdelen waarvoor de student in een bepaald academiejaar ingeschreven is en een contract heeft afgesloten
leerkrediet
het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract in een initiële bachelor- of masteropleiding of een opleidingsonderdeel onder creditcontract en dat naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en welke hij verwerft, kan evolueren.
(zie )
mastercoördinator
per opleiding of afstudeerrichting wordt één onderwijzend personeelslid als coördinator aangeduid. Hij volgt in overleg met de trajectbegeleiding eventuele dossierproblemen op van de masterkandidaten. Tijdens de opleiding regelt hij eventuele infrastructurele kwesties, structureert een periodiek overleg tussen de mentoren en organiseert de samenstelling van de externe jury en het toonmoment van de eindbeoordeling. Hij is tevens voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid.
master na master
een masteropleiding die volgt op een andere masteropleiding
masteropleiding
masteropleidingen sluiten aan op bacheloropleidingen in het academisch onderwijs of volgen op andere masteropleidingen. De studieomvang van een masteropleiding bedraagt ten minste 60 studiepunten.
masterproef
een werkstuk waarmee een masteropleiding wordt afgesloten. De studieomvang van een masterproef uitgedrukt in studiepunten is gelijk aan ten minste één vijfde van het totaal aantal studiepunten van het opleidingsprogramma met een minimum van 15 studiepunten en een maximum van 30 studiepunten. Met een masterproef geeft een student blijk van het vermogen tot artistieke creatie. De masterproef reflecteert een probleemstelling of onderzoeksvraag, die relevant is voor het kunstenveld en die in een internationaal perspectief wordt geplaatst. Het werkstuk weerspiegelt de academische ingesteldheid van de student: het getuigt van een onderzoekende houding in functie van de ontwikkeling van een eigen klank- en beeldtaal, van dramatische expressie, met openheid voor vernieuwing op technisch en artistiek vlak
mentor
een persoonlijke begeleider van de masterproef en/of scriptie van een bepaalde student. Elke student die ingeschreven is voor de masterproef en/of scriptie heeft minstens één mentor. Personeelsleden van de School of Arts die in hun opdracht studenten binnen de masterproef en/of scriptie begeleiden worden interne mentoren genoemd. Na goedkeuring van de interne mentoren
kan de student ook een persoonlijke begeleider hebben die geen personeelslid is van de School of Arts. Deze begeleider is een externe mentor.
modeltraject
een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep van studenten
monitoraat
vakspecifieke inhoudelijke begeleiding van studenten, georganiseerd in groep of individueel
niet-periodegebonden evaluatie
een evaluatie van de studieprestaties tijdens de periodes voor onderwijs- en studieactiviteiten, zoals voorzien in de academische kalender
ondertekenen
zich akkoord verklaren via schriftelijke of elektronische weg
onderwijsactiviteit
activiteit verstrekt door onderwijzend personeel gericht op overdracht, verwerking, inoefening, begeleide toepassing en integratie van leerstof
opgenomen studiepunten
studiepunten verbonden aan de opleidingsonderdelen waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar
opleiding
de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een diploma of getuigschrift
opleidingsfiche
fiche met voor elke opleiding de graad, de kwalificatie van de graad en desgevallend de specificatie van de graad en de doelstelling van de opleiding
opleidingskenmerken
de profielafbakening van een opleiding, voortvloeiend uit de kwalificatie en/of specificatie van de graad verleend op het einde van de opleiding, en/of de studieomvang van de opleiding en/of een specifieke afstudeerrichting binnen een opleiding, desgevallend andere specifieke keuzerichtingen
opleidingsonderdeel
een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes
opleidingsprogramma
een opleiding heeft een studieomvang van 60 studiepunten of een veelvoud daarvan, met uitzondering van een opleiding van het hoger beroepsonderwijs en de masteropleidingen, waarvoor een veelvoud van 30 mogelijk is. Het instellingsbestuur bepaalt voor elke opleiding een opleidingsprogramma dat bestaat uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen
overdracht
overdracht van examenresultaten van (deel)opleidingsonderdelen naar een volgende examenkans binnen het lopende academiejaar of naar een volgend academiejaar
participatiecommissie
de participatiecommissie biedt in de School of Arts een forum voor studenten en geeft hen een stem. Ze bestaat uit studentenvertegenwoordigers uit de verschillende opleidingen binnen de School of Arts en behartigt de studentenbelangen door advies uit te brengen aan de School of Arts
periodegebonden evaluatie
een evaluatie van de studieprestaties tijdens de examenperiodes, zoals voorzien in de academische kalender
permanente vorming
kort opleidingstraject met het oog op de bij- en nascholing
plagiaat
het presenteren als een oorspronkelijk product en onder eigen naam van (een gedeelte van) een bron zonder bronvermelding. Plagiaat heeft betrekking op verschillende vormen van producten o.a.: het overnemen, samenvatten en/of vertalen van kleine of grote stukken tekst, figuren, tabellen, cijfermateriaal, foto, film, muziek, databestanden, ideeëngoed, tekstopbouw, enz. zonder duidelijke en correcte bronvermelding en zonder verwerking van de geciteerde stukken in het eigen werk
postgraduaat
een opleiding met een studieomvang van ten minste 20 studiepunten. Het gaat om een opleidingstraject dat in het kader van verdere professionele vorming, een verbreding of verdieping beoogt van de competenties verworven bij de voltooiing van een bachelor- of masteropleiding. Een postgraduaatsgetuigschrift wordt uitgereikt na een succesvolle voltooiing van het opleidingstraject
raad voor betwistingen inzake studievoortgangbeslissingen
hierna als de Raad benoemd. Doet als administratief rechtscollege uitspraak over de elementen zoals opgenomen in artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs
(zie xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxxx)
samengesteld opleidingsonderdeel
een opleidingsonderdeel dat bestaat uit minimum twee in het opleidingsprogramma gedefinieerde deelopleidingsonderdelen
schakelprogramma
een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelordiploma
scriptie
een scriptie is een opleidingsonderdeel van de masteropleidingen van de School of Arts waarin een schriftelijk werkstuk gemaakt wordt over een onderzoeksvraag in het kader van een specifiek
onderwerp in een bepaald vakgebied. De scriptie kan in verband staan met de masterproef, maar fungeert als een autonoom onderzoek, waaruit blijkt dat de student in staat is om op een onderzoekende wijze nieuwe inzichten te ontwikkelen
student
de persoon ingeschreven aan de HoGent
student-kunstbeoefenaar
student die op professioneel niveau kunst beoefent, uitgezonderd studenten die een externe kunstbeoefening uitoefenen welke volledig aansluit bij hun opleiding of afstudeerrichting in de School of Arts KASK-Koninklijk Conservatorium
student met een mandaat
student met een politiek mandaat, een mandaat in een bestuursorgaan of de studentenraad van de HoGent (HGSR) en/of de AUGent, een mandaat in een participatie- of opleidingscommissie van de HoGent of een mandaat in een raad, commissie of een werkgroep van de HoGent of buiten de HoGent, zoals Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA), Vlaamse Onderwijsraad (VLOR), Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS)
student-ondernemer
student die beschikt over een ondernemingsnummer of een haalbaar businessplan/stappenplan om binnen het jaar een valoriseerbaar product of dienst aan te bieden
studiefiche
een beschrijving van een opleidingsonderdeel, en onderdeel van de studiegids. De studiefiches kunnen geraadpleegd worden op xxxxx://xxx.XxXxxx.xx/xxxxxxxxxxxx/
studiegeld
het bedrag door de student te betalen voor deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens, zoals beslist door het bestuurscollege
studiegids
een omschrijving van het volledige opleidingsaanbod van de HoGent. (zie xxxxx://xxx.XxXxxx.xx/xxxxxxxxxxxx/)
studieomvang
het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding
studiepunt
een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt
studietraject
de wijze waarop de studie wordt geordend
studievoortgangsbeslissing
één van de volgende beslissingen:
a) een examenbeslissing, zijnde elke beslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, meerdere opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel;
b) een examentuchtbeslissing, zijnde een sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfeiten;
c) de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven;
d) de toekenning van een vrijstelling, zijnde de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen;
e) een beslissing waarbij het volgen van een schakel- en/of voorbereidingsprogramma wordt opgelegd en waarbij de studieomvang van dergelijk programma wordt vastgesteld;
f) het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking, bedoeld in artikel II.245 van de Codex Hoger Onderwijs;
g) het weigeren van het opnemen van een bepaald opleidingsonderdeel in het diplomacontract waarvoor de student die een geïndividualiseerd traject volgt, zich nog niet eerder heeft ingeschreven
h) een beslissing inzake gelijkwaardigheid van een buitenlands diploma van hoger onderwijs met een Vlaams diploma van hoger onderwijs genomen krachtens artikel II.256 van de Codex Hoger Onderwijs
titularis van een opleidingsonderdeel
het onderwijzend personeelslid dat optreedt als coördinator van en verantwoordelijke voor een opleidingsonderdeel
toetredingsovereenkomst
overeenkomst tussen de HoGent en de student, die de contractuele verhouding tussen de instelling en de student vorm geeft
topsporter
student die voldoet aan de erkenningsvoorwaarden ‘Statuut Topsporter AUGent'
vervaltermijn
een periode uitgedrukt in kalenderdagen waarbinnen, op straffe van verval, een procedure of handeling moet worden gestart. Wanneer de laatste dag van een vervaltermijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag waarop de postdiensten open zijn
verworven studiepunten
studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student een creditbewijs heeft ontvangen
Validerende Instantie
orgaan opgericht binnen de Associatie Universiteit Gent dat een bewijs van bekwaamheid toekent na het positief doorlopen van het bekwaamheidsonderzoek voor EVC
volgtijdelijkheid
de door de School of Arts bepaalde regels inzake het gevolgd hebben van of het geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel of opleiding of het bezitten van de competenties vooraleer een
student de toestemming krijgt tot inschrijving voor een ander opleidingsonderdeel of in een andere opleiding
voorbereidingsprogramma
een programma dat kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een diploma dat op rechtstreekse wijze toelating verleent tot de opleiding waarvoor hij zich wenst in te schrijven
vrijstelling
de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen
werkstudent
Een werkstudent is een persoon die:
a) in het bezit is van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand of in het bezit is van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende én de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgesteld traject naar werk en;
b) nog niet in het bezit is van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma en;
c) ingeschreven wordt in een specifiek studietraject voor werkenden.
II. Algemeen
Artikel 1. Toetredingsovereenkomst
De HoGent en de student sluiten door de inschrijving een toetredingsovereenkomst af.
De toetredingsovereenkomst bestaat enerzijds uit algemeen geldende voorwaarden waaronder:
▪ de artikelsgewijze onderwijs- en examenregeling goedgekeurd door het bestuurscollege;
▪ de wederzijdse rechten en plichten van de HoGent en de student en de gevolgen van het niet naleven ervan, zoals opgenomen in de artikelsgewijze onderwijs- en examenregeling en het facultair/School of Arts reglement;
▪ het School of Arts reglement waarin specifieke aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling zijn opgenomen eigen aan de opleidingen binnen School of Arts;
▪ de studiegids met o.a.:
o de opleidingsfiches met voor elke opleiding de doelstelling van de opleiding en de graad, de kwalificatie van de graad en desgevallend de specificatie van de graad;
o de opleidingsprogramma’s en de indeling ervan in modeltrajecten;
o de studiefiches met informatie per opleidingsonderdeel. Deze gegevens zijn ter beschikking op xxxx://xxx.xxxxxx.xx
Door inschrijving verklaart de student zich akkoord met de algemeen geldende voorwaarden.
De toetredingsovereenkomst bestaat anderzijds uit het contract dat de student afsluit bij inschrijving en het voor akkoord verklaarde jaarprogramma van de student.
Xxxx ingeschreven student krijgt een HoGent-account met bijhorend e-mailadres. Deze HoGent-account geeft toegang tot de elektronische leeromgeving Chamilo, iBamaflex en de daarop aangeboden toepassingen en internet. De HoGent-account is geldig voor de duur van het academiejaar en wordt automatisch verlengd bij herinschrijving. Het HoGent e- mailadres wordt gebruikt als officieel communicatiekanaal.
Artikel 2. Gedragsregels
Een student kan enkel handelen in naam van de HoGent, met toestemming van de decaan.
De studenten moeten de algemene en specifieke veiligheidsreglementeringen naleven die van toepassing zijn in de HoGent.
Een student kan enkel handelen in naam van de HoGent, met toestemming van de decaan.
De studenten moeten de algemene en specifieke veiligheidsreglementeringen naleven die van toepassing zijn in de HoGent.
Voor het gebruik van specifieke infrastructuur zoals bibliotheken, videotheken, mediatheken, taallabo’s, computerlokalen, practicumlokalen, magazijnen, studio's, enz. bestaan er specifieke deelreglementen, die ter plaatste ter beschikking zijn.
De studenten hebben geen recht op het maken van geluids- of beeldopnamen van onderwijsactiviteiten, tenzij hieromtrent een specifieke afspraak is gemaakt met het onderwijzend personeelslid van de onderwijsactiviteit. Dit opnamemateriaal kan enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden ten behoeve van de student zelf of een studentengroep waarmee de docent vooraf afspraken heeft gemaakt. Commercieel gebruik is in ieder geval uitgesloten, evenals het opnemen van examens voor om het even welk gebruik.
De studenten kunnen zich niet verzetten tegen het maken van opnamen van onderwijsactiviteiten die de docent gebruikt voor simultane uitzending en/of plaatsing op leerplatformen. Ze kunnen wel vragen niet persoonlijk in beeld te worden gebracht.
De student verbindt zich er toe bij het gebruik en eventueel kopiëren van computerprogramma’s, waarvoor de HoGent met een derde een licentiecontract heeft afgesloten, de inhoud van het bedoelde licentiecontract te respecteren. De ICT- infrastructuur mag niet gebruikt worden om ongeoorloofde informatie te verwerven, te verwerken, te verspreiden of op te slaan.
Bij het gebruik en eventueel kopiëren van werken van letterkunde en kunst die aanwezig zijn in en/of eigendom zijn van de HoGent, moet de student de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom naleven (cfr. Wetboek van economisch recht, in het bijzonder Boek XI Intellectuele eigendom). Een student mag in geen enkel geval studiemateriaal (syllabi, presentaties, oefeningen, lesnotities, voorbeelden van examenvragen,…) dat in het kader van zijn opleiding ter beschikking wordt gesteld door HoGent, vermenigvuldigen of verspreiden tegen betaling en/of met winstoogmerk. Als een student deze regel overtreedt, kan dit aanleiding geven tot het instellen van een tuchtprocedure tegen de betrokken student. Bovendien stelt de student zich daarenboven bloot aan vervolging wegens inbreuken op de wetgeving inzake auteursrechten.
Een student die materiaal van de HoGent stuk maakt of verliest, is aansprakelijk behalve als hij overmacht of schuld van derden kan bewijzen. Bij betwisting kan de zaak aanhangig gemaakt worden bij de rechtbank. Elke student kan hoofdelijk financieel aansprakelijk gesteld worden, niet alleen voor de schade door zijn daad, maar ook voor de schade die hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt. Hij blijft aansprakelijk ook als de fout gebeurde tijdens onderwijsactiviteiten. Het bestuurscollege kan de student aanspreken om zijn schade te vergoeden.
Het is verboden te roken in de gebouwen van de HoGent, alsook binnen een perimeter van
50 meter rond elke in- en uitgang. Bij het niet naleven van het rookverbod is de tuchtregeling van toepassing.
Artikel 3. Intellectuele eigendomsrechten
Definities
▪ Intellectuele eigendomsrechten zijn
o vermogensrechten op onderzoeksresultaten;
o auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom (cfr. artikel 2, §7), zoals artistiek of vormgevend werk of een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz.
▪ Vermogensrechten betreffen de mogelijkheid om een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk of onderzoeksresultaat op om het even welke wijze of in welke vorm geheel of gedeeltelijk te (laten) reproduceren (reproductie- en mededelingsrecht, adaptatie- en vertalingsrecht, recht tot verhuring en uitlening).
▪ Onderzoeksresultaten zijn resultaten van onderzoek of ontwikkeling die gerealiseerd worden in het kader van onderwijsactiviteiten (stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz.), met uitzondering van werken van letterkunde en kunst, maar met inbegrip van computerprogramma’s en databanken.
▪ Morele rechten zijn de rechten die de intieme band tussen de auteur en zijn stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk, enz. beschermen, onder meer het recht tot bekendmaking. Auteursrechten betreffen de uitsluitende morele en vermogensrechten die toekomen aan de maker van tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom (cfr. artikel 2, §7), zoals artistiek of vormgevend werk of een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie.
Auteursrechten
▪ De auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom (cfr. artikel 2, §7), zoals artistiek of vormgevend werk of een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk, enz. komen toe aan de student indien hij het werk zelfstandig heeft gecreëerd. Ingeval meerdere personen hebben bijgedragen tot de creatie van het ingediende werk is het auteursrecht verdeeld en moet de student de schriftelijke toestemming hebben van alle medeauteurs alvorens hij het werk publiek bekend kan maken (bijv. door deel te nemen aan symposia, manifestaties, festivals, wedstrijden e.d.). In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekendgemaakt worden.
▪ De HoGent en de School of Arts krijgen een gebruiksrecht op het werk van de student in het kader van tentoonstellingen, toonmomenten, concerten, voorstellingen en communicatie over de school en de opleidingen. In dat verband zal de student zich niet beroepen op de aan de auteur toegekende vermogensrechten om een eventueel gebruik van het werk door de HoGent te verbieden of in te perken, op voorwaarde dat zijn naam vermeld wordt zoals bij wetenschappelijk onderzoek gebruikelijk is.
▪ Indien de student artistiek en/of vormgevend werk, dat tot stand kwam tijdens en in het kader van zijn studie aan de School of Arts, kenbaar maakt aan derden tijdens een tentoonstelling, concert, voorstelling of in een andere presentatievorm, dan zal de student steeds de HoGent en de betrokken School of Arts vermelden.
Vermogensrechten op onderzoeksresultaten
▪ Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onderzoeksresultaten die gegenereerd worden binnen de HoGent en onderzoeksresultaten die ontstaan in een extern bedrijf.
▪ Indien een student bij de creatie van onderzoeksresultaten gebruik maakt van of beroep doet op middelen of uitrusting van de HoGent (bijv. specifieke onderzoeksinfrastructuur, specifieke onderzoekslicenties, inhoudelijke begeleiding door personeel van de HoGent waarbij die hun specifieke expertise inbrengen in het project/onderzoek, enz.) komen de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toe aan de HoGent.
▪ Op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de onderzoeksresultaten vatbaar zijn voor commercialisering en/of maatschappelijke implementatie zal in een schriftelijke overeenkomst tussen de HoGent en de student bevestigd worden dat de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toekomen aan de HoGent en zullen in deze overeenkomst bepalingen worden opgenomen betreffende het verloop van de valorisatieprocedure. In deze overeenkomst kan de HoGent ook afstand doen van zijn rechten, kunnen afspraken opgenomen worden betreffende het aandeel van de student en eventuele vergoeding van de student.
▪ Voor de onderzoeksresultaten ontstaan in het kader van de stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. uitgevoerd bij een externe organisatie wordt de toewijzing van de vermogensrechten geregeld via schriftelijke overeenkomst tussen de student, de HoGent (School of Arts) en de externe organisatie.
Bekendmaking, archivering en reproductie
▪ Ingeval de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. betrekking hebben op onderzoeksresultaten waarvan de vermogensrechten toekomen aan de HoGent kan de student het werk enkel publiek bekend maken mits de schriftelijke toestemming van de decaan. In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekendgemaakt worden.
▪ Iedere belanghebbende heeft het recht zich te verzetten tegen de reproductie van (bepaalde delen) van een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk, enz. ingeval deze vertrouwelijke informatie van of over derden bevat of indien dit noodzakelijk is voor de intellectuele bescherming en/of valorisatie van de onderzoeksresultaten.
▪ De HoGent heeft het recht de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. te archiveren en de tekstcomponent van de bachelorproef en de scriptie van de masterproef elektronisch via het intranet beschikbaar te stellen. Haar docenten hebben het recht de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. te citeren in het kader van onderwijs of wetenschappelijke werkzaamheden, steeds met vermelding van de bron en de naam van de auteur(s). Verder hebben haar docenten en studenten het recht de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. geheel of gedeeltelijk te kopiëren voor zover deze reproductie uitsluitend bestemd is voor privégebruik of voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden.
III. Onderwijsregeling
Deel 1. Voorwaarden inzake inschrijving
Artikel 4. Algemene bepalingen
De algemene, bijzondere en afwijkende toelatingsvoorwaarden alsook de taalvoorwaarden die in volgende artikelen worden bepaald, gelden zowel voor de inschrijving voor een opleiding als voor een opleidingsonderdeel of meerdere opleidingsonderdelen, ongeacht het contract. Als er wordt vastgesteld dat men niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden is de inschrijving nietig.
Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure (zoals beschreven op de website) niet correct doorlopen, kan geweigerd worden.
Artikel 5. Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële bacheloropleiding
Algemene inschrijvingsvoorwaarden
Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding geldt als algemene toelatingsvoorwaarde het bezit van één van de volgende diploma’s:
▪ een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;
▪ een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
▪ een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid;
▪ een HBO5 diploma;
▪ een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de voorgaande diploma’s wordt erkend. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan de hogeschool kandidaat-studenten welke in een land van binnen of buiten de Europese Unie een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating verleent tot het universitair onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding.
Volgende studiebewijzen vallen onder punt 5 hierboven:
Belgische studiebewijzen:
▪ een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap;
▪ een brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs;
▪ een diploma van eerste prijs, uitgereikt door een muziekconservatorium of het Lemmensinstituut, met uitzondering van een diploma eerste prijs notenleer;
▪ een diploma van technisch ingenieur;
▪ een diploma van het hoger muziekonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan, uitgereikt door een conservatorium;
▪ een diploma van de hogere technische school van de derde graad;
▪ een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren met volledig leerplan van een opleiding die leidt tot het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de tweede graad, diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de derde graad, diploma van de hogere technische school van de derde graad of diploma van binnenhuisarchitect;
▪ een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren in eenzelfde studierichting van het hoger onderwijs van sociale promotie of hoger beroepsonderwijs niveau 5 of een getuigschrift/getuigschriften/deelcertificaten van modules uit eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs niveau 5 waarvoor de kandidaat geslaagd is met een totaal aantal contacturen van ten minste 2/3 van het totaal;
▪ een bachelordiploma of gelijkwaardig;
▪ een masterdiploma of gelijkwaardig;
▪ een kandidaatsdiploma of gelijkwaardig.
Buitenlandse studiebewijzen:
▪ een Europees “Baccalaureaatsdiploma”, uitgereikt door de Europese scholen in België of het buitenland;
▪ een “Diplôme du baccalauréat international (BI)”, uitgereikt door het “L’Organisation du Baccalauréat International” te Genève (IBO);
▪ een Luxemburgs «diplôme de Fin d’Etudes secondaires» of «diplôme de Fin d’Etudes secondaires techniques»;
▪ een Nederlands diploma “Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs” (VWO);
▪ een Nederlands “Getuigschrift van met goed gevolg afgelegd propaedeutisch examen”;
▪ een Nederlands diploma “Middelbaar beroepsonderwijs” (MBO) van ten minste 3-4 jaar met kwalificatieniveau 4 (enkel toelating tot professioneel gerichte bachelor);
▪ een Frans diploma «Baccalauréat» (minimum score 10/20);
▪ een Duits diploma “Zeugnis der Allgemeinen Hochschulreife (Abiturprüfung)”;
▪ een “High school diploma” (USA) met een ‘record of transcript’ (puntenlijst), dat ten minstens 4 AP’s (Advanced Placements) vermeldt;
▪ een diploma uitgereikt door de SHAPE-school (NAVO);
▪ een bachelordiploma of gelijkwaardig;
▪ een masterdiploma of gelijkwaardig.
Afwijkende inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma: toelatingsonderzoek
Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de hierboven vermelde inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma kunnen toelating krijgen om zich in te schrijven voor een initiële bacheloropleiding indien ze slagen voor een toelatingsonderzoek. De kandidaat meldt zich aan bij de HoGent begeleider toelatingsonderzoek van de directie Onderwijs (xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx) om de voorwaarden van deelname aan het toelatingsonderzoek en procedure van het toelatingsonderzoek te bespreken (zie ook: xxxx://xxx.xxxxxx.xx). Vervolgens dient de kandidaat een portfolio in bij de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het samenstellen en de inhoud van zijn dossier. De beslissing van de Validerende Instantie, gebaseerd op het resultaat van het toelatingsonderzoek, wordt schriftelijk meegedeeld aan de kandidaat. Indien de procedure succesvol wordt doorlopen, ontvangt de kandidaat-student een persoonlijk Bewijs van Toelating. Om zich te kunnen inschrijven, moet de kandidaat ook voldoen aan de taal- en eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat zich wenst in te schrijven.
Artikel 6. Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële masteropleiding
De toegang tot de master kan via volgende wegen:
1. rechtstreeks: afgestudeerden van academisch gerichte bacheloropleidingen in de kunsten met specifieke opleidingskenmerken dewelke aansluiten bij de masteropleiding waarvoor men kandideert;
2. een voorbereidingsprogramma: afgestudeerden van academisch gerichte bacheloropleidingen in de kunsten met specifieke opleidingskenmerken xxxxxxx niet aansluiten bij de masteropleiding waarvoor men kandideert;
3. een schakelprogramma: afgestudeerden in een professioneel gerichte bachelor
▪ ten aanzien van de opleiding Beeldende Kunsten: bachelor Interieurvormgeving, bachelor Beeldende Vormgeving, bachelor Audiovisuele Kunsten, bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor Modetechnologie, bachelor Textieltechnologie, bachelor Landschaps-en Tuinarchitectuur, bachelor Grafische-en Digitale Media.
▪ ten aanzien van de opleiding Audiovisuele Kunsten: bachelor Audiovisuele Kunsten, bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor Beeldende Vormgeving.
▪ ten aanzien van de opleiding Drama: bachelor in de Dans.
▪ ten aanzien van de opleiding Muziek: bachelor in de Pop-en Rockmuziek, bachelor in de Musical.
4. een buitenlands niveaugelijkwaardig bachelordiploma waarbij de School of Arts op basis van het diploma en de diplomasupplementen bepaalt of de toegang tot een master rechtstreeks verloopt of via een voorbereidings- of schakelprogramma.
Artikel 7. Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling
§2. Volgende diploma’s geven rechtstreeks toegang tot de opleiding landschapsontwikkeling:
▪ Bachelor in de Agro-en Biotechnologie (afstudeerrichting groenmanagement)
▪ Bachelor in de Landschaps-en tuinarchitectuur
▪ Bachelor in de Toegepaste Architectuur
▪ Bachelor of Science in de Architectuur
▪ Master of Science in de Architectuur
▪ Bachelor of Science in de Ingenieurwetenschappen Architectuur
▪ Master of Science in de Ingenieurswetenschappen Architectuur
▪ Bachelor of Science in de Geografie en de Geomatica
▪ Bachelor of Science in de Geografie
▪ Master of Science in de Geografie
▪ Master of Science in de Stedenbouw en de Ruimtelijke Planning
▪ Een aan één van bovenstaande opleidingen buitenlands gelijkwaardig verklaard bachelor-of masterdiploma
Artikel 8. Diplomavoorwaarden voor de master na master Hedendaagse Muziek
De Master na masteropleiding Hedendaagse Muziek staat alleen open voor kandidaat-studenten die in het bezit zijn van een diploma van master in de Muziek of over een daarmee gelijkgesteld diploma.
Artikel 9. Diplomavoorwaarden voor postgraduaatsopleidingen
Een kandidaat die wenst in te schrijven voor het postgraduaat dient te voldoen aan de volgende diplomavoorwaarden:
▪ Music Performance Practice: diploma master in de Muziek of gelijkwaardig.
▪ Soloist Classical Music: Diploma master in de muziek of gelijkwaardig.
▪ Curatorial Studies: Diploma bachelor of gelijkwaardig.
▪ Digital Storytelling: Diploma bachelor of gelijkwaardig
▪ EPAS: Diploma bachelor of gelijkwaardig
Artikel 10. Diplomavoorwaarden voor de Specifieke lerarenopleiding
§1. De toegang tot de specifieke lerarenopleiding kan via volgende wegen:
▪ xxxxxx zijn van een diploma van master in het hoger kunstonderwijs of gelijkwaardig, van een diploma van een academische opleiding in de kunsten van de tweede cyclus of van een diploma van de tweede cyclus van een hogeschoolopleiding in de kunsten van academisch niveau;
▪ xxxxxx zijn van een academisch gerichte bacheloropleiding of gelijkwaardig en tevens ingeschreven zijn voor de erop aansluitende masteropleiding in het hoger kunstonderwijs. Het diploma van de specifieke lerarenopleiding kan pas uitgereikt worden na het behalen van het masterdiploma.
▪ gelijktijdig ingeschreven zijn in de academisch gerichte bacheloropleiding en de daarop aansluitende masteropleiding. Of gelijktijdig ingeschreven zijn in het schakelprogramma en de daarop aansluitende masteropleiding. Het diploma van de specifieke lerarenopleiding kan pas uitgereikt worden na het behalen van het masterdiploma.
§2. De kandidaat-student kan enkel inschrijven voor de specifieke lerarenopleiding die aansluit bij het behaalde masterdiploma of de master waarvoor men is ingeschreven.
Artikel 11. Permanente vorming
De inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma worden bepaald aan de hand van de inhoud en de aard van de permanente vorming. Het bestuurscollege beslist over de toelatingsvoorwaarden voor de permanente vorming. De School of Arts behoudt zich het recht om permanente vormingen niet te laten plaatsvinden bij een onvoldoende aantal inschrijvingen.
Artikel 12. Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen
Een kandidaat-student die wenst te studeren op grond van een buitenlands diploma of getuigschrift, dat niet is opgenomen in de lijst van buitenlandse studiebewijzen in artikel 5 moet een aanvraagdossier indienen.
De kandidaat-student meldt zich met zijn aanvraagdossier aan bij de dienst Studentenaangelegenheden van de School of Arts rekening houdend met de procedures en deadlines zoals vermeld op de website (zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
Een volledig aanvraagdossier dient te omvatten:
1° Een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier.
2° Een geldig verblijfsdocument voor België of documenten die het verblijfsstatuut of de verblijfsprocedure van de student aantonen, of bij ontstentenis hiervan een internationaal paspoort. In het laatste geval krijgt de kandidaat-student bij goedkeuring van zijn aanvraagdossier een document waarmee hij via de Belgische ambassade of een Belgisch consulaat het studentenvisum voor België aanvraagt.
3° Een kopie van de behaalde diploma’s, getuigschriften of studiebewijzen en addenda (diplomasupplement, vakinhoud voor aanvraag vrijstellingen). Deze kopieën dienen gelegaliseerd te zijn of voor eensluidend verklaard, al naargelang het land van herkomst.
▪ Bij aanvraag op grond van een buitenlands diploma secundair onderwijs waarvan de gelijkwaardigheid niet is erkend in Vlaanderen dient er een originele verklaring aan het dossier te worden toegevoegd, opgemaakt door het Ministerie van Onderwijs in het land van herkomst waaruit blijkt dat het diploma van secundair onderwijs toegang verleent tot universitaire studies in het land waar het werd uitgereikt;
▪ Bij aanvraag op grond van een diploma hoger onderwijs moet het dossier een verklaring bevatten die de aard, de studieomvang en de studieduur van dat buitenlands einddiploma hoger onderwijs vermeldt.
4° Een overzicht van alle niet beëindigde studies in het Hoger Onderwijs in binnen- en buitenland met de examenresultaten.
5° Een APS–certificaat (Akademische Prüfstelle) conform de bepalingen van de Vlaamse Gemeenschap voor kandidaat-studenten uit de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx. De Chinese kandidaat-studenten bekomen het certificaat na het succesvol doorlopen van een screening met betrekking tot het academisch niveau van de student (nazicht documenten, interview en testen) via het academisch evaluatiecentrum gelinkt aan de Duitse ambassade in Beijing (China). Het APS-certificaat is ook een vereiste voor het krijgen van een studentenvisum.
6° Een attest waaruit blijkt dat men voldoet aan de opleidingsspecifieke taalvoorwaarden.
Vertalingen, door een beëdigd vertaler via de Rechtbank van Eerste Aanleg in België of via de Belgische ambassade of het consulaat in het land van herkomst van de documenten, zijn noodzakelijk indien de documenten van het dossier niet in het Xxxxxx, Xxxxx, Duits of Nederlands zijn opgemaakt.
Naast de goedkeuring van het dossier moet de kandidaat, om zich te kunnen inschrijven, ook voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat zich wenst in te schrijven.
Artikel 13. Artistieke toelatingsproef bij de academisch gerichte opleidingen
§1. De artistieke toelatingsproef
Niemand wordt toegelaten, ongeacht het contract waarmee men wenst in te schrijven, tot de bacheloropleidingen, schakelprogramma’s en voorbereidingsprogramma’s in het Drama, in de Muziek, in de Audiovisuele en in de Beeldende kunsten, zonder geslaagd te zijn voor een artistieke toelatingsproef eigen aan deze opleidingen/opleidingsonderdelen. Deze artistieke toelatingsproef wordt georganiseerd door de School of Arts. Het slagen in de artistieke toelatingsproef maakt deel uit van de bijzondere toelatingsvoorwaarden. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor twee aansluitende academiejaren rechtsgeldig in de HoGent. Een student die in de loop van zijn studies in de School of
Arts HoGent gedurende één academiejaar zijn studies stopzet kan zijn studies hervatten zonder opnieuw aan de artistieke toelatingsproef te participeren.
§2. Organisatie van de toelatingsproeven
1° De artistieke toelatingsproeven voor de studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek van de School of Arts worden ieder academiejaar georganiseerd vóór de aanvang van het nieuwe academiejaar. De proeven worden meerdere malen ingericht. Een kandidaat-student kan aan de proeven van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen, specialisaties of instrumenten deelnemen.
2° De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef. Alle informatie, inhoud en organisatiemodaliteiten over de artistieke toelatingsproef is raadpleegbaar op de website van de School of Arts (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
3° Om toegelaten te worden tot de artistieke toelatingsproef dient de kandidaat-student een inschrijvingsgeld te betalen van 10 euro. Kandidaat-studenten die aan verschillende toelatingsproeven deelnemen dienen slechts één maal het bedrag aan inschrijvingsgeld te betalen.
4° Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar niet herkansen voor dezelfde toelatingsproef.
5° Voor de opleiding Muziek geldt dat indien de kandidaat-student tijdens een eerste sessie van de toelatingsproef slaagde voor het praktisch gedeelte maar niet slaagde voor het onderdeel theorie (Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer), hij dit theoretisch deel van de toelatingsproef wel kan herkansen in een tweede sessie. Kandidaten die deelnemen aan de laatst georganiseerde sessie van het betreffende academiejaar kunnen niet herkansen voor het onderdeel theorie.
6° Voor kandidaten voor een schakelprogramma of voorbereidingsprogramma geldt de werkwijze zoals beschreven in artikel 16.
§3. De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven
De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven bestaat uit:
− de decaan of zijn afgevaardigde die ambtshalve voorzitter is
− een secretaris die belast is met het examensecretariaat
− de leden van de examenjury
1° De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury beslaat minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding, afstudeerrichting of specialisatie. Naast de interne en externe leden kan de voorzitter van de artistieke toelatingsproeven beslissen om ook een student toe te voegen aan de commissie.
2° De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de artistieke toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door
de Raad van de School of Arts. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd.
§4. Deliberatie en feedback
Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien kunnen kandidaten op geen enkele wijze nog aanspraak maken op feedback.
§5. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden
In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan.
§6. Heroriëntering
Een student die in de loop van zijn studies binnen dezelfde opleiding van afstudeerrichting of –optie wenst te veranderen, moet geen nieuwe artistieke toelatingsproef afleggen. De wijziging wordt gezien als een heroriëntering waarbij er een goedkeuring is door een commissie van betrokken titularissen van de ontvangende afstudeerrichting of -optie. De beoordeling gebeurt op basis van het voorgelegde werk, een motivatiegesprek en/of een praktische proef.
§7. Instroom met een bewijs van bekwaamheid op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) of eerder verworven competenties (EVC)
1° Kandidaat-studenten die instromen met EVK dienen de volledige toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef. Op basis van deze inschaling én de toegekende EVK wordt het studietraject bepaald.
2° Bij instroom met EVC, eventueel gekoppeld aan EVK, zal de School of Arts het EVC- dossier onderzoeken. Indien uit het onderzoek blijkt dat de competenties die getoetst worden op de toelatingsproef bewezen zijn, wordt het EVC-dossier als artistieke toelatingsproef beschouwd. Indien dit niet het geval is, dient de kandidaat de artistieke toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef.
Artikel 14. Beroep inzake artistieke toelatingsproefsbeslissing
§1. Indienen van een beroep
De kandidaat-student die oordeelt dat een hemzelf betreffende ongunstige artistieke
toelatingsproefbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure.
De kandidaat-student stelt een verzoek tot heroverweging van een artistieke toelatingsproefbeslissing in binnen een vervaltermijn van 7 kalenderdagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving van de genomen beslissing aan de kandidaat-student. De kandidaat-student dient hiertoe een gemotiveerd beroep te richten ter attentie van de decaan. Het beroep moet op straffe van niet-ontvankelijkheid aangetekend verstuurd worden (de datum van de poststempel telt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de decaan, waarbij een exemplaar wordt afgestempeld en ondertekend door het secretariaat en terugbezorgd aan de kandidaat-student.
Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de kandidaat-student wordt het verzoekschrift – op straffe van niet-ontvankelijkheid – vergezeld van de volmacht van de kandidaat-student aan de raadsman, behalve als deze raadsman ingeschreven is als advocaat bij de balie. Het individueel beroep vermeldt op straffe van niet- ontvankelijkheid de naam en de handtekening van de kandidaat-student, en het voorwerp van beroep met de feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren. Bewijsstukken/documenten ter staving van het beroep kunnen toegevoegd worden.
§2. Bevoegdheid tot behandelen van een beroep
Het beroep wordt behandeld door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven.
§3. Behandeling van het beroep
De interne beroepsprocedure leidt tot:
1° De gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid ervan. De voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven oordeelt over de ontvankelijkheid van het beroep. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van zijn gemotiveerde beslissing.
2° Een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet.
In geval het beroep door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven of een daartoe gemachtigde, een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent de klacht inwint. De examencommissie artistieke toelatingsproeven in bijzondere zitting neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet. De kandidaat-student kan op zijn verzoek gehoord worden in de buitengewone zitting van de commissie artistieke toelatingsproeven of door de decaan. De kandidaat-student kan zich laten bijstaan.
3° De bedoelde beslissingen worden aan de kandidaat-student ter kennis gebracht binnen een vastgelegde termijn van twintig kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld.
§4. Extern beroep bij onregelmatigheden
(zie xxxx://xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/Xxxx/)
Er werd een Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De Raad doet als administratief rechtscollege uitspraak over het beroep tegen studievoortgangsbeslissingen dat door kandidaat-studenten wordt ingesteld, na uitputting van de interne beroepsprocedure.
Artikel 15. Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef bij de masteropleidingen en de master na masteropleidingen
§1. Externe kandidaten die niet binnen de School of Arts rechtstreeks doorstromen van de bacheloropleiding naar de master alsook kandidaten die rechtstreeks doorstromen maar van opleiding of afstudeerrichting wensen te veranderen, dienen tijdig een aanmeldingsdossier in te dienen.
§2. De oriënteringscommissie van de gekozen opleiding of afstudeerrichting behandelt het aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de kandidaat advies over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
§3. In afwijking van §2 gebeurt de aanmelding en oriënteringsproef voor het studietraject International Master in Composition for Screen (InMICS) in samenwerking met de partnerinstellingen. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website xxx.xxxxxx.xxx.
Artikel 16. Aanmeldingsprocedure en artistieke toelatingsproef voor een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma
§1. Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor een schakelprogramma of voorbereidingsprogramma, volgen dezelfde aanmeldingsprocedure zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master (zie artikel “Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef bij de masteropleidingen en de master na masteropleidingen”). Voor kandidaten die in aanmerking komen voor een voorbereidingsprogramma of schakelprogramma zal de artistieke toelatingscommissie van de gekozen opleiding of afstudeerrichting het aanmeldingsdossier behandelen en neemt een beslissing over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx. Op basis van de procedure alsook bewijzen van bekwaamheid geeft de artistieke toelatingscommissie bij toelating tevens advies over de samenstelling van het schakelprogramma of voorbereidingsprogramma.
§2. Kandidaat-studenten met een bachelordiploma uit het buitenland die geen gelijkwaardigheidserkenning academisch niveau kunnen voorleggen, dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek. Kandidaat-studenten van wie het buitenlands bachelordiploma in de kunsten als academisch wordt ingeschaald maar met onvoldoende inhoudelijke verwantschap met de initiële bacheloropleiding die voorafgaat aan de masteropleiding waarvoor men kandideert, dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te
volgen zoals vastgelegd in artikel “Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef bij de masteropleidingen en de master na masteropleidingen”.
Artikel 17. Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef voor de postgraduaatsopleidingen
§1 Kandidaten doorlopen in de periode voorafgaand aan de start van het academiejaar een toelatingsprocedure. Voor elk postgraduaat is er een oriënteringscommissie die verantwoordelijk is voor deze toelatingsprocedure en een advies geeft met betrekking tot instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot deze procedure worden bekend gemaakt via de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
§2 De School of Arts behoudt zich het recht om het postgraduaat gedurende een bepaald academiejaar niet te organiseren indien er onvoldoende aanmeldingen zijn en/of te weinig kandidaten met een positief advies vanwege de oriënteringscommissie.
Artikel 18. Inschrijvingsvoorwaarden inzake taal
Bij de inschrijving voor de specifieke lerarenopleiding of een professioneel gerichte opleiding moet de kandidaat-student bewijzen voldoende kennis te hebben van de Nederlandse taal:
▪ of door het afleveren van een bewijs van minstens één met vrucht voltooid leerjaar in het Nederlandstalig secundair onderwijs;
▪ of door het afleveren van een bewijs van geslaagd zijn voor een opleiding of één of meer opleidingsonderdelen, met een totale studieomvang van minstens 60 studiepunten in het Nederlandstalig hoger onderwijs;
▪ of door het afleggen van een taaltest. Het behaalde taalattest moet het bewijs leveren dat de student een niveau ‘Vantage’ in het Europees Referentiekader (hierna afgekort als ERK B2) bezit.
Een niveau ERK B2 komt overeen met:
o Certificaat NVA5 van het Universitair Centrum voor Talenonderwijs van de UGent (UCT);
o Certificaat B2 van een universitair talencentrum of een Centrum voor Volwassenonderwijs (CVO);
o of een certificaat ‘Nederlands als vreemde taal’, ‘educatief Startbekwaam (STRT)van de Nederlandse Taalunie.
Bij de inschrijving voor een Nederlandstalige academisch gerichte opleiding geldt dat het taalniveau van anderstalige kandidaat-studenten wordt beoordeeld als onderdeel van de artistieke toelatingsproef of oriënteringsproef. Anderstalige kandidaat studenten die zich willen inschrijven en waarvan de kennis van de onderwijstaal tijdens de artistieke toelatingsproef/oriënteringsproef onvoldoende blijkt, kunnen geweigerd worden. Anderstalige kandidaat-studenten die slagen op de artistieke toelatingsproef of oriënteringsproef kunnen inschrijven met een diplomacontract. Zij moeten een cursus Nederlands volgen indien ze niet beschikken over een certificaat taalniveau 5 van het
Universitair Centrum voor Talenonderwijs of een gelijkwaardig certificaat in het Europees Referentie Framework (voor de Nederlandstalige opleidingen) of over het specifiek taalbewijs dat binnen de Onderwijs- en examenregeling van HoGent voorzien is. De taalvorderingen worden door de School of Arts geëvalueerd. Op basis daarvan kunnen jaarlijks bindende voorwaarden opgelegd worden in het kader van studievoortgangsbewaking.
Bij de inschrijving voor een Engelstalige master of een postgraduaatsopleiding waarvoor een oriënteringsproef georganiseerd wordt, kan het taalniveau van anderstalige kandidaat- studenten worden beoordeeld als onderdeel van de oriënteringsproef. Studenten die niet voldoende kennis van het Engels bij de oriënteringsproef kunnen aantonen, moeten zich tegelijkertijd met de studies inschrijven voor een cursus Engels. De taalvorderingen worden door de School of Arts geëvalueerd. Op basis daarvan kunnen jaarlijks bindende voorwaarden opgelegd worden in het kader van studievoortgangsbewaking.
Artikel 19. Inschrijvingsvoorwaarden inzake leerkrediet
§1. Toelating tot een professioneel gerichte bacheloropleiding met diplomacontract
Een student kan niet meer studiepunten opnemen dan het aantal studiepunten in zijn resterende leerkrediet. Uitzonderlijk kan een student zich toch inschrijven voor een professioneel gerichte bacheloropleiding met een diplomacontract voor meer studiepunten dan zijn resterende krediet. De student moet dan aan één van deze voorwaarden voldoen:
▪ hij behaalde al een masterdiploma en heeft een leerkrediet gelijk aan of groter dan 0 studiepunten
▪ hij was zonder onderbreking in de twee voorafgaande academiejaren in dezelfde bacheloropleiding in de HoGent ingeschreven en moet nog ten hoogste 30 studiepunten afwerken
§2. Voor een inschrijving in een academisch gerichte bachelor of een initiële master met diplomacontract kunnen studenten zich inschrijven ten belope van hun nog voorhanden zijnde leerkrediet.
Bij tekort aan leerkrediet binnen een academisch gerichte opleiding kan éénmalig een inschrijving worden toegestaan. Studenten dienen daartoe een gemotiveerde aanvraag in. Indien de student uitzonderlijk wordt toegelaten, dient de student minstens 80% van zijn studiepunten te verwerven om het daaropvolgende academiejaar opnieuw te kunnen inschrijven in dezelfde opleiding, tenzij de student geen tekort aan leerkrediet meer heeft.
§3. In uitzondering van §2 kan de inschrijving in een initiële master van een student met een leerkrediet kleiner of gelijk aan 0 niet geweigerd worden als de student nog niet eerder een masterdiploma behaalde.
§4. Toelating met creditcontract:
Studenten die inschrijven voor een initiële bacheloropleiding of een initiële masteropleiding met een creditcontract kunnen zich inschrijven ten belope van hun leerkrediet.
§5. Voor studenten die inschrijven met een tekort aan leerkrediet wordt het studieprogramma
vastgelegd door de studietrajectbegeleider in overleg met de student.
Artikel 20. Inschrijvingsvoorwaarden inzake studievoortgang en weigering inschrijving voor een bachelor, een master, een voorbereidingsprogramma of een schakelprogramma
§1. Bindende voorwaarden inzake studievoortgang
Wanneer een student ingeschreven met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor minder dan 60% van de opgenomen studiepunten credits heeft behaald, krijgt hij bij de hierop volgende inschrijving voor dezelfde opleiding deze bindende voorwaarde opgelegd: de student moet tijdens de inschrijving met diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor dezelfde opleiding voor minstens 60% van de opgenomen studiepunten credits verwerven. De hierop volgende inschrijving voor eenzelfde opleiding dient niet noodzakelijk in een aaneensluitend academiejaar te gebeuren.
De decaan kan bij deze inschrijving bijkomende bindende voorwaarde(n) in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen:
▪ geen vrije keuze bij samenstelling van het jaarprogramma;
▪ het volgen van studiebegeleidingsmaatregelen.
Wanneer een student niet aan deze bindende voorwaarde(n) voldoet, zal hem een volgende inschrijving binnen dezelfde opleiding geweigerd worden.
§2. Weigering van inschrijving in dezelfde opleiding
Wanneer vastgesteld wordt dat de student bij twee opeenvolgende inschrijvingen voor dezelfde opleiding telkens voor minder dan 60% van de opgenomen studiepunten credits heeft behaald, wordt de student geweigerd voor een hierop volgende inschrijving voor deze opleiding. Opeenvolgende inschrijvingen voor eenzelfde opleiding dienen niet noodzakelijk tijdens aaneensluitende academiejaren te zijn gebeurd. Bij een weigering van een volgende inschrijving voor dezelfde opleiding met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma, kan ook niet meer ingeschreven worden via een creditcontract of examencontract voor het behalen van een creditbewijs binnen diezelfde opleiding.
Omwille van uitzonderlijke omstandigheden kan de student een gemotiveerde schriftelijke aanvraag richten aan de studietrajectbegeleider.
De aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Een student kan slechts éénmaal per academiejaar binnen dezelfde opleiding een aanvraag indienen om omwille van uitzonderlijke omstandigheden alsnog de toestemming te krijgen om zich in te schrijven in deze opleiding. Indien hem dit geweigerd wordt, geldt deze weigering voor de volledige duur van het betreffende academiejaar.
De decaan kan bij deze inschrijving bijkomende bindende voorwaarden in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen:
▪ geen vrije keuze bij samenstelling van het jaarprogramma;
▪ het volgen van studiebegeleidingsmaatregelen.
§3. De berekening van de studievoortgang van de student, zoals bedoeld in §1 en §2 van dit artikel, is gebaseerd op de som van alle studiepunten van alle contracten binnen dezelfde opleiding waarvoor een student in een academiejaar is ingeschreven.
Artikel 21. Inschrijvingsvoorwaarden voor studenten die niet voldoen aan de diplomavoorwaarden
Een student die niet voldoet aan de diplomavoorwaarden kan zich inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen met een credit- of examencontract voor het behalen van credits op voorwaarde dat uit een onderzoek blijkt dat de betrokkene voldoet aan de begincompetenties van het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen. Kandidaat-studenten richten een gemotiveerde schriftelijke aanvraag aan de studietrajectbegeleider. Voor een creditcontract wordt de aanvraag ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester. Voor een examencontract voor het behalen van credits wordt de aanvraag ingediend uiterlijk op 15 februari.
De beslissing van de School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Deel 2 Inschrijving
Artikel 22. Algemene bepalingen
§1. Een student schrijft zich in voor zover hij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, inclusief de taalvoorwaarden. De inschrijving is gebonden aan een bepaald academiejaar.
§2. De inschrijving van een student die niet voldoet aan de decretale en reglementaire toelatingsvoorwaarden is nietig.
§3. De student verklaart zich akkoord met het vastgelegde jaarprogramma via ondertekening. Het zich akkoord verklaren met het jaarprogramma maakt deel uit van de toetredingsovereenkomst. De toetredingsovereenkomst tussen de student en de HoGent kan tot stand komen via elektronische weg. De student ontvangt, via xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxx.xx, zijn inschrijvingsgegevens ter goedkeuring en ondertekening. Indien de student materiële vergissingen vaststelt, meldt hij dit schriftelijk aan de studentenadministratie:
▪ uiterlijk op 1 december voor de opleidingsonderdelen van semester 1 en de jaar- opleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor de opleidingsonderdelen van semester 2.
Zodra de student het vastgelegde jaarprogramma ondertekent, is hij ingeschreven en is hij studiegeld verschuldigd. Studenten moeten openstaande facturen, gerelateerd aan vorige inschrijvingen aan de HoGent betalen vooraleer overgegaan wordt tot een nieuwe inschrijving. Men kan slechts deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en/of examens afleggen nadat de toetredingsovereenkomst werd ondertekend en het verschuldigde inschrijvingsgeld werd betaald. De student verbindt er zich toe verschuldigde bijzondere studiekosten, nl. kosten die specifiek zijn voor een bepaalde opleiding die de student volgt of een bepaald opleidingsonderdeel dat hij in zijn studieprogramma opneemt, te betalen.
Een student kan zich binnen één academiejaar voor eenzelfde opleidingsonderdeel niet meer dan één keer inschrijven ongeacht het soort contract.
Een student die bijkomende opleidingsonderdelen, naast de verplichte opleidingsonderdelen of keuzeopleidingsonderdelen opneemt, moet voor de bijkomende opleidingsonderdelen een inschrijving met een creditcontract/examencontract voor het behalen van credits nemen. Deze opleidingsonderdelen maken geen deel uit van de studie voor het behalen van het diploma maar resulteren bij slagen in een creditbewijs.
Een voorlopige inschrijving is niet mogelijk.
De bepalingen over het inschrijven zijn niet van toepassing op inkomende uitwisselingsstudenten. Een student die ingeschreven is aan een buitenlandse partnerinstelling en die onderwijsactiviteiten volgt aan de HoGent, voor zover dit deel uitmaakt van een officieel erkende, bilaterale en/of multilaterale samenwerkings- of uitwisselingsprogramma of -overeenkomst, is een inkomende uitwisselingsstudent. Bij aankomst in de HoGent moeten de inkomende uitwisselingstudenten zich laten registreren als gaststudent. Door registratie verklaart de inkomende uitwisselingsstudent zich, voor de betrokken periode in de HoGent, akkoord met de bepalingen van de onderwijs- en examenregeling. De bepalingen voor het inschrijven van inkomende
Met uitzondering van §1 en §2 zijn bovenvermelde inschrijvingsbepalingen niet van toepassing op kandidaat-studenten die zich uitsluitend op grond van EVC en/of EVK registreren voor het verwerven van een diploma.
Artikel 23. Inschrijvingsdata
Diplomacontract en creditcontract
1° Uiterlijk op 1 december:
De student die opleidingsonderdelen van het 1ste semester of jaaropleidingsonderdelen wil opnemen moet zich inschrijven uiterlijk op 1 december. De student kan zich tevens voor opleidingsonderdelen van het 2de semester inschrijven.
2° Vanaf 1 december t.e.m. 15 maart:
De student kan zich voor opleidingsonderdelen van het 2de semester inschrijven. Het volgen van een deeltijds modeltraject in het tweede semester kan enkel, rekening houdend met de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid van opleidingsonderdelen, zoals bepaald in het School of Arts reglement. Bij een laattijdige inschrijving bestaat de mogelijkheid dat de evaluatie van bepaalde opleidingsonderdelen en de toekenning van examencijfers al voorbij zijn.
Examencontract
Voor een examencontract kan de student zich inschrijven t.e.m. 15 maart.
In afwijking hiervan kan een student die in de eerste of tweede examenperiode een diploma behaalt mits deliberatie van een opleidingsonderdeel zich in hetzelfde academiejaar voor het gedelibereerde opleidingsonderdeel inschrijven met een examencontract om toch dit creditbewijs te behalen in de derde examenperiode. De student dient hiertoe een aanvraag in uiterlijk 3 kalenderdagen na de feedback van de tweede examenperiode. Voor opleidingsonderdelen waarvoor in de derde examenperiode geen examen kan afgelegd worden, is deze inschrijving niet mogelijk.
Postgraduaatsopleidingen en permanente vormingen kunnen afwijkende startdata hebben, dewelke worden gecommuniceerd op de website en doorheen de aanmeldingsprocedure. Volgende postgraduaatsopleidingen hebben voor het academiejaar 2017-2018 een afwijkende startdatum:
European Postgraduate in Arts in Sound: 1 september2017 Curatorial Studies: 16 oktober 2017
Artikel 24. Inschrijvingsprocedure
§1. Inschrijven aan de HoGent:
§2. Herinschrijven aan de HoGent:
Studenten die zich willen herinschrijven, volgen de richtlijnen die hen na de eerste of tweede examenkans bezorgd worden.
Zowel bij inschrijving als bij herinschrijving moeten het contract en het jaarprogramma zo snel mogelijk vastgelegd en ondertekend worden.
§3. Attesten van inschrijving
De student ontvangt volgende attesten in functie van het contract: 1° Diplomacontract en creditcontract:
Studenten die inschrijven voor een diploma- of creditcontract ontvangen na inschrijving
de inschrijvingsbewijzen voor het ziekenfonds en de openbare vervoersmaatschappijen.
2° Examencontract:
Studenten die inschrijven voor een examencontract krijgen een bewijs van inschrijving.
Artikel 25. Aard van de inschrijving
Een student schrijft zich in voor:
▪ een opleiding of meerdere opleidingen tegelijk en/of;
▪ een schakel- of voorbereidingsprogramma en/of;
▪ een postgraduaatsopleiding en/of;
▪ een permanente vorming en/of;
▪ een opleidingsonderdeel of meerdere opleidingsonderdelen, die behoren tot één of meer opleidingen. Indien een student een overdracht voor een deelopleidingsonderdeel of een deelvrijstelling verwierf, schrijft hij/zij zich voor het volledige opleidingsonderdeel in.
Artikel 26. Soorten contracten
Diplomacontract
Met een diplomacontract schrijft een student zich in met het oog op het behalen van een diploma/getuigschrift van een bepaalde opleiding of programma. Inschrijven met een diplomacontract houdt het recht in deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten, te genieten van onderwijsondersteunende faciliteiten en examens af te leggen over de opleidingsonderdelen die deel uitmaken van het jaarprogramma waarvoor de student is ingeschreven (uitgezonderd eventuele vrijstellingen).
Creditcontract
1° Een student schrijft zich in voor één of een beperkt aantal opleidingsonderdelen en legt daarvoor examens af met het oog op het behalen van een creditbewijs. Een graad van verdienste, een postgraduaatsgetuigschrift, een getuigschrift pedagogische bekwaamheid of het diploma van een opleiding kan niet verleend worden aan een student ingeschreven met een creditcontract. Inschrijven met een creditcontract houdt het recht in deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten, te genieten van onderwijsondersteunende faciliteiten en examens af te leggen over de opleidingsonderdelen die deel uitmaken van het contract.
2° Voor een inschrijving met een creditcontract is de toelating van School of Arts noodzakelijk, ook in geval van herinschrijving. De toestemming kan uitsluitend verleend worden voor opleidingsonderdelen waarvoor inschrijving met creditcontract mogelijk is op basis van de volgtijdelijkheid en de gelijktijdigheid, de vereiste begincompetenties, de toelatingsvereisten en de praktisch organisatorische haalbaarheid van deze opleidingsonderdelen, zoals opgenomen in de studiefiches en/of het School of Arts reglement. De student richt zijn schriftelijk gemotiveerde aanvraag voor toelating tot inschrijving met een creditcontract tot de studietrajectbegeleider.
3° Voor stages, bachelorproeven, masterproeven kan nooit ingeschreven worden met een creditcontract.
4° Toelating tot een opleidingsonderdeel of opleidingsonderdelen met een creditcontract uit masterprogramma’s wordt enkel goedgekeurd indien de kandidaat- student het onderliggende bachelordiploma heeft behaald.
5° Bij goedkeuring van het creditcontract kan van de kandidaat-student geëist worden dat verschillende opleidingsonderdelen simultaan worden opgenomen. Het gaat hierbij om opleidingsonderdelen die omwille van inhoudelijke redenen niet afzonderlijk gevolgd kunnen worden.
Examencontract
Een student kan zich inschrijven om uitsluitend examens af te leggen met het oog op:
▪ het behalen van een diploma van een opleiding of een getuigschrift van een schakelprogramma/voorbereidingsprogramma of;
▪ het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
In de studiefiches wordt vastgelegd voor welke opleidingsonderdelen kan ingeschreven worden met een examencontract.
Met een examencontract kan er niet worden ingeschreven voor een opleiding in afstandsonderwijs, een bachelor na bacheloropleiding, een master na master, een postgraduaat en een permanente vorming.
Voor een (her)inschrijving met een examencontract is toelating van de School of Arts noodzakelijk. De student richt zijn schriftelijk gemotiveerde aanvraag voor toelating tot inschrijving met een examencontract tot de studietrajectbegeleider.
Bij het verlenen van de toestemming tot inschrijving met examencontract moet, onverminderd de toelatingsvoorwaarden, voldaan worden aan de toelatingsvereisten van de betreffende opleidingsonderdelen, zijnde de begincompetenties, de volgtijdelijkheid en de gelijktijdigheid van het betrokken opleidingsonderdeel zoals opgenomen in de studiefiche en/of het School of Arts reglement.
De student met een examencontract kan niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en kan geen gebruik maken van de onderwijsondersteunende faciliteiten of van de begeleiding die de hogeschool biedt. De student kan enkel gebruik maken van het elektronisch leerplatform voor het bekomen van leermateriaal, niet voor onderwijskundige begeleiding.
De graad of het diploma van een opleiding kan niet verleend worden aan een student die ingeschreven is met een examencontract voor het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
Verschillende contracten
Een student kan binnen één academiejaar en binnen één opleiding meerdere inschrijvingen nemen met verschillende contracten maar nooit voor eenzelfde opleidingsonderdeel.
Artikel 27. Soorten studietrajecten
Een studietraject heeft betrekking op de wijze waarop het opleidingsprogramma wordt doorlopen.
Het soort studietraject wordt bepaald bij inschrijving:
▪ een modeltraject of;
▪ een geïndividualiseerd traject.
Een modeltraject is een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep van studenten.
Een geïndividualiseerd traject is een studietraject op maat van de individuele student. De opportuniteit van het doorlopen van een geïndividualiseerd traject wordt getoetst, rekening houdende met de volgtijdelijkheid, de gelijktijdigheid, de haalbaarheid in hoofde van de student (studievoortgang en studie-efficiëntie) en in functie van de organisatie van de opleidingsonderdelen.
Een student die een geïndividualiseerd traject wenst te volgen, richt een schriftelijke aanvraag tot de studietrajectbegeleider uiterlijk op 15 oktober en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De student die een
geïndividualiseerd traject wenst aan te vragen, zal zijn aanvraag laten adviseren door de studietrajectbegeleider.
De School of Arts beslist over het al dan niet toekennen van een geïndividualiseerd traject. De beslissing van de School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Wanneer een student geen toelating krijgt om in te schrijven met een geïndividualiseerd traject of wanneer het aangevraagde geïndividualiseerd traject geweigerd wordt, geldt deze beslissing voor alle soorten contracten.
Artikel 28. Samenstelling geïndividualiseerd traject (GIT)
Een geïndividualiseerd traject behelst maximum 66 studiepunten behalve voor de bachelor- en masteropleidingen Muziek. In de opleiding Muziek behelst het maximum aantal op te nemen studiepunten 75.
Bij het combineren van een inschrijving voor een bachelor- en masteropleiding, zijn volgende bepalingen van toepassing:
1° Studenten die nog één of meerdere hoofdpraktijkopleidingsonderdelen uit de bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen niet inschrijven voor hoofdpraktijkopleidingsonderdelen alsook de scriptie uit de master.
2° Studenten die enkel nog theoretische opleidingsonderdelen uit de bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen inschrijven in de masteropleiding. De School of Arts kan wel restricties opleggen ten aanzien van het maximaal op te nemen studiepunten binnen het geïndividualiseerd programma.
3° Voor studenten van wie de studievoortgang in de bacheloropleiding niet optimaal was, en die nog opleidingsonderdelen dienen af te leggen waarvoor zij voor een derde keer inschrijven, zal de inschrijving in de masteropleiding worden geweigerd.
4° Voor studenten die nog voor meer dan 27 studiepunten opleidingsonderdelen moeten afleggen uit de bacheloropleiding, zal de inschrijving in de masteropleiding worden geweigerd.
5° Studenten die voor een tweede opeenvolgend academiejaar wensen in te schrijven voor een combinatie van opleidingsonderdelen uit de bachelor- en de masteropleiding, kunnen bij de inschrijving voor de masteropleiding geweigerd worden. Deze studenten kunnen slechts weer inschrijven voor de masteropleiding indien alle credits uit de bacheloropleiding verworven zijn.
6° Voor kandidaat-studenten die hun bachelor alsnog dienen te behalen aan een andere onderwijsinstelling, zal de inschrijving in de masteropleiding worden geweigerd.
7° Uitzonderingen op 1° tot en met 6° van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier.
Voor studenten uit de bacheloropleiding drama die opleidingsonderdelen uit het 1e en/of 2e modeldeeltraject willen combineren met opleidingsonderdelen uit het 3e modeldeeltraject geldt: een aanvraag waarin de opleidingsonderdelen dramaproject I, dramaproject II en/of dramaproject III worden opgenomen, zal slechts goedgekeurd worden indien de student zich binnen het lessenrooster vrij kan maken voor deze opleidingsonderdelen én indien een inschrijving voor één van deze opleidingsonderdelen noodzakelijk is om minstens 27 studiepunten te kunnen opnemen.
Bij programmawijzigingen wordt door de respectievelijke opleidingscommissie de concordantie vastgesteld, qua inhoud en studieomvang, tussen de opleidingsonderdelen uit het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ programma. Studenten die met een geïndividualiseerd traject herinschrijven dienen de concordantietabel te respecteren bij het samenstellen van hun geïndividualiseerd studieprogramma.
Artikel 29. Inschrijving voor keuze-opleidingsonderdelen
§1. Studenten kunnen zich inschrijven voor opleidingsonderdelen uit keuzepakketten tot maximaal één week na de start van de onderwijsactiviteiten van de betrokken opleidingsonderdelen. De aanvraag tot inschrijving voor keuze-opleidingsonderdelen meer dan één week na de start van de onderwijsactiviteiten kan geweigerd worden.
§2. Studenten die zich na 1 november uitschrijven voor opleidingsonderdelen van het eerste semester behorende tot een verplicht keuzepakket binnen de opleiding, kunnen zich datzelfde academiejaar niet meer inschrijven voor opleidingsonderdelen van het tweede semester die behoren bij hetzelfde keuzepakket.
§3. Een student die een uitzondering wenst aan te vragen ten aanzien van §1 of §2, richt een schriftelijke aanvraag tot de studietrajectbegeleider uiterlijk op 15 oktober en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De student zal zijn aanvraag laten adviseren door de studietrajectbegeleider. De beslissing van de School of Arts zal aan de student meegedeeld worden binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag.
Artikel 30. Vrijstellingen/deelvrijstellingen
Een student die houder is van eerder verworven kwalificaties (EVK) of van een bewijs van bekwaamheid op basis van eerder verworven competenties (EVC) kan bij de School of Arts (deel)vrijstellingen aanvragen voor bepaalde (deel)opleidingsonderdelen.
Procedure voor vrijstelling/deelvrijstelling op basis van EVK
Een student die op basis van EVK, zijnde creditbewijzen/getuigschriften van slagen, een vrijstelling/deelvrijstelling wenst te krijgen, richt een aanvraag aan de studietrajectbegeleider:
▪ uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen. Bij inschrijving vanaf 1 oktober, richt men de aanvraag aan de studietrajectbegeleider binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving;
▪ voor 1 maart voor opleidingsonderdelen van het tweede semester. Bij inschrijvingen vanaf 15 februari, richt men de aanvraag aan de studietrajectbegeleider binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving.
De student bezorgt samen met de schriftelijke aanvraag de nodige originele bewijsstukken (attest/getuigschrift/diploma/creditbewijs/studiefiche, enz.).
De School of Arts zal de aanvraag behandelen in functie van welomschreven competenties, de inhoud en de studieomvang van het (deel)opleidingsonderdeel. School of Arts kan oordelen dat naast het onderzoek op stukken een bijkomend onderzoek vereist is. School of Arts neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van (deel)vrijstellingen op basis van EVK.
De beslissing van School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De termijn van 30 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is en indien geen bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is.
Wanneer een vrijstelling op basis van EVK toegekend wordt voor een (deel)opleidingsonderdeel zal geen examencijfer van het creditbewijs overgenomen worden bij de inschrijving noch bij de examenbeslissing.
Procedure voor (deel)vrijstelling op basis van EVC
Een student die op basis van EVC (deel)vrijstellingen wenst te krijgen, moet bij zijn aanvraag een bewijs van bekwaamheid voorleggen.
1° Het behalen van een bewijs van bekwaamheid:
Een student die een bewijs van bekwaamheid voor bepaalde competenties of voor alle competenties van een bepaalde opleiding wil bekomen, richt een aanvraag aan de studietrajectbegeleider.
De student bezorgt samen met de aanvraag het portfolio dat alle relevante bewijsstukken in verband met de aangevraagde competenties bevat. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het samenstellen en de inhoud van zijn dossier. Het bekwaamheidsonderzoek voorziet dat, indien nog bijkomende informatie noodzakelijk is om te kunnen oordelen over de competenties, de assessoren kunnen beslissen een bijkomend onderzoek te organiseren.
Het bekwaamheidsonderzoek (zie xxxx://xxx.xxxxxx.xx) kan pas starten nadat de student bewijst dat hij de betaling heeft uitgevoerd én het portfolio door School of Arts werd ontvangen.
Het al dan niet erkennen van competenties zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden.
De student ontvangt een bewijs van bekwaamheid bij een positief resultaat van het onderzoek. Het bewijs van bekwaamheid vermeldt de competenties die verworven zijn eigen aan het niveau van een bachelor, een master of van een welomschreven opleiding, (deel)opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen.
2° Vrijstellingen/deelvrijstellingen op basis van een bewijs van bekwaamheid:
Een student die een bewijs van bekwaamheid heeft gekregen, komt eventueel in aanmerking voor het aanvragen van (deel)vrijstellingen. Hij richt hiertoe een aanvraag uiterlijk 15 kalenderdagen na het ontvangen van het bewijs van bekwaamheid, binnen de grenzen van de vastgelegde inschrijvingsdata. De student bezorgt het bewijs van bekwaamheid samen met de aanvraag aan de studietrajectbegeleider.
School of Arts neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van vrijstellingen/deelvrijstellingen.
De beslissing zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De termijn van 30 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is. Wanneer een vrijstelling op basis van EVC toegekend wordt voor een (deel)opleidingsonderdeel zijn er geen creditbewijzen en zal geen examencijfer gehanteerd worden bij inschrijving noch bij examenbeslissing.
Geldigheidsduur van EVK en bewijzen van bekwaamheid
Een EVK en een bewijs van bekwaamheid blijven onbeperkt geldig.
Artikel 31. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen
Een individuele onderwijs- en examenmaatregel is een redelijke aanpassing op maat om de gelijkheid van kansen voor de student te waarborgen, zodat hij volwaardig kan participeren aan onderwijs- en examenactiviteiten. Deze maatregel voldoet aan de criteria van noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid, verdedigbaarheid en competentiebewaking.
▪ Noodzakelijkheid: zonder deze maatregel kan de student niet volwaardig deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten;
▪ Uitvoerbaarheid: de maatregel mag geen aantoonbare onevenredige belasting teweegbrengen voor de organisatie;
▪ Verdedigbaarheid: de maatregel is te verantwoorden t.o.v. betrokkenen;
▪ Competentiebewaking: de beoogde eindcompetenties van de opleiding worden nagestreefd.
Gronden
Individuele onderwijs- en examenmaatregelen kunnen een student toegekend worden op basis van
▪ een attest waaruit blijkt dat hij werkstudent is
▪ een geattesteerde functiebeperking
▪ een geadviseerde aanvraag bijzonder statuut:
a. Topsporter AUGent,
b. Student-ondernemer;
c. Student- kunstbeoefenaar;
d. Student met een mandaat;
▪ een geattesteerde medische reden
▪ bewezen uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden
Aanvraag
Het verkrijgen van individuele onderwijs- en examenmaatregelen gebeurt op individuele vraag van de student. Hij richt daartoe een schriftelijk verzoek, via het daartoe bestemde aanvraagformulier, voorzien van de nodige attesten en/of bewijsstukken, aan de studietrajectbegeleider van zijn opleiding.
Onderwijsmaatregelen en examenmaatregelen voor niet-periodegebonden evaluaties vraagt de student zo snel mogelijk aan. Voor examenmaatregelen in de examenperiodes moet de aanvraag uiterlijk vier lesweken voor de start van de examenperiode, zoals opgenomen in de academische kalender van de School of Arts, ingediend worden.
Beslissing
De Raad van School of Arts beslist over de toe te kennen individuele onderwijs- en examenmaatregelen. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen moeten jaarlijks opnieuw aangevraagd worden.
Beroep
De individuele onderwijs- en examenmaatregelen gaan in op het ogenblik van de bekendmaking. De beroepstermijn zoals voorzien in de interne beroepsprocedure start de dag na bekendmaking van de beslissing.
Artikel 32. Gelijktijdige inschrijvingen voor opeenvolgende opleidingen/programma’s of voor eenzelfde opleiding met verschillende afstudeerrichtingen
Een student kan, in afwijking van de toelatingsvoorwaarden, zich in hetzelfde academiejaar gelijktijdig inschrijven voor opleidingen/studieprogramma’s die elkaar opvolgen.
Een student, ingeschreven in het diplomajaar, kan gelijktijdig inschrijven voor dezelfde opleiding met een andere afstudeerrichting, zonder in het bezit te zijn van het diploma van de desbetreffende opleiding.
De student dient uiterlijk op 15 oktober een schriftelijke aanvraag in voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De aanvraag wordt getoetst, rekening houdend met de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid, de haalbaarheid in hoofde van de student (studievoortgang en studie- efficiëntie) en in functie van de organisatie van de opleidingsonderdelen.
Voor het behalen van een diploma/getuigschrift van een vervolgopleiding/studieprogramma waarvoor de student is ingeschreven in afwijking van de toelatingsvoorwaarden zoals beschreven in §1, is het steeds noodzakelijk dat de student het diploma/getuigschrift van de onderliggende opleiding heeft verworven.
Artikel 33. Gelijktijdige inschrijvingen voor studieprogramma’s van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen of afstudeeropties
§1. Een student kan zich binnen één academiejaar voor meerdere opleidingen inschrijven.
§2. Voor het combineren van meerdere inschrijvingen van opleidingsonderdelen uit verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en/of afstudeeropties binnen de academisch gerichte opleidingen is de toelating van de decaan vereist. Een aanvraag hiervoor kan bij de studietrajectbegeleider worden ingediend.
§3. De student dient uiterlijk op 15 oktober een schriftelijke aanvraag in voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Artikel 34. Inschrijving voor eenzelfde opleiding waarvoor men reeds het diploma bezit
Bij de inschrijving voor een bachelor- of masteropleiding waarvan een student reeds het diploma bezit, geldt de voorwaarde dat de student nog opleidingsonderdelen voor een studieomvang van ten minste 30 studiepunten moet volgen.
De student richt een schriftelijke aanvraag uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Artikel 35. Een inschrijving in de master Xxxxxx voor kandidaten die reeds een masterdiploma Xxxxxx behaalden
§1. Kandidaten die reeds aan een Vlaamse hoger onderwijsinstelling een masterdiploma Xxxxxx hebben behaald kunnen enkel een tweede diplomacontract aangaan voor de masteropleiding Muziek indien men bij een tweede masteropleiding in de Muziek een andere afstudeerrichting of een andere instrumentenfamilie kiest. Studenten die binnen dezelfde instrumentenfamilie xxxxxx een tweede masteropleiding te volgen, kunnen enkel verder studeren via creditcontract.
§2. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt rekening gehouden met artikel 26 – “Soorten contracten”, §2 creditcontracten. Xxxxxxxxxx het reeds gevolgde curriculum kan een kandidaat-student een pakket van opleidingsonderdelen krijgen waarvoor hij dient in te schrijven met een creditcontract. In elk geval dient de student binnen de afstudeerrichting uitvoerende muziek steeds de opleidingsonderdelen betreffende klein ensemble en/of groot ensemble als bijkomende opleidingsonderdelen op te nemen.
§3. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt tevens rekening gehouden met de motivatie en beweegredenen van de kandidaat. Indien wordt vastgesteld dat motivatie en profiel van de kandidaat beter aansluiten bij een master na master Hedendaagse Muziek of een postgraduaatsopleiding in de Muziek kan de kandidaat geweigerd worden voor de masteropleiding Muziek.
§4. Volgende instrumenten worden gedefinieerd als behorende tot dezelfde instrumentenfamilie:
▪ Klarinet en basklarinet;
▪ Trombone en bastrombone
▪ Viool en Altviool
▪ Hobo en Althobo
Artikel 36. Inschrijving in de master muziek, afstudeeroptie muziekeducatie
Bij inschrijving in de master muziek kan de student opteren voor de afstudeeroptie muziekeducatie. In deze afstudeeroptie kan de student 30 ingedaalde studiepunten uit de specifieke lerarenopleiding volgen. Deze indaling is bedoeld om te faciliteren dat studenten het diploma van de specifieke lerarenopleiding en de bijhorende lesbevoegdheid verwerven.
Studenten die reeds via het verwerven van een bekwaamheidsbewijs deze lesbevoegdheid hebben verworven, kunnen in de masteropleiding muziek niet kiezen voor de afstudeeroptie muziekeducatie.
Artikel 37. Wijzigen van inschrijving/stopzetten van contract/uitschrijving
Wijzigen van inschrijving
1° Een wijziging van inschrijving kan zijn:
▪ een wijziging van soort contract;
▪ een wijziging van jaarprogramma;
▪ een wijziging van opleiding of afstudeerrichting (heroriënteren).
De student die de inschrijving wenst te wijzigen, heeft hierover een gesprek met de studietrajectbegeleider. De student dient te voldoen aan alle inschrijvingsvoorwaarden van het gewijzigde contract of de gewijzigde opleiding of opleidingsonderdelen.
Aan een wijziging van inschrijving kunnen financiële gevolgen verbonden zijn: de student kan een bijkomende vordering ontvangen of er kan een terugbetaling aan de student volgen.
Er dient uitvoering gegeven te worden aan alle inschrijvingsvoorwaarden en - modaliteiten voortvloeiend uit de wijzigingen van het contract.
2° Procedure wijzigen van inschrijving:
1. Wijzigen van het soort studiecontract (diplomacontract, creditcontract, examencontract) kan slechts eenmaal per academiejaar gebeuren. Een wijziging van het soort contract impliceert geen overgang naar een nieuwe opleiding: de student blijft ingeschreven voor dezelfde opleiding of opleidingsonderdelen. De opleidingsonderdelen waarvoor examen werd afgelegd, kunnen niet meer gewijzigd worden van contract. Een schriftelijke aanvraag tot wijziging kan in overleg met de studietrajectbegeleider, op het studentensecretariaat ingediend worden. Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. wijzigingen van soort studiecontract:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester.
2. Wijziging van jaarprogramma (wijziging inhoud contract):
De student kan extra opleidingsonderdelen opnemen in zijn contract of opleidingsonderdelen uit zijn jaarprogramma laten verwijderen of bijkomende vrijstellingen aanvragen. Een schriftelijke aanvraag tot wijziging kan in overleg met de studietrajectbegeleider, op het studentensecretariaat ingediend worden. Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. wijzigingen van de inschrijving voor een jaarprogramma:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester.
3. Xxxxxxxxx van opleiding of afstudeerrichting (heroriënteren):
Indien de student credits wenst te verwerven van zijn lopende opleiding of afstudeerrichting, is een wijziging van opleiding of afstudeerrichting slechts mogelijk na afloop van een semester. De beëindiging van het eerst aangegane contract heeft geen invloed op eventuele in het eerste semester behaalde creditbewijzen. De behaalde credits blijven behouden en kunnen eventueel gevaloriseerd worden binnen de andere opleiding of de andere afstudeerrichting indien zij daarin voorkomen. Een schriftelijke aanvraag tot wijziging kan in overleg met de studietrajectbegeleider, op het studentensecretariaat ingediend worden.
Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. wijzigingen van de inschrijving voor een opleiding of afstudeerrichting:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester. Stopzetten van een contract
Een student die meerdere contracten heeft aangegaan en één van deze contracten wenst te stoppen, dient dit schriftelijk te melden aan het betrokken studentensecretariaat. De dag van de afgifte van het verzoek tot stopzetting van een contract geldt als stopzettingsdatum. Het studentensecretariaat handelt het administratieve dossier af. In tegenstelling tot uitschrijven (§3) impliceert het stopzetten van een contract niet het verlies van de status ‘student’. De student heeft immers nog een contract lopen.
Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. stopzetting van een contract:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester. Aan een stopzetting van een contract zijn mogelijks financiële gevolgen verbonden.
Uitschrijven
Een student die alle contracten (dus alle studies) in de loop van het academiejaar stopzet, moet de uitschrijving schriftelijk melden en de studentenkaart inleveren. De student kan hiertoe het uitschrijvingformulier gebruiken. Hij kan ondersteuning krijgen van de studietrajectbegeleider voor het invullen van het uitschrijvingformulier en een eventueel adviesgesprek. De schriftelijke melding gebeurt ten aanzien van het studentensecretariaat voor het afhandelen van zijn administratief dossier.
De poststempel of de verzenddatum van de mail geldt als uitschrijvingdatum. De student verliest de status ‘student’, met de eraan verbonden gevolgen voor studiegeld, kinderbijslag en beurstoelage.
Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. uitschrijven opdat de student, ingeschreven met een diplomacontract, geen leerkrediet verliest:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen (financiële consequenties vanaf 1 november);
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester. Aan een uitschrijving zijn mogelijks financiële gevolgen verbonden.
Financiële consequenties
Het verschuldigd studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van een contract (enkel geldig voor de initiële bachelor- en masteropleidingen, schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s en specifieke lerarenopleiding) is als volgt:
1° voor een diplomacontract en/of een creditcontract:
o ingeschreven voor opleidingsonderdelen van het eerste (inclusief jaaropleidingsonderdelen) en het tweede semester: te betalen studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van of in een contract:
▪ vóór 1 november: enkel het vast bedrag is verschuldigd;
▪ vanaf 1 november t.e.m. 15 maart: het vast bedrag en het studiegeld voor de opgenomen studiepunten van het eerste semester (inclusief jaaropleidingsonderdelen) is verschuldigd;
▪ na 15 maart: het vaste bedrag en het studiegeld voor alle opgenomen studiepunten is verschuldigd.
o ingeschreven voor uitsluitend opleidingsonderdelen van het tweede semester: te betalen studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van of in een contract:
▪ t.e.m. 15 maart: enkel het vast bedrag is verschuldigd;
▪ na 15 maart: het vast bedrag en het studiegeld voor alle opgenomen studiepunten is verschuldigd.
o bij uitschrijving vóór de 2de dag van het academiejaar is geen studiegeld verschuldigd.
2° voor een examencontract:
o vanaf de 2de dag van het academiejaar dient het studiegeld voor de opgenomen opleidingsonderdelen betaald te worden;
o bij uitschrijving vóór de 2de dag van het academiejaar is geen studiegeld verschuldigd.
Voor bachelor na bacheloropleidingen, master na masteropleidingen, postgraduaatsopleidingen en permanente vormingen kunnen andere regels voor stopzetting gelden.
Financieel voordeel bij heroriëntering binnen de Associatie Universiteit Gent
Bij heroriëntering voor 1 maart, binnen de Associatie Universiteit Gent en op voorlegging van het bewijs van uitschrijving bij één van de associatiepartners, zal de HoGent als ‘ontvangende instelling’ de student een korting toestaan op het studiegeld ter waarde van het vast gedeelte ervan. Deze regel is enkel geldig voor initiële bachelor- en masteropleidingen.
Artikel 38. Studiegeld
Jaarlijks worden de bedragen van het studiegeld vastgelegd door het bestuurscollege. Het studiegeld voor het academiejaar 2017-2018 voor de bachelor- en masteropleidingen, de
specifieke lerarenopleidingen na een master, de schakelprogramma’s en de voorbereidingsprogramma’s werd vastgelegd zoals opgenomen als bijlage 3.
Het studiegeld bestaat uit een vast en een variabel bedrag per studiepunt. Voor sommige vervolgopleidingen wordt daarenboven een bijzonder studiegeld gevorderd. Het variabel bedrag is afhankelijk van het soort contract en het aantal opgenomen studiepunten. Het vast bedrag is afhankelijk van het soort contract.
Bij een diplomacontract voor een initiële bacheloropleiding en masteropleiding is het studiegeld ook afhankelijk van het feit of een student een niet-beursstudent, een bijna- beursstudent of een beurstariefstudent is. De voorwaarden voor het aanvragen van een studietoelage bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling School- en Studietoelagen zijn:
▪ een inschrijving met een diplomacontract voor een initiële bacheloropleiding of masteropleiding, een schakelprogramma of voorbereidingsprogramma voor een masteropleiding of een specifieke lerarenopleiding en;
▪ een studietraject van de student van minstens 27 studiepunten. Deze voorwaarde geldt niet voor studenten die inschrijven in het academiejaar waarin ze hun diploma kunnen behalen (slechts éénmalig geldig).
Bij een creditcontract kunnen studenten het statuut van beurstarief- of bijna-beursstudent aanvragen indien ze voldoen aan de financiële voorwaarden zoals bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen. Zij hebben echter geen recht op een studiefinanciering maar kunnen een verminderd studiegeldtarief aanvragen bij de directie Studentenvoorzieningen.
Studenten die geen studietoelage ontvangen omdat ze niet voldoen aan de KI-test (maar die wel een referentie-inkomen hebben dat lager ligt dan de maximumgrens) betalen het bijna-beurstarief.
Bij een examencontract kan men enkel niet-beursstudent zijn.
Bij meerdere inschrijvingen geldt als algemene regel dat het vaste gedeelte van het studiegeld slechts eenmaal per academiejaar verschuldigd is aan dezelfde instelling voor hoger onderwijs. Voor de berekening van het studiegeld worden alle inschrijvingen van een student voor één of meerdere opleidingen en/of voor één of meerdere opleidingsonderdelen onder diploma- en/of creditcontract dan ook beschouwd als één inschrijving.
In afwijking van deze algemene regel worden de inschrijvingen in bachelor na bacheloropleidingen of master na masteropleidingen en voor postgraduaten steeds beschouwd als afzonderlijke inschrijvingen en worden de inschrijvingen onder examencontract eveneens beschouwd als afzonderlijke inschrijvingen.
Bij inschrijving wordt met betrekking tot het betalen van het studiegeld een onderscheid gemaakt tussen nieuwe studenten en herinschrijvers:
1° Nieuwe studenten die zich voor de eerste maal aanbieden voor een inschrijving bij de HoGent:
▪ Studenten die rechtstreeks uitstromen uit het secundair onderwijs:
o Student heeft in het schooljaar voorafgaand aan zijn inschrijving aan de HoGent een studiebeurs in het secundair onderwijs gekregen en kan bij inschrijving het bewijs van toekenning van een beurs voorleggen: de student betaalt het beurstarief bij inschrijving;
o Student heeft geen beurs in het secundair onderwijs gekregen of kan geen bewijs van toekenning van een studietoelage voorleggen bij inschrijving: de student dient het studiegeld als niet beursstudent te betalen.
▪ Studenten die reeds studies aan een hogeronderwijsinstelling volgden:
o Student kan het bewijs van toekenning van studietoelage van het academiejaar voorafgaand aan zijn inschrijving aan de HoGent voorleggen: de student betaalt het beurstarief bij inschrijving;
o Student kan geen bewijs van toekenning van studietoelage van vorig academiejaar voorleggen: de student dient het studiegeld als niet beursstudent te betalen.
2° Studenten die reeds studies aan de HoGent volgden: de studenten schrijven zich op elektronische wijze in. Het te betalen bedrag is gebaseerd op de beursstatus van het vorige academiejaar zoals opgenomen in de studentenadministratie.
De uiteindelijke verrekening van het volledige studiegeld zal gebeuren in functie van het soort contract, het aantal opgenomen studiepunten en het al dan niet beursstudent zijn. De student kan te allen tijde met zijn inschrijvingsdossier terecht bij de afdeling Zorg van de directie Studentenvoorzieningen die ondersteuning biedt bij de aanvraag voor een studietoelage of voor een financiële tussenkomst.
Studenten moeten het studiegeld betalen. Wanneer de student het studiegeld, zoals op dat moment gekend bij de studentenadministratie, niet vóór 1 november van het lopend academiejaar betaald heeft, mag de student niet meer deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten. Bij inschrijving vanaf 15 oktober moet de student, binnen de 2 weken het studiegeld betaald hebben. Indien hier niet aan voldaan is, mag de student niet meer deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten.
Voor studenten met een ontoereikend leerkrediet wordt geen hoger studiegeld gevraagd voor de studiepunten waarvoor de student op het ogenblik van de inschrijving geen leerkrediet heeft.
De studiegelden en de terugbetalingsmodaliteiten voor de bachelor na bacheloropleidingen, master na masteropleidingen en postgraduaatsopleidingen worden vastgelegd door het bestuurscollege en zijn opgenomen in bijlage 3.
De studiegelden en terugbetalingsmodaliteiten voor de permanente vormingen worden vastgelegd door het bestuurscollege.
Artikel 39. Bijzondere studiekosten voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding
Alle studenten die zich inschrijven voor de opleidingen Audiovisuele Kunsten, Beeldende Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding van de School of Arts betalen naast het door de HoGent vastgestelde studiegeld een bedrag voor bijzondere studiekosten. Deze studiekosten, in de niet-Muziekopleidingen ook wel ateliergeld genoemd, zijn verbonden met specifieke
gebruiks- en verbruikskosten voor studenten in de School of Arts als geheel en in de diverse afstudeerrichtingen.
De Raad van de School of Arts beslist over de besteding van dit geld. Het wordt aangewend voor:
▪ cursussen en fotokopieën, waaronder ook extra opdrachten en oefeningen, toelichting bij opdrachten, tekstfragmenten, partituren, plannen, examens enz.
▪ de basisgebruiks- en verbruiksmiddelen voor ateliers
▪ afvalverwerking van specifiek ateliergebonden activiteiten
▪ gezamenlijke studiereizen en studie-uitstappen
▪ aankoop, beheer, onderhoud en herstelling van ontlenings- en gebruiksapparatuur, inclusief instrumenten, voor studenten in de lokalen, ateliers of in de diverse uitleendiensten
▪ gezamenlijke kosten bij projecten
▪ uitrusten en beheren van zelfstudie- en repetitielokalen, ook buiten de lesuren en de normale openingsuren
▪ …
Deze bijdrage in de studiekosten bedraagt:
▪ € 25 voor de Specifieke Lerarenopleiding
▪ € 60 voor Interieurvormgeving (afstandsonderwijs)
▪ € 100 voor Muziek – Muziektheorie/Schriftuur
▪ € 200 voor Muziek– Scheppende muziek: Compositie – Uitvoerende muziek: Klassieke muziek –
▪ € 250 voor Interieurvormgeving (dagonderwijs), Landschaps- en Tuinarchitectuur, Muziek – Instrumentenbouw, Landschapsontwikkeling - Uitvoerende muziek: jazz/pop – Scheppende muziek: Muziekproductie
▪ € 300 voor Drama, bachelor Fotografie, Multimediale Vormgeving, Vrije Kunsten, Mode en master Grafisch Xxxxxxx
▪ € 350 voor Textielontwerp en bachelor Grafisch Ontwerp
▪ € 400 voor Film, Animatiefilm en master Fotografie
▪ € 877,70 voor de International Master in Composition for Screen (InMICS)
De bijzondere studiekosten voor bachelorstudenten worden individueel berekend per student en per ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten (SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens onderstaande tabel:
opgenomen SP ≥ 45 | 100% | ||
30 < opgenomen SP < 45 | opgenomen praktijk-SP ≥ 21 | 100% | |
opgenomen praktijk-SP < 21 | opgenomen theorie- SP ≥ 21 | 100% | |
opgenomen theorie-SP < 21 | 50% | ||
opgenomen SP ≤ 30 | opgenomen praktijk-SP ≥ 18 | 50% | |
8 ≤ opgenomen praktijk-SP < 18 | opgenomen theorie-SP ≥ 12 | 50% | |
opgenomen theorie-SP < 12 | 25% | ||
opgenomen praktijk-SP < 8 | opgenomen theorie-SP ≥ 12 | 25% | |
opgenomen theorie-SP < 12 | 0 |
De bijzondere studiekosten voor masterstudenten worden individueel berekend per student en per ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten (SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens onderstaande tabel:
Opgenomen SP praktijk > 0 | 100% | |
Opgenomen SP praktijk = 0 | Opgenomen SP theorie > 12 | 25% |
Opgenomen SP theorie ≤ 12 | 0% |
Voor studenten die gelijktijdig ingeschreven zijn in een schakel- of voorbereidingsprogramma en de masteropleiding worden de studiepunten samengeteld voor het verrekenen van de bijzondere studiekosten volgens §4.
Studenten krijgen na inschrijving een voorlopige aanrekening gebaseerd op de opgenomen studiepunten. Na het definitief vastleggen van de individuele trajecten in het tweede semester, wordt er een definitieve berekening gemaakt, waarna er een terugbetaling of bijkomende betaling mogelijk is.
Studiepunten opgenomen in het kader van internationale studentenuitwisseling, worden bij de berekening van de bijzondere studiekosten niet in rekening gebracht.
Artikel 40. Terugbetaling van de bijzondere studiekosten voor de initiële bachelor-en masteropleidingen
Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór de start van het academiejaar krijgen het volledige bedrag terug.
Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór 1 november betalen een vierde voor deelname in de kosten.
Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding tussen 1 november en 31 december betalen de helft voor deelname in de kosten.
Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding na 31 december kunnen niet meer genieten van een terugbetaling.
Artikel 41. Registratiekosten
Een student moet zich registreren voor het toekennen van een diploma wanneer:
▪ hij een diploma wenst te verwerven uitsluitend op grond van EVK en/of EVC;
▪ hij zich heeft ingeschreven voor twee opleidingen die elkaar opvolgen en hij het diploma van de vereiste vooropleiding niet behaalt in hetzelfde academiejaar als het diploma van de vervolgopleiding. Het diploma van de vervolgopleiding kan slechts uitgereikt worden wanneer het diploma van de vooropleiding behaald wordt. De student moet zich registreren voor het toekennen van het diploma van de vervolgopleiding in de examenperiode waarin hij het diploma van de vooropleiding behaalt.
De student betaalt € 50,00 voor de registratie met het oog op het verwerven van een diploma.
Deel 3 Organisatie van de onderwijsactiviteiten
Artikel 42. Contact- en afstandsonderwijs
Een opleiding wordt aangeboden via contactonderwijs en/of afstandsonderwijs. Contactonderwijs betekent dat de onderwijsactiviteiten gebonden zijn aan een bepaalde plaats. Een opleiding (een opleidingsonderdeel) via afstandsonderwijs gebeurt geheel of gedeeltelijk los van tijd en plaats. Er wordt voorzien in geschikt studie- en leermateriaal en de opleiding organiseert daartoe aangepaste begeleiding en evaluatie. Afstandsonderwijs is specifiek ontwikkeld voor werkenden en niet of minder mobiele (kandidaat-)studenten. Een opleiding in afstandsonderwijs is niet geschikt voor studenten die rechtstreeks uitstromen uit het secundair of heroriënteerders die in kader van de studievoortgang meer baat hebben aan contactonderwijs. Een uitzondering in het kader van individuele onderwijs- en examenmaatregelen kan toegestaan worden.
Artikel 43. Opleidingsprogramma
Het bestuurscollege stelt voor elke opleiding een opleidingsprogramma vast. Dit bestaat uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die een opleiding voltooit, dient te beschikken.
Bij de vaststelling van het opleidingsprogramma houdt de hogeschool rekening met de bij of krachtens de wet, het decreet of de Europese richtlijn vastgelegde voorwaarden die de toegang tot bepaalde ambten of beroepen reguleren of andere voorschriften die betrekking hebben op de opleiding.
Per opleiding worden de volgende elementen bepaald en bekendgemaakt via de opleidingsfiche:
4. de doelstellingen en de eindcompetenties (leerresultaten) inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die de opleiding voltooit, dient te beschikken;
5. het opleidingsprogramma, opgedeeld in modeltrajecten met opleidingsonderdelen rekening houdend met de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid zoals vermeld in bijlage 2;
6. de studieomvang.
De School of Arts voorziet in overgangsmaatregelen bij programmawijzigingen zodat de student de reeds verworven credits voor opleidingsonderdelen en geslaagde examenresultaten voor deelopleidingsonderdelen kan valideren binnen het vernieuwde studieprogramma. De concordanties tussen bestaande en vernieuwde
opleidingsprogramma’s worden bij programmawijzigingen steeds samen met het opleidingsprogramma vastgelegd.
Artikel 44. Opleidingsonderdelen en studieomvang
De studieomvang van elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt in hele studiepunten en bedraagt minimaal 3 studiepunten. De studieomvang van elk deelopleidingsonderdeel wordt uitgedrukt in hele studiepunten.
Eén studiepunt komt overeen met 25 à 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten.
Per opleidingsonderdeel worden volgende elementen bepaald en opgenomen in de studiefiche:
▪ de studieomvang;
▪ de onderwijstaal;
▪ de tijdsorganisatie;
▪ de doelstellingen
▪ de inhoud;
▪ de begincompetenties;
▪ de eindcompetenties (leerresultaten);
▪ de onderwijsorganisatie (didactische werkvormen):
o hoorcollege (uiteenzettingen, lezing, enz.);
o werkcollege (oefeningenlessen, labo, atelier, trainingssessies, groepsdiscussies, practica, simulatiespelen, enz.);
o begeleid zelfstandig leren en externe leeractiviteiten (excursies, observaties, stages, scriptie, cases, projecten, papers, enz.);
o zelfstudie (presentatie voorbereiden, literatuur doornemen, stage voorbereiden en verwerken, cursus instuderen, enz.) en het aantal uren evaluatie.
▪ de studiematerialen;
▪ de studiebegeleiding;
▪ de evaluatie (examen- en evaluatievormen en examen- en evaluatiemomenten);
▪ de studiekosten;
▪ de trefwoorden.
De studiefiches worden door de Raad van de School of Arts goedgekeurd.
Een opleidingsonderdeel gevolgd in het kader van een vrij te kiezen keuzeopleidingsonderdeel heeft steeds de studieomvang en het aantal studiepunten van het gekozen opleidingsonderdeel.
Een opleidingsonderdeel kan een enkelvoudig opleidingsonderdeel of een samengesteld opleidingsonderdeel zijn. Een samengesteld opleidingsonderdeel bestaat uit minstens 2 deelopleidingsonderdelen. De in het opleidingsprogramma voorziene deelopleidingsonderdelen worden minimaal gekenmerkt door de naam, de categorieën onderwijs- en studieactiviteiten, een geheel studiepunt van minimaal 1 en een gewicht
voor de beoordeling. Voor een deelopleidingsonderdeel kunnen geen credits verworven worden.
Artikel 45. Opleidingsonderdeel stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunst in het werkveld
De regels over de inhoud, de organisatie en de evaluatie van een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunst in het werkveld, enz. worden opgenomen in de studiefiches, de onderwijs- en examenregeling of in een specifiek daartoe opgemaakte richtlijnenbundel goedgekeurd door de Raad van de School of Arts.
Studenten uit masteropleidingen moeten hun scriptie opladen via de hiervoor door de HoGent voorziene applicatie. Vertrouwelijke scripties zullen enkel consulteerbaar zijn door de betrokken actoren.
De School of Arts kan, in bijzondere gevallen en op objectieve gronden, de stage of een ander praktisch opleidingsonderdeel vroegtijdig beëindigen, als de student door zijn gedragingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een beroep waartoe de opleiding die hij volgt, hem opleidt.
De student van wie de stage of het praktische opleidingsonderdeel met toepassing van het eerste lid vroegtijdig is beëindigd, heeft voor het betreffende opleidingsonderdeel geen recht op een tweede examenkans tenzij aan de opgelegde dwingende voorwaarden is voldaan.
De masterproef, scriptie en bachelorproef zijn uitgesloten van studentenuitwisseling omwille van de finaliteit van deze opleidingsonderdelen. Voor de bachelorproef binnen de bacheloropleidingen Landschaps-en tuinarchitectuur en Interieurvormgeving kan dit uitzonderlijk worden toegestaan onder volgende voorwaarden:
▪ De student volgt in het kader van studentenuitwisseling elders een equivalent opleidingsonderdeel op vlak van studiepunten, doelstellingen en eindcompetenties.
▪ Indien mogelijk worden in het kader van de jurering van het equivalent opleidingsonderdeel in het buitenland ook personeelsleden van de opleiding in de School of Arts betrokken.
▪ De betrokken student engageert zich om zijn bachelorproef te presenteren tijdens het afstudeerevent van de School of Arts.
Artikel 46. Deelname aan de onderwijsactiviteiten
Lesuren worden uitgedrukt in eenheden van 60 minuten.
Afwezigheid onderwijzend personeel: wanneer een onderwijzend personeelslid of zijn vervanger, zich binnen 15 minuten na het aanvangsuur niet heeft aangeboden, vraagt een afgevaardigde van de studenten bij het studentensecretariaat inlichtingen of instructies. Indien geen bevestiging verkregen wordt over de aanwezigheid van het onderwijzend personeelslid, wordt de onderwijsactiviteit uitgesteld. De studenten melden op het
studentensecretariaat dat ze, na 15 minuten te wachten, de plaats van de onderwijsactiviteit verlaten.
Wijzigingen van uurroosters of leslokalen, afwezigheden van het onderwijzend personeel (occasioneel of langdurig) worden via de elektronische leeromgeving Chamilo of desgevallend ad valvas bekendgemaakt. Specifieke afspraken omtrent onderwijsactiviteiten tussen onderwijzende personeelsleden en studenten worden via de elektronische leeromgeving Chamilo of desgevallend ad valvas bekendgemaakt.
De studenten moeten deelnemen aan de onderwijsactiviteiten zoals omschreven in de studiefiches. Met betrekking tot de aanwezigheid van studenten tijdens onderwijsactiviteiten geldt:
1° Voor extra-muros activiteiten en opleidingsonderdelen die vallen onder het systeem van permanente evaluatie of niet-periodegebonden evaluatie, is de aanwezigheid verplicht.
2° De student zorgt ervoor dat hij voldoet aan het verwachtingspatroon van actieve deelname aan het onderwijsgebeuren. Iedere student draagt de verantwoordelijkheid om op regelmatige basis contact te onderhouden met zijn titularissen en ten aanzien van de praktijkopleidingsonderdelen titularissen op de hoogte te houden van zijn werkzaamheden. Regelmatig werk ter bespreking voorleggen is hierbij noodzakelijk.
3° Aanwezigheid kan worden vastgesteld door de handtekening van de student in de aanwezigheidslijst. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door betrokken docenten tot minstens 90 dagen na de bekendmaking van de examenresultaten bewaard.
4° Voor opleidingsonderdelen met niet-periodegebonden evaluaties kan een ongewettigde afwezigheid van meer dan 25% aanleiding geven tot de quotatie ‘afwezig’ voor het volledige opleidingsonderdeel. Voor de bachelor- en masteropleiding in het Drama kan voor deze opleidingsonderdelen een ongewettigde afwezigheid van meer dan 10% aanleiding geven tot de quotatie ‘afwezig’ voor het volledige opleidingsonderdeel.
5° De student moet de afwezigheid op verplichte activiteiten omwille van gegronde redenen of in geval van overmacht (bijv. ziekte) legitimeren door middel van een attest en meedelen volgens de School of Arts richtlijnen bekendgemaakt via de elektronische leeromgeving Chamilo. Enkel de melding ervan is geen erkenning als gewettigde afwezigheid. Een post factum-attest of dixitattesten worden niet aanvaard.
Aanwezigheid op projectweek / projecten:
De aanwezigheid van studenten is verplicht tijdens projectmatige activiteiten o.a. tijdens de ‘projectweken’. De projectweken worden jaarlijks in de academische kalender vastgelegd.
Aanwezigheid op infomomenten en onthaalweek:
De studenten zijn geacht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt (deze momenten worden via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt).
Artikel 47. Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en opdrachten
Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten, beoordelingen en examens moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht. Indien een opdracht of artistiek werk door geval van overmacht niet tijdig klaar geraakt, wordt het werk op dag van de beoordeling voorgelegd of gepresenteerd in de staat waarin het zich bevindt.
Werkstukken en/of artistieke realisaties die ter bespreking of ter beoordeling voorliggen, zijn altijd het resultaat van een onderwijsproces dat in samenspraak of in overleg met de lesgevers is gevoerd.
Artikel 48. Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de opleiding Muziek
Volgende regeling is geldig voor elke student van de opleiding Muziek:
Tijdens het academiejaar, maar ook tijdens de vakantieperiodes, de introductieweek en de projectweken worden de studenten geacht zich ter beschikking te houden van de School of Arts voor eventuele deelname aan de voorbereiding en uitvoering van concerten (o.a. orkest en kamermuziek) of grote producties. Deze producties worden steeds tijdig en in overleg met de studenten vastgelegd.
De studenten kunnen ook opgeroepen worden voor activiteiten die de School of Arts inricht tijdens het academiejaar en die de uitstraling van HoGent en School of Arts ten goede komen. Deze activiteiten worden steeds tijdig en in overleg met de studenten vastgelegd.
Xxxxxxx de inschrijving in de opleiding alsook de ondertekening van het jaarprogramma verklaart de student zich bereid om zich te engageren in de producties van de opleiding en de projectmatige aanpak hierbij. In het bijzonder in de afstudeeroptie Klassieke muziek dient de student zich jaarlijks minstens in de opleidingsonderdelen Kamermuziek en Orkest te engageren ook als de student hier niet voor is ingeschreven
Eventuele afwezigheden wegens ziekte of overmacht tijdens de voorbereiding of uitvoering van producties en/of concerten moeten steeds gestaafd worden door een attest en dit tijdig volgens de gangbare regeling binnen de School of Arts. Een tijdige bekendmaking betekent nog niet de erkenning van een gewettigde afwezigheid. Post- factum-attesten en dixit-attesten worden daarbij in geen geval aanvaard. Elke afwezigheid kan aanleiding geven tot een quotering ’Afwezig’ voor betrokken opleidingsonderdelen.
Artikel 49. Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten
Een student kan materiaal of instrumenten ontlenen in het kader van de opleiding aan de School of Arts of voor pedagogische, onderzoeksgerelateerde of artistiek-culturele activiteiten ondersteund of geïnitieerd door de School of Arts.
De Raad van de School of Arts legt de bepalingen rond het ontlenen vast in een ontleningsreglement, dat integraal online gepubliceerd wordt en in elke uitleendienst beschikbaar is.
Meer in het bijzonder zijn volgende afspraken van toepassing:
▪ De betrokken vakgroep kan extra uitleenvoorwaarden bepalen, zoals het akkoord van de betrokken titularis, ingeschreven zijn in een bepaalde opleiding en/of afstudeerrichting, het verplicht gevolgd hebben van een specifieke opleiding over het gebruik, enz.
▪ Voor instrumenten en een selecte lijst materiaal dient er een kleine huurprijs betaald te worden.
▪ Een student die materiaal of een instrument ontleent, moet de werking en het gebruik ervan voldoende kennen, het beheren tijdens de ontlening volgens de principes van de goede huisvader en het niet ter beschikking stellen van derden.
▪ Tijdens de ontlening is de student verantwoordelijk voor het materiaal of het instrument en zal hij moeten instaan voor een schadevergoeding bij schade of diefstal. De waarde wordt bepaald op basis van een gepaste herstelling of vernieuwing. Indien het voorwerp verzekerd is binnen de HoGent- verzekeringspolis, dan staat de student in voor het vrijstellingsbedrag.
▪ Een student die het ontleningsreglement niet respecteert, zal uitgesloten worden van ontlening.
Artikel 50. Onderwijsactiviteiten aan een andere faculteit/School of Arts binnen de HoGent, aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent of aan een andere Vlaamse hogeronderwijsinstelling
Studenten die opleidingsonderdelen binnen hun opleiding wensen te volgen aan een faculteit binnen de HoGent of aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent moeten het daartoe bestemde formulier invullen. De studietrajectbegeleider treedt op als aanspreekpunt tussen de zendende en de ontvangende instelling/faculteit/School of Arts en biedt ondersteuning bij het vastleggen van het jaarprogramma.
Aan de uitwisseling met een faculteit binnen de HoGent of met een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent zijn drie voorwaarden gekoppeld:
1. de betreffende opleidingsonderdelen mogen niet voorkomen in één van de opleidingsprogramma’s van de zendende instelling/faculteit/School of Arts. In geval van twijfel beslist de bevoegde opleidingscommissie;
2. het handelt over opleidingsonderdelen die de student als uitwisselingsstudent mag volgen: de opleidingsonderdelen moeten deel uitmaken van hun jaarprogramma van de student in de zendende instelling/faculteit/School of Arts;
3. het akkoord van zowel de zendende als de ontvangende instelling/faculteit/School of Arts.
De opleidingsonderdelen die in een faculteit of aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent gevolgd worden, worden door de zendende faculteit/School of Arts van de HoGent in het jaarprogramma van de student opgenomen. In de ontvangende instelling/faculteit/School of Arts wordt de student als gaststudent geregistreerd en krijgt het betreffende opleidingsonderdeel toegewezen.
De student vraagt zelf bij de ontvangende instelling de betreffende creditbewijzen of een equivalent ervan op.
Studenten die opleidingsonderdelen wensen te volgen aan een Vlaamse hoger onderwijsinstelling die geen deel uitmaakt van de Associatie Universiteit Gent, moeten zich richten tot de studietrajectbegeleider van hun opleiding voor de afhandeling van hun aanvraag.
Artikel 51. Onderwijsactiviteiten buiten de Vlaamse Gemeenschap
§1 Een student ingeschreven met een diplomacontract aan de HoGent, kan één of meerdere onderwijsactiviteiten buiten de Vlaamse Gemeenschap realiseren. Alle onderwijsactiviteiten in het buitenland of in België maar buiten de Vlaamse Gemeenschap worden hierna steeds als ‘buitenlandse onderwijsactiviteit’ benoemd.
§2 Onderstaande bepalingen zijn van toepassing op buitenlandse onderwijsactiviteiten.
1° Aanvraag en registratie:
Elke student die in het kader van de opleiding naar het buitenland gaat voor buitenlandse onderwijsactiviteiten van één maand of langer moet zich online registreren via xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/.
Bij buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand, volgt de student de richtlijnen vanuit de opleiding met betrekking tot timing en procedure voor aanvraag tot deelname aan deze activiteit.
Eén maand wordt gedefinieerd als de periode van dag X in maand N tot dag X-1 in de volgende maand N+1.
2° Toelating:
Een HoGent inschrijving met diplomacontract voor het academiejaar waarin de buitenlandse onderwijsactiviteit plaats zal vinden én de toelating van de School of Arts zijn vereisten voor een buitenlandse onderwijsactiviteit.
Om toelating te verkrijgen:
▪ voor buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand volgt de student de School of Arts richtlijnen;
▪ voor buitenlandse onderwijsactiviteiten van één maand of langer moet over iedere student een School of Arts beslissing genomen worden. Deze beslissing wordt door de faculteit/School of Arts meegedeeld aan de student vόόr 10 juli. Wanneer een student zich in uitzonderlijke omstandigheden bevindt (bijv. deelname aan de derde examenperiode, inschrijving van een nieuwe student, enz.), wordt de beslissing van de School of Arts zo snel mogelijk genomen en steeds voor het vertrek naar het buitenland meegedeeld aan de student.
De student verbindt er zich toe:
▪ een geldig visum te bezitten, conform de consulaire vereisten van het betreffende land;
▪ tijdig de vereiste inentingen te nemen. 3° Programma buitenlandse onderwijsactiviteit:
Voor de buitenlandse onderwijsactiviteiten die één maand of langer duren, wordt het programma facultair/School of Arts beslist.
Indien de student opleidingsonderdelen opneemt in een buitenlandse partnerinstelling, bevat de beslissing van de faculteit/School of Arts een learning agreement en een HoGent-leerovereenkomst. Een learning agreement vermeldt de in het buitenland op te nemen opleidingsonderdelen met het aantal studiepunten. De HoGent- leerovereenkomst geeft een overzicht van de opleidingsonderdelen die in het buitenland zullen gevolgd worden (met inbegrip van de onderwijstaal), naast het overzicht van de opleidingsonderdelen van de HoGent die niet opgenomen worden in het jaarprogramma van de student. Het totaal aantal studiepunten van de opleidingsonderdelen gevolgd bij de partnerinstelling komt door omzetting overeen met het totaal aantal studiepunten van de opleidingsonderdelen die niet opgenomen worden binnen de HoGent.
Indien de student een opleidingsonderdeel in het kader van een HoGent opleidingsprogramma volgt in het buitenland (bijv. stage, enz.), dient ook de inhoud van de activiteit door de faculteit/School of Arts beslist te worden.
De School of Arts beslist over het jaarprogramma vóór 1 december voor wat betreft de buitenlandse onderwijsactiviteit in het 1ste semester en vóór 16 maart voor wat betreft de buitenlandse onderwijsactiviteit in het 2de semester.
De School of Arts duidt per opleidingsonderdeel dat in het buitenland gevolgd wordt, een titularis aan in de HoGent.
4° Evaluatie:
De student moet voor vertrek op de hoogte zijn over de wijze van evaluatie van zijn buitenlandse onderwijsactiviteit:
▪ Bij beoordeling van het opleidingsonderdeel door de partnerinstelling krijgt de student informatie over het daar geldende evaluatiesysteem en de omzetting van in het buitenland behaalde examencijfer in een eindresultaat.
▪ Bij beoordeling van het opleidingsonderdeel door de HoGent (bijv. buitenlandse stage) gebeurt de evaluatie conform de onderwijs- en examenregeling van de HoGent en de School of Arts regelgeving (bijv. stagereglement).
De examencijfers die behaald werden aan de partnerinstelling, worden aan de student bekendgemaakt op de door de HoGent voorziene datum van bekendmaking van de punten.
Indien de examencijfers behaald aan de partnerinstelling niet tijdig beschikbaar zijn voor het afsluiten van de punteninvoer van de eerste examenkans, worden ze alsnog ingevoerd uiterlijk voor de start van de derde examenperiode.
Indien de student voor een opleidingsonderdeel door de partnerinstelling beoordeeld wordt en geen credits verwerft, geldt in dat geval voor de niet verworven credits de in de interne HoGent leerovereenkomst opgenomen examenregeling.
Voor het toekennen van het diploma wordt de HoGent geldende regelgeving gehanteerd.
Artikel 52. Ombudspersoon
Taakomschrijving ombudspersoon School of Arts
De ombudspersoon treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen een student en één of meerdere personeelsleden. Deze geschillen houden verband met:
▪ de toepassing van de onderwijs- en examenregeling en/of de rechtspositieregeling van de student;
▪ als onbillijk en onredelijk ervaren handelingen en beoordelingen.
De ombudspersoon is hiertoe tot discretie verplicht.
Een klacht moet een omschrijving bevatten van de feiten waartegen ze gericht is. De ombudspersoon ontvangt, onderzoekt en behandelt de klacht. Hij zal:
▪ via bemiddeling trachten een oplossing te bereiken in het belang van alle partijen. Indien de bemiddeling van de ombudspersoon geen voldoening schenkt kan de student zich richten tot de decaan;
▪ de indiener van de klacht inlichten over de mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij de Interne Beroepscommissie.
Het onderzoek van de ombudspersoon wordt opgeschort wanneer en zolang naar aanleiding van de feiten een intern beroep, een tuchtprocedure of een gerechtelijke procedure is ingesteld.
De ombudspersoon brengt jaarlijks vóór 1 november verslag uit over zijn activiteiten bij de Raad van de School of Arts.
Studenten die klachten hebben kunnen zich richten tot de ombudspersoon of de decaan van de School of Arts.
Studentenvertegenwoordigers met een mandaat zoals bedoeld in het artikel “Individuele onderwijs-en examenmaatregelen” van het OER, kunnen zich richten tot de ombudspersoon of de decaan van de eigen of een andere faculteit / School of Arts wanneer hun rechten niet worden gerespecteerd.
Studenten kunnen zich richten tot een andere ombudspersoon van de School of Arts wanneer zij oordelen dat de ombudspersoon verbonden aan de opleiding zijn taken (zie
§1) niet objectief kan uitvoeren.
Aanstelling ombudspersoon School of Arts
Voor de School of Arts worden ieder academiejaar, vóór 1 november, één of meerdere ombudspersonen aangesteld door de Raad van de School of Arts, na overleg met en op gunstig advies van de participatiecommissie.
De ombudspersoon behoort tot het onderwijzend personeel. Bij gebrek aan kandidaten stelt de decaan een kandidaat voor.
Er wordt tevens voorzien in een plaatsvervanger(s), voor het geval de ombudspersoon onvoorzien zijn taak niet kan waarnemen of zelf als examinator optreedt of niet mag optreden voor studenten die verwant zijn tot in de vierde graad.
Beschikbaarheid
De ombudspersoon School of Arts is gemakkelijk bereikbaar voor de studenten en is verplicht aanwezig tijdens de feedback.
Recht op informatie
Teneinde zijn taak behoorlijk te kunnen vervullen heeft de ombudspersoon School of Arts recht op alle nuttige informatie.
Artikel 53. Onderwijsevaluatie
Een evaluatie door studenten van het genoten onderwijs is één van de elementen van de regie voor de borging van de onderwijskwaliteit. In deze evaluatie wordt aan de studenten gevraagd om bepaalde aspecten van de onderwijsorganisatie en de onderwijsprocessen te beoordelen op efficiëntie en effectiviteit, met het oog op een functionele bijsturing.
IV. Examenregeling
Deel I. Organisatie van examens en examenactiviteiten
Artikel 54. Toepassing van examenregels
Het examenreglement heeft betrekking op alle examens aan de School of Arts, ongeacht de aard van de inschrijving.
Voor een bacheloropleiding, een masteropleiding, een bachelor na bacheloropleiding, een master na masteropleiding en een specifieke lerarenopleiding wordt bij slagen een diploma afgeleverd. Er wordt een graad van verdienste toegekend.
Voor een schakelprogramma en een voorbereidingsprogramma wordt bij slagen een getuigschrift afgeleverd. Het getuigschrift vermeldt ‘met goed gevolg’. Er wordt geen graad van verdienste toegekend.
Voor een postgraduaatsopleiding wordt bij slagen een getuigschrift afgeleverd. Er wordt een graad van verdienste toegekend.
Voor een permanente vorming wordt een attest afgeleverd.
Artikel 55. Examenkansen
Een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is, recht op
2 examenkansen in de loop van het academiejaar om een creditbewijs van het opleidingsonderdeel (vanaf 10/20) te behalen: een eerste examenkans in de eerste of de tweede examenperiode en bij niet slagen een tweede examenkans in de derde examenperiode.
In geval van één of meer geslaagde deelopleidingsonderdelen van een niet geslaagd samengesteld opleidingsonderdeel:
Een student kan om een creditbewijs te behalen een tweede examenkans opnemen voor een geslaagd deelopleidingsonderdeel van een niet geslaagd samengesteld opleidingsonderdeel. De procedure bij het verzaken aan een overdracht van het examencijfer voor een geslaagd deelopleidingsonderdeel en het opnemen van een tweede examenkans voor het deelopleidingsonderdeel is de volgende:
▪ De student stelt een verzoek tot herkansing van een geslaagd deelopleidingsonderdeel in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de examenresultaten van de eerste examenkans van het betrokken opleidingsonderdeel bekendgemaakt werden of, bij indiening van intern beroep, binnen een vervaltermijn van 2 kalenderdagen die ingaat de dag na deze waarop de beslissing van het intern beroep bekendgemaakt werd. De student vermeldt in zijn aanvraag zijn naam, zijn opleiding (en indien van toepassing de afstudeerrichting), de benaming van het samengestelde opleidingsonderdeel en de benaming van het geslaagde deelopleidingsonderdeel
waarvoor hij een tweede examenkans wil benutten. Het verzoek gebeurt per brief en wordt verstuurd naar het studentensecretariaat (de datum van poststempel geldt als bewijs) of persoonlijk afgegeven bij het studentensecretariaat (tegen ontvangstbewijs);
▪ Door de vraag om de tweede examenkans te benutten, verliest de student het recht van overdracht van het examencijfer van het geslaagde deelopleidingsonderde(e)l(en);
▪ Het behaalde examenresultaat van de tweede examenkans geldt als definitief resultaat voor het al dan niet behalen van het creditbewijs en desgevallend het al dan niet slagen voor de opleiding. Indien de student toch niet deelneemt aan de tweede examenkans, krijgt hij de vermelding afwezig voor het deelopleidingsonderdeel en is hij niet geslaagd voor het samengesteld opleidingsonderdeel.
De student kan deeloverdrachten niet weigeren tussen academiejaren.
In geval van een gedelibereerd enkelvoudig of samengesteld opleidingsonderdeel:
Een student die geslaagd verklaard werd voor de opleiding maar die geen creditbewijs voor één of twee (enkelvoudige of samengestelde) opleidingsonderde(e)l(en) heeft verworven (gedelibereerd examencijfer) kan gebruik maken van een tweede examenkans.
1. De student stelt een verzoek tot herkansing van een opleidingsonderdeel met een gedelibereerd examencijfer in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop de examenresultaten van 1ste examenkans bekendgemaakt werden of bij indiening van intern beroep, binnen een vervaltermijn van 2 kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop de beslissing van het interne beroep bekendgemaakt werd. De student vermeldt in zijn aanvraag zijn naam, zijn opleiding (en indien van toepassing de afstudeerrichting), en het gedelibereerde opleidingsonderdeel en desgevallend deelopleidingsonderdelen waarvoor hij een tweede examenkans wil benutten. De aanvraag gebeurt per brief en wordt verstuurd naar het studentensecretariaat (de datum van poststempel geldt als bewijs) of persoonlijk afgegeven bij het studentensecretariaat (tegen ontvangstbewijs).
2. Door de vraag om de tweede examenkans te benutten worden
▪ het geslaagd zijn voor de opleiding en
▪ de toegekende graad van verdienste en
▪ het examencijfer van het gedelibereerd opleidingsonderdeel ongedaan gemaakt.
3. Het behaalde examenresultaat van de tweede examenkans geldt als definitief resultaat voor
▪ het al dan niet behalen van het creditbewijs van het betrokken opleidingsonderdeel en
▪ het al dan niet slagen voor de opleiding en
▪ de eventuele toekenning van de graad van verdienste.
Indien de student toch niet deelneemt aan de tweede examenkans, krijgt hij voor het betreffende opleidingsonderdeel de vermelding afwezig en is hij niet geslaagd voor de opleiding.
Indien de aard van het (deel)opleidingsonderdeel niet toelaat dat tweemaal wordt geëxamineerd, kan het recht voor een tweede examenkans voor het behalen van een
creditbewijs niet worden uitgeoefend tijdens hetzelfde academiejaar. Dit wordt opgenomen in de studiefiche van het opleidingsonderdeel. Voor het behalen van het creditbewijs moet de student zich voor het betreffende opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw inschrijven.
Binnen eenzelfde academiejaar kan een student zich niet meer dan tweemaal voor hetzelfde examen of examengedeelte aanmelden ongeacht het contract.
Binnen eenzelfde examenperiode kan een student slechts éénmaal beoordeeld worden over hetzelfde (deel)opleidingsonderdeel of examengedeelte.
Uitzonderlijk kan een student die in de eerste examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen waarvoor in de studiefiche vermeld staat dat er geen examenmogelijkheid is in de derde examenperiode, eventueel wel een tweede examenkans krijgen in de tweede examenperiode indien dit volgens de School of Arts verdedigbaar en organisatorisch uitvoerbaar is met het oog op een examenbeslissing. De student krijgt bij niet slagen uiteraard geen derde examenkans.
Uitzonderlijk kan een student die in de eerste of tweede examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen waarvoor in de studiefiche vermeld staat dat er geen examenmogelijkheid is in de derde examenperiode, eventueel wel een examenkans krijgen in de derde examenperiode. Het betreft evaluaties van praktijkgebonden opleidingsonderdelen met permanente evaluatie en/of jury’s waarbij de Raad van de School of Arts op advies van de examencommissie toestaat dat er een evaluatie in de derde examenperiode wordt ingericht.
Artikel 56. Examenperiodes
De HoGent organiseert ieder academiejaar drie examenperiodes:
▪ een eerste examenperiode na de onderwijsactiviteiten van het eerste semester;
▪ een tweede examenperiode na de onderwijsactiviteiten van het tweede semester;
▪ een derde examenperiode na het zomerreces.
De examenperiodes worden jaarlijks vastgelegd in de academische kalender.
In een semestersysteem worden opleidingsonderdelen volledig binnen een semester afgehandeld en geëxamineerd. Opleidingsonderdelen die in het eerste of tweede semester staan geprogrammeerd, worden in het eerste respectievelijk tweede semester geëvalueerd. Uitzonderlijk kunnen opleidingsonderdelen waarvoor het leerproces of de onderwijsorganisatie een continuïteit of opbouw vereist die niet binnen de tijdspanne van één semester kan worden gerealiseerd, als jaaropleidingsonderdeel georganiseerd worden. In dat geval vinden evaluaties van jaaropleidingsonderdelen steeds plaats in de tweede examenperiode behoudens afwijkingen toegestaan door de School of Arts.
Buiten de vastgestelde examenperiodes kunnen enkel examens georganiseerd worden bij beslissing van de Raad van de School of Arts:
▪ om gegronde pedagogische redenen;
▪ wanneer het oefeningen, seminaries, stages, enz. betreft.
Deze examens worden dan beschouwd als zijnde georganiseerd in een examenperiode. De studenten worden bij het begin van het academiejaar hiervan op de hoogte gebracht.
Artikel 57. Examenregeling en –roosters
Voor elk modeltraject van een opleiding en voor elke examenperiode wordt een volledige en gedetailleerde examenregeling opgesteld bij beslissing van de Raad van de School of Arts.
Deze regeling omvat:
▪ het examenrooster, de plaats, het tijdstip (datum en uur), de maximale duur van het examen en eventueel de naam van de examinator;
▪ zetel, telefoonnummer, bereikbaarheid van de dienst Studentenaangelegenheden;
▪ naam van de decaan of een door hem aangeduide vervanger;
▪ naam, telefoonnummer, e-mailadres en bereikbaarheid van de ombudspersonen en hun plaatsvervangers;
▪ de data waarop de examenbeslissingen bekendgemaakt worden en de feedback georganiseerd wordt.
De examenroosters van elk modeltraject worden zo opgesteld dat een redelijke spreiding van de examens over de totaliteit van een examenperiode wordt bekomen. Vooraf aan de opmaak van de examenroosters wordt over de principes van de opbouw overleg gepleegd met de betrokken studenten of de betrokken participatiecommissies.
Minstens 5 weken vóór de aanvang van elke examenperiode wordt de examenregeling aan de betrokken examinatoren en studenten bekendgemaakt via Chamilo.
Artikel 58. Bijkomende bepalingen examenregeling
De bij het examen betrokken partijen houden zich stipt aan de uitgewerkte examenregeling.
De studenten dienen bij ieder examen hun identiteitskaart en studentenkaart te kunnen voorleggen en de aanwezigheidslijst te tekenen als bewijs dat zij aan het examen deelgenomen hebben.
In geval van persoonlijke redenen (onder andere in geval van partnerschap, bloed- of aanverwantschap tot de vierde graad met een student) moet een examinator voor de aanvang van de evaluatie de decaan verzoeken een plaatsvervanger aan te duiden voor het afnemen van het examen en het toekennen van de beoordeling.
Wanneer een examinator wettelijk verhinderd is om te examineren op het voorziene examenmoment, meldt hij dit onmiddellijk aan de decaan of een door hem aangeduide vervanger, die beslist over de uit te werken nieuwe regeling of een andere examinator als plaatsvervanger aanduidt.
Aanvraag waarnemer bij een examen
De student en de examinator hebben het recht bij een examen de aanwezigheid van een tweede lid van het onderwijzend personeel als waarnemer te vragen. De waarnemer mag geen persoonlijke betrokkenheid hebben (bijv. partnerschap) noch een bloed- of
aanverwant tot in de vierde graad zijn. Een waarnemer mag op geen enkele wijze tussenkomen bij het examen. De waarnemer kan enkel notities nemen op papieren drager.
De student of examinator richt het verzoek voor aanwezigheid van een waarnemer schriftelijk tot het diensthoofd Studentenaangelegenheden voor de aanvang van de desbetreffende examenperiode.
Openbaarheid van examens
De examens zijn openbaar en worden afgenomen in de lokalen vastgelegd in de examenregeling of, wat betreft de niet-periodegebonden evaluatie, in de lokalen aangeduid door de School of Arts.
Bij schriftelijke examens veronderstelt de openbaarheid dat de student op de door de School of Arts georganiseerde feedback de proeven kan inzien.
Bij mondelinge examens veronderstelt de openbaarheid dat derden aanwezig kunnen zijn. Indien het studenten betreft die voor eenzelfde opleidingsonderdeel zijn ingeschreven kan dit enkel mits toelating van de School of Arts. De beraadslaging over de evaluatie is niet openbaar.
Artikel 59. Afwezigheid studenten bij evaluaties
Afwezigheid student bij periodegebonden evaluatie
1° Wanneer een student afwezig is, moet hij ten laatste op de dag van het (deel)examen het studentensecretariaat verwittigd volgens de richtlijnen bekendgemaakt via Chamilo. De student moet de nodige bewijsstukken binnen de 48 uren na de datum van het geplande examen overmaken aan de dienst Studentenaangelegenheden. Enkel de melding ervan is geen erkenning als gewettigde afwezigheid. Een post factum of dixitattest wordt niet aanvaard. De student wordt geinformeerd over de status van zijn afwezigheid (gewettigd of ongewettigd).
Wanneer de afwezigheid gewettigd is, kan de student een inhaalexamen aanvragen volgens de gecommuniceerde richtlijnen. Een inhaalexamen wordt georganiseerd op een ander tijdstip en/of in een andere vorm. Studenten die de gecommuniceerde procedure niet volgen kunnen niet in aanmerking komen voor een inhaalexamen. De School of Arts kan het inhalen van examens beperken tot vastgelegde inhaalmomenten. Het aantal mogelijke inhaalexamens per student per examenperiode kan beperkt en/of geweigerd worden op basis van de praktische en organisatorische uitvoerbaarheid. Voor een ingepland inhaalexamen kan geen nieuw inhaalexamen aangevraagd worden.
2° Wanneer de afwezigheid voor een periodegebonden examen niet gewettigd is of als het niet mogelijk is een inhaalexamen te organiseren, wordt ‘afwezig’ genoteerd voor het (deel)opleidingsonderdeel. Wie al dan niet gewettigd afwezig is op een inhaalexamen, wordt ‘afwezig’ genoteerd voor het (deel)opleidingsonderdeel. Voor een gepland inhaalexamen wordt geen tweede inhaalexamen georganiseerd.
Afwezigheid student bij niet-periodegebonden evaluatie
1° Wanneer een student afwezig is voor een niet-periodegebonden evaluatie/deelevaluatie wordt ten laatste op de dag van de niet-periodegebonden
evaluatie, het studentensecretariaat verwittigd volgens de richtlijnen bekendgemaakt via Chamilo. De student moet de nodige bewijsstukken binnen de 48 uren na de datum van het geplande niet- periodegebonden examen overmaken aan de dienst Studentenaangelegenheden. Enkel de melding ervan is geen erkenning als gewettigde afwezigheid. Een post factum of dixitattest wordt niet aanvaard. De student wordt geïnformeerd over de status van zijn afwezigheid (gewettigd of ongewettigd).
2° In geval van een gewettigde afwezigheid voor een niet-periodegebonden evaluatie neemt de student ten laatste binnen de 8 kalenderdagen na de datum van de oorspronkelijke niet)gebonden evaluatie zelf contact op met de betrokken lesgever(s)/evaluator(en) om na te gaan of een inhaalactiviteit mogelijk is en indien dit het geval is, hierover concrete afspraken te maken. Een inhaalactiviteit wordt georganiseerd op een ander tijdstip en/of in een andere vorm. Studenten die de gecommuniceerde procedure niet volgen kunnen niet in aanmerking komen voor een inhaalactiviteit. De lesgever kan de inhaalactiviteiten beperken tot vastgelegde momenten. Het aantal mogelijke inhaalactiviteiten per student kan beperkt en/of geweigerd worden op basis van de praktische en organisatorische uitvoerbaarheid. Voor een ingeplande inhaalactiviteit kan geen nieuwe inhaalactiviteit aangevraagd worden.
3° Indien de student ‘ongewettigd’ afwezig is heeft de student geen recht op een inhaalactiviteit.
4° Indien de student voor een niet-periodegebonden evaluatie binnen een (deel)opleidingsonderdeel in die mate afwezig is dat binnen het (deel)opleidingsonderdeel het verworven hebben van alle eindcompetenties, conform de evaluatiewijze vermeld in de studiefiche niet meer ten volle bewezen kan worden krijgt de student de vermelding ‘afwezig’ voor het (deel)opleidingsonderdeel.
Wanneer het examen van een (deel)opleidingsonderdeel bestaat uit een combinatie van een periodegebonden en een niet-periodegebonden evaluatie of uit meerdere periodegebonden evaluaties zal bij een vermelding ‘afwezig’ bij één van de evaluaties, de vermelding ‘afwezig’ voor het geheel gelden.
Bij afwezigheid op een examen van een enkelvoudig opleidingsonderdeel of de examens van alle deelopleidingsonderdelen van een samengesteld opleidingsonderdeel krijgt de student de vermelding ‘afwezig’. Bij afwezigheid op de examens van één of meerdere deelopleidingsonderdelen van een samengesteld opleidingsonderdeel krijgt de student geen examencijfer maar de vermelding ‘afwezig’ voor het samengesteld opleidingsonderdeel.
Op basis van gewettigde afwezigheid of in geval van overmacht kan de student de toestemming krijgen om het examen in een andere vorm dan voorgeschreven, op een ander tijdstip dan voorgeschreven of op een andere locatie dan voorgeschreven georganiseerd worden. De student richt een schriftelijk verzoek voor individuele examenmaatregelen aan de studietrajectbegeleider van de opleiding. Een aanvraag voor een individuele examenmaatregel impliceert niet automatisch dat de individuele examenmaatregel toegekend wordt of er een inhaalexamen kan worden georganiseerd.
De decaan of een door hem aangeduide vervanger beslist over een nieuwe regeling. De nieuwe regeling of de reden van weigering wordt meegedeeld aan de student.
Artikel 60. Voorbereiding van de examens
Bij aanvang van een opleidingsonderdeel verschaft elk onderwijzend personeelslid de studenten gedetailleerde informatie over de doelstellingen, de vereiste begin- en eindcompetenties en de inhoud en de vormen van evaluatie met hun gehanteerde weging voor de verschillende onderwijsactiviteiten. Deze gegevens zijn opgenomen in de studiefiche.
Elk onderwijzend personeelslid duidt uiterlijk de laatste lesweek per opleidingsonderdeel de leerstof aan waarover de periodegebonden evaluatie zal lopen. Elk onderwijzend personeelslid schakelt in zijn onderwijs vragen en/of oefeningen in die de wijze waarop de eindcompetenties getoetst zullen worden op het examen concreet weerspiegelen.
De elementen die de basis vormen voor de evaluatie worden vooraf vermeld. De inhoud van het examen wordt gespreid over de gehele leerinhoud.
Bij mondelinge theorie-examens krijgt de student de gelegenheid minimum drie vragen, oefeningen, opdrachten, enz. te trekken uit de verzameling van vragen voor hetzelfde opleidingsonderdeel.
Bij schriftelijke theorie-examens bestaat het examen uit minimum drie vragen, opdrachten, enz.
Artikel 61. Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een jurybeoordeling
De samenstelling van de examenjury’s, de organisatie en coördinatie van de jureringen gebeurt onder verantwoordelijkheid en goedkeuring van de decaan.
Jureringen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van de School of Arts mits goedkeuring van de decaan.
Een examenjury bestaat uit een voorzitter, de titularis en leden van het onderwijzend personeel die al dan niet mede betrokken zijn bij de studie- en onderwijsactiviteiten van het opleidingsonderdeel. De leden van het onderwijzend personeel vormen de groep van ‘interne juryleden’. Een examenjury kan aangevuld worden met één of meerdere ‘externe juryleden’, zoals dit zeker het geval is voor de jurering van de afstudeer- of eindprojecten in de afstudeerjaren van de professioneel gerichte bachelors en academisch gerichte masters.
De samenstelling van een examenjury in een examenperiode wordt via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt uiterlijk 2 weken vóór de aanvang van de desbetreffende jurering.
De voorzitter bakent voor iedere student een moment af waarbij de student de gelegenheid krijgt om zijn werk te presenteren, uit te voeren, toe te lichten en/of te verdedigen. Hij
zorgt ervoor dat dit moment correct en sereen verloopt, waarbij alleen de betrokken juryleden aan de beoordeling deelnemen.
Het moment van de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting is openbaar. Het publiek mag tijdens dit moment niet tussenbeide komen en mag de beoordeling niet beïnvloeden.
Bij de beoordeling van werkstukken door een examenjury is het niet altijd noodzakelijk dat de studenten aanwezig zijn op het moment van de jurering. In voorkomend geval worden de studenten hiervan op de hoogte gebracht. Aangezien de examens openbaar zijn, kan een student altijd op voorhand vragen om toch aanwezig te zijn en eventueel zijn werk te verdedigen tegenover de examenjury.
De examenjury trekt zich na de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting terug om te beraadslagen. Deze beraadslaging is niet openbaar.
Artikel 62. Examenrecitals op verwante instrumenten van de opleiding Muziek
In de opleiding muziek, afstudeerrichting Uitvoerende Xxxxxx worden examenrecitals ingericht voor de instrumentale disciplines zoals vermeld in de onderstaande kolom links. Een gedeelte van de examenrecitals kan op verwante instrumenten afgelegd worden zoals beschreven in de kolom rechts; hiertoe vraagt de student schriftelijk de toestemming aan de decaan. De decaan beslist in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie.
De decaan kan in uitzonderlijke gevallen en in samenspraak met de voorzitter van de opleidingscommissie een hoofddiscipline toevoegen aan de eerste kolom voor een individuele student; dit op voorwaarde dat er voldoende artistiek hoogstaand repertoire voor dit instrument bestaat.
Instrumentale hoofddiscipline | Een deel van het examen mag afgelegd worden op: |
Fluit | traverso |
Blokfluit | alle types |
Hobo | historisch verwante instrumenten |
Althobo | historisch verwante instrumenten |
Klarinet | historisch verwante instrumenten |
Fagot | historisch verwante instrumenten |
Hoorn | historisch verwante instrumenten |
Trompet | historisch verwante instrumenten |
Trombone | historisch verwante instrumenten |
Bastrombone | historisch verwante instrumenten |
Tuba | alle types |
Saxofoon | alle types |
Slagwerk | andere slagwerkinstrumenten |
Drums | andere slagwerkinstrumenten |
Gitaar | historisch verwante instrumenten |
Basgitaar | contrabas |
alle types | |
Harp | historisch verwante instrumenten |
Piano | historisch verwante instrumenten |
Accordeon | bandoneon |
Viool | historisch verwante instrumenten |
Altviool | historisch verwante instrumenten |
Cello | historisch verwante instrumenten |
Contrabas | historisch verwante instrumenten |
Artikel 63. Bekendmaking examenresultaten
Eerste examenperiode
De examenresultaten (effectief behaalde punten of de vermelding “afwezig”, credits en graad van verdienste van het diploma) worden uiterlijk op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester bekendgemaakt.
Uiterlijk de dag voor de feedback wordt aan iedere student op elektronische wijze een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examenresultaten per (deel)opleidingsonderdeel, de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald en de eventuele graad van verdienste voor het diploma.
Tweede en derde examenperiode
Uiterlijk de dag voor de feedback wordt aan iedere student op elektronische wijze een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examenresultaten per (deel)opleidingsonderdeel, de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald en deze die hernomen moeten worden en de eventuele graad van verdienste voor het diploma.
Artikel 64. Feedback
De feedback naar aanleiding van de eerste examenperiode moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester. De feedback naar aanleiding van de tweede en derde examenperiode vindt plaats binnen de desbetreffende examenperiodes. Wie uitleg wenst over de examenresultaten heeft aanwezigheidsplicht op de geplande feedbackmomenten.
Op de feedback staan de examinatoren ter beschikking van de studenten om de resultaten van de afgelegde examens te bespreken. Hierbij wordt aan de student uitleg gegeven betreffende het tot stand komen van het examenresultaat en aanwijzingen verstrekt om de studieprestaties te bevorderen, te verbeteren of bij te sturen, met het oog op nieuwe deelname aan examens. Tijdens de bespreking van de examenresultaten op de feedback
heeft de student recht op inzage in zijn kopij, in het bijzijn van de examinator of daartoe gemachtigde en indien gewenst in het bijzijn van de ombudspersoon.
De schriftelijke examens worden door de examinatoren tot minstens 90 dagen na de bekendmaking van de examenresultaten bewaard.
De studenten kunnen bij de studietrajectbegeleider terecht voor advies betreffende hun studietraject.
Er wordt geen feedback verleend aan derden.
Indien de afwezigheid op het feedbackmoment gewettigd werd, kan in overleg met de examinator/titularis een nieuw feedbackmoment worden vastgelegd indien dit organisatorisch mogelijk is.
Deel 2. Examenbeslissingen
Artikel 65. Beoordelingskader voor toekennen van een examencijfer
De beoordeling wordt per opleidingsonderdeel uitgedrukt in een geheel examencijfer op een totaal van twintig punten.
De examencijfers worden volgens onderstaand beoordelingskader omschreven.
19 – 20 | uitmuntend | voldoet op uitmuntende wijze aan de beoordelingscriteria |
outstanding | achieves an outstanding performance, satisfying criteria | |
17 – 18 | uitstekend | voldoet in zeer ruime mate aan de beoordelingscriteria |
excellent | satisfies all criteria to a very large extent | |
15 – 16 | zeer goed | voldoet in ruime mate aan de beoordelingscriteria |
very good | satisfies all criteria to a large extent | |
13 –14 | goed | voldoet op bevredigende wijze aan de beoordelingscriteria |
good | satisfies all criteria | |
10 – 11 – 12 | voldoende | voldoet aan de minimale beoordelingscriteria |
satisfactory | meets the minimum requirements for acceptance | |
7 – 8 – 9 | niet geslaagd | voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria |
fail | does not meet the minimum requirements for acceptance | |
-7 | niet geslaagd | totaal onvoldoende |
fail | unacceptable in all respects |
Artikel 66. Modaliteiten bij bepalen van het examencijfer
De titularis van een opleidingsonderdeel kent het examencijfer toe. Hij is als coördinator de verantwoordelijke voor het opleidingsonderdeel. Per opleidingsonderdeel wordt één geheel examencijfer toegekend op een totaal van twintig punten.
Het onderwijzend personeelslid verantwoordelijk voor het deelopleidingsonderdeel kent het examencijfer toe van zijn deelopleidingsonderdeel. Per deelopleidingsonderdeel wordt één geheel examencijfer toegekend op een totaal van twintig punten.
Wanneer bij de bepaling van het examencijfer voor een (deel)opleidingsonderdeel een afronding van decimaal cijfer moet gebeuren, wordt volgende regel gehanteerd: een
decimaal cijfer wordt afgerond tot een geheel cijfer naar beneden voor een cijfer kleiner dan 5 na de komma en naar boven voor een cijfer gelijk aan of groter dan 5 na de komma.
Wanneer een opleidingsonderdeel bestaat uit deelopleidingsonderdelen worden voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel volgende regels gevolgd:
1° Bij overdracht van een examencijfer van een deelopleidingsonderdeel wordt voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel het examencijfer dat overgedragen werd, meegerekend, rekening houdend met de wegingsfactor per deelopleidingsonderdeel;
2° Bij deelvrijstelling op basis van EVK (creditbewijs) of EVC wordt voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel geen rekening gehouden met het examencijfer van de deelvrijstelling: het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel wordt uitsluitend bepaald door gebruik te maken van de behaalde examenresultaten van de resterende deelopleidingsonderdelen rekening houdend met de wegingsfactor per deelopleidingsonderdeel;
3° Indien de student op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft van de punten behaalt, wordt het eindcijfer het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen.
4° Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen, na afronding groter of gelijk is aan 10/20 wordt de som van de absolute tekorten over de deelopleidingsonderdelen mee in rekening gebracht:
▪ Indien de som van de absolute tekorten niet groter is dan 1, wordt het eindcijfer bepaald door het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen.
▪ Indien de som van de absolute tekorten groter is dan 1, wordt het eindcijfer van het opleidingsonderdeel vastgelegd op 8/20.
5° Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen,na afronding minder is dan 10/20 wordt het eindcijfer als volgt bepaald:
▪ Het eindcijfer wordt het mathematisch gemiddelde indien het mathematisch gemiddelde kleiner is dan 9/20.
▪ Het eindcijfer wordt vastgelegd op 8/20 indien het mathematisch gemiddelde 9/20 is.
Artikel 67. Specifieke regelgeving i.v.m. de quotering van de opleidingsonderdelen ‘Masterproef II’ in de master Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten alsook in de opleiding Drama
De mastercoördinator is de voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid. De jury omvat zowel interne als externe juryleden. De interne juryleden zijn de beide mentoren van de student.
Het accent van de beoordeling van Masterproef II ligt bij de productevaluatie. De externe juryleden beoordeelt Masterproef II en kent adviserend een cijfer toe.
Tijdens de beraadslaging wordt het cijfer van de externe jury besproken met de interne jury en wordt het eindcijfer in consensus vastgelegd.
Indien er geen consensus wordt bereikt, wordt het cijfer van de externe jury voor 4/5 en het cijfer van de interne jury voor 1/5 verrekend.
Artikel 68. Specifieke regelgeving voor het toekennen van de punten voor het opleidingsonderdeel ‘Bachelorproef’ Interieurvormgeving
De quotering van het eindwerk ‘Bachelorproef’ is het resultaat van de procesevaluatie en de productevaluatie en telt respectievelijk voor 1/3 en 2/3 van de punten.
Voor de samenstelling van de examenjury onderscheiden we per student:
• de ‘interne jury’: de verantwoordelijke titularis + de toegevoegde interne juryleden
• de ‘externe jury’: de groep van externe juryleden
De ‘interne jury’ kent de punten toe voor de ‘procesevaluatie’ en de ‘externe jury’ kent de punten toe voor de ‘productevaluatie’.
Bij aanvang van de beraadslaging kan het gemiddelde van de individuele cijfers van de leden gehanteerd worden als uitgangscijfer voor de gesprekken en het bepalen van de consensuscijfers.
Tijdens die beraadslaging moeten de juryleden de gelegenheid krijgen om hun opmerkingen te formuleren. Het is de bedoeling dat de groep van interne juryleden en de groep van externe juryleden elk een consensus bereiken over hun cijfer op 20.
De titularis noteert de definitieve punten in de twee kolommen van de lijst. Wanneer alle punten op de lijst staan genoteerd, ondertekenen alle juryleden deze definitieve puntenlijst.
Artikel 69. Incentives voor organisatie en/of medewerking aan niet opgelegde producties van de opleiding Muziek
Een muziekproject dat niet studietrajectgebonden is en dat door de student zelf georganiseerd wordt of waaraan de student meewerkt kan onder de hieronder beschreven voorwaarden gehonoreerd worden met incentives.
Criteria voor het in aanmerking komen voor toekenning van incentives aan een project: 1° De student die zelf het initiatief neemt voor een muziekproject, verschaft de decaan
een projectdossier met alle nuttige gegevens: artistieke doelstellingen, beschrijving van het verwachte verloop, duur, eventuele benodigdheden op infrastructureel gebied, aantal deelnemers (eventueel van andere faculteiten van HoGent), naam van de docent die de productie begeleidt.
2° Na afloop van het project wordt van alle deelnemers een beknopt verslag verwacht, waarin het totale project alsook de eigen deelname beschreven en geëvalueerd wordt.
Criteria voor de evaluatie van het gerealiseerde artistieke project:
1° Betekent deelname aan het project een aftasten van voor de deelnemers van onbekende terreinen?
2° Is er sprake van kruisbestuiving en genrevermenging?
3° Overschrijdt het project de grenzen van de eigen specialiteit, opleiding of van de School of Arts?
4° Wordt er gestreefd naar een kwaliteitsvol product? 5° Hoeveel deelnemers worden erbij betrokken?
6° Is er sprake van een uitvoering in concertvorm? Tot welk publiek richt het project zich?
7° Kan het project bijdragen tot een grotere uitstraling van HoGent en/of van de opleiding?
Berekening van de incentives en referentieopleidingsonderdelen
1° De incentives worden als volgt berekend: S/n +Q waarbij ‘S’ de som is van alle behaalde quotaties in de loop van het academiejaar en ‘n’ het aantal producties waaraan de student deelnam. Het referentieopleidingsonderdeel telt in de berekening als de eerste productie. Q= n - 1 De punten voor de permanente evaluatie van dit opleidingsonderdeel worden in de berekening opgenomen als de eerste productie.
2° De incentives worden toegekend aan volgende referentieopleidingsonderdelen:
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor de orkestinstrumenten zijn de opleidingsonderdelen ‘Orkest / Grote ensembles’’
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor de zangstudenten zijn de opleidingsonderdelen “Projecten Zang” en “Muziektheatrale vorming”.
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor de toetsinstrumenten en tokkelinstrumenten is “Begeleidingspraktijk”.
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor Muziekproductie zijn de opleidingsonderdelen ‘Producing & Soundlab’ en ‘Producing’
▪ het referentieonderdeel voor compositie is ‘Compositie’
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor muziektheorie zijn de opleidingsonderdelen ‘schriftuur’
Voorwaarde tot toekenning van incentives en procedure afhandeling
1° De incentives kunnen slechts toegekend worden op voorwaarde dat de student(e) voor het referentieopleidingsonderdeel ten minste 10/20 behaalde.
2° De docent die de productie begeleidt is verantwoordelijk voor het schriftelijk en gemotiveerd overmaken van de quotaties aan de decaan; dit ten laatste in de week voorafgaand aan de betreffende examenperiode.
Voor opleidingsonderdelen met betrekking tot “Orkest / grote ensembles”, “kamermuziek”, “koor” en “begeleidingspraktijk / begeleiden” wordt rekening gehouden met de producties waaraan de student heeft deelgenomen. Aanvullend op de quotering voor deze respectievelijke opleidingsonderdelen wordt er à rato van het aantal producties waaraan de student deelnam, een progressief stijgende quotering toegekend. Als producties komen in aanmerking: de orkestproducties ingericht door de opleiding en alle producties die vooraf als dusdanig door de decaan erkend zijn.
Studenten die participeren aan de orkestbegeleiding van de operaproducties kunnen hiervoor, indien ingeschreven, gequoteerd worden binnen de opleidingsonderdelen ‘Orkest / Grote ensembles’ of ‘begeleidingspraktijk’ / ‘begeleiden’. Indien deze prestaties boventallig zijn, geschiedt de verrekening van de quotatie conform dit artikel.
Artikel 70. Geslaagd opleidingsonderdeel
Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij minstens 10 op 20 behaalt.
Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Bij het behalen van een creditbewijs wordt geen graad van verdienste toegekend. Een student kan niet verzaken aan een creditbewijs. Voor deelopleidingsonderdelen worden geen creditbewijzen verkregen.
Artikel 71. Niet geslaagd opleidingsonderdeel
Een student slaagt niet voor een enkelvoudig opleidingsonderdeel wanneer hij een examencijfer van minder dan 10 op 20 behaalt of wanneer hij de vermelding “afwezig” kreeg voor het examen. De student moet het opleidingsonderdeel hernemen waarvoor hij niet geslaagd is. Bij herkansing van een opleidingsonderdeel waarvoor men niet geslaagd is, vervalt elke vorige examenbeslissing.
Een student slaagt niet voor een samengesteld opleidingsonderdeel wanneer hij een examencijfer van minder dan 10 op 20 behaalt of wanneer hij de vermelding “afwezig” kreeg voor het examen. De student moet alle deelopleidingsonderdelen hernemen waarvoor hij niet minstens 10 op 20 heeft behaald. Bij herkansing van een samengesteld
opleidingsonderdeel waarvoor men niet geslaagd is, vervalt elke vorige examenbeslissing betreffende (deel)opleidingsonderdelen waarvoor men niet minstens 10 op 20 behaalt.
Artikel 72. Overdracht van examencijfer
Wanneer men niet slaagt voor een samengesteld opleidingsonderdeel wordt een examencijfer van minstens 10 op 20 voor een deelopleidingsonderdeel overgedragen naar de volgende examenkans in hetzelfde academiejaar of naar een volgend academiejaar. Overdrachten zijn in principe onbeperkt geldig voor zover het dezelfde opleiding van xx XxXxxx betreft.
Een examencijfer van een (deel)opleidingsonderdeel van minder dan 10 op 20 wordt niet overgedragen naar een volgende examenkans in hetzelfde academiejaar of naar een volgend academiejaar.
Artikel 73. Materiële vergissing inzake examencijfer
De titularissen zijn individueel verantwoordelijk voor de correctheid van de toegekende examenresultaten.
Onderwijzende personeelsleden of studenten kunnen materiële vergissingen aan het studentensecretariaat melden tot 10 kalenderdagen na de dag waarop het desbetreffende examenresultaat is bekendgemaakt aan de student. De decaan of de door hem aangeduide vervanger beslist desgevallend over de rechtzetting.
Artikel 74. Examentucht
Voor de aanvang van het academiejaar wordt de examentuchtcommissie samengesteld en bekendgemaakt aan de studenten. De examentuchtcommissie bestaat ten minste uit:
▪ de decaan van de School of Arts als voorzitter van de examentuchtcommissie;
▪ twee leden van het onderwijzend personeel
Xxxxxxxxxxxxxx in het kader van examentucht tijdens examens kunnen zijn:
▪ Onregelmatigheid:
▪ elk gedrag van een student in het kader van een examen of een deel ervan (periodegebonden of niet-periodegebonden evaluatie) waardoor een objectief oordeel over zijn competenties of die van andere studenten, geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt;
▪ elke vorm van mondelinge, schriftelijke of elektronische (bijv. mobiele telefoon, smartphones, enz.) communicatie tijdens examens, tenzij deze uitdrukkelijk is toegelaten.
▪ Vermoeden van plagiaat.
Wanneer een onregelmatigheid wordt vastgesteld of wanneer er een vermoeden van plagiaat is:
▪ Wordt de student hiervan onmiddellijk in kennis gesteld en kunnen alle examendocumenten en eventuele hulpmiddelen die de student ten onrechte gebruikte bij het examen, in tijdelijke bewaring genomen worden;
▪ Kan het examen worden stopgezet. Indien achteraf blijkt dat de fraude niet bewezen is, wordt het examen hernomen in dezelfde examenperiode;
▪ Xxxxx de voorzitter van de examentuchtcommissie zo spoedig mogelijk, en ten laatste de dag na de vaststelling, op de hoogte gebracht van de onregelmatigheid. Uiterlijk voor de aanvang van de examentuchtcommissie wordt een schriftelijk verslag met alle relevante stukken aan alle leden van de examentuchtcommissie overgemaakt.
De voorzitter van de examentuchtcommissie nodigt de student uit om gehoord te worden binnen een termijn van tien kalenderdagen ingaande na de dag van de vaststelling.
De student wordt gehoord door de examentuchtcommissie, eventueel in aanwezigheid van het personeelslid dat de onregelmatigheid vaststelde en eventueel in aanwezigheid van de ombudspersoon. De examentuchtcommissie onderzoekt de ten laste gelegde feiten en oordeelt of de onregelmatigheid of het vermoeden van plagiaat als fraude kan worden beschouwd.
In afwachting van een beslissing door de examentuchtcommissie mag de student de examenreeks verder zetten.
Examentuchtbeslissing:
Indien de examentuchtcommissie oordeelt dat de vastgestelde onregelmatigheid of het plagiaat bewezen is, wordt dit beschouwd als examenfraude en kan de examentuchtcommissie één of een combinatie van volgende sancties opleggen:
▪ Een nul voor het examen of een deel ervan;
▪ Een nul voor het opleidingsonderdeel of deel ervan;
▪ Een nul voor één of meerdere opleidingsonderdelen van de examenperiode waarin de onregelmatigheid of het plagiaat plaatsvond;
▪ Een nul voor één of meerdere opleidingsonderdelen van de volgende examenperiodes van het lopende academiejaar.
Het proces-verbaal van de beraadslaging van de examentuchtcommissie vermeldt de samenstelling van de commissie, de genomen beslissing en de motivering van deze beslissing. De voorzitter ondertekent het proces-verbaal. Van de gemotiveerde beslissing van de examentuchtcommissie wordt bij aangetekend schrijven kennis gegeven aan de betrokken student. Tegen een examentuchtbeslissing kan intern beroep worden aangetekend bij de interne beroepscommissie.
Artikel 75. Beoordelingskader voor toekennen van een diploma
Een student verwerft automatisch een diploma of getuigschrift van een opleiding wanneer hij voldoet aan de vereiste inschrijvingsvoorwaarden en als hij voor elk
opleidingsonderdeel behorend tot zijn opleidingsprogramma van een diploma/getuigschrift een creditbewijs heeft behaald (uitgezonderd EVK en EVC).
In afwijking van §1 wordt een student automatisch geslaagd verklaard en verwerft hij een diploma van bachelor of master of een getuigschrift van een postgraduaat indien voldaan is aan volgende cumulatieve voorwaarden:
▪ de student voldoet aan de vereiste toelatingsvoorwaarden en de student heeft voor elk opleidingsonderdeel behorend tot het opleidingsprogramma van een diploma/getuigschrift een examencijfer behaald (uitgezonderd EVK en EVC);
▪ de student heeft voor maximum twee opleidingsonderdelen minder dan 10/20 behaald en heeft voor de betreffende opleidingsonderdelen de meest recente examenkans benut;
▪ de student heeft voor alle opleidingsonderdelen minimaal een 9/20 behaald;
▪ de impact van tekort: het tekort is beperkt tot 6 gewogen buispunten (de studiepunten van het opleidingsonderdeel worden als wegingsfactor gebruikt).
Voor bepaalde opleidingsonderdelen wordt een examencijfer van minder dan 10/20 nooit geslaagd verklaard. In de studiefiches wordt melding gemaakt van deze opleidingsonderdelen.
Het feit dat een student globaal geslaagd wordt verklaard, betekent niet dat hij in aanmerking komt voor een creditbewijs voor die opleidingsonderdelen waarvoor hij niet is geslaagd.
Een graad van verdienste voor een diploma wordt automatisch toegekend volgens volgende algemene principes:
▪ geslaagd met de grootste onderscheiding met 82,5 % of meer;
▪ geslaagd met grote onderscheiding met 75% of meer;
▪ geslaagd met onderscheiding met 67,5 % of meer;
▪ geslaagd op voldoende wijze indien minder dan 67,5%.
Bij het bepalen van de graad van verdienste worden de examencijfers van alle opleidingsonderdelen van het opleidingsprogramma in aanmerking genomen, rekening houdend met de wegingsfactor per opleidingsonderdeel. Het aantal studiepunten wordt als wegingsfactor toegepast. Het totaal van de gewogen examencijfers wordt uitgedrukt in een percentage. Een graad van verdienste kan niet worden toegekend wanneer een student voor minder dan 30 studiepunten examenresultaten heeft behaald.
De HoGent voorziet in een diploma voor de student die geslaagd is verklaard voor het geheel van de opleiding. Door het diploma te verlenen krachtens het decreet is het van rechtswege erkend en bekrachtigd.
Artikel 76. Examencommissie
§ 1. Oprichting en samenstelling
Voor alle bachelor- en masteropleidingen, alle postgraduaatsopleidingen en de specifieke lerarenopleidingen, voorbereidings- en schakelprogramma’s wordt voor 1 december door
de raad van de School of Arts één of meerdere representatief samengestelde examencommissie(s) beslist.
De examencommissie wordt samengesteld per opleiding en bestaat uit alle titularissen betrokken bij de opleidingsonderdelen van de opleiding. De studietrajectbegeleider van de opleiding en de ombudspersoon kunnen als niet-stemgerechtigde leden deelnemen aan de examencommissie. De decaan is voorzitter van de studievoortgangscommissie, de opleidingscommissievoorzitter is desgevallend plaatsvervangend voorzitter. Het diensthoofd studentenaangelegenheden is secretaris van de examencommissie, de studietrajectbegeleider is desgevallend plaatsvervangend secretaris. De secretaris is niet stemgerechtigd.
§ 2. Bevoegdheid
De examencommissie kan de student die niet voldoet aan de voorwaarden zoals omschreven in artikel “Beoordelingskader voor toekennen van een diploma”, §1 en §2, geslaagd verklaren voor de opleiding indien de student alle examens die behoren tot het opleidingsprogramma heeft afgelegd, en de examencommissie op gemotiveerde wijze van oordeel is dat de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal verwezenlijkt zijn.
De examencommissie heeft volgende verdere bevoegdheden:
▪ een niet-bindend studieadvies geven aan studenten;
▪ bijkomende bindende studievoortgangsmaatregelen formuleren bij studenten die vallen onder studievoortgangsbewaking zoals omschreven in artikel “Bindende Maatregelen in het kader van studievoortgangsbewaking” van de Onderwijs-en examenregeling;
▪ de verdere inschrijving van een student weigeren conform artikel “Bindende Maatregelen in het kader van studievoortgangsbewaking” van de Onderwijs-en examenregeling;
▪ beslissen om uitzonderlijke redenen voor een student toe te staan dat er voor opleidingsonderdelen waar geen 2e examenkans is voorzien, alsnog een 2e examenkans aan te bieden.
§ 3. Beslissing en verslag
De examencommissie kan op verzoek van de voorzitter fysiek worden bijeengeroepen en komt minstens éénmaal per academiejaar samen. De beraadslagingen van een examencommissie zijn geheim en gebeuren achter gesloten deuren.
Om geldig te kunnen beslissen, moet ten minste de helft van de commissieleden deelnemen. Er wordt bij consensus beslist. Bij gebrek aan unanimiteit wordt er beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen geldt het voor de student gunstigste voorstel als beslissing van de examencommissie.
Het beraadslagingsverslag bevat de lijst met aanwezigen tijdens de beraadslaging van de commissie, en vermeldt de genomen beslissing met inbegrip van de motivering voor afwijking op de algemene principes zoals opgenomen in de onderwijs- en examenregeling.
Artikel 77. Bijzondere omstandigheden voor toekennen van diploma
Wanneer een student een tweede diploma van dezelfde opleiding wenst te behalen, zullen uitsluitend de examenresultaten van de nieuw opgenomen studiepunten (minstens 30 studiepunten) in rekening worden gebracht voor de toekenning van een graad van verdienste.
Een student kan een diploma verwerven uitsluitend op basis van bewijzen van bekwaamheid en/of EVK’s. De student dient zich te registreren voor het toekennen van het diploma en de registratiekosten te betalen. De decaan of een door hem aangeduide vervanger beslist tot het uitreiken van het diploma. Er wordt hierbij geen graad van verdienste toegekend.
Een student kan een diploma verwerven op basis van bewijzen van bekwaamheid, EVK’s en/of creditbewijzen van een opleidingsprogramma van de HoGent verworven via een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een graad of diploma. De graad van verdienste wordt toegekend voor zover er voor minstens 30 studiepunten examencijfers worden behaald.
Artikel 78. Bindende maatregelen in het kader van studievoortgangsbewaking
Wanneer een student ingeschreven met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor minder dan 60% van de opgenomen studiepunten credits heeft behaald, krijgt hij de volgende bindende voorwaarde opgelegd: de student moet tijdens de hierop volgende inschrijving met diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor dezelfde opleiding voor minstens 60% van de opgenomen studiepunten credits verwerven.
Wanneer een student tijdens twee opeenvolgende inschrijvingen voor eenzelfde opleiding telkens voor minder dan 60% van de opgenomen studiepunten credits verwerft, zal hem een volgende inschrijving voor deze opleiding geweigerd worden. Opeenvolgende inschrijvingen voor eenzelfde opleiding dienen niet noodzakelijk tijdens aaneensluitende academiejaren te zijn gebeurd.
Artikel 79. Materiële vergissing inzake een examenbeslissing voor het toekennen van een diploma/getuigschrift
Materiële vergissingen die door onderwijzende personeelsleden of studenten worden vastgesteld, worden meegedeeld aan de decaan tot 10 kalenderdagen na de dag waarop de examenbeslissing is bekendgemaakt aan de student.
De decaan oordeelt over de ontvankelijkheid van de materiële vergissing. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van zijn gemotiveerde beslissing. Ingeval de melding van de materiële vergissing door de decaan of een door hem aangeduide vervanger als ontvankelijk wordt beoordeeld, behandelt hij het dossier. De gemotiveerde beslissing wordt onmiddellijk bekendgemaakt aan de betrokkene.
V. Beroep inzake studievoortgangsbeslissingen
Artikel 80. Intern beroep
Indienen van een intern beroep:
De student die oordeelt dat een hemzelf betreffende ongunstige studievoortgangbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure.
Een studievoortgangsbeslissing is:
▪ een examenbeslissing die een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een deelopleidingsonderdeel, een opleidingsonderdeel of een opleiding als geheel;
▪ een examentuchtbeslissing die een sanctie oplegt naar aanleiding van feiten gerelateerd tot de examens;
▪ de toekenning van een vrijstelling, die de verplichting opheft om over een opleidingsonderdeel examen af te leggen;
▪ het al dan niet opleggen van een schakel- of voorbereidingsprogramma en de studieomvang van dergelijk programma;
▪ het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking (weigering inschrijving, geen vrije keuze bij de samenstelling van het jaarprogramma, enz.);
▪ de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven;
▪ de toekenning onderwijs- en examenmaatregelen.
De student stelt een verzoek tot heroverweging van een studievoortgangsbeslissing in binnen een vervaltermijn van zeven kalenderdagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving van de genomen beslissing aan de student.
De student dient hiertoe een gemotiveerd intern beroep te richten aan:
▪ de Interne Beroepscommissie van de HoGent met betrekking tot examenbeslissing, examentuchtbeslissing, vrijstelling, schakel- en voorbereidingsprogramma, weigering inschrijving, andere studievoortgangsbeslissingen;
▪ de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent met betrekking tot een bewijs van bekwaamheid.
Het intern beroep moet op straffe van niet-ontvankelijkheid aangetekend verstuurd worden naar de algemeen directeur (de datum van de poststempel geldt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de algemeen directeur, waar een exemplaar door het secretariaat wordt afgestempeld, ondertekend en terugbezorgd aan de student. Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt het verzoekschrift – op straffe van niet-ontvankelijkheid – vergezeld van de volmacht van de student aan de raadsman, behalve als deze raadsman ingeschreven is als advocaat bij de balie. Het individueel intern beroep vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid de naam en de handtekening van de student, de School of Arts en de opleiding waar de student ingeschreven is en het voorwerp van beroep met de feitelijke omschrijving van
de ingeroepen bezwaren. Bewijsstukken/documenten ter staving van het intern beroep kunnen toegevoegd worden.
De Interne Beroepscommissie behandelt het intern beroep. De Interne Beroepscommissie wordt ad hoc samengesteld en bestaat uit:
▪ de algemeen directeur of een door hem aangeduide vervanger als voorzitter;
▪ de directeur Onderwijs of diens afgevaardigde;
▪ één decaan of diens afgevaardigde van een andere faculteit/School of Arts dan deze van de student;
▪ twee opleidingsvoorzitters van een andere opleiding dan deze van de student.
De Interne Beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aanwezig is. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Een secretaris, geen lid van de Interne Beroepscommissie, treedt op als notulist.
Behandeling van het intern beroep:
De Interne Beroepscommissie behandelt het intern beroep uitsluitend op stukken. De interne beroepsprocedure verloopt als volgt:
1. Oordeel betreffende de ontvankelijkheid:
De voorzitter van de Interne Beroepscommissie oordeelt over de ontvankelijkheid van het intern beroep. Dit houdt in dat nagegaan wordt of het intern beroep binnen de voorziene termijn, in de juiste vorm en met de juiste hoedanigheid werd ingesteld en of er kan worden uitgemaakt tegen welke studievoortgangsbeslissing er beroep is ingesteld.
Wanneer het intern beroep onontvankelijk is, wordt ze op gemotiveerde wijze afgewezen. De voorzitter van de Interne Beroepscommissie brengt de student per aangetekend schrijven op de hoogte van de gemotiveerde beslissing.
2. Onderzoek gegrondheid:
In geval het intern beroep door de voorzitter van de Interne Beroepscommissie als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt hij of een daartoe gemachtigde een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent het intern beroep inwint.
De Interne Beroepscommissie neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet. Van de behandeling ten gronde van dit intern beroep wordt een proces-verbaal opgesteld.
De interne beroepsprocedure dient binnen een vastgelegde termijn afgehandeld te zijn: binnen een termijn van twintig kalenderdagen die ingaat op de dag na die waarop het beroep is ingesteld, wordt de student per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht van de gemotiveerde beslissing.
Het beroep bij onregelmatigheden van een studievoortgangsbeslissing betreffende de toekenning van een bewijs van bekwaamheid wordt uitgewerkt in de EVC-procedure goedgekeurd door de Associatie Universiteit Gent.
Artikel 81. Extern beroep
Na uitputting van de interne beroepsprocedure kan een student extern beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, verder ‘de Raad’ genoemd, opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
(zie xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxxx)
De Raad oordeelt of studievoortgangsbeslissingen in overeenstemming zijn met:
1. de decretale en reglementaire bepalingen en de onderwijs- en examenregeling;
2. de algemene administratieve beginselen.
De Raad stelt zijn appreciatie betreffende de waarde van een kandidaat niet in de plaats van die van het desbetreffende beslissingsorgaan.
De behandeling van het verzoekschrift door de Raad leidt tot:
1. de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de on-ontvankelijkheid en/of ongegrondheid ervan, of;
2. de gemotiveerde vernietiging van de onrechtmatig genomen studievoortgangsbeslissing, waarbij de Raad de hogeschool kan bevelen een nieuwe beslissing te nemen, onder de door de Raad gestelde voorwaarden.
VI. Tuchtregeling
Artikel 82. Algemeen
Van de studenten wordt vereist dat ze zich houden aan hun verplichtingen jegens de HoGent en de maatschappij, dat ze zich in hun gedragingen en hun sociale betrekkingen, zowel binnen als buiten de hogeschoolgemeenschap, in het algemeen laten leiden door eerbied voor de menselijke persoon en de mensenrechten, voor dieren, voor het milieu en voor eenieders goederen, en de missie en reglementen van de HoGent.
Xxxxxx, fraude met diploma’s en attesten, diefstal, beledigend gedrag, discriminatie, steaming en stalking door studenten worden niet getolereerd en geven aanleiding tot tuchtrechtelijke vervolging. Elke vorm van fysieke of verbale agressie, intimidatie, geweld of dreiging met geweld maakt het voorwerp uit van een tuchtprocedure.
Los van elke gerechtelijke procedure geven alle strafrechtelijke feiten die verband houden met de opleiding aan de hogeschool of zich voordoen in en rond de gebouwen van de hogeschool aanleiding tot tuchtrechtelijke vervolging. Elke beschadiging van gebouwen, meubilair of materiaal binnen het HoGent-domein of op de stageplaats, moedwillig of door grove onachtzaamheid, maakt het voorwerp uit van een tuchtprocedure.
De bepalingen van dit tuchtreglement doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van alle personeelsleden van de HoGent om in alle omstandigheden, ook buiten een tuchtzaak, met onmiddellijke werking alle nodige maatregelen te treffen tot vrijwaring van de orde en de veiligheid van de hogeschool. Dit kan onder meer inhouden dat een student tijdelijk de toegang tot bepaalde ruimtes of gebruik van bepaalde faciliteiten wordt ontzegd.
Artikel 83. Tuchtorganen
De tuchtorganen zijn:
1. in eerste aanleg: de Tuchtcommissie;
2. in hoger beroep: de Tuchtcommissie in beroep.
De Tuchtcommissie en de Tuchtcommissie in beroep bestaan elk uit vijf leden. Beide tuchtorganen kunnen rechtsgeldig beslissen bij aanwezigheid van drie van haar leden. Zij beslissen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Bij aanvang van het academiejaar wordt de Tuchtcommissie in eerste aanleg per faculteit/School of Arts samengesteld en bekend gemaakt aan de studenten. De tuchtcommissie wordt als volgt samengesteld:
1. de decaan van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort, of diens afgevaardigde, als voorzitter van de Tuchtcommissie;
2. het diensthoofd Studentenaangelegenheden, of diens afgevaardigde;
3. twee leden van het onderwijzend personeel van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort;
4. een vertegenwoordiger student zetelend in de faculteitsraad/raad van de School of Arts van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort of een student zetelend in de participatiecommissie, afgevaardigd door de voorzitter van de HGSR.
De twee leden van het onderwijzend personeel alsook de vertegenwoordiger student worden aangeduid door de faculteitsraad/School of Arts. De secretaris van de Tuchtcommissie is een personeelslid van het decanaat van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort.
De Tuchtcommissie in beroep wordt als volgt samengesteld:
1. de algemeen directeur, als voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep;
2. de directeur Onderwijs;
3. twee leden van het bestuurscollege;
4. de voorzitter van de HoGent Studentenraad, of een door hem aangeduide vervanger uit de HoGent Studentenraad.
De twee leden van het bestuurscollege worden aangeduid door de voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep. De secretaris van de Tuchtcommissie is een personeelslid van het decanaat van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort.
Artikel 84. Tuchtonderzoek
Indien er aanleiding is tot het opstarten van een tuchtprocedure onderzoekt de decaan – op eigen initiatief of na ontvangst van een klacht – de feiten die tot tuchtsancties aanleiding kunnen geven. Hij laat zich hiervoor bijstaan door onderwijzend of administratief personeel die hij aanduidt en die geen (effectief of plaatsvervangend) lid mogen zijn van de Tuchtcommissie noch van de Tuchtcommissie in beroep. Zo spoedig mogelijk stelt de decaan de betrokken student via aangetekend schrijven in kennis van de ten laste gelegde feiten en van het feit dat een tuchtonderzoek is gestart.
Het onderzoek van het tuchtdossier door de decaan geeft aanleiding tot:
1. seponering;
2. verwijzing naar de Tuchtcommissie.
Artikel 85. Tuchtsancties
Volgende tuchtsancties, of een combinatie van volgende tuchtsancties, kunnen worden opgelegd:
1. de schriftelijke berisping;
2. het tijdelijk verbod dat een verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van bepaalde diensten, of deel te nemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten, of te genieten van bepaalde onderwijsondersteunende faciliteiten. Het tijdelijk verbod kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één half jaar;
3. een alternatieve sanctie in de vorm van een individuele gedragsremediërende tuchtmaatregel samen met een voorwaardelijke tuchtsanctie. Indien de student niet kan aantonen dat hij gevolg heeft gegeven aan de voorgestelde alternatieve sanctie, wordt de voorwaardelijke tuchtsanctie effectief;
4. de gewone tuchtschorsing die een algemeen verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van de diensten van de HoGent én deel te nemen aan onderwijsactiviteiten. De student behoudt het recht om deel te nemen aan de examens. De gewone tuchtschorsing kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één jaar;
5. de tuchtschorsing met inbegrip van de schorsing van de examens die een algemeen verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van de diensten van de HoGent, deel te nemen aan onderwijsactiviteiten én examens af te leggen. Ze kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één jaar;
6. de uitsluiting die leidt tot het onmiddellijke verlies van de hoedanigheid van student en het verbod om zich opnieuw in te schrijven aan de HoGent.
Artikel 86. Tuchtprocedure
De tuchtprocedure is vertrouwelijk. De leden van de tuchtorganen en de secretaris zijn in deze hoedanigheid door de geheimhouding gebonden. De hoorzitting(en) en de zitting(en) van de tuchtorganen vinden plaats achter gesloten deuren.
In geval van verwijzing van het dossier door de decaan naar de Tuchtcommissie wordt de betrokken student tegen wie een tuchtsanctie wordt overwogen (hierna ‘de betrokken student’ genoemd) door de Tuchtcommissie gehoord. Betrokkene dient hiertoe minstens tien kalenderdagen vóór de hoorzitting bij aangetekend schrijven te worden opgeroepen door de voorzitter van de Tuchtcommissie. In de oproeping wordt melding gemaakt van:
▪ alle ten laste gelegde feiten;
▪ het feit dat een tuchtsanctie opgelegd kan worden en een dossier aangelegd werd;
▪ plaats, dag en uur van de hoorzitting;
▪ het recht van de betrokkene zich te laten bijstaan of zich te laten vertegenwoordigen door een raadsman;
▪ de plaats waar en de termijn waarbinnen het dossier ingezien kan worden;
▪ het recht om het horen van getuigen te vragen;
▪ de lijst van de getuigen die door de Tuchtcommissie opgeroepen worden;
▪ de lijst van de leden van de Tuchtcommissie.
De betrokken student heeft het recht zich op de hoorzitting(en) te laten bijstaan door een raadsman. De betrokken student en/of zijn raadsman heeft/hebben, vanaf de oproeping om voor het tuchtorgaan te verschijnen tot en met de dag vόόr de hoorzitting, het recht het dossier in te kijken en een afschrift van het dossier te bekomen.
Van de hoorzitting van de betrokken student en in voorkomend geval van het getuigenverhoor wordt door de secretaris van het tuchtorgaan een proces-verbaal opgemaakt, dat de leden van het tuchtorgaan en de secretaris ondertekenen.
Na de hoorzitting van de betrokken student en in voorkomend geval van het getuigenverhoor doet de Tuchtcommissie uitspraak nopens het opleggen van een tuchtsanctie. De beslissing wordt door alle leden van de Tuchtcommissie ondertekend. Van de gemotiveerde beslissing van de Tuchtcommissie wordt door de voorzitter bij
aangetekend schrijven kennis gegeven aan de betrokken student met een afschrift aan de algemeen directeur.
Artikel 87. Tuchtprocedure in beroep
Binnen de tien kalenderdagen vanaf de dag na de kennisgeving van de uitspraak van de Tuchtcommissie kan de betrokken student een gemotiveerd beroep indienen bij de voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep bij aangetekend schrijven.
Het gemotiveerd beroep wordt binnen de maand na de indiening behandeld door de Tuchtcommissie in beroep. De betrokken student wordt door de Tuchtcommissie in beroep gehoord. De betrokken student dient minstens tien kalenderdagen vóór de hoorzitting bij aangetekend schrijven op de hoogte gesteld te worden van de hoorzitting en van de lijst van leden van de Tuchtcommissie in beroep. De betrokken student heeft het recht zich op de hoorzitting(en) te laten bijstaan door een raadsman.
Het beroep bij de Tuchtcommissie in beroep schorst de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing.
Na de hoorzitting van de betrokken student doet de Tuchtcommissie in beroep uitspraak. De beslissing wordt door alle leden van de Tuchtcommissie in beroep ondertekend. Van de gemotiveerde beslissing van de Tuchtcommissie in beroep wordt door de voorzitter bij aangetekend schrijven kennis gegeven aan de betrokken student.
Artikel 88. Preventieve schorsing
In geval van ernstige verstoring van de goede werking van de School of Arts-gemeenschap of bij een ernstige strafrechtelijke of tuchtrechtelijke vervolging, kan de decaan een preventieve schorsing van ten hoogste drie maanden opleggen. Deze preventieve schorsing gaat onmiddellijk in. Zij wordt opgelegd voor een periode van ten hoogste drie maanden, doch kan voor dezelfde duur bij gemotiveerde beslissing van de decaan vernieuwd worden.
Binnen de vijf kalenderdagen na het opleggen van de preventieve schorsing, wordt de betrokken student bij aangetekend schrijven opgeroepen om gehoord te worden door de decaan. De oproepingsbrief dient minstens tien kalenderdagen vóór de datum van de hoorzitting naar betrokkene verstuurd te worden. Na de hoorzitting dient de decaan te beslissen tot handhaving of opheffing van de preventieve schorsing. De decaan bezorgt zijn beslissing tot het nemen, het verlengen, het handhaven of het opheffen van de preventieve schorsing binnen de vijf kalenderdagen na de beslissing bij aangetekend schrijven aan betrokkene.
VII. Taalregeling
Artikel 89. Taal van het onderwijs
Nederlandstalige opleidingen
De taal van het onderwijs in de initiële bachelor- of masteropleidingen is het Nederlands. De onderwijstaal van een opleiding wordt vermeld in de opleidingsfiche in de studiegids. Nederlands als onderwijstaal sluit niet uit dat anderstalig studiemateriaal gebruikt kan worden in het onderwijs en anderstalige gastsprekers in de lessen optreden.
Een opleidingsonderdeel van een Nederlandstalige initiële bachelor- of masteropleiding kan in de volgende gevallen in een andere taal dan het Nederlands worden gedoceerd:
1. het opleidingsonderdeel heeft een vreemde taal tot onderwerp en wordt in die taal gedoceerd;
2. het opleidingsonderdeel wordt door een anderstalige gastprofessor gedoceerd;
3. het opleidingsonderdeel wordt, op initiatief van de student en met instemming van de instelling, gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs;
4. het opleidingsonderdeel waarbij de meerwaarde van de anderstaligheid voor de student en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding blijkt uit de gemotiveerde beslissing.
De onderwijstaal wordt vermeld in de studiefiche van het betrokken opleidingsonderdeel.
Anderstalige opleidingen
De HoGent kan anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen aanbieden als deze specifiek ontworpen zijn voor buitenlandse studenten of als de meerwaarde voor studenten en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding op voldoende wijze aangetoond kunnen worden. De onderwijstaal van een opleiding wordt vermeld in de opleidingsfiche in de studiegids.
Vervolgopleidingen
De HoGent bepaalt vrij de onderwijstaal in de schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s, bachelor na bacheloropleiding, master na masteropleiding, postgraduaatsopleidingen en permanente vormingen.
Artikel 90. Taal van de evaluatie
De evaluatie van opleidingsonderdelen met het Nederlands als onderwijstaal verloopt in het Nederlands. Een werkstuk verbonden aan een Nederlandstalig opleidingsonderdeel kan in een andere taal dan het Nederlands worden opgesteld en/of verdedigd. Studenten hebben hiervoor de toestemming nodig van de titularis van het betreffende
opleidingsonderdeel, behalve indien het werkstuk een andere taal dan het Nederlands tot voorwerp heeft.
Wanneer de tekstcomponent van de bachelorproef van de professioneel gerichte bacheloropleiding of de scriptie van een masteropleiding in een andere taal dan het Nederlands wordt opgesteld, is een samenvatting in het Nederlands verplicht.
Voor een anderstalig opleidingsonderdeel waarvoor in dezelfde opleiding geen equivalent in het Nederlands wordt gedoceerd, kan de student aanvragen om het examen in het Nederlands af te leggen. De betrokken student richt zijn schriftelijke aanvraag aan de decaan:
▪ vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 december voor examens van de eerste examenperiode;
▪ vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 mei voor examens van de tweede en derde examenperiode.
Deze regeling is niet van toepassing voor evaluaties van opleidingsonderdelen die een taal tot voorwerp hebben, evaluaties van opleidingsonderdelen opgenomen in een andere instelling en evaluaties van anderstalige opleidingen.
Evaluaties binnen anderstalige opleidingen gebeuren in de onderwijstaal van de opleiding.
Artikel 91. Taalbegeleidingsmaatregelen
De hogeschool voorziet taalbegeleidingsmaatregelen in het opleidingsprogramma van initiële bachelor- of masteropleidingen met anderstalige opleidingsonderdelen of van anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen. Deze taalbegeleidingsmaatregelen kunnen bestaan uit:
1. taalopleidingsonderdelen (met inbegrip van taalvakken) die aangeboden worden bin- nen het pakket van verplichte opleidingsonderdelen of als een verplicht keuzeopleidingsonderdeel;
2. taalbegeleidingsmaatregelen die geïntegreerd worden in de anderstalige opleidingsonderdelen. Deze taalbegeleidingsmaatregelen voorzien in een actieve begeleiding van de studenten en zijn als dusdanig voor de studenten duidelijk herkenbaar in het opleidingsonderdeel. Dit kan betekenen dat, met het oog op het vermijden van een zwaardere studielast, er voorzien kan worden in bijvoorbeeld nadere toelichtingen in het Nederlands, woordenlijsten met termen uit het anderstalig vakjargon, gebruik van vertaalwoordenboek, of anderstalige vakliteratuur.
Van deze voorwaarde kan afgeweken worden in de volgende gevallen:
1. als in het geval van een aansluitende masteropleiding de taalbegeleidingsmaatregelen opgenomen zijn in de voorafgaande bacheloropleiding;
2. als in het geval van een niet-aansluitende masteropleiding de taalbegeleidingsmaatregelen opgenomen zijn in het voorbereidingsprogramma of in het schakelprogramma.
VIII. Terugvordering leerkrediet
Artikel 92. Terugvordering leerkrediet bij overmacht
De student die oordeelt dat een ongunstige beslissing inzake de vaststelling van het leerkrediet aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een procedure bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Het leerkrediet van een student die zich in een overmachtssituatie bevindt kan aangepast worden.
De student richt zich tot de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen conform de procedure zoals weergegeven ophttp://xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxxx .
IX. Bijlagen
Bijlage 1 Academische kalender professioneel en academisch gerichte opleidingen 2018-2019
ACADEMISCHE KALENDER 2018-2019 | nr. van de week | ||||||||||
School of Arts: academisch gerichte opleidingen | |||||||||||
Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za Zo | ||||||
September 2018 | |||||||||||
17 18 19 20 | 21 | 22 23 | 17/09 - 21/09: heroriëntering en onthaalw eek nieuw e studenten | 38 | |||||||
1 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 30 | 24/09: aanvang academiejaar 2018-2019 // 26/09:schorsing onderw ijsactiviteiten vanaf 15u. | 39 | |||
Oktober 2018 | |||||||||||
2 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 7 | 40 | ||||
3 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 14 | 41 | ||||
4 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 21 | 42 | ||||
5 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 28 | 43 | ||||
6 | 29 | 30 | 31 | 44 | |||||||
November 2018 | |||||||||||
6 | 1 | 2 | 3 4 | 01/11: allerheiligen + 02/11: allerzielen | 44 | ||||||
7 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 11 | 11/11: w apenstilstand | 45 | |||
8 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 18 | 15/11: dag van de dynastie + 16/11: brugdag | Projectw eek 1 | 46 | ||
9 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 25 | 47 | ||||
10 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 48 | |||||
December 2018 | |||||||||||
10 | 1 2 | 48 | |||||||||
11 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 9 | 49 | ||||
12 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 16 | 50 | ||||
13 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 23 | 51 | ||||
24 25 26 27 | 28 | 29 30 | 52 | ||||||||
31 | 52 | ||||||||||
Januari 2019 | 24/12/2018 - 06/01/2019: kerstreces | ||||||||||
1 2 3 | 4 | 5 6 | 1 | ||||||||
1 | 7 8 9 10 | 11 | 12 13 | 07/01- 18/01: | 2 | ||||||
2 | 14 15 16 17 | 18 | 19 20 | eerste examenperiode | 3 | ||||||
1 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 4 | ||||
2 | 28 | 29 | 30 | 31 | 5 | ||||||
Februari 2019 | |||||||||||
2 | 1 | 2 3 | 5 | ||||||||
3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 6 | ||||
4 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 17 | 7 | ||||
5 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 | 8 | ||||
6 | 25 | 26 | 27 | 28 | 9 | ||||||
Maart 2019 | |||||||||||
6 | 1 | 2 3 | 9 | ||||||||
7 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 04/03: schorsing van de lessen (krokus) | 10 | |||
8 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 17 | 11 | ||||
9 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 | projectw eek 2 | 12 | |||
10 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 31 | 13 | ||||
April 2019 | |||||||||||
11 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 14 | |||
8 9 10 11 | 12 | 13 14 | 08/04 - 22/04: paasreces 21/04: pasen | 15 | |||||||
15 16 17 18 | 19 | 20 | 21 | 16 | |||||||
12 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 22/04: paasmaandag | 28/04: opendeurdag | 17 | |
13 | 29 | 30 | 18 |
Mei 2019 | |||||||||||
13 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 01/05: feest van de arbeid | 18 | ||||
1 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 19 | |||
2 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | |||
3 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 21 | |||
4 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 30/05 : Hemelvaart + 31/05: brugdag | 22 | ||||
Juni 2019 tw e 06/05- 05/07:riode ede examenpe | |||||||||||
4 | 1 | 2 | inclusief voorbereiding van | 22 | |||||||
5 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | examens, | 05/06: Dies Natalis | 23 | |
6 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | en feedback | 10/06: Pinksterenmaandag | 24 | |
7 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 25 | |||
8 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 26 | |||
Juli 2019 | |||||||||||
9 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 27 | |||
8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 11/07: feest Vlaamse Gemeenschap + 12/07: brugdag / 11/07: sluiting studentensecretariaat | 28 | |||
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 21/07: nationale feestdag | 29 | |||
22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 30 | ||||
29 | 30 | 31 | ZOMERRECES | 31 |
1 | 2 | 3 | 4 | 31 | |||||
5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 32 | ||
12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 12/08: opening studentensecretariaat - 15/08: O.L.V. Hemelvaart + 16/08: brugdag | 33 | |
1 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 34 | |
2 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 19/08 - 13/09 | 35 | |
September 2019 derde examenperiode 2 1 beke (tw eede examenkans) taten 35 ndmaking examenresul | |||||||||
3 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | en feedback | 36 |
4 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 37 | |
16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 16/09 - 22/09: heroriëntering en onthaalw eek studenten | 38 | |
23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 23/09: aanvang academiejaar 2019-2020 | 39 |
Augustus 2019
08/07 - 18/08
bekendmaking examenresultaten
ACADEMISCHE KALENDER 2018-2019 | nr. van de week | ||||||||||
School of Arts: professioneel gerichte opleidingen | |||||||||||
Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za Zo | ||||||
September 2018 | |||||||||||
17 18 19 20 | 21 | 22 23 | 17/09 - 21/09: heroriëntering en onthaalw eek nieuw e studenten | 38 | |||||||
1 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 30 | 24/09: aanvang academiejaar 2018-2019 // 26/09:schorsing onderw ijsactiviteiten vanaf 15u. | 39 | |||
Oktober 2018 | |||||||||||
2 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 7 | 40 | ||||
3 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 14 | 41 | ||||
4 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 21 | 42 | ||||
5 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 28 | 43 | ||||
6 | 29 | 30 | 31 | 44 | |||||||
November 2018 | |||||||||||
6 | 1 | 2 | 3 4 | 01/11: allerheiligen + 02/11: allerzielen | 44 | ||||||
7 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 11 | 11/11: w apenstilstand | 45 | |||
8 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 18 | 15/11: dag van de dynastie + 16/11: brugdag | projectw eek 1 | 46 | ||
9 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 25 | 47 | ||||
10 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 48 | |||||
December 2018 | |||||||||||
10 | 1 2 | 48 | |||||||||
11 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 9 | 49 | ||||
12 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 16 | 50 | ||||
13 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 23 | 51 | ||||
24 25 26 27 | 28 | 29 30 | 52 | ||||||||
31 | 52 | ||||||||||
Januari 2019 | 24/12/2018 - 06/01/2019: kerstreces | ||||||||||
1 2 3 | 4 | 5 6 | 1 | ||||||||
1 | 7 8 9 10 | 11 | 12 13 | 2 | |||||||
2 | 14 15 16 17 | 18 | 19 20 | 3 | |||||||
3 4 | 21 22 23 24 28 29 30 31 | 25 | 26 27 | 07/01- 01/02: eerste examenperiode | 4 5 | ||||||
Februari 2019 | |||||||||||
4 | 1 | 2 3 | 5 | ||||||||
4 5 6 7 | 8 | 9 10 | 04/02 - 10/02: intersemestrieel reces | 6 | |||||||
1 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 17 | 7 | ||||
2 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 | 8 | ||||
3 | 25 | 26 | 27 | 28 | 9 | ||||||
Maart 2019 | |||||||||||
3 | 1 | 2 3 | 9 | ||||||||
4 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 04/03: schorsing van de lessen (krokus) | 10 | |||
5 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 17 | 11 | ||||
6 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 | projectw eek 2 | 12 | |||
7 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 31 | 13 | ||||
April 2019 | |||||||||||
8 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 14 | |||
8 9 10 11 | 12 | 13 14 | 08/04 - 22/04: paasreces 21/04: pasen | 15 | |||||||
15 16 17 18 | 19 | 20 | 21 | 16 | |||||||
9 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 22/04: paasmaandag | 28/04: opendeurdag | 17 | |
10 | 29 | 30 | 18 |
Mei 2019 | ||||||||||
10 | 1 | 2 | 3 | 4 5 11 12 18 19 25 26 | 01/05: feest van de arbeid | 18 | ||||
11 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 19 | ||||
12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 20 | ||||
13 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 21 | ||||
1 | 27 28 29 | 30 31 | 30/05 : Hemelvaart + 31/05: brugdag | 22 | ||||||
Juni 2019 | ||||||||||
1 2 3 4 5 | 3 4 5 6 7 | 1 2 8 9 15 16 22 23 29 30 | 27/05- 05/07: tw eede examenperiode inclusief voorbereiding van examens, bekendmaking examenresultaten en feedback | 22 23 24 25 26 | ||||||
05/06: Dies Xxxxxxx | ||||||||||
10 | 11 12 13 14 | 10/06: Pinksterenmaandag | ||||||||
17 18 19 20 21 24 25 26 27 28 | ||||||||||
Juli 2019 | ||||||||||
6 | 1 2 3 4 5 | 6 7 | 27 | |||||||
8 9 10 | 11 12 | 13 14 | 11/07: feest Vlaamse Gemeenschap + 12/07: brugdag / 11/07: sluiting studentensecretariaat 21/07: nationale feestdag ZOMERRECES | 28 29 30 31 | ||||||
15 16 17 18 19 22 23 24 25 26 29 30 31 | 20 | 21 | ||||||||
27 28 | ||||||||||
Augustus 2019 | 08/07 - 18/08 | |||||||||
1 2 5 6 7 8 9 | 3 4 10 11 17 18 | 12/08: opening studentensecretariaat - 15/08: O.L.V. Hemelvaart + 16/08: brugdag | 31 32 33 | |||||||
12 13 14 | 15 16 | |||||||||
1 2 | 19 20 21 22 23 26 27 28 29 30 | 24 25 31 | 19/08 - 13/09 | 34 35 | ||||||
September 2019 | derde examenperiode | |||||||||
2 3 4 | 2 3 4 5 6 9 10 11 12 13 | 1 7 8 14 15 | (tw eede examenkans) bekendmaking examenresultaten en feedback | 35 36 37 | ||||||
16 17 18 19 20 | 21 22 | 16/09 - 22/09: heroriëntering en onthaalw eek studenten | 38 | |||||||
23 | 24 25 26 27 | 28 29 | 23/09: aanvang academiejaar 2019-2020 | 39 |
Bijlage 2 Volgtijdelijkheidstabellen
Bachelor en Master Muziek 99
Master na Master: Master Hedendaagse Muziek 103
Composition for screen 103
Specifieke Lerarenopleiding 104
Bachelor in de Landschaps- en Tuinarchitectuur 105
Bachelor Interieurvormgeving 106
Bachelor en Master Drama 108
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Film 109
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Animatiefilm 110
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Schilderkunst 111
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Tekenkunst 112
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Beeldhouwkunst 113
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Installatie 114
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Mediakunst 115
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Performance 116
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp - Illustratie 117
Bachelor en Master Beeldende Kunsten - Grafisch Ontwerp – Grafiek 118
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Grafische Vormgeving en Digitale Media 119
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Fotografie 120
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Mode 121
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Textielontwerp 122
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Autonome vormgeving 123
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Muziek 2018-2019
Zwart: strikte volgtijdelijkheid; Grijs: volgtijdelijk of simultaan te volgen
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 | Master 1/Master 1 EDU | Master 2/Master 2 EDU |
Instrument I (Klassiek) Zang I (Klassiek) | Instrument II (Klassiek) Zang II (Klassiek) | Instrument III (Klassiek) Zang III (Klassiek) | Instrument master I (Klassiek) Zang master I (Klassiek) | Masterproef Instrument (Klassiek) Masterproef Zang (Klassiek) |
Begeleidingspraktijk I | Begeleidingspraktijk II | Begeleidingspraktijk III | Begeleidingspraktijk master I Begeleiden master I | Begeleidingspraktijk master II Begeleiden master II |
Muziektheatrale Vorming I | Muziektheatrale Vorming II | Muziektheatrale Vorming III | Muziektheatrale Vorming master I | Muziektheatrale Vorming master II |
Projecten Zang I | Projecten Zang II | Projecten Zang III | Projecten Zang master I | Projecten Zang master II |
Orkest / Grote ensembles I | Orkest / Grote ensembles II | Orkest / Grote ensembles III | Orkest / Grote ensembles master I | Orkest / Grote ensembles master II |
Orkest / Grote ensembles master I & Klavier lab 1 | Orkest / Grote ensembles master II & Klavier lab 2 | |||
Project Historisch instrument master I | Project Historisch instrument master II | |||
Kamermuziek I | Kamermuziek II | Kamermuziek III | Kamermuziek master I | Kamermuziek master II |
Auditiepraktijk | Auditiepraktijk master | |||
Alg muziektheorie, solfège en gehoorvorming | Solfège en gehoorvorming | |||
Koor 1 | Koor 2 | Koor 3 | Koor master 1 | Koor master 2 |
Harmonie en contrapunt 1 | Harmonie en contrapunt 2 | Harmonie en contrapunt 3 | ||
Taalcoaching 1 | Taalcoaching 2 | Taalcoaching 3 | ||
Inleiding improvisatie | Minor Improvisatie 1 | |||
Inleiding compositie | Minor compositie 1 | |||
Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Dossier | |||
Minor Schriftuur 1 | Minor Schriftuur 2 | |||
Minor Directie 1 | Minor Directie 2 | |||
Minor Improvisatie 1 | Minor Improvisatie 2 |