PTA 5VWO
22/23
Cohort 2021 – 0000 XXX
XX: Alle PTA’s staan op alfabetische volgorde
AARDRIJKSKUNDE
Methode: de Geo
Jaarlaag: 5-VWO | ||
Toetsen periode : 3 | Domeinen: A Vaardigheden subdomein A1 C Aarde subdomein C1 | Weegfactor: 15% |
Moment: | 0x xx xxx 0000 | |
Xxxxxxxxx: | 90 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | |
Herkansing: | Xx | |
Leerstof: | Systeem Aarde H1 t/m 4 | |
Leerdoelen: A1: De kandidaat kan de geografische benadering adequaat hanteren: - geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven; - geografische vragen herkennen en zelf formuleren; - de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen. C1: De kandidaat kan met betrekking tot de aarde als natuurlijk systeem: - de aarde als een uniek natuurlijk systeem beschrijven en deze kennis toepassen bij het analyseren van veranderingen aan het aardoppervlak op verschillende ruimte- en tijdschalen; - de kenmerken van landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren; - de natuurlijke en landschappelijke kenmerken van een nader aan te wijzen fysisch- geografische macroregio in onderlinge samenhang en in relatie tot de samenlevingen in de betreffende macroregio analyseren. |
Toetsen periode : 4 | Domeinen: A Vaardigheden subdomein A1 B Wereld subdomein X0, X0 | Weegfactor: 15% |
Moment: | 0x xx xxxx 0000 | |
Xxxxxxxxx: | 90 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | |
Herkansing: | Xx | |
Leerstof: | Globalisering H1 t/m 4 | |
Leerdoelen: A1: De kandidaat kan de geografische benadering adequaat hanteren: - geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven; - geografische vragen herkennen en zelf formuleren; - de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen. B1: De kandidaat kan ten aanzien van samenhang en verscheidenheid in de wereld: - de begrippen 'mondialisering' en 'tijdruimtecompressie' in onderling verband en vanuit een geografisch perspectief analyseren; - mondiale spreidingspatronen van economische, culturele, demografische, sociale en politieke verschijnselen beschrijven, in hoofdlijnen verklaren en aan elkaar relateren; - grootstedelijke gebieden in een nader aan te wijzen postindustrieel land analyseren in het licht van processen van mondialisering. B2: De kandidaat kan met betrekking tot een nader door de school te kiezen verdelingsvraagstuk vanuit het perspectief van het subdomein 'Samenhang en verscheidenheid in de wereld' (B1): - het vraagstuk beschrijven en analyseren als een maatschappelijk verdelingsvraagstuk; - actuele discussies over het vraagstuk kritisch beoordelen en relaties leggen met relevante natuurlijke factoren; - beleid beoordelen dat is gericht op het oplossen van het vraagstuk op macroregionale schaal. |
Toetsen periode : 1 - 3 | Domeinen: A Xxxxxxxxxxxx xxxxxxxxx X0, X Xxxxx subdomein C1, C2, E Leefomgeving E2 | Weegfactor: 10% |
Moment: | 0x xx xxxx 0000-xxx 0000 | |
Xxxxxxxxx: | N.v.t. | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | |
Type toets: | Rapport/werkstuk | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: | N.v.t. | |
Leerdoelen: A2: De kandidaat kan een geografisch onderzoek opzetten, uitvoeren, presenteren en evalueren: - op basis van een geografische onderzoeksvraag en een gestructureerd plan van aanpak; - met gebruikmaking van de geografische werkwijzen en primaire data; - zo mogelijk aansluitend op onderdelen van het examenprogramma, met name de domeinen B, C en E. C2: De kandidaat kan met betrekking tot een nader door de school te kiezen mondiaal milieuvraagstuk, vanuit het perspectief van subdomein 'De aarde als natuurlijk systeem': - het vraagstuk beschrijven en analyseren als natuurlijk vraagstuk; - actuele discussies over het vraagstuk kritisch beoordelen, daarbij onderscheid maken tussen oorzaken en gevolgen en relaties leggen met relevante maatschappelijke factoren; - beleid beoordelen dat is gericht op het oplossen van het vraagstuk op macroregionale schaal. E2: De kandidaat kan lokale en regionale ruimtelijke vraagstukken beschrijven en analyseren en zich daarover een beargumenteerde mening vormen. De kandidaat brengt hiertoe in samenwerking met een collega advies uit over een sociaalgeografisch of fysischgeografisch vraagstuk aan een (imaginaire) opdrachtgever. De kandidaat adviseert hierbij over het verbeteren van de leefbaarheid in twee te kiezen wijken in een van de 4 grote steden in de Randstad (Domein E) of over de oorzaken, gevolgen en oplossingen voor landdegradatie in een te kiezen land (Domein C). |
Jaarlaag: 6-VWO | ||
Toetsen periode : 1 | Domeinen: E Leefomgeving subdomein E1 | Weegfactor: 30% |
Moment: | 0x xx xxx 0000 | |
Xxxxxxxxx: | 90 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | |
Herkansing: | Xx | |
Leerstof: | Leefomgeving H1 t/m 4 | |
Leerdoelen: E1: De kandidaat kan zich een beargumenteerde mening vormen over: - actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in Nederland; - actuele ruimtelijke en sociaal-economische vraagstukken van stedelijke gebieden in Nederland. - Hij betrekt bij beide soorten vraagstukken aspecten van duurzame ontwikkeling en plannen voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. |
Toetsen periode : 2 | Domeinen: D Zuid-Amerika subdomein X0, X0 | Weegfactor: 30% |
Moment: | 0x xx xxx 0000 | |
Xxxxxxxxx: | 90 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | |
Herkansing: | Xx | |
Leerstof: | Zuid-Amerika H1 t/m 5 | |
Leerdoelen: D1: De kandidaat kan ten aanzien van een nader aan te wijzen macroregio: - de afbakening van de betreffende macroregio analyseren, gebruikmakend van combinaties van relevante kenmerken; - een geografische vergelijking maken tussen de betreffende macroregio en een andere ontwikkelingsregio in de wereld op grond van relevante kenmerken; - de ontwikkelingsprocessen in de betreffende macroregio in hoofdlijnen aangeven en verklaren met gebruikmaking van economische, politieke, sociaal-culturele, fysisch- geografische, historische, interne en externe factoren. D2: De kandidaat kan actuele vraagstukken in de in subdomein D1 bedoelde macroregio vanuit een geografisch perspectief beschrijven, analyseren en verklaren. Het betreft: - milieuvraagstukken samenhangend met het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en natuurlijke gevaren samenhangend met natuurrampen; - kenmerken van de hedendaagse ontwikkeling in de steden en op het platteland van de betreffende macroregio, samenhangend met het proces van mondialisering; - conflicten in de betreffende macroregio, voor zover ze verband houden met de etnische en culturele diversiteit in de regio. |
BEDRIJFSECONOMIE
1 Tentamen I Financiële Zelfredzaamheid
Jaarlaag: 5vwo | |||
Moment: | 5e lj maart | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Domeinen: A + B + C + E. A= Vaardigheden . B= Van persoon naar rechtspersoon C= interne organisatie en Personeelsbeleid. E= Marketing |
2 Praktische Opdracht (Portofolio)
Moment: | 5e lj sept t/m december | Weegfactor: 5% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Praktische opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Xxxxxxxx | Xxxxxxxx: A + B + C + E. A= Vaardigheden . B= Van persoon naar rechtspersoon C= interne organisatie en Personeelsbeleid. E= Marketing |
3 Tentamen II Ondernemerschap en Interne Organisatie
Jaarlaag: 5vwo | |||
Moment: | 5e lj jun | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Domeinen: A + B + C . A= Vaardigheden. B= Van persoon naar rechtspersoon C= interne organisatie en Personeelsbeleid. E= Marketing |
4 Tentamen III
Jaarlaag: 6vwo | |||
Moment: | 6e lj november | Weegfactor: 30% | |
Tijdsduur: | 120 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof | Domeinen A +B+ C + D + E. A= Vaardigheden . B= Van persoon naar rechtspersoon C= interne organisatie en Personeelsbeleid. D= Investeren en financieren Let op: Eerder behandelde stof wordt bekend verondersteld! |
5 Praktische Opdracht II
Moment: | 6e lj periode 2 | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Praktische opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: | Alle domeinen. Xxxxxx X: Keuze-onderwerp |
6 Tentamen IV
Moment: | 6e lj maart | Weegfactor: 35% | |
Tijdsduur: | 120 min. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Domein A + D+ F + G. A= Vaardigheden . D= Investeren en financieren. F= Financieel beleid G= Verslaggeving Let op: Eerder behandelde stof wordt bekend verondersteld! |
BIOLOGIE
Methode: Biologie voor jou Max.
1 Tentamen I
Jaarlaag: 5vwo | |||
Moment: | 5e lj jun | Weegfactor: 20% | |
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein: A, B1, B2, B3, B4, B6, B7, C1, D1, D2, D3, E1, E2 Boek 5v, methode Biologie voor jou Max. Thema’s Regeling, Waarnemen en gedrag, Stofwisseling in de cel, DNA en Planten. |
2 Praktische Opdracht Gedrag (Artis)
Jaarlaag: 6vwo | |||
Moment: | 6e lj aug/sept Exacte datum hoor je van de docent. Houd de hele dag vrij. | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Verslag | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Domein: A, D3 Boek 5v, methode Biologie voor jou Xxx. Thema Waarnemen en gedrag. |
3 Tentamen II
Moment: | 6e lj november | Weegfactor: 20% | |
Tijdsduur: | 120 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein: A, C1, C2, B3, D4, E2, E3 Boek 4v BvJ Max Thema’s Inleiding in de biologie, Voortplanting en Genetica Boek 6v BvJ Max Thema Vertering |
4 Tentamen III
Moment: | 6e lj december | Weegfactor: 20% | |
Tijdsduur: | 120 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein: A, B8, C1, C2, C3, B3, D5, F1, F2, F3, F4 Boek 4v BvJ Max Thema’s Evolutie, Ecologie, Mens en Milieu Boek 6v BvJ Max Thema Transport |
5 Praktisch schoolexamen
Moment: | 6e lj jan/feb | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Practicum toets | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Domein: o.a. A |
6 Tentamen IV
Moment: | 6e lj mrt | Weegfactor: 20% | |
Tijdsduur: | 120 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein: A, B1, B2, B3, B4, B5, B6, B7, C1, D1, D2, D3, E1, E2 Boek 5v, BvJ Max. Thema’s Regeling, Waarnemen en gedrag, Stofwisseling in de cel, DNA en Planten. Boek 6v BvJ Max Thema’s Vertering, Transport, Gaswisseling en Uitscheiding, Afweer en Samenhang in de biologie |
CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING (CKV)
Periode 1: Oriëntatie-opdracht | Domein A | Weegfactor: 10% |
Moment: | Zelf te bepalen | |
Tijdsduur: | n.v.t. | |
Wijze van toetsing: | Een film waarin je vertelt over ‘waar jij staat aangaande het begrip ‘kunst’ en wat je van het vak CKV verwacht. | |
Type toets: | Handelingsdeel | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Inzicht krijgen over persoonlijke ervaring met ‘kunst’. | ||
Leerdoelen: Domein A: verkennen |
Periode 2: Mixed Up project | Domeinen A, B, C, D | Weegfactor : 25% |
Moment: | Gedurende de hele periode, presentatie aan het einde van de periode | |
Tijdsduur: | 9 weken, 1 uur op school, 1 uur thuis | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Presentatie over jullie project | |
Type toets: | Handelingsdeel | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Onderzoek naar kunstenaar (ter inspiratie);Eigen gekozen project waarbij je elke les een korte stand van zaken op Padlet zet. Belangrijk: Jij bent de maker en bedenker van een project waarin er twee eisen zijn: 1. Je gaat iets doen waarin je heel veel zin hebt om er tijd aan te besteden 2. Je omschrijft eigen leerdoel en de manier waarop je dit gaat leren. Dit project presenteer je aan de klas of in een expositie op een zo aantrekkelijk mogelijke manier en passende bij jouw eindwerk. | ||
Leerdoelen: Domein A: Verkennen, Domein B: Verbreden, Domein C: Xxxxxxxxx, Domein D: Verbinden |
Periode 1,2,3: Lesopdrachten | Domeinen A, B, C | Weegfactor:20% |
Moment: | Gedurende de hele periode, presentatie aan het einde van de periode | |
Tijdsduur: | wisselend | |
Wijze van toetsing: | Alle lesopdrachten ingeleverd op je Padlet en dus je portfolio op orde. Dit zal ook terug te zien zijn in magister waar de meeste lessen met een 0/T/V/G beoordeeld worden | |
Type toets: | Handelingsdeel | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Zeer divers. Museum bezoek, geëngageerde kunst, muziek, 2D, 3D, nieuwe media. Leerdoelen: Domein A: Verkennen, Domein B: Verbreden, Domein C: Verdiepen |
Periode 3: Portfolio-gesprek | Domein D | Weegfactor: 25% |
Moment: | Aan het einde van periode 3 | |
Tijdsduur: | Op afspraak, 10 minuten | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | In gesprek met je docent, met jouw persoonlijk portfolio als leidraad. | |
Type toets: | Mondeling | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: xxxxxxx is de leerling in staat is om binnen het portfoliogesprek verbanden te leggen in hetgeen het gezien heeft het afgelopen jaar. Leerdoelen: Domein D: Verbinden |
Periode1, 2,3: twee culturele activiteiten | Domein A | Weegfactor: 10% |
Moment: | Zelf te bepalen | |
Tijdsduur: | n.v.t. | |
Wijze van toetsing: | Voorstelling bekijken en daarop reflecteren | |
Type toets: | Handelingsdeel | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Inschrijven via xxx.xxx-xxxxxxxxx.xx Reflecteren d.m.v. de opdracht(en) op de Padlet Leerdoelen: Domein A: verkennen |
Periode 3: CKV dag | Domeinen A, C | Weegfactor: 10% |
Moment: | Tijdens de CKV dag aan het einde van het jaar. | |
Tijdsduur: | 2 x 75 minuten | |
Wijze van toetsing: | aanwezigheid | |
Type toets: | Handelingsdeel | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Inschrijving gebeurd via xxx.xxx-xxxxxxxxx.xx. Afhankelijk van de door jou zelf gekozen workshops Leerdoelen: Domein A: Verkennen, Domein C: Verdiepen. |
NB: CKV maakt onderdeel uit van het combinatiecijfer. Het combinatiecijfer wordt gevormd door de eindcijfers van de vakken maatschappijleer, CKV en PWS. Er kan voor CKV in het eindexamenjaar een beroep worden gedaan op de herexamenregeling. Zie Huisreglement voor extra informatie hierover.
ECONOMIE
1 Klaslokaalexperiment I
Moment: | 4e lj | Weegfactor: 5% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: | Domeinen: A + K + J. Voor nadere specificatie zie syllabus vwo economie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-0000-xxxxxxxx- vwo/2023/vwo/f=/Syllabus_economie_vwo_2023_versie_4.pdf |
2 Klaslokaalexperiment II
Moment: | 5e lj | Weegfactor: 5% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: | Domeinen: A + K +J. Voor nadere specificatie zie syllabus vwo economie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-0000-xxxxxxxx- vwo/2023/vwo/f=/Syllabus_economie_vwo_2023_versie_4.pdf |
3 Schaarste, geld en handel, Heden verleden en toekomst, Speltheorie, Risico en rendement
Moment: | 5e lj juni | Weegfactor: 30% | |
Tijdsduur: | 120 | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Xxxxxxxx: A, B, C, E, F, G. Xxxxxxxxx, geld en handel, Heden verleden en toekomst, Speltheorie, Risico en rendement. Voor nadere specificatie zie syllabus vwo economie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-0000-xxxxxxxx- vwo/2023/vwo/f=/Syllabus_economie_vwo_2023_versie_4.pdf |
4 Vraag en aanbod, Markt en overheid, Arbeidsmarkt
Moment: | 6e lj november | Weegfactor: 30% | |
Tijdsduur: | 120 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Domeinen A +D + K. Vraag en aanbod, Markt en overheid, Arbeidsmarkt Voor nadere specificatie zie syllabus vwo economie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-0000-xxxxxxxx- vwo/2023/vwo/f=/Syllabus_economie_vwo_2023_versie_4.pdf |
5 Economische groei, Conjunctuur en economisch beleid.
Moment: | 6e lj mrt | Weegfactor: 30% | |
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Xxxxxxxx | Xxxxxxxx A + H + I. Economische groei, Conjunctuur en economisch beleid. Voor nadere specificatie zie syllabus vwo economie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-0000-xxxxxxxx- vwo/2023/vwo/f=/Syllabus_economie_vwo_2023_versie_4.pdf |
FILOSOFIE
Methodes: DE VRAAG NAAR DE MENS IN RELATIE TOT TECHNIEK EN WETENSCHAP + Cogito
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode : 4 | Domeinen: Subdomein D1 en E1 | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 5e lj JUN | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Reader wetenschapsfilosofie en kentheorie | |||
2022-filosofie-vwo/2022/f=/filosofie_vwo_2022_versie_3.pdf) |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode : 1 | Domeinen: Subdomein B1 , tm ET 12 | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 6e lj november | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Cogito: hoofdstuk 1. DE VRAAG NAAR DE MENS IN RELATIE TOT TECHNIEK EN WETENSCHAP kwestie 1 en 2 | |||
Leerdoelen: Subdomein B1. De vraag naar de mens tm ET 12 |
Toetsen periode : 2 | Domeinen: Subdomein C1 en ET tm 17 | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 6e lj december | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Cogito: hoofdstuk 2. DE VRAAG NAAR DE MENS IN RELATIE TOT TECHNIEK EN WETENSCHAP tm kwestie 3 | |||
Leerdoelen: Subdomein C1. De vraag naar de mens tm ET 17 |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode : 3 | Domeinen: Subdomein D1 tm ET 74 | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 6e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Cogito: hoofdstuk 3. DE VRAAG NAAR DE MENS IN RELATIE TOT TECHNIEK EN WETENSCHAP tot en met kwestie 4 | |||
Leerdoelen: Subdomein D1. De vraag naar de mens tm ET 22 |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode : 3 | Domeinen: Subdomein A1 | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 6e lj feb/mrt | ||
Tijdsduur: | thuis | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Praktische opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Xxxxxxx een filosofische essay over een eigen gekozen filosofisch onderwerp | |||
Leerdoelen: Subdomein A1 (voor nadere specificatie zie syllabus vwo filosofie 2023: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-0000- filosofie-vwo/2023/f=/filosofie_vwo_2023_versie_3.pdf) |
FRANSE TAAL EN CULTUUR
Methode: D’Accord
Jaarlaag 5-VWO | |||
Toetsen periode 4: | Domeinen: E | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 5e lj periode 3 juni | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen Literatuur | ||
Herkansing: | Xx | ||
Xxxxxxxx: | Libre Service Littérature VWO (Xxxxxx Xxxxxxxxxx): theorie + literaire fragmenten 2 literaire werken naar keuze adhv vastgestelde leeslijst | ||
Xxxxxxxxxx: Kennis van de Franse Literatuurgeschiedenis van de Middeleeuwen tot heden, grote Franse auteurs en literaire stromingen. Eindterm 7 De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken. Eindterm 8 De kandidaat kan literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten. Eindterm 9 De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis |
Methode: Reader schrijfvaardigheid, oefenmateriaal Cito, reader spreekvaardigheid
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode 1: | Domeinen: D schrijfvaardigheid | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj toetsweek november | ||
Tijdsduur: | 150 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE Schrijfvaardigheid | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Reader schrijfvaardigheid + oefenbrieven | ||
Leerdoelen: B1 - Schrijfvaardigheid Eindterm 5 De kandidaat kan: • adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers; • informatie vragen en verstrekken; • verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden; • een verslag schrijven in het Frans. Beheersingsniveau: Kandidaat kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Kan persoonlijke brieven schrijven waarin ervaringen en indrukken beschreven worden. De teksten handelen over vertrouwde onderwerpen met betrekking tot de leefwereld van de kandidaat of over alledaagse zaken. De woordenschat is toereikend om eventueel met behulp van omschrijvingen over vertrouwde onderwerpen, zoals familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te schrijven. Redelijk correct gebruik van frequente 'routines' en patronen (grammaticale correctheid) die horen bij voorspelbare situaties. Lopende tekst die over het algemeen in het geheel begrijpelijk is. Spelling, interpunctie en lay-out zijn in de meeste gevallen accuraat genoeg om te volgen. Een serie van kortere, eenvoudige afzonderlijke elementen is verbonden tot een samenhangende lineaire reeks van punten (coherentie). |
Toetsen periode 2: | Domeinen: B Kijk- en luistervaardigheid | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj Januari | ||
Tijdsduur: | 90 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | schriftelijk | ||
Type toets: | Luistertoets | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | |||
Xxxxxxxxxx: Eindterm 2 De kandidaat kan: • aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte; • de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; • de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; • conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur; • anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek; • aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken. |
Toetsen periode 3: | Domeinen: C Gespreksvaardigheid | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj maart | ||
Tijdsduur: | 30 min | ||
Wijze van toetsing: | Mondeling | ||
Type toets: | SE Spreekvaardigheid in een onderhoud van 30 min. met de docent, inclusief presentatie | ||
Herkansing: | Xx | ||
Xxxxxxxx: | Reader spreekvaardigheid Praktijkopdracht in Lille. Xxxxxxx opnemen van max. 5 min met een Franstalig persoon. | ||
Leerdoelen: ERK-niveau B1+ Eindterm 3 De kandidaat kan: - adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken; - uitdrukking geven aan gevoelens; - zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden; - strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden. |
GESCHIEDENIS
Methode: Geschiedenis Werkplaats
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A, C. Vaardigheden. Bronnenanalyse en positiebepaling. | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 5e lj periode 2 | ||
Tijdsduur: | - | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: | Nvt | ||
Leerdoelen: | Je leert dat er verschillende perspectieven (oordeelsvermogen) bestaan op historische verschijnselen, gebeurtenissen en ontwikkelingen d.m.v. bronnenanalyse (bron en vraagstelling) |
Jaarlaag: 5 vwo | Weegfactor: 25% | ||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A, B, C Vaardigheden. Wat is een politieke theorie? | ||
Moment: | 5e lj juni | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | 6.3-6.4 + H7 + H8.2 t/m 8.5 + HC Verlichting + bundel ‘politieke denkers en slavernij’ | ||
Leerdoelen: | Je leert over het ontstaan van politieke theorieën (soevereiniteit, sociaal-contract theorieën etc.) in de vroegmoderne tijd (Xxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx) en begrijpt hoe deze van invloed zijn geweest op het abolitionisme van de 19e eeuw. |
Toetsen periode :1 | Domeinen: A, D. Vaardigheden. Kennis van de Nederlandse democratische rechtsstaat | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj nov | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen/Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Bundel Rechtsstaat en democratie + HC Steden en burgers in de Lage Landen + orientatiekennis §4.3, 5.4, 6.2, 7.2, 7.3, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 10.3 t/m 10.5 | ||
Leerdoelen: | Je leert over het ontstaan, de ontwikkeling en het functioneren van de Nederlandse parlementaire democratie en rechtsstaat. |
Toetsen periode :2 | Domeinen: A, B, C. Opkomende grootmachten van Ming tot Xxxxxx | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj maart | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen/Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | HC China en HC Duitsland 1919-1991 + stencils + oriëntatiekennis 8.6 + 9.1 t/m 9.6 + 10.1, 10.2, 10.4 | ||
Leerdoelen: | Aan de hand van de casussen Duitsland en China krijg je inzicht in de geopolitieke ontwikkelingen in de moderne tijd. |
GRIEKSE TAAL EN CULTUUR
Methode: Xxxxxx xxx xxxxxx; Vrijheid en gelijkheid; Grammatikos, Eisma woordenboek Grieks-Nederlands
Jaarlaag: 5-VWO | Weegfactor: 20% | ||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 5e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Xxxxxxxxx, Historiën, historiografie | ||
Leerdoelen: | 1. Je kent de Griekse grammatica 2. Je kent het taaleigen van Xxxxxxxxx 3. Je kunt de Historiën plaatsen in de geschiedenis van de historiografie. 4. Je kunt een ongeziene tekst uit de Historiën vertalen met behulp van het woordenboek 5. Je kunt vragen beantwoorden over teksten uit de Historiën die tot de SE-stof behoren 6. Je kunt vragen beantwoorden over cultuuruitingen die samenhangen met de SE-stof 7. Je kunt een beredeneerd eigen oordeel geven over aspecten van de SE-stof |
Jaarlaag: 5-VWO | Weegfactor:20% | ||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 5e lj juni | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Teksten uit Vrijheid en gelijkheid: Xxxxxxxxxxxx | ||
Leerdoelen: | 1. Je kent de Griekse grammatica 2. Je kunt een ongeziene tekst van Xxxxxxxxxxxx vertalen met behulp van het woordenboek 3. Je kunt vragen beantwoorden over teksten uit Vrijheid en gelijkheid die tot de SE-stof behoren 4. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxxxxxxxxx en de geschiedenis van Athene 5. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxxxxxxxxx en cultuuruitingen uit de oudheid en daarna 6. Je kunt een beredeneerd eigen oordeel geven over aspecten van de SE-stof |
Methode: Examenbundel Plato, Grammatikos, Eisma Woordenboek Grieks-Nederlands
Jaarlaag: 6-VWO | Weegfactor:30% | ||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 6e lj jan | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Xxxxx, filosofisch proza | ||
Leerdoelen: | 1. Je kent de Griekse grammatica en het taaleigen van Plato 2. Je kunt een ongeziene tekst van Xxxxx vertalen met behulp van het woordenboek 3. Je kunt vragen beantwoorden over inhoud, de opbouw, de grammatica en de stilistische middelen in de teksten van Xxxxx die tot de SE-stof behoren 4. Je kunt de teksten uit de SE-stof plaatsen in het genre filosofisch proza |
Jaarlaag: 6-VWO | Weegfactor:30% | ||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 6e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Xxxxx, filosofisch proza | ||
Leerdoelen: | 1. Je kent de Griekse grammatica en het taaleigen van Plato 2. Je kunt een ongeziene tekst van Xxxxx vertalen met behulp van het woordenboek 3. Je kunt vragen beantwoorden over inhoud, de opbouw, de grammatica en de stilistische middelen in de teksten van Xxxxx die tot de SE-stof behoren 4. Je kunt de teksten uit de SE-stof plaatsen in het genre filosofisch proza 5. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxx en de geschiedenis van Athene 6. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxx en cultuuruitingen uit de oudheid en daarna 7. Je kunt een beredeneerd eigen oordeel geven over aspecten van de SE-stof |
5. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxx en de geschiedenis van Athene
6. Je kunt een beredeneerd eigen oordeel geven over aspecten van de SE-stof
INFORMATICA
1 Webdevelopment
Moment: | 4e lj per 1 | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | Sept / nov – 22 uur | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht. Periode eindopdracht. | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Xxxxxxxx: A + D Lesbrief Fons Vitae (Teams), Vaardigheden, programmeren |
2 Gamedevelopment
Moment: | 4e lj per 2 en 4 | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | Nov/jun – 69 uur | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht. Periode eindopdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Xxxxxxxx X, D, E Xxxxxxxxxx Xxxx Xxxxx (Teams), programmeren, architectuur. |
3 Eindtoets I
Moment: | 4e lj per 4 | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Summatieve toets | ||
Type toets: | Eindtoets | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Xxxxxxxx: A, D, X Xxxx Vitae lesbrieven (Teams) |
4 MMI
Moment: | 5e lj per 1 | Weegfactor: 10% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Interactie-Usability. Domeinen: F + O . Vaardigheden en programmeren. Lesbrief Fons Vitae (Teams) |
5 Netwerken
Moment: | 5e lj per 2 | Weegfactor: 5% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Grondslagen-Netwerk. Domeinen: B + L Lesbrief Fons Vitae (Teams) |
6 Database
Moment: | 5e lj per 3 | Weegfactor: 15% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Informatiesystemen. Domeinen: C+H; Lesbrief Fons Vitae; Informatiemodellen, informatie |
7 Algoritme / Cryptografie / Datastructuren
Moment: | 5e lj per 4 | Weegfactor: 5% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Praktische opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Domeinen: B+F + G+L+N Lesbrief Fons Vitae (Teams) |
8 Computer en praktijk
Moment: | 5e lj per 4 | Weegfactor: 5% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Praktische opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Computational Science Lesbrief Fons Vitae (Teams) |
9 Keuzemodule(valt onder 6VWO)
Moment: | 6e lj per 1, 2 | Weegfactor: 30% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Eindopdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Xxxxxxxx H, P, I, M, N, R, Q Op basis van eerder gegeven lesbrieven (conform SLO domeinen) kiezen leerlingen uit die gegeven onderwerpen een eindopdracht. Overzicht van domeinen zijn terug te vinden in de klasteam voor de leerlingen |
LATIJNSE TAAL EN CULTUUR
Methode: Lego, Studeo, Pinkster woordenboek Latijn-Nederlands
Jaarlaag: 5-VWO | Weegfactor:20% | ||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 5e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Epische poëzie (Xxxxxxxxx en Xxxxxxx) Lego hst. 12 | ||
Leerdoelen: | 1. Je kunt vragen beantwoorden over de inhoud, de opbouw, de grammatica en de stilistische middelen in de epische teksten die tot de SE-stof behoren. 2. Je kunt verbanden leggen tussen de epische tekst en de cultuurhistorische achtergrond. 3. Je hebt kennis van de dactylische hexameter en kunt deze toepassen op de teksten van Xxxxxxxxx. 4. Je kunt verbanden leggen tussen de epische teksten en cultuuruitingen uit de oudheid en daarna. 5. Je kunt een beredeneerd oordeel geven over aspecten uit de behandelde stof. 6. Je kunt een ongeziene tekst van Xxxxxxxxx vertalen met behulp van het woordenboek. 7. Je weet hoe je het woordenboek La-Nederlands moet gebruiken. |
Jaarlaag: 5-VWO | Weegfactor: 20% | ||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 5e lj juni | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Xxxxxx, Epistulae (filosofisch proza): Lego hst. 14 | ||
Leerdoelen: | 1. Je kunt vragen beantwoorden over de inhoud, de opbouw, de grammatica en de stilistische middelen in de teksten van Xxxxxx die tot de SE-stof behoren. 2. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxxx en de filosofische achtergrond. 3. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxxx en filosofische teksten uit de oudheid en daarna. 4. Je kunt een beredeneerd oordeel geven over aspecten uit de behandelde stof. 5. Je kunt een ongeziene tekst van Xxxxxxxxx vertalen met behulp van het woordenboek. |
Methode: Examenboek Livius, Studeo, Pinkster woordenboek Latijn-Nederlands
Jaarlaag: 6-VWO | Weegfactor: 30% | ||
Toetsen periode: 1 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 6e lj dec | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Xxxxxx, Ab urbe condita (historisch proza) | ||
Leerdoelen: | 1. Je kent het taaleigen van Xxxxxx. |
Jaarlaag: 6-VWO | Weegfactor: 30% | ||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A Reflectie op klassieke teksten en antieke cultuur B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur C Zelfstandige oordeelsvorming E Informatievaardigheden | ||
Moment: | 6e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | Xxxxxx, Ab urbe condita (historisch proza) | ||
Leerdoelen: | 1. Je kent het taaleigen van Xxxxxx. 2. Je kunt Ab urbe condita plaatsen in het genre historiografie. 3. Je kunt vragen beantwoorden over de inhoud, de opbouw, de grammatica en de stilistische middelen in de teksten van Xxxxxx die tot de SE-stof behoren. 4. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxxx en de cultuurhistorische achtergrond. 5. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxxx en cultuuruitingen uit de oudheid en daarna. 6. Je kunt een beredeneerd oordeel geven over aspecten uit de behandelde stof. 7. Je kunt een ongeziene tekst van Xxxxxx vertalen met behulp van het woordenboek. |
2. Je kunt Ab urbe condita plaatsen in het genre historiografie.
3. Je kunt vragen beantwoorden over de inhoud, de opbouw, de grammatica en de stilistische middelen in de teksten van Xxxxxx die tot de SE-stof behoren.
4. Je kunt verbanden leggen tussen de teksten van Xxxxxx en de cultuurhistorische achtergrond.
5. Je kunt een beredeneerd oordeel geven over aspecten uit de behandelde stof.
6. Je kunt een ongeziene tekst van Xxxxxx vertalen met behulp van het woordenboek.
LICHAMELIJKE OPVOEDING (LO)
1. Project zelf lesgeven
Moment: | 4e lj 2e periode | Weegfactor : 1 | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktijkles geven | ||
Type toets: | Handelingsdeel | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Domein C: Bewegen en regelen De kandidaat kan (samen met anderen) ondersteunende en leidinggevende rollen in bewegingssituaties vervullen, waarbij het gaat om: - bewegingssituaties inrichten, op gang brengen en op gang houden; - minimaal twee door de leerling te kiezen rollen van instructeur, coach/begeleider, scheidsrechter/jurylid en organisator. |
2. Wedstrijdverslag
Moment: | 5e lj periode 1 | Weegfactor: 1 | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Handelingsdeel | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein E: Bewegen en samenleving De kandidaat kan op grond van inzicht in de kenmerken van het aanbod en in de eigen wensen en mogelijkheden ten aanzien van sportdeelname een bewuste keuze maken uit het aanbod aan sport en bewegen in de samenleving. |
3. Bewegen en regelen en organiseren sportdag
Moment: | 5e lj periode 2 | Weegfactor: 1 | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Handelingsdeel | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Xxxxxx X: Bewegen en regelen De kandidaat kan (samen met anderen) ondersteunende en leidinggevende rollen in bewegingssituaties vervullen, waarbij het gaat om: bewegingssituaties inrichten, op gang brengen en op gang houden; minimaal twee door de leerling te kiezen rollen van instructeur, coach/begeleider, scheidsrechter/jurylid en organisator. |
4.Vondelpark-loop
Moment: | 5e lj periode 3 | Weegfactor: 1 | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Wijze van toetsing: | Praktische Opdracht | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein D: Bewegen en gezondheid De kandidaat kan op basis van eigen ervaring met en inzicht in de betekenis van sport en bewegen voor de (beleving van) gezondheid in brede zin verantwoord omgaan met belasting en risico's in bewegingssituaties, en een trainingsprogramma opstellen dat past bij de eigen mogelijkheden. |
5. Eindverslag
Moment: | 6e lj periode 1 | Weegfactor: 1 | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Handelingsdeel | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein E: Bewegen en samenleving De kandidaat kan op grond van inzicht in de kenmerken van het aanbod en in de eigen wensen en mogelijkheden ten aanzien van sportdeelname een bewuste keuze maken uit het aanbod aan sport en bewegen in de samenleving. |
LOB (Loopbaanontwikkeling en -begeleiding)
Periode | Eindtermen* | Inhoud | Toetsvorm | Herkansing | Weging |
V5+v6 | • Loopbaansturing | Afronding van ‘Oriëntatiemeter’ van xxxxxxxxxxx000.xx | Oriëntatiemeter-resultaten mailen naar (en evt. bespreken met) mentor en/of decaan | n.v.t. | n.v.t. |
V5+v6 | • Kwaliteitenreflectie • Motievenreflectie • Werkexploratie | Afronding van minstens twee online studiekeuze- en/of beroepskeuzetesten | Testresultaten mailen naar (en evt. bespreken met) mentor en/of decaan | n.v.t. | n.v.t. |
V5+v6 | • Kwaliteitenreflectie • Motievenreflectie • Werkexploratie • Loopbaansturing • Netwerken | Voeren van LOB-gesprek met mentor en/of decaan | Verslag maken van gesprek en reflectie daarop | n.v.t. | n.v.t. |
V5+v6 | • Werkexploratie • Loopbaansturing • Netwerken | Xxxxxx van interview met minstens één student en/of beroepsbeoefenaar | Verslag maken van interview en reflectie daarop | n.v.t. | n.v.t. |
V5+v6 | • Motievenreflectie • Werkexploratie • Loopbaansturing • Netwerken | Deelname aan minstens drie rondes van 4STRAX- studievoorlichting | Verslag maken van voorlichtingen en reflectie daarop | n.v.t. | n.v.t. |
V5+v6 | • Motievenreflectie • Werkexploratie • Loopbaansturing • Netwerken | Deelname aan minstens twee Open Dagen van hogeschool en/of universiteit | Verslag maken van Open Dagen en reflectie daarop | n.v.t. | n.v.t. |
V5+v6 | • Motievenreflectie • Werkexploratie • Loopbaansturing • Netwerken | Deelname aan minstens twee proefstudeer- en/of meeloop-activiteiten van hogeschool en/of universiteit | Verslag maken van activiteiten en reflectie daarop | n.v.t. | n.v.t. |
*Geformuleerd als één of meer van de vijf ‘Loopbaancompetenties’ (oorspronkelijk opgesteld door bijzonder hoogleraar Xxxxxxx Xxxxxxxx, inmiddels gemeengoed binnen LOB).
MAATSCHAPPIJLEER
Methode: Thema’s Essener 4vwo (2019)
Jaarlaag: 4vwo | |||
Periode :1 Toets Rechtsstaat | Domeinen: A, B. A: Vaardigheden. Wat is maatschappijleer? B: De rechtsstaat. | Weegfactor: 30% | |
Moment: | 4e lj nov | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Nee, er kan een beroep worden gedaan op de herexamenregeling. Zie huisreglement. | ||
Leerstof: | H1 p1 t/m p7 | ||
Xxxxxxxxxx: Je leert over de Nederlandse rechtsstaat. Je kan beschrijven (helder formuleren) hoe de rechtsstaat is ontstaan, wat de doelen zijn en hoe het werkt. Daarnaast leer je: Een maatschappelijk probleem in kaart te brengen. Een eigen mening te vormen. |
Periode :3 Toets Parl. Democr. | Domeinen: A, C. A: Vaardigheden. C: Parlementaire democratie. | Weegfactor: 40% | |
Moment: | 4e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Nee. Nee, er kan een beroep worden gedaan op de herexamenregeling. Zie huisreglement. | ||
Leerstof: | H2 p1 t/m p5 | ||
Xxxxxxxxxx: Je leert over de Nederlandse parlementaire democratie. Je kan beschrijven (helder formuleren) hoe deze is ontstaan, wat de doelen zijn en hoe het werkt. Daarnaast leer je: Een maatschappelijk probleem in kaart te brengen. Een eigen mening te vormen. Debatteren. Presenteren |
Periode :4 P.O. Plur. Samenl. & Verz.staat | Domeinen: A, D, E. A: Vaardigheden D: Verzorgingsstaat E: Pluriforme samenleving | Weegfactor: 30% | |
Moment: | 4e lj juni | ||
Tijdsduur: | 3 mnd 1-2 uur wekelijkse studielast | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen in vorm van praktische opdracht. | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: | H3 p1 t/m p6 + H4 p1 t/m p6. Instructie-rubric & beoordelingsmodel P.O. op de ELO | ||
Xxxxxxxxxx: Je leert over de Nederlandse pluriforme samenleving en de verzorgingsstaat. Een maatschappelijk probleem in kaart te brengen en analyseren. Sociologisch of politicologisch onderzoek opzetten en uitvoeren. D.m.v. interviews, enquêtes en literatuuronderzoek met betrouwbare bronnen. Samenwerken. Kritisch denken. Informatievaardigheden. Zelfregulering. |
Het eindcijfer van maatschappijleer telt samen met het cijfer voor CKV en het PWS mee voor het combinatiecijfer. Het combinatiecijfer telt mee met de slaag-zakregeling van het eindexamen. Voor de herexamenregeling zie het huisreglement. xxx.xxxxxxxxx.xx tabblad Ons Onderwijs, examendossier.
MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN
Methode: Seneca maatschappijwetenschappen lesboek (2021)
Jaarlaag: 5-VWO | |||
1.PO Vorming en Binding | Domeinen: A, X0, X0, X0, X0, X0, X0, X Xxxxxxx, Identiteit, socialisatie, groepsvorming, sociale cohesie en sociale ongelijkheid, macht en gezag. Bindingsvraagstuk. Samenlevingsvormen. Analyse en onderzoeksvaardigheden. Sociale vraagstukken (o.a. milieubeleid en milieuproblematiek op lokaal, regionaal en mondiaal niveau). | Weegfactor: 10% | |
Moment: | 5e lj dec/jan | ||
Tijdsduur: | 5 mnd 1-2 uur wekelijkse studielast | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen in de vorm van een Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: | H1, H2, H3, H4 | ||
Xxxxxxxxxx: Je maakt kennis met de eerste begrippen en onderzoeksvaardigheden van het vak. Je kan beschrijven (helder formuleren) hoe de mensen samenleven, op welke wijze mensen worden wie zij denken te zijn. Waarom mensen bindingen met elkaar aangaan en hoe een samenleving bij elkaar blijft. Je legt een basis voor het toepassen voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Naast de gebruikelijke onderzoeksmethoden: interviews afnemen en enquêtes ontwerpen en afnemen, leer je alternatieve methoden van onderzoek zoals experimenten en panelstudies. Daarnaast leer je: Het proces van socialisatie, cultuur en identiteitsvorming in kaart te brengen en te analyseren. Kritisch denken. Een eigen mening te vormen. Debatteren. Presenteren. |
2.Toets Politiek in theorie en praktijk | Domeinen: A, X0, X0, X0, X0, X0, X Xxxxxxxxxxxxxxxxx en verhoudingsvraagstuk. Staatsvorming, democratisering, representatie, representativiteit. Xxx werkt het politieke systeem in theorie en in de praktijk? Politics, Policy, polity. Analyse en onderzoek van politieke actualiteit en sociale vraagstukken | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 5e lj maart | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | H5-H6 | ||
Xxxxxxxxxx: Je leert hoe politieke besluitvorming verloopt in theorie en in de praktijk. Hoe het politieke systeem werkt. Je leert over processen als democratisering. Je gaat met vragen aan de slag als: Wat is de mate van representativiteit? Hoe wordt beleid gemaakt? Welke politieke stromingen zijn er? Ook leer je kritisch denken. Een eigen mening te vormen en te onderbouwen. Analyseren van de actualiteit. Daarnaast leer je aan de hand van politicologisch onderzoek hoe problematiek (gebrek aan legitimiteit, representativiteit) op dit moment wordt onderzocht op lokaal, regionaal en mondiaal niveau. |
3.Toets Verhouding, verschillen en veiligheid | Domeinen: A, X0, X0, X0, X0, X0, X0, X | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 5e lj juni | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | H7-H8 (H4 wordt bekend verondersteld. Onderzoeksvaardigheden kunnen worden getoetst in SE) Bindingsvraagstuk: Criminaliteit en veiligheidsbeleid. Verhoudingsvraagstuk: Welke maatschappelijke verschillen zijn er? Wat is de mate van sociale ongelijkheid? Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van de 21e eeuw? | ||
Leerdoelen: Je leert over binding, verhouding en vorming. Daarnaast leer je hoe er kan worden voldaan aan de bestaansvoorwaarden die nodig zijn om een samenleving in stand te houden. Je bestudeert de samenleving op micro- meso- en macroniveau. Je kijkt naar onderwerpen als sociale ongelijkheid, criminaliteit, veiligheidsbeleid. |
Methode: Seneca maatschappijwetenschappen lesboek (2021)
Jaarlaag: 6-VWO | |||
4.Periode :1 Toets Natievorming en modernisering | Domeinen: A, X0, X0, X0, X0 X, X, X. Paradigma’s, natievorming en modernisering. | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj nov | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | H9, H10, H11 (H4 wordt bekend verondersteld. Onderzoeksvraardigheden kunnen worden getoetst in SE) | ||
Leerdoelen: Je leert over hoe natievorming ontstaat, welke cultuurverschillen er zijn en vanuit welke verschillende wetenschappelijke sociologische visies je het proces van natievorming kan bestuderen. Je leert over vier verschillende paradigma’s (functionalisme, conflict, rationale actor en het sociaal-constructivisme paradigma). Aansluitend wordt er dieper in gegaan op het proces van modernisering. Welke ontwikkelingen hebben er plaatsgevonden? En welke effecten heeft dit gehad op het gedrag van groepen mensen en op het overheidsbeleid. |
5.Periode: 3 Toets Internationale betrekkingen | Domeinen: A, X0, X, X0, X0, X, X. | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen / tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: | X00, X0, X0, X0 (X0, X0 worden bekend verondersteld. Onderzoeksvraardigheden en paradigma’s kunnen worden getoetst in SE) | ||
Leerdoelen: Je leert over statensystemen, internationale betrekkingen, machtsverhoudingen en conflict en samenwerking. Je kan internationale maatschappelijk problemen en de bijbehorende veranderingen zoals globalisering in kaart te brengen en analyseren. Je leert over de belangrijkste internationale actoren (VN, NAVO, Europese Unie) en over de veranderende rol van China en Rusland in de internationale gemeenschap. De rol van Nederland in de wereld en hoe de Nederlandse huidige politiek hierop anticipeert. |
MUZIEK
1 Barok en Weense Klassieken + AML + Solfege
Moment: | 5e lj jun | Weegfactor: 20% | |
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE/Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein A Vaktheorie Intro hoofdstuk 3 en 4 Leerdoelen: AML vanuit Intro KENNEN, Solfege-onderdelen (melodisch dictee etc.) |
2 Gemiddeld cijfer 4 Praktische opdrachten uit 5 VWO
Moment: | 5e lj juni | Weegfactor: 25% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Praktische opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Domein B en C Praktijk Leerdoelen: Musiceren in groepsverband |
3 Romantiek + AML + Solfege
Moment: | 6e lj november | Weegfactor: 15% | |
Tijdsduur: | 90 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE/Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein A Vaktheorie Intro hoofdstuk 5 Leerdoelen: AML vanuit Intro KENNEN Solfege-onderdelen (melodisch dictee etc.) |
4. 20e eeuw I + AML + Solfege
Moment: | 6e lj maart | Weegfactor: 15% | |
Tijdsduur: | 90 minuten | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | SE/Tentamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Domein A Vaktheorie Intro hoofdstuk 6 Leerdoelen: AML vanuit Intro KENNEN, Solfege-onderdelen (melodisch dictee etc.) |
5.Gemiddeld cijfer 3 Praktische opdrachten uit 6 VWO
Moment: | 6e lj april | Weegfactor: 25% | |
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | ||
Type toets: | Praktische opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Domein B en C Praktijk Leerdoelen: Musiceren in groepsverband |
De praktijk
De leerlingen zijn verplicht om aan een voorgeschreven aantal Praktijk Opdrachten te voldoen. (PO’s) VWO 5 : 4 PO’s
VWO 6 : 3 PO’s
De sectie biedt hiervoor jaarlijks intern een aantal podiummomenten aan.
Een optreden op de Culturele Avond en op de Open Dag behoren hier tot de vaste momenten van beoordeling.
Per jaar mag de leerling in overleg met de docent één buitenschools optreden als PO laten gelden, onder de voorwaarde dat dit een
optreden met publiek moet zijn.
In het kader van de beoordeling zal de leerling hier bovendien zorg moeten dragen voor een goede videoregistratie. (beeld en geluid) Een gemist PO betekent 1,5 punt aftrek op het jaarlijks gemiddeld SE-cijfer Praktijk.
NATUURKUNDE
Jaarlaag: 5VWO Praktische Opdracht | ||
Domeinen: X0, X0, I3 | Weegfactor: 10% | |
Moment: | 5e lj | |
Tijdsduur: | n.v.t. | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | verslag | |
Type toets: | Praktische Opdracht | |
Herkansing: | Nee | |
Je kunt: 1. De kandidaat kan in contexten die vallen binnen subdomeinen van het centraal examen onderzoek doen door middel van modelstudies en de modeluitkomsten analyseren en interpreteren. 2. De kandidaat kan in contexten die vallen binnen subdomeinen van het centraal examen op basis van een gesteld probleem een ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen en evalueren | ||
Jaarlaag: 5 VWO SE I | ||
Methode: Pulsar Hs 3,5,8 en 9 | Domeinen: A, ,B1, D1, E1. | Weegfactor: 20% |
Moment: | 5 lj juni | |
Tijdsduur: | 120 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen | |
Herkansing: | Xx | |
Je kunt: 1. het verschijnsel elektrische stroom uitleggen als verplaatsing van lading ten gevolge van een aangelegde spanning. 2. de wetten van Xxxxxxxxx toepassen als wetten voor behoud van stroomsterkte in een punt en van spanning in een kring. 3. stroomkringen analyseren en daarbij voor serie- en parallelschakelingen berekeningen maken over spanning, stroomsterkte, weerstand en geleidbaarheid. 4. het vermogen en het rendement van energieomzettingen in een elektrische stroomkring analyseren. 5. trillingsverschijnselen analyseren en grafisch weergeven. 6. berekeningen maken aan de eigentrilling van een massa-veersysteem 7. golfverschijnselen analyseren en grafisch weergeven 8. bij een staande golf het verband tussen de golflengte en de lengte van het trillende medium analyseren. 9. uit (u,t) en (u,x)-diagrammen de fysische eigenschappen (zie specificaties 1 en 3) van de trillingen en golven bepalen. 10. informatieoverdracht tussen een zender en ontvanger beschrijven. 11. De kandidaat kan in contexten fysische eigenschappen van stoffen en materialen beschrijven en kan deze eigenschappen verklaren en analyseren aan de hand van deeltjesmodellen |
Jaarlaag: 6 VWO SE II | ||
Methode: Pulsar Hs 10,11,13,14. Alle voorgaande stof wordt bekend verondersteld. | Domeinen: A, X0, X0, X0 | Weegfactor: 20% |
Moment: | 6e lj november | |
Tijdsduur: | 120 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen | |
Herkansing: | Xx | |
Je kunt: 1. een elektrisch veld beschrijven als gevolg van de aanwezigheid van elektrische lading. 2. het verband tussen spanning en kinetische energie toepassen op een geladen deeltje in een homogeen elektrisch veld 3. een magnetisch veld beschrijven als gevolg van de aanwezigheid van bewegende elektrische lading. 4. het effect van een magnetisch veld op een elektrische stroom en op bewegende lading beschrijven 5. elektromagnetische inductieverschijnselen in verschillende situaties analyseren. 6. uitzending, voortplanting en opname van elektromagnetische straling beschrijven 7. de verschillende soorten ioniserende straling, hun ontstaan en hun eigenschappen benoemen, evenals de risico's van deze soorten straling voor mens en milieu, en berekeningen maken met (equivalente) dosis 8. problemen oplossen waarbij de halveringstijd of halveringsdikte een rol speelt. 9. medische beeldvormingstechnieken aan de hand van hun natuurkundige achtergrond beschrijven, voor- en nadelen van deze technieken noemen en op grond daarvan in gegeven situaties een keuze voor een techniek beargumenteren. 10. De kandidaat kan in contexten behoudswetten en de equivalentie van massa en energie gebruiken in het beschrijven en analyseren van deeltjes- en kernprocessen | ||
6 VWO SE III | ||
Methode: Pulsar Hs 1,2,4,6,7 en 17 Alle voorgaande stof wordt bekend verondersteld. | Domeinen: A, C1, C2, C3. | Weegfactor: 25% |
Moment: | 6e lj december | |
Tijdsduur: | 120 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen | |
Herkansing: | Xx | |
1. Je kunt berekeningen maken aan eenparige rechtlijnige bewegingen; 2. eigenschappen van bewegingen bepalen aan de hand van plaats-tijddiagrammen en snelheid-tijddiagrammen. 3. krachten op een systeem analyseren zowel aan de hand van een vectortekening als met behulp van goniometrische relaties, waaronder het samenstellen van en ontbinden in componenten en het bepalen van de grootte en/of richting van krachten. 4. de eerste, tweede en derde wet van Xxxxxx uitleggen en toepassen. 5. op grond van een analyse van krachten een geschikt numeriek model voor een beweging kiezen en het model gebruiken om de beweging te analyseren. 6. berekeningen maken met betrekking tot kracht, verplaatsing, arbeid, snelheid en vermogen. 7. energieomzettingen bij bewegingen analyseren. 8. cirkelbewegingen met constante baansnelheid analyseren. 9. bewegingen van voorwerpen in een gravitatieveld analyseren met behulp van de gravitatiekracht en de gravitatie-energie. |
6 VWO SE IV | ||
Methode Pulsar Hs 12,18,19, 20 Alle voorgaande stof wordt bekend verondersteld. | Domeinen: A, E2, F1, F2 | Weegfactor: 25% |
Moment: | 6 lj mrt | |
Tijdsduur: | 120 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen | |
Herkansing: | Xx | |
1. je kunt het atoommodel van Xxxx beschrijven en toepassen; 2. het licht van sterren analyseren. 3. het verband tussen de uitgezonden golflengtes en de temperatuur beschrijven en toepassen. 4. verklaren hoe de op aarde waargenomen intensiteit van een ster samenhangt met het totale stralingsvermogen van de ster en de afstand tot de ster. 5. beschrijven hoe in het totale spectrum van elektromagnetische straling waarnemingen aan het heelal worden verricht vanaf de aarde en vanuit de ruimte. 6. licht als golfverschijnsel benoemen en dit toelichten. 7. de golf-deeltjedualiteit toepassen bij het verklaren van interferentieverschijnselen bij elektromagnetische straling en bij materiedeeltjes. 8. het foto-elektrisch effect gebruiken om aan te tonen dat elektromagnetische straling gequantiseerd is. 9. quantumverschijnselen beschrijven in termen van de opsluiting van een deeltje. 10. het quantum-tunneleffect beschrijven aan de hand van een eenvoudig model en daarbij aangeven hoe de kans op tunneling afhangt van de massa van het deeltje en de hoogte en breedte van de energie-barrière. 11. De kandidaat kan in gedachte-experimenten en toepassingen de verschijnselen tijdrek en lengtekrimp verklaren aan de hand van de begrippen lichtsnelheid, gelijktijdigheid en referentiestelsel |
NEDERLANDSE TAAL EN LETTERKUNDE
Het PTA Nederlands bestaat uit een Literatuurcomponent en een Taalcomponent.
Jaarlaag: 5 vwo | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: Moderne letterkunde. Literatuurlijst deel I | Weegfactor: 15% | |
Moment: | 5e lj juni | ||
Tijdsduur: | 30 min | ||
Wijze van toetsing: | Mondeling | ||
Type toets: | Schoolexamen-onderdeel | ||
Herkansing: | Ja, met twee nieuwe boeken. In overleg met de docent samengesteld. | ||
Leerstof: 3 literaire werken uit de moderne Nederlandse literatuur, samengesteld in overleg met de docent. De werken worden gekozen rondom een thema. In de week na de voorjaarsvakantie wordt bij de docent middels een speciaal daarvoor bestemd formulier de goedgekeurde literatuurlijst ingeleverd. Hierop dienen vermeld te worden: thema, minimaal 3 boeken (auteur, titel, jaar van 1ste uitgave). Uiterlijk 24 uur voor het mondeling examen dient de leerling minimaal 5 stellingen mbt het thema en de literatuurlijst bij de docent in te leveren. Indien aan bovenstaande eisen niet is voldaan, heeft dit gevolgen voor het cijfer van het SE. | |||
Leerdoelen: -Je kunt op vaardige wijze een goed en degelijk gesprek houden over een aantal literaire werken en hun onderlinge samenhang. -Je kunt reflecteren op een thema en de bijbehorende stellingen, in samenhang met de literaire werken. |
Jaarlaag: 6 vwo | |||
Toets periode: 1 | Domein: Spreken. | Weegfactor: 15% | |
Moment: | 6e lj nov | ||
Tijdsduur: | 10 min | ||
Wijze van toetsing: | Mondeling | ||
Type toets: | Schoolexamen-presentatie | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Je krijgt een door de docent uitgereikt artikel van niveau over een wetenschappelijk onderwerp. | |||
Leerdoelen: -Je bent in staat minimaal 8, maximaal 10 minuten voor een klein publiek te spreken over een onderwerp waar je in beginsel weinig tot geen verstand van hebt. -Je bent in staat een lastig artikel op heldere wijze te verduidelijken voor een publiek van leken (klasgenoten). -Je bent in staat een dergelijk artikel kritisch te analyseren en van commentaar te voorzien. |
Toets periode :2 | Domein: Literatuurgeschiedenis Verlichting t/m Modernisme | Weegfactor: 5% | |
Moment: | 6e lj periode 2 | ||
Tijdsduur: | n.v.t. | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Praktische Opdracht | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: -Literatuur- geschiedenis Xxxxxxxxxxx: hoofdstukken Romantiek, Fin de siècle, Modernisme. -Door de docent uitgereikte teksten. - Op basis van deze lesstof maakt de leerling een praktische opdracht over de periode rondom de Verlichting. | |||
Xxxxxxxxxx: Je bent in staat literaire werken op basis van hun kenmerken te plaatsen in een periode uit de literatuurgeschiedenis. Datzelfde geldt voor beeldende kunst. |
Toets periode :2 | Domein: Literatuurgeschiedenis Verlichting t/m Modernisme | Weegfactor: 15% | |
Moment: | 6e lj december | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: -Literatuur- geschiedenis Dautzenberg: hoofdstukken Romantiek, Fin de siècle, Modernisme. -Door de docent uitgereikte teksten. | |||
Xxxxxxxxxx: Je bent in staat literaire werken op basis van hun kenmerken te plaatsen in een periode uit de literatuurgeschiedenis. Datzelfde geldt voor beeldende kunst. |
Toetsen periode: 3 | Domein: Moderne letterkunde. Literatuurlijst deel II Literatuurlijst. | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 6e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 30 min | ||
Wijze van toetsing: | Mondeling | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Ja, met twee nieuwe boeken. In overleg met de docent samengesteld. | ||
Leerstof: 4 literaire werken uit de moderne Nederlandse literatuur, samengesteld in overleg met de docent. De werken worden gekozen rondom een thema. In de week voor de kerstvakantie wordt bij de docent middels een speciaal daarvoor bestemd formulier de goedgekeurde literatuurlijst ingeleverd. Hierop dienen vermeld te worden: thema, minimaal 4 boeken (auteur, titel, jaar van 1ste uitgave). Uiterlijk 24 uur voor het mondeling examen dient de leerling minimaal 5 stellingen mbt het thema en de literatuurlijst bij de docent in te leveren. Indien aan bovenstaande eisen niet is voldaan, heeft dit gevolgen voor het cijfer van het SE. | |||
Leerdoelen: -Je kunt op vaardige wijze een goed en degelijk gesprek houden over een aantal literaire werken en hun onderlinge samenhang. -Je kunt reflecteren op een thema en de bijbehorende stellingen, in samenhang met de literaire werken |
Toetsen periode: 3 | Domein: Gedocumenteerd schrijven. | Weegfactor: 30% | |
Moment: | 6e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 180 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: Door de docent uitgereikte teksten. | |||
Xxxxxxxxxx: Je bent in staat op basis van een aantal teksten een eigen betoog, beschouwing of bespiegeling te schrijven in goed en zorgvuldig Nederlands, zonder spel- en stijlfouten. |
NATUUR LEVEN EN TECHNOLOGIE (NLT)
Methode: landelijke modules NLT “Forensische Techniek”
Jaarlaag: 4-VWO | ||
1.Toetsen periode :1 | Domeinen: X0, X0, X0, X0, X0, X0, X0 en F2. | Weegfactor: 10 % |
Moment: | 4 lj 1e periode (aan het einde van de periode, niet in de SE-week) | |
Tijdsduur: | 90 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen in proefwerkweek (50%) Praktische Opdracht (Politie-dossier) in de lesperiode (50%) | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Je leert hoe je met kennis van de vakken biologie, natuurkunde en scheikunde een complexe moordzaak kunt oplossen. | ||
Leerdoelen: Opleveren van een politiedossier, samenwerken, gegevens verzamelen, beoordelen, selecteren, ordenen en verwerken. Kunnen uitleggen: • Wat forensisch onderzoek is. • Hoe je een natuurwetenschappelijk onderzoek kunt opzetten. • Hoe concepten uit de natuurwetenschap benut kunnen worden bij een forensisch onderzoek, waaronder vallen: Bodemgeleidbaarheid, lichaamsunieke kenmerken, stofeigenschappen, chromatografie, ballistisch onderzoek (bloedeigenschappen) (DNA) |
Methode: landelijke modules NLT “Hersenen en leren”
Jaarlaag: 4-VWO | |||
2.Toetsenn periode 2 | Domeinen: E | Weegfactor: 10% | |
Moment: | 4 lj periode 2 | ||
Tijdsduur: | 90 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk SE 75% Praktische opdracht 25% | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Kennis: bouw en functie van de zenuwcellen, zenuwstelsel en hersenen, impulsopwekking en -geleiding, learner report, leren en onthouden, Input-black box/verwerking – output, Vormen van leren, soorten geheugen, gevoelige leerperioden, Psychologische, neurowetenschappelijke en onderwijskundige meetmethodieken, Long Term Potentiation, AMPA en NMDA receptor, plasticiteit van de hersenen, Synaptogenese en pruning, Opslag, consolidatie en herinnering, invloed van emoties op onthouden, Invloed van omgevingsfactoren op leren, leeroriëntatie, leerregulatie, cognitieve verwerkingsstrategieën en opvattingen over leren Vaardigheden: Bouw en werking zenuwcellen en hersendelen in verband kunnen brengen met leren en onthouden, leren kritisch kijken, reflectie op eigen leeractiviteiten, praktische vaardigheden onderzoek aan motorisch leren (spiegeltekenen), ontleden hersenen (snijpracticum), onderzoekvaardigheden van onderwijsonderzoek Wetenschappelijke vaardigheden: informatie zoeken en vergelijken, modelvorming, conceptmaps gebruiken als ordenend principe en voor het verzamelen van data, geven van peer-feedback. | |||
Leerdoelen: Kennis: de hoofdstukken 2 t/m 6 en de basisblokken doorgewerkt; Kunnen: begrippen uit de module gebruiken, test voor medeleerlingen ontwikkelen of deze de leerstof begrepen hebben; bij het bestuderen van de stof onderscheid aanbrengen in het niveau onthouden (reproductie) en hogere niveaus (begrip, integratie, toepassing); de relatie tussen ontwikkeling van de hersenen en cognitieve (denk)vermogens van opgroeiende mensen leggen. |
Methode: landelijke module NLT RIJDEN ONDER INVLOED
Jaarlaag: 4-VWO | |||
3.Toetsen periode 3 | Xxxxxxxx: 0xX0 0xX0 2xD2 en 1xF2 | Weegfactor: 10% | |
Moment: | 4 lj periode 3 | ||
Tijdsduur: | 90 min tentamen | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen in de proefwerkweek (75%) met Praktische Opdracht in de lesperiode (25%) | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: Je leert over alcohol in het verkeer. Je leert wat alcohol chemisch is, hoe het in het lichaam afgebroken wordt, hoe lang dat duurt, wat het doet met je reactievermogen en hoe alcohol de werking van het zenuwstel beïnvloedt. | |||
Leerdoelen: Kunnen: samenwerken, uit nieuwe informatie de hoofdpunten kunnen halen, destilleren, reactievermogen bepalen, een gaschromatograaf bedienen en het resultaat interpreteren, door middel van een berekening aantonen dat elk glas dezelfde hoeveelheid alcohol bevat, de signaaldoorgave in het zenuwstelsel kunnen beschrijven, beschrijven hoe alcohol in het lichaam wordt afgebroken, rekenen aan remweg, remafstand, stopafstand en reactietijd, rekenen aan evenwichtsmengsels, verklaren hoe evenwichten verschuiven, uitleggen of een stof polair of apolair is, rekenen met de BAC formule, uitrekenen wat het percentage alcohol is in een mengsel. |
Methode: landelijke modules NLT “Hiv tot AIDS”
Jaarlaag: 5-VWO | |||
4.Toetsen periode :1 | Domeinen: F (C2) | Weegfactor: 10% | |
Moment: | 5 lj 1e periode (aan eind van periode, niet in de SE-week) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk SE (75%) en praktische opdracht (25%) | ||
Type toets: | Tentamen | ||
Herkansing: | Schriftelijk SE ja (in SE-week januari) / praktische opdracht: Xxx | ||
Leerstof: Immuunsysteem, Infectie, Replicatie, Retrovirussen, in het bijzonder HIV, Structuurveranderingen van eiwitten, Eiwit- interacties | |||
Leerdoelen: Gedurende de gehele module proberen we antwoord te krijgen op de vraag: Hoe zit HIV in elkaar, hoe verloopt de pathogenese en hoe leidt infectie uiteindelijk tot de ziekte AIDS? Onderstaande algemene leerdoelen beheersen: • hoe werkt de menselijke afweer? • de verschillende onderdelen van een HIV-partikel benoemen en de functie beschrijven; • het verloop van een HIV infectie beschrijven; • hoe werkt de eiwitsynthese? • de replicatie van HIV beschrijven; • hoe omzeilt HIV de menselijke afweer? • de progressie van HIV-positief naar AIDS beschrijven; • laten zien hoe vanuit verschillende wetenschappen (zoals biologie, medicijnen, scheikunde en wiskunde) bijgedragen wordt aan begrip van HIV en AIDS; Academische vaardigheden : Vragen stellen en beoordelen op relevantie en beantwoordbaarheid. Informatie zoeken, selecteren, kritisch beoordelen en rangschikken. Xxxxxxxxxxxxx informatie presenteren als antwoord op eerder geformuleerde vraag. Naar aanleiding van gerangschikte informatie nieuwe vragen genereren. Informatie samenvatten. De inbreng van medeleerlingen kritisch bediscussiëren. Samenwerken met andere leerlingen bij het opzoeken en presenteren van informatie. |
Methode: landelijke module NLT Moleculaire gastronomie
Jaarlaag: 5-VWO | |||
5.Toets MG periode 2 | Domeinen: 2xB1, 1xB2, E1, 2xE2 | Weegfactor: 15 % | |
Moment: | 5e lj periode 2 | ||
Tijdsduur: | 120 min tentamen | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen (75%) en Praktische opdracht (25%) | ||
Herkansing: | Schoolexamen: ja / Praktische Opdracht: nee | ||
Leerstof: Moleculaire gastronomie is het vakgebied dat de natuurkunde en de scheikunde achter het koken beschrijft. Aan de hand van recepten worden de moleculaire interacties tussen water, sachariden, vetten, lucht en eiwitten behandeld. Met behulp van de kennis over de moleculen en de interacties kunnen bestaande recepten verbeterd worden en bereidingswijzen vernieuwd. De leerling staat in de module centraal als moleculair gastronoom. Hij/zij onderzoekt bestaande recepten en kan ze verbeteren en vernieuwen met behulp van de aangereikte kennis over producteigenschappen, microstructuren en moleculaire interacties. | |||
Leerdoelen: Voor de specifieke leerdoelen verwijzen we je naar de leerdoelenlijst op de teams site van NLT moleculaire gastronomie |
Methode: landelijke module NLT Kosmische straling
Jaarlaag: 5-VWO | ||
6.Toets KS periode 3 | Domeinen: 2xB1, B2, E1, 2xE2 | Weegfactor: 15% |
Moment: | 5e lj Periode 3 | |
Tijdsduur: | 120 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen en Praktische Opdracht | |
Herkansing: | Schoolexamen: Ja / Praktische Opdracht :Nee | |
Leerstof: Je maakt kennis met de wereld van de elementaire deeltjes. Naast de theorie verdiep je je ook in Hisparc en experimenteer je met het detecteren van muonen. | ||
Xxxxxxxxxx: weten: • hoe atomen en subatomaire deeltjes zijn ontdekt. • Hoe de eigenschappen van atomen en subatomaire deeltjes worden onderzocht • Hoe behoudswetten en symmetrieen worden gebruikt bij dit onderzoek. • Wat het verband is tussen massa en energie en hoe je massadefect en bindingsenergie kunt berekenen • Wat het standaardmodel van de materie is. • Dat quarks en leptonen volgens het standaardmodel de kleinste deeltjes zijn. • Hoe je je muonen kunt detecteren • Wat het hisparc project onderzoekt |
Methode: landelijke module NLT: CO2 opslag: zin of onzin?
Jaarlaag: 6-VWO | ||
7. Toetsen periode 1 | Domeinen: X0, X0, X0, X0, X0 | Xxxxxxxxxx: 15 % |
Moment: | 6e lj periode 1 nov (aan eind van periode, niet in SE-week) | |
Tijdsduur: | 120 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | - Tweemaal een portoflio: 25% - presentatie keuzedeel en deelname debat: 25% - Schriftelijk SE: 50% | |
Type toets: | Schoolexamen (50%) en Praktische Opdracht (50%) | |
Herkansing: | Schoolexamen: Ja (in SE-week januari) / Praktische Opdracht: Nee | |
Leerstof: iedereen: 1 t/m 5. Per groepje/leerling: 6 t/m 14 | ||
Leerdoelen: De module bestaat uit twee delen: een algemeen deel voor iedereen H1 t/m 5. Hierna komt een onderverdeling in groepjes voor verwerking van (delen van) H6 t/m H14. De module wordt afgesloten met een advies aan de “minister” (docent(en) in rol van) en een debat. Leerdoelen en bijbehorende toetsvorm staan in de leerlinghandleiding weergegeven |
Methode: landelijke module NLT Complexe stromen
Jaarlaag: 6-VWO | ||
8. Toets CS periode 2 | Domeinen: 2xB1, X0, X0, 0xX0 | Weegfactor: 15 % |
Moment: | 6e lj periode 2 | |
Tijdsduur: | 120 min | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Schoolexamen (75%) en Praktische Opdracht (25%) | |
Herkansing: | Schoolexamen: Ja / Praktische Opdracht: Nee | |
Leerstof: Je breidt je kennis over de componenten van de elektronica uit met de condensator. Verder reken je uitgebreid aan de spanningsdeler en de schuifweerstand. Je verdiept je in de eigenschappen van een spoel en gebruikt hierbij je kennis over het magnetisch veld. Je kijkt naar toepassingen van inductiespanning. Verder maak je naast gelijkspanning kennis met wisselspanning en de begrippen effectieve spanning en effectieve stroom. | ||
Leerdoelen: Samenwerken; Werken met Coach; Hoe de schuifweerstand en de spanningsdeler werken; Hoe je integreren kunt toepassen binnen de elektronica; De formules voor U, I en Q af te leiden en toe te passen voor op- en ontladen van een condensator.; Hoe je de RC-tijd kunt bepalen van een condensator ( met Coach ); De werking van inductiestroom en inductiespanning met in het bijzonder de dynamo en de gelijkstroommotor; De formules voor de effectieve spanning en de effectieve stroom gebruiken. |
SCHEIKUNDE
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode : 4 | Xxxxxxxx: X, X, X0 x/x X0, X0, X00, X0, X0, X0, X0. Duurzaamheid (Evenwichten), Zuren en Basen, Redox, Analyse en Molecuulbouw | Hoofdstukken: 7, 8, 9, 10, 11, 12. Eerder behandelde stof wordt als bekend verondersteld | Weegfactor: 20% |
Moment: | 5e leerjaar juni | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen (SE) | ||
Herkansing: | Xx | ||
Methode: | Chemie Overal 5e editie (nieuwe editie) | ||
De leerstof uit de zogenaamde “domeinen” zijn te vinden in het examenprogramma scheikunde vwo op xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxx-xxx-0/0000/xxx. Voor de domeinen die ook in het centraal schriftelijk examen zijn opgenomen (en ook in schoolexamens mogen worden teruggevraagd) is ook via deze link te vinden de syllabus centraal examen 2023, met meer informatie over deze specifieke domeinen | |||
De leerdoelen zijn opgesomd terug te vinden aan het eind van elke paragraaf in het lesboek |
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode : 3 | Domeinen: A, B, C1 t/m C5, D1, D2, E1, Duurzaamheid (Evenwichten), Zuren en Basen en Analyse | Hoofdstukken: 7, 8, 9, 10, Eerder behandelde stof wordt als bekend verondersteld | Weegfactor: 10% |
Moment: | 5e leerjaar januari (titratie) Deadline: 2 weken na laatste les, maart (colorimetrie). Deadline: 2 weken na laatste les | ||
Tijdsduur: | 120 min (titratie), 180 min (colorimetrie) | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | 2x Schriftelijk verslag | ||
Type toets: | Praktische opdracht (PO) | ||
Herkansing: | Nee | ||
Methode: | Chemie Overal 5e editie (nieuwe editie) | ||
De leerstof uit de zogenaamde “domeinen” zijn te vinden in het examenprogramma scheikunde vwo op xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxx-xxx-0/0000/xxx. Voor de domeinen die ook in het centraal schriftelijk examen zijn opgenomen (en ook in schoolexamens mogen worden teruggevraagd) is ook via deze link te vinden de syllabus centraal examen 2023, met meer informatie over deze specifieke domeinen | |||
De praktische opdracht behelst een titratie en een colorimetrische bepaling. Voor de titratie is kennis vereist over zuur base reacties en berekeningen hieraan. Voor de colorimetrische bepalingen is vereist kennis en het gebruik van de wet van Xxxxxxx Xxxx, en basiskennis m.b.t. chemisch rekenen (basisstof 4e klas) |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode : 1 | Domeinen: X, X, X, X0, X0, X0, X0, X en G. Molecuulbouw, Polymeren, Biochemie, Groene Chemie. | Hoofdstukken: 12, 13, 14, 15. Eerder behandelde stof wordt als bekend verondersteld | Weegfactor: 30% |
Moment: | 6e leerjaar november | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen (SE) | ||
Herkansing: | Xx | ||
Methode: | Chemie Overal 5e editie (nieuwe editie) | ||
De leerstof uit de zogenaamde “domeinen” zijn te vinden in het examenprogramma scheikunde vwo op xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxx-xxx-0/0000/xxx. Voor de domeinen die ook in het centraal schriftelijk examen zijn opgenomen (en ook in schoolexamens mogen worden teruggevraagd) is ook via deze link te vinden de syllabus centraal examen 2023, met meer informatie over deze specifieke domeinen | |||
De leerdoelen zijn opgesomd terug te vinden aan het eind van elke paragraaf in het lesboek |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode : 2 | Domeinen: X, X, X, X0, X0, X0, X0, X en G. Redoxreacties | Hoofdstukken: 12, 13, 15, 16. Eerder behandelde stof wordt als bekend verondersteld | Weegfactor: 10% |
Moment: | 6e leerjaar januari (CITO-PROEF) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk verslag | ||
Type toets: | Praktische opdracht (PO) | ||
Herkansing: | Nee | ||
Methode: | Chemie Overal 5e editie (nieuwe editie) | ||
De leerstof uit de zogenaamde “domeinen” zijn te vinden in het examenprogramma scheikunde vwo op xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxx-xxx-0/0000/xxx. Voor de domeinen die ook in het centraal schriftelijk examen zijn opgenomen (en ook in schoolexamens mogen worden teruggevraagd) is ook via deze link te vinden de syllabus centraal examen 2023, met meer informatie over deze specifieke domeinen | |||
De praktische opdracht behelst een CITO-practicum Voor deze titratie is kennis vereist over zuur/base- redoxreacties en berekeningen hieraan. Voor deze berekeningen is vereist de basiskennis m.b.t. chemisch rekenen (basisstof 4e klas) |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode : 3 | Domeinen: A, B, C, D, E, F, G. Buffersystemen, elektrochemische cel, nieuwe materialen | Hoofdstukken: 14, 17, 18, 19 Eerder behandelde stof wordt als bekend verondersteld | Weegfactor: 30% |
Moment: | 6e leerjaar maart | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | ||
Type toets: | Schoolexamen (SE) | ||
Herkansing: | Xx | ||
Methode: | Chemie Overal 5e editie (nieuwe editie) | ||
De leerstof uit de zogenaamde “domeinen” zijn te vinden in het examenprogramma scheikunde vwo op xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxx-xxx-0/0000/xxx. Voor de domeinen die ook in het centraal schriftelijk examen zijn opgenomen (en ook in schoolexamens mogen worden teruggevraagd) is ook via deze link te vinden de syllabus centraal examen 2023, met meer informatie over deze specifieke domeinen | |||
De leerdoelen zijn opgesomd terug te vinden aan het eind van elke paragraaf in het lesboek |
TEKENEN
Jaarlaag: 5-VWO | ||
1.Toets Praktijk I | Domeinen: B Praktijk | Weegfactor: 20 % |
Moment: | 5e lj periode 1/2/3 | |
Tijdsduur: | Tijdsduur: minimaal 60 min. Per week in de les en gemiddeld 50 min/week thuis (onderzoek, schetsboek) | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | |
Type toets: | Praktische Opdracht | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Praktische opdrachten naar de waarneming en de fantasie. | ||
Leerdoelen: Je leert: - Een opdracht analyseren - Materiaalonderzoek doen - Meerdere beeldende oplossingen bedenken - Daaruit kiezen - De gekozen oplossing uitvoeren in een passende beeldende vorm - Schriftelijk reflecteren op het eigen werk(proces) |
2.Toets Theorie I | Domeinen: A Vaktheorie | Weegfactor: 20 % |
Moment: | 5e lj periode 3 jun/jul | |
Tijdsduur: | 90 minuten | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Tentamen | |
Herkansing: | Xx | |
Leerstof: Domein A Vaktheorie - De beeldaspecten met relevante beelden begrippen - Kunstbeschouwing. Beschrijven en interpreteren van beeldende kunst, vormgeving en architectuur. - Kunstgeschiedenis. Nadruk op kenmerken van stromingen van de 2e helft van de 20e eeuw en de 21e eeuw. Ook herhalen van stromingen uit de klassieke oudheid, middeleeuwen, renaissance, barok, romantiek, realisme, neo-classicisme en eerste helft 20e eeuw. |
Jaarlaag: 6-VWO | ||
3.Toets Theorie II | Domeinen: A Vaktheorie | Weegfactor: 15 % |
Moment: | 6e lj 1e periode november | |
Tijdsduur: | 90 minuten | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Tentamen | |
Herkansing: | Xx | |
Leerstof: Domein A Vaktheorie - Kunstgeschiedenis voor zover relevant voor het eindexamen - Examensyllabus - Kunstbeschouwing en het gebruik van beeldende begrippen |
4.Toets Praktijk II | Domeinen: B praktijk | Weegfactor: 20 % |
Moment: | 6e lj 2e periode | |
Tijdsduur: | Min. 60 minuten per week in de les, 50 min thuis (onderzoek/schetsboek) | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | |
Type toets: | Praktische opdracht | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Domein B praktijk Praktisch zelfportret | ||
Leerdoelen: - Een opdracht analyseren - Materiaal onderzoek doen - Meerdere beeldende oplossingen bedenken - Daaruit kiezen - De gekozen oplossing uitvoeren in een passende beeldende vorm - Werkproces inzichtelijk maken - Schriftelijk analyseren op eigen werk(proces) |
5.Toets Theorie XXX | Xxxxxxxx: A Vaktheorie | Weegfactor: 15 % |
Moment: | 6e lj 2e periode december | |
Tijdsduur: | 90 minuten | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk | |
Type toets: | Tentamen | |
Herkansing: | Xx | |
Leerstof: Domein A Vaktheorie - Kunstgeschiedenis van de 20e en 21e eeuw en de stromingen van voor 1900 die relevant zijn voor het CSE. - Examensyllabus - Kunstbeschouwing en het gebruik van beeldende begrippen |
6.Toets Praktijk III | Domeinen: B praktijk | Weegfactor: 10 % |
Moment: | 6e lj 3e periode | |
Tijdsduur: | Februari -april 120 minuten / week in de les | |
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Xxxxxxxxxx opdracht | |
Type toets: | Praktische opdracht | |
Herkansing: | Nee | |
Leerstof: Domein B praktijk Eindwerk schoolexamendossier | ||
Leerdoelen: - Een opdracht analyseren - Materiaal onderzoek doen - Meerdere beeldende oplossingen bedenken - Daaruit kiezen - De gekozen oplossing uitvoeren in een passende beeldende vorm - Werkproces inzichtelijk maken - Schriftelijk analyseren op eigen werk(proces) |
WISKUNDE A
Methode: Getal en Ruimte, 12e editie (2020) VWO A
Jaarlaag: 4-VWO | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: F | Weegfactor: 5% | |
Moment: | 4e lj mrt | ||
Tijdsduur: | 60 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: H K Lineair Programmeren | |||
Leerdoelen: Lineair Programmeren - stelsels lineaire vergelijkingen met behulp van elimineren oplossen - omgaan met de begrippen doelfunctie, beperkende voorwaarde en toegestane gebied bij een lineair programmeringsprobleem - lineaire programmeringsproblemen met twee variabelen oplossen |
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: E7 | Weegfactor: 10% | |
Moment: | 5e lj Maart (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 150 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk op PC | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: H2 en H7 | |||
Leerdoelen: Statistiek en ICT - De kandidaat weet waar die op moet letten bij het verzamelen van gegevens en presenteren daarvan. - De kandidaat kan bij een probleemstelling die zich leent voor een statistische aanpak een plan maken om antwoord op de probleemstelling te verkrijgen, waarbij geschikte variabelen worden gekozen. - De kandidaat kan verkregen data verwerken in een geschikte tabel of grafiek en deze op waarde interpreteren. - De kandidaat kan de verkregen data samenvatten in voor de probleemstelling geschikte maten en hieraan interpretaties verbinden. - De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met bovenstaande leerdoelen om grote datasets te interpreteren en te analyseren. | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A, X0, X0, X0, X0, X0, X0, X0 | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 5e lj Juni (laatste toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H 2, 4, 6, 9, 11 | |||
Leerdoelen: Combinatoriek, kansberekening, hypothese toetsen o Vermenigvuldigings- en somregel gebruiken bij telproblemen. o Werken met permutaties, faculteiten en combinaties bij telproblemen. o De kansdefinitie van Laplace toepassen. o Het verschil aangeven tussen theoretische en empirische kansen. o Rekenen met voorwaardelijke kansen. o Aangeven wat onafhankelijke gebeurtenissen zijn en daarmee rekenen. o Gebruik maken van de product- som- en complementregel. o Onderscheid maken tussen ‘trekken met en zonder terugleggen’. o Gebruik maken van de vuistregel voor een kleine steekproef uit een grote populatie. o Berekeningen maken met de binomiale en normale verdeling. o Gebruik maken van de eigenschappen en vuistregels bij de normale verdeling. o Werken met normaal-waarschijnlijkheidspapier o De wortel-n-wet gebruiken bij steekproeven. o Het verschil tussen discrete en continue toeval variabele aangeven. o De begrippen nulhypothese, alternatieve hypothese, beslissingsvoorschrift, overschrijdingskans en significante afwijking hanteren bij het toetsen van hypothesen. o Het toetsen van hypothesen bij de normale en de binomiale verdeling. o Tekenen en interpreteren van histogrammen en frequentiepolygonen bij frequentieverdelingen. o Rekenen met centrum- en spreidingsmaten o Soorten variabelen bij waarnemingsgetallen |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode: 1 | Domeinen: A, B1, C, D | Weegfactor: 30% | |
Moment: | 6e lj November (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H 1, 3, 5, 8, 10, 12 | |||
Leerdoelen: o Werken met procenten en de wetenschappelijke notatie. o Rekenen met lengte, oppervlakte, inhoud, afstand, tijd en snelheid. o Werken met machten met negatieve en gebroken exponenten, met wortels, breuken en verhoudingen o Het opstellen van lineaire, kwadratische, recht evenredige, omgekeerd evenredige en exponentiële formules. o Werken met lineaire vergelijkingen met twee variabelen. o Lineair interpoleren en extrapoleren. o De GR gebruiken bij grafieken. o Oplossen van kwadratische vergelijkheden en ongelijkheden. o Verschuiven en verticaal herschalen van grafieken van machtsverbanden. o Oplossen van vergelijkingen met machten, wortels, gebroken vergelijkingen en het herleiden van gebroken vormen. o Variabele vrijmaken bij wortelformules, machtsformules en gebroken formules. o Rekenen met groeifactoren en -percentages en logaritme bij exponentiële groei. o Werken met logaritmisch papier. o Berekenen van verdubbelings- en halveringstijd. o Redeneren met groeiformules. o Werken met recursieve en directe formules van getallenrijen. o De GR gebruiken om rijen door te rekenen. o Herkennen van rekenkundige en meetkundige rijen. o Veranderingen in beeld brengen met toenamediagrammen. o Berekenen van gemiddelde veranderingen. o Hoe je de GR kunt gebruiken om snelheden te berekenen. o Tekenen en plotten van hellinggrafieken. o Formule van een hellinggrafiek opstellen. o De afgeleide gebruiken om raaklijnen en extremen te bepalen. o De product, de quotiëntregel en de kettingregel toepassen bij differentiëren. | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A, B1, C, D | Weegfactor: 30% | |
Moment: | 6e lj Maart/april (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H 5, 10, 13, 14 | |||
Leerdoelen: o Het opstellen van lineaire, kwadratische, recht evenredige, omgekeerd evenredige en exponentiële formules. o De GR gebruiken bij grafieken. o Verschuiven en verticaal herschalen van grafieken van machtsverbanden. o Oplossen van vergelijkingen met machten, wortels, gebroken vergelijkingen en het herleiden van gebroken vormen. o Variabele vrijmaken en combineren van formules bij wortelformules, machtsformules en gebroken formules. o Rekenen met groeifactoren en -percentages en logaritme bij exponentiële groei. o Werken met logaritmisch papier. o Berekenen van verdubbelings- en halveringstijd. o Redeneren met groeiformules. o Formules opstellen bij periodieke verschijnselen. o Omvormen van formules met exponenten en logaritmen. o Veranderingen in beeld brengen met toenamediagrammen. o Berekenen van gemiddelde veranderingen. o Hoe je de GR kunt gebruiken om snelheden te berekenen. o Tekenen en plotten van hellinggrafieken. o Hoe je bij een formule de formule van een hellinggrafiek kunt vinden. o De afgeleide gebruiken om raaklijnen en extremen te bepalen. o Werken met de product, de quotiëntregel en de kettingregel. o De afgeleide gebruiken bij het berekenen van snelheden en soorten hellingen. o De afgeleide gebruiken bij het oplossen van optimaliseringsproblemen. |
WISKUNDE B
Methode: Getal en Ruimte, 12e editie (2020) VWO A deel 2
Jaarlaag: 4-VWO | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: F | Weegfactor: 5% | |
Moment: | 4e lj In mrt | ||
Tijdsduur: | 60 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Toets | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: HK (WisA deel 2): Lineair programmeren | |||
Leerdoelen: Lineair programmeren - Oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen met behulp van elimineren - Omgaan met begrippen doelfunctie, beperkende voorwaarde en toegestane gebied bij lineair programmeringsprobleem - Het oplossen van lineair programmeringsproblemen met twee variabelen |
Methode: Getal en Ruimte, 12e editie (2020) VWO B
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A, B1, B2, B3, B5, C1, C2 | Weegfactor: 20% | |
Moment: | 5e lj in mrt | ||
Tijdsduur: | 120 minuten | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H 1, 2, 4, 5, 6, 9 | |||
Leerdoelen: Machtsfuncties, exponentiële en logaritmische functies, de afgeleide functie • Formules interpreteren en bewerken, bij een verband tussen twee variabelen een grafiek tekenen in een assenstelsel en bepalen of een gegeven formule herschreven kan worden als functievoorschrift. • Xxxxxxxxx tekenen en herkennen van de volgende standaardfuncties: machtsfuncties met rationale exponenten, exponentiële functies, logaritmische functies en kan van deze verschillende typen functies de karakteristieke eigenschappen benoemen en gebruiken. • Functievoorschriften opstellen, bewerken, combineren, de bijbehorende grafieken tekenen en aan de hand van een functievoorschrift zonder hulpmiddelen kwalitatieve uitspraken doen over de functie en haar grafiek. • Kan vergelijkingen, ongelijkheden en stelsels van twee lineaire vergelijkingen oplossen en de oplossingen interpreteren. • Werken met de grafische rekenmachine. • De eerste en tweede afgeleide van een functie begripsmatig interpreteren en gebruiken om die functie te onderzoeken en de eerste en tweede afgeleide gebruiken in toepassingen. • De eerste en tweede afgeleide van functies bepalen met behulp van de regels voor het differentiëren en daarbij algebraïsche technieken gebruiken. |
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A, en E | Weegfactor: 15% | |
Moment: | 5e lj Juni (Toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H 3, 7, 10 | |||
Xxxxxxxxxx: Meetkunde • meetkundige eigenschappen van objecten onderzoeken en bewijzen mbv meetkundige en algebraïsche technieken en van ICT • eigenschappen en onderlinge ligging van punten, lijnen, cirkels en andere geschikte figuren onderzoeken met behulp van algebraïsche voorstellingen • in een gegeven of zelfgekozen coördinatenstelsel algebraïsche voorstellingen van figuren opstellen • algebraïsche voorstellingen gebruiken om meetkundige problemen op te lossen • met behulp van vectoren en inproducten eigenschappen van figuren in het vlak afleiden en berekeningen uitvoeren • bovenstaande technieken toepassen in geschikte natuurwetenschappelijke en technische situaties |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode: 1 | Domeinen: A, B, C, D | Weegfactor: 30% | |
Moment: | 6e lj November (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H5, 8, 9, 11, 12 (H2 en 6 over differentiëren – domein C – wordt als bekend verondersteld, evenals het werken met machtsfuncties en herleiden) | |||
Leerdoelen: Machtsfuncties, exponentiële en logaritmische functies, goniometrische functies, Integraalrekening • formules interpreteren en bewerken, bij een verband tussen twee variabelen een grafiek tekenen in een assenstelsel en bepalen of een gegeven formule herschreven kan worden als functievoorschrift. • xxxxxxxxx tekenen en herkennen van de volgende standaardfuncties: machtsfuncties met rationale exponenten, exponentiële functies, logaritmische functies en goniometrische functies en kan van deze verschillende typen functies de karakteristieke eigenschappen benoemen en gebruiken • functievoorschriften opstellen, bewerken, combineren, de bijbehorende grafieken tekenen en aan de hand van een functievoorschrift zonder hulpmiddelen kwalitatieve uitspraken doen over de functie en haar grafiek • vergelijkingen, ongelijkheden en stelsels van twee lineaire vergelijkingen oplossen en de oplossingen interpreteren • in geschikte toepassingen een bepaalde integraal opstellen en exact berekenen | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A, B, C, D, E | Weegfactor: 30% | |
Moment: | 6e lj Maart (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H 13, 14, 15 (kennis over eerdere hoofdstukken wordt bekend verondersteld) | |||
Leerdoelen: • machtsfuncties met rationale exponenten, exponentiële functies, logaritmische functies, goniometrische functies, modulusfunctie en inverse functie inclusief limieten, perforaties, asymptoten, sprongen en knikken in grafieken • meetkundige toepassen (analytische meetkunde, vectormeetkunde, algebraïsche technieken) • afgeleiden toepassen • primitieven toepassen |
WISKUNDE C
Methode: Getal en Ruimte, 12e editie (2021), VWO A/C delen 1 en 2, VWO C delen 3 en 4
Jaarlaag: 4-VWO | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: F | Weegfactor: 5% | |
Moment: | 4e lj Juni (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 60 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: HK Lineair Programmeren | |||
Leerdoelen: De kandidaat leert - stelsels lineaire vergelijkingen met behulp van elimineren oplossen - omgaan met de begrippen doelfunctie, beperkende voorwaarde en toegestane gebied bij een lineair programmeringsprobleem - lineaire programmeringsproblemen met twee variabelen oplossen | |||
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A, E | Weegfactor: 10% | |
Moment: | 5e lj Maart (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 150 min | ||
Xxxxx xxx xxxxxxxx: | Schriftelijk op PC | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: H2 en 7 | |||
Leerdoelen: - De kandidaat weet waar hij/zij op moet letten bij het verzamelen van gegevens en presenteren daarvan. - De kandidaat kan bij een probleemstelling die zich leent voor een statistische aanpak een plan maken om antwoord op de probleemstelling te verkrijgen, waarbij geschikte variabelen worden gekozen. - De kandidaat kan verkregen data verwerken in een geschikte tabel of grafiek en deze op waarde interpreteren. - De kandidaat kan de verkregen data samenvatten in voor de probleemstelling geschikte maten en hieraan interpretaties verbinden. - De kandidaat kan de verkregen data samenvatten in voor de probleemstelling geschikte maten en hieraan interpretaties verbinden. - De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met bovenstaande leerdoelen om grote datasets te interpreteren en te analyseren. | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A, B, D, E, H | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 5e lj Juni (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H2, H4, H6 en H9 | |||
Leerdoelen: o Vermenigvuldigings- en somregel gebruiken bij telproblemen. o Werken met permutaties, faculteiten en combinaties bij telproblemen. o De kansdefinitie van Laplace toepassen. o Het verschil aangeven tussen theoretische en empirische kansen. o Rekenen met voorwaardelijke kansen. o Aangeven wat onafhankelijke gebeurtenissen zijn en daarmee rekenen. o Gebruik maken van de product-, som- en complementregel. o Onderscheid maken tussen ‘trekken met en zonder terugleggen’ o Gebruik maken van de vuistregel voor een kleine steekproef uit een grote populatie. o Berekeningen maken met de binomiale en normale verdeling. o Gebruik maken van de eigenschappen en vuistregels bij de normale verdeling. o Werken met normaal-waarschijnlijkheidspapier. o De wortel-n-wet gebruiken bij steekproeven. o Tekenen en interpreteren van histogrammen en frequentiepolygonen bij frequentieverdelingen. o Rekenen met centrum- en spreidingsmaten o Soorten variabelen bij waarnemingsgetallen. |
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode: 1 | Domeinen: A, B, C, D, F, G | Weegfactor: 25 | |
Moment: | 6e lj November (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H1, 3, 5, 8, 10 en 11 | |||
Leerdoelen: o Werken met procenten en de wetenschappelijke notatie. o Rekenen met lengte, oppervlakte, inhoud, afstand, tijd en snelheid. o Werken met machten met negatieve en gebroken exponenten, met wortels, breuken en verhoudingen. o Het opstellen van lineaire, recht evenredige, omgekeerd evenredige en kwadratische formules. o Werken met lineaire vergelijkingen met twee variabelen. o De GR gebruiken bij grafieken. o Lineair interpoleren en extrapoleren. o Verschuiven en verticaal herschalen van grafieken van machtsverbanden. o Oplossen van vergelijkingen met machten, wortels, gebroken vergelijkingen en het herleiden van gebroken vormen. o Variabele vrijmaken bij wortelformules, machtsformules en gebroken formules. o Allerlei bewerkingen met machtsverbanden. o Werken met recursieve en directe formules van getallenrijen. o De relatie tussen getallenrijen en lineaire en exponentiële verbanden. o Getallenrijen gebruiken bij regelmatige patronen. o Berekenen van gemiddelde veranderingen. o Vergelijken van hellingen bij grafieken. o Berekenen van oppervlakten van vlakke figuren. o Werken met gelijkvormigheid. o Berekenen van inhouden en oppervlakten van ruimtefiguren. o Werken met vergrotingsfactoren. o Tekenen en gebruiken van aanzichten. o De theorie van de centrale projectie en tekenen in perspectief. o Wat een propositie en wat een als-dan-bewering is. o Logische symbolen gebruiken en opbouwen van een redenering o Wat noodzakelijke en wat voldoende voorwaarden zijn. o Venndiagrammen gebruiken bij logische problemen. o Wat een contradictie en wat een paradox is. | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A, B, C, D, F, G | Weegfactor: 35% | |
Moment: | 6e lj Maart (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H5, 8, 10, 12, 13, 14 | |||
Leerdoelen: o Het opstellen van lineaire, recht evenredige, omgekeerd evenredige, kwadratische en exponentiële formules. o De GR gebruiken bij grafieken. o Verschuiven en verticaal herschalen van grafieken van machtsverbanden. o Oplossen van vergelijkingen met machten, wortels, gebroken vergelijkingen en het herleiden van gebroken vormen. o Variabele vrijmaken bij wortelformules, machtsformules en gebroken formules. o Allerlei bewerkingen met machtsverbanden. o Wat exponentiële groei is. o Rekenen met groeifactoren en groeipercentages. o Wat verdubbelingstijd en halveringstijd is. o Werken met logaritmen en logaritmisch papier. o Redeneren met, omvormen van en combineren van formules en grafieken. o Werken met recursieve en directe formules van getallenrijen. o De relatie tussen getallenrijen en lineaire en exponentiële verbanden. o Getallenrijen gebruiken bij regelmatige patronen. o Berekenen van gemiddelde veranderingen. o Vergelijken van hellingen bij grafieken. o Rijen gebruiken bij regelmaat in meetkundige figuren. o Berekenen van oppervlakten van vlakke figuren. o Werken met gelijkvormigheid. o Berekenen van inhouden en oppervlakten van ruimtefiguren. o Werken met vergrotingsfactoren. o Tekenen en gebruiken van aanzichten. |
o De theorie van de centrale projectie en tekenen in perspectief.
o Halveren en verdubbelen in perspectieftekeningen.
o Berekeningen maken met regelmatige veelhoeken.
o Wat de gulden snede, het guldengetal en de gulden rechthoek is.
o Tekenen en rekenen bij kunstwerken en gebouwen.
o Wat een propositie en wat een als-dan-bewering is.
o Logische symbolen gebruiken en opbouwen van een redenering.
o Wat noodzakelijke en wat voldoende voorwaarden zijn.
o Venndiagrammen gebruiken bij logische problemen.
o Wat een contradictie en wat een paradox is.
WISKUNDE D
Methode: Getal en Ruimte, 11e editie (2014) VWO D
Jaarlaag: 4-VWO | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A, B1, B2, B3 | Weegfactor: 15% | |
Moment: | 4e lj Juni (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: H 1, 3, 5 | |||
Leerdoelen: Kansrekening o Som- en productregel gebruiken bij telproblemen o Werken met (herhalings)variaties, permutaties en (herhalings) combinaties o (Herhalings)combinaties voorstellen door routes in rooster o Aantal rangschikkingen berekenen van n dingen waarvan er enkele gelijk zijn o Kansen berekenen met definitie van Laplace o Verschil theoretische en empirische kansen o Vaasmodel gebruiken bij berekenen van kansen o Kansen berekenen met de product-, som- en complementregel o Berekenen van voorwaardelijke kansen, ook met de regel van Bayes o Kansen berekenen met algemene productregel o Verschil tussen trekken met en trekken zonder terugleggen o Berekenen van verwachtingswaarde van een discrete toevalsvariabele o Berekeningen maken met binomiale kansverdeling en poissonverdeling | |||
Jaarlaag: 5-VWO | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A, F en G | Weegfactor: 15% | |
Moment: | 5e lj Maart (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Nee | ||
Leerstof: H4 en 11 | |||
Leerdoelen: Matrices en lineaire algebra o Matrices optellen, vermenigvuldigen en machten van matrices berekenen o Toepassingen van overgangsmatrices o Stelsels lineaire vergelijkingen oplossen met gauss-jordanalgoritme o Werken met inverse van een matrix o Werken met de determinant van een matrix o Werken met lineaire afbeeldingen in verschillende dimensies o Berekenen van eigenwaarden en eigenvectoren o Matrix diagonaliseren en wat je daarmee kunt doen o Machtreeksen gebruiken bij matrices o Matrices gebruiken om directe formules van differentievergelijkingen op te stellen | |||
Toetsen periode: 3 | Domeinen: A, B | Weegfactor: 20 % | |
Moment: | 5e lj Juni (Toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H 1, 3, 5, 12, 14 | |||
Leerdoelen: Kansrekening en statistiek o Permutaties en combinaties herkennen en toepassen op combinatorische problemen en de bijbehorende formules interpreteren en verklaren. o Een toevalsexperiment verklaren in een kansmodel, de begrippen onafhankelijke gebeurtenis en voorwaardelijke kans hanteren, kansen berekenen met behulp van som-, complement- en productregel, en van een discrete toevalsvariabele de verwachtingswaarde berekenen. o Bij eindige kansmodellen uitgaande van een kansverdeling de verwachtingswaarde en de variantie berekenen en de rekenregels voor verwachtingswaarde en variantie voor zowel afhankelijke als onafhankelijke toevalsvariabelen toepassen op herhaaldelijk uitgevoerde kansexperimenten. o In het binomiale en het (standaard-)normale verdelingsmodel de formules voor de kansverdeling, het gemiddelde en de variantie verklaren en gebruiken voor het berekenen van kansen, relatieve frequenties, grenswaarden, gemiddelden en standaardafwijkingen van discrete en continue verdelingen. |
o Nul- en alternatieve hypothesen formuleren, hierop kritisch reflecteren, en bijbehorende een- of tweezijdige toetsen uitvoeren bij binomiaal- of normaalverdeelde toevalsvariabelen.
o Samenhang tussen variabelen onderzoeken met correlatie- regressierekening, waarbij het rekenwerk aan ICT wordt uitbesteed, en kan de resultaten interpreteren en beoordelen.
o De stof van wiskunde B gebruiken voor een profielspecifieke verdieping.
Jaarlaag: 6-VWO | |||
Toetsen periode: 1 | Domeinen: A, D | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj November (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H7.1 en 7.2 , 8, 9, 13 | |||
Leerdoelen: Meetkunde o Analytische en synthetische methoden en redeneringen toepassen op meetkundige probleemsituaties en daarmee eigenschappen bewijzen. o Kegelsneden zowel synthetisch als algebraïsch beschrijven, en op grond van een synthetische of algebraïsche beschrijving ligging en eigenschappen bij de bijbehorende figuren onderzoeken en bewijzen. o De beschrijving van ruimtelijke figuren met drie coördinaten gebruiken, en daarbij de begrippen afstand, hoeken, in- en uitproduct, vector en normaalvector hanteren. o Meetkundige toepassingen onderzoeken, ook met behulp van ICT. | |||
Toetsen periode: 2 | Domeinen: A, C, E | Weegfactor: 25% | |
Moment: | 6e lj Maart (toetsweek) | ||
Tijdsduur: | 120 min | ||
Wijze van toetsing: | Schriftelijk (GR toegestaan) | ||
Type toets: | Schoolexamen | ||
Herkansing: | Xx | ||
Leerstof: H2, 6, 7.3, 10, 15, 16.1 t/m 16.4 | |||
Leerdoelen: Dynamische systemen en complexe getallen o Rijen relateren aan recurrente betrekkingen, iteraties, webgrafieken en contexten en het gedrag ervan beschrijven in termen van stationair, convergent of divergent. o In differentiaalvergelijkingen van de vorm y’ = f (y,t) eigenschappen van f relateren aan eigenschappen van oplossingen, zoals het al dan niet stationair zijn, monotonie en asymptotisch gedrag en in eenvoudige gevallen een oplossing expliciet bepalen. o De stof uit de subdomeinen C1, C2 en E2 toepassen in profielspecifieke probleemsituaties. o Rekenen met complexe getallen, de geconjugeerde, het argument en de absolute waarde, de stelling van Xx Xxxxxx gebruiken, rekenen met de formule van Xxxxx als representatie van poolcoördinaten, en in redeneringen de relatie gebruiken tussen de complexe getallen en de meetkunde van het platte vlak. |