VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. TSEDEK, CENTRUM VOOR PSYCHOSOCIALE REVALIDATIE TE EKEREN-ANTWERPEN
In het kader van VIA 5 uitbreidingsbeleid
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieconventies en revalidatieziekenhuizen, inzonderheid artikel 110;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de V.Z.W. Tsedek, als raad van bestuur van de psychosociale revalidatievoorziening Tsedek te Ekeren- Antwerpen. Deze wordt in deze overeenkomst verder aangeduid met de term "de revalidatievoorziening".
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire
begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° ernstige psychische zorgnood: een psychische zorgnood die het gevolg is van een ernstige psychische aandoening en die gevolgen heeft voor meerdere domeinen van het functioneren van de gebruiker, zoals opleiding volgen, werken, wonen, vrijetijdsbesteding, relationeel leven, fysieke gezondheid;
5° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding;
6° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
7° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de revalidatievoorziening.
Hoofdstuk I. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de aangeboden revalidatie-activiteiten, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor in staat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en eigen bijdrage van de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofdstuk II. DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 2. §1. De revalidatievoorziening heeft tot doel om aan bepaalde categorieën van mensen met ernstige psychische zorgnoden in een specifieke fase van hun ziekte, een residentieel en ambulant revalidatieprogramma van beperkte duur aan te bieden dat er op gericht is bepaalde beperkingen van deze zorggebruikers binnen een vrij korte termijn te verhelpen, zoals beschreven in het revalidatieproject.
§2. De revalidatievoorziening en de arbeidscoach behoren tot het zorgnetwerk Sara van de regio “Antwerpen” dat in toepassing van artikel 107 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen, gecoördineerd op 7 november 2008, een overeenkomst heeft afgesloten met de Federale overheidsdienst Volksgezondheid. Binnen dit zorgnetwerk vervult de revalidatievoorziening de functie 3"rehabilitatieteamsdie werkenrond herstel ensociale inclusie" diegedefinieerd wordt in de gids"Naar eenbetere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken".
§3. Het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening verschilt duidelijk van de bestaande andere behandelingen voor mensen met ernstige psychische zorgnoden zoals enerzijds de behandelingen die worden gerealiseerd in het kader van de psychiatrische ziekenhuizen en de psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (zowel in de hospitalisatiefase als tijdens de fase van ambulante nabehandeling) en anderzijds de ambulante behandelingen gerealiseerd door psychiaters en door andere therapeuten (psychologen enz.), de centra voor geestelijke gezondheidszorg, de activiteitencentra, de begeleidingsdiensten en alle andere begeleidingscentra of dagcentra. Het revalidatieprogramma verschilt ook nog van de initiatieven voor beschut wonen en van de psychiatrische verzorgingstehuizen. Daarenboven
verschilt het revalidatieprogramma van de activiteiten verstrekt door de in het kader van de "hervorming van de geestelijke gezondheidszorg (artikel 107)" opgerichte ambulante intensieve behandelteams voor personen met acute en chronische psychiatrische problemen (respectievelijk "mobiele equipes 2A" en "mobiele equipes 2B").
De revalidatievoorziening zal er voor zorgen dat zijn revalidatieprogramma een specifiek en aanvullend karakter heeft ten opzichte van de andere bestaande behandelingen van mensen met ernstige psychische zorgnoden, zonder daarbij de wetenschappelijke basis van zijn programma uit het oog te verliezen.
§4. De revalidatievoorziening heeft niet tot doel om een louter bezigheidscentrum te zijn dat er enerzijds hoofdzakelijk op gericht is om de zorggebruiker in zijn huidige toestand te handhaven en een verdere achteruitgang van die toestand te voorkomen en dat anderzijds, via dagopvang van de zorggebruiker, de omgeving van de zorggebruiker wil ontlasten en de levenskwaliteit van de zorggebruiker wil verhogen door hem zinvolle bezigheidsactiviteiten aan te bieden. Dergelijke lovenswaardige doelstellingen van bezigheidscentra kunnen in geen geval worden aanvaard als de belangrijkste redenen voor het volgen van een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening.
Artikel 3. §1. De "arbeidscoach" van de revalidatievoorziening heeft als specifieke opdracht om personen die, mee omwille van een bepaalde psychiatrische aandoeningen geen beroepsactiviteit uitoefenen, te begeleiden naar een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie. Het gaat over personen die om dit te bereiken, ten gevolge van hun psychische kwetsbaarheid, onvoldoende gebaat zijn bij het bestaande aanbod van de verschillende actoren in het domein 'werk en sociale economie', met name de reguliere diensten voor arbeidsbemiddeling, de gespecialiseerde diensten voor trajectbegeleiding van personen met een arbeidshandicap, werkgevers uit de sociale economie, beschutte werkplaatsen, allerlei andere hulpverleners en voorzieningen die betrokken zijn bij de tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap, ...
De begeleiding door de arbeidscoach is aanvullend ten opzichte van het aanbod van de bedoelde actoren in het domein 'werk en sociale economie'. Het is dus niet de bedoeling dat de arbeidscoach een alternatief arbeidsbegeleidingscircuit realiseert voor de hier bedoelde personen met ernstige psychische zorgnoden. Samen met de andere bedoelde actoren realiseert de arbeidscoach voor deze personen een integrale en gecoördineerde arbeidsbegeleiding die qua inhoud, duur en intensiteit voldoende is aangepast aan de noden die deze personen ten gevolge van hun psychische kwetsbaarheid ervaren om een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie te kunnen realiseren.
De arbeidscoach schakelt zich in, in de initiatieven die door een overheid ontwikkeld worden inzake integrale arbeidsbegeleiding voor personen met een arbeidshandicap en in het bijzonder personen met een psychiatrische aandoening.
§2. De arbeidscoach realiseert zowel 'trajectbegeleidingen' als 'loopbaanbegeleidingen'. De 'trajectbegeleidingen' worden gerealiseerd voor personen die werk zoeken of die ná een periode van arbeidsongeschiktheid hun werk willen hervatten. De trajectbegeleidingen worden gerealiseerd terwijl deze personen concrete stappen zetten om werk te zoeken of om hun werk te hervatten (c.q. een voorbereidende opleiding of werkstage volgen).
De 'loopbaanbegeleidingen' worden gerealiseerd tijdens de beginperiode dat deze personen (opnieuw) beroepsactief zijn. Ook na afloop van de traject- en loopbaanbegeleiding van een bepaalde persoon blijft de arbeidscoach een aanspreekpunt voor de persoon in kwestie, voor zijn werkgever en voor de in §1 bedoelde actoren van het domein 'werk en sociale economie' die bij de arbeidsbegeleiding van
de persoon betrokken zijn.
§3. De begeleiding door de arbeidscoach maakt geen deel uit van het in artikel 2, §1, bedoelde revalidatieprogramma.
Zowel personen die dit revalidatieprogramma volgen of gevolgd hebben als personen waarvoor dit niet het geval is, komen in aanmerking voor de begeleiding door de arbeidscoach.
Het personeelslid van de revalidatievoorziening die de functie van arbeidscoach invult, fungeert als arbeidscoach voor het ganse in artikel 2, §2, bedoelde zorgnetwerk. De redenen waarom de arbeidscoach volledig deel uitmaakt van het personeelskader van de revalidatievoorziening waarmee de onderhavige overeenkomst wordt afgesloten, zijn - in voorkomend geval dat er ook andere psychosociale revalidatievoorzieningen voor volwassenen deel uitmaken van het zorgnetwerk - louter van organisatorische aard. De personen die het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening volgen of gevolgd hebben, mogen dan ook niet bevoordeeld worden qua toegankelijkheid van de begeleidingen door de arbeidscoach. Dit betekent dat de arbeidscoach de trajectbegeleidingen en loopbaanbegeleidingen in gelijke mate zal aanbieden aan personen uit de regio van het zorgnetwerk die beantwoorden aan de voorwaarden van deze overeenkomst, ongeacht of ze het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening volgen of gevolgd hebben, of ze het revalidatieprogramma volgen of gevolgd hebben in een andere psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen uit het zorgnetwerk, of dat ze geen dergelijk revalidatieprogramma volgen of gevolgd hebben.
Artikel 4. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de zorggebruikers integreren in het zorgnetwerk opgericht in het kader van de "hervorming van de geestelijke gezondheidszorg (artikel 107)" en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere zorggebruiker steeds te verwijzen naar die vorm van hulpverlening die het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening zal zich inspannen om (met respect voor het medisch geheim) gegevens uit te wisselen tussen al de zorgverleners die te maken hebben met eenzelfde zorggebruiker.
Ook zal de revalidatievoorziening er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde zorggebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot die zorggebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie.
De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de psychiatrische zorggebruikers te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de zorggebruikers beter te organiseren, om tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§2. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle artsen, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten, "mobiele equipes 2A" en "mobiele equipes 2B" (cf. artikel 2, §3), enz., die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening kan nooit weigeren om samen te werken met één van hoger genoemde zorgverstrekkers indien een zorggebruiker er beroep op doet.
§3. De arbeidscoach van de revalidatievoorziening bouwt een netwerk op met de verschillende in artikel 3, §1, bedoelde actoren in het domein 'werk en sociale economie'. Dankzij dit netwerk hebben de personen die door de arbeidscoach begeleid worden, vlot toegang tot deze actoren en worden de optimale kansen gecreëerd voor de professionele (re-)integratie van de rechthebbenden. De arbeidscoach maakt duidelijke afspraken met de andere tewerkstellingsactoren omtrent de taakverdeling bij de begeleiding van de bedoelde personen.
De revalidatievoorziening participeert actief aan het tewerkstellingsbeleid voor de doelgroep van het in artikel 2, §2, bedoelde zorgnetwerk.
Artikel 5. De revalidatievoorziening vormt een afzonderlijke functionele eenheid met eigen personeel en met eigen lokalen die zich op één enkele site bevinden en die beantwoorden aan alle reglementaire veiligheidsnormen die van toepassing zijn op gebouwen waar dagbehandeling en residentiële zorg verleend wordt aan personen met een psychiatrische aandoening.
Indien de revalidatievoorziening of de raad van bestuur buiten het kader van deze revalidatie- overeenkomst nog andere activiteiten zou ontplooien, dient er een strikte scheiding te worden gehandhaafd tussen de activiteiten in het kader van de overeenkomst en de activiteiten buiten het kader van de overeenkomst, onder meer op het vlak van het personeel en het gebruik van de lokalen.
Om organisatorische redenen mogen bepaalde administratieve en logistieke taken voor het geheel van de activiteiten van de raad van bestuur centraal worden uitgeoefend.
Artikel 6. Het multidisciplinair karakter van de revalidatievoorziening brengt met zich mee dat er in stafvergaderingen gezamenlijk kan overlegd worden over de behandeling van zorggebruikers. De verschillende teamleden dienen tegenover de zorggebruikers, indien nodig, dan ook de draagwijdte van hun beroepsgeheim toe te lichten, rekening houdende met de gezamenlijke revalidantenbesprekingen in de stafvergaderingen.
Artikel 7. De revalidatievoorziening is verplicht hulp te bieden aan zorggebruikers van gelijk welk ras, geslacht, leeftijd, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur ofwoonplaats.
In de behandeling zal de revalidatievoorziening steeds uitgaan van het respect voor ieders overtuiging en autonomie.
Hoofdstuk III. BEOOGDE POPULATIE VAN HET REVALIDATIEPROGRAMMA
Artikel 8.
De doelgroep van deze revalidatieovereenkomst zijn rechthebbenden met ernstige psychische zorgnoden van wie het psychosociaal en interrelationeel disfunctioneren (dat eventueel gepaard gaat met een psychosomatische problematiek) voornamelijk een neurotisch karakter vertoont en voor wie enerzijds een louter ambulante begeleiding niet volstaat en anderzijds een psychiatrische opname niet geïndiceerd is.
Hoofdstuk IV. BEOOGDE POPULATIE VAN DE TRAJECTBEGELEIDING EN LOOPBAANBEGELEIDING DOOR DE ARBEIDSCOACH
Artikel 9. §1. De rechthebbenden die in aanmerking komen voor een "trajectbegeleiding" en "loopbaanbegeleiding" door de arbeidscoach, zijn personen die lijden aan een in artikel 9, §1bis, vermelde ernstige psychiatrische aandoeningen die weliswaar voldoende gestabiliseerd is opdat een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie gerealiseerd kan worden. Deze personen zijn gemotiveerd of worden gemotiveerd door de arbeidscoach om (opnieuw) een beroepsactiviteit uit te oefenen, maar ten gevolge van hun psychische zorgnoden zijn zij, om dit te bereiken, onvoldoende gebaat bij het bestaande aanbod van arbeidsbegeleiding en/of hebben zij hiervoor nood aan een eerder langdurig begeleidingsproces.
§1bis De partijen die deze overeenkomst sluiten komen uitdrukkelijk overeen dat alleen de ziekten en stoornissen die opgenomen zijn in onderstaande tabel, kunnen worden beschouwd als ernstige psychiatrische aandoening zoals bedoeld in §1.
Deze ziekten en stoornissen worden vermeld op basis van de diagnostische criteria en de codes die worden beschreven in het «Diagnostic and Statistica! Manual of Mental Disorders» (DSM-IV), dat door de partijen die deze overeenkomst sluiten wordt aanvaard als referentiebasis inzake de diagnostiek van psychiatrische aandoeningen.
De ziekten en stoornissen die kunnen worden beschouwd als psychiatrische aandoening aanleiding gevend tot een ernstige psychische zorgnood, zijn de volgende:
Ziekte of stoornis (cf. DSM-IV) | |||
Schizofrenie en andere psychotische aandoeningen 293.81 293.82 295.xx 297.1 297.3 298.8 298.9 | |||
Stemmingsstoornissen - depressieve stoornissen 296.2x 296.3x 300.4 311 - bipolaire stoornissen 296.0x 296.40 296.4x 296.6x 296.5x 301.13 296.80 293.83 296.90 | 296.7 296.89 | ||
Angststoornissen 300.01 300.21 300.22 300.29 300.23 300.3 293.89 300.00 | 309.81 | 308. 3 | 300.0 2 |
Somatoforme stoornissen 300.81 300.11 307.80 300.7 | |||
Dissociatieve stoornissen 300.13 300.14 300.6 | |||
Eetstoornissen 307.1 307.51 307.50 | |||
Stoornissen in de impulsbeheersing 312.34 |
Persoonlijkheidsstoornissen - GroepA 301.0 301.20 301.22 - Groep B 301.7 301.83 301.50 301.81 - Groep C 301.82 301.6 301.4 301.9 |
Aanpassingsstoornissen 309.0 309.24 309.28 309.3 309.4 309.9 |
Persoonlijkheidsstoornissen en gedragsstoornissen veroorzaakt door een ziekte, een hersenletsel of een hersendisfunctie 293.89 310.1 293.9 |
Gedragsstoornissen 312.8 313.81 312.9 |
§2. Zowel rechthebbenden die voordien het revalidatieprogramma van een psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen gevolgd hebben, als rechthebbenden waarvoor dit niet het geval is, komen in aanmerking voor de traject- en loopbaanbegeleiding. Indien een rechthebbende voordien niet dit revalidatieprogramma gevolgd heeft, dient de psychiater van de revalidatievoorziening of de behandelende psychiater van de rechthebbende te hebben vastgesteld dat de rechthebbende in kwestie beantwoordt aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 9, §1.
§3. De in §1 bedoelde rechthebbenden komen niet in aanmerking voor de traject- en loopbaanbegeleiding terwijl ze partieel gehospitaliseerd zijn in een psychiatrisch ziekenhuis of in een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis of terwijl ze een residentieel revalidatieprogramma volgen in de revalidatievoorziening of in een andere psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen.
§4. Samen duren de trajectbegeleiding en de loopbaanbegeleiding maximum 2 jaar.
De traject- en loopbaanbegeleiding samen kunnen eventueel iets langer dan 2 jaar duren in het geval dat deze begeleiding tijdelijk onderbroken wordt doordat de rechthebbende een in §3 bedoeld behandelingsprogramma volgt.
§5. Een persoon waarvoor de arbeidscoach reeds een traject- en loopbaanbegeleiding van samen in principe maximum 2 jaar gerealiseerd heeft, komt pas opnieuw in aanmerking voor deze begeleiding van zodra de zorggebruiker een revalidatieprogramma gevolgd heeft in de revalidatievoorziening of in een andere psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen.
Hoofdstuk V. DOEL EN INHOUD VAN DE REVALIDATIE
Artikel 10. De opname in internaatsverband in de revalidatievoorziening heeft tot doel via een psychotherapeutische en socio-therapeutische behandeling een hernieuwde sociale integratie te bereiken, zoals nader omschreven is in het revalidatieproject van de revalidatievoorziening dat opgenomen is in bijlage I bij deze overeenkomst.
Artikel 11. §1. De revalidatievoorziening biedt aan zijn zorggebruikers een gestructureerd revalidatieprogramma aan zoals opgenomen in het revalidatieproject.
§2. Noch niet-gestructureerde groepsactiviteiten waarbij de deelnemers niet tijdens de ganse duur van de activiteit aanwezig zijn, noch groepsactiviteiten met een hoofdzakelijk ontspannend karakter kunnen worden beschouwd als groepsactiviteiten die deel uitmaken van een gestructureerd revalidatieprogramma en waarvoor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekking kan worden bekomen in het kader van deze overeenkomst. In geval de revalidatievoorziening groepsactiviteiten wenst te ontwikkelen waarvan het revalidatiekarakter zou kunnen worden in twijfel getrokken, dient de revalidatievoorziening de Expertencommissie voorafgaandelijk schriftelijk om advies te vragen.
§3. Aanpassingen aan dat revalidatieproject zijn slechts mogelijk mits de procedure tot aanpassing van een revalidatieovereenkomst, zoals vermeld in art. 159 tot art. 173 van het besluit, wordt gevolgd.
Hoofdstuk VI. DOEL EN INHOUD VAN DE TRAJECT- EN LOOPBAANBEGELEIDING DOOR DE ARBEIDSCOACH
Artikel 12. §1. Het doel van de "trajectbegeleiding" is de effectieve tewerkstelling van de rechthebbende. Deze begeleiding omvat onder meer activiteiten als het organiseren van werkstages, het regelmatig begeleiden (tijdens de werkstage) van de persoon ter plaatse op de werkvloer zelf (met het oog op zijn inwerking, ter observatie van het functioneren van de persoon, ... ), opvolgingsgesprekken (met de rechthebbende, werkleiders, ... ), het in orde brengen van bepaalde administratieve formaliteiten in verband met de tewerkstelling van de rechthebbende, ondersteuning bij sollicitaties, ... Het bedrijf of de organisatie waarin de persoon een stage verricht, kan nooit de revalidatievoorziening zelf zijn.
De "loopbaanbegeleiding" vangt aan wanneer de rechthebbende, ná eventueel verschillende werkstages gevolgd te hebben, een (qua mogelijkheden van de persoon in kwestie, werkomgeving, ... ) geschikt werk heeft gevonden. De loopbaanbegeleiding houdt een tijdelijke opvolging van de rechthebbende in en heeft tot doel een herval van de rechthebbende (in termen van een disfunctioneren in de werksituatie of onderbreken of stopzetten van de arbeidsactiviteit) te voorkomen.
De inhoud van de begeleidingen door de arbeidscoach is aanvullend ten opzichte van het aanbod van de in artikel 3, §1, bedoelde actoren in het domein 'werk en sociale economie'.
§2. Conform artikel 3, §3, maken de traject- en loopbaanbegeleidingen van de arbeidscoach geen deel uit van het revalidatieprogramma waarvan de inhoud is vastgesteld in artikel 11, maar kan de begeleiding van de arbeidscoach al dan niet voorafgegaan worden door de realisatie van dit revalidatieprogramma.
De arbeidscoach realiseert geen begeleidingen in het kader van het revalidatieprogramma. De arbeidscoach is dus niet betrokken bij de uitvoering van de revalidatiedag voor en externe zorggebruikers die volgens artikel 13, §3 en 4, kunnen deel uitmaken van het revalidatieprogramma.
Een rechthebbende die als onderdeel van het revalidatieprogramma de in artikel 13, §3, bedoelde revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding) gevolgd heeft, kan ook in aanmerking komen om ná het residentiele revalidatieprogramma de in artikel 12, §1, bedoelde traject- en loopbaanbegeleiding van de arbeidscoach te volgen, als dit de kansen vergroot op zijn professionele re- integratie.
Hoofdstuk VII. VERGOEDBARE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN IN HET KADER VAN HET REVALIDATIEPROGRAMMA
Artikel 13. §1. De op basis van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekkingen zijn de
«verpleeg-en revalidatiedag», <<revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding) >> en de « revalidatiedag voor externe zorggebruikers ».
§2. Onder een «verpleeg- en revalidatiedag» dient te worden verstaan, iedere dag tijdens welke de rechthebbende effectief in de revalidatievoorziening verblijft en die tenminste één nacht omvat, en die begrepen is in de revalidatieduur waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd verleend in een voor elke zorggebruiker afzonderlijk goedgekeurde revalidatieprogramma.
De dag van de opname en de dag van ontslag worden samen voor één verpleeg- en revalidatiedag gerekend, behoudens wanneer de volgende voorwaarden gelijktijdig worden vervuld: opneming van een rechthebbende voor 12 uur de dag van zijn opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur de dag van zijn ontslag.
Indien een rechthebbende de dag zelf van zijn opname overlijdt, is de betaling van één verpleeg- en revalidatiedag verschuldigd.
§3 onder een <<revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding)>> dient te worden verstaan: de in de revalidatievoorziening in internaatsverband opgenomen zorggebruikers kunnen, mits toestemming van de verzekeringsinstelling, naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijsprogramma of een beroepsopleiding volgen buiten de revalidatievoorziening. In het belang van de zorggebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
In dat geval wordt de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd tot 70 percent.
Deze vermindering dient evenwel niet toegepast te worden voor de dagen tijdens welke het onderwijsprogramma of de beroepsopleiding buiten de revalidatievoorziening niet effectief plaats vindt en de zorggebruiker dus volwaardig deelneemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening.
§4. Onder een « revalidatiedag voor externe zorggebruikers » dient het volgende te worden verstaan: De in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers kunnen, mits een beslissing tot goedkeuring, zoals bepaald in artikel 204 en verder van het besluit, na het beëindigen van de revalidatie in internaatsverband in de revalidatievoorziening, de revalidatie nog tijdelijk in externaatsverband verder zetten, zoals voorzien is in het revalidatieproject van de revalidatievoorziening dat zich in bijlage I bevindt.
De prijs van de revalidatiedag voor externe zorggebruikers bedraagt 70 % van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding).
Om de prijs van de revalidatiedag voor externe zorggebruikers te kunnen aanrekenen, moet de zorggebruiker minstens 8 uur aan de revalidatie-activiteiten van de revalidatievoorziening deelnemen. Alleen de reële aanwezigheidsdagen komen in aanmerking, zoals bepaald in artikel 17 van deze overeenkomst.
§5. De prestaties in het kader van de trajectbegeleidingen en loopbaanbegeleidingen die door de arbeidscoach verricht worden, kunnen niet apart aangerekend worden.
Artikel 13bis . BIJZONDERE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE REVALIDATIE: De directie van de
revalidatievoorziening kan aan de zorggebruikers verlofdagen toekennen op voorwaarde dat de noodwendigheden van het revalidatieproces dat toelaten. Per maand verblijf in de revalidatievoorziening zijn evenwel slechts twee dagen vergoedbaar; deze vergoedbare verlofdagen kunnen per zorggebruiker
worden opgespaard. De revalidatieduur voor een bepaalde zorggebruiker, waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd verleend voor een tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen, mag echter in geen geval eindigen met een verlofdag.
Voor de verlofdagen die aldus voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, rekent de revalidatievoorziening aan de verzekeringsinstelling de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag aan, die evenwel verminderd dient te worden met de eigen bijdrage bedoeld in artikel 26
§2. De revalidatievoorziening mag het bedrag van de in artikel 26, §2 bedoelde eigen bijdrage, voor wat de verlofdagen betreft, niet op de zorggebruiker verhalen.
In geval van toekenning van verlof mag de dag van vertrek alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat na 14 uur en mag de dag van terugkeer alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende vóór 12 uur in de revalidatievoorziening terugkomt.
In bijlage II zijn de oorspronkelijke afspraken mbt toekennen van niet-vergoedbare verlofdagen opgenomen.
Hoofdstuk VIII. PRIJZEN VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 14. §1. De prijzen van de in artikel 13 gedefinieerde revalidatieverstrekkingen, vastgesteld op basis van de bijlage III bij deze overeenkomst, zijn vaste bedragen die de volledige kostprijs van het verblijf van de zorggebruiker, diagnose en de revalidatie in de revalidatievoorziening dekken. Bijgevolg omvatten die prijzen alle werkingskosten van de revalidatievoorziening, al de door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en al de kosten van revalidatie-activiteiten die binnen en buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden (met inbegrip van de kosten van het materiaal dat gebruikt wordt in ateliers, de toegangsprijzen, de vervoerskosten voor verplaatsingen die noodzakelijk zijn voor activiteiten buiten de revalidatievoorziening, enz.).
De prijzen van de in artikel 13 gedefinieerde revalidatieverstrekkingen dekken eveneens de personeelskosten van de arbeidscoach en de werkingskosten die gepaard gaan met de realisatie van de trajectbegeleidingen en loopbaanbegeleidingen. De prestaties in het kader van deze begeleidingen kunnennietapartaangerekendworden.
§2. Zoals bepaald in artikel 38 van het besluit mogen de prestaties voorzien in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, bij het in 13§2 omschreven vast bedrag van de verpleeg- en revalidatiedag worden bijgevoegd, behalve als het gaat om:
a) een raadpleging, bezoek of advies van een algemeen geneeskundige
b) een raadpleging of consult van een psychiater of neuropsychiater, evenals de door hem verleende psychotherapeutische behandelingen
c) kinesitherapeutische verstrekkingen die verband houden met de psychosociale revalidatie
d) verzorging verleend door verpleegkundigen (art. 8 §1 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen)
e) fysiotherapeutische verstrekkingen die verband houden met de psychosociale revalidatie.
Ook de farmaceutische producten mogen bij het in §1 omschreven vast bedrag worden bijvergoed.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe aan de rechthebbende geen extra vergoedingen aan te rekenen bovenop de prijzen bedoeld in §1 van dit artikel.
Bij de verpleeg-en revalidatiedag kan het persoonlijk aandeel van de rechthebbende met betrekking tot de verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van artikel 14, §2 bij het vast bedrag kunnen bijvergoed worden, kan echter wel aan de rechthebbende aangerekend worden; zoals bepaald in artikel 218 van het besluit.
Bij de revalidatiedag voor externe zorggebruikers kan de kostprijs van dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt, evenwel aan de rechthebbenden worden aangerekend zoals bepaald in art. 218 van het besluit.
Voor sommige in het raam van het revalidatieprogramma georganiseerde socio-culturele activiteiten die buiten de revalidatie-revalidatievoorziening plaatsvinden, kan de revalidatievoorziening daarenboven aan de rechthebbenden een beperkte bijdrage vragen in de kostprijs ervan, zoals bepaald in art. 218 van het besluit. Het hiervoor door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van de specifieke kosten van deze activiteiten (toegangsgelden, verplaatsingskosten die samenhangen met de activiteiten buiten de revalidatievoorziening, enz.) en een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van deelname aan een activiteit worden uitgesloten.
§3. De kosten, gemoeid met de door het personeel van de revalidatievoorziening aan rechthebbenden verleende verstrekkingen die niet tot de revalidatie of tot de (conform §1 zelf evenmin apart aanrekenbare) traject- en loopbaanbegeleidingen zouden behoren, mogen nooit worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening (waaronder de arbeidscoach) zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening en voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen (waaronder eventueel de arbeidscoach) die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor zorggebruikers buiten het kader van een ten laste genomen periode dat een rechthebbende het revalidatieprogramma volgt of begeleid wordt door de arbeidscoach (met name voor voormalige zorggebruikers of voor kandidaat-zorggebruikers) of voor mensen uit de omgeving van de rechthebbenden (ouders, partner, kinderen, ...).
De kostprijs van de selectiegesprekken met kandidaat-zorggebruikers kan in geen geval worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen, zelfs niet als een selectiegesprek niet gevolgd wordt door een effectieve revalidatie in de revalidatievoorziening
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van deze bepalingen. Het niet naleven van de bepalingen van dit artikel wordt door de partijen als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst beschouwd De procedure tot beëindigen van een revalidatieovereenkomst staat beschreven in artikel 174 tot en met 190 van het besluit
Artikel 15. §1. De prijs van de «verpleeg- en revalidatiedag» wordt beschouwd als de eenheidsprijs (100%) waaruit de prijs van de <<revalidatiedag (in opleiding)>> en de « revalidatiedag voor de externe zorggebruiker» kan worden afgeleid, zoals bepaald in artikel 191 het besluit. De prijs van de <<revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding)>> en de « revalidatiedag voor externe zorggebruiker bedraagt steeds 70 % van de prijs van de «verpleeg- en revalidatiedag».
§2. De prijs van de verpleeg- en revalidatiedag wordt vastgesteld op X euro, rekening houdende met het
personeel en de algemene kosten, vermeld in de tabellen die als bijlage III bij deze overeenkomst gaan
§2bis. De middelen van het VIA5 uitbreidingsbeleid, ter compensatie van de loonkost en werkingsmiddelen van een 0.5VTE arbeidscoach, wordt met ingang van 01.09.2019 geïntegreerd in de basisforfaitprijs. De in §2 vermelde prijs van de revalidatiedag wordt, conform de berekening vermeld in bijlage IV, daardoor verhoogd met € 5,27 waardoor de nieuwe prijs van de verpleeg- en revalidatiedag X euro bedraagt.
§3. Het indexeerbaar gedeelte van de in §2 vastgestelde prijs per « verpleeg- en revalidatiedag », wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (september 2018; basis 2013) van de consumptieprijzen. Dat indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in bijlage bij deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen in artikel 192 van het besluit.
Hoofdstuk IX. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 16. §1.
Deze overeenkomst wordt gesloten voor een jaargemiddelde van 15 interne zorggebruikers en 2 externe zorggebruikers per dag.
Het aantal interne zorggebruikers die op eenzelfde dag in de revalidatievoorziening verblijven, mag echter in geen geval hoger liggen dan 18.
De revalidatievoorziening verbindt zich er toe het vooropgestelde jaargemiddelde van 15 interne zorggebruikers en 2 externe zorggebruikers per dag, niet te overschrijden.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van dit artikel rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers, met inbegrip van de zorggebruikers die geen rechthebbende zijn.
§2. De ‘normale facturatiecapaciteit’ zijnde het normale aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %, zoals bepaald in artikel 191 van het besluit
De ‘maximale facturatiecapaciteit’ zijn het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 98 % zoals bepaald in artikel 191 van het besluit.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe nooit revalidatieverstrekkingen aan te rekenen boven de
‘maximale facturatiecapaciteit’, noch aan de rechthebbenden, noch aan de verzekeringsinstellingen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om, in geval van overschrijding van de ‘normale facturatiecapaciteit’ in de loop van een kalenderjaar, de revalidatieverstrekkingen die boven de ‘normale facturatiecapaciteit’ worden gerealiseerd, aan de verzekeringsinstellingen te factureren aan een verminderd tarief.
De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren aantal revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan x (aantal = 90 %) revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd;
Of,
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan x (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan x (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen. heeft gerealiseerd;
Of,
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan x (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
§5. De revalidatieverstrekkingen die de revalidatievoorziening realiseert voor zorggebruikers die geen rechthebbende zijn kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle voor een bepaald kalenderjaar aangerekende prestaties, mag echter nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening, zijnde het aantal revalidatieverstrekkingen dat de revalidatievoorziening in een bepaald kalenderjaar realiseert als ze een bezettingsgraad van 100 % realiseert, overschrijden. Die realiseerbare capaciteit is vastgesteld op x revalidatieverstrekkingen.
§6. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de in §2 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de «normale facturatiecapaciteit» en de «maximale facturatiecapaciteit» evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§7. De revalidatieverstrekkingen die aan de Belgische verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en de maximale facturatiecapaciteit.
§8. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening revalidatieverstrekkingen heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet voor vergoeding in aanmerking kwamen omdat ze bepaalde capaciteiten overschreden, kunnen de revalidatieverstrekkingen die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van tien jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd; zoals vermeld in artikel 43 en volgende van het decreet.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe in dat geval de teruggevorderde revalidatieverstrekkingen niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
De in §8 bedoelde maatregel beperkt in geen geval het recht van het agentschap om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen.
Hoofdstuk X. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 17.
§1. Een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling, waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen, zoals bepaald in artikel 205 van het besluit.
Een dergelijke beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming geeft echter niet automatisch recht op een financiële tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekking: alleen de revalidatieverstrekkingen die effectief gerealiseerd worden binnen aanvaarde revalidatieperiode komen voor vergoeding in aanmerking.
§2. De in artikel 13bis bedoelde terugbetaalbare verlofdagen dienen ook als effectieve verpleeg- en revalidatiedagen te worden beschouwd.
§3. Als er voor een bepaalde rechthebbende een beslissing tot tegemoetkoming werd bekomen, kunnen voor die rechthebbende binnen die revalidatieperiode zowel «verpleeg- en revalidatiedagen»,
<<revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding)>> als « revalidatiedagen voor externe zorggebruikers» worden gerealiseerd.
§4.Bij de behandeling van de aanvraag tot verlenging van de tegemoetkoming voor het revalidatieprogramma van een bepaalde rechthebbende kan de zorgkassencommissie , evenwel steeds een gemotiveerde beslissing nemen om voor die rechthebbende de frequentie en het soort revalidatieverstrekkingen te beperken;
Artikel 18.
§1. De aanvraag van de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 204 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
§2. In het geval van een eerste aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen is de vereenvoudigde aanvraagprocedure, zoals vermeld in artikel 212 en artikel 371 van het besluit van toepassing.
Een aanvraag tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, verloopt steeds via de standaard aanvraagprocedure, zoals beschreven in artikel 211 van het besluit. Alle aanvragen tot tegemoetkoming in de reiskosten, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, die verband houden met de revalidatieverstrekkingen, verlopen steeds via de standaard aanvraagprocedure zoals vermeld in artikel 196 en 201 van het besluit.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de in §1 bedoelde aanvragen waarvoor een beslissing tot goedkeuring kan worden verleend niet te ondersteunen (zelfs niet door het opstellen van het medisch verslag), als de zorggebruiker niet beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 8 of er slechts gedeeltelijk aan beantwoordt.
§4. De in artikel 17 en in artikel 18, §§ 1 tot en met 3, beschreven procedures zijn niet van toepassing op de traject- en loopbaanbegeleidingen door de arbeidscoach, die niet apart vergoedbaar zijn.
§5. In het belang van de zorggebruiker vragen we de revalidatievoorziening om per rechthebbende die de traject- en loopbaanbegeleiding van de arbeidscoach volgt, de verzekeringsinstelling van de rechthebbenden hierover in te lichten. Deze kennisgeving dient te gebeuren voorafgaandelijk aan de realisatie van de traject- en loopbaanbegeleiding. Indien het gaat over een rechthebbende die voordien niet het revalidatieprogramma gevolgd heeft van de revalidatievoorziening of van een andere psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen, dan dient deze kennisgeving de in artikel 9, §2, bedoelde vaststellingen van de psychiater van de revalidatievoorziening of van de behandelende psychiater van de rechthebbende te bevatten. In het belang van de zorggebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
Artikel 20. De tegemoetkoming in een «verpleeg- en revalidatiedag», een <<revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding) >> of een « revalidatiedag voor externe zorggebruikers» kan in geen geval gepaard gaan met de opname in een verpleeginrichting (zelfs niet als het een partiële hospitalisatie betreft), een psychiatrisch verzorgingstehuis, woonzorgcentrum, een centrum voor dagverzorging of een centrum voor kortverblijf of met de opname (ambulant of residentieel) in een andere psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen of in een revalidatievoorziening voor verslaafden waarmee de Vlaamse of een andere Gemeenschap of Gewest een overeenkomst heeft gesloten.
Artikel 21. §1. Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van een rechthebbende in de revalidatievoorziening, sluit voor de dagen waarvoor een «verpleeg- en revalidatiedag», een
<<revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding)>> of « revalidatiedag voor externe zorggebruikers» wordt aangerekend, voor die rechthebbende de vergoeding uit van alle verstrekkingen van een psychiater of neuropsychiater zoals bepaald in artikel 38 van het besluit.
§2. Kinesitherapeutische, logopedische en verpleegkundige verstrekkingen kunnen alleen boven op de prijs van de « « revalidatiedag voor externe zorggebruikers» worden vergoed, op voorwaarde dat ze kaderen in de behandeling van een pathologie die geen enkel verband houdt met de psychiatrische problematiek van de rechthebbende en dat ze buiten de revalidatievoorziening worden verstrekt door verstrekkers die geen deel uitmaken van het personeel van de revalidatievoorziening; zoals bepaald in artikel 38 van het besluit. Indien voor een rechthebbende verstrekkingen die aan voornoemde voorwaarden beantwoorden, geïndiceerd zijn, moet dat worden vermeld in het in artikel 22 bedoelde medisch-therapeutisch dossier van die rechthebbende; als dergelijke verstrekkingen geïndiceerd zijn op het ogenblik dat het in artikel 18, bedoelde gestandaardiseerd medisch verslag wordt opgesteld, dient hiervan ook melding te worden gemaakt in dat medisch verslag.
§3. Indien een zorggebruiker tijdens zijn verblijf in internaatsverband in de revalidatievoorziening, één van de op basis van artikel 14 §2 vergoedbare verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, ontvangt, dient de revalidatievoorziening de zorgverstrekker er op te wijzen dat de zorggebruiker in een revalidatievoorziening verblijft en hem het identificatienummer van de
revalidatievoorziening mee te delen. De revalidatievoorziening dient de zorgverstrekker er bij die gelegenheid aan te herinneren dat voor de verstrekkingen die verschillende nomenclatuurcodenummers hebben voor de ambulante en de in een ziekenhuis opgenomen zorggebruikers, de nomenclatuurcodenummers en de honoraria die voorbehouden zijn voor de in een ziekenhuis opgenomen zorggebruikers, van toepassing zijn; op de getuigschriften voor verstrekte hulp moet in die gevallen het identificatienummer van de revalidatievoorziening worden vermeld in het vak dat normaal bestemd is voor het nummer van de revalidatievoorziening.
§4. Wat meer bepaald de verstrekkingen inzake klinische biologie betreft, de revalidatievoorziening moet voor elk klinisch laboratorium dat analyses uitvoert voor de revalidatievoorziening, aan het agentschap een document bezorgen waaruit blijkt dat het laboratorium akkoord gaat met de verplichtingen van deze overeenkomst om enerzijds voor die klinisch-biologische analyses de nomenclatuurcodenummers en de honoraria te gebruiken die zijn voorbehouden voor de in een ziekenhuis opgenomen zorggebruikers en anderzijds het identificatienummer van de revalidatievoorziening op de getuigschriften voor verstrekte hulp te vermelden.
Telkens als de revalidatievoorziening een beroep wenst te doen op een ander laboratorium voor klinische biologie, dient voorafgaandelijk een dergelijk document aan het agentschap bezorgd te worden.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de bepalingen van §4 van dit artikel niet worden nageleefd, wordt de uitwerking van de overeenkomst opgeschort.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap elk jaar een statistisch overzicht van de verrichte verstrekkingen inzake klinische biologie te bezorgen; die verstrekkingen inzake klinische biologie moeten worden gegroepeerd per nomenclatuurcodenummer.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, met het oog op de naleving van deze bepalingen, alle nuttige maatregelen te nemen. Zo zal de revalidatievoorziening onder meer met elke zorggebruiker een contract sluiten waaruit duidelijk blijkt dat bepaalde verstrekkingen voor hem niet meer kunnen worden vergoed voor de dagen dat de zorggebruiker beroep doet op de revalidatievoorziening.
Indien een verzekeringsinstelling voor een rechthebbende ten onrechte tussenkomt in de kostprijs van de in §1 genoemde verstrekkingen, mag die verzekeringsinstelling het bedrag van de tussenkomst terugvorderen van de revalidatievoorziening; zoals bepaald in artikel 43 van het besluit. De revalidatievoorziening kan in dat geval, op basis van het tussen de revalidatievoorziening en de zorggebruiker gesloten contract, dat bedrag aanrekenen aan de betrokken zorggebruiker.
Artikel 22. De revalidatievoorziening houdt per zorggebruiker, al dan niet rechthebbende , een medisch-therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening.
Artikel 23. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe permanent de kwaliteit te bewaken van de inhoud en de resultaten van de revalidatie en van de inhoud en de resultaten van de traject- en loopbaanbegeleidingen door de arbeidscoach. De revalidatievoorziening zal daartoe ten allen tijde alle nuttige maatregelen nemen om na te gaan of het revalidatieprogramma en de begeleidingen door de arbeidscoach nog steeds aan de ter zake vooropgestelde doelstellingen beantwoorden en of deze doelstellingen effectief worden bereikt. Voor het revalidatieprogramma zijn dit met name de doelstellingen die zijn vastgesteld in het revalidatieproject en in artikel 2, 8 en 10. Voor de begeleidingen van de arbeidscoach zijn dit met name de doelstellingen die zijn vastgesteld in artikel 3 en 12.
§2. Met het oog op de in §1 bedoelde permanente kwaliteitsbewaking zal de revalidatievoorziening bepaalde gegevens verzamelen. Op basis van deze gegevens wordt het in §3 bedoelde rapport opgesteld.
Met het oog op de kwaliteitsbewaking van de revalidatie, zal de revalidatievoorziening er met name naar streven om op een gestandaardiseerde wijze de vertreksituatie van de zorggebruikers (= de situatie van de zorggebruikers bij de start van het revalidatieprogramma) en de situatie op het einde van de revalidatie te registreren, zodat deze twee situaties kunnen worden vergeleken en de revalidatieresultaten kunnen worden gemeten. Deze registratie dient betrekking te hebben op de vaardigheden van de zorggebruikers in het algemeen en zijn beroepssituatie en woonsituatie in het bijzonder.
Indien de revalidatievoorziening geen initiatieven ontwikkelt om systematisch de evolutie van de zorggebruiker na het beëindigen van het revalidatieprogramma op te volgen, zal de revalidatievoorziening er toch naar streven om na het beëindigen van het revalidatieprogramma minstens die gegevens te registreren waarover ze beschikt (op basis van sporadische contacten met oud-zorggebruikers of van contacten met andere zorgverstrekkers) en die betrekking hebben op de evolutie van de situatie van de zorggebruikers na afloop van het revalidatieprogramma. Zulke gegevens kunnen enig licht werpen op de duurzaamheid van de behaalde resultaten.
§3. In het kader van het in artikel 34, §2, bedoelde voortgangsverslag stelt de revalidatievoorziening volgens de in artikel 34, §2, bedoelde frequentie een rapport op dat minstens de volgende gegevens bevat:
- statistische gegevens met betrekking tot de zorggebruikers die het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening volgen:
o aantal zorggebruikers;
o ziekte of stoornis van de zorggebruikers;
o leeftijd van de zorggebruikers;
o reële duur van het revalidatieprogramma;
o gegevens met betrekking tot de heropnamen in de revalidatievoorziening;
o gegevens (bedoeld in §2) over het functioneren van de zorggebruikers op de volgende domeinen, bij het begin van de revalidatie, op het einde van de revalidatie én op middellange termijn en lange termijn ná afloop van de revalidatie:
• persoonlijke autonomie (onder meer gegevens over het aantal psychiatrische heropnames)
• woonsituatie
• beroepssituatie
- statistische gegevens met betrekking tot de zorggebruikers die begeleid worden door de arbeids- coach:
o aantal zorggebruikers
o reële duur van de traject- en loopbaanbegeleidingen
o type bedrijf of voorziening waar de zorggebruikers werkstages volgen
o resultaat van de begeleidingen
• aantallen zorggebruikers waarvoor de begeleidingen (ná de werkstages) geleid hebben tot een effectieve professionele re-integratie
• type bedrijf of organisatie waar deze zorggebruikers (ná hun werkstage) effectief tewerkgesteld worden
o gegevens over het verdere verloop op middellange en lange termijn van het
professioneel functioneren van deze zorggebruikers ná afloop van de begeleidingen door de arbeidscoach
- de commentaar van de revalidatievoorziening bij de statistische gegevens;
- een beschrijving van de evolutie van de revalidatievoorziening sinds het vorige rapport op therapeutisch vlak en onder meer op het vlak van de begeleidingen door de arbeidscoach.
Het agentschap kan ten allen tijde meer gedetailleerde instructies uitvaardigen met betrekking tot enerzijds, de bewaking van de kwaliteit en de resultaten van de revalidatie en de begeleidingen door de arbeidscoach, en anderzijds, de samenstelling van het hierboven bedoelde rapport.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zich in te schakelen in eventuele door het agentschap ondersteunde initiatieven die tot doel hebben de resultaten van de revalidatie in de revalidatievoorziening en van de begeleidingen door de arbeidscoach te evalueren. Dit geldt met name ook voor de evaluaties in het kader van de in artikel 2, § 2, bedoelde overeenkomst tussen het
«zorgnetwerk artikel 107» en de FOD Volksgezondheid.
Artikel 24. § 1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe een register van de «verpleeg- en revalidatiedagen», de <<revalidatiedagen voor interne zorggebruikers (in opleiding)>> en de « revalidatiedagen voor externe zorggebruikers» te houden op basis van een door het agentschap aanvaard model. Dit register dient te worden beschouwd als een basisdocument voor de in artikel 26 bedoelde facturatie.
In het register wordt de identiteit van alle gerevalideerde zorggebruikers, ongeacht of hiervoor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen of niet, opgetekend.
Het register moet dagelijks worden ingevuld vóór 10 uur.
§2. De arbeidscoach dient de gegevens te registreren die noodzakelijk zijn om de in artikel 23, §3, bedoelde statistische gegevens te kunnen opstellen met betrekking tot de door hem gerealiseerde begeleidingen.
§3. De in dit artikel vermelde registers worden door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van de het agentschap en van de Zorgkassencommissie en dit gedurende vijf jaar.
§4. Het in §1 bedoelde aanwezigheidsregister vormt de basis voor de productiecijfers, waarmee wordt bedoeld: het aantal gepresteerde forfaits (per soort) vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijs.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijferster ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§5. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het agentschap de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de doorgestuurde productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk
zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§6. Het niet nakomen van de in de §§ 1 tot en met 4 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn in §5 van dit artikel beperken in geen geval het recht van het agentschap om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het Besluit niet zijn nagekomen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt geweigerd of teruggevorderd op grond van de bepalingen van §5 van dit artikel, niet aan te rekenen aan de zorggebruiker.
Artikel 25. V.Z.W. Tsedek verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten enuitgaven.
Het voeren van deze boekhouding dient zoveel mogelijk te gebeuren conform de door het agentschap goedgekeurde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen , onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft.
De gevoerde boekhouding moet daarenboven toelaten de kosten van de revalidatie-activiteiten die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst, te onderscheiden van de kosten van andere activiteiten van de V.Z.W. Hiertoe kunnen de revalidatie-activiteiten beschouwd worden als een afzonderlijke kostenrubriek: in het kader van het boekhoudplan kunnen in voorkomend geval eveneens gescheiden rekeningen gebruikt worden voor de activiteiten gedekt door de overeenkomst en deze niet gedekt door de overeenkomst.
De jaarlijks, op basis van de voorgeschreven modellen, op te maken balans en resultatenrekening, moeten binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap worden gestuurd. Hierbij dient een overzicht van de inkomsten en uitgaven te worden gevoegd dat uitsluitend betrekking heeft op de revalidatie- activiteiten van de revalidatievoorziening. Het agentschap kan voor het opmaken van dit overzicht ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap steeds op de hoogte te houden van het effectief door de revalidatievoorziening tewerkgesteld personeel. Hiertoe zal de revalidatievoorziening jaarlijks een overzichtstabel van het tewerkgestelde personeel bezorgen aan het agentschap. De overzichtstabel wordt conform de richtlijnen die door het agentschap werd bepaald ingevuld.
Indien de boekhoudkundige documenten, opgemaakt volgens de regels die dienaangaande worden opgelegd door het agentschap, niet worden overgemaakt vóór het einde van de zesde maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting terzake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
V.Z.W. Tsedek moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren.
De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 26. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de prijzen van de revalidatieverstrekkingen aan de verzekeringsinstellingen te factureren aan de hand van een factuur waarvan het model is goedgekeurd door het agentschap. lnlichtingshalve moeten alle door de aan de rechthebbende gefactureerde bedragen voor diensten die niet tot de revalidatie behoren, eveneens op die factuur worden vermeld. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gegeven.
§2. In toepassing van artikel 219 tot 223 van het besluit, rond de eigen bijdrage van de zorggebruiker, dient de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde prijs van de revalidatieverstrekkingen te worden verminderd met het in de artikels 219 tot en met 223 van het dit besluit voorziene bedrag.
Hoofdstuk XI. PERSONEEL
Artikel 27.
§1. Rekening gehouden met de wijze waarop de personeelsnormen in deze paragraaf gedefinieerd zijn, kan de revalidatievoorziening gedeeltelijk zelf bepalen wat het precieze diploma is van de personeelsleden die het personeelskader invullen. Met name voor het personeel dat een therapeutische functie heeft, geldt dat deze personeelsleden over een diploma moeten beschikken dat hen in staat stelt om de inhoud en doelstellingen te realiseren van het revalidatieprogramma of, in het geval van de arbeidscoach, de traject- en loopbaanbegeleidingen, zoals die zijn vastgesteld in de onderhavige overeenkomst en in het revalidatieproject.
§2. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader steeds volledig op te vullen.
Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere functie die voorzien is in de personeelstabel in bijlage, iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
De kosten van de tewerkstelling van het in bijlage voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de revalidatievoorziening te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat wordt tewerkgesteld in het kader van een bijzonder tewerkstellingsprogramma op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost.
Indien personeelsleden zouden worden vrijgesteld van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, conform de C.A.O.-bepalingen terzake, moet deze vrijstelling van arbeidsprestaties worden gecompenseerd door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de arbeidsduur van andere personeelsleden, rekening houdende met de voor iedere functie voorziene kwalificaties. Dit bijkomend personeel moet boven op het in bijlage voorziene personeelskader worden tewerkgesteld. De financiering van deze compenserende tewerkstelling (en van de premie voor de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken) valt buiten het kader van deze overeenkomst, maar is er niet mee in tegenspraak.
In deze overeenkomst wordt er echter op geen enkele manier mee rekening gehouden: het in bijlage voor ieder personeelslid vooropgesteld aantal werkuren houdt dus geen rekening met de eventuele vrijstelling van arbeidsprestaties voor dat personeelslid en de in bijlage berekende loonkost houdt geen rekening met de premie die verschuldigd is aan de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken.
Ook met alle mogelijke regelingen op basis waarvan de revalidatievoorziening in aanmerking kan komen voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen, in ruil voor compenserende aanwervingen, houdt deze overeenkomst geen rekening. De in het personeelskader in bijlage voorziene functies kunnen echter nooit worden vervuld door personeel dat door de revalidatievoorziening is aangeworven als compensatie voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen. Indien de revalidatievoorziening geen vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen geniet in ruil waarvoor bijkomend personeel moet worden tewerkgesteld, dient dit bijkomend personeel steeds boven op het in bijlage voorziene personeelskader te worden tewerkgesteld.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van §2, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ...), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsprestaties meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§4. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 27, §§ 2 en 3, kan de minister ertoe besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel 15 vastgestelde prijzen met een bepaald bedrag en voor een bepaalde periode te verminderen. In geen geval mag deze periode langer duren dan deze van de niet naleving van de verplichtingen van §§ 2 en 3 van dit artikel en in ieder geval moet de revalidatievoorziening de kans gekregen hebben schriftelijk de redenen van deze niet-naleving uit te leggen.
Het maximum bedrag waarmee de in artikel 15 vastgestelde prijs van de «verpleeg- en revalidatiedag» kan worden verminderd, wordt berekend door :
• In een eerste stap, het bruto-jaarloon te bepalen dat de niet-ingevulde arbeidsuren (op jaarbasis) vertegenwoordigen (= deel A), alsmede het gecumuleerde bruto-jaarloon van de volledige equipe(= deel B). Om deze bedragen te bepalen, kan het agentschap zich steeds baseren op de gegevens uit de laatste loonkostberekening die conform de bepalingen van artikel 29 van deze overeenkomst in het kader van deze overeenkomst is uitgevoerd, en daarvoor eventueel uitgaan van het bruto- jaarloon van de collega's of de voorgangers van het afwezige personeelslid;
• In een tweede stap, de verhouding (in procent) te bepalen die deel A ten opzichte van deel B vertegenwoordigt;
• In een derde stap, het maximum bedrag van de vermindering te berekenen door het in stap 2 berekende percentage te vermenigvuldigen met 1,25 en dit nieuwe percentage toe te passen op het bedrag van de krachtens artikel 15 vastgestelde prijs van de «revalidatiedag» die van toepassing is op de datum dat de forfaitvermindering zou ingaan.
Voor de toepassing van deze paragraaf geldt elke « revalidatiedag voor externe zorggebruikers» of
«revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding) » als 70% van een «verpleeg- en revalidatiedag».
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers.
§5. Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorzieningen zijn personeel.
Artikel 28. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zijn personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening berekening die zich in bijlage bij deze overeenkomst bevindt.
§2. Voor de arts is de berekening van de personeelskosten gebaseerd op het barema van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen. Voor de directeur is deze berekening gebaseerd op de barema's van de federale overheidsdiensten.
Voor al de andere personeelsleden is de berekening van de personeelskosten gebaseerd op de loonschalen van het PC 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen. De loonschaal van dit paritair comité, die voor hen wordt toegepast is:
• Het barema 1/80 voor de personeelsleden die een therapeutische functie hebben en over een master-diploma beschikken (onverminderd de bepalingen van artikel 27, §1, volgens dewelke maximum 2,5 VTE van de personeelsleden met een therapeutische functie volgens het barema 1/80 vergoed kunnen worden)
• Het barema 1/55-1/61-1/77 voor kinesitherapeuten en logopedisten, ongeacht het niveau van hun diploma
• Maximum het barema 1/55-1/61-1/77 voor de personeelsleden die een therapeutische functie hebben, die minimum een bachelor-diploma hebben en die niet volgens het barema 1/80 ver- goed worden of hier gezien hun diploma niet voor in aanmerking komen
• Maximum het barema 1/55-1/61-1/77 voor de personeelsleden die een niet-therapeutische functie hebben en die minimum een bachelor-diploma hebben (met uitzondering van de directeur waarvoor volgens deze paragraaf een ander barema wordt toegepast)
§2bis. In het kader van het VIA5 uitbreidingsbeleid 2019 wordt 0.5 VTE arbeidscoach toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van deze overeenkomst. Voor de berekening van de loonkost van deze arbeidscoach wordt uitgegaan van de loonschaal van het PC 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het PC 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van het agentschap in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
§4. Alhoewel deze overeenkomst, zoals vermeld in artikel 27, §2, niet voorziet in de financiering van de vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek- waarvoor
een financieringsmechanisme buiten deze overeenkomst is voorzien - verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de bepalingen van de C.A.O.'s terzake ook toe te passen voor zijn personeel. Het niet respecteren van die bepalingen kan dus net als het niet naleven van de andere bezoldigingsregels van deze overeenkomst worden beschouwd als een inbreuk op deze overeenkomst.
§5. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de prestaties van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging onder meer het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 28 van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de «revalidatiedag» verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 EUR) over te maken voor iedere «revalidatiedag» die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Voor de toepassing van deze paragraaf geldt elke « revalidatiedag voor externe zorggebruikers» en
«revalidatiedag voor interne zorggebruikers (in opleiding) » als 70% van een «verpleeg- en revalidatiedag».
Artikel 29. Het aandeel van de personeelskosten in de in artikel 15 vastgestelde prijzen zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgestelde personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskost die begrepen is in die prijzen; zoals bepaald in artikel 193 van het besluit.
De procedure zoals bepaald in artikel 193 van het besluit is desgevallend van toepassing.
Hoofdstuk XII. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 30. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid; de revalidatievoorziening zal daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 31. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn om zijn taak in de revalidatievoorziening te kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
De revalidatievoorziening verbindt zich er eveneens toe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het revalidatieproject en het personeelslid op de in artikel 11 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van de agentschap.
Artikel 32. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap, zorgkassencommissie en verzekeringsinstellingen al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt op therapeutisch en financieel vlak of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatieovereenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe alle afgevaardigden van het agentschap, Zorgkassencommissie of verzekeringsinstelling toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Hoofstuk XIII. Overgangsbepaling
Artikel 33.
Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst d.d. 9 juli 1993 tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de revalidatievoorziening.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 15 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Artikel 34. §1. Teneinde toezicht te kunnen houden en richting te kunnen geven aan de werking van de inrichting, verbindt de inrichting zich ertoe aan het agentschap de informatie en gegevens te bezorgen die bedoeld worden in dit artikel. De inrichting verbindt zich ertoe om de richtlijnen toe te passen die op basis hiervan gegeven worden
§2. Uiterlijk op 30 juni bezorgd de revalidatievoorziening een voortgangsverslag aan het agentschap
met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar. Dit verslag dient de volgende gegevens te bevatten:
• gegevens over de interne organisatie van de revalidatievoorziening (algemene en therapeutische werking)
• gegevens over de samenwerking met het in artikel 2, §2, bedoelde «zorgnetwerk artikel 107»
• het in artikel 23 bedoelde rapport met de becommentarieerde, statistische gegevens
• gegevens met betrekking tot het engagement ten aanzien van de opdrachten van activeringstrajecten en arbeidsmatige activiteiten die ontwikkeld werden in het kader van het decreet houdende de werk- en zorgtrajecten.
Het agentschap kan de inhoud of de frequentie van het voortgangsverslag wijzigen.
Hoofdstuk XIV. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 35. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door de beide partijen, treedt in werking vanaf 1 september 2019.
Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst d.d. 1 januari 2019 De Vlaamse Gemeenschap en vzw Tsedek.
§2. Deze overeenkomst is van onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 190 van het besluit in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform artikel 174 tot en met 181 van hetzelfde besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
In afwijking van het voorgaande lid, wordt de overeenkomst wordt van ambtswege beëindigd als de revalidatievoorziening geen deel meer uitmaakt van het in artikel 2, §2, bedoelde zorgnetwerk.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maakt, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen, een integrerend deel ervan uit. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel hiervan uit. Het gaat om de bijlagen:
I. Revalidatieproject van de vzw Tsedek, Centrum voor psychosociale revalidatie te Ekeren- Antwerpen
II. Afspraken bijlage mbt toekennen van niet-vergoedbare verlofdagen
III. Samenstelling van de verpleeg- en revalidatiedagprijs
IV. Aanpassing van de prijs van de <<revalidatiedag>>, ingevolge de integratie van de VIA5- middelen d.d. 01.09.2019
V. het formulier dat moet worden gebruikt voor het aanvragen van een tegemoetkoming door de verzekeringsinstellingen in de revalidatieverstrekkingen.
Opgemaakt te Brussel op 08 oktober 2019
De voorzitter van de Raad van bestuur van de | De Vlaamse minister | van | Welzijn, | |||
revalidatievoorziening, | Volksgezondheid, | Gezin | en | |||
Armoedebestrijding | ||||||
Xxxxxx Xxxx | ||||||
De verantwoordelijke revalidatievoorziening, | arts | van | de | |||
Coördinatie | |
Basisovereenkomst d.d. 09.07.1993 | Basisdocument |
Wijzigingsclausule d.d. 17.08.1999 | Art. 1 en 2 - Nieuw art. 21bis (+ 1,25 VTE vervanging ziek personeel) |
Brief d.d. 29.06.2004 | Jaarlijks overzichtstabel personeel – nieuw art. 11 §2 |
Brief d.d. 28.09.2004 | Productiecijfers – aanp. art. 9 §4 |
Wijzigingsclausule d.d. 23.11.2005 | Besparing door beperking max. facturatiecapaciteit Aanp. art. 13 |
Wijzigingsclausule d.d. 04.08.2006 | Opheffing besparing 2005 normalisatie max. facturatiecapaciteit Art. 1 - Aanp. art. 13 |
Wijzigingsclausule d.d. 02.04.2009 | Forfaitverhoging ingevolge nieuw barema directie en artsen Art. 4 – aanp. art. 4 §§ 3 en 4 Art. 5 – NVT (inhaalforfait tot 31.05.2009) |
Wijzigingsclausule d.d. 26.09.2012 | Invoegen nieuw art. 21tris - Sociaal akkoord 2011 – creatie nieuwe banen (+ 0,5 VTE psycholoog) Aanp. art. 4 §§ 3 en 4 – prijsaanpassing t.g.v. bijkomend psycholoog |
Wijzigingsclausule d.d. 14.11.2014 | Art. 3 – aanp. art. 4 §§ 3 en 4 (prijsaanpassing ingevolge verhoging van 2 % barema artsen) Art. 4 – NVT (inhaalforfait tot 31/10/2014) |
01.01.2019 | Vlaamse revalidatieovereenkomst Art 15. Toevoeging bijlage II mbt toekennen van niet- vergoedbare verlofdagen |
01.09.2019 | VIA5 – uitbreidingsbeleid – toevoeging van arbeidscoach en gelijklopende passages met de recentere 7.72- revalidatieovereenkomsten. -toevoeging art. 15 § 2bis (integratie VIA5-middelen) -toevoeging art.28§2bis: VIA5 2019 -aanpassing art. 35 (startdatum prijsaanpassing) -nieuwe bijlage (prijsberekening) |