Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Lampen
Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Lampen
De ondergetekenden:
Producenten/Importeurs van Lampen, deelnemers in Stichting LightRec Nederland, en
Stichting LightRec Nederland (LightRec),
Overwegende dat:
1. De Producenten en importeurs van Lampen, ondergetekenden, zich hebben verenigd in de Stichting LightRec Nederland ter uitvoering van hun wettelijke verplichting om afgedankte verlichting (lampen en armaturen) in te zamelen en te recyclen op basis van een goedgekeurde collectieve Mededeling en individuele Deelnemersovereenkomsten;
2. De door ondergetekenden opgezette inzamelingstructuur succesvol is en de inzamelomvang ondanks de transitie naar led-verlichting in absolute hoeveelheden licht is gestegen in de periode 2012-2016;
3. Stichting LightRec Nederland zich inzet om namens zijn Deelnemers deze positie te continueren en streeft naar de realisatie van een inzamelpercentage van 65% in 2019 van de op de markt gebrachte lampen en daarnaast perspectief biedt voor de recycling van fluorescentiepoeders;
4. In de afgelopen jaren is de verkoop van gasontladingslampen (TL en CFL) afgenomen en deze zal verder afnemen omdat deze op grote schaal worden vervangen door led-verlichting;
5. De ondergetekenden willen voorkomen dat de inzameling en recycling van de afgedankte gasontladingslampen volledig voor rekening gaat komen van de Producenten van led-verlichting en daarom een Voorziening vormen voor de toekomstige uitgaven in overeenstemming met de fiscale eisen;
6. Een voorgaande overeenkomst met dit doel met ingang van 13 februari 2014 tot en met 31 december 2018 algemeen verbindend is verklaard;
7. De ondergetekenden deze Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Lampen willen sluiten onder gebruikmaking van de mogelijkheid die artikel 15.36 Wet milieubeheer biedt om deze Overeenkomst algemeen verbindend te laten verklaren;
8. Deze Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Lampen mede is ondertekend door de Stichting LightRec Nederland aangezien deze verantwoordelijk is voor de collectieve uitvoering van de verplichtingen en haar bestuur de overige Deelnemers in de bestaande Afvalbeheerstructuur vertegenwoordigt op basis van de digitale handtekening die deze individuele bij de Stichting LightRec Nederland aangesloten Deelnemers hebben geplaatst bij deze Overeenkomst;
Komen als volgt overeen:
Artikel 1: Definities
In deze Overeenkomst hebben met een hoofdletter geschreven woorden de volgende betekenis.
Afvalbeheerbijdrage Het bedrag dat individuele Producenten op grond van deze Overeenkomst verplicht zijn af te dragen aan LightRec ter dekking van de kosten van de Afvalbeheerstructuur voor lampen.
Afvalbeheerstructuur De collectieve structuur voor de inname en verwerking van afgedankte Lampen zoals beschreven in artikel 2 van deze Overeenkomst.
Deelnemers Producenten van Lampen die de Deelnemersovereenkomst hebben getekend.
Deelnemersovereenkomst De overeenkomst tot het aangaan van het deelnemerschap aan de collectieve inzameling en verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (tekst overgenomen in bijlage 1).
Overeenkomst Deze Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Lampen.
Producent Een natuurlijke persoon of rechtspersoon zoals gedefinieerd in de Deelnemersovereenkomst (bijlage 1).
Lampen TL-buizen, CFL-spaarlampen en (retrofit) led-lampen (exclusief gloeilampen en halogeenlampen), overeenkomend met categorie 3 van bijlage IV van de Richtlijn.
Led led-lampen die onder de definitie Lampen vallen.
LightRec Stichting LightRec Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer, adres Xxxxx xx Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxxx.
Regeling Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, 3 februari 2014, nr.
IENM/BSK-2014/14758, Staatscourant 5 februari 2014, nr. 2975.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Vereniging NVMP Vereniging Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten waarin meerdere stichtingen van producenten en importeurs van elektrische apparaten en energiezuinige verlichting zijn verenigd, waaronder LightRec Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer.
Voorziening De verplichting die door LightRec op de balans wordt opgenomen voor de toekomstige kosten voor de inname en recycling van uitfaserende energiezuinige verlichting (TL- buizen en CFL-spaarlampen).
Wecycle Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten, h.o.d.n. Wecycle, uitvoeringsorganisatie voor de Afvalbeheerstructuur van de Vereniging NVMP, statutair gevestigd te Zoetermeer.
Artikel 2: Afvalbeheerstructuur
Artikel 2.1: Richtlijn en Regeling als basis voor de uitvoering
De Richtlijn en Regeling zijn voor de vereniging NVMP de basis voor de Afvalbeheerstructuur voor elektrische en elektronische apparatuur. De inzameling en verwerking van de productgroep lampen maakt hier onderdeel van uit.
Artikel 2.2: Deelnemersovereenkomst met alle Producenten als vertrekpunt
De tekst van de Deelnemersovereenkomst die is ondertekend en voorzien van alle benodigde gegevens door de Deelnemers vormt het vertrekpunt voor deze Overeenkomst. De tekst van de Deelnemersovereenkomst is opgenomen in bijlage 1 en dient hierbij integraal als ingevoegd te worden beschouwd. Bij strijdigheid van de Deelnemersovereenkomst met deze Overeenkomst prevaleert deze Overeenkomst.
XxxxxXxx heeft ter uitvoering van de Richtlijn en Regeling een Deelnemersovereenkomst opgesteld om Producenten de mogelijkheid te bieden zich aan te sluiten bij de Afvalbeheerstructuur. Wecycle beheert in opdracht van XxxxxXxx de 634 deelnemersovereenkomsten (per maart 2018) en zorgt voor volledig vertrouwelijke behandeling van de gegevens, ook van de Producent die momenteel geen deelnemer is. Voor de overgangsperiode van de tot en met 31 december 2018 algemeen verbindend verklaarde overeenkomst voor verlichting is in bijlage 5 van de Deelnemersovereenkomst een bijzondere voorwaarde opgenomen.
Wecycle verklaart dat LightRec vrijwel 100% van de Producenten van Lampen in Nederland vertegenwoordigt. Dit is gebaseerd op het onderzoek naar free-riders in de afgelopen jaren waarbij geen significant aantal, minder dan 1%, niet-deelnemers is gevonden. Er is geen andere actieve collectieve of individuele structuur voor de inname en verwerking van Lampen van Producenten bekend.
Artikel 2.3: Financiële bepalingen
a. Deze Overeenkomst voorziet in de financiële basis voor het opzetten, in stand houden en uitvoeren van de Afvalbeheerstructuur voor zover het Lampen betreft. Producenten nemen deel aan de Afvalbeheerstructuur en sluiten zich daartoe aan bij LightRec.
b. LightRec voldoet, in plaats van de bij haar aangesloten Producenten, collectief aan de op individuele Producenten rustende verplichtingen ingevolge Xxxxxxxxx en Regeling en kan de uitvoering van de Afvalbeheerstructuur opdragen aan door haar aan te wijzen organisaties.
c. LightRec wil ook in de komende jaren blijven voldoen aan deze verplichtingen en heeft hiervoor een Voorziening gevormd voor de kosten van in de toekomst af te danken Lampen die na 31 december 2011 door Deelnemers op de markt zijn gebracht. De Voorziening wordt zodanig gevormd dat deze voldoet aan de fiscale eisen.
d. De Deelnemers van LightRec verklaren zich akkoord met deze Overeenkomst door hiermee op digitale wijze in te stemmen. De Producenten die geen Deelnemer zijn dienen zich schriftelijk aan te melden bij LightRec met in acht name van de door LightRec gestelde of te stellen regels.
Artikel 2.4: Wijzigingen in regelgeving en beleid
LightRec zal implicaties voor de uitvoering van deze Overeenkomst ten gevolge van veranderingen in regelgeving, beleid of uitvoering zoveel mogelijk opnemen in nadere beleidsregels en hierover de Producenten informeren.
Mocht desondanks wijziging van de tekst van deze Overeenkomst nodig zijn dan zal LightRec hierover contact opnemen met de Deelnemers en over de wijziging te goeder trouw onderhandelen om een resultaat te bereiken dat zoveel mogelijk aansluit bij de intenties en belangen van de Deelnemers en LightRec bij het opstellen van deze Overeenkomst.
Artikel 3: Afvalbeheerbijdrage
Artikel 3.1: Componenten van de Afvalbeheerbijdrage
LightRec gaat voor de bepaling van de in rekening te brengen Afvalbeheerbijdrage uit van het principe dat de kosten in een jaar moeten worden gedekt uit de opbrengsten in een jaar. LightRec onderscheidt hiervoor de productcategorieën Lampen en armaturen en verdeelt de directe kosten op basis van het ingezamelde gewicht en de overige kosten op basis van een toerekening aan de productcategorieën.
De totale jaarlijkse kosten van LightRec voor Lampen bestaan uit de som van de volgende componenten:
1. directe kosten
2. systeemkosten
3. bijdrage vorming garantiefonds
4. stabiliteitsbijdrage
5. toevoeging aan de Voorziening voor TL en CFL.
Directe kosten zijn (netto) kosten voor inzameling, transport, recycling, verwerking, publiciteit en vergoedingen aan derden die niet uit andere componenten worden gedekt.
Systeemkosten zijn alle kosten die te maken hebben met bestuur, management en de ondersteuning van LightRec en Wecycle (voor het onderdeel Lampen), waarbij de systeemkosten van Wecycle via een verdeelsleutel worden verdeeld over de in de Vereniging NVMP samenwerkende productstichtingen.
De bijdrage aan het garantiefonds doet LightRec om de vereiste garantie aan te houden van minimaal één keer de jaarlijkse directe- en systeemkosten om de continuïteit van de uitvoering te kunnen garanderen.
De stabiliteitsbijdrage (positief of negatief) is erop gericht om grote schommelingen in de Afvalbeheerbijdrage te voorkomen. Het beleid van LightRec is gericht op een stabiele ontwikkeling van de hoogte van de Afvalbeheerbijdrage. De verhouding van op de markt gebrachte en ingezamelde TL/CFL ten opzichte van Led wijzigt in de komende periode sterk. LightRec gaat voor de bijdrage in de kosten door TL/CFL uit van de afvalbeheerbijdrage in de periode 2014-2018.
Om de jaarlijkse toevoeging aan de Voorziening voor TL en CFL te kunnen bepalen gebruikt LightRec een rekenmodel dat is geaccordeerd door de belastingdienst. Het model hanteert als variabelen:
• de inzamelprognose voor TL en CFL (gasontladingslampen) van LightRec
• de directe kosten per ton voor inname en recycling van Lampen en armaturen
• de rekenrente zoals vastgesteld door het ministerie van Financiën
• de verwachte levensduur van TL en CFL, zoals vastgesteld door XxxxxXxx in overleg met Deelnemers.
De door het model berekende hoogte van de toevoeging aan de Voorziening wordt door LightRec jaarlijks met de fiscale jaarrekening van LightRec aan de belastingdienst toegezonden.
Artikel 3.2: Hoogte en vaststelling van de Afvalbeheerbijdrage
a. LightRec stelt jaarlijks de Afvalbeheerbijdrage per productcategorie vast voor het daaropvolgende kalenderjaar en geeft daarbij inzicht in de component van de Afvalbeheerbijdrage ten behoeve van de toevoeging aan de Voorziening voor TL en CFL.
b. De Afvalbeheerbijdrage per Lamp, met uitzondering van Led, blijft gelijk aan het tarief in de jaren 2014 t/m 2018 en bedraagt daarmee vanaf 2019 € 0,14 per stuk.
c. De Afvalbeheerbijdrage voor Led voor het volgende kalenderjaar (jaar X) wordt als volgt berekend:
c1. Opbrengst TL/CFL = raming aantal op de markt gebrachte Lampen exclusief Led * € 0,14 per Lamp c2. Kosten Led = Begrote jaarlijkse kosten voor Lampen minus de Opbrengst TL/CFL (voor jaar X)
c3. Afvalbeheerbijdrage per stuk voor Led (jaar X) = Kosten Led
raming aantal op de markt gebrachte Led
d. Voor de begroting en de raming maakt LightRec gebruik van de gegevens van de voorgaande jaren.
e. De Afvalbeheerbijdrage voor Led bedraagt in 2019 € 0,06 per stuk.
Artikel 4: Afdracht, administratie en overige bepalingen
Artikel 4.1: Deelnemersovereenkomst is van toepassing
Voor de wijze van afdracht van de Afvalbeheerbijdrage en de bepalingen ten aanzien van de aanmelding (gegevens Deelnemer, bijlage 1), administratie en overige bepalingen die op deze Overeenkomst van toepassing zijn wordt verwezen naar de Deelnemersovereenkomst (bijlage 1). Bijlage 1 en 4 van de Deelnemersovereenkomst kunnen wijzigen in verband met wettelijke eisen of deze Overeenkomst.
Artikel 4.2: Looptijd van de Deelnemersovereenkomst
De Deelnemersovereenkomst kent een onbeperkte looptijd. De Deelnemer kan conform artikel 8 van bijlage 1 de Deelnemersovereenkomst opzeggen tegen het einde van het kalenderjaar met een opzegtermijn van 6 maanden. Hieraan wordt in verband met het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van deze Overeenkomst toegevoegd dat opzegging kan plaatsvinden tegen het einde van de looptijd van een algemeen verbindend verklaring. De opzegtermijn van 6 maanden blijft daarbij van kracht.
Ondertekend door:
X. xx Xxxxx
Namens producenten/importeurs:
Signify (Philips Lighting BV),
vertegenwoordigd door X. xx Xxxxx, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx,
tevens vertegenwoordigende de overige deelnemers in LightRec op basis van digitale toestemming, KvK 17061150
X. xx Xxxxx
Namens:
Stichting LightRec Nederland (LightRec),
vertegenwoordigd door X. xx Xxxxx, voorzitter van het bestuur,
tevens vertegenwoordigende de overige deelnemers in LightRec op basis van digitale toestemming, Xxxxx xx Xxxxxxxxxxxxx 0
0000 XX Xxxxxxxxxx
KvK 27264457
Correspondentie
Stichting Lightrec Nederland (Lightrec)
X.X.X.X. xxx Xxxxx, directeur Xxxxx xx Xxxxxxxxxxxxx 0 0000 XX Xxxxxxxxxx
T: 06-30020740
E: xxxx@xxxxxxxx.xx of xxxx.xxx.xxxxx@xxxxxxxx.xx
Bijlage 1: Deelnemersovereenkomst
Op deze plaats is de letterlijke tekst van de Deelnemersovereenkomst ingevoegd.
OVEREENKOMST TOT HET AANGAAN VAN DEELNEMERSCHAP VOOR COLLECTIEVE INZAMELING EN VERWERKING VAN AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR
DE ONDERGETEKENDEN,
1. (naam bedrijf deelnemer), gevestigd en kantoorhoudende te (plaats) aan de (adres+straatnummer), ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door (naam contactpersoon deelnemer), verder te noemen “Deelnemer”,
en
2. De hieronder genoemde productstichting(en):
o Stichting Bruingoed o Stichting ICT Milieu o Stichting LightRec Nederland o Stichting Metalektro Recycling
o Stichting Verwijdering Elektrische Gereedschappen o Stichting Witgoed
verder ieder zelfstandig en ook gezamenlijk te noemen “de Productstichting”,
OVERWEGENDE
dat de Europese Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (verder te noemen “de Richtlijn”) voorziet in de verplichting voor producenten, importeurs en bepaalde handelaren tot inzameling en verwerking van door hen op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparaten en dat deze Europese richtlijn in de Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd door de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, zoals gepubliceerd in de Staatscourant nr. 2975 van 5 februari 2014 (verder te noemen “de Regeling”);
dat de Richtlijn en de Regeling aan producenten, importeurs en betrokken handelaren de keuze bieden tussen enerzijds zelfstandige uitvoering van de uit deze wetgeving voortvloeiende verplichtingen en anderzijds aansluiting bij een collectief van producenten/importeurs/handelaren, dat de verplichtingen van de producenten, importeurs en handelaren tot inzameling en verwerking ten behoeve van de producenten, importeurs en handelaren zo veel mogelijk uitvoert;
dat de bovengenoemde Productstichtingen in het leven zijn geroepen en als doel hebben aan producenten, importeurs en betrokken handelaren het bedoelde collectief voor bepaalde categorieën van apparatuur (zoals nader uitgewerkt in Bijlage 1) te bieden, teneinde de uitvoering van de inzameling en verwerking zo efficiënt, professioneel en kosteneffectief als mogelijk te kunnen realiseren;
dat de partijen bij deze overeenkomst daarom als volgt zijn overeengekomen:
ARTIKEL 1 DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt aan de hiernavolgende begrippen de daarbij vermelde betekenis toegekend:
- Apparatuur: apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden en die bedoeld zijn voor gebruik met een voedingsspanning van maximaal 1 000 volt bij wisselstroom en 1 500 volt bij gelijkstroom, voor zover in Bijlage 1 van deze overeenkomst genoemd.
- Afgedankte Apparatuur: Apparatuur die afvalstoffen zijn in de zin van artikel 3, onderdeel 1, van de Kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG), daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van de Apparatuur op het moment dat het wordt afgedankt;
- Producent: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die ongeacht de verkooptechniek, met inbegrip van communicatie op afstand in de zin van Richtlijn 97/7/EG:
1) is gevestigd in Nederland en onder zijn eigen naam of handelsmerk Apparatuur vervaardigt of Apparatuur laat ontwerpen of vervaardigen die hij onder zijn naam of merk in Nederland verhandelt,
2) is gevestigd in Nederland en onder zijn eigen naam of handelsmerk Apparatuur in Nederland wederverkoopt die door andere leveranciers is geproduceerd; hierbij wordt de wederverkoper niet als „producent” aangemerkt wanneer het merkteken van de Producent zoals bepaald in punt 1) op het apparaat zichtbaar is,
3) is gevestigd in Nederland en beroepsmatig Apparatuur uit een derde land of een andere EU-lidstaat invoert en in Nederland in de handel brengt, of
4) via verkoop op afstand Apparatuur rechtstreeks in Nederland verkoopt aan particuliere huishoudens of aan andere gebruikers dan particuliere huishoudens en is gevestigd in een ander land dan Nederland.
- op de markt aanbieden: het in het kader van een commerciële activiteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van Apparatuur met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de Nederlandse markt;
- in de handel brengen: het voor het eerst beroepsmatig op de markt aanbieden van Apparatuur op het grondgebied van Nederland.
ARTIKEL 2 ONDERWERP OVEREENKOMST
1. Deelnemer en de Productstichting komen overeen dat de Productstichting de in artikel 3 genoemde wettelijke verplichtingen van Deelnemer in diens hoedanigheid van Producent ten behoeve van
Deelnemer zal uitvoeren. Deze uitvoering betreft alle Apparatuur, die door Deelnemer op de Nederlandse markt in de handel wordt gebracht, voor zover de Productstichting voor deze Apparatuur volgens de opsomming in Bijlage 1 actief is, met uitzondering van Apparatuur die in Bijlage 1 bij deze overeenkomst door Deelnemer nadrukkelijk is uitgesloten. Eventuele uitsluiting kan uitsluitend plaatsvinden voor alle Apparatuur waarvoor een individuele productstichting actief is.
2. Indien Deelnemer na inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst bij een door de Productstichting aangewezen uitvoeringsorganisatie opgave doet van Apparatuur die bij aanvaarding van de onderhavige overeenkomst nadrukkelijk in Bijlage 1 was uitgesloten van de werkingssfeer van deze overeenkomst, wordt Deelnemer geacht vanaf de datum van de opgave alsnog Deelnemer te zijn geworden voor de bedoelde Apparatuur. Deze uitbreiding van de werkingssfeer van de onderhavige overeenkomst wordt door de Productstichting aan Deelnemer bevestigd.
3. De in het hoofd van deze overeenkomst genoemde productstichtingen zijn ieder verantwoordelijk voor een bepaalde categorie Apparatuur, zoals opgesomd in Bijlage 1. Indien Deelnemer Apparatuur in de handel brengt in meer categorieën van Apparatuur, komen juridisch meerdere separate overeenkomsten tot stand tussen de onderscheidene Productstichtingen en de Deelnemer, waarvan de inhoud overigens gelijkluidend is, namelijk volgens de tekst van de onderhavige overeenkomst. Elke individuele productstichting is jegens Deelnemer slechts gehouden tot nakoming van de verplichtingen volgens deze overeenkomst voor de categorieën van Apparatuur waarvoor deze productstichting volgens Bijlage 1 verantwoordelijk is.
4. Deelnemer verplicht zich tijdens de looptijd van deze overeenkomst de uitvoering van de in art. 3 genoemde verplichtingen voor alle door hem in Nederland in de handel gebrachte Apparatuur waarvoor de Productstichting volgens lid 1 en lid 2 de producentenverantwoordelijkheid uitvoert exclusief over te laten aan de Productstichting.
ARTIKEL 3 UITVOERING WETTELIJKE VERPLICHTINGEN DOOR PRODUCTSTICHTING
1. Xxxxxxxxx geeft hiermee opdracht aan de Productstichting om de volgende verplichtingen van Deelnemer die voor Deelnemer in diens hoedanigheid van Producent uit de Richtlijn en de Regeling voortvloeien namens Deelnemer uit te voeren en de Productstichting verklaart hiermee deze verplichtingen namens Deelnemer te zullen nakomen:
- de verplichting tot gescheiden inzameling van Afgedankte door Xxxxxxxxx in de handel gebrachte Apparatuur, niet zijnde Afgedankte Apparatuur van particuliere huishoudens;
- de verplichting de gescheiden inzameling van Afgedankte door hem in de handel gebrachte Apparatuur, niet zijnde Apparatuur van particuliere huishoudens, en het vervoer van alle gescheiden ingezamelde Apparatuur op zodanige wijze te doen plaatsvinden dat de voorbereiding voor hergebruik, recycling van die gescheiden ingezamelde Apparatuur en de inperking van gevaarlijke stoffen optimaal kunnen plaatsvinden;
- de verplichting om vanaf 2016 jaarlijks minimaal 45% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid Apparatuur die door Deelnemer in de voorgaande drie jaren in Nederland in de handel is gebracht aan Afgedankte Apparatuur in te zamelen en te verwerken;
- de verplichting om vanaf 2019 jaarlijks minimaal 65% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid Apparatuur die door Deelnemer in de aan het desbetreffende jaar voorgaande drie jaren in Nederland in de handel is gebracht, aan Afgedankte Apparatuur in te zamelen en te verwerken of minimaal 85% van de door Deelnemer in het desbetreffende jaar in Nederland geproduceerde gewichtshoeveelheid Apparatuur aan Afgedankte Apparatuur in te zamelen en te verwerken;
- de verplichting toe te zien op passende verwerking, zoals in art. 11 van de Regeling gedefinieerd;
- de verplichting om zich als Producent te melden bij het Nationaal (W)EEE Register en de in deel A van Bijlage X van de Richtlijn vermelde informatie aan het Nationaal (W)EEE Register te verstrekken;
- de verplichting de aan het Nationaal (W)EEE Register verstrekte informatie actueel te houden;
- de verplichting om elk jaar vóór 1 mei de in deel B van Bijlage X van de Richtlijn vermelde informatie over het voorafgaande kalenderjaar aan het Nationaal (W)EEE Register te verstrekken.
2. Op grond van de Richtlijn en Regeling is de Producent verplicht zorg te dragen voor
- een passende financiële regeling voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënische verwijdering van Afgedankte, door Deelnemer geproduceerde Apparatuur, voor zover het Apparatuur betreft die na 13 augustus 2005 in Nederland in de handel is gebracht;
- een passende financiële regeling op het moment van het in de handel brengen van door hem geproduceerde Apparatuur voor particuliere huishoudens die na 13 augustus 2005 in Nederland in de handel is gebracht, uit welke regeling blijkt dat de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van die Apparatuur, wanneer die wordt afgedankt, zal worden gefinancierd op de wijze zoals bij het vorige gedachtestreepje bedoeld;
- voor zover Deelnemer op de markt aanwezig is op het moment waarop de kosten ontstaan van het beheer van Afgedankte Apparatuur van particuliere huishoudens die op of vóór 13 augustus 2005 in de handel is gebracht, een passende financiële regeling voor het beheer van die Afgedankte Apparatuur naar evenredigheid van het marktaandeel van Deelnemer op het moment dat de kosten van het afvalbeheer ontstaan.
Deze wettelijke eisen bieden geen duidelijkheid over de wijze waarop daaraan kan worden voldaan en moeten nog door de Nederlandse overheid worden uitgewerkt in concrete richtsnoeren. De Productstichting verplicht zich tot het moment dat door de Nederlandse overheid duidelijkheid wordt gegeven naar eigen en beste inzicht uitvoering te geven aan de genoemde verplichtingen om zorg te dragen voor een passende financiële regeling. Deelnemer verklaart hiermee de onduidelijkheid over de reikwijdte van deze verplichtingen te onderkennen en doet hiermee op voorhand afstand van enig verhaalsrecht op de Productstichting voor eventuele schade, kosten en ander financieel nadeel indien later zou blijken dat de door de Productstichting gekozen wijze van uitvoering naar het oordeel van de toezichthoudende autoriteiten tekortschiet.
3. Indien Deelnemer een niet in Nederland gevestigde producent is, wordt de Productstichting hiermee door Xxxxxxxxx aangesteld als gevolmachtigde van Deelnemer, zoals bedoeld in art. 17 van de Richtlijn en art. 21 van de Regeling, en verleent Deelnemer hiermee volmacht aan de Productstichting tot nakoming namens hem van de in lid 1 en lid 2 genoemde verplichtingen. De volmacht en uitvoering betreffen uitsluitend Apparatuur die door Deelnemer in Nederland op de markt is en/of wordt gebracht.
4. De Productstichting bepaalt op welke wijze invulling wordt gegeven aan de in lid 1 en lid 2 genoemde wettelijke verplichtingen.
5. De uitvoering van de in lid 1 genoemde verplichtingen wordt door de Productstichting uitbesteed aan één of meer door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisaties. Op grond van de onderhavige overeenkomst geldt de Productstichting echter als opdrachtnemer van Deelnemer in diens hoedanigheid van opdrachtgever voor de uitvoering van de in lid 1 genoemde verplichtingen, zodat Xxxxxxxxx geen rechtstreekse rechten en aanspraken jegens de uitvoeringsorganisatie(s) zal kunnen geldend maken. De Productstichting verklaart hiermede dat zij de uitvoeringsorganisatie(s) alle volmachten heeft gegeven om de onderhavige overeenkomst namens haar uit te voeren, met name ook om namens de Productstichting nakoming van in de onderhavige overeenkomst opgenomen verplichtingen van Deelnemer jegens de Productstichting te vorderen. De Productstichting bedingt ten behoeve van de uitvoeringsorganisatie(s) dat Xxxxxxxxx zich niet op enig recht of vordering jegens de uitvoeringsorganisatie(s), al dan niet uit overeenkomst, zal kunnen beroepen in verband met de (wijze van) uitvoering door de uitvoeringsorganisatie(s) van de aan haar/hen uitbestede verplichtingen.
Deelnemer verklaart zich hiermede akkoord met dit beding ten behoeve van de
uitvoeringsorganisatie(s) en de Productstichting verklaart hiermede dit beding namens de uitvoeringsorganisatie(s) te aanvaarden.
6. Onder meer gezien de afhankelijkheid van externe factoren, zoals de mate van aanbieding door gebruikers van Afgedankte Apparatuur ter inzameling en verwerking, komen partijen nadrukkelijk overeen dat de verplichting van de Productstichting tot uitvoering van de in lid 1 genoemde wettelijke verplichtingen van Deelnemer voor de Productstichting een inspanningsverplichting oplevert.
7. De totale aansprakelijkheid van de Productstichting wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomst en op welke andere rechtsgrond dan ook is beperkt tot het bedrag dat Deelnemer op jaarbasis op grond van art. 5 van deze overeenkomst voor het lopende jaar aan de Productstichting verschuldigd is. De aansprakelijkheid voor indirecte schade, gevolgschade, gemiste besparingen, verminderde goodwill en schade door bedrijfsstagnatie is uitgesloten. De genoemde aansprakelijkheidsbeperkingen gelden niet voor schade die een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de Productstichting.
8. Indien Deelnemer er voor kiest zelf of door een derde Apparatuur in te (doen) zamelen en te doen verwerken dient Deelnemer dit op voorhand te melden bij de Productstichting. Het door Deelnemer aldus verzamelde volume Apparatuur blijft buiten de verantwoordelijkheden van de Productstichting volgens de onderhavige overeenkomst, zodat Xxxxxxxxx voor het bedoelde volume zelfstandig alle wettelijke verplichtingen moet nakomen en de Productstichting zo nodig zal vrijwaren en schadeloosstellen indien deze voor de desbetreffende Apparatuur door overheden of door enige derde zou worden aangesproken. Het door Xxxxxxxxx zelf ingezamelde resp. verwerkte volume Afgedankte Apparatuur alsook de door Deelnemer eventueel geëxporteerde hoeveelheid dient conform de wettelijke verplichtingen door Deelnemer in het Nationaal (W)EEE Register te worden geregistreerd. Het feit dat Xxxxxxxxx zelf Apparatuur inzamelt kan er nimmer toe leiden dat Deelnemer recht heeft op teruggave of uitkering van vergoedingen aan Deelnemer.
9. Ten behoeve van de nakoming van de bovengenoemde verplichtingen van Deelnemer door de Productstichting doet Deelnemer tijdig, juist en volledig opgave aan de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie(s) van de in Bijlage 2 genoemde gegevens, een en ander volgens door de uitvoeringsorganisatie(s) te verstrekken instructies. Indien sprake is van een wijziging van gemelde gegevens zorgt Deelnemer voor tijdige actualisering van de gegevens door opgave van de gewijzigde gegevens bij de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie(s). Deelnemer verplicht zich voorts tot opgave op eerste verzoek van de door de Productstichting aan te wijzen
uitvoeringsorganisatie(s) van alle informatie die deze uitvoeringsorganisatie(s) nodig zegt/zeggen te hebben in het kader van de uitvoering van de in lid 1 genoemde wettelijke verplichtingen.
00.Xx Productstichting heeft de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie(s) verplicht tot strikte geheimhouding van de door Deelnemer opgegeven volumes (gewicht/aantallen) jegens derden, met inbegrip van de Productstichting, en zal de nakoming van deze verplichting door deze uitvoeringsorganisatie(s) regelmatig door een onafhankelijke derde doen controleren. Deze uitvoeringsorganisatie(s) is/zijn echter bevoegd de opgegeven volumes aan derden, waaronder het bureau van de Productstichting zelf, bekend te maken indien en voor zover dit voor de uitvoering van haar/hun taken, waaronder controle- of incassodoeleinden, gewenst of door de wet vereist is, zulks echter slechts indien kennisneming door personen die een belang hebben bij een deelnemer is uitgesloten en zoveel mogelijk onder beding van geheimhouding.
ARTIKEL 4 UITVOERING WETTELIJKE VERPLICHTINGEN DOOR DEELNEMER
1. Deelnemer blijft zelfstandig verantwoordelijk voor alle niet in art. 3 lid 1 en lid 2 genoemde verplichtingen volgens de Richtlijn en de Regeling. Deelnemer is jegens de Productstichting verplicht tot stipte nakoming van zijn zelfstandige wettelijke verplichtingen, zoals bedoeld. Bij gebreke van zodanige nakoming zal Deelnemer de Productstichting zo nodig vrijwaren en schadeloos stellen voor eventuele kosten en schade.
2. De in lid 1 bedoelde, door Xxxxxxxxx uit te voeren wettelijke verplichtingen zijn met name vastgelegd in art. 15 t/m 17 van de Regeling. Voor een goed begrip van Deelnemer van de reikwijdte van de door hemzelf uit te voeren verplichtingen is kopie van de Regeling aan deze overeenkomst gehecht (Bijlage
3).
ARTIKEL 5 AAN PRODUCTSTICHTING VERSCHULDIGDE VERGOEDING
1. Voor de uitvoering van de in art. 3 genoemde verplichtingen is Deelnemer een vergoeding aan de Productstichting verschuldigd, die wordt vastgesteld door toepassing van de door de Productstichting daartoe vastgestelde tarieven. De Productstichting zal de frequentie van facturering zelfstandig mogen bepalen.
2. Een overzicht van de huidige tarieven per Productstichting is als Bijlage 4 bij deze overeenkomst gevoegd. De Productstichting heeft het recht de tarieven jaarlijks voor het komend jaar aan te passen. De Productstichting zal haar tarieven voor een nieuw kalenderjaar uiterlijk 1 december van het daaraan voorafgaande jaar bekendmaken.
3. De aan de Productstichting verschuldigde vergoeding is gebaseerd op het door Deelnemer in Nederland in de handel gebrachte volume Apparatuur gedurende de achterliggende, in Bijlage 2 vermelde rapportageperiode.
4. Indien Deelnemer nalatig is in de tijdige opgave aan de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie(s) van volumes van in de handel gebrachte Apparatuur, is de Productstichting gerechtigd tot schatting van dit volume op basis van het opgegeven volume in de vorige periode
waarvoor opgave heeft plaatsgevonden, met toepassing van een verhoging van 25%, en facturering op basis daarvan. Deze marge wordt niet aan Deelnemer gerestitueerd nadat het werkelijke volume alsnog aan de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie wordt gerapporteerd. De Productstichting kan in geval van bedoelde nalatigheid voorts een zonder rechterlijke tussenkomst door Deelnemer aan de Productstichting verschuldigde boete van EUR 5.000,- per week dat opgave door Deelnemer uitblijft toepassen, ingaande één week na de sommatiedatum, onverminderd de toepassing van art. 8 en onverminderd het recht om het daadwerkelijk volume aanvullend bij Deelnemer in rekening te brengen, voor zover dit de schatting en de 25%-marge zou overschrijden.
5. Indien Deelnemer in het kader van de opgaveplicht volgens art. 3 lid 9 op jaarbasis meer dan een door de Productstichting te bepalen minimumgewicht heeft opgegeven en op grond van dit art. 5 op jaarbasis meer dan een door de Productstichting te bepalen minimumvergoeding aan de
Productstichting verschuldigd is, een en ander gedurende een aaneengesloten periode van 3 jaren, verstrekt Xxxxxxxxx na elke 3 jaar een verklaring van een registeraccountant waaruit blijkt dat de desbetreffende opgave van Deelnemer voor de achterliggende periode van 3 jaar door de accountant is gecontroleerd en juist en volledig is bevonden. Het bedoelde minimumgewicht en de bedoelde minimumvergoeding kunnen door de Productstichting naar eigen inzicht en op door de Productstichtingen te bepalen momenten worden aangepast.
Indien Deelnemer op grond van de vermelding in Bijlage 2 tot jaaropgave van het door hem in de handel gebrachte volume Apparatuur aan de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie(s) verplicht is, verstrekt Deelnemer daarbij een door de statutair bestuurder(s) van Deelnemer ondertekende verklaring waarin de juistheid en volledigheid van de desbetreffende opgave wordt bevestigd.
6. De Productstichting is ten aanzien van de in art. 3 lid 9 bedoelde opgaven bevoegd een registeraccountant controle te laten uitvoeren van de boekhouding van Deelnemer. De kosten van laatstbedoelde controle op verzoek van de Productstichting zijn voor rekening van de Productstichting, tenzij uit deze controle blijkt dat het in de handel gebrachte volume meer dan 5% afwijkt van de opgave, in welk geval de controlekosten voor rekening van Deelnemer zijn. In laatstbedoeld geval is de Productstichting bevoegd aan Deelnemer een zonder rechterlijke tussenkomst aan de Productstichting verschuldigde boete op te leggen van maximaal EUR 20.000,-, onverminderd haar overige rechten op basis van deze overeenkomst, waaronder het recht op naleving en schadevergoeding.
ARTIKEL 6 BETALING VAN AAN PRODUCTSTICHTING VERSCHULDIGDE VERGOEDING
1. Betaling van de facturen van de Productstichting met betrekking tot de in art. 5 bedoelde vergoeding dient steeds binnen 30 dagen na de factuurdatum door de Productstichting te zijn ontvangen. Enige korting of verrekening door Deelnemer ten aanzien van het factuurbedrag is niet toegestaan, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de Productstichting. Xxxxxxxxx heeft niet het recht zijn betalingsverplichtingen op te schorten.
2. Indien betaling niet binnen 30 dagen na factuurdatum is ontvangen, is Deelnemer vanaf 30 dagen na de factuurdatum van rechtswege in verzuim en is de Productstichting vanaf dat moment jegens Deelnemer gerechtigd tot een rente van 1% per maand of gedeelte van een maand over het verschuldigde bedrag.
3. Alle kosten die de Productstichting en de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie(s) na het intreden van het betalingsverzuim moeten maken om betaling van het openstaande factuurbedrag te verkrijgen, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, komen ten laste van Deelnemer. Deelnemer zal in dit verband ten minste 10% van het openstaande factuurbedrag verschuldigd zijn.
4. Indien Deelnemer herhaaldelijk in gebreke is met tijdige betaling van facturen, is de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie gerechtigd om naar haar keuze automatische incasso, een doorlopende waarborgsom of bankgarantie te verlangen. De door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie kan dan ook kiezen voor beëindiging van de overeenkomst, desgewenst met onmiddellijke ingang. Het bedrag van de waarborgsom en van de bankgarantie wordt door de door de Productstichting aan te wijzen uitvoeringsorganisatie vastgesteld op basis van de in de achterliggende zes maanden aan Deelnemer gefactureerde vergoeding en bedraagt maximaal drie keer het gemiddelde factuurbedrag op maandbasis berekend voor de achterliggende zes maanden.
ARTIKEL 7 TOETREDINGSBEDRAG
Indien Deelnemer bij indiening van een verzoek tot Deelnemerschap al Apparatuur in Nederland in de handel brengt, kan het Deelnemerschap afhankelijk worden gesteld van ontvangst door de Productstichting van betaling van een door de Productstichting te bepalen bedrag als compensatie voor de inzameling en verwerking door de Productstichting van door Deelnemer in de handel gebrachte Apparatuur in de achterliggende jaren. De onderhavige overeenkomst geldt dan onder opschortende voorwaarde van ontvangst door de Productstichting van dit toetredingsbedrag.
ARTIKEL 8 DUUR OVEREENKOMST; BEËINDIGING
1. De onderhavige overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. Beide partijen kunnen deze overeenkomst beëindigen door opzegging tegen het einde van een kalenderjaar, met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden. Opzegging dient schriftelijk (e-mail daaronder begrepen) te geschieden, bij opzegging door Xxxxxxxxx onder opgave van redenen aan de Productstichting. Indien de overeenkomst tussen Deelnemer en meerdere productstichtingen geldt, dient Deelnemer in de opzeggingsbrief duidelijk aan te geven op welke productstichting(en) de opzegging betrekking heeft.
2. De Productstichting zal de overeenkomst ook tussentijds kunnen opzeggen indien Deelnemer in verzuim is met de nakoming van enige verplichting op grond van deze overeenkomst, indien Deelnemer niet meer voldoet aan de voorwaarden van deze overeenkomst, indien Deelnemer zich voor Apparatuur waarop de onderhavige overeenkomst betrekking heeft ook bij een ander collectief aansluit, indien Deelnemer in staat van faillissement is verklaard en indien in redelijkheid niet van de Productstichting kan worden verlangd dat zij de overeenkomst laat voortduren. De overeenkomst kan alsdan door de Productstichting jegens Deelnemer met onmiddellijke ingang door schriftelijke opzegging worden beëindigd.
3. In geval van beëindiging van de overeenkomst doet de Productstichting daarvan melding bij het Nationaal (W)EEE Register en bij de bevoegde overheidsinstanties.
4. Na beëindiging blijft Deelnemer verplicht tot opgave van de door hem tijdens de looptijd van de overeenkomst in Nederland in de handel gebrachte Apparatuur en tot betaling van openstaande facturen van de Productstichting en van facturen van de Productstichting voor de uitvoering van de in art. 3 genoemde verplichtingen tot de datum van beëindiging, waarvoor Xxxxxxxxx op het moment van beëindiging nog geen factuur heeft ontvangen.
5. Met de beëindiging van de overeenkomst doet de Deelnemer afstand van zijn aanspraken jegens de Productstichting die voortvloeien uit de overeenkomst. Deelnemer vrijwaart Productstichting voor alle kosten en schade die uit de beëindiging van zijn deelnemerschap voortvloeien.
ARTIKEL 9 BIJZONDERE BEPALINGEN PER PRODUCTSTICHTING
Per in het hoofd van deze overeenkomst genoemde Productstichting kunnen bijzondere voorwaarden gelden, die in Bijlage 5 bij deze overeenkomst zijn vastgelegd. De desbetreffende Productstichting is steeds bevoegd deze bijzondere voorwaarden eenzijdig aan te passen. In voorkomend geval is Deelnemer gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen indien de eenzijdige aanpassing door de Productstichting een verzwaring van zijn verplichtingen oplevert.
ARTIKEL 10 TOEPASSELIJK RECHT; GESCHILLENBESLECHTING
1. Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
2. In geval van geschillen tussen contractpartijen zal goed overleg plaatsvinden teneinde een minnelijke schikking te bereiken. Daarbij kan desgewenst worden gekozen voor mediation. Bij gebreke van een minnelijke schikking, al dan niet na mediation, kan het geschil met uitsluiting van elke andere rechter worden voorgelegd aan de Rechtbank Den Haag als rechter in eerste instantie.
Dagnummer maandnaam jaartal
Bijlage 1: aanduiding apparatuur en uitzonderingen van specifieke productcategorieën Bijlage 2: opgaven en rapportage door Xxxxxxxxx
Bijlage 3: tekst van de Regeling
Bijlage 4: tarieven van de Productstichting
Bijlage 5: bijzondere voorwaarden per Productstichting
BIJLAGE 1 AANDUIDING APPARATUUR EN UITZONDERINGEN VAN SPECIFIEKE
PRODUCTCATEGORIEEN Stichting Bruingoed
Audio/video apparaat (draagbaar) TV/display (flatscreen)
Audio/video apparaat (niet draagbaar)
Stichting ICT Milieu
Desktop computer Printer/scanner Mobiele telefoon/smartphone Tablet
Monitor (flatscreen) I(C)T-/kantoorapparaat (klein)
Laptop I(C)T-/kantoor apparaat
Stichting LightRec Nederland (professioneel/groot)
Armatuur huishoudelijk (binnen & buiten)
Buitenarmatuur led (professioneel)
Ledlamp (schroef fitting) Ledlamp (plug-in) Spaarlamp (schroef fitting) CFL-i Natrium-
Binnenarmatuur gasontlading
(Buitenarmatuur gasontlading professioneel)
(Binnenarmatuur led (professioneel)professioneel)
Stichting Metalektro Recycling
/metaalhalogenide/hogedrukkwiklampSpaarlamp
(plug-in) CFL-ni TL lamp
Airco apparaat (professioneel) Elektrisch speelgoed Grootkeuken apparaat (gekoeld) Spelcomputer
Grootkeuken apparaat (ongekoeld) Sport-/ontspanningsapparaat Koelmeubel (professioneel/groot) Medisch/gezondheidsapparaat Verwarmings-/warmwaterapparaat (Melder/sensor/schakelaarprofessioneel)
(Ventilatieapparaat (professioneel) Meet-/regelapparaat professioneel)
Textielbewerkingsapparaat (Automaat (gekoeld)professioneel) Elektrisch muziekinstrument Automaat (ongekoeld)
CV-/(combi)ketel/boiler/geiser
Stichtin g Verwijdering Elektrische Gereedschappen
Elektrisch (hand)gereedschap Elektrisch gereedschap
Stichting Witgoed (professioneel/groot)
Afzuigkap Ventilator/kachel (los)
Airco apparaat (los) Wasdroger
(Combi)magnetron Wasmachine
Diepvriezer (Combi)koelkast
Barbecue/grill(oventje) Beertender/ijsblokjesmaker/elektrische koelbox
Kookplaat Ventilator/kachel (los)
Oven/fornuis (groot) Vaatwasser
Uitsluitingen
Geen OF Ik breng apparaten in de handel waarvoor de (uitgevinkte stichtingen) actief is/zijn, maar wil desondanks geen gebruik maken van de (uitgevinkte stichtingen)
BIJLAGE 2 OPGAVEN EN RAPPORTAGE DOOR DEELNEMER
Algemeen
- Bedrijfsnaam
- Contactpersoon opgave
- E-mailadres: contactpersoon
- Postadres
- Bezoekadres
- Factuuradres
- Telefoonnummer
Financiële gegevens
- IBAN nummer
- Swift/BIC code
- BTW nummer
- KvK nummer
Rapportage
- Totaal aantal en totaal gewicht (in productcategorieën conform bijlage 2 en 4)
- Eigen inzameling
- Verkooptechnieken
- Merken
BIJLAGE 3 TEKST VAN DE REGELING
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 1 Staatscourant 2014 nr. 2975 5 februari 2014
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 3 februari 2014, nr. IENM/BSK-2014/14758, houdende vaststelling regels met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur)
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op richtlijn nr. 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEU 2012, L 197), de artikelen 9.2.2.1, 9.5.2, 10.29, 10.41, 10.43 en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 5.8, tweede lid, van het Besluit omgevingsrecht;
BESLUIT:
3. Artikel 1. Definities
0.Xx deze regeling wordt verstaan onder:
a. actief implanteerbaar medisch hulpmiddel: actief implanteerbaar medisch hulpmiddel in de zin van artikel 1, tweede lid, onder c, van richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PbEU 1990, L 189), dat elektrische en elektronische apparatuur is;
b. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur: elektrische of elektronische apparaten die afvalstoffen zijn in de zin van artikel 3, onderdeel 1, van de kaderrichtlijn afvalstoffen daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt;
c.afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens: afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die afkomstig is van particuliere huishoudens en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die afkomstig is van andere bronnen en die naar aard en hoeveelheid met die van particuliere huishoudens vergelijkbaar is;
d. afzondering: manuele, mechanische, chemische of metallurgische behandeling die ervoor zorgt dat gevaarlijke stoffen, mengsels en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur tijdens het verwerkingsproces in een identificeerbare stroom of als identificeerbaar deel van een stroom zijn afgescheiden;
e. distributeur: natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de toeleveringsketen en elektrische en elektronische apparatuur aanbiedt op de markt, met dien verstande dat een distributeur ook tezelfdertijd een producent kan zijn;
f. elektrische en elektronische apparatuur: apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden en die bedoeld zijn voor gebruik met een voedingsspanning van maximaal 1 000 volt bij wisselstroom en 1 500 volt bij gelijkstroom;
g. financieringsovereenkomst: lening-, lease-, huur- of afbetalingsovereenkomst of andere overeenkomst met betrekking tot enige elektrische of elektronische apparatuur;
h. grote, niet-verplaatsbare industriële werktuigen: groot geheel van machines, apparatuur of onderdelen daarvan die samenwerken voor een bepaalde toepassing, op een vaste plaats door vakmensen worden geïnstalleerd of afgebroken en door vakmensen worden gebruikt en onderhouden in een industriële productieomgeving of een centrum voor onderzoek en ontwikkeling;
i. grote, vaste installatie: grootschalig samenstel van diverse typen apparaten en eventueel andere hulpmiddelen die: 1.door vakmensen wordt gemonteerd, geïnstalleerd en afgebroken,
2.bestemd is voor permanent gebruik als onderdeel van een gebouw of een structuur op een vooraf bepaalde en speciaal daarvoor bestemde plaats, en
3.uitsluitend door dezelfde speciaal ontworpen apparatuur vervangen kan worden;
j. heel kleine afgedankte elektrische en elektronische apparatuur: afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zonder buitenafmetingen van meer dan 25 centimeter;
x.xx de handel brengen: voor het eerst beroepsmatig op de markt aanbieden van elektrische en elektronische apparatuur op het grondgebied van Nederland;
l. medisch hulpmiddel: medisch hulpmiddel of hulpstuk als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, of b, van richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PbEG 1993, L 169), dat elektrische en
elektronische apparatuur is;
m. medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek: hulpmiddel of hulpstuk voor in-vitrodiagnostiek als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder b of c, van richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PbEU 1998, L 331), dat elektrische en elektronische apparatuur is;
n. niet voor de weg bestemde mobiele machine: machine met een interne krachtbron, waarvan de werking mobiliteit of permanente of semipermanente beweging tussen een reeks vaste werklocaties tijdens het werk, vereist;
o. op de markt aanbieden: in het kader van een commerciële activiteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van elektrische of elektronische apparatuur met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de Nederlandse markt;
p. producent: natuurlijke persoon of rechtspersoon die ongeacht de verkooptechniek, met inbegrip van communicatie op afstand in de zin van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (PbEU 1997, L 144):
1°.is gevestigd in Nederland en onder zijn eigen naam of merk elektrische en elektronische apparatuur vervaardigt, of elektrische en elektronische apparatuur laat ontwerpen of vervaardigen die hij onder zijn naam of merk in Nederland verhandelt,
2°.is gevestigd in Nederland en in Nederland onder zijn eigen naam of handelsmerk apparatuur wederverkoopt die door andere leveranciers is geproduceerd waarbij de wederverkoper niet als producent wordt aangemerkt wanneer het merkteken van de producent zoals bepaald in onderdeel 1°, op het apparaat zichtbaar is,
3°.is gevestigd in Nederland en beroepsmatig elektrische en elektronische apparatuur uit een derde land of een andere lidstaat van de Europese Unie invoert en het in Nederland in de handel brengt, of
4°.via verkoop op afstand elektrische en elektronische apparatuur rechtstreeks verkoopt aan particuliere huishoudens of aan andere gebruikers dan particuliere huishoudens in Nederland, en is gevestigd in een ander land dan
Nederland;
q. richtlijn nr. 2012/19/EU: richtlijn nr. 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (herschikking) (PbEU 2012, L 197).2.Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:NEN-EN 50419: NEN-EN 50419:2006 en: Nederlandse norm voor
Markeren van elektrisch en elektronische apparaten in overeenstemming met artikel 11 (2) van Xxxxxxxxx 2002/96/EC (WEEE), maart 2006;NEN-EN 50574: NEN-EN 50574:2012 en: Nederlandse norm voor Levensduureisen voor huishoudelijke toestellen die vluchtige fluorkoolstof of vluchtige koolwaterstof bevatten, juni 2012;WEEELABEX Treatment: WEEELABEX normative document on Treatment V9.0, mei 2011.
Artikel 2. Toepassingsgebied
1.Deze regeling is:
a. tot en met 14 augustus 2018 van toepassing op elektrische en elektronische apparatuur die onder de in bijlage I van richtlijn nr. 2012/19/EU genoemde categorieën valt, met inachtneming van bijlage II van richtlijn nr. 2012/19/EU die een indicatieve lijst bevat van elektrische en elektronische apparatuur die onder de in bijlage I van richtlijn nr.
2012/19/EU genoemde categorieën valt;
b. vanaf 15 augustus 2018 van toepassing op elektrische en elektronische apparatuur, met inachtneming van bijlage IV van richtlijn nr. 2012/19/EU die een niet-beperkende lijst van elektrische en elektronische apparatuur bevat die onder de in bijlage III van richtlijn nr. 2012/19/EU genoemde categorieën valt.
2.Deze regeling is niet van toepassing op:
a. apparatuur die noodzakelijk is voor de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten van de Europese Unie, met inbegrip van wapens, munitie en oorlogsmateriaal voor specifiek militaire doeleinden;
b. apparatuur die specifiek is ontworpen en geïnstalleerd om deel uit te maken van andere apparatuur welke niet onder het toepassingsgebied van deze regeling valt, die haar functie alleen kan vervullen als zij deel uitmaakt van die andere apparatuur, en c. gloeilampen.
3.Deze regeling is vanaf 15 augustus 2018 niet van toepassing op:
a. apparatuur die is ontworpen om de dampkring te verlaten;
b. grote, niet-verplaatsbare industriële werktuigen;
c. grote, vaste installaties, met uitzondering van apparatuur die niet specifiek is ontworpen voor en is geïnstalleerd als onderdeel van zulke installaties;
d. vervoermiddelen voor personen of goederen, met uitzondering van elektrische tweewielers zonder typegoedkeuring;
e. niet voor de weg bestemde mobiele machines die uitsluitend voor beroepsmatig gebruik ter beschikking zijn gesteld;
f. apparatuur die is ontworpen uitsluitend voor doeleinden van onderzoek en ontwikkeling en die uitsluitend door een bedrijf aan een ander bedrijf ter beschikking wordt gesteld;
g. medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in- vitrodiagnostiek, wanneer deze hulpmiddelen naar verwachting vóór het einde van hun levensduur infectieus zijn, en actieve implanteerbare medische hulpmiddelen.
4. Artikel 3. Gescheiden inzameling
1.Burgemeester en wethouders dragen, al dan niet in samenwerking met burgemeester en wethouders van andere gemeenten zorg voor gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens.
2.Onverminderd het eerste lid dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat op ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente of binnen de gemeenten waarmee voor dit doel wordt samengewerkt, in voldoende mate gelegenheid wordt geboden voor houders en distributeurs van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens om deze ten minste om niet achter te laten
.
5. Artikel 4. Innameplicht distributeur bij ter beschikking stellen nieuwe producten
Een distributeur neemt bij het ter beschikking stellen van een nieuw apparaat een afgedankt apparaat, zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, van een gelijkwaardig type dat dezelfde functies heeft als het geleverde apparaat, dat hem wordt aangeboden, ten minste om niet in en wijst voordat koop en betaling van dat apparaat hebben plaatsgevonden, duidelijk zichtbaar op deze mogelijkheid.
6. Artikel 5. Innameplicht detailhandelszaken met grotere verkoopoppervlakken elektrische en elektronische apparatuur
1.Een exploitant van een detailhandelszaak, met een verkoopoppervlak voor elektrische en elektronische apparatuur van ten minste 400 vierkante meter, draagt er zorg voor dat zijn distributeurs in, of in de onmiddellijke nabijheid van, zijn detailhandelszaak zorg dragen voor de inzameling, om niet, van heel kleine afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, zonder de verplichting bij de inname daarvan om elektrische en elektronische apparatuur van een vergelijkbaar type te kopen.
0.Xx in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet indien onderzoek heeft uitgewezen dat alternatieve bestaande inzamelingsregelingen minstens even doeltreffend zijn en het resultaat van dat onderzoek beschikbaar is voor het publiek.
7. Artikel 6. Mogelijkheid producenten opzetten eigen innamesysteem voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particulieren
Onverminderd de artikelen 3 tot en met 5, mogen producenten innamesystemen voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens invoeren en exploiteren mits deze systemen in overeenstemming zijn met de doelstellingen van richtlijn nr. 2012/19/EU.
8. Artikel 7. Weigeren inname verontreinigde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur De inzameling en het achterlaten, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5, kan worden geweigerd indien de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur bij gebruik is verontreinigd en daardoor een risico voor de gezondheid of veiligheid oplevert voor medewerkers van degene die inneemt.
9. Artikel 8. Gescheiden inzameling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van andere dan particuliere huishoudens
Onverminderd artikel 14 draagt een producent zorg voor de gescheiden inzameling van afgedankte door hem in de handel gebrachte elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens.
10. Artikel 9. Vervoer en voorbereiding voor hergebruik van ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
0.Xx gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en het vervoer van die gescheiden ingezamelde apparatuur vindt zodanig plaats dat de voorbereiding voor hergebruik, recycling van die gescheiden ingezamelde apparatuur of de inperking van gevaarlijke stoffen optimaal kan plaatsvinden.
2.Met het oog op een optimale voorbereiding voor hergebruik van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt, waar dit passend is, in de inzamelpunten van inzamelingssystemen of inzamelfaciliteiten, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die moet worden voorbereid voor hergebruik, gescheiden van andere ingezamelde, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, met name door personeel van hergebruikcentra toegang ertoe te verlenen.
Artikel 10. Inzamelingspercentage Een producent draagt er zorg voor dat:
a. in 2014 en 2015, minimaal naar rato van de gemiddelde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur die door hem in het betreffende jaar in Nederland in de handel is gebracht, zijn aandeel in het inzamelingsniveau van ten minste 4 kilogram afgewerkte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens per inwoner per jaar, namens hem wordt ingezameld en verwerkt;
b. vanaf 2016 jaarlijks minimaal 45% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur die door hem in de voorgaande drie jaren in Nederland in de handel is gebracht, aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt; c. vanaf 2019 jaarlijks: 1°.minimaal 65% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur die door hem in de voorgaande drie jaren in Nederland in de handel is gebracht, aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt, of
2°.minimaal 85% van de door hem in het betreffende jaar in Nederland geproduceerde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt.
11. Artikel 11. Passende verwerking
1.Een verwerker van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur draagt er zorg voor dat gescheiden ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur passend wordt verwerkt overeenkomstig de minimale streefcijfers inzake nuttige toepassing van bijlage V van richtlijn nr. 2012/19/EU.
2.Passend verwerken als bedoeld in het eerste lid houdt ten minste in dat:
a. de verwerking, anders dan de voorbereiding voor hergebruik, en handelingen in verband met nuttige toepassing en recycling, de afzondering van alle vloeistoffen en een selectieve behandeling overeenkomstig bijlage VII van richtlijn nr. 2012/19/EU omvat;
b. de verwerking van de ingenomen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur geschiedt met gebruik van de beste beschikbare technieken;
c. de verwerking van de ingenomen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur geschiedt volgens de technische voorschriften van bijlage VIII van richtlijn nr. 2012/19/EU, en
d. ingenomen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt vanaf 1 juli 2015 verwerkt volgens WEEELABEX Treatment.
0.Xx afwijking van het tweede lid, onder d, worden afgedankte huishoudelijke toestellen die vluchtige fluorkoolstoffen of vluchtige koolwaterstoffen bevatten verwerkt volgens NEN-EN 50574.
4.Degene die ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur naar een ander land overbrengt draagt er zorg voor en toont voorafgaand aan de overbrenging aan dat deze passend zal worden verwerkt onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan het tweede lid of voldoet aan de minimumvoorschriften bedoeld in bijlage VI van richtlijn nr. 2012/19/EU.
5.Documenten inzake de overbrenging bedoeld in het vierde lid worden door degene die ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur doet overbrengen, ten minste vijf jaar bewaard.
12. Artikel 12. Vergunningen
Het bevoegd gezag verbindt zodanige voorschriften aan een omgevingsvergunning voor een inrichting waar afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt verwerkt, dat ten minste voldaan wordt aan de artikelen 8, tweede, derde en vijfde lid, en 11 van richtlijn nr. 2012/19/EU.
13. Artikel 13. Financiering met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens
1.Een producent draagt zorg voor de financiering van de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieu hygiënisch verantwoorde verwijdering van afgedankte, door hem geproduceerde, elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, voor zover het apparatuur betreft die na 13 augustus 2005 in de handel is gebracht.
2.Een producent die op de markt aanwezig is op het moment waarop de kosten ontstaan van het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens welke apparatuur op of voor 13 augustus 2005 in de handel is gebracht, draagt zorg voor de financiering van het beheer van die afgedankte apparatuur naar evenredigheid van zijn marktaandeel op het moment waarop de kosten van het afvalbeheer ontstaan.
0.Xx in het eerste en tweede lid genoemde zorg voor financiering begint bij de afgifte op de in artikel 3 bedoelde plaats alsmede bij de in artikel 4 genoemde distributeur.
4.Bij het in de handel brengen van elektrische en elektronische apparatuur als bedoeld in het eerste lid stelt de producent een waarborg waaruit blijkt dat de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieu hygiënisch verantwoorde verwijdering van die apparatuur, wanneer die wordt afgedankt, zal worden gefinancierd overeenkomstig het eerste lid.
0.Xx in het vierde lid bedoelde waarborg kan de vorm hebben van deelneming van de producent aan passende financiële regelingen voor de financiering van het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, een recycleverzekering of een geblokkeerde bankrekening.
14. Artikel 14. Financiering met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van andere gebruikers dan particuliere huishoudens
1.Een producent draagt zorg voor de financiering van de kosten voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieu hygiënisch verantwoorde verwijdering van door hem geproduceerde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, voor zover deze elektronische apparatuur na 13 augustus 2005 in de handel is gebracht.
2.Een ontdoener draagt zorg voor de financiering van de kosten voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieu hygiënisch verantwoorde verwijdering van door hem afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, voor zover deze elektronische apparatuur op of voor 13 augustus 2005 in de handel is gebracht. 0.Xx afwijking van het eerste en tweede lid, kunnen producenten en ontdoeners andere financieringsregelingen overeenkomen.
15. Artikel 15. Informatie voor gebruikers
1.Een producent die elektrische en elektronische apparatuur in de handel brengt draagt er zorg voor dat deze duidelijk is voorzien van het in bijlage IX van richtlijn nr. 2012/19/EU weergegeven symbool.
2.Indien het symbool overeenkomstig NEN-EN 50419 is aangebracht, is in ieder geval aan het eerste lid voldaan.
3.Indien dit wegens de afmetingen of de functie van de elektrische en elektronische apparatuur nodig is, wordt het symbool, bedoeld in het eerste lid, in afwijking van dat lid op de verpakking, de gebruiksaanwijzing en het garantiebewijs van de elektrische en elektronische apparatuur aangebracht.
16. Artikel 16. Informatie voor de verwerkingsinstallaties
1.Een producent die een nieuw type elektrische en elektronische apparatuur in de handel brengt, verstrekt uiterlijk binnen een jaar nadat hij deze apparatuur voor het eerst in Nederland in de handel heeft gebracht, kosteloos informatie over de voorbereiding voor hergebruik en de verwerking van deze apparatuur.
0.Xx informatie, bedoeld in het eerste lid, bevat aanwijzingen voor inrichtingen waar afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt verwerkt over de verschillende onderdelen en materialen van de apparatuur, en over de plaatsen in de apparatuur waar zich gevaarlijke stoffen en mengsels bevinden voor zover nodig voor deze inrichtingen om te kunnen voldoen aan deze regeling.
0.Xx informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt in de vorm van handboeken of via elektronische media verstrekt aan inrichtingen die de voorbereiding voor hergebruik verrichten of inrichtingen waar afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt verwerkt.
4.Elektrische en elektronische apparatuur waarbij na 13 augustus 2005 in de handel brengen heeft plaatsgevonden, is voorzien van de expliciete vermelding dat in de handel brengen na 13 augustus 2005 heeft plaatsgevonden.
17. Artikel 17. Ingebouwde batterijen en accu’s moeten eenvoudig uit afgedankte elektrische en elektronische apparatuur verwijderd kunnen worden
1.Het is verboden elektrische en elektronische apparatuur in te voeren, voor handelsdoeleinden voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen of uit te voeren indien de ingebouwde batterijen en accu’s niet eenvoudig uit de apparatuur gehaald kunnen worden.
2.Een gebruiksaanwijzing bij apparatuur vermeldt:
a. de wijze waarop de batterijen en accu’s uit de elektrische en elektronische apparatuur gehaald kunnen worden;
b. informatie over het type batterij of accu, dat in de elektrische en elektronische apparatuur is ingebouwd.
3.Een producent of distributeur levert bij de elektrische en elektronische apparatuur, waarin batterijen of accu’s zijn ingebouwd, een gebruiksaanwijzing die voldoet aan het tweede lid.
4.Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing wanneer een permanente verbinding tussen de elektrische en elektronische apparatuur en de batterij of accu vereist is voor de continuïteit van de stroomvoorziening vanwege: a. de veiligheid en de prestaties,
b. medische redenen, of
c. de data-integriteit.
18. Artikel 18. Register
0.Xx Stichting Nationaal (W)EEE Register gevestigd te Zoetermeer, draagt zorg voor de inrichting en het beheer van een register, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van richtlijn nr. 2012/19/EU, hierna te benoemen het register.
0.Xx gegevens in het register zijn zodanig en worden op een zodanige wijze geregistreerd dat:
a. voldaan wordt aan richtlijn nr. 2012/19/EU;
b. controle daarvan door degenen die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze regeling binnen een redelijke termijn mogelijk is, en
c. deze gedurende ten minste vijf jaar zijn te raadplegen.
3.Ten behoeve van de rapportage, bedoeld in artikel 16, vijfde lid, van richtlijn nr. 2012/19/EU rapporteert de instantie, bedoeld in het eerste lid, elk jaar voor 1 juli aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over het vorige kalenderjaar, de eerste keer te rekenen vanaf 14 februari 2014, ten minste:
x.xx totale hoeveelheid in Nederland in de handel gebrachte hoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur;
x.xx totale hoeveelheid verwerkte elektrische en elektronische apparatuur, xxx.xx resultaten met betrekking tot het behalen van de streefcijfers voor nuttige toepassing als bedoeld in bijlage V van richtlijn nr. 2012/19/EU.
Artikel 19. Registratie, informatie en rapportage
1.Een producent meldt zich bij het register.
2.Een producent of zijn gemachtigde verstrekt bij de registratie bedoeld in het eerste lid, de in deel A van bijlage X bij richtlijn nr. 2012/19/EU vermelde informatie en draagt er zorg voor dat deze informatie na registratie actueel blijft.
3.Een producent of zijn gemachtigde zendt, voor zover hij in dat jaar als producent werkzaam was, elk jaar voor 1 mei de in deel B van bijlage X van richtlijn nr. 2012/19/EU vermelde informatie over het voorafgaande kalenderjaar aan het register.
19. Artikel 20. Rapportage verwerkers van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur 1.Een verwerker aan wie in Nederland afgedankte elektrische en elektronische apparatuur is afgegeven voor nuttige toepassing meldt elk jaar voor 1 mei de door hem in het voorafgaande kalenderjaar verwerkte hoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur en de daarbij behaalde streefcijfers nuttige toepassing als bedoeld in bijlage V richtlijn nr. 2012/19/EU aan het register voor zover hij in dat jaar afgedankte elektronische en elektrische apparatuur heeft bewerkt of verwerkt.
0.Xx hoeveelheid verwerkte afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bedoeld in het eerste lid, wordt bij de melding gerangschikt in ten minste de categorieën aangegeven in bijlage I van richtlijn nr. 2012/19/EU.
20. Artikel 21. Gemachtigden
1.Een natuurlijke persoon of rechtspersoon gevestigd in Nederland kan door een producent die niet in Nederland is gevestigd en die elektrische en elektronische apparatuur in Nederland op de markt aanbiedt met een schriftelijk mandaat verantwoordelijk worden gesteld voor het nakomen van voor die producent, uit deze regeling voortvloeiende, verplichtingen.
2.Een producent die in Nederland is gevestigd en die elektrische en elektronische apparatuur in een andere lidstaat van de Europese Unie verkoopt, maar daar niet is gevestigd, stelt met een schriftelijk mandaat een natuurlijke persoon of rechtspersoon in die lidstaat verantwoordelijk voor het nakomen van zijn, uit richtlijn nr. 2012/19/EU voortvloeiende, verplichtingen.
21. Artikel 22
In artikel 3.44, eerste lid, onder i, van de Activiteitenregeling milieubeheer wordt ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur die overeenkomstig artikel 4 van die regeling is ingenomen’ vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van die regeling is ingenomen.
22. Artikel 23
Een wijziging van de bijlagen bij richtlijn nr. 2012/19/EU gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.
23. Artikel 24
De Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt ingetrokken met dien verstande dat artikel 16 van die regeling van toepassing blijft ten aanzien van de resultaten van de uitvoering van de artikelen 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 alsmede over de hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur in 2013.
24. Artikel 25
Deze regeling treedt in werking met ingang van 14 februari 2014. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 13 februari 2014, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
25. Artikel 26
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld
BIJLAGE 4 TARIEVEN VAN DE PRODUCTSTICHTING (2017)
1. Grote huishoudelijke apparaten
Artikelcod Productnaam (consument/dual use) | Stichting | Tarief (excl. btw) |
1/C01 Afzuigkap | Witgoed | € 0,145/stuk |
1/C02 Airco apparaat (los) | Witgoed | € 1,420/stuk |
1/C03 (Combi)magnetron | Witgoed | € 0,145/stuk |
1/C04 Diepvriezer | Witgoed | € 1,420/stuk |
1/C05 Barbecue/grill(oventje) | Witgoed | € 0,145/stuk |
1/C09 Kookplaat | Witgoed | € 0,145/stuk |
1/C10 Oven/fornuis (groot) | Witgoed | € 0,290/stuk |
1/C11 Vaatwasser | Witgoed | € 0,290/stuk |
1/C12 Ventilator/kachel (los) | Witgoed | € 0,145/stuk |
1/C13 Wasdroger | Witgoed | € 0,290/stuk |
1/C14 Wasmachine | Witgoed | € 0,290/stuk |
1/C16 (Combi)koelkast | Witgoed | € 1,420/stuk |
1/C17 Beertender/ijsblokjesmaker/elektrische koelbox | Witgoed | € 1,420/stuk |
1/C18 CV-/(combi)ketel/boiler/geiser | SMR | € 0,000 |
1/C19 Woonhuisventilator (ingebouwd) | SMR | € 0,120/kg |
Artikelcod Productnaam (professioneel) | Stichting | Tarief (excl. btw) |
1/P50 Airco apparaat (professioneel) | SMR | € 0,060/kg |
1/P52 Grootkeuken apparaat (gekoeld) | SMR | € 0,120/kg |
1/P53 Grootkeuken apparaat (ongekoeld) | SMR | € 0,050/kg |
1/P54 Koelmeubel (professioneel/groot) | SMR | € 0,110/kg |
1/P65 Verwarmings-/warmwaterapparaat | SMR | € 0,050/kg |
1/P67 Ventilatieapparaat (professioneel) | SMR | € 0,050/kg |
2. Kleine huishoudelijke apparaten | ||
Artikelcode Productnaam (consument/dual use) | Stichting | Tarief (excl. btw) |
2/C01 Friteuse | Witgoed | € 0,068/kg |
2/C02 Huishoudelijk apparaat (klein) | Witgoed | € 0,068/kg |
2/C03 Koffie-/espresso-apparaat | Witgoed | € 0,068/kg |
2/C04 Personal care apparaat | Witgoed | € 0,068/kg |
2/C05 Stofzuiger/(vloer)reiniger | Witgoed | € 0,068/kg |
2/C06 Textielbewerkingsapparaat | SMR | € 0,100/kg |
3. ICT- en Telecommunicatieapparatuur
Artikelcode | Productnaam (consument/dual use) | Stichting | Tarief (excl. btw) |
3/C02 | Desktop computer | ICT Milieu* | € 0,040/kg** |
3/C05 | Mobiele telefoon/smartphone | ICT Milieu* | € 0,040/kg** |
3/C06 | Monitor (flatscreen) | ICT Milieu* | € 0,154/kg |
3/C07 | Laptop | ICT Milieu* | € 0,040/kg** |
3/C08 | Printer/scanner | ICT Milieu* | € 0,040/kg** |
3/C09 | Tablet | ICT Milieu* | € 0,040/kg** |
3/C10 | I(C)T-/kantoorapparaat (klein) | ICT Milieu* | € 0,040/kg** |
Artikelcode | Productnaam (professioneel) | Stichting | Tarief/kilo (excl. |
3/P52 | I(C)T-/kantoor apparaat (professioneel/groot) | ICT Milieu* | € 0,000 |
* Voor lidmaatschap van ICT Milieu geldt een vaste administratieve bijdrage van € 200,-.
** Naast bovenstaande tarieven bestaat er een volumekorting voor bedrijven die meer dan 1 miljoen kilo aan ICT-apparaten (exclusief monitoren en professioneel ICT) op de Nederlandse markt zetten (put on market: pom). De korting wordt als volgt berekend: voor een pom hoger dan 1 mln kg wordt het tarief voor het hele volume verlaagd naar € 0,030/kg.
4. Consumentenapparatuur Beeld & Geluid
Artikelcode | Productnaam (consument/dual use) | Stichting | Tarief (excl. btw) |
4/C01 | Audio/video apparaat (draagbaar) | Bruingoed | € 0,060/kg |
4/C02 | Audio/video apparaat (niet draagbaar) | Bruingoed | € 0,060/kg |
4/C03 | TV/display (flatscreen) | Bruingoed | € 0,060/kg |
4/C06 | Elektrisch muziekinstrument | SMR | € 0,110/kg |
5. Verlichtingsapparatuur
Artikelcode Productnaam (consument/dual use) Stichting Tarief (excl. btw)
5/C01 Armatuur huishoudelijk (binnen & buiten) LightRec € 0,000
5/C02 Ledlamp (schroef fitting) LightRec € 0,140/stuk
5/C03 Spaarlamp (schroef fitting) CFL-i LightRec € 0,140/stuk
Artikelcod Productnaam (professioneel) Stichting Tarief (excl. btw)
5/P50 | Binnenarmatuur gasontlading (professioneel) | LightRec | € 0,420/stuk |
5/P51 | Buitenarmatuur gasontlading (professioneel) | LightRec | € 0,420/stuk |
5/P52 | Binnenarmatuur led (professioneel) | LightRec | € 0,420/stuk |
5/P53 | Buitenarmatuur led (professioneel) | LightRec | € 0,420/stuk |
0/X00 | Xxxxxxx (plug-in) | LightRec | € 0,140/stuk |
0/X00 | Xxxxxxx-/xxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx | LightRec | € 0,140/stuk |
5/P56 | Spaarlamp (plug-in) CFL-ni | LightRec | € 0,140/stuk |
5/P57 | TL lamp | LightRec | € 0,140/stuk |
6. Elektrisch gereedschap | |||
Artikelcode Productnaam (consument/dual use) | Stichting | Tarief (excl. btw) | |
6/C01 Elektrisch (hand)gereedschap | SVEG | € 0,060/kg | |
Artikelcode Productnaam (professioneel) | Stichting | Tarief (excl. btw) | |
6/P50 Elektrisch gereedschap (professioneel/groot) | SVEG | € 0,060/kg | |
7. Speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur | |||
Artikelcode Productnaam (consument/dual use) | Stichting | Tarief (excl. btw) | |
7/C01 Elektrisch speelgoed | SMR | € 0,060/kg | |
7/C02 Spelcomputer | SMR | € 0,020/kg | |
7/C03 Sport-/ontspanningsapparaat | SMR | € 0,060/kg | |
7/C04 Zonnebank/-hemel | Witgoed | € 0,290/stuk | |
8. Medische en gezondheidsmiddelen | |||
Artikelcode Productnaam (professioneel) | Stichting | Tarief (excl. btw) | |
8/P51 Medisch/gezondheidsapparaat klein (prof.) | SMR | € 0,120/kg | |
8/P53 Medisch/gezondheidsapparaat groot (prof.) | SMR | € 0,050/kg | |
9. Meet- en regelapparatuur | |||
Artikelcode Productnaam (consument/dual use) | Stichting | Tarief (excl. btw) | |
9/C01 Melder/sensor/schakelaar | SMR | € 0,120/kg | |
Artikelcode Productnaam (professioneel) | Stichting | Tarief (excl. btw) | |
9/P50 Meet-/regelapparaat (professioneel) | SMR | € 0,050/kg | |
10. Automaten | |||
Artikelcode Productnaam (professioneel) | Stichting | Tarief (excl. btw) |
10/P55 | Automaat (gekoeld) | SMR | € 0,080/kg | |
26. | 10/P56 Automaat (ongekoeld) SMR | € 0,050/kg |
BIJLAGE 5 BIJZONDERE VOORWAARDEN PER PRODUCTSTICHTING
1. Voor deelneming in de Stichting LightRec Nederland geldt dat een andere deelnemersovereenkomst door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu tot 31 december 2018 algemeen verbindend is verklaard (beschikking van 3 februari 2014, Staatscourant nr. 4189 van 12 februari 2014). Zolang deze algemeen verbindendverklaring van kracht is kan deze andere overeenkomst niet worden gewijzigd, ook niet door het aangaan van de onderhavige nieuwe deelnemersovereenkomst. De andere, lopende deelnemersovereenkomst van LightRec blijft daarom vooralsnog van toepassing. De Stichting LightRec Nederland zal zich beraden over het aanvragen van algemeen verbindendverklaring van de onderhavige nieuwe deelnemersovereenkomst. Stichting LightRec Nederland bedingt nadrukkelijk jegens de deelnemer en de deelnemer verklaart door aanvaarding van deze overeenkomst nadrukkelijk te aanvaarden dat de onderhavige nieuwe deelnemersovereenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat de geldende algemeen verbindendverklaring eindigt. Partijen verklaren dat de bedoelde andere deelnemersovereenkomst eindigt door de inwerkingtreding van deze nieuwe overeenkomst.
2. Voor deelneming aan de Stichting LightRec Nederland geldt in geval van een nieuwe algemeen verbindendverklaring, zoals in onderdeel 1 bedoeld, dat deelneming dan ook weer wettelijk verplicht is. Deelnemers die in Nederland Apparatuur in de handel brengen waarvoor de Stichting LightRec Nederland volgens de opsomming in Bijlage I actief is kunnen de bedoelde Apparatuur dan niet op grond van art. 2 lid 1 nadrukkelijk in Bijlage I uitsluiten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst. Zij kunnen de onderhavige overeenkomst dan ook niet vóór de einddatum van de periode van algemeen verbindendverklaring doen eindigen.
3. Een Deelnemer die Apparatuur op de Nederlandse markt in de handel brengt die valt binnen de activiteiten van Productstichting Stichting ICT Milieu dient conform de statuten van de stichting ICT Milieu tevens lid te zijn van “Nederland ICT, Vereniging van bedrijven in de sectoren
Informatietechnologie, Telecommunicatie, Kantoor, en bedrijven in aanverwante sectoren”, gevestigd te Woerden, voor zover hij voldoet aan de vereisten voor lidmaatschap in de statuten van Nederland ICT, tenzij hij op grond van de statuten van Nederland ICT geen lid kan worden van Nederland ICT of indien Nederland ICT besluit de deelnemer ontheffing te verlenen van lidmaatschap.
4. Voor deelneming aan de Stichting Metalektro Recycling geldt dat deze stichting onderzoekt of het wenselijk en mogelijk is dat de verschillende schakels in de distributieketen worden verplicht tot doorberekening in de keten van de door de deelnemer op grond van deze overeenkomst aan de stichting verschuldigde vergoeding, op basis van een door de stichting vast te stellen bedrag voor de verschillende apparaten. Indien de stichting daartoe zou besluiten, geldt als voorwaarde voor voortzetting van deelneming aan deze stichting dat de deelnemer vanaf een door de stichting te bepalen datum uitvoering geeft aan de doorberekening van de aan de stichting verschuldigde vergoeding in de distributieketen, door zichtbare opneming van de door de stichting vastgestelde bedragen per apparaat in de factuur aan zijn afnemer en door met zijn afnemer af te spreken dat deze de betrokken bedragen op zijn beurt op gelijke wijze zichtbaar doorberekent aan diens afnemer en met diens afnemer afspreekt dat deze zal zorgdragen voor dezelfde zichtbare doorberekening in de navolgende schakels in de distributieketen, op zodanige wijze dat de eindgebruiker uiteindelijk de door de stichting vastgestelde bedragen betaalt als zichtbare toeslag op de prijs van het apparaat