Overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Vlaams-Brusselse Media
Overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Vlaams-Brusselse Media
De ondergetekenden,
de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt de xxxx Xxxxxxxx Xxxxx, Vlaams minister van Brussel, Jeugd en Media, Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx hierna
genoemd ‘de Vlaamse Gemeenschap’ en
de Vlaamse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door mevrouw Xxxx Xxx xxx Xxxxxx, Collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Welzijn, Gezondheid, Gezin en Stedelijk Beleid, Sint- Xxxxxxxxxxxxx 00, 00xx verdieping, 0000 Xxxxxxx, hierna genoemd de ‘Vlaamse
Gemeenschapscommissie’ enerzijds en
de vzw Vlaams-Brusselse Media, gevestigd te 1050 Elsene, Flageyplein 18, hier vertegenwoordigd door de xxxx Xxxx Xxxxxxx, voorzitter van de Raad van Bestuur, en de xxxx Xxxx Xx Xxxxxxxxxx, algemeen directeur, anderzijds
Overwegende dat:
− het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad de politieke, administratieve, economische en culturele hoofdstad van Vlaanderen is;
− Brussel een kosmopolitische en veeltalige stad is waar de Vlaamse gemeenschap een culturele en taalkundige minderheid is;
− het noodzakelijk is om in Brussel het gebruik van de Nederlandse taal te stimuleren en te ondersteunen omdat een belangrijk deel van de honderdduizenden gebruikers van het Vlaamse netwerk van organisaties, verenigingen en voorzieningen in Brussel, anderstalig en Nederlandsonkundig is;
− de rol van de media en de manier waarop daarin over Brussel wordt gecommuniceerd in belangrijke mate medebepalend zijn voor de beeldvorming over de hoofdstad van Vlaanderen;
− de Brusselse actualiteit in het algemeen en de Nederlandstalige minderheid in Brussel in het bijzonder, beperkte aandacht krijgen in de traditionele Vlaamse geschreven pers en audiovisuele media;
− het in die context onontbeerlijk is dat er in Brussel sterke regionale Vlaamse media aanwezig zijn om er, in samenwerking met Muntpunt, het geïntegreerde informatie-, communicatie- en promotiebeleid van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie te helpen uitvoeren;
− de vzw Vlaams-Brusselse Media in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad een crossmediale werking ontplooit door het exploiteren van een door de Vlaamse Regering erkende regionale televisieomroeporganisatie en ten hoogste één door de Vlaamse Regering aangewezen lokale radio-omroeporganisatie conform het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, door het uitgeven van een periodieke publicatie en door het exploiteren van een digitaal ecosysteem, waar de website centraal staat en gebruik gemaakt wordt van sociale media, voor de creatie en distributie van content;
− de vzw Vlaams-Brusselse Media de Nederlandstalige en anderstalige Brusselaars, de expats en de Vlaamse pendelaars en studenten – en bij uitbreiding alle Vlamingen -, op kwaliteitsvolle en
objectieve wijze informeert over Brussel en hen verbindt rond het Brusselse mediamerk Bruzz dat hen dichter bij de (hoofd)stad, het Nederlands en de Vlaamse gemeenschap brengt;
− de vzw Vlaams-Brusselse Media aldus een specifieke maatschappelijke rol speelt ter ondersteuning van het Vlaamse beleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
− die rol niet wordt ingevuld door andere, overwegend Franstalige, Brusselse media die opereren volgens gangbare commerciële marktprincipes;
− de vzw Vlaams-Brusselse Media bijgevolg vanuit beleidsmatig oogpunt voldoende kansen moet krijgen om een zo groot mogelijk bereik en een grote specialisatie op het vlak van nieuws- en informatiecontent te kunnen realiseren;
− de overheidssteun die aan de vzw Vlaams-Brusselse Media op basis van onderhavige overeenkomst wordt toegekend:
o gerechtvaardigd is gezien het grote sociale en culturele belang van de dienstverlening van de vzw Vlaams-Brusselse Media voor de Vlaamse gemeenschap in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
o noodzakelijk is omdat die dienstverlening niet louter kan worden geleverd volgens een commerciële logica onder normale marktomstandigheden en de vzw Vlaams-Brusselse Media zonder overheidssteun niet leefbaar zou zijn binnen het Brusselse (media)landschap. Slechts 5,6 procent van de ca. 1,2 miljoen inwoners van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad leeft in een eentalig Nederlandstalig gezin. In 10,7% van de Brusselse gezinnen wordt Nederlands gesproken in combinatie met het Frans. Amper 16% van de Brusselaars zegt van zichzelf dat ze goed of uitstekend Nederlands spreken, in 2000 was dat nog 33 procent (bron: Taalbarometer 4 - Xxxx. Xx. Xxxx Xxxxxxxx, BRIO, Vrije Universiteit Brussel);
o verantwoord is omdat die dienstverlening een reële behoefte invult. Behalve de regionale bladzijden van de Brusselse/Vlaams-Brabantse edities van enkele Vlaamse kranten, zijn er geen Nederlandstalige mediakanalen waarvan de berichtgeving en het aanbod specifiek focussen op de Brusselse actualiteit en/of de Vlaamse gemeenschap als culturele en taalkundige minderheid in Brussel;
o en bijgevolg moet worden gezien als een compensatie voor een openbare dienst die door een private organisatie wordt behartigd en in overeenstemming is met het Besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
zijn het volgende overeengekomen:
Hoofdstuk I – Definities
Art. 1. In de overeenkomst wordt verstaan onder: 1° VG: de Vlaamse Gemeenschap;
2° VGC: de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
3° VBM: de vzw Vlaams-Brusselse Media;
4° administraties: de bevoegde administraties van de VG en VGC;
5° mediadecreet: het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie; 6° Brussel: het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
Hoofdstuk II - Voorwerp en duur van de overeenkomst
Art. 2. De VBM exploiteert onder de merknaam Bruzz:
1° een digitaal ecosysteem voor de creatie en distributie van content;
2° een door de Vlaamse Regering aangewezen lokale radio-omroeporganisatie; 3° een periodieke publicatie;
4° een door de Vlaamse Regering erkende regionale televisieomroeporganisatie. Het verzorgingsgebied van de door de VBM geëxploiteerde media is Brussel.
Art. 3. De overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2025.
Hoofdstuk III – Verbintenissen van de VG en de VGC
Art. 4.§1. De Vlaamse Regering en het College van de VGC kennen, binnen de perken van de daartoe ingeschreven kredieten in de algemene uitgavenbegroting van respectievelijk de VG en de VGC en voor de duur van de overeenkomst, elk een jaarlijkse werkingssubsidie toe aan de VBM ter compensatie van de netto-kosten gemaakt voor het uitvoeren van de openbare dienstverplichtingen zoals vermeld in de artikelen 8 en 9.
§2. De netto-kosten bedoeld in paragraaf 1 zijn het verschil tussen de kosten gemaakt voor het uitvoeren van de openbare dienstverplichtingen zoals vermeld in de artikelen 8 en 9 en alle met die activiteiten behaalde inkomsten.
§3. De kosten die specifiek gemaakt zijn voor andere activiteiten van de VBM, zoals vermeld in artikel 5, komen niet voor compensatie in aanmerking.
§4. Gemeenschappelijke kosten die verband houden met zowel de openbare dienstopdrachten als de andere activiteiten van de VBM worden evenredig toegerekend aan de activiteiten in het kader van de openbare dienst en de activiteiten die daarbuiten vallen, wanneer dat zinvol kan gebeuren.
Wanneer dat niet zinvol kan gebeuren, worden de gemeenschappelijke kosten toegerekend op basis van het verschil in de totale kosten van de onderneming mét de activiteiten die niet tot de openbare dienst behoren, en zonder die activiteiten. In dergelijke gevallen worden de kosten die volledig zijn toe te schrijven aan de activiteiten in het kader van de openbare dienst, maar die tegelijk ook ten goede komen aan de andere activiteiten, niet omgeslagen over de beide soorten activiteiten en worden ze volledig aan de activiteiten in het kader van de openbare dienst toegerekend.
Art. 5. Voor zover zij worden gemaakt voor het uitvoeren van de openbare dienstverplichtingen vermeld in de artikelen 8 en 9, komen de volgende kostenposten in aanmerking voor de werkingssubsidies vermeld in artikel 4, §1:
− de kosten voor de creatie van televisie- en radioprogramma’s, een periodieke publicatie en online content;
− de kosten voor de distributie van televisie- en radioprogramma’s, een periodieke publicatie en online content;
− de kosten voor het verwerven van programma’s geproduceerd door derde partijen;
− de kosten voor huisvesting en de aanschaf van uitrustingsgoederen;
− de kosten voor onderzoek en innovatie;
− de loonkosten, met uitzondering van de loonkosten i.v.m. de marketingactiviteiten van de VBM. De volgende kostenposten worden niet in aanmerking genomen:
− de loonkosten i.v.m. de marketingactiviteiten van de VBM
− de kosten voor strategische en juridische diensten;
− ruilen.
Art. 6.§1. De door de administraties laatst goedgekeurde financiële jaarrapportering van de vzw VBM geldt als parameter voor de bepaling van de hoogte van de compensatie voor het werkingsjaar 2021 van de VBM. Na toetsing van de betreffende inkomsten- en uitgavenposten voor de uitgevoerde activiteiten die kunnen worden gecatalogeerd onder de opdrachten en resultaatgebieden van algemeen economisch belang zoals opgesomd in de artikelen 8 en 9, wordt de samengevoegde werkingssubsidie aan de VBM voor het eerste jaar van de overeenkomst vastgesteld op 7.543.000 euro (5.973.000 euro van de VG en 1.570.000 euro van de VGC).
§2. Het jaarlijkse totale subsidiebedrag kan tijdens de looptijd van de overeenkomst worden verhoogd of verlaagd als gevolg van de economische conjunctuur, de evolutie van kostprijsfactoren, de evaluatie van de geleverde prestaties of wijzigingen aan de overeenkomst zoals bepaald in artikel 25.
Voor wat betreft de werkingssubsidie vanwege de Vlaamse Gemeenschap wordt de evolutie van gezondheidsindex, zoals gedefinieerd in het KB van 24 december 1993, jaarlijks doorgevoerd op het subsidiebedrag. Hierbij wordt rekening gehouden met mogelijke beperkingen zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering. Deze indexatie wordt jaarlijks uitgevoerd conform de vigerende bepalingen in verband met de indexering zoals bepaald in de begrotingsinstructies van de Vlaamse overheid voor dat jaar.
Art. 7. Een jaarlijks subsidiebesluit regelt de toekenning van de werkingssubsidie vanwege de VG. Het besluit wordt opgemaakt na controle en goedkeuring van het werkingsprogramma en de begroting vermeld in artikel 12 en bepaalt het bedrag van de subsidie en eventueel bijkomende voorwaarden die passen binnen de normale uitvoering van de overeenkomst. De middelen worden als volgt uitbetaald:
− de Vlaamse Gemeenschap engageert zich om het subsidiebesluit elk jaar voor 31 maart goed te keuren. Een eerste voorschot van 50% van het jaarlijks subsidiebedrag wordt uitbetaald na ondertekening van dit subsidiebesluit;
− een voorschot van 30% vanaf 1 juli van het kalenderjaar waarin de kosten die door de werkingssubsidie worden gecompenseerd, werden gemaakt;
− een saldo van 20%, na controle en goedkeuring van de functionele en financiële verantwoording vermeld in artikel 19, §1 en §2, in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de kosten die door de werkingssubsidie worden gecompenseerd, werden gemaakt.
De werkingssubsidie vanwege de VGC wordt trimestrieel uitbetaald, cfr. collegebesluit nr. 20122013- 0515 van 25 april 2013 houdende het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies.
Hoofdstuk IV – Verbintenissen van de VBM
Afdeling 1 – Opdrachten
Art. 8. De VBM verbindt zich er toe om de volgende openbare dienstverplichtingen te vervullen, waarover overeenkomstig artikel 19, §1 van deze overeenkomst wordt gerapporteerd:
1° De VBM levert een bijdrage tot het informatie- , communicatie- en promotiebeleid van de VG en de VGC en tot het beleid dat streeft naar een dynamische gemeenschapsvorming op maat van Brussel. Dit doet de VBM op de volgende manier:
− De VBM informeert een zo breed en divers mogelijk publiek over de VG en de VGC en hun voorzieningen in Brussel, over het brede Nederlandstalige netwerk van organisaties en verenigingen in Brussel, en bericht over andere stadsinformatie en –actualiteit. De VBM verhoogt haar relevantie binnen het Brusselse weefsel, onder meer door een breed publiek uit de verschillende gemeenschappen te bereiken, met focus op jonge en anderstalige doelgroepen. De VBM organiseert een periodieke rapportering over het bereik.
− De VBM versterkt mee de band tussen de Vlaamse gemeenschap en Brussel en de kennis over Brussel. Dit doet ze door correcte en genuanceerde informatie- en nieuwscontent te maken die relevant is voor Nederlandstalige mediagebruikers in Vlaanderen en Brussel, en die niet wordt gedreven door commerciële en politieke belangen en die crossmediaal werkt, zoals bepaald in artikel 9.
− De VBM heeft aandacht voor een veelzijdige en evenwichtige beeldvorming over de hoofdstad en haar gemeenschappen, de internationale uitstraling van Brussel en de strategische promotie van Brussel. De VBM verzorgt berichtgeving over bepalende gebeurtenissen zoals de verkiezingen en over beeldbepalende activiteiten zoals de 11 juliviering.
− De VBM verzorgt gemeenschapsberichtgeving die de afstemming en interactie van het Vlaamse informatie-, communicatie- en promotiebeleid tussen Brussel en zijn hinterland ondersteunt.
− De VBM ontwikkelt zich verder t.a.v. andere media als leverancier van en de betrouwbare informatiebron en referentiepunt voor actualiteit uit en over Brussel (van politiek, economie, financiën, sociale aangelegenheden, sport, cultuur en entertainment tot faits divers).
2° De VBM stimuleert de verdere ontwikkeling van de Vlaamse gemeenschapsvorming in Brussel en levert een actieve bijdrage aan de verspreiding ervan. De VBM bevordert de communicatie en de burgerschapsvorming onder de Brusselse bevolking op volgende wijze:
− De VBM bericht over het brede maatschappelijke leven in Brussel in al zijn aspecten, vanuit stedelijk én gemeenschapsperspectief, en t.a.v. zowel de Vlaamse gemeenschap als de andere gemeenschappen. Zo stimuleert de VBM de openheid van de Nederlandstalige Brusselaars naar de andere gemeenschappen op een eigentijdse manier en ondersteunt ze en draagt ze bij tot een wederzijds begrip en respect.
− De VBM ondersteunt initiatieven van burgers, overheden, organisaties of verenigingen die het Brusselse sociale weefsel versterken, of initieert ze (bijvoorbeeld solidariteitsacties).
− De VBM bevordert interactie en co-creatie.
3° De VBM treedt in het multiculturele, meertalige en internationaal georiënteerde Brussel op als een volwaardige en grootstedelijke partner voor Nederlandstalige overheden en organisaties. Dit doet ze op volgende wijze:
− De VBM integreert de Brusselse stedelijke diversiteit in haar organisatie op alle niveaus, en in haar werking en berichtgeving.
− De VBM ondersteunt het Nederlandstalige netwerk in Brussel promotioneel.
− De VBM ontwikkelt verder structurele samenwerkingsverbanden en prioritaire partnerships met Muntpunt, de VRT en andere regionale mediaorganisaties.
− De VBM gebruikt het Nederlands als standaardtaal en stelt een correct Nederlands taalgebruik in de verschillende mediakanalen centraal;
− De VBM draagt bij om de taalkundige en culturele verscheidenheid in Brussel te waarborgen door het gebruik en de kennis van het Nederlands mee te stimuleren. Meertalige redactionele elementen kunnen worden ingezet waarbij meertaligheid geen doel op zich is. Het is een middel om mensen dichter bij elkaar en bij het Nederlandstalige netwerk in Brussel te brengen. In die context is de rol van BRUZZ het Nederlands en de meertaligheid in Brussel versterken. De VBM beschikt hieromtrent over een coherent taalbeleid.
4° De VBM neemt een rol als incubator van (Brussels) talent op, zowel binnen de eigen organisatie (praktijkervaring mogelijk maken) als daarbuiten (door haar platformen ter beschikking te stellen van jonge creatieve Brusselaars).
5° De voormelde openbare dienstverplichtingen doen geen afbreuk aan het feit dat tegelijkertijd VBM handelt als btw-plichtige (dienstverlener) in het kader van een (gesubsidieerde) economische activiteit.
Art. 9.§1. De VBM werkt crossmediaal, waarbij het eigen online medium de centrale motor is. De crossmediale werking als hart van de organisatie wordt verder verfijnd en geoptimaliseerd, met het oog op een zo breed mogelijke toegankelijkheid. De VBM zal daarnaast ook aan meer live berichtgeving doen.
§2. In uitvoering van de opdrachten vermeld in artikel 8, produceert de VBM onder andere informatie over de maatschappelijke, sociaal-culturele, economische, politieke en sportieve actualiteit en andere gemeenschapsmateries, inclusief de transversale beleidsthema’s gelijke kansen, armoede en integratie in Brussel. De VBM zorgt ook voor de regionale vertaling van nationale en lokale nieuwsitems die betekenisvol zijn voor Nederlandstalige inwoners en bezoekers van Brussel. Daartoe werkt ze aan de volgende openbare dienstverplichtingen, waarover overeenkomstig artikel 19, §1 van deze overeenkomst wordt gerapporteerd:
1° voor het online medium:
− De VBM beheert een digitaal ecosysteem dat de relevante digitale kanalen benut om aan de gebruiker toegang te geven tot het aanbod. Het digitaal ecosysteem wordt gepositioneerd als slagkrachtig en toonaangevend VBM-speerpunt van het nieuws in Brussel.
− De VBM ondersteunt in samenwerking met Muntpunt en andere partners het geïntegreerde informatie-, communicatie- en promotiebeleid van de VG en de VGC. Zo neemt ze onder meer
een redactionele gidsfunctie op wat betreft de sociaal-culturele content, en ontwikkelt ze partnerschappen met de media en operatoren actief in cultuurcommunicatie om redactionele inhoud of multimedia-inhoud uit te wisselen.
2° voor het medium radio:
− De VBM voert de decretale opdrachten zoals vastgelegd in artikel 145 van het mediadecreet uit.
− De VBM biedt een dagelijkse, volwaardige radioprogrammering aan met een dag- en avondzendschema. Het programma-aanbod omvat minstens:
o journaals (om het uur);
o servicenieuws en praktische info;
o een gevarieerd aanbod aan muziekprogramma’s.
− De VBM verhoogt de verbondenheid met de lokale gemeenschappen door in Brussel regelmatig captatie-uitzendingen te produceren vanop grote evenementen.
3° voor het medium print:
− De VBM produceert een Nederlandstalige publicatie die ten minste 46 keer per jaar verschijnt De publicatie richt zich prioritair tot de Nederlandstalige inwoners en bezoekers van Brussel.
− De VBM verdeelt de publicatie via abonnementen en een zeer grote penetratie, zichtbaarheid en aanwezigheid in Brussel (en het Vlaams gewest) via onder meer een divers netwerk van losse distributiepunten.
4° voor het medium televisie:
− De VBM voert de decretale opdrachten zoals vastgelegd in artikel 165 van het mediadecreet uit.
− De VBM komt de generieke en specifieke verbintenissen zoals vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst 2018-2022 van 15 juni 2018 tussen de Vlaamse Regering en de VBM na.
− De VBM biedt een journaal (op weekdagen, 260 afleveringen per jaar) aan, ook online.
− De VBM biedt een internationaal anderstalig weekendmagazine (minstens 40 afleveringen per jaar) aan dat de kijker laat kennismaken met de Brusselse stedelijke diversiteit, en dat ook verspreid wordt via de online kanalen.
− De VBM biedt een weekoverzicht aan, het ganse jaar door, met een selectie van het nieuws van de voorbije week uit Brussel. Het programma wordt gecompileerd uit het dagelijkse journaal en
reportages uit andere (eigen) programma’s als de actualiteit daarom vraagt. Het programma wordt wekelijks uitgezonden door de VBM en wordt ook online aangeboden.
− De VBM ondertitelt het journaal in het Nederlands, het Frans en het Engels. 5° samenwerking:
In het kader van haar ambitie om het referentiepunt te zijn voor andere media voor nieuws uit Brussel werkt de VBM intensief samen, zowel op redactioneel als promotioneel, met andere media en relevante Brusselse actoren (bijvoorbeeld uitwisseling en overname van content, regelmatig overleg, enzovoort). Een samenwerking met de VRT voor de uitzending van het televisieweekoverzicht op Eén en VRT Nu, is hiervoor belangrijk.
Art. 10.§1. De VBM heeft het recht andere activiteiten te verrichten dan die vermeld in de artikelen 8 en 9, op voorwaarde dat:
1° die activiteiten samenhangen of verband houden met de openbare dienstopdrachten van de VBM;
2° die activiteiten niet worden gefinancierd met de werkingssubsidie vermeld in artikel 14, behoudens in het geval vermeld in artikel 4, § 4, tweede lid;
3° een gescheiden boekhouding wordt gevoerd voor de kosten en inkomsten die met die activiteiten verband houden;
4° de activiteiten tegen marktconforme voorwaarden worden uitgevoerd en geen ernstige concurrentieverstoring met zich meebrengen.
§2. Voor het financieren van de activiteiten vermeld in paragraaf 1, kan de VBM overeenkomsten sluiten met derden, voor zover die de uitvoering van de openbare dienstopdrachten vermeld in de artikelen 8 en 9 niet in het gedrang brengen.
Afdeling 2 – Specifieke verbintenissen
Art. 11.§1. In het kader van deze overeenkomst wordt door VBM een door de Raad van Bestuur en Algemene Vergadering goedgekeurd voorstel van meerjarenbeleidsplan 2021-2025 op gesteld met minstens de volgende elementen:
− een omgevingsanalyse;
− de visie van de VBM op de beleidsuitdagingen en de ontwikkelingen in haar werkveld;
− de inhoudelijke strategie: strategische en operationele doelstellingen met bijhorende acties, te bereiken resultaten, meetindicatoren, kwaliteitsindicatoren voor de nieuws- en informatiecontent, benchmarking, en instrumenten en werkmethoden die de VBM wil inzetten om haar doelstellingen te bereiken;
− de beheersmatige strategie: een personeelsplan, een logistiek plan en een financieel plan; een meerjarenplanning met aanduiding van de prioriteiten t.a.v. bovenvermelde elementen;
− een financiële bijlage met een meerjarenbegroting.
§2. Na aanvaarding door de Vlaamse Regering en het College van de VGC geldt het meerjarenbeleidsplan als basis voor het beleid van de VBM en de uitvoering van de opdrachten en resultaatgebieden vermeld in de artikelen 8 en 9. Het wordt als bijlage bij de overeenkomst gevoegd.
§3. Het meerjarenbeleidsplan kan tijdens de looptijd van de overeenkomst, na onderling overleg tussen de partijen, worden aangepast n.a.v. nieuwe ontwikkelingen i.v.m. het voorwerp en de duur van de overeenkomst.
Art. 12.§1. De VBM bezorgt jaarlijks, vóór 1 december, een door de Algemene Vergadering goedgekeurd werkingsprogramma en goedgekeurde begroting voor het volgende kalenderjaar aan de administraties.
§2. Het werkingsprogramma beschrijft hoe de VBM tijdens het betreffende kalenderjaar de beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in het meerjarenbeleidsplan zal realiseren. Het wordt opgesteld volgens hetzelfde stramien als het meerjarenbeleidsplan en omschrijft minstens de beoogde resultaten en de concrete acties (inclusief financiële raming, planning, timing, meetindicatoren en benchmarking), alsook de invulling van de beheersmatige strategie. Tevens geeft
het aan of er wordt afgeweken van de vooropgestelde planning in het meerjarenbeleidsplan, en zo ja op welke wijze en om welke reden.
Art. 13.§1. De boekhouding van de VBM wordt gevoerd conform de bepalingen van de wet van 17 juli 2013 houdende invoeging van Boek III " Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen ", in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek III en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek III, in boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen.
§2. In de boekhouding van de VBM worden de kosten en inkomsten die verband houden met de openbare dienstopdrachten vermeld in de artikelen 8 en 9, en die van de andere activiteiten van de VBM, gescheiden opgenomen, alsook de parameters voor de toerekening van die kosten en inkomsten.
Art. 14.§1. Met het deel van de toegekende subsidie dat de totale uitgaven van het werkingsjaar overschrijdt, kan een reserve worden aangelegd ten belope van maximaal 20% van het subsidiebedrag. De totale gecumuleerde reserves kunnen maximaal 50% van de op jaarbasis toegekende subsidie bedragen. De eigen financiële inbreng die niet voortkomt uit overheidssubsidies mag zonder beperkingen als reserve worden aangelegd.
§2. Jaarlijks controleren de subsidiërende overheden of de werkingssubsidie de netto-kosten van de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen zoals vermeld in de artikelen 8 en 9 niet overschrijdt.
Indien bij die controle overcompensatie wordt vastgesteld, moet alle ontvangen overcompensatie onverwijld door de VBM worden terugbetaald aan de subsidiërende overheden, te verdelen a rato van de werkingssubsidie die zij elk hadden toegekend. De parameters voor het bepalen van de werkingssubsidie worden desgevallend voor de toekomst aangepast.
Als het bedrag van de ontvangen overcompensatie evenwel niet meer dan 10 % van het bedrag van de gemiddelde jaarlijkse werkingssubsidie in die periode bedraagt, mag deze overcompensatie naar de volgende periode worden overgedragen. Ze wordt op de voor die periode te betalen subsidie in mindering gebracht.
§3. Het deel van de werkingssubsidie dat de netto-kosten van de openbare dienstopdrachten overschrijdt, mag hoe dan ook niet worden gebruikt voor activiteiten die buiten het kader van de openbare dienst vallen. Na afloop van deze samenwerkingsovereenkomst mag de niet-aangewende gecumuleerde reserve eveneens enkel gebruikt worden voor activiteiten binnen het kader van de openbare dienst, tenzij een samenwerkingsovereenkomst voor een nieuwe beleidsperiode anders bepaalt.
Art. 15. De VBM werkt volgens de principes van behoorlijk bestuur en stelt duurzaamheid centraal in haar werking. Dat impliceert:
− een correcte en efficiënte bestuurs-, team-, organisatie- en managementcultuur (open en publieke aanwervings- en bevorderingsprocedures, welzijnsbeleid op de werkvloer, talentmanagement, gelijke kansen- en diversiteitsbeleid, duurzaam ondernemen enzovoort);
− een gezond financieel beleid met marktconforme productie-, investerings- en personeelsbudgetten en kostenbewuste omgang met de door de overheid toegekende middelen;
− volledige transparantie over de middelen;
− de naleving van artikel 16 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid (verbod op discriminatie op grond van de volgende
beschermde criteria: geslacht, genderidentiteit, genderexpressie, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, of nationale of etnische afstamming ). De VBM trekt nieuw talent uit diverse doelgroepen aan en streeft naar een evenredige arbeidsdeelname van vrouwen, personen met een migratieachtergrond en personen met een handicap.
Art. 16.§1. Berichtgeving en informatieverstrekking over Brussel vormen de corebusiness van de VBM. Ze voert die op een kwalitatieve en deontologisch verantwoorde manier uit. Haar mediakanalen zijn betrouwbare en deskundige gidsen die op een toegankelijke, correcte en genuanceerde manier berichten en informeren, zonder uitsluiting van een kritische aanpak of toon. Betrouwbaarheid, geloofwaardigheid en onpartijdigheid zijn kernwaarden van de VBM. De VBM laat op haar website en op haar verschillende mediakanalen een breed geschakeerd palet aan opinies aan bod komen.
De VBM waakt over de kwaliteit van haar content. Haar geïntegreerde kwaliteitsbewaking behelst minstens de volgende elementen en instrumenten:
− Een redactiestatuut en een deontologische code;
− Redactionele onafhankelijkheid;
− Een organisatiecultuur die oog heeft voor journalistieke kennisverwerving en –deling, met bijzondere focus op de politieke, maatschappelijke, economische, culturele en internationale rol van Brussel. Dossierkennis, specialisatie, deontologie, beeldvorming, diversiteit en vaktechnische competentieontwikkeling (bijvoorbeeld interviewtechnieken) zijn daarin prioritair;
− Zowel inhoudelijke als productionele hoge kwaliteitsstandaarden (bijvoorbeeld door te focussen op informatie en duiding en te fungeren als laboratoriumfunctie voor nieuwe opnamemethodes, montagetechnieken en dergelijke);
− Een divers maar evenwichtig en vakbekwaam netwerk van externe (referentie)bronnen, klankborden en toetsstenen;
− Een transparante organisatie en werking van de redacties;
− Een inhoudelijke en kwalitatieve bijsturing van de content op basis van interne en externe studies;
− Een periodieke rapportering over de waardering van de Vlaamse en Brusselse mediagebruiker voor het aanbod van de VBM.
§2. De VBM incorporeert de in dit artikel opgesomde kwaliteitselementen en –instrumenten in haar meerjarenbeleidsplan en rapporteert over de toepassing ervan in haar jaarlijkse functionele verantwoording.
§3. De VBM erkent de Raad voor Journalistiek en respecteert de Code van de Raad voor de Journalistiek.
Art. 17. In de beheersorganen van de VBM worden specialisten opgenomen die bestuurskundig of deskundig zijn op het gebied van de doelstellingen van de rechtspersoon en die een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de werking van de VBM, rekening houdend met filosofische, sociale, culturele en regionale criteria. De VBM besteedt aandacht aan de representativiteit van divers Brussel op alle niveaus van de organisatie, inclusief de beheersorganen.
Art. 18. De VBM vermeldt op al haar informatiedragers (publicaties, affiches, uitnodigingen, brochures, advertenties, websites, flyers enzovoort) en in relevante externe communicaties
(persberichten, audiovisuele boodschappen enzovoort) de officiële logo’s van de VG en de VGC, conform hun respectievelijke huisstijl.
Hoofdstuk V – Toezicht
Art. 19.§1. Met het oog op de uitoefening van het toezicht op de naleving van de bepalingen van de overeenkomst en de aanwending van de middelen die haar daarvoor door de VG en de VGC ter beschikking worden gesteld, bezorgt de VBM jaarlijks een door de Algemene Vergadering goedgekeurde functionele en financiële verantwoording voor het voorbije werkingsjaar aan de administraties.
De functionele verantwoording omvat:
− een jaarverslag over de uitvoering van de overeenkomst, in het bijzonder van de opdrachten en openbare dienstverplichtingen vermeld in de artikelen 8 en 9, waarin de mate van realisatie van de strategische en operationele doelstellingen zoals vastgelegd in het meerjarenbeleidsplan en geconcretiseerd in het werkingsprogramma voor het betreffende werkingsjaar, wordt aangetoond. In het geval dat de vooropgestelde resultaten niet of onvoldoende werden bereikt, worden de vermoedelijke oorzaken daarvan opgesomd, alsook eventuele suggesties voor correctieve acties en bijsturing van het gevoerde beleid, het meerjarenbeleidsplan of de overeenkomst;
− een concreet overzicht van alle gevoerde activiteiten, inclusief kostenplaatje, in relatie tot de opdrachten vermeld in de artikelen 8 en 9;
− een overzicht van de acties m.b.t. de geïntegreerde kwaliteitsbewaking van de content vermeld in artikel 16, §1 en een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitscontrole over de betrouwbaarheid van de berichtgeving.
De financiële verantwoording omvat:
− een resultatenrekening;
− de verantwoordingsstukken die betrekking hebben op de te verantwoorden subsidie;
− balans van activa en passiva;
− een toelichting bij de resultatenrekening en balans;
− de verslagen van de bestuursorganen m.b.t. de goedkeuring van de rekeningen en de begroting en een verslag van een bedrijfsrevisor die lid is van het Instituut der Bedrijfsrevisoren of van een externe accountant.
De financiële verantwoording, met uitzondering van de verantwoordingsstukken, heeft betrekking op de volledige werking van de VBM en wordt opgesteld volgens de bepalingen van artikel 13.
§2. De VBM bezorgt de functionele en financiële verantwoording aan de administraties tegen uiterlijk 30 juni van het jaar volgend op het werkingsjaar waarop ze betrekking hebben.
§3. De VBM verbindt er zich toe om op elk moment buiten de opgelegde rapporteringstermijnen en – verplichtingen de administraties te informeren over dreigende afwijkingen in de naleving en uitvoering van de overeenkomst en de begroting zoals vastgelegd in het werkingsprogramma.
Art. 20. De VG en de VGC wijzen elk een toezichthoudende ambtenaar aan. Zij worden door de VBM als waarnemer zonder stemrecht uitgenodigd op alle vergaderingen van de bestuursorganen van de
vereniging en ontvangen daartoe alle benodigde informatie en documenten. De toezichthoudende ambtenaren kunnen te allen tijde bilateraal overleg vragen met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de algemeen directeur van de VBM.
Hoofdstuk VI – Controle en sanctionering
Art. 21. §1. De administraties controleren elk jaar en elk voor zich de functionele en financiële verantwoording van de VBM. Als wordt vastgesteld dat de bepalingen van de overeenkomst werden nageleefd, de openbare dienstopdrachten vermeld in de artikelen 8 en 9 werden uitgevoerd, de beoogde resultaten en concrete acties uit het werkingsprogramma werden gerealiseerd en de al ter beschikking gestelde middelen correct werden aangewend en niet volstaan om de netto-kosten voor de uitvoering van de openbare dienstopdrachten vermeld in de artikelen 8 en 9 te compenseren, wordt het saldo van de subsidie vereffend overeenkomstig artikel 7 en met inachtneming van de bepalingen van artikel 14.
§2. Als één van de administraties vaststelt dat aan de voorwaarden om de subsidie te vereffenen overeenkomstig artikel 7, niet of slechts gedeeltelijk werd voldaan, stelt ze de VBM daarvan schriftelijk op de hoogte. De VBM krijgt de mogelijkheid om binnen de veertien dagen te reageren op de opmerkingen van de administratie en/of bijkomende informatie en/of bewijzen aan te leveren. Na afloop van die termijn beslist de administratie of een gehele of gedeeltelijke inhouding van het verschuldigde saldo of de terugvordering van voorschotten gewettigd is en deelt haar gemotiveerde beslissing mee aan de VBM.
Art. 22. Als één van de administraties tijdens de duur van de overeenkomst oordeelt dat de VBM niet langer voldoet aan de subsidiëringsvoorwaarden of zwaarwegende feiten in hoofde van de VBM de beëindiging van de overeenkomst in het belang van de VG en/of de VGC verantwoorden, brengt ze de VBM schriftelijk en aangetekend op de hoogte van de vastgestelde overtredingen.
Binnen de dertig dagen na ontvangst van het aangetekend schrijven kan de VBM aan de initiërende administratie haar standpunt over de vastgestelde overtredingen schriftelijk en aangetekend meedelen. Na afloop van die termijn stelt de initiërende administratie een gemotiveerd advies op over mogelijke sancties en legt dat ter beslissing voor aan de Vlaamse Regering of het College van de VGC. De uiteindelijke beslissing wordt aan de VBM meegedeeld per aangetekende brief.
Art. 23. De initiërende administratie houdt de andere administratie te allen tijde, tijdig en schriftelijk op de hoogte van het verloop van de processen vermeld in artikel 21, §2 en artikel 22, en bezorgt haar een afschrift van alle relevante stukken.
Art. 24. De VBM erkent het inlichtingenrecht van de administraties en het Rekenhof m.b.t. alle documenten en informatie, ook de bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke. Het Rekenhof mag te allen tijde aan of via de administraties bijkomende documenten opvragen. De administraties mogen op ieder ogenblik controles ter plaatse uitvoeren en bijkomende informatie en documentatie opvragen, ook aan de organisaties waaraan de VBM de uitvoering van bepaalde taken of een onderdeel daarvan heeft uitbesteed.
De Vlaamse Regulator voor de Media houdt, conform artikel 218 van het mediadecreet, toezicht op de naleving door de VBM van het mediadecreet en zijn uitvoeringsbesluiten.
Hoofdstuk VII – Aanpassing en verlenging van de overeenkomst
Art. 25. Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin de VBM actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door de interventie van de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting of het Collegelid van de