Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
rubriek B (14)
BIJZONDERE VOORWAARDEN CASCOVERZEKERING
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
In deze rubriek wordt verstaan onder
Verzekerden
de verzekeringnemer en verder een ieder die houder of bestuurder van het motorrijtuig is.
Cataloguswaarde/nieuwwaarde
de prijs van het verzekerde motorrijtuig zoals die in de catalogus van de fabrikant of importeur is vermeld, inclusief alle door de fabrikant af-fabriek aangebrachte opties en alle door de dealer voor 1e aflevering
van het motorrijtuig aangebrachte/gemonteerde accessoires.
Accessoires
zaken die duurzaam op, in of aan het motorrijtuig zijn bevestigd en dienen ter bevordering van het comfort, de veiligheid dan wel ter ver- siering of verfraaiing van het motorrijtuig.
Niet als accessoires worden aangemerkt: mobilofoon, (mobiele) tele- foon, beeld- en geluidsdragers, radardetectiesysteem. Alle niet af-fabriek en alle na de 1e aflevering (door de dealer) van het motorrijtuig op, aan
of in het motorrijtuig gemonteerde/aangebrachte accessoires zijn meeverzekerd tot een gezamenlijk bedrag van ten hoogste € 1000,–. Wanneer de waarde van de hier bedoelde accessoires meer bedraagt dan
€ 1000,– zijn zij voor het meerdere slechts meeverzekerd indien de meerwaarde apart werd opgeven en over deze meerwaarde premie werd berekend. Daarnaast zijn, tot een bedrag van maximaal € 500,– mee- verzekerd: fietsdrager, (ski)box, dakdraagsteun(en), caravanspiegel(s), wegenkaart(en), stratenboek, verbanddoos, lifehammer, kinderzitje, autogereedschap, brandblusser en gevarendriehoek, mits die zich op, aan of in het motorrijtuig bevinden.
Aanschafwaarde
de prijs die door verzekeringnemer bij de aanschaf van het verzekerde motorrijtuig, waarvan hij/zij niet de 1e eigenaar is, werd betaald.
Dagwaarde
het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van een naar soort, kwaliteit, staat van onderhoud en ouderdom gelijkwaardig motorrijtuig, voorzien van dezelfde accessoires en garantievoorwaarden.
Winkelwaarde
het bedrag dat xxxxxxxxx nodig is om de zaken die verloren zijn gegaan opnieuw aan te schaffen.
FOCWA Eurogarant bedrijf
een schadeherstelbedrijf aangesloten bij de Focwa Eurogarant bedrijven, herkenbaar aan het Focwa Eurogarant bedrijf-logo. De maatschappij heeft met veel (niet alle!!) van deze bedrijven een samenwerkingsover- eenkomst gesloten die voor verzekerden voordelen met zich meebrengt. Informeer alvorens het motorrijtuig ter reparatie aan te bieden of er een overeenkomst met de maatschappij is zodat van de voordelen gebruik kan wordengemaakt.
Artikel 2 - Omvang van de dekking
Op het polisblad is vermeld, welke dekking van kracht is.
I. De maatschappij vergoedt aan de verzekeringnemer schade aan of verlies van het motorrijtuig, zijn onderdelen of meeverzekerde accessoires, ontstaan door
- (cascodekking)
A. botsen, omslaan, slippen, van de weg of te water geraken, kwaadwillige beschadiging en andere plotseling van buiten komende onheilen, alsmede door de onder B, C en D omschreven gevaren;
- (beperkte cascodekking)
B. brand, blikseminslag, explosie, kortsluiting of zelfontbranding;
C. diefstal (waaronder begrepen joyriding) en verduistering door anderen dan de verzekeringnemer;
D. 1. ruitbreuk, niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig behoudens door scherven van de ruit;
2. botsing met loslopende dieren en met vogels op de openbare weg voor zover deze schade bij die botsing met het dier of de vogel is toegebracht;
05-06
3. vulkanische uitbarsting, lawines, overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, aardverschuiving, vallend gesteente, instorting;
4. door storm vallende voorwerpen en het door storm omwaaien van het motorrijtuig (onder storm wordt verstaan een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde);
5. vallende luchtvaartuigen, onderdelen daarvan of uit luchtvaartuigen vallende voorwerpen;
6. van buiten komende onheilen tijdens het vervoer van het motor- rijtuig per schip, auto, trein of vliegtuig door een beroepsvervoerder, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en slepen en schade als krassen, schrammen, afsplinteringen, afschilferingen en verkleuring;
7. verontreiniging van de bekleding als gevolg van het kosteloos vervoeren van gewonden ten gevolge van een verkeersongeval.
De gebeurtenissen als onder A, B en D genoemd zijn ook gedekt, als zij het gevolg zijn van de aard of een gebrek van de zaak.
II. Verder worden vergoed
1. de bijdrage, die overeenkomstig de wettelijke bepalingen wordt gevorderd in de averij-grosse;
2. de kosten van bewaking en van vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde reparatie-inrichting.
In geval van schade als bedoeld onder C kunnen aan de verzekering geen rechten worden ontleend, wanneer het vermiste binnen 1 maand na vermissing wordt teruggevonden, behoudens t.a.v. schade die tijdens de bezitsonttrekking aan het motorrijtuig is toegebracht en de in artikel 5 sub b van deze rubriek genoemde vergoeding per dag.
Artikel 3 - Uitsluitingen
Geen vergoeding zal plaatsvinden voor
a. schade ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig zodanig onder invloed van alcoholhoudende drank, geneesmiddelen of een bedwelmend middel verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht een motorrijtuig naar behoren te besturen. Van het niet in staat worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen - in de hiervoor bedoelde zin - is in ieder geval sprake indien het bloed- alcoholgehalte van de bestuurder ten tijde van de schadegebeurtenis 0,5‰ of hoger was dan wel indien het adem-alcoholgehalte 220 ug/l of hoger was of als de bestuurder een, door de politie opgedragen, ademtest of een urine- of bloedproef weigert. Indien echter sinds de datum waarop aan de betrokken bestuurder voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog geen 5 jaren zijn verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden, is van het niet in staat worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen - in de hiervoor bedoelde zin - in ieder geval sprake indien het bloed-alcoholgehalte van de bestuurder ten tijde van de schadegebeurtenis 0,2‰ of hoger was dan wel indien het adem-alcoholgehalte 88 ug/l of hoger was of als de bestuurder een, door de politie opgedragen, ademtest of een urine- of bloedproef weigert.
b. schade door diefstal (waaronder begrepen joyriding) indien de cataloguswaarde van het verzekerde motorrijtuig meer bedraagt dan
€ 60.000,– (inclusief belastingen).
Voor motorrijtuigen waarvan de catalogusprijs meer bedraagt dan
€ 60.000,– (inclusief belastingen) maar minder dan € 100.000,– (inclusief belastingen) geldt deze uitsluiting niet als de diefstal heeft plaatsgevonden na 36 maanden na afgifte van het bij het motor- rijtuig behorende kenteken deel 1 (respectievelijk 1A).
Voor motorrijtuigen waarvan de catalogusprijs meer bedraagt dan
€ 100.000,– (inclusief belastingen) geldt deze uitsluiting niet als de diefstal heeft plaatsgevonden na 60 maanden na de afgifte van het bij het motorrijtuig behorende kenteken deel 1 (respectievelijk 1A).
Deze uitsluiting geldt ook niet indien de verzekeringnemer aantoont dat
- het motorrijtuig op het moment van de schadegebeurtenis was voorzien van een door SCM-goedgekeurd beveiligingssysteem klasse 5, dat is ingebouwd door een SCM-erkende installateur dan wel een door SCM als gelijkwaardig aangemerkt af-fabriek of af-importeur ingebouwd beveiligingssysteem; (zie xxx.xxx.xx)
- na inbouw dit beveiligingssysteem conform de daarvoor gestelde (SCM-)normen is onderhouden;
- ten tijde van de schadegebeurtenis dit beveiligingssysteem in werking was gesteld en dat het motorrijtuig deugdelijk was afgesloten;
c. schade aan messen en bladen van landbouwwerktuigen, ontstaan tijdens het in gebruik zijn van het werktuig ;
d. schade door diefstal (waaronder begrepen joyriding) of inbraak indien de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft
I als de schade ontstaat binnen 12 maanden na afgifte van het kentekenbewijs als hiervoor bedoeld, zal de waarde van de auto onmiddellijk voor het ontstaan van de schade worden vastgesteld op de dan geldende nieuwwaarde van een motorrijtuig van hetzelfde merk, type en uitvoering met dezelfde accessoires;
genomen ter voorkoming daarvan. Hiervan is in elk geval sprake als verzekerde losse of eenvoudig demontabele diefstalgevoelige zaken
II als de schade ontstaat tussen de 12e en 36e maand na afgifte van het
(waarvan de gezamenlijke winkelwaarde meer dan € 450,– bedraagt) van buitenaf zichtbaar in het motorrijtuig heeft achtergelaten of als een verzekerde onachtzaam is geweest bij het beheren van de sleutel(s) of kentekenpapieren van het motorrijtuig.
Artikel 4 - Eigen risico
Op het polisblad is vermeld of en zo ja, welk eigen risico van toepassing is.
Als het (totaal van de) op het polisblad vermelde eigen risico(’s) ten minste € 275,– bedraagt, zal bij een gebeurtenis als omschreven in artikel 2 sub I B, C en D toch niet meer dan € 135,– in mindering worden gebracht.
Als de bestuurder van het motorrijtuig de 24-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt geldt, ook wanneer op het polisblad geen eigen risico is vermeld, een extra eigen risico van € 75,–.
Dit extra eigen risico geldt niet
- bij schade ontstaan door een gebeurtenis als omschreven in artikel 2, sub I B, C en D van deze rubriek;
- als het (totaal van de) op het polisblad vermelde eigen risico(’s) ten minste € 275,– bedraagt.
Wanneer verzekerde een schade - uitgezonderd ruitschade - aan het verzekerde motorrijtuig rechtstreeks (d.w.z. zonder tussenkomst van derden) laat vaststellen bij en repareren door een met de maatschappij samenwerkend FOCWA Eurogarant bedrijf, wordt een op het polisblad vermeld eigen risico met € 135,– verminderd.
Een op het polisblad vermeld eigen risico wordt met € 135,– verminderd als bij diefstal (waaronder begrepen joyriding) van het verzekerde motorrijtuig, de verzekerde aantoont dat het motorrijtuig ten tijde van de diefstal was voorzien van een door SCM goedgekeurd beveiligings- systeem van tenminste klasse 1, dan wel een door SCM als gelijkwaardig aangemerkt af-fabriek of af-importeur ingebouwd beveiligingssysteem.
Als op het polisblad een eigen risico is vermeld geldt, in afwijking van het aldaar vermelde bedrag, bij ruitbreuk,
- in geval van reparatie middels een harsinjectie door een met de maatschappij samenwerkend (Autoglas-) en/of (Focwa Eurogarant) herstelbedrijf, geen eigen risico;
- indien de ruit vervangen wordt door een met de maatschappij samenwerkend Autoglasherstelbedrijf*, een eigen risico van € 65,–.
* voor samenwerkende autoglasherstelbedrijven zie xxx.xx0000.xx of de omslag van het door de maatschappij verstrekte (Europees) aanrijdings-formulier
Artikel 5 - Schadevergoeding (herstelkosten en totaal verlies)
In geval van beschadiging van het motorrijtuig worden vergoed
a. de herstelkosten, tenzij er sprake is van totaal verlies van het motorrijtuig. Er is sprake van totaal verlies van het motorrijtuig als de herstelkosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde van het motorrijtuig direct voor de schadegebeurtenis en de waarde van de restanten direct na de schadegebeurtenis. Indien er sprake is van totaal verlies vergoedt de maatschappij de dagwaarde tot maximaal het verzekerde bedrag, onder aftrek van de waarde van de restanten.
b. in geval van diefstal of verduistering door een ander dan de verzekering- nemer, de dagwaarde van het motorrijtuig, van zijn onderdelen en/of van de meeverzekerde accessoires, direct voor de diefstal of verduiste- ring. Als het verzekerde motorrijtuig een personenauto is of een auto die volgens het afgegeven kentekenbewijs daarmee gelijk valt te stellen, dan vergoedt de maatschappij bovendien vanaf de datum van aangifte bij de politie voor iedere dag waarop de verzekeringnemer als gevolg van de diefstal/verduistering niet over het motorrijtuig kan beschikken - tot maximaal 30 dagen - een bedrag van € 25,–.
Nieuwwaarde regeling
In aansluiting op en in afwijking van het voorgaande geldt, indien het verzekerde motorrijtuig een personenauto is of een auto, die volgens het afgegeven kentekenbewijs daarmee gelijk valt te stellen, mits de betreffende auto bij de afgifte van het Nederlands kentekenbewijs deel I (respectievelijk IA) nieuw was, verzekeringnemer de 1e eigenaar is, het motorrijtuig een nieuwwaarde had van maximaal € 60.000,– (inclusief
belastingen en inclusief alle niet af-fabriek en alle na de 1e aflevering
(door de dealer) van het motorrijtuig gemonteerde accessoires) en er bij het ontstaan van de schade nog geen 3 jaren zijn verlopen sinds de afgifte van het kentekenbewijs deel I (respectievelijk IA), het volgende:
kentekenbewijs als hiervoor bedoeld, dan zal de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade worden vastgesteld door de onder I gevonden waarde te verminderen met 1% over elke maand of gedeelte van een maand over de eerste
€ 12.500,– (inclusief belastingen) en 11/2% over het meerdere gerekend vanaf 12 maanden na de datum van afgifte van deel I (respectievelijk IA) van het kentekenbewijs;
III als de herstelkosten meer bedragen dan 2/3 van de volgens de hier- voor onder I en II vastgestelde waarde van het motorrijtuig, kan de verzekeringnemer aanspraak maken op vergoeding van het verschil tussen die waarde en de waarde van het motorrijtuig direct na de schadegebeurtenis.
De schadevergoeding, vastgesteld met inachtneming van het hiervoor onder I, II en III bepaalde, wordt uitgekeerd, ook indien het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag wordt overschreden, echter tot een maximum van 110% van dit verzekerde bedrag. In alle gevallen vindt schadevergoeding plaats onder aftrek van eventuele eerdere (niet herstelde) schades.
Aanschafwaarderegeling
In aansluiting op en in afwijking van het voorgaande vermeld in de nieuwwaarde regeling geldt dat indien verzekeringnemer niet de 1e eigenaar is van het verzekerde motorrijtuig, het motorrijtuig een nieuwwaarde
had van maximaal € 60.000,– (inclusief belastingen en inclusief alle niet af-fabriek en alle na de 1e aflevering (door de dealer) van het motor- rijtuig gemonteerde accessoires), deze is gekocht bij een officiële merk-
dealer of een bij de BOVAG (NDA- of ABA-lid aangesloten auto- mobielbedrijf en er bij het ontstaan van de schade nog geen 3 jaar zijn verlopen sinds de afgifte van het kentekenbewijs deel I (respectievelijk IA), het volgende
IV als de schade ontstaat binnen 12 maanden na afgifte van het kenteken- bewijs deel II (respectievelijk IB) aan verzekeringnemer, zal de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade worden vastgesteld op de aanschafwaarde van het motorrijtuig vermeerderd met de waarde van de na de aanschaf op, aan of in het motorrijtuig gemonteerde meeverzekerde accessoires;
V als de schade ontstaat na 12 maanden na afgifte van het kentekenbewijs deel II (respectievelijk IB) aan verzekeringnemer, dan zal de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade worden vastgesteld door de onder IV gevonden waarde van het motorrijtuig te verminderen met 11/2% over elke maand of gedeelte van een maand, gerekend vanaf 12 maanden na de datum van afgifte van deel II (respectievelijk IB) van het kentekenbewijs aan verze- keringnemer;
Verzekeringnemer dient de aanschafwaarde van het verzekerde motor- rijtuig aan te tonen door middel van overlegging van de originele aankoopnota. Indien deze niet kan worden overgelegd, is de aanschaf- waarderegeling niet van toepassing.
Als de dagwaarde van het verzekerde motorrijtuig op de schadedatum meer bedraagt dan de hiervoor onder I en II respectievelijk IV en V vastgestelde waarde van het motorrijtuig, dan geldt die dagwaarde als basis voor de schadevergoeding.
Het hiervoor onder I, II, III, IV en V bepaalde is niet van kracht
- als bij diefstal (waaronder begrepen joyriding) van het verzekerde motorrijtuig, blijkt dat het motorrijtuig ten tijde van de diefstal niet was voorzien van een door SCM goedgekeurd beveiligingssysteem van tenminste klasse 1, dan wel van een door SCM als gelijkwaardig aangemerkt af-fabriek of af-importeur ingebouwd beveiligings- systeem, terwijl de nieuwwaarde (inclusief belastingen) van het ver- zekerde motorrijtuig meer dan € 10.000,– en minder dan € 60.000,– bedraagt;
- voor huurauto’s en lease-auto’s;
- voor een tijdelijk vervangend motorrijtuig.
Overdracht restanten
Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies (in technische of econo- mische zin) van het motorrijtuig behoudt de maatschappij zich het recht voor de restanten van het motorrijtuig inclusief de te vergoeden accessoires (het wrak) over te (laten) dragen aan een door haar aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekerde alle delen van het bij het motor- rijtuig behorende kentekenbewijs, kentekenplaten (indien op het motor- rijtuig nieuwe kentekenplaten volgens GAIK-regeling** aanwezig zijn) sleutels, codekaarten en boekjes etc. heeft overhandigd aan de maat- schappij of een door de maatschappij aan te wijzen derde.
**GAIK = Gecontroleerde Afgifte en Inname van Kentekenplaten)
Artikel 6 - Schaderegeling
a. De verzekerde is in geval van schade verplicht de maatschappij in de gelegenheid te stellen het motorrijtuig door een deskundige te laten onderzoeken, voordat met de reparatie wordt aangevangen. Zonder voorafgaand overleg met de maatschappij heeft de verzekerde het recht schaden welke niet meer belopen dan € 1.000,– zonder machtiging van de maatschappij te laten herstellen, mits daarvan onmiddellijk aan de maatschappij mededeling wordt gedaan en een volledig gespecificeerde nota van de betrokken reparateur wordt overgelegd.
b. Bij verschil van mening over het schadebedrag heeft verzekerde het recht voor eigen rekening eveneens een deskundige - niet belanghebbende
- te benoemen. Indien deze beide deskundigen niet tot overeenstemming komen, dan zullen zij tezamen een derde deskundige benoemen, wiens schadevaststelling binnen de grenzen van beide taxaties moet blijven en bindend zal zijn. Zijn kosten zullen door de maatschappij en verzekerde elk voor de helft worden gedragen.
c. Expertise van schade en toestemming tot herstel geschieden steeds zonder dat de maatschappij geacht wordt daardoor haar gehouden- heid tot vergoeding van schade te hebben erkend.
Artikel 7 - Verplichtingen bij schade
1. Zodra een verzekerde op de hoogte is, of behoort te zijn, van een schadegebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij verplicht
a. zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is de maatschappij van die schadegebeurtenis op de hoogte te stellen;
b. diefstal, joyriding en verduistering
in geval van constatering van diefstal, joyriding, verduistering of vermissing van (onderdelen van) het motorrijtuig onmiddellijk aangifte te doen bij de politie en desgewenst tegen ontvangst van de in deze Bijzondere Voorwaarden bedoelde schadevergoeding de in zijn nadeel vermiste zaken aan de maatschappij in eigendom over te dragen.Verzekerde wordt in geval van vermissing van het motorrijtuig geacht akkoord te gaan met het melden door de maatschappij van de motorrijtuiggegevens aan het Verzekerings- bureau Voertuigcriminaliteit (VbV) zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de maatschappij kunnen worden ingeschakeld voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig. Verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de VbV-helpdesk*, die 24 uur per dag bereikbaar is;
c. binnen redelijke termijn de maatschappij alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor de maatschappij van belang zijn om de uitkeringsplicht te beoordelen;
d. de maatschappij zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden, waaronder met name wordt begrepen het erkennen van aan- sprakelijkheid;
e. de schade zoveel mogelijk te beperken en aanwijzingen van de maatschappij of de door haar gemachtigden stipt op te volgen;
f. in geval van kwaadwillige beschadiging of in geval van (vermoeden van) een strafbaar feit zo spoedig mogelijk de politie in te lichten;
g. relevante gegevens met betrekking tot alle andere verzekeringen op de omschreven zaken of onderdelen daarvan of op enig ander door deze verzekering gedekt belang, aan de maatschappij op te geven.
2. De verzekering geeft geen dekking, wanneer de verzekerde één van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
* voor telefoonnummer van VbV-helpdesk zie xxx.xx0000.xx of de omslag van het door de maatschappij verstrekte (Europees) aan- rijdings-formulier
Artikel 8 - Afstand verhaalsrecht
De maatschappij doet afstand van haar recht op verhaal tegenover de gemachtigde bestuurder en zijn werkgever tenzij het schade betreft, die met toepassing van art. 3 laatste alinea van de Algemene Voorwaarden van de Pakketverzekering Motorrijtuigen of art. 3 sub a laatste alinea van deze rubriek aan de verzekeringnemer is betaald of tenzij de schade is ontstaan gedurende de periode, dat het motorrijtuig tegen betaling in behandeling, onderhoud of reparatie is.
Artikel 9 - Wettelijke interessen
Wettelijke interessen ingevolge artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek kunnen, in afwijking van wat daarover in dat wetsartikel is bepaald, uitsluitend verschuldigd worden vanaf de dag dat zij in rechte worden gevorderd.
Artikel 10 - Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig
Als en zolang het motorrijtuig door reparatie, revisie of een dergelijke behandeling tijdelijk niet beschikbaar is, is deze verzekering ook van toepassing op het vervangende motorrijtuig, mits dit van dezelfde soort en prijsklasse is als het verzekerde motorrijtuig, tenzij voor het vervangende motorrijtuig reeds een verzekeringsovereenkomst is gesloten, al dan niet van oudere datum, wel of niet in opdracht van de verzekerde en met of buiten zijn weten.