Voorwaarden Casco allroundverzekering
Voorwaarden Casco allroundverzekering
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
a. de verzekeringnemer;
b. de levenspartner van de verzekeringnemer;
c. de eigenaar;
x. xx xxxxxx;
e. de bestuurder;
f. de passagiers.
1.2 Motorrijtuigen
Alle rij- of voertuigen waarop de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) van toepassing is, alsmede aanhangwagens en opleggers.
1.3 Accessoires
De onderdelen en voorwerpen die niet specifiek tot de standaarduitrusting van het motorrijtuig behoren.
1.4 Cataloguswaarde
De oorspronkelijke prijs van het verzekerd object inclusief affabriek geleverde accessoires, zoals in de catalogus van de fabrikant of importeur is vermeld.
1.5 Nieuwwaarde
De op het moment van de gebeurtenis geldende prijs van een nieuw motorrijtuig van gelijk merk, model, type en uitvoering met dezelfde accessoires, vermeerderd met de kosten van aflevering.
1.6 Dagwaarde
Het bedrag dat nodig is om een zaak te kunnen vervangen door een vergelijkbaar exemplaar van dezelfde soort, kwaliteit, staat van onderhoud en ouderdom. Dit bedrag wordt vastgesteld door een deskundige die door de verzekeraar is benoemd.
1.7 Inkoopwaarde
Het bedrag benodigd voor het (in)kopen van eenzelfde of soortgelijk motorrijtuig van hetzelfde merk, type en bouwjaar als het object dat beschadigd of totaal verloren is.
1.8 Levenspartner
Xxxxxxxx(o)t(e) of in vergelijkbare zin duurzaam samenlevende partner van de verzekeringnemer.
1.9 Bereddingskosten
Kosten en op geld waardeerbare opofferingen verbonden aan maatregelen, die door of namens verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van het ontstaan van schade door een verzekerde gebeurtenis af te wenden of om schade als gevolg van een verzekerde gebeurtenis te beperken.
1.10 Verzekerd bedrag
De maximale waarde van de aanwezige handelsvoorraad van de op enig moment in het verzekeringsjaar aanwezige nieuwe en gebruikte motorrijtuigen.
1.11 Kentekenbewijs
Onder kentekenbewijs wordt verstaan:
a. het papieren kentekenbewijs bestaande uit:
1. Deel IA - Voertuigbewijs;
2. Deel IB – Tenaamstellingsbewijs;
3. Deel II – Overschrijvingsbewijs.
b. de kentekencard en bijbehorende tenaamstellingscode.
c. tijdelijk documentnummer en bijbehorende tenaamstellingscode.
1.12 Afleveringsklaar maken
De werkzaamheden die worden uitgevoerd tussen het moment van sluiten van de koopovereenkomst met de cliënt en het leveren van het cliëntenobject aan de cliënt.
Artikel 2 Algemeen
2.1 Algemene Verzekeringsvoorwaarden
Indien en voor zover hiervan in onderhavige voorwaarden niet uitdrukkelijk wordt afgeweken, blijven de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, die worden geacht één geheel met onderhavige voorwaarden uit te maken, van toepassing.
2.2 Verwijzing
Verwijzing heeft uitsluitend plaats naar artikelen van onderhavige voorwaarden, tenzij anders aangegeven.
2.3 -Verzekeringsgebied
Het verzekeringsgebied omvat geheel Europa en, indien een internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart) is afgegeven, mede de in dat bewijs genoemde landen.
Artikel 3 Premie
3.1 Premievaststelling
a. De jaarpremie wordt vastgesteld op basis van door of namens de verzekeringnemer verstrekte gegevens, die bij aanvang van de verzekering of van het verzekeringsjaar op verzoek van de verzekeraar door de verzekeringnemer zijn/worden verstrekt.
b. Na het verstrijken van ieder verzekeringsjaar is de verzekeringnemer verplicht de door de verzekeraar aan hem gevraagde informatie te verstrekken. Op basis van deze informatie zal de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar opnieuw worden vastgesteld. De verzekeringnemer is verplicht deze informatie binnen drie maanden nadat de verzekeraar daarom verzoekt te verstrekken. Wordt aan deze verplichting niet voldaan, dan heeft de verzekeraar het recht de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar vast te stellen door de jaarpremie te verhogen met 25% of zoveel meer als de verzekeraar op grond van de door haar verzamelde gegevens redelijk acht.
Vaststelling van de premie als bedoeld in artikel 3.1a en 3.1b kan geen aanleiding zijn tot beëindiging van de verzekering op grond van het bepaalde in het artikel ter zake van aanpassing van premie en/of voorwaarden in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden.
3.2 Premiekorting
a. Op de premie voor ieder verzekeringsjaar zal een korting worden verleend. De hoogte van de korting is afhankelijk van het schadepercentage van het voorgaande schadejaar en wordt vastgesteld aan de hand van de volgende tabel:
Schadepercentage | Kortingspercentage |
0% | 30% |
Tot 5% | 25% |
Van 5% tot 10% | 20% |
Van 10% tot 15% | 15% |
Van 15% tot 20% | 10% |
Van 20% tot 25% | 5% |
Het schadepercentage wordt berekend door alle betaalde, gereserveerde, te verhalen en verhaalde schaden en kosten van het direct voorafgaande schadejaar af te zetten tegen de in rekening gebrachte premie van het direct voorafgaande verzekeringsjaar.
Het verzekeringsjaar loopt telkens van 1 januari tot en met 31 december. Het schadejaar loopt telkens van 1 november tot en met 31 oktober.
b. De verzekeringnemer behoudt recht op premiekorting indien de verzekeraar:
1. het uitgekeerde bedrag ten volle heeft verhaald;
2. enkel ten gevolge van verleende schadevergoedingen zonder aftrek van korting op onderdelen en/of winst op arbeidsloon het uitgekeerde bedrag niet ten volle heeft kunnen verhalen;
3. uitsluitend vanwege het bestaan van een schaderegelingsovereenkomst met een andere verzekeraar het uitgekeerde bedrag niet of slechts ten dele heeft kunnen verhalen;
4. een uitkering heeft verricht op basis van de dekking onder zekerheidsstelling en hulp aan gewonden, als omschreven in artikel 4.9 en 4.10;
5. een schade door blikseminslag, blusmiddelen, brand, kortsluiting, ontploffing of zelfontbranding, zoals omschreven in artikel 4.4c en 4.5a, heeft vergoed;
6. ten gevolge van verleende schadevergoeding op basis van nieuwwaarde als bedoeld in artikel 6.1b het uitgekeerde bedrag niet ten volle heeft kunnen verhalen;
7. waardevermindering als omschreven in artikel 4.8 niet of niet ten volle heeft kunnen verhalen;
8. ruitschade vergoedt, waarbij de schade wordt hersteld volgens de zogenaamde kunstharsmethode.
3.3 Indexering
a. De verzekeraar heeft het recht de premie per hoofdpremievervaldag te verhogen of verlagen met een percentage dat wordt ontleend aan de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
b. Aanpassing van de premie door in de hiervoor onder sub a. vermelde indexering geeft verzekeringnemer geen recht tot opzegging van de verzekering dan wel productmodule.
Artikel 4 Omschrijving van de dekking
4.1 Verzekerd bedrag
a. De verzekeringnemer is verantwoordelijk voor de vaststelling van het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag.
b. De verzekering biedt dekking voor schade tot maximaal het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag per gebeurtenis, mits de oorzaak van de schade is gelegen op een tijdstip na de aanvang en binnen de geldigheidsduur van de verzekering. Wanneer het werkelijk belang het verzekerd belang te boven gaat, wordt het belang gedekt gehouden, echter tot ten hoogste 130% van het op het polisblad vermelde bedrag tot een maximum van € 5.000.000,-.
c. Indien bij een gebeurtenis blijkt dat het verzekerd bedrag, zoals omschreven in 4.1b. van dit artikel, lager is dan de totale waarde van de verzekerde motorrijtuigen, zal de schadeloosstelling proportioneel geschieden en wel naar verhouding tot het bedrag dat ten tijde van de gebeurtenis feitelijk verzekerd had dienen te zijn. Deze onderverzekeringsregel wordt toegepast per gebeurtenis en per motorrijtuig, ongeacht het aantal verzekerde motorrijtuigen dat bij de gebeurtenis betrokken is.
d. De verzekeringnemer is verplicht de verzekeraar direct in kennis te stellen indien het verzekerd bedrag boven de € 5.000.000,- komt.
4.2 Verzekerde motorrijtuigen
De verzekering dekt uitsluitend de schade aan of het verlies van motorrijtuigen die ten tijde van de gebeurtenis:
a. eigendom zijn van:
1. de verzekeringnemer;
2. de levenspartner van de verzekeringnemer;
3. het bedrijf van verzekeringnemer.
b. ter beschikking zijn gesteld aan de verzekeringnemer door:
1. fabrikanten;
2. importeurs;
3. dealers;
4. subdealers;
5. universele auto- en/of motorrijwielbedrijven.
c. eigendom zijn van een leasemaatschappij en worden gebruikt door verzekeringnemer.
d. eigendom zijn van wie ook, mits uitsluitend voor particuliere doeleinden in gebruik gegeven aan de verzekeringnemer en/of de levenspartner van de verzekeringnemer, voor zover de motorrijtuigen ten tijde van de gebeurtenis door hen niet aan anderen ter beschikking zijn gesteld.
e. door de verzekeringnemer zijn verkocht doch nog niet zijn geleverd dan wel opgeleverd, mits de verkoop kan worden aangetoond door een schriftelijke overeenkomst of een nota.
4.3 Verzekerd gebruik
De verzekering is uitsluitend van kracht voor motorrijtuigen die ten tijde van de gebeurtenis:
a. in gebruik zijn voor:
1. particuliere doeleinden;
2. bedrijfsdoeleinden in verband met en binnen de hoedanigheid waarin de verzekeringnemer verzekerd is;
b. ter beschikking zijn gesteld aan cliënten van de verzekeringnemer:
1. wier motorrijtuigen aan de verzekeringnemer zijn toevertrouwd ter zake van de door of namens de verzekeringnemer gesloten overeenkomsten tot verzorging, herstelling, bewerking, behandeling, controle, inspectie, slepen, takelen en bergen;
2. in verband met door of namens de verzekeringnemer gesloten schriftelijke overeenkomsten tot levering van motorrijtuigen;
c. door de verzekeringnemer zelf worden getransporteerd met een vervoermiddel.
4.4 Cascodekking
Op het polisblad staat vermeld voor welke periode deze cascodekking van kracht is. Bij de bepaling van het aantal maanden wordt gerekend vanaf de datum van afgifte van het oorspronkelijke eerste kentekenbewijs. De verzekering dekt, indien het verzekerde motorrijtuig op de dag van de gebeurtenis binnen de aangegeven periode valt, de schade of het verlies ontstaan:
a. door aanrijden, botsen, omslaan, slippen, stoten, van de weg of te water geraken;
b. door openslaande motorkap, xxxxxxxxxxxx, portieren;
c. door blikseminslag, blusmiddelen, brand, kortsluiting, ontploffing, zelfontbranding;
d. aan ruiten;
e. door het tanken van onjuiste brandstof.
een en ander ongeacht of de oorzaak van de schade terug te voeren is op een mechanisch dan wel een eigen gebrek aan het motorrijtuig zelf, en voorts door:
f. de in of op motorrijtuigen vervoerde lading of bagage;
g. diefstal, afpersing, afdreiging en verduistering, braak, joyriding, vernieling of pogingen daartoe;
h. natuurgeweld, zoals aardbeving, overstroming, vloedgolf en vulkanische uitbarsting;
i. storm, door storm vallende voorwerpen, hagel;
j. de directe effecten van steenslag;
k. dieren;
l. luchtvaartuigen of voorwerpen daaruit;
m. relletjes, waaronder wordt verstaan incidentele collectieve geweldsmanifestaties;
x. xxxxx xxx xxxxxx;
x. xxxxxx, takelen en bergen;
p. milieuverontreiniging ten gevolge van een plotseling onzeker voorval;
q. bevriezing indien rechtstreeks verband houdend met een gebeurtenis als in dit artikel omschreven;
r. ieder ander van buiten komend onheil.
4.5 Beperkte cascodekking
Op het polisblad staat vermeld voor welke periode deze beperkte cascodekking van kracht is. Bij de bepaling van het aantal maanden wordt gerekend vanaf de datum van afgifte van het oorspronkelijke eerste kentekenbewijs.
De verzekering dekt, indien het verzekerde motorrijtuig op de dag van de gebeurtenis binnen de aangegeven periode valt, de schade of het verlies ontstaan:
a. door blikseminslag, blusmiddelen, brand, kortsluiting, ontploffing, zelfontbranding;
b. aan ruiten.
een en ander ongeacht of de oorzaak van de schade terug te voeren is op een mechanisch dan wel een eigen gebrek aan het motorrijtuig zelf, en voorts door:
c. diefstal, afpersing, afdreiging en verduistering, braak, joyriding of pogingen daartoe;
d. natuurgeweld, zoals aardbeving, overstroming, vloedgolf en vulkanische uitbarsting;
e. storm, zijnde een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde, waardoor het motorrijtuig
- in stilstand - omver waait, door storm vallende voorwerpen, hagel;
x. xxxxxx met dieren, voor zover de schade direct door die botsing is veroorzaakt;
g. luchtvaartuigen of voorwerpen daaruit;
x. xxxxxxxxx, waaronder wordt verstaan incidentele collectieve geweldsmanifestaties;
i. breuk van ruiten.
4.6 Accessoiredekking
De verzekering dekt de schade aan of het verlies van:
a. accessoires die in, op of aan een verzekerd motorrijtuig zijn geïnstalleerd, waarbij:
1. separaat, niet fabrieksmatig ingebouwde beeld-, geluids-, telecommunicatie-, en navigatieapparatuur tezamen zijn verzekerd tot een bedrag van maximaal € 1.000,-. De aan het motorrijtuig bevestigde of daarin meegevoerde mobiele, apart van het motorrijtuig te gebruiken beeld-, geluids-, telecommunicatie-, en navigatieapparatuur (zoals mobiele telefoons en mobiele navigatieapparatuur en onboard camera’s) zijn van de dekking uitgesloten.
2. het maximum van € 1.000,- niet geldt voor geïnstalleerde diefstalpreventiemiddelen;
b. chassis-, carrosserie- of mechanismewijziging;
c. gevarendriehoek, pechlamp, verbandtrommel en EHBO-koffer, brandblusapparatuur, sleepkabel, vloermatten en landkaarten, stratenboeken en dergelijke;
x. beletteringen en beschilderingen in verband met en binnen de hoedanigheid waarin de verzekeringnemer is verzekerd.
Indien en voor zover zulks een gevolg is van een gebeurtenis als omschreven in artikel 4.4 of 4.5.
4.7 Extra dekking
De verzekering dekt, ongeacht of daardoor het verzekerd bedrag wordt overschreden:
a. bijdrage in averijgrosse;
en bij een gebeurtenis als omschreven in artikel 4.4 of 4.5 tevens de kosten ter zake van:
b. bewaking en vervoer;
c. de wettelijk voorgeschreven keuring;
d. invoerrechten indien het motorrijtuig buiten Nederland moet worden achtergelaten;
e. opruiming van het wrak;
f. de bereddingskosten tot een maximum van 50% van het verzekerd bedrag alsmede de schade aan zaken, die worden ingezet teneinde de schade te voorkomen of te beperken. Het eigen risico is op deze kosten niet van toepassing.
4.8 Waardevermindering
a. Ter zake van de schade aan motorrijtuigen als omschreven in artikel 1.2 waarop de dekking als omschreven in artikel 4.4 van toepassing is en welke schade afgewikkeld wordt op basis van artikel 6.1a, dekt de verzekering tevens de schade door waardevermindering van de motorrijtuigen en wel ongeacht of iemand daarvoor aansprakelijk kan worden gehouden.
b. De vaststelling van de waardevermindering zal door een deskundige geschieden uitsluitend op basis van de NIVRE-richtlijn voor de vaststelling van de waardevermindering van personenauto’s.
c. In geval van vergoeding voor waardevermindering zal per motorrijtuig maximaal de uitkomst van de NIVRE-richtlijn worden uitgekeerd, met een maximum van € 50.000,- per gebeurtenis.
4.9 Zekerheidstelling
Indien ter waarborging van de rechten van een verzekerde door een overheid het stellen van een zekerheid wordt verlangd om de invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen en/of indien de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag slechts tegen zekerheidstelling is te verkrijgen, zal de verzekeraar deze verstrekken tot ten hoogste € 45.400,- per gebeurtenis, mits de verzekerde te wiens behoeve de zekerheid dient te worden gesteld jegens de verzekeraar ter zake van dezelfde gebeurtenis aanspraak op dekking heeft. De verzekerde is verplicht de verzekeraar te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
4.10 Hulp aan gewonden
De verzekering dekt de kosten van herstel en/of reiniging van de bekleding van motorrijtuigen ten gevolge van het plaats bieden aan personen die bij een ongeval gewond raken.
4.11 Samenloop
Indien de risico's als omschreven in artikel 4.9 en 4.10 ook zijn gedekt onder een polis bij een andere verzekeraar, of daaronder gedekt zouden zijn, indien deze dekking niet zou hebben bestaan, dan loopt deze dekking slechts als excedent boven de dekking, die onder de andere polis is verleend, of verleend zou zijn, indien deze dekking niet zou hebben bestaan.
4.12 Einde van de dekking
Bij verkoop en alle eigendomsovergang anders dan krachtens algemene titel, gepaard gaande met feitelijke bezitsverschaffing van de motorrijtuigen, tot dan eigendom van:
a. de verzekeringnemer;
b. de levenspartner van de verzekeringnemer;
c. het bedrijf van de verzekeringnemer,
aan anderen dan de genoemde verzekerden, eindigt terstond de dekking.
Artikel 5 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden geeft de verzekering geen dekking voor schade:
5.1 Omstandigheden
a. door of in verband met de inbeslagneming, respectievelijk in de tijd gedurende welke het motorrijtuig in beslag genomen was of op last van een overheid of instantie door haar werd gebruikt;
b. bestaande uit geldelijk nadeel door het gemis van het motorrijtuig;
c. door slijtage en/of onvoldoende onderhoud;
d. door langzaam inwerkende weersinvloeden;
e. aan lading en bagage;
f. door diefstal of verduistering indien het motorrijtuig voor demonstratiedoeleinden ter beschikking is gesteld aan derden tenzij:
1. de verzekeringnemer of een personeelslid aan de demonstratierit deelneemt, of
2. voor de ter beschikkingstelling van het motorrijtuig een fotokopie wordt gemaakt van het daarvoor vereiste en geldige Nederlands rijbewijs van de persoon die het motorrijtuig voor demonstratiedoeleinden ter beschikking krijgt en bestuurt, en deze kopie direct na de gebeurtenis aan de verzekeraar kan worden overgelegd, of
3. voor de ter beschikkingstelling van het motorrijtuig fotokopieën worden gemaakt van een geldig buitenlands paspoort (of identiteitsbewijs) en van een geldig (internationaal) rijbewijs, beiden van de persoon die het motorrijtuig voor demonstratiedoeleinden ter beschikking krijgt en bestuurt, en deze kopieën direct na de gebeurtenis aan de verzekeraar kunnen worden overgelegd.
g. door oplichting .
5.2 Niet-verzekerde bestuurder
Indien de bestuurder:
a. niet door of namens de verzekeringnemer gemachtigd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen;
b. niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen;
c. niet in het bezit was van een geldig en voor het besturen van het betreffende motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, hem door de rechter of een andere bevoegde instantie de rijbevoegdheid was ontzegd, dan wel hij niet heeft voldaan aan de overige ten aanzien van de rijbevoegdheid gestelde voorschriften. Als geldig rijbewijs wordt tevens aangemerkt een rijbewijs dat zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet genoemde geldigheidsduur, tenzij keuring verplicht is.
Deze uitsluiting geldt niet indien:
1. de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voorgeschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen;
2. het berijden plaatsvond:
1. binnen de gebouwen en de terreinen die worden gebruikt in verband met en binnen de verzekerde hoedanigheid waarin de verzekeringnemer is verzekerd, en;
2. op een niet voor het openbaar verkeer openstaande weg, en;
3. door een bestuurder van zestien jaar of ouder voor wie de verzekeringnemer op grond van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk te houden is.
d. onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen,
xxxxxxx met dien verstande dat de dekking voor de verzekeringnemer van kracht blijft, indien hij aannemelijk maakt dat de omschreven omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake geen verwijt treft.
5.3 Niet-verzekerde motorrijtuigen
aan:
a. autobussen, touringcars, brommobielen en bromfietsen;
b. motorrijtuigen die de verzekeringnemer in huurkoop heeft verkocht;
c. motorrijtuigen die eigendom zijn van een vestiging van de verzekeringnemer buiten Nederland en/of motorrijtuigen die gewoonlijk verder dan 25 kilometer buiten Nederland zijn of worden gestald;
d. motorrijtuigen die zijn verkocht doch nog niet zijn geleverd dan wel opgeleverd, voor zover deze in gebruik zijn voor het afleveringsklaar maken van het object (“het reparatierisico”);
e. motorrijtuigen die, alhoewel nog niet (onvoorwaardelijk) verkocht, ter beschikking zijn gesteld aan zich als verkoopbemiddelaar presenterende derden die geen lid zijn van de BOVAG - tenzij uitdrukkelijk anders met de verzekeraar wordt overeengekomen - dan wel zijn afgegeven
aan derden die, om welke reden dan ook, nog niet de (volledige) koopsom hebben afgedragen;
f. ongekentekende motorrijtuigen waarvan het gebruik op de openbare weg niet is toegestaan, gedurende de tijd dat deze motorrijtuigen op de openbare weg aanwezig zijn en nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand zijn gekomen;
g. motorrijtuigen die voorzien zijn van een buitenlands kenteken met uitzondering van motorrijtuigen die in de verzekerde hoedanigheid zijn aangekocht en door verzekerde zelf getransporteerd worden naar Nederland.
5.4 Niet-verzekerd gebruik
Aan motorrijtuigen die ten tijde van de gebeurtenis in gebruik zijn voor:
x. xxxxxxx, behoudens het bepaalde in artikel 4.3b;
x. xxxxxxx, indien de verzekeringnemer daarbij op enigerlei wijze betrokken is, behoudens indien die betrokkenheid slechts betreft de overeenkomsten als omschreven in artikel 4.3b sub 1;
c. vervoer van personen tegen betaling en vervoer van zaken tegen betaling, waaronder niet wordt begrepen dergelijk vervoer tegen kostprijs of op basis van wederkerigheid;
d. les- of examenrijden;
e. deelname aan of oefenen voor (snelheids)wedstrijden of –proeven. Hieronder wordt niet verstaan de deelname aan behendigheids-, oriëntatie- en puzzelritten en vergelijkbare ritten op de openbare weg, waarbij het snelheidselement geen rol speelt.
Artikel 6 Regeling van de schade
6.1 Omvang van de schade
a. De verzekering dekt de schade aan motorrijtuigen en wel de kosten van herstel, inclusief antiroestbehandeling en zonder aftrek van korting op onderdelen en winst op arbeidsloon, tot ten hoogste 2/3 van de verkooprichtprijs als vermeld in de ANWB-BOVAG Koerslijst of - voor zover deze koerslijst daarin niet voorziet - 2/3 van de ten tijde van de gebeurtenis geldende verkoopwaarde. Zijn de herstelkosten hoger dan bovengenoemd verschil, dan is er sprake van totaalverlies.
b. Indien het motorrijtuig volgens het Nederlands kentekenbewijs een personenauto, bestelauto dan wel een motorrijwiel is:
1. die een nieuwwaarde heeft tot ten hoogste een bedrag van € 60.000,- voor personenauto’s en bestelauto’s en
€ 20.000,- voor motorrijwielen exclusief btw en inclusief bpm;
2. die nieuw was op de datum van afgifte van het eerste Nederlands kentekenbewijs;
3. waarvan het kentekenbewijs op naam van de verzekeringnemer is gesteld en;
4. waarvan de verzekeringnemer eerste eigenaar is, wordt in geval van:
a. beschadiging, indien de reparatiekosten hoger zijn dan 2/3 van de nieuwwaarde van het motorrijtuig;
b. verlies van het motorrijtuig,
als waarde voor schadevergoeding aangehouden:
c. indien het motorrijtuig jonger is dan twaalf maanden te rekenen vanaf de datum van afgifte van het oorspronkelijke kentekenbewijs, de waarde van een nieuw motorrijtuig van hetzelfde merk, model, type en uitvoering als het verzekerde motorrijtuig. Bovenstaande is niet van toepassing indien naar het oordeel van de deskundige geen vergelijkbaar type en uitvoering leverbaar is. In dat geval zal een deskundige de waarde vaststellen;
d. indien het motorrijtuig ouder is dan 12 maanden en jonger is dan 36 maanden te rekenen vanaf de datum van afgifte van het oorspronkelijke kentekenbewijs, een bedrag overeenkomende met de hierboven bedoelde nieuwwaarde evenwel voor iedere maand dat het motorrijtuig ouder is dan twaalf maanden verminderd met:
2% per maand gedurende het tweede jaar; 1¼% per maand gedurende het derde jaar.
Op de schade-uitkering zal de waarde van de restanten in mindering worden gebracht.
Het in 6.1 gestelde geldt niet voor een motorrijtuig dat ingericht is tot het vervoer van meer dan acht personen exclusief de bestuurder.
c. Voor een motorrijtuig waarvoor de nieuwwaarderegeling als genoemd in artikel 6.1b niet van toepassing is en die nieuw was op de datum van afgifte van het eerste Nederlands kentekenbewijs en binnen twaalf maanden na afgifte hiervan totaal verloren gaat, zal de
verzekeraar de inkoopwaarde vergoeden, verminderd met de waarde van de eventuele restanten.
d. In geval van totaalverlies van een nieuw ongekentekend motorrijtuig zal door de verzekeraar nimmer meer worden vergoed dan de inkoopwaarde, vermeerderd met alle tot dat moment redelijkerwijs gemaakte kosten en verminderd met de waarde van de eventuele restanten.
e. Voor een motorrijtuig waarvoor de regeling als genoemd in artikel 6.1b, 6.1c en 6.1d niet van toepassing is, zal de verzekeraar in geval van totaalverlies maximaal de verkooprichtprijs als vermeld in de ten tijde van de verzekerde gebeurtenis geldende ANWB-BOVAG Koerslijst of - voor zover deze koerslijst daarin niet voorziet- de dagwaarde vergoeden, verminderd met de waarde van de eventuele restanten.
f. Bij schadevergoeding in geval van totaalverlies van het motorrijtuig behoudt de verzekeraar zich het recht voor het wrak over te doen dragen aan een door hem aan te wijzen partij. Schadevergoeding zal niet eerder plaatshebben dan nadat de verzekeringnemer alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs aan de verzekeraar heeft overgedragen.
g. In geval van (totaal)verlies van het motorrijtuig geldt ten aanzien van de restanten de regeling dat de verzekeringnemer het recht heeft:
1. als eerste een bod uit te brengen;
2. af te zien van het uitbrengen van een bod,
xxxxxxx met dien verstande dat indien de verzekeringnemer:
3. een lager bod heeft uitgebracht dan derden;
4. heeft afgezien van het uitbrengen van een bod,
de verzekeringnemer daarmee op voorhand afstand van de restanten heeft gedaan.
6.2 Benoeming deskundigen en verdere procedure
a. De verzekeringnemer heeft zonder voorafgaande toestemming van de verzekeraar het recht schade per verzekerd motorrijtuig tot een bedrag van maximaal € 500,- exclusief btw te (laten) herstellen, doch dient dan een gespecificeerde rekening te overleggen.
b. De verzekeringnemer is voor schade boven het in artikel 6.2a bedoelde bedrag verplicht met het herstel van de schade of verkoop van het motorrijtuig te wachten totdat overeenstemming over de omvang en/of de oorzaak van de schade is bereikt. De verzekeraar zal daartoe een deskundige benoemen.
c. Expertise van de schade en toestemming tot herstel geschieden zonder dat de verzekeraar gehouden is tot vergoeding van de schade.
d. Als de verzekeringnemer het niet eens is met de deskundige van de verzekeraar, dan heeft deze de mogelijkheid om:
1. een eigen deskundige in te schakelen. Als de verzekeringnemer gebruikmaakt van deze mogelijkheid, dan benoemen de verzekeringnemer en de verzekeraar samen nog een derde externe deskundige. Deze derde deskundige doet een bindende uitspraak als de deskundige van de verzekeringnemer en van de verzekeraar het niet met elkaar eens worden. De derde deskundige bepaalt ook wie de kosten van de bindende uitspraak moet vergoeden.
Als de kosten van de eigen deskundige lager of gelijk zijn aan de kosten van de deskundige van de verzekeraar, dan worden deze kosten volledig vergoed door de verzekeraar. Zijn de kosten van deze deskundige hoger dan die van de deskundige van de verzekeraar, dan vergoedt de verzekeraar deze kosten tot in elk geval de kosten van de deskundige van de verzekeraar. De meerkosten van de deskundige van de verzekeringnemer worden door de verzekering vergoed indien deze redelijk zijn.
2. het geschil aan de bevoegde rechter voor te leggen.
6.3 Recht op schadevergoeding
a. Bij constatering van vermissing van een verzekerd motorrijtuig als gevolg van een gebeurtenis als omschreven in artikel 4.4g en 4.5c dient de verzekerde de verzekeraar direct van dit feit op de hoogte te stellen. Van de vermissing moet tevens direct aangifte bij de politie worden gedaan. De verzekeringnemer verklaart zich, voor zover van toepassing, akkoord met het aanmelden door de verzekeraar van de voertuiggegevens aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de verzekeraar ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig. De verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de VbV-helpdesk, die 24 uur per dag bereikbaar is (telefoonnummer: (055) - 741 001 01).
b. In geval van vermissing van een verzekerd motorrijtuig door een evenement als omschreven in artikel 4.4g en 4.5c is de verzekeraar eerst na verloop van dertig dagen, nadat aangifte bij de politie en aanmelding bij de verzekeraar zijn geschied, verplicht het schadebedrag te (doen) bepalen en de schade af te wikkelen, mits de verzekeringnemer het motorrijtuig in eigendom aan de verzekeraar heeft overgedragen.
c. De betaling van door de verzekeraar van de vastgestelde schade zal, met inachtneming van het in artikel 6.3b bepaalde, zo spoedig mogelijk geschieden nadat over het recht daarop en de omvang daarvan overeenstemming is bereikt.
d. Indien het recht op vergoeding van de schade niet binnen drie maanden nadat de schade is gemeld, kan worden vastgesteld, omdat de afwikkeling van de schade slechts wordt aangehouden vanwege het verkrijgen van bewijsmiddelen, en de verzekeringnemer de polisverplichtingen is nagekomen en dat blijft doen, verhoogt de verzekeraar de uitkering met de wettelijke rente vanaf de datum van het verstrijken van deze periode tot het tijdstip waarop de schade wordt afgewikkeld, evenwel met dien verstande dat over eenzelfde periode de wettelijke rente vergoed zal worden:
1. krachtens het in dit artikel bepaalde;
2. krachtens het bepaalde in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden.
e. bpm wordt uitsluitend vergoed indien de verzekerde deze dient af te dragen. Door verzekerde afgedragen bpm die, om welke reden dan ook, voor restitutie aan verzekerde in aanmerking komt, zal niet door de verzekeraar worden vergoed.
f. De betaling van het door de verzekeraar uit te keren schadebedrag wordt exclusief btw verricht, indien de verzekeringnemer gerechtigd is tot aftrek/ teruggave van deze btw.
6.4 Extra vergoeding
Na een gebeurtenis zoals omschreven in artikel 4.4 (cascodekking) en 4.5 (beperkte cascodekking) worden van het verzekerde motorrijtuig, dat zich bevindt op het op het polisblad genoemde adres (zowel in als buiten gebouwen) dan wel op enige andere locatie alwaar opslag en/of stalling van motorrijtuigen plaatsvindt, tevens vergoed:
a. de gemaakte kosten van aanschaf vannieuwe kentekenbewijzen;
1. contact- en voertuigsleutels;
2. en/of keycards.
b. de kosten van het inlezen van de nieuwe contact- en voertuigsleutels en/of keycards, of – als dit niet mogelijk is – vervanging van het contactslot van het verzekerde motorrijtuig. In die gevallen dat de kentekenbewijzen en contact- en voertuigsleutels en/of keycards in het bezit van een onbevoegde zijn geraakt en er sprake is van:
1. diefstal uit een kast of kluis mits is voldaan aan alle gestelde voorwaarden in artikel 7.4a tot en met 7.4 c (sleutelbepaling);
2. afpersing.
Onder contact- en voertuigsleutels en/of keycards worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen die standaard bij het motorrijtuig worden geleverd en met behulp waarvan de motor van het motorrijtuig kan worden gestart. Het plaatsvinden van de in dit artikel bedoelde diefstal of afpersing dient aannemelijk te worden gemaakt door overlegging van een proces-verbaal van aangifte, waarin de kentekenbewijzen en de contact- en voertuigsleutels en/of keycards afzonderlijk staan vermeld.
Artikel 7 Eigen Risico
1. Per gebeurtenis geldt het op het polisblad vermelde eigen risico.
2. Er geldt geen eigen risico ter zake van de dekking:
x. xxx xxxxxx door brand, blikseminslag, blusmiddelen, kortsluiting, ontploffing en zelfontbranding als genoemd in artikel 4.4c en 4.5a;
b. voor schade aan ruiten die door middel van de kunstharsmethode zijn gerepareerd;
c. als omschreven in artikel 4.9 en 4.10.
3. Indien uit het door de verzekerde en de wederpartij ondertekende schadeaangifteformulier blijkt, dat de wederpartij kennelijk voor de gebeurtenis aansprakelijk is, verstrekt de verzekeraar aan de verzekeringnemer een renteloze geldlening ter grootte van het eigen risico evenwel met dien verstande dat, indien de verzekeraar de schade niet kan verhalen, de verzekeringnemer gehouden is de geldlening aan de verzekeraar terug te betalen.
4. In geval van schade aan of verlies van motorrijtuigen, als genoemd in artikel 1.2 of onderdelen daarvan voor zover die zich binnen het motorrijtuig bevinden, door het evenement van (poging tot) diefstal, joyriding en/of vermissing, en welke motorrijtuigen zich bevinden op het op het polisblad genoemde adres (zowel in als buiten gebouwen), dan wel op enige andere
locatie alwaar opslag en/of stalling van motorrijtuigen plaatsvindt, geldt een eigen risico van 30% van de schade bij de eerste schadegebeurtenis, 40% bij de tweede en 75% bij de derde en volgende schadegebeurtenis met als minimum het op het polisblad vermelde eigen risico, tenzij aan de volgende voorwaarden zal zijn voldaan:
a. de hierboven bedoelde motorrijtuigen, die zich buiten enig pand bevinden, zijn deugdelijk afgesloten;
b. er bevinden zich geen sleutels op, aan of in de hierboven bedoelde motorrijtuigen, ongeacht of deze zich in dan wel buiten enig pand bevinden;
c. De verzekeringnemer kan direct met de melding van de (poging tot) diefstal, de vermissing of joyriding het totaal der contact- en voertuigsleutels, keycards en kentekenbewijzen van de hierboven bedoelde motorrijtuigen aan de verzekeraar overleggen, tenzij de verzekeringnemer kan aantonen dat deze contact- en voertuigsleutels, keycards en kentekenbewijzen ten tijde van het evenement waren opgeborgen in een kluis en deze contact- en voertuigsleutels, keycards en kentekenbewijzen ten gevolge van braak met zichtbare braaksporen uit deze kluis zijn weggenomen. De kluis dient te voldoen aan de volgende eisen:
1. Indien de kluis is aangeschaft voor 01-01-2016, dient deze ten minste te voldoen aan de safe 3 normering ten aanzien van de inbraakwerendheid.
2. Indien de kluis is aangeschaft na 01-01-2016, dient deze ten minste te voldoen aan de EN 14450 S2 (Securitylevel 2) ten aanzien van de inbraakwerendheid.
Deze normen staan gelijk aan een waardebergingsindicatie van € 5.000,-. Bij een ledig gewicht van minder dan 1.000 kg, dient de kluis verankerd te zijn volgens de richtlijnen van Bovemij.
Voor actuele richtlijnen verwijzen wij u naar onze site xxx.xxxxxxx.xx.
In het geval aan alle sub a tot en met c gestelde voorwaarden is voldaan, zal het eigen risico gelden zoals vermeld op het polisblad. Indien in een aaneengesloten periode van achttien maanden na het toepassen van de in artikel 7.4 vermelde afwijkende eigen risicoregeling geen evenement als in artikel 7.4 genoemd heeft plaatsgevonden zal het van toepassing zijnde eigen risicopercentage op 30% worden gesteld, waarna de bovenvermelde staffel wederom van toepassing zal zijn.
Artikel 8 Geschillenregeling
Indien tussen de verzekeraar en verzekeringnemer verschil van opvatting ontstaat:
1. over de uitleg en toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, of
2. over de vraag of een gebeurtenis al dan niet door de verzekering is gedekt,
is de verzekeraar verplicht zijn standpunt schriftelijk en gemotiveerd aan de verzekeringnemer kenbaar te maken.
De verzekeringnemer kan binnen twee maanden na dagtekening van het schrijven van de verzekeraar schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken. De verzekeraar is verplicht op het bezwaarschrift van de verzekeringnemer uiterlijk binnen twee maanden na het indienen ervan schriftelijk en gemotiveerd te antwoorden.
Blijft de verzekeringnemer met de verzekeraar van mening verschillen, dan zal de verzekeraar op verzoek van de verzekeringnemer, mits binnen één maand na dagtekening van het laatste schrijven van de verzekeraar ingediend, het geschil voorleggen aan een in overleg met de verzekeringnemer aan te wijzen advocaat.
De kosten van het advies van de aangewezen advocaat komen voor rekening van de verzekeraar. De verzekeraar conformeert zich op voorhand aan dit advies. Indien de verzekeringnemer zich met het advies niet kan verenigen, kan hij het geschil alsnog voorleggen aan de rechter. Indien de verzekeringnemer door de rechter alsnog in het gelijk wordt gesteld en het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, zal de verzekeraar de gemaakte externe kosten vergoeden, alsmede de wettelijke rente.