Huishoudelijk Reglement
Koninklijke Dordrechtsche Roei- en Zeilvereeniging
Huishoudelijk Reglement
Ingevolge artikel 17 van de Statuten van de Koninklijke Dordrechtsche Roei- en Zeilvereeniging.
Van de leden
Artikel 1
1. Hij die een lidmaatschap wenst te verkrijgen, dient het door de vereniging verstrekte en door hem ondertekende aanvraagformulier, bevattende zijn persoonlijke gegevens, daartoe bij de secretaris in te dienen. Voorts dient de aanvrager op dit formulier te vermelden de naam van één seniorlid die reeds gedurende tenminste één jaar lid van de vereniging is en die de aanvrager persoonlijk kent en niet familielid of zakelijke relatie van de kandidaat is of verbonden is aan het bedrijf, instelling of andersoortige organisatie van de kandidaat.
Minderjarige kandidaten dienen het formulier te laten meetekenen door een ouder, voogd of verzorger.
2. Het bestuur beslist na ontvangst van het aanvraagformulier omtrent de toelating. Bij toelating van de aanvrager tot het lidmaatschap wordt hiervan melding gemaakt in het verenigingsorgaan.
3. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. De leden dragen er voor zorg dat hun adres bij het bestuur bekend is. Oproepingen en mededelingen kunnen rechtsgeldig geschieden aan het laatst bekende adres.
Artikel 2
1. Seniorlid is hij/zij, die bij de aanvang van het verenigingsjaar de leeftijd van achttien
(18) jaren heeft bereikt.
2. Juniorleden zijn zij die bij de aanvang van het verenigingsjaar de leeftijd van achttien
(18) jaren niet hebben bereikt en door het bestuur als juniorlid tot de vereniging zijn toegelaten.
3. Leden-rechtspersoon zijn lichamen die volgens de wet rechtspersoonlijkheid bezitten. Zij kunnen hun lidmaatschapsrechten slechts uitoefenen door één, door de rechtspersoon schriftelijk aan het bestuur kenbaar gemaakt, natuurlijk persoon.
4. Indien bij besluit van de ledenvergadering aan bepaalde categorieën personen in verband met bijzondere omstandigheden speciale contributiefaciliteiten worden verleend, zullen zij – tenzij het tegendeel nadrukkelijk is bepaald – buiten de in het betreffende besluit vermelde rechten en plichten geen verdere
lidmaatschapsrechten kunnen uitoefenen, ook al heten zij “Student-lid, buiten-lid o.i.d.”.
5. Ereleden worden door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur benoemd. Zij dienen tot luister van de vereniging bijgedragen te hebben.
6. Honorairleden en leden van verdienste worden door het bestuur benoemd. Het honorair lidmaatschap is in principe bedoeld voor niet-leden waarvan verwacht mag worden dat zij door het ontvangen van het honorair lidmaatschap een bijdrage voor de vereniging zullen kunnen leveren. Het lidmaatschap van verdienste is in principe bedoeld voor leden van de vereniging die gedurende langere periode een dusdanig waardevolle bijdrage aan de vereniging hebben verleend dat het gepast is de betrokkene met het lidmaatschap van verdienste als blijk van erkentelijkheid van de vereniging te vereren.
Artikel 3
Donateur kan zijn hij/zij, die door het verstrekken van een geldelijke bijdrage de vereniging steunt. Het bestuur kan weigeren iemand donateur te laten zijn.
Artikel 4
Er worden geacht zoveel stemgerechtigde leden ter vergadering aanwezig te zijn als het aantal van hun handtekeningen op de presentielijst bedraagt.
Van het bestuur
Artikel 5
1. Ingeval van tussentijdse vacatures wordt daarin in de eerstvolgende algemene vergadering voorzien.
2. Kandidaten voor het bestuurslidmaatschap kunnen slechts worden gesteld door het bestuur of door tenminste tien (10) stemgerechtigde leden. In het laatste geval dient de voordracht te geschieden niet later dan zeven (7) dagen na dagtekening van de oproeping tot de vergadering. In het geval de kandidaatstelling betreft een vacature
voor de positie van commissaris van een afdeling van de vereniging, dient voorafgaande aan de kandidaatstelling de afdelingsvergadering over het voorstel te worden gehoord.
3. Van kandidaatstelling door het bestuur dient in de oproeping tot de vergadering melding te worden gemaakt.
4. Elke voordracht mag slechts geschieden nadat de kandidaat zich bereid heeft verklaard een eventuele benoeming te zullen aanvaarden.
Artikel 6
Het bestuur is onverminderd zijn tegenover de algemene vergadering af te leggen verantwoording, bevoegd de speciale behartiging van belangen van de vereniging, aan de hand van daartoe vast te stellen richtlijnen, over te dragen aan één of meer seniorleden.
Artikel 7
1. Het bestuur leidt de vereniging en beheert de zaken van de vereniging overeenkomstig de bepalingen van de statuten, de reglementen en de besluiten van de algemene vergadering.
2. Ter uitvoering van de in het vorige lid opgelegde taak is het bestuur bevoegd, zulks onverminderd zijn daaromtrent aan de algemene vergadering verschuldigde verantwoording, de door hem nodig geachte maatregelen van orde te treffen.
3. De overeenkomstig het vorige lid getroffen maatregelen van orde zullen met onmiddellijke ingang van kracht zijn.
4. Het bestuur benoemt en ontslaat alle personen in dienst van de vereniging; het stelt de desbetreffende arbeidsvoorwaarden vast.
Artikel 8
1. De voorzitter is belast met de leiding van de algemene vergaderingen. Bij belet of ontstentenis van de voorzitter wordt gehandeld overeenkomstig het in artikel 7 lid 5 van de statuten van de vereniging bepaalde.
2. De voorzitter is voorts belast met het toezicht op de naleving van de wet, de statuten en de bepalingen van de reglementen als door de algemene vergadering vastgesteld en de maatregelen van orde zoals bedoeld in de leden 2 en 3 van artikel 7 van dit reglement.
Artikel 9
1. De secretaris convoceert de vergaderingen, is belast met het houden van de notulen van de vergaderingen en zorgt, dat in elke algemene vergadering een exemplaar van de statuten, van dit reglement en van andere geschreven regelingen, alsmede een ledenlijst beschikbaar is; tevens zorgt hij dat op iedere algemene vergadering een presentielijst aanwezig is, die door de op vergadering aanwezige stemgerechtigde leden dient te worden getekend.
2. Hij brengt de in artikel 10 lid 2 van de statuten bedoelde algemene vergadering, bij voorkeur in de maand april te beleggen, verslag uit aangaande de lotgevallen van de vereniging in het afgelopen jaar.
3. De secretaris neemt kennis van alle ingekomen stukken, doet daarvan mededeling in de bestuursvergaderingen, voert de algemene correspondentie, doet alle aanschrijvingen en houdt afschriften van verzonden stukken.
4. Spoedeisende aangelegenheden behandelt hij in overleg met de overige leden van het dagelijks bestuur; in de eerstvolgende bestuursvergadering wordt hiervan mededeling gemaakt.
5. De secretaris is voorts belast met de zorg voor het archief van de vereniging. Een ledenlijst, een exemplaar van de statuten, van het huishoudelijk reglement, van roei-, haven- en eventuele andere reglementen, alsmede bespreek- introductie- en gastenboek moeten door zijn zorg steeds in de daartoe geëigende lokalen van de vereniging aanwezig zijn.
Artikel 10
1. De penningmeester administreert de financiën van de vereniging. Hij int de contributie en andere gelden en doet alle door het bestuur goedgekeurde betalingen.
2. Hij is verplicht in de in artikel 10 lid 2 van de statuten bedoelde algemene vergadering rekening en verantwoording te doen van het financieel beheer van het bestuur en de door het bestuur opgemaakte begroting voor het lopende jaar aan de goedkeuring van de vergadering te onderwerpen.
3. De penningmeester kan door het bestuur gemachtigd worden om zelfstandig de bankrekeningen te beheren tot een maximum van twintigduizend euro (€ 20.000,00) per handeling.
4. Behoudens de reguliere betalingen verricht de penningmeester geen betalingen dan na fiattering van de betreffende nota/opdracht door de door het bestuur voor de
betreffende portefeuille aangewezen commissaris of – bij ontstentenis van de commissaris – de voorzitter. Bij het verrichten van betalingen boven een bedrag van
€ 5.000,- is voorafgaand fiat vereist van de verantwoordelijke commissaris tezamen met de voorzitter, waarbij – bij ontstentenis van één van voormelde personen, deze door een ander lid van het dagelijks bestuur kunnen worden vervangen.
Artikel 11
1. Bestuursleden met de titel van commissaris zijn bestuursleden die binnen het bestuur als eerstverantwoordelijke zijn belast met specifieke, door het bestuur aan te wijzen taken.
2. Commissarissen kunnen door het bestuur als eerstverantwoordelijke worden aangesteld voor het functioneren van een afdeling binnen de vereniging. Daarnaast is de afdelingscommissaris verantwoordelijk voor het – samen met de voorzitter – tijdig organiseren van de afdelingsvergaderingen voor het toezicht op de uitvoering van de besluiten die met betrekking tot zijn afdeling zijn genomen door de daartoe bevoegde organen. De afdelingscommissaris houdt de bestuursvergadering op de hoogte van alle relevante ontwikkelingen in de afdeling.
De afdelingscommissaris treedt voorts op als direct leidinggevende met betrekking tot de eventueel in de betreffende afdeling aangestelde werknemers van de vereniging. Hij wordt hierin bijgestaan door de vice voorzitter die verantwoordelijk is voor het algemene personeelsbeleid.
3. De procuratie van de commissarissen wordt door het bestuur geregeld. Artikel 12
Ingeval van een geschil, ontstaan tussen één of meer leden enerzijds en het bestuur anderzijds, zal het bestuur op korte termijn een beslissing nemen en
betrokkene(n) daarvan zo spoedig mogelijk in kennis stellen. Wanneer betrokkene(n) zulks verlangt/verlangen, zal de beslissing van het bestuur op de eerstvolgende algemene vergadering aan de orde worden gesteld, mits dat verlangen uiterlijk zeven dagen na dagtekening van een oproeping tot een algemene vergadering, schriftelijk aan het bestuur kenbaar is gemaakt. Tot de tijd, dat wil zeggen, tot de algemene vergadering zich over de bestuursbeslissing in het geschil heeft uitgesproken, behoudt de bestuursbeslissing haar geldigheid.
Commissies
Artikel 13
1. Commissies worden ingesteld en opgeheven bij reglement of door het bestuur. Ook afdelingscommissies kunnen voor de uitvoering van de aan hen gedelegeerde taken na akkoord van het bestuur één of meer subcommissies instellen.
2. Bij het instellen van een commissie ontvangt deze een taakomschrijving. De taakomschrijving omvat minimaal het doel en de termijn waarvoor de commissie is ingesteld, de (wijze van) samenstelling en de eventueel aan de commissie gedelegeerde bevoegdheden.
3. (Sub)commissies handelen onder het gezag en de verantwoordelijkheid van en in verantwoording aan de commissie die de betreffende (sub)commissie heeft ingesteld en uiteindelijk aan het bestuur.
Samenstelling/zittingsduur
Artikel 14
1. Commissieleden worden door het bestuur benoemd en ontslagen. De zittingsperiode is drie jaar. Zij zijn direct herbenoembaar.
2. Wanneer er een vacature ontstaat in een afdelingscommissie, doet de afdelingscommissie daarvan direct melding aan het bestuur. Het bestuur zal hierop binnen een week na de betreffende melding aan de leden kennis geven van de vacature door middel van bekendmaking op een voor alle leden in de betreffende afdeling duidelijk zichtbaar opgehangen publicatiebord, alsmede door publicatie in de Pikhaak. Indien bij deze publicatie al kandidaten bekend zijn, worden de namen van deze kandidaten ook bekend gemaakt. Bij de publicatie wordt aan de leden de gelegenheid gegeven gedurende minimaal twee weken van belangstelling voor de vervulling van de vacature kennis te geven aan het bestuur. Na het verstrijken van de termijn wordt de functionaris door het bestuur benoemd na overleg met de betreffende commissie.
Ad hoc en subcommissies
Artikel 15
Voor leden van ad hoc commissies of subcommissies (commissies van commissies) is het bepaalde in het vorige artikel niet van toepassing. Zij kunnen direct door het bestuur worden benoemd. In voorkomende gevallen is het bestuur echter bevoegd de benoeming van commissieleden van deze commissies toch te laten plaatsvinden volgens de bovengenoemde bekendmakingsprocedure.
De afdelingen
Artikel 16
1. De Vereniging kent een roeiafdeling en een havenafdeling. De coordinatie van de dagelijkse activiteiten binnen de afdeling ligt bij de afdelingscommissies zoals nader uitgewerkt in aparte afdelingsreglementen.
2. De afdelingscommissies worden voorgezeten door één van de afdelingscommissarissen van de betreffende afdeling.
3. Aan het eind van elk jaar stelt een afdelingscommissie ten behoeve van het bestuur een jaarplan op met betrekking tot het komend jaar, bevattende zowel de voorgenomen beleidsplannen als een opstelling van de gewenste investeringen.
Afdelingsvergaderingen
Artikel 17
1. De afdelingsvergadering bestaat uit alle stemgerechtigde leden van een afdeling.
2. Afdelingsvergaderingen worden minimaal eenmaal per jaar gehouden, voorafgaande aan de voorjaarsledenvergadering ter vaststelling van de investeringswensen, doch bij voorkeur wordt er tevens in het najaar een afdelingsvergadering gehouden ter bespreking van de lopende gang van zaken en voorbespreking van de toekomstplannen.
3. De agenda van de afdelingsvergadering wordt vastgesteld door de afdelingscommissarissen tezamen met de voorzitter van de vereniging.
4. De afdelingsvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van de vereniging en bij bespreking van financiële onderwerpen is ook de penningmeester van de vereniging aanwezig. Tevens zijn tijdens afdelingsvergaderingen altijd de leden van de afdelingscommissie aanwezig om toelichting te geven op de door hen verrichte werkzaamheden.
5a. In de voorjaarsafdelingsvergadering stelt de afdelingsvergadering de investeringsbegroting voor het lopende jaar vast met dien verstande dat een investeringsadvies wordt vastgesteld tot een totaalbedrag aan beschikbare investeringsruimte.
5b. De in het vorige lid genoemde investeringsruimte bestaat uit 60% van de positieve cashflow van de eigen afdeling in de voorgaande boekjaren verminderd met de in die periode verrichte investeringen en vermeerderd met 60% van de positieve cashflow van de eigen afdeling zoals voorzien in het lopende jaar, waarbij na het verstrijken van een boekjaar telkens de op basis van de begroting over dat boekjaar vastgestelde investeringsruimte met terugwerkende kracht zal worden bijgesteld conform de over bedoeld jaar vastgestelde jaarcijfers.
6. Het bestuur is gehouden de betreffende investeringsvoorstellen per afdeling in de daaropvolgende algemene ledenvergadering, aangevuld met een consolideerde jaarrekening en een begroting voor de gehele vereniging, aan de leden voor te leggen, voorzien van een advies van het bestuur.
7. De algemene ledenvergadering beperkt zich – behoudens zeer bijzondere omstandigheden – met betrekking tot voorstellen vanuit de afdelingsvergadering tot het al of niet akkorderen van deze voorstellen. Voorstellen van afdelingsvergaderingen – indien voorzien van positief advies van het bestuur – kunnen door de algemene vergadering alleen worden verworpen met een meerderheid van 2/3 van de aanwezige stemmen. Bij onthouding of negatief advies van het bestuur wordt besloten met gewone meerderheid.
8. Het bestuur bewaakt de door de verschillende afdelingen en de algemene vergadering vastgestelde investeringsplannen. Voorstellen met betrekking tot concrete investeringen worden door de betreffende afdelingscommissarissen ter fiattering aan het bestuur voorgelegd, waarbij het bestuur in principe alleen toetst of het gedane voorstel overeenstemt met de genomen besluiten en of de voorgestelde uitvoering aan eisen van kostenefficiency voldoet.
Afdelingsreglementen
Artikel 18
Voordat de algemene vergadering besluit over een wijziging of vaststelling van afdelingsreglementen, zullen de betreffende afdelingsvergaderingen over de voorgestelde wijzigingen worden gehoord.
De gelden
Artikel 19
1. Door de in artikel 10 van de statuten bedoelde algemene vergadering worden, aan de hand van een daartoe strekkend bestuursvoorstel, de door deze categorieën leden voor het daarop volgend jaar verschuldigde contributies, roei-, zeil-, lig- en entreegelden vastgesteld, alsmede door de leden in afzonderlijke fondsen te storten bedragen en de door donateurs verschuldigde minimumdonatie.
2. Van de ingevolge het eerste lid verschuldigde bedragen wordt, behoudens ingeval van een afwijkende beslissing van het bestuur, nimmer restitutie verleend.
3. Ereleden, honorairleden en leden van verdienste zullen geen basiscontributie verschuldigd zijn.
Artikel 20
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijks contributie en overige door hen vastgestelde bedragen, die door de algemene vergadering zullen worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen. Bij jaarlijkse aanvang van het lidmaatschap zijn de contributie en de overige bedragen over het gehele lopende verenigingsjaar verschuldigd, tenzij het bestuur daarvan ontheffing naar tijdsgelang verleent.
2. Onverminderd het in het eerste lid bepaalde, zijn de leden bovendien verplicht, naast de jaarlijkse contributie, afhankelijk van de faciliteiten waarvan zij gebruik maken, tot betaling van roei-, zeil- en/of liggelden, dan wel enige andere bijdrage waartoe de ledenvergadering mocht besluiten.
3. Contributie en andere gelden zijn bij vooruitbetaling voor het gehele bedrag verschuldigd en dienen te worden voldaan binnen één maand na dagtekening van de desbetreffende door de penningmeester of diens plaatsvervanger uit te reiken rekening.
4. Indien de betaling van de verschuldigde contributie of van andere ingevolge artikel 19 verschuldigde gelden niet binnen twee (2) maanden na dagtekening van de rekening is geschied, kan het bestuur tot schorsing van de schuldenaar overgaan, indien deze, na daartoe schriftelijk te zijn gemaand, niet binnen twee (2) weken na dagtekening van deze aanmaning tot volledige betaling van het verschuldigde is overgegaan. Het bedrag van de verschuldigde gelden kan bij aanmaning worden verhoogd met administratiekosten van tenminste tien euro (€10,00).
5. Wanneer twee (2) maanden na dagtekening van de in lid 2 bedoelde aanmaning de betaling niet heeft plaatsgevonden, is betrokkene van rechtswege geschorst en zal
hij, behoudens bijzondere omstandigheden ter beoordeling van het bestuur door het bestuur op de eerstvolgende algemene vergadering tot ontzetting (royement) worden voorgedragen. Na betaling van het verschuldigde, vermeerderd met tien procent (10%) van het verschuldigde, kan rehabilitatie slechts door een besluit van de algemene vergadering geschieden.
6. Tegenover een vordering tot betaling aan de vereniging uit hoofde van enig artikel van de statuten, dit huishoudelijk- of enig ander door de algemene vergadering vastgestelde reglement, kan nimmer een beroep op schuldvergelijking worden gedaan, terwijl alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten, zoals die voor advocaat, deurwaarderskosten, geheel voor rekening zullen zijn van het desbetreffende lid, dat in gebreke bleef de onderhavige betaling tijdig en volledig te verrichten.
Artikel 21
1. De leden die schade toegebracht hebben aan eigendommen van de vereniging zijn gehouden het volledige bedrag van deze schade aan de vereniging te vergoeden. Het bestuur stelt het bedrag van de schade bindend vast. Uiterlijk binnen één maand kan tegen dit besluit beroep bij de ledenvergadering worden ingesteld, bij brief te sturen aan het bestuur.
2. Op de voldoening van de in het lid 1 bedoelde schadevergoeding zijn voor zoveel mogelijk de bepalingen van artikel 20 van overeenkomstige toepassing.
3. Op een desbetreffend voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering besluiten leden te verplichten een aansprakelijkheidsverzekering, met door de algemene vergadering vast te stellen minimum dekking, af te sluiten.
Vertegenwoordiging/aansprakelijkheid/verzekeringen
Artikel 22
1. Behoudens het elders in de statuten en in dit reglement bepaalde kunnen leden van de vereniging de vereniging alleen binden indien zij daartoe door het bestuur schriftelijk zijn gemachtigd.
2. De vereniging en het bestuur zijn ten opzichte van de leden uitsluitend aansprakelijk te houden voor eventuele schades indien en voorzover de door de vereniging afgesloten assurantieovereenkomsten terzake dekking verlenen.
Introductie
Artikel 23
1. Uitsluitend seniorleden hebben het recht een persoon te introduceren (het recht van introductie).
2. De algemene vergadering kan, op voorstel van het bestuur, bij afzonderlijk reglement nadere bepalingen ten aanzien van de introductie vaststellen.
3. Ieder die een persoon introduceert, is aansprakelijk voor de schade door die persoon veroorzaakt aan zaken die aan de vereniging in eigendom toebehoren of aan haar zijn toevertrouwd. Het bepaalde in de artikelen 20 en 21 is voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Gebruik van de vaartuigen
Artikel 24
De algemene vergadering kan, op voorstel van het bestuur, in een afzonderlijk reglement, nadere regels vaststellen omtrent het gebruik van de vaartuigen alsmede het gebruik van-
, en de orde in de jachthaven en sociëteiten.
Onderscheidingstekens
Artikel 25
Met uitzondering van persoonlijke prijzen vallen prijzen, door de leden op wedstrijden behaald in vaartuigen van de vereniging, toe aan de vereniging en worden op een door het bestuur aan te wijzen plaats of wijze bewaard casu quo aangewend.
Vlagvoering
Artikel 26
De kleuren van de verenigingsvlag zijn: Rood RAL 3002
Wit RAL 9003
De wimpel.
a. De vereniging voert als "clubstandaard" een wimpel waarvan de verhouding hijs (hoogte) tot diepte (lengte) 1:1,5 bedraagt.
Een witte ruit ontspringt aan de zijde van de broeking uit twee gelijke, rode driehoeken waarvan de hoogte gelijk is aan de halve hijs en de lengte gelijk aan de halve diepte. De witte ruit is beladen met een vijfpuntige ster in zwart, gedekt door een koningskroon in chromaatgeel. De hoogte van de ster en kroon tezamen verhoudt zich tot de hijs als 0,4:1. De wimpel wordt gevoerd op alle aan de vereniging toebehorende vaartuigen en alle vaartuigen, de leden toebehorende, zowel bij dag als bij nacht, mits in gebruik zijnde en op de daarvoor gebruikelijke wijze, echter nimmer tijdens wedstrijden.
b. De vlag.
De leden van het bestuur is het toegestaan, ter vervanging van de wimpel, een "bestuursvlag" in rechthoekige vorm waarvan de verhouding hijs tot diepte 1:1,5 bedraagt te voeren.
Een witte ruit in gelijke afmetingen is omsloten door vier, schuine, rode, hoeken en is beladen met een ster en koningskroon als de wimpel.
De hoogte van ster en kroon tezamen verhoudt zich tot de hijs als 0,5:1. De voorzitter voert de vlag in deze vorm.
Als onderscheidingsteken is de vlag van de vice-voorzitter beladen met één bal in zwart in de bovenste rode hoek aan de zijde van de broeking.
Die van de overige bestuursleden is bovendien beladen met een bal in zwart in de onderste rode hoek aan de zijde van de broeking.
c. De ingesneden vlag.
De ingesneden vlag heeft een verhouding van hijs tot diepte van 1:1,8 met een insnijding aan de van de broeking afgekeerde zijde welke zich tot de hijs verhoudt als 1:0,6.
De witte ruit waarvan de verhouding hijs tot diepte 1:1,2 bedraagt, ontspringt aan de zijde van de broeking op gelijke wijze als de vlag uit twee schuine, rode, hoeken en is aan de tegenovergestelde zijde besloten tussen twee rode driehoeken waarvan de hoogte gelijk is aan de helft van de hijs en de diepte aan 1,2 maal de hijs.
De ruit is op gelijke wijze als vlag en wimpel beladen met ster en kroon waarvan de hoogte zich verhoudt tot de hijs als 0,5:1.
Het recht tot het voeren van de ingesneden vlag wordt verleend bij bestuursbesluit en is steeds strikt persoonlijk,
Ingeval een lid zijn vaartuig aan een niet-lid verhuurt of ten gebruike geeft, is het verplicht ervoor zorg te dragen, dat wimpel of vlag gedurende die tijd is ingenomen.
De roeibladen
Artikel 27
De roeibladen hebben de standaardkleuren rood en wit. De vlakverdeling van de bladen aan de voor- en de achterzijde is als volgt: Wit gekleurd boven een diagonaal van 30 graden, rood gekleurd onder deze diagonaal. De diagonaal heeft haar hoogste punt van de zijde van de bladsteel en loopt naar beneden weg naar het uiteinde van het blad. De diagonaal wordt dusdanig gepositioneerd dat het rode en witte gedeelte gelijk van oppervlakte zijn.
Artikel 28
Het bestuur kan leden verplichten tijdens wedstrijden of andere officiële vertegenwoordiging van de vereniging bepaalde clubkleding te dragen.
Artikel 29
1. Het embleem van de vereniging is een onklaar anker, waarachter twee gekruiste riemen, het geheel gedekt door een koningskroon.
2. Het insigne van de vereniging is een geëmailleerd geusje, overeenkomstig de clubstandaard als omschreven in artikel 26 lid 1, met korte vlaggenstok. Het insigne wordt tegen de kostprijs aan de leden beschikbaar gesteld.
3. Het bestuursinsigne is het embleem uitgevoerd in edelmetaal en blijft eigendom van de vereniging. Xxxxx bestuurslid tekent voor ontvangst en retourneert het insigne bij beëindiging van het lidmaatschap. Indien dit niet mogelijk is dient het bestuurslid de waarde hiervan te vergoeden.
4. Een insigne van de vereniging kan door het bestuur aan ereleden, honorairleden en leden van verdienste worden toegekend.
Strafbepalingen.
Artikel 30
1. De algemene vergadering, op voorstel van het bestuur, is bevoegd in het roei-haven- en andere daarvoor in aanmerking komende reglementen strafbepalingen op te nemen,
2. De in het eerste lid bedoelde bepalingen mogen maximaal de navolgende straffen - of een combinatie daarvan – omvatten:
a. ontzegging van de bevoegdheid gedurende bepaalde tijd gebruik te maken van de vaartuigen en/of andere faciliteiten van de vereniging;
b. boete van tenminste één euro (€.1,00) en maximaal tot een bedrag gelijk aan de voor seniorleden geldende contributie: voor verhaal van boeten is het bepaalde in de artikelen 20 en 21 van overeenkomstige toepassing;
x. xxxxxxxxx, gevolgd door een voorstel tot ontzetting (royement).
3. Onder schorsing in de zin van lid 2 sub c. alsmede van de leden 5 en 6 van artikel 20, wordt verstaan de ontzegging van alle aan het lidmaatschap verbonden rechten.
Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 31
Een algemene vergadering kan bij een besluit, genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen, ontheffing verlenen van bepalingen van dit reglement, indien het voorstel daartoe in de oproeping is vermeld.
Artikel 32
Aan elk lid wordt een exemplaar van de statuten, het huishoudelijk reglement en andere door de algemene vergadering vastgestelde en vast te stellen reglementen ter beschikking gesteld.
Tekst zoals gewijzigd laatstelijk vastgelegd in de Algemene Leden Vergadering van 11 mei 2009