DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE VERENIGING VOOR
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE VERENIGING VOOR
GENEALOGIE EN HISTORIE WESTERWOLDE
REDACTIE:
S.H. ACHTEROP
J.S.A. HUIZING
XXX XXXXX XXXXXX, xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00,
9978 TB Hornhuizen,
tel. 0000-000000/481630.
SECRETARIAAT:
∗ lidmaatschap Mevr. G.P.I.HISKES-KNIGGE,
* abonnementen M. Xxxxxxxxxxxxxxxx 0,
∗ administratie 9648 LD Wildervank.
∗ archief tel. 0000-000000.
PENNINGMEESTER:
BANK:
LIDMAATSCHAP:
X.XXXXXX,
Xxxxxxxx 00,
9503 AJ Stadskanaal.
tel. 0000-000000.
∗ postgironummer van de vereniging: 4222401.
RABO-bank Stadskanaal
∗ xxx.xx. 3586.06.063 t.n.v. Vereniging voor Genealogie en Historie Westerwolde;
∗ postgironummer van de bank: 810818.
∗ contributie f. 40,- per jaar (inclusief tij schrift, uit te reiken op de driemaandelijkse bijeenkomsten of toegezonden per post);
∗ donateurschap f. 35,- per jaar (inclusief
tijdschrift, toegezonden per post), alleen voor verenigingen en stichtingen.
Niets uit dit tijdschrift mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,
fotografie, microfilm of op welke andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
I N H O U D : | "IN MEMORIAM | XXXXXX XXXXXXX XXXXXXX", | blz. | 3. |
"IN MEMORIAM | XXXXX XXX XXXXXX" , | blz. | 3. | |
Xxx Xxxxx Xxxxxx, | "VULLING", | blz. | 4. |
"GENEALOGISCHE ADVIESDAG 1996", blz. 4.
Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx,
"WESTERWOLDER IMPORT II", blz. 5.
X.Xxxx, "ONSTWEDDE: HARDNEKKIG PAAPS", blz. 14.
X.Xxxx, "WEDDE EN DE WEDDERMARKT", blz. 15.
X.Xxxx, "XXXXXXXX XXXXXXX", blz. 20. "AANVULLINGEN EN VERBETERINGEN" blz. 26.
"TIJDSCHRIFTEN", blz. 28.
***********************************
O p r o e p :
De redactie van "Xxxxxxxxxxx" zou zich graag uitgebreid zien met enke enthousiaste leden. Free-lance-redactieleden, of leden van de verenig die af en toe een artikeltje in het tijdschrift verzorgen, zijn ook v harte welkom. Hebt U interesse en hebt U enige tijd beschikbaar, neem dan contact op met de eindredacteur van dit blad of met de secretaress de vereniging "Westerwolde". U bent hartelijk welkom.
IN MEMORIAM XXXXXX XXXXXXX XXXXXXX
Het plotselinge overlijden op 4 januari j.l. van de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx bracht zowel bij de leden van het bestuur als bij de redactie van het tijdschrift "Westerwolde" gevoelens van diepe verslagenheid te weeg. Immers een man met een grote gedegen kennis van de geschiedenis van
Westerwolde en omliggende gebieden, alsmede van de bevolking was uit ons midden weggenomen.
Wij hadden hem leren kennen als een rustig en vriendelijk persoon, altijd correct in omgang en werk en steeds bereid anderen deelgenoot te maken van zijn, door steeds maar speuren in de archieven, verkregen kennis. Dit gebeurde dan in gesprekken of in tijdschriftartikelen en lezingen.
Veel heeft de xxxx Xxxxxxx bijgedragen aan de ontwikkeling van ons tijd- schrift, waarvan hij tien jaar lang redacteur was, een aantal jaren was hij eindredacteur. Xxxxxx nog was de xxxx Xxxxxxx bestuurslid van de vereni- ging, hij fungeerde geruime tijd als tweede secretaris en enkele jaren als
vice-voorzitter.
Ook in het bestuur diende hij de vereniging met weloverwogen en goed ge- fundeerde voorstellen en adviezen.
Zij inzet was groot en effectief.
Het was fijn met hem samen te werken.
Ons rest nu alleen een dankbare herinnering.
IN MEMORIAM XXXXX XXX XXXXXX
Op 26 februari j.l. ontvingen wij het droevige bericht dat op 24 februari de xxxx Xxxxx Xxx Xxxxxx onverwacht was overleden.
Als nazaat van het bekende geslacht Hommes, met zijn vele bestuurders in de 18e en 19e eeuw in Westerwolde, was hij zeer geïnteresseerd in het familie- gebeuren aldaar.
Hij was dan ook direct betrokken bij de oprichting van de Vereniging voor Genealogie en Historie "Westerwolde" in 1980 en hij leverde uiteindelijk de gegevens voor een compleet genealogisch overzicht van zijn familie, die werd gepubliceerd in ons tijdschrift.
Sedert 1992 was de heer Xxxxxx lid van het bestuur van de vereniging in de functie van vice-voorzitter.
Hij was een man die altijd klaar stond om, waar nodig, de helpende hand te bieden; drong bij besprekingen zonder veel omhaal van woorden snel door tot de kern van de zaak en stelde vlotte beslissingen op prijs.
Onze vereniging verloor met hem een trouw en zeer gewaardeerd bestuurslid.
X.X.xx Xxxx, voorzitter
Vulling
Xxx Xxxxx Xxxxxx
Rijksarchief Drenthe, Etstoel 132, (na 17 november 1641 en voor 1642).
Boele ter Wissche in Westerwoldingerlandt int Carspel Sellingen woonachtig, claget over Xxxxxx Xxxxxxxxx soon Xxxxxxx tot Odoren woonachtig, wetlycke geciteert synde, hoe dat deselvige jongest Xxxxxxxx (Xxxxxxxx) marcket dach den 13 julii 1641 sich onderstaen heft een bleecke roode osse clager toebehoorende van Xxxxxxx ter Haer ende Xxxx Xxxxxx biesten heft affgehaelt en voor den vork genomen en naar ... ? toegedreven ende daar door op de
....? en uth clagers handen gecomen, blijckende bij gerichtlycke acte van syn eigen bekentnisse ende attestatie van Xxxxxxx ter Haer.
Rijksarchief Drenthe, Etstoel 14, 23 oktober 1662.
Request van Xxx Xxxxxx, wonend op 't Heem bij Clooster Ter Apel, en Xxxxxxx Xxxxxx, weduwe van de predikant Duiterus (predikant te Roswinkel), dat uit Xxxxxx Xxxxxxxx verkochte goederen betaald moge worden haar achterstallig. Volgens verzegelde stokleggingsbrieven.
******************
GENEALOGISCHE ADVIESDAG 1996
Op 11 mei 1996 viert de Nederlandse Genealogische Vereniging haar 50-jarig bestaan met een manifestatie in de Expozaal van de Jaarbeurs in Utrecht> De NGV telt ruim 11.000 leden in binnen- en buitenland.
Op deze megamarkt voor stamboomonderzoekers worden naast voorlichting, lezingen en uitwisseling van gegevens ook demonstraties door de verschil- lende diensten van de NGV verzorgd, zoals de Computerdienst, Heraldiek, Familieorganisaties, Knipsels, Onderzoekruildienst, Microfiches en de Contactdienst. Bij laatstgenoende dienst is een enorm adressenbestand aanwezig van meer dan 100.000 achternamen.
Omdat er een nauw verband bestaat tussen genealogisch en historisch onderzoek zijn ook tientallen historische verenigingen uit het hele land die dag in Utrecht aanwezig, evenals zusterverenigingen uit binnen- en buitenland.
Ook verschillende Rijks- en andere archiefdiensten en het Centraal Bureau voor Genealogie zullen op deze Adviesdag aanwezig zijn.
Iedereen is welkom van 10.00 uur tot 17.00 uur op 11 mei. De toegangsprijs is fl. 5,-- per persoon, waarbij de toegang tot lezingen is inbegrepen. Voor nadere inlichtingen kunt U zich wenden tot de werkgroep Publicitei
**************************
WESTERWOLDER IMPORT II
Voorouders van Xxxxxxxx Xxxxxx, e.v. Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx
I
N. (ELTEKO?) N.
∗ ca 1500 Midwolda?
Kinderen:
∗ Xxxxxx Xxxxxxxx huwt N.N. (volgt II)
∗ Zoon
∗ Zoon
∗ Zoon
∗ Xxxxx Xxxxxxxx huwt Xxxxx Xxxxxx (volgt 1)
Wellicht de Xxxxxx, wiens naam op de in 1516 gegoten klok van Midwolda voorkomt? (GDW 426)
De bakermat van dit geslacht ligt te Midwolda (Old.), waar het vanaf 1564 aanwijsbaar voorkomt maar, gezien het omvangrijke landbezit, reeds langer gevestigd geweest moet zijn.
08-10-1571 'myt Xxxxxx Xxxxxxx gerekent is van dese bovengescr. schuld und oick bij sijn 3 broders' 1573 'sijn 3 broders'
(Rekeningboek Kerkvoogdij, Herv.Gem. Midwolda, nrl, p 110 en 117)
en
1. XXXXX XXXXXXXX
Kinderen:
∗ Xxxxx Xxxx huwt Tyacke X.
XXXXX XXXXXX
Kerkvoogd Woldendorp
+ 1581-1582
z.v. Xxxxx Xxxxxxx
∗ Xxxxxx Xxxxxx huwt Syntcke Meeckens, d.v. Xxxxxx Xxxxxxxx en Xxxx
huwt N.N. ca 1609
huwt Xxxxxx Xxxxxx 10-03-1625 Midwolda
∗ Xxxxx Xxxx
∗ Xxxx Xxxxxx huwt Xxxxxx Xxxxxx
1571 Xxxxx Xxxxxx komt voor in Woldendorp. (Gruoninga 1964, p 61, lijsthoogstaangeslagenen)
28-12-1574 Kerkvoogd te Woldendorp. (GAG, Rekening stad Groningen 1574, post mandaten)
1578 | Xxxxx Xxxxxx te Woldendorp is huur verschuldigd aan de kerk van Midwolda. |
(Rekeningboek Kerkvoogdij Midwolda) | |
1581 | Zoon Focko betaalt voor zijn vader 6 gl. huur aan de kerk van Midwolda. |
1582 | Zoon Elteko betaalt namens de erfgenamen de huur. |
08-07-1599 | Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxx en Xxxxxx Xxxxxx, gebroeders, scheiden een gemeen schappelijk huis en schuire. Xxxxxx zal genieten vor sin anpart de alinge behuisinge int steen, iserwarck doorn venster etc., waartegen Coerdt voor sijn deel sal beholden |
en genieten de geheele schuire en een somma gelds.
28-05-1602 Midwolda - Xxxxxx Xxxx en Tyacke verkopen aan Xxxxx Xxxxxxxxxx zijn gehele en alinge ampart landen, so hem wegen zijn huisvrouw is toegedeeld.
26-09-1602 Xxxxx Xxx Xxxxx, lidmate te Midwolda
5-05-1611 Midwolda - Xxxxxxxx Xxxxxxxx verkoopt zijn xxxxxx Xxxxx Xxxxxx sekere landen in de Woldendorper klockenslag gelegen. (Hierdoor kan worden aangenomen dat Wypke en Xxxxxx Xxxxxxxx zuster en broer waren.)
25-05-1612 Xxxxxx - Xxxxx Xxx Xxxxxxx gebruiker van Xxx Xxxxxxx' heerd te Oostwolderhamrik. (Betreft de verkoop van land, gelegen in zal. Xxx Xxxxxxx heerd, door Xxxxx Xxxxxxx en Eye, geerfd van hun moeder Xxxx, aan Xxxx Xxxxx en Xxxx.
(29-10-1610 Xxxx Xxxxxxx en Xxxx Xxxxx voor hun vrouwen Xxx en Icke Xxxxxxx, verkopen aan hun zwager Xxxx Xxxxxxx alle roerende goederen geerfd van hun schoonouders Xxxxxx Xxxxxx en Xxxx Xxxxxx.)
04-01-1614 Xxxxxxxx - Xxxxxx Xxx Xxxxxxx, vm., Xxxxxxx Xxxxxxx, sv. over de kinderen van Xxxxx Xxxx.
II
XXXXXX XXXXXXXX?
∗ ca 1525 Midwolda
+ voor 1582 Midwolda
Kinderen:
∗ Xxxxxx Xxxxxxxx huwt N.N. (volgt 1)
∗ Xxxxxxxx Xxxxxxxx huwt ca 1585 Xxxxxx Xxxxxx (volgt IJI)
∗ Xxxxx Xxxxxxxx huwt N.N. (volgt 2)
∗ Assa Eltekens huwt 09-1597 Xxxxx Xxxxxx (volgt 3)
1594 en 1576 Xxxxxx Xxxxxxx genoemd onder de huurders van land van de kerk te Midwolda. (Rekeningboek Kerkvoogdij Herv.Gem. Midwolda)
1581 "Nu Xxxxxxxx de soene", huurder van land van de kerk.
1582 - 1585 De erven van Xxxxxx Xxxxxxxx zijn huurders van land van de kerk.
1 . ELTEKE. ELTEKENS en N.N.
1571 Wordt te Midwolda genoemd "Xxxxx Xxxxxx" - mogelijk zo genoemd ter onder- scheiding van zijn overigens niet genoemde vader. (Gruoninga 1964, p 60)
1590 Xxxxx Xxxxxxx, landgebruiker te Midwolda. (RAG, Ommelander Archieven)
25-02-1599 Midwolda - Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxx Xxxxxx verwisselen land.
Midwolda - Xxxxxx Xxxxxxx verkoopt land hem van zijn Z. moder angearvet ... grise Monniken...
mit nog Eltijen anpart landes ...
moder angearvet in Scheemderhamrik gelegen.
2. XXXXX XXXXXXXX en N.N. begr. 02-08-1598 Midwolda
Kinderen:
* Xxxxx Xxxxxx huwt Frouwe N.
14-10-1599 Midwolda - Xxxxx Xxxxxx verset aan Xxxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxxx, voorstanders over het kind van Xxxxx Xxxxxxxx, een stuk land in de Baukenheerd gelegen.
08-02-1614 Xxxxx Xxxxxx déchargeert zijn gewezen xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx.
Xxxxx Xxxxxx kreeg een zoon Xxxxxxxx, ged. te midwolda 15-06-1628, begr. aldaar 28-12-1636.
3. ASSA ELTEKENS en
+ na 1623
• x ca sept. 1597
Kinderen:
∗ Eltio x Xxxxxx Xxxxxxxx
XXXXXXXXX HOMERI
Predikant te Midwolda
* ca 1567
+ 19-02-1638 Midwolda
z.v. Xxxxx Xxxxxxx en Moeder N.
∗ Hommo x Xxxx Xxxxxx 22-06-1627 Westerlee, h.c.
∗ Poppo x Xxxxx Xxxxx 11-12-1632 Meeden, h.c.
∗ Moeder x Xxxxx Xxxxxx 25-04-1620 Midwolda, h.c.
∗ Xxxxxxxxxx x Remet Ubben
∗ Bawe x Xxxxx Xxxxxxx
∗ Teetie x Xxxxx Xxxxxxxx
* Xxxxxxxx x ds. Xxxxxx Xxxxx 29-11-1637 Midwolda
x xx. Xxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx 1655 Groningen? 17-09-1597 Xxxx Xxxxxxxx - lidmate te Midwolda, zij is dan al gehuwd.
Wigboldus Xxxxxx tekent hij het overlijden van Xxxxxxxx Xxxxxxx aan dat deze zijn zwager was.
In de scheidingsacte tussen hun kinderen wordt de moeder Xxxx Xxxxxx genoemd, waardoor vast staat dat zij een zuster was van Xxxxxxxx Xxxxxxx.
III
XXXXXXXX XXXXXXXX huwt XXXXXX XXXXXX (zie hoofdst. III)
∗ ca 1558 Midwolda * ca 1565
begr. 17-09-1631 Midwolda kort na 1585 + 1617-1623 Midwolda
d.v. Tammo N. kld.x. Xxxx Xxxxxxx
wed.x. Xxxxx Xxxxxxx Tiddinga
Kinderen:
∗ Xxxxx Xxxxxxxxx huwt Xxxxx Xxxxxxx (volgt 1)
* Xxxxx Xxxxxxxxx huwt ca 1615 Xxxxxx Xxxxxxx (volgt IV)
huwt ca 1623 Xxxxxx Xxxxxx
02-01-1594/1631 | Kerkvoogd te Midwolda |
07-08-1618 | Medezijlvest der beide Oldambten |
03-11-1626 | Volmacht van Midwolda voor het zijlvest van het Woldambt |
19-06-1611 | Luitenant van Midwolda |
04-04-1621 | Hopman van Midwolda |
1586 Xxxxxxxx Xxxxxxx huurt land van de kerk van Midwolda. (Rekeningboek Kerkvoogdij Midwolda)
15-01-1597 Midwolda - Auteke Xxxxxxx en Lawe versetten land in Midwolderhamrik aan Xxxxxxxx en zijn vrouw.
07-10-1598 Midwolda - Xxxxxx Xxxxxx verkoopt Xxxxxxx Xxxxxxxx 8 deimat land over de Dullaert in Midwolderhamrik gelegen.
31-03-1599 Midwolda - Xxxxxx Xxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxx en Xxxxx Xxxxxx, voogden over de kinderen van zal. Xxxxx Xxxxxx en Birne, verkopen aan Eltyo Diudens en Wapke (Takens) alsodane achter huis en schure met steen en iserwarck, vorts holt en glasen venster voor 800 Xxx.xx.
Zij verkopen ook 4 koeien, 3 oude schapen en 2 jonge zwijnen voor 140 Xxx.xx. en verhuren 15 akker land in de Eexterhamrick voor 50 daler per jaar.
28-06-1599 Midwolda - Xxxxxx Xxxxxxxx van Bellingwolde verkoopt aan Xxxxxxxx Xxxxxx en Wibbe een stuk land in x. Xxxxx Xxxxxxxx heerd gelegen.
26-05-1600 Midwolda - Auteke Remmes en Lawe versetten aan Hendr. Eltkens en Wipke die gerechte helft van zijn heerd weilanden, die karcke van de Scheemda behorig en de gerechte 3e deel van een weiland, waarvan Sicko Xxxxx die ander 2 delen behorig.
Verder verkopen zij aan Xxxxxxx en Xxxxx een derde part van het land so Auteke van sijn huisfr. is angearvet.
28-04-1609 Xxxxxxxx - Xxxxxxx Xxxxxxx en Wipke verkopen Xxxxxxx Xxxxxxxx en Asse 1 deimat land. 15-05-1609 Midwolda - Acte doorgehaald - Xxxxxxxx Xxxxxxxx verset Xxxxxxx Xxxxxxx en Wipke zijn
anpart Nijeland.
12-06-1610 Midwolda - Xxxxxx Xxxxxxxx verkoopt Xxxx Xxxxxxxx een vierendeel van een akker land gelegen in 10 akkers so Xxxxxxxx Xxxxxxx en sal. Xxxxxx Xxxxxx erfgenamen behorig.
09-06-1610 Xxxxxxxxxx - Xxxxxxx Xxxxxxx verkoopt aan Xxxxx Xxxxxx en Joanttyn voor 178 daalders een stuk land strekkende in het oosten aan de Pekel A.
08-04-1611 Xxxxxxxx - Xxxxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxx verkopen aan Xxxxx Xxxxxxxx en Focktijen een huis en schuur voor 1000 emder gl.
03-05-1613 Midwolda - Wypke, xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxx heeft verkocht aan haar beide .. zonen Xxxxxx en Xxxxx Xxxxxxxxx de summa van acht ende zeventig daleren ... ganckbare gelde 30 stuiver een daler 8 placken een stuiver gereckent, jarlicken arfflicken renten; alles voor een summa geldes also te weten 400 daler, so gemelte gebroederen tot groter begerens van haare lieve Moder hebben rchgeschoten ende ..eenen komentlicken geimployeert sijnen tot notwendige betalinge weren seckere gedane kosten so hare xxxx Xxxxxx xxxx Xxxxxxxx gedan ende oversulcks in Aprehensie is worden.
07-07-1624 Winschoten - Verdeling landerijen wijlen Xxxxxx Xxxxxx: Erfgenamen Xxxxxx Xxxxxxxx: het land te Bellingwolde, Xxxxx Xxxxxxxx: het land te Zuiderveen onder Winschoten, Erfgenamen Xxxxx Xxxxxxxx: land bij de Rensel te Winschoten, Eggerick Tiddinga: land te Bellingwolde,
Xxxxx Xxxxxxxxx: land te Oostwolderhamrik en 1/3 deel in Xxxx Xxxxxx heerd, Xxxxx Xxxxxxxxx: land bij de Rensel te Winschoten.
Een deel blijft ongescheiden; zo o.m. land in het Klei-Oldambt en onder Woldendorp.
09-03-1635 Xxxxxxxx - Xxx Xxxxxxxx, drost der heerlicheit Wedde, voor zijn moederloze kinderen en voor zijn zwager Xxxxxxx Xxxxxx en diens vrouw, item Xxxxx Xxxxxxx, mede voor zijn broer Xxxxx Xxxxxxx ter eener en
Xxxxxx Xxxxxxxxxx, pastor te Xxxxxxxxxx en zijn vrouw Xxx Xxxxxxxx, sampt Xxxxx en xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx, t' samen kinders van Xxxxxx Xxxxxxxx ter andere sijde, maken een overeenkomst betreffende de nalatenschap van Xxxxxx Xxxxxx.
Boelo Xxxxxxxx, Xxxxx en Xxxxx Xxxxxxx kopen de aanspraken van de kinderen van Xxxxxx Xxxxxxxx op bovenstaande nalatenschap af voor een bedrag van 1800 keyser gl. en een rosenobel voor de pastoorsche
22-09-1637 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxx voor zijn z. huisff. Bauwe en Xxxxxxx Xxxxxx voor zijn huisff. Xxxxxx ter ener en
Xxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxx Xxxxxxxxx gebroederen ter ander zijde, komen een erfscheiding en deling der landerijen overeen:
Eltio en Menno -
de gerechte zeven delen van zal: Xxxxxxxx Xxxxxxx en Wipken heertlanden alhier in Midwolda gelegen dar Menno nu ter tit op wonet, mit ock t' gebruick van t' vrembdelandt darinne gelegen.
alinge landen so in Midwolda ende ock Oosterwolder hammericken gelegen. Xxxxx en Xxxxxxx, wegens hun vrouwen -
camp landes in de Eexterhamrick gelegen, de Blincken genant.
de gerechte achte deel van voorschreven heertlanden, dar Menno nu wonet. de heertlanden dar x. Xxxxxx Xxxxxxx op gewonet.
de achte part van 4 ackers een vierendeel in Xxxx Xxxx heert gelegen
11-12-1649 Xxxxxxxx - Xxxxx en Xxxxx Xxxxxxxx, gebroederen, treffen met Xxx Xxxxxxxx, wed.x. Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx een regeling over de rente van Xxxxx Xxxxxxxx, die nu reeds 16 a 17 jaar overleden is, zijnde het andiel van de achtijn hondert keijser gulden die de erven van Xxxxxx Xxxxxx volgens overeenkomst van 9 maart 1635 uit te keren aan de erfgen. van Xxxxxx Xxxxxxxx. Wya en nu wijlen Tammo hebben hun deel genoten. Eltio en Xxxxx Xxxxxxxx hadden voor Boelo 700 gl. ingehouden, waarvan de rente nu opgelopen is tot 546 gl. Wya neemt nu 100 gl. op. Aan kapitaal en rente resteert 1046 gl. Hiervan zal Wya de helft krijgen en de andere helft blijft bestemd voor Xxxxx'x kind.
1 XXXXX XXXXXXXXX en XXXXX XXXXXXX
Zijlvest Midwolderhamrik
∗ ca 1586 * ca 1590 Hoysum onder Warffum
begr. 27-8-1669 Midwolda begr. 27-06-1653 Midwolda
d.v. Xxxxx Xxxxxxxx en Xxxx Xxxxxx
Kinderen:
∗ Xxxxx x Xxxxxx Wyardts 15-11-1646 Scheemda
x Xxxxxxxxx Xxxxxx 04-07-1652 Midwolda
∗ Focko x Sense Wyardts 01-10-1646 Scheemda
∗ Tyacko begr. 21-09-1626 Midwolda
∗ Kind begr. 22-02-1630 Midwolda
∗ Tyacko x Xxxxxxx Xxxxxxxxx 30-09-1655 Nieuwolda
∗ 24-07-1631 Xxxxxxxx + na 18-10-1667
∗ ca 1624/25 Wupke x Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx 09-12-1649 Nieuwolda
Sense en Xxxxxx Xxxxxxx, d.v. Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxx, d.v. Xxxxx Xxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxxx
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, pred. te Xxxxxx, z.v. Xxxxxxxx Xxxxxxx en Xxx Xxxxxxxxxx
18-12-1667 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxxxx en zijn zoon Xxxxxxxx Xxxxxx ter eener en
Xxxxxx Xxxxxx (broer van Xxxxxxxx Xxxxxx) als erfgenaam van Xxxxx Xxxxxx, dochter van Xxxxx Xxxxxx en Xxxxxxxx Xxxxxx ter andere zijde
Eltio en Xxxxxxxx beloven uit te betalen de somma van 500 xxx.xx. met een gouden ducaton, zijnde de lanthuire en andere voorschotten en opgebouwde penningen ten achteren wesende aen wijlen Xxxxx Xxxxxx en Xxxxxxxx Xxxxxx.
Xxxxxx Xxxxxx betaalt Eltio en Xxxxxxxx 800 gl. met de reserende interessen, alsmede de somma van 450 xxx.xx. heerkomende van Xxxxxx Xxxxxxx verstorvene kind, noch de somma van 500 xxx.xx.
Waartegens Xxxxxx Xxxxxxx zal genieten de gehele erfenisse van Xxxxx Xxxxxx. Daerenboven xxx Xxxxx Xxxxxxx genieten 20 deimten land in Midwolda, nevens soodanige behuijsing en schuijre met annexen staande op de Scheemder Pastoriegrond, als sal Tamme en Trijntie hebben bewoond, alsmede mobile goederen, silver, linnen etc.
IV
XXXXX XXXXXXXXX huwt XXXXXXXX XXXXXXX
∗ ca 1580 Midwolda Midwolda? * Hoysum onder Warffum
+ 11-05-1663 Midwolda 00-04-1611 + kort na 04-05-1622 Midwolda
begr. 21-05-1663 Midwolda d. v. Xxxxx Xxxxxxxx
en Xxxx Xxxxxx (zie hoofdst.III)
Kinderen:
huwt XXXXXX XXXXXX
Midwolda *
14-09-1623 begr. 08-09-1652 Midwolda
d. v. Xxxxx Xxxxxx
en Fosse (zie hoofdst.III)
x.x. Xxxxxxx Xxxxx
w.v. Sebo Tyarcks
∗ Xxxxxxxxx Xxxxxx huwt voor 17-12-1646 Xxxxx Xxxxxxx (volgt 1)
∗ Xxxxxxxx Xxxxxx huwt ca 1640 Xxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx (volgt VI)
∗ Kind + na 07-11-1623
∗ Kind + na 07-11-1623
∗ Kind + na 07-11-1623
Vanaf 1630 Kerkvoogd te Midwolda. Vanaf 1662 Hopman te Midwolda.
/8-04-1611 Midwolda - Xxxxx Xxxxxxxxx en Focktijen kopen een huis en schuur van zijn ouders voor 1000 Emder gl. en huren het bijbehorende land voor 50 dir. per jaar.
04-05-1622 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxxxx en Focktijen lenen geld aan (neef) Xxxxx Xxxxxxxxx.
07-11-1623 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxx, voormonderen tot en over
z. Xxxxxxxx, gewesene huisvrouw van Xxxxx Xxxxxxxxx nagelaten kinderen, verkopen aan Xxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxx alsodane behuisinge so als Menno en Focktien bewonet en haer toebehorig geweest, en koijen, peerde, swinen, schapen vorts allerlij levendige have. Voorts bedden, beddenkleding, linnen, tinnen ende allerlij huisraet, en huismans- gereetschap, mits die raght op die balcken en in die acker, ende ? kisten trisoren kasten so ende als tegenwoordig worden bevonden ende nichts utbesondert dan allene zal. Focktijns kiste mit hare huis klederen vor die somma van ses duisent embder gl., waarvan drie duizend gl. toekomt aan de 5 nagelaten kinderkens.
17-12-1646 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxx, geassisteerd door zijn swager Xxxxx Xxxxxxx ter eener en Xxxxxx Xxxxxx, geassisteerd door haar zoon de achtbare Richter Xxxx Xxxxxxxx ter andere zijde, komen een erfwissel overeen.
Xxxxxx Xxxxxx krijgt:
8 heren deimt drie vierendiel en 16 roeden suidwendinge land in Xxxx Xxxx heerd te Midwolda;
'h heren deimt en 3 1 ' half vierkant roeden in de suidwendige landen; Wegen Xxxxx Xxxxxx xxxxx een half deimt en 5 roeden;
de helffte des amparts op Xxxxx Xxxxxx heelt, sijnde 24 vierkante roeden;
de helffte des amparts op Xxxx Xxxxxxx heerden, zijnde een halff deimt en 20 roeden; de helffte van 't gene op Xxxxx Xxxxxxxx heerd, zijnde 3 0 ' half vierkante roeden; Totale summa verwisselde landen elftehalf heres deimt en seventich vierkante roeden. Xxxxx Xxxxxxx krijgt:
stuck landes, de 1diene Hondestart genoemt, in Eexterhamrick gelegen, zijnde vijftehalf heres deimt min vijff roeden;
stuck land ten westen van de Hondestart, zijnde 5 heres deimat min 37 vierkante roeden; 487 gl. en 10 stbb setpenningen op Xxxxx Xxxxxxx erfgenamen part land;
Totale summa verwisselde landen negen heren deimt een vierendeel en 33 vierkante roeden.
09-01-1655 Xxxxx Xxxxxxxx, kerkvoogd tot Midwolda, Xxxxx Xxxxxx, kerkvoogd in de Scheemda en Bouwetien zijn huisvrouw, en Xxxxxxx Xxxxxx en zijn vrouw Xxxxxxxxx Xxxxxx komen het volgende overeen:
1. Xxxxxxx Xxxxxx en Xxxxxxxxx dragen over aan Xxxxx Xxxxxxxx, alsmede aan Xxxxx Xxxxxx en Bouwetien 2 derde parten van secker tijn deimaten landes, met behuijsinge, graffte, plantagie en annexen als gemelte Xxxxxxx Xxxxxx en Xxxxxxxxx op den 8 Novembris 1654 van zal: Xxxxxx Xxxxxx landt in Midwolda getrocken hebben. (= z.v. Xxxxx Xxxxxxx)
2. dat voorts alle andere landen de Uilen Xxxxxx ende Xxxxxxxx Xxxxx boven de tijn deimaten in deselve heerdt meerder int gebruick hebben gehadt tot ongeveer noch tweeendartich deimt landes groot, daar Xxxxxxxx Xxxxx questie? op wonet, sullen voort arflijcken ten eegendoom aen alle bovengenoemde drie zijden ende diens respectieve huisvrouwen, mit alle huiren van Xxxxxxxx Xxxxx, comen te vervallen, als aan ieder de gerechte darde part.
Waartegens ooc ieder belooft mede in dragen ende te betalen de gerechte darde part die Xxxxxxxx Xxxxx offte emand anders uijt haare name gedaan moet..................van alles uijtbesunderts.
3. dat .. woleindinge dat proces tegens Xxxxxxx Xxxxx de gehele plaatse tot gelijcke profijt van all drie zijden veerhuijrt sal worden, ende de behuisinge mit de overdracht aan een Meijer veerkoft worden, daarvan sij alle drie gelijcke veel ooc sullen genieten: Nochtans dat de Achtbare Xxxxx Xxxxxx ende Bouwetien eeluiden, als ooc de Eerbare Xxxxxxxx Xxxxxx ende Xxxxxxxxx xxxxxxxx aan haar lieve vader de E: Xxxxx Xxxxxxxxx dan eerst sullen moeten uijtgeven ieder 500 xxx.xx., zijnde tesamen een duijsent gulden a 20 stbr.
4. dat sij alle drie gelijcke veel sullen dragen tot de kosten iegen Winssemius, om leveringe
van de Hundesteeten (zijnde een stuck landes in de Eexterhamrick, dat zalige Xxxxxx Xxxxxx aan de E: Xxxxx Xxxxxxxxx, tegens seckere Suijdwendinge landt in Xxxxx Xxxxxx gebruickende heerdt in Midwolda verwisselt hadde.
03-09-1656 Xxxxx Xxxxxxxx tot Midwolda, Xxxxx Xxxxxx in de Scheemda en Xxxxxxx Xxxxxx tot Midwolda versetten voor 9 jaren aan Xxxxxx Xxxxxx en Beertie haar mande huijs en huijsheert, so wijlen Xxxxxx Xxxxxx en Grietie toebehoirig is geweest, gelegen op de Olde Dijk op Xxxxx Xxxxxxxx xxxxxxxxxx als ook sodane ? land ende dat voor de somma van 3000 xxx.xx.
16-04-1658 Xxxxx Xxxxxxxx ter eener en
Autio Xxxxx, Xxxxx Ebbes en
Ipo Xxxxxxx wegens zijn oom Xxxxx Xxxxx, en als vm. over Xxxxxx Xxxxx nagelaten zoon en
Xxxxxx Xxxxxx wegens zijn vrouw Xxxxxxx Xxxxxxx ter ander zijde,
maken een overeenkomst betreffende de behuijsinge en schuijre cum annexen als wijlen Xxxxx Xxxxx heeft nagelaten, staande op Xxxxx Xxxxxxxx huijsheert in Midwolda.
Voormonders en erfgenamen verkopen aan Xxxxx Xxxxxxxx de halve behuizing en halve schuur met annexen, zoals Xxxxx Xxxxx heeft nagelaten, voor 2400 xxx.xx.
Edoch is geaccordeert dat Xxxxx Xxxxxx (=Xxxxxx), de weduwe van Xxxxx Xxxxx, van deze kooppenningen sal ontvangen al hetgene wat sij van Xxxxx Xxxxx erfgenamen sulde ontvangen
07-09-1663 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxx en Bauwtien Xxxxxx ter eener en Xxxxxxxx Xxxxxx en Xxxxxxxxx Xxxxxxx ter andere zijde,
sluiten een eewichdurende erfsheidinge van naegenoemde eegene landen en behuisinge in Midwolda, soo haer vader d' E. kerckvoocht Xxxxx Xxxxxxxxx heefft naegelaeten.
Xxxxx Xxxxxxx en Bauwtien Xxxxxx:
Xxxxxxxx heerdt, sijnde het eegenlandt, groot 53 heren deimat en 58 vierkante roeden. 68% heren deimat min 19' vierkante roeden in de westsijdt der voors. xxxxxx, die Luppe, weduwe van Xxxxx Xxxxx nu meijerwijse gebruickt.
het gebruick van 1' akker Scheemder kerckenlandt, 4 heren deimt en 22 vierkante roeden. de gehiele behuisingen en schuire, mit de poorte, stracke, duiffhuis, till, waterback, geboomten, stranckettingen, wringen en schuttingen op die starffhuises xxxxxx, xxx zalige Xxxxx Xxxxxxxxx voor het eene gedielte en de meijersche Xxxxx Xxxxxx voor het andere gedielte hebben bewoont, mits dat Eltio en Bouwtien die 5500 xxx.xx. setpenningen, xxx Xxxxx op die behuisinge verschoten heefft, bij haer ofvaert solen betalen.
Xxxxxxxx Xxxxxx en Xxxxxxxxx Xxxxxxx:
50% heren deimt en 24 vierkante roeden eegenlandt in de heerdt landes die sij bewoonen, daer haer behuisingen op staen, streckende uit het noorden van de olde voute, tot in 't suiden an seckere palen in de veenboute bij een eerde bult.
70 heren deimt en 40 roeden eegen landt
ten suiden der goute 4 heren deimt en 66 vierkante roeden
5 heren deimt en 53 vierkante roeden voor Midwolder viccarijen
de behuisingen mit poorten, geboomten en annexen, soo Xxxxxx Xxxxx nu bewoont mits dat Xxxxxxxx en Xxxxxxxxx an Xxxxxx Xxxxx bij diens offvaert an desselfs veschotene 3000 xxx.xx. setgeldt soolen betale 2000 xxx.xx. en xxxxx Xxxxx en Bouwtien de overige 1000 gl. betalen.
Ende belangende het ongescheijdene veen, daervan xxxxx Xxxxx en Bouwtien de gerechte helfte genieten mit een vrije uit en indrift tot an de Midwolderwech.
De legerplaatsen van zal. Xxxxx Xxxxxxxxx huisheerdt zullen halff en halff verdeeld worden.
1. BAIJWETIEN XXXXXX en XXXXX XXXXXXX
Kerkvoogd Scheemda
∗ voor 1622 Midwolda
+ na 18-01-1666 Scheemda + 1666-1669 Scheemda
x voor 1642 z.v. Xxxxx Xxxxxx
en Xxxx Xxxxxxxxx
Kinderen:
∗ Poelden Xxxxxxx x Xx Xxxxxxx Xxxxxxx 1659 Groningen
∗ 18-12-1642 Xxxx Xxxxxxx
∗ 09-05-1647 Xxxxx Xxxxx
ANNO 1 6 6 6 , DEN 9 ° ' AUGUST., IS IN DEN HEFREN GHERUST DIE EERAME EN VROME POMP. XXXXXX, DIE SOON VAN XXXXX XXXXXX, OUDT IN SIN 20 JAREN, ENDE LEIDT XXXXX BEGRAVEN. GODT IN SYNE GENADE ENDE BARMHARTICH... ENDE VERWACHTENDE EN SALIGE OPSTANDINGE
DOOR JESUM CHRISTUM AMEN. (Grafzerk te Scheemda, GDW 3319)
02-01-1650 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxx en Bouwe verhuren aan Xxxxx Xxxxx en Xxxxx alsodane plaatse.
16-05-1651 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxxx, geass. door Xxxxxx Xxxxxx Themmen, en Hittio Temmen zijn 2 oudste zonen,
Xxxxxx Xxxxxx v.m., Xxxxx Xxxxxxxx s.v., Xxxxxxxx Xxxxxxxx v.v. over Xxxxx Xxxxxxxx kinderen: Xxxxxxx, Xxxxx, Xxxxx en Xxxxxxxx xxxxxxxxxx aan
Xxxxx Xxxxxx en Xxxxx Xxxxxx voor 9 jaar een stuk land in de Scheemder nijland in sal. Xxxxxx Xxxxxxx vererfde huisheerd voor 1799 sl. daler.
25-04-1653 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxx (e.v. Xxxxxx Xxxxxxx), Xxxxx Xxxxxxx en Xxxxx Xxxxxxx (e.v. Xxxxxx Xxxxxxxx) komen erfdeling overeen betreffende de nalatenschap van hun sal ouders Xxxxx Xxxxxx en Xxxx Xxxxxxxxx.
22-10-1656 Midwolda - Xxxxx Xxxxxx, kerkvogd in de Scheemda, verkoopt aan Xxxxx Xxxxxxxxx van Midwolda, 4 zesde parten veenland van 6 deimat en 16 vierkante roeden gelegen in Xxxxx Xxxxxxxxx verlatene heert te Midwolda.
28-06-1661 Xxxxxxxx - Xxxxx Xxxxxxx en Bouwe delen met Xxxxx Xxxx Xxxxxxx het op 25-10- 1655 gezamelijk gekochte land, zijnde 23 heren deimten en 42 vierkante roeden.
22-02-1666 Xxxxx Xxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxx en Aysso Tiabben, kerkvoogden ... 1669 Xxxxx Xxxxxxx niet meer genoemd als kerkvoogd.
V
XXXXXXXX XXXXXX huwt XXXXXXXX XXXXXX BRONSEMA
zie voorouders Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, Hoofdstuk L
Onstwedde: Hardnekkig Paaps
X.Xxxx
Met de Reductie in 1595 werd in Westerwolde de Gereformeerde godsdienst ingevoerd.
Van alle kerkdorpen in de Classis Oldambt en Westerwoldingerland is Onstwedde het langst trouw gebleven aan de Roomse godsdienst, want in 1679 was daar nog een paaps altaar. (Sommige) bewoners en hun kinderen en kleinkinderen konden (/ wilden) de nieuwe godsdienst niet zo maar accepte- ren, zij hielden vast aan het oude Roomse geloof.
Paapse reliquien
Eens per jaar moest elke classis een lijst met antwoorden inleveren bij de Algemene Provinciale Synode. Eén van de vragen luidde: "off er ooc Paepsche reliquien zijn."
Uit de antwoorden blijkt dat in de Classis Oldambt en Westerwoldingerland het kerkdorp Onstwedde bleef vasthouden aan het oude Roomse geloof. Het lijkt, dat de overheid dit geaccepteerde, want er is niet tegen opgetreden. Men heeft het laten uitsterven.
In de gegevens van de Algemene Provinciale Synode vinden we:
12-07-1653: In Onstwedde staet een scandaleus sacramen(t)xxxxxx.
12-07-1654: Te Onstwedde is een paeps Altaer, bij de drost te remonstreren. 23-06-1657: Paepsche reliquien is tot Onstwedde nog een altaer.
1658: Tot Onstwedde een puijramen sonder eenig beelden. 1669: Paepsche reliquien zijn nergens excepte Onstwedde.
1670: Ds Borgesius (gekomen 10-07-1670) neemt an te ijeveren tegen paepsche overblijfsel tot Onstwedde.
(26-01-1673 Ds Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx gekomen.)
1678, 1679: Buijten het altaer tot Onstwedde geen bekende paepsche reliqui- en.
(1680, 1681: Geen rapporten bewaard gebleven.) 1682: Xxx xxxxxxxx reliquien geen exempel. (1683 - 1687 geen rapporten bewaard gebleven)
1688, 1689: Geen misbruiken van paepsche reliquien.
Vlagtwedde heeft het niet zo lang volgehouden:
1635: Tot Flachtwedde op 't kerckhoff zijn kruishen met afgodische beelden en opschriften.
18-07-1637: Paapsche reliquien sint noch tot Vlachtwedde als kruicen, daerom angeholden sal worden, dat die wech genomen worden.
Leerlingen bij de Jesuïten
Ook werd eens per jaar op de classis gevraagd of er leerlingen bij de Jesuïten studeerden.
Onstwedde (ook Vlagtwedde en Vriescheloo) had er enkele studenten:
1638: Tot Onstwedde woont Xxx Xxxxxxx zijn soone tot Munster bij de schoole houdende, genoemt Xxxxxxxx.
Idem Xxx Xxxxxxxxxx soone Everhardy (Zie hieronder) Noch een Xxxxxxxxx Xxxxxx, aldaer een wevers soone.
23-06-1657: Xxxx xxx Xxxxxxxxx in Onstwedde, en (van) Xxxxx Xxxxx tot Onstwedde.
14-07-1680: Xxxxxx Xxxxxxx tot Onstwedde heeft een soon nae Luttje Borsum (bij Emden)
1682: Tot Xxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx zoon tot Xxxxxx, gezonden door de
oom.
Zie Westerwolde 2e jrg, bl. 43 en 58:
Xxxxxxxx Xxxxxxx
Geb. ca 1625 Veenhuizen, ovl. 1678, want in dat jaar werd in de kerk te Bokeloh een Catharinenaltaar opgesteld, waarmee één van zijn laatste wensen zou zijn vervuld.
1647 | - | 1648 | Pfarrerverweser (plaatsvervangend Xxxxxxx) Haselune |
1649 | - | 1678 | Xxxxxxx Xxxxxxx, St Vitusparochie, Vicarus Hoven |
1668 | - | 1678 | Dechant (deken) Bokeloh |
(Hoven, Haselune en Bokeloh liggen ten oosten van Meppen aan de Hase) Everhardy / Xxxxxxxx Xxxxxxx: z.v. Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx en Xxxxxxxx Xxxxxx.
Dit echtpaar woonde in 1651 nog in Veenhuizen. Vader Xxxxx werd 19-02-1661 in Bokeloh begraven en zijn vrouw op 15-12-1667. Waren zij vanwege hun geloof uit Xxxxxxxxx vertrokken?
*************************************************
W E D D E
en de
W E D D E R M A R K T
X.Xxxx
Vroeger genoot Wedde ook buiten Westerwolde grote bekendheid. We zouden Wedde de "hoofdplaats" van Westerwolde kunnen noemen, omdat het zich door meerdere "zaken" binnen van de anderen kerkdorpen in de heerlijkheid onderscheidde.
Te denken valt aan:
1 De BURCHT, waar eertijds de Heren Addinga zetelden.
2 De DROST, die er woonde en elke vrijdag rechtdag hield.
3 De TOLBRUG.
4 De WAAG.
5 De Classis van het Oldambt en Westerwoldingerland hield hier in de herfst haar CLASSISVERGADERING.
6 De JAARMARKT, die op de 2e woensdag na Pinksteren werd gehouden.
7 De LINNENMARKT, die op 29 augustus werd gehouden.
Zie: Regerings Almanak van en voor de Provincie Groningen. 1838, blz. 23. Wedde:
- De jaar-, paarde- en beestenmarkt op den 2e woensdag na Pinksteren, (nu op 18 juni.)
15
- De herfstveemarkt op den laatste woensdag in augustus, (dit jaar op 27 dier maand.)
DE LINNENMARKT, of de WEDDERMARKT
Dat de Weddermarkt al heel oud is blijkt uit het feit dat hij al genoemd wordt in de Deventer Almanak van 1567. We mogen aannemen dat de markt daarvoor reeds werd gehouden.
De Wedder linnenmarkt werd aanvankelijk op 16 augustus (oude kalender) gehouden. Later op 29 augustus. Dit is de dag van de onthoofding van Xxxxxxxx xx Xxxxx.
Op de Weddermarkt werd natuurlijk gekocht en verkocht. Daarbij ging het niet altijd corrct toe:
Zie: "Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxx des Gerichtes Westerwolde 1567 - 1667: 09-07-1635:
Xxxxxx Xxxxxx, borger in Groningen, (beboet) omme dat deselve een el- le(stok) so te cleen wahre op Wedder marcket heeft gehadt door de Borchgra- ve ofgenhomen, boete f 1 5 0
Het volgende komt uit: Classikale Verhandelingen van Oldambt en Westerwol- dingerland.
Veten uitvechten.
18-03-1710:
X.Xxxxxx, pastor in Vriescheloo, soud' sig ten tijde van het naast voor- gaande merkt te Wedde geslagen hebben, etc., etc.; tot nader informatie van dese saake zijn gecommitteerd dn Molanus (Onstwedde) en Cypriani (Belling- wolde) om het Eerw.Classis in het toekomstige daervan sekerder openinge te geven.
31-07-1710:
De gecommitteerden over de saake van Dn X.Xxxxx en Xxxxxxx Xxxxxx ....
hebben so veel mogelik ondersoek gedaan, en deselve pro en contra bevonden en zijn also onseker gebleven. Daerop wierden eenige attestatien door Dn Xxxxx binnengelangt, dewelke hem vrijkenden van dronkenschap en erkenden voor verweerder van hemselven, als mede dat Xxxxxxx Xxxxxx hem hadde aangevallen. En Xx Xxxxxx à preside voorgestelt zijnde onder ernstige betuiginge, of hij dronken en aggressor waar geweest, heeft Xx Xxxxxx het beide ontkent en is daerop van de praes. enstlik vermaant sig voortaan van dronkenschap en alle schijn des quaedts te wagten.
De bloemetjes buiten zetten.
09-09-1727, Art. 22:
Wirde van Dn Themmen van de Pekel A ingebragt dat een zeker eerlik man hem had gezeid dat Xx Xxxxxxxx (van Clooster Ter Apel 1724-1735) zig op 't jongst gehoudene Weddermarkt gans dronken had gedronken, en dat hij tusschen maagden had ingeseten en allerleij losse tale gevoert.
Hijrop oordeelde 't Eerw. Classis dat dit stuk wat nader zou ondersogt werden door Xx Xxxxxxx (Wedde) en Dn Themmen van de Nieuwe Pekel A om daar van op 't naaste Classis dan rapport te doen.
10-10-1727:
Rakende de zaak van Xx Xxxxxxxx zo heeft het Eerw.Classis geoordeelt vermits de gecommitteerde broederen rapporteerden dat er nog wel eenige waren die angaande zijn gedrag tot Wedde berigt zouden konden geven, dat de gecommitteerden die ook nog eens verstaan zouden om dan na bevind van zaken daarover te oordeelen. (Dit onderzoek heeft tot in 1729 geduurd.)
SABBATHSCHENDERIJEN
Op 01-04-1679 klaagde de Classis over de Weddermarkt. Want als 29 augustus
op zondag viel, werd er op zondag markt gehouden. Vandaar de volgende aantekening:
"Het markt tot Wedde vallende somtijts op Sondagen, verklaert de Praeses, dat de Xxxx Xxxxx
belooft heeft naedesen in soodanige gelegentheyt het markt te versetten en sulks in de
Almanak te laeten teykenen tot warschouwinge der kooplieden."
Men kan zich afvragen of de belofte van de Drost veel heeft uitgehaald, want bijna 60 jaar later vinden we in de Verhandelingen van de Classis weer hetzelfde voorstel. In de tussenliggende jaren is vaak geklaagd over sabbathschenderijen zoals: hoijvoeren op Sabbath, kaetsen op des Heeren dagh, enz. Maar dit had niets met de markt te maken.
In de 18e eeuw heeft ds Xxxxxxx met de kerkeraad van Wedde er niet alleen voor gezorgd dat de Weddermarkt niet weer op zondag werd gehouden, maar ook dat er in de tenten geen muziekinstrumenten werden bespeeld.
Hier volgen de aantekeningen over de Weddermarkt vanaf september 1727. Predikant te Wedde was toen Ds Xxxxxxxx Xxxxxxx, geb. ca 1692 te Blijham, ovl. 01-08-1757 Wedde. Geh. 18-06-1713 te Winschoten met Xxxxxxxxx Xxxxx- xxxx.
Hij was van 27-05-1714 tot 1757 predikant in Wedde.
Ds Schmaal en de kerkeraad van Wedde besluiten de kermis, die bij een markt hoort, aan te pakken. Dit zal niet gemakkelijk zijn, want de Weddenaren, die een bepaalde attractie op hun erf hebben, verdienen daar ook aan. De kerkeraad heeft maar één wapen: Zij kan de lidmaten van de kerk de toegang tot het Heilig Avondmaal ontzeggen. Als men dit zware wapen in de strijd brengt moet ds Xxxxxxx en de kerkeraad van Xxxxx zich gesteund weten door de classis.
De volgende aantekening maakt dat duidelijk:
19-04-1729, Art. 10:
Xxxxxx voorgelesen een extract uit het consistorjaal protocol tot Wedda geslagen in consistorio aldaar den 3 september 1728 waarin bleek haren godvrugtige iver tegens ergerlijke en onweerdige ledematen des H.Avont- maals, die op marksdagen allerlei spelen in hare huisen toelieten, als het spelen op de lijr, fiool, coordedansers en so voorts welk geen ledematen volgens Gods Xxxxx en het formulier des H. Avontmaals betamelijk is, dieswegen de Kerkenraad geresolveert hadde sodanige leden bij een hartnec-
vulhardinge het H.Avondmaal in het toecumstige te ontseggen dog om voorsigtig en veilig te gaan, wijrde hierover verlangt en versogt het wijs advijs van het Eerwaarde welgeleerde Classis van het Oldampt en Westerwol- dingerland.
Dese acte sijnde voorgelesen so heeft de eerwaarde vergaderinge eenparig- lijk veel genoegen in deselve genomen en geoordeelt dat de Kerkenraad van Wedde verpligt was dus te handelen met sodanige leden, als niet kunnende toegelaten werden van een Kerkenraad, bij de welke enigh ligt of vrese Gods is, dieswegen is haar acte van het Eerw. Classis tot harer aanmoedinge en beveiliginge geapprobeert en gelaudeert (=geprezen) gelijk ook de approba- tie van Dn Hubbelink (Winschoten), praeses uit allernaam is getekent onder de Acte en hijr neffens Xx Xxxxxxx in last gegeven, alle de leden van voornoemde kerkenraad uit naam van het Eerwaarde Classis te versoeken, dat sij dog mugten met malkanderen vulharden in haren iver tegens sulke ergelijke als dese gelijk ook mede tegen alle andere onweerdige leden, opdat sij als getrouwe dienstknegten in het werk des Heeren, haar so dijr anbevolen haar mogen gedragen.
Art. 11:
Is hijrop van een en ander Broeder voorgestelt of men niet een middel sou kunnen vinden tot voorcominge dat het markt in het toecumstige wederom niet mugte invallen op des Heeren Dag, waardoor so veel ongodsdienstigheden niet
alleen in de gemeente tot Wedda, maar hijr neffens in so veel andere gemeentens werden veroorzaakt so is besloten hijr over te handelen in het anstaande Classis.
Er is echter één probleem. Niet alle meijers in Wedde behoren tot de kerk. Eén van de meijers is zelfs Rooms.
19-07-1729, Art. 5:
Wijrde voorgelesen een extract uit het consistorjaal Protocol tot Wedda geslagen in consistorio den 9 juni 1729. Articel 4 waarin vooreerst bleek van wat een gewenste uitslag de consistorjale acte tegen de speelders op marksdagen ingerigt van het Eerw. Classis geapprobeert waar geweest, als dat het minste spel daar niet waar bevonden tot verwonderinge van vroom en onvroom, maar dewijl de kerkenraad bedugt was dat dit vuile werk nog niet geheel vernietigt sou blijven indien men nu niet verder nog tegen enige gevaarlijke gelegentheden quam te waken, als dat er ook niet gespeelt mugte werden in de tenten op de harfstmark opgeslagen, nog in de huisen van de mejerlujden zijnde maar 2 in getal welke geen leden zijn en van welke de ene Paaps is, so hadde de kerkenraad geoordeelt dat men met sagtmoedigheid moest tragten te overreden de eigenaars van de gront dat sij de gront an de tentiers moesten verhuiren met beding van niet te mogen spelen in de tenten als ook de eigenaars die er mejerlujden hebben, dog bij aldien voornoemde zijnde ledematen haar niet wilden laten geseggen so vermeinde de kerkenraad genoegsame reden te hebben so danige het H.Avontmaal te ontseggen, en dit alles onder goetkeuringe van het Eerw. welgeleerde en veelgeagte Classis van het Oldampt en Westerwoldingerland uit te voeren.
Deze Acte voorgelesen zijnde is wederom tot bevestiginge en anmoedinge van de Kerkenraad geapprobeert van de Eerw. vergaderinge also ook de approbatie van Xx Xxxxxxx (Wildervank), praeses, uit aller naam onder de consistorjale Acte is getekent.
Ook de kerkeraden van de omliggende kerkdorpen moeten druk uitoefenen: Art.6:
Wijrd nog een scriftelijk versoek van de Kerkenraad van Wedda voorgelesen waardoor de Eerw. vergaderinge ootmoediglijk versogt wijrde, dat het deselve behagen mugte te versoeken de Heeren Broederen en opsienderen van de gemeentens uit de welke gemeenlijk die tentiers op de markt comen, als van Vlagtwedde, Bellingwolde, de Oude Schans en de Beneden Pekel, dat de Heeren Predikanten van die plaatsen, sulke personen, die lichtelijk ook ledematen zijn, mugten waarschouwen dat sij in de tenten niet lieten spelen en dat bij een hartneckige vulherdinge de kerkelijke censuir tegen haar sou geoefend werden, gelijk de kerkenraad vermelde, dat sulke strafbaar zijn volgens de classikale acte, articel is 19 April 1729 geslagen, en indien haar versoek wijrd ingewilligt, en van de Heeren Broederen omtrent sulke in hare gemeentens behartigt so neemt de Kerkenraad van Wedde an, de hartnec- kige an de Kerkenraad van de Gemeente waar onder sij behoren an te brengen en also gebeurt was, nur in het markt dat een Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx, lidmaat van de Gemeente van Blijham in een herberg comende, aldaar enige phiolen stom siel leggen, die de gewone speelders nui tot haar leetwesen hadden afgelegt als cunnende geen consent elders krijgen, om deselve te gebruiken, so heeft voornoemde van deselve ene genomen, en daarop gespeelt in het afwesen van de man en vrou, welk hijrvan berrigt zijn daarop toegelopen en hebben dit voort beled, anders sou dese nieuwe speelman het spel wederom an de gang gebragt hebben dieswegen versoekt de kerkenraad dat Xx Xxxxxxx (Blijham) met sijn kerkenraad voornoemde hijrover mag bestraffen. Dit versoek van de Kerkenraad angehoort en in agt genomen is van de Eerw. vergaderinge eenpaarlijk goet gegekeurt en ingewilligt en hebben de Heeren Broederen Dn Xxxxxxxxx (Bellingwolde), Dn Hummerikhuisen (Vlagtwedde), Dn Xxxxxxx hertelijk belooft dit versoek te behartigen en het hare met haar Kerkenraden hijr omtrent te doen al het gene in haar vermogen is waartoe de scriba gevraagt van haar Eerw. of hem ook de personen van haar plaatsen in de tenten latende spelen bekend waren, de namen van so danige so veel hem
bewust was, an de voornoemde Broederen heeft opgegeven.
Art. 7:
Is beraamt alle middelen an te wenden om bij de Hoge Overheid soeken te verwerven dat het harfstmarkt tot Wedde sig iaarlijks verschickende niet wederom op des Heeren dag mugte invallen tot behartinge van dese gewigtige sake zijn gecommitteert de Scriba en Dn Woldering (Nieuwe Pekela) om met malkanderen te overwegen hoe men dit best soude scicken en de Hoge Overheid hijrtoe persuaderen (=overhalen) waarop de scriba voorstelde, dat hij ten allen tijde tot dienst van het Broederscap wel wilde zijn, dog dat hij difficulteerde deze commissie waar te nemen, so hem sijn gedane onkostinge konde niet gerekwideert sou werden gelijk de Heeren Broederen alle wel bewust was, dat hij dit niet sonder enige kostinge konde doen, welk en niet meer hij verlangde dat hem weder gegeven werde, dog so een of ander Broeder dese commissie sonder sulks te pretenderen wilde uitvoeren, dat hij als dan dese commissie wel wilde overdragen, so is hijr op dit versoek an de beide gecommitteerde toegestaan. (De commissieleden krijgen dus hun onkosten vergoed.)
Slechts een vrouw verzet zich:
13-09-1729, Art. 7:
Wijrd voorgelesen een extract uit het consistorjaal Protocol tot Wedde
geslagen in consistorio geslagen den 2 september 1729 in de welke tot veel genoegen en blijtschap van de Broederen bleek dat alle de inwoonderen van Wedde niet het minste spil in de marksdagen nog in hare huisen nog in schuiren of elders hadden toegestaan, als alleen scrijver Doedens *) weduwe uitgesondert. Wanneer in een tente, staande op haar gront, gespeelt wijrd is de predikant met twee van zijn kerkenraad naar haar toegegaan en sulks an haar hebbende bekent gemaakt, hadde sij gesegt, dat sij nog eens de tentier sou seggen, dat hij het spelen moest nalaten en verder con sij er niets an doen, waaruit genoegsaam bleek, dat het dese vrou geen ernst was, want de kerkenraad hijr op hebbende gesegt, dat sij het moest beletten, also sij daar toe wel gelegentheid had als het haar maar xxxxx was, so was sij quaat geworden en had gesegt: V(er)jagt? mij dan tot Wedde uit, Pastoor, ghij soekt mij, ia, ghij soekt mij op allerlei wijse."
De kerkenraad is hijrop zijnde weggegaan, oordeelde dat dese vrou maar uitvlugten sogte, en dat men dieswegen tegen haar wederom so handelende in het toecumstige de consistorjale acte van het Eerw. Welgeleerde Hoogwijse Classis geapprobeert, sal excuteren sonder enige uitvlugten te laten gelden en dat om seer gewigtige reden want bij aldien dese vrou niet wijrd kloekmoedig tegengegaan, so soude men tot smerte moeten sien, dat dit vuile
werk, so verre gestremt int kort algemeen door de gehele gemeinte wederom sou doorbreken en heeft de kerkenraad om voorsigtig en veilig te gaan hijr over versogt het wijs advijs van het Broederschap het welk in dese acte zijnde voorgelesen veel genoegen heeft genomen, en geoordeelt, dat de voornoemde vrou bij hartneckige vulherdinge het H.(Ver)bont teken moest ontsegt werden, dieswegen is de consistorjale Acte van Wedde geapprobeert en gelaudeert, gelijk ook de approbatie van Dn Tammen, sr. (Vriescheloo) als praeses uit aller naam is getekend.
*) Xxxxxxxxx Xxxxxxx, geb. ca 1662 mogelijk in Groningen, ovl. 03-06-1728 Wedde "der beiden rechten doctor", scriba, d.w.z geschiedschrijver van de drost te Wedde van 1701 tot 1728.
Geh. ca 1701 met Xxxx Xxxxx Xxxxxxx, ged. 01-01-1679 Vlagtwedde, ovl. 20- 02-1756 Wedde, dochter van Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx.
Xxxxxx Xxxxxxx, geb. 16-07-1645 te Groningen, ovl. 05-02-1693 te Wedde. Hij was scriba van Wedde en Westerwolde. Hij woonde destijds voor het Huis te Wedde.
Het doel bereikt:
10-01-1730
Berigtede de scriba (Xxxxxxxx Xxxxxxx) dat de commissie angaande het
Weddermarkt door hem en Dn Woldering uitgevoert van een gewenste uitslag waar geweest. Also het harfstmark nu vastbepaalt was van de Edel. Mogende (Hoge Heeren) op Middeweek de laatste woensdag in August. Hijrmede is dese vergaderinge met een gebed en danksegginge tot den algenoegsame God geëindigt.
***************************
XXXXXXXX XXXXXXX
Predikant van Onstwedde 1712-1734
X.Xxxx, Xxxxxx
Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, (26-01-1673 tot 02-09-1711 predikant in Onstwedde) en zijn vrouw Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx hadden twee zonen, die beiden predikant werden:
- Xxxxxxxx Xxxxxxx, geb. 1675, pred. Xxxxxxxxxxx (1704) en Beerta (1719)
- Xxxxxxxx Xxxxxxx, geb. ca 1686, zie hieronder.
Xxxxxxxx Xxxxxxx
Geb. ca 1686 Xxxxxxxxx, aldaar overleden 25-10-1734, ca 48 jaar oud. Xxxxxxxx werd op 13-09-1703 ingeschreven als student aan de Hogeschool te Groningen als Xxxxxxxx Xxxxxxx, Westerwoldanus. In juni 1706 wordt hij genoemd als (kerk)lidmaat in Groningen, wonend in de Oosterstraat. In de zomer van 1711 was hij legerpredikant.
Na het overlijden van Xxxxxxxxx volgde Xxxxxxxx zijn vader op. Dit gebeurde op verzoek van de eigenerfden en collatoren van Onstwedde. Hij wordt dan de jongste zoon genoemd.
Een gedenksteen boven de ingang van het portaal tegen de noordzijde van de kerk van Onstwedde draagt zijn naam:
"Xxxxxxxx Xxxxxxx pastor anno 1713 den 14 Julius is kerk en toren her- steld." (Zie Gron. Denkw. no 3055.)
Het predikantschap van ds Xxxxxxxx Xxxxxxx is geen saaie tijd geweest. De bewijzen daarvoor vinden we in de "Classikale Verhandelingen van Xxxxxxx en Westerwoldingerland" en in "Uneswido in Westerwalde", uitg. Ocrea, Onstwed- de, b1.76 en 172. De gegevens worden hieronder chronologisch weergegeven.
1708
Voordat een theologische student predikant kon worden moest hij op de classis een examen afleggen.
Op 17-07-1708 deed Xxxxxxxx Xxxxxxx dit classikale examen. In sept. 1708 kwam de uitslag:
"X.Xxxxxxx, getoetst aangaande zijn kennis in de grondtalen, de Hebreeuwse en Griekse en in de voornaamste en wezenlijkste stukken van het Christelijk geloof. Het Classis (heeft) zoveel genoegen gevonden in des candidandi soetvloejende gaven, uijtlegginge der textwoorden in zijn kennis der talen vastmaken der goddelijke waerheden, in het wederleggen der dwalingen, dat zij hem eenparig bekwaam oordeelde."
Hij slaagde dus met lof. Xxxxxx heeft de classis zich zo lovend uitgelaten! Xxxxxxxx heeft waarschijnlijk tussen 1708 en 1712 zijn vader geholpen. In de zomer van 1711 is hij legerpredikant geweest.
Begin 1712 verzoekt hij de Classis hem toe te laten tot het ambt van predikant te Onstwedde:
19-01-1712 Dn. Xxxxxxxx Xxxxxxx binnenstaande met:
- Testimonium: Van de theologische faculteit te Groningen en de bevestiging tot de afgezonderde Xxxxx Dienst aan zijne eerwaarde in de voortijd opgedragen.
— Testimonium: Van de Classis gehouden in het Leger voor Bouchain, behel-
zende een krachtig getuigenis van zijne Eerw. getrouwe bedieninge des
Evangelies in de voorledene somer.
14-06-1712 art. 4:
Is Xx Xxxxxxx, pred. te Unstwedde binnengestaan, versoekende cessie in dese vergaderinge, 't welk sijn Eerw. eenparig is toegestaan mids betalende 't gene daartoe staat, nevens 3 gl. synodaal geld.
(Predikanten betaalden elke vergadering een bedrag om de kosten van de vergaderingen en de verteringen te dekken. Tevens moest geld worden betaald aan de synode. Bovendien werd geld geïnd voor een weduwen- en wezenfonds.)
27-03-1718 (zie: Uneswido in Westerwalde, b1.127)
Ds Molanus leest de boer willekeur vanaf de preekstoel voor aan de gemeen- te.
27-03-1721 (zie: Uneswido in Westerwalde, bl. 76 en 172) Volgens het Consistoriaalboek van de kerkeraad.
Xxxx Xxxxxxxxx en Xxx Xxxxxxx weigerden met de dominee aan één tafel te zitten. De Veenhuizer eigenerfden mijden de Avondmaalsvieringen.
Er werd geroddeld: ds Xxxxxxx zou op 20-05-1721 "onder 't oprichten van Xxxxxxxxx huys met Xxxxx (Maarsingh) oneerlijkheid gepleegd hebben" en de pastoor zou met Xxxxx geconverseert hebben, en dat 't wel een Wedder reyse zou worden en nog slimmer".
(Een Wedder reis betekende, naar Wedde gaan, naar de vrouw van ds Xxxxxxx, die abortus verrichtte.) [Zie hiervoor ook "De Geschiedenis van Westerwol- de" dl 4 De Kerken b1.76, Uitg. Stichting Gebr.Hesse Fonds]
Ds Xxxxxxx verklaaarde van de preekstoel dat hij "immobilium possessor" was van een stuk land. De boeren van Xxxxxxxxxx zijn hier niet van onder de indruk, zij hoefden "niet te vreden te weesen met het bloote horen seggen van anderen". Zij halen dan ook zijn "koorn of vlas" van het land. Ds Xxxxxxx gaat naar richter Cloppenborch. In 1723 wijst deze vonnis. De dominee wordt tot het betalen van de kosten van het proces veroordeeld omdat hij wel een "verteykende attestatie" (= ondertekende bevestiging) had, maar deze niet aan de richter heeft voorgelegd.
Geh. 04-05-1727 Onstwedde met Talle ter Maars / Xxxxxxxxx, ged. 01-06-1694, ovl. 11-07-1740 te Onstwedde, dochter van Xxxxx Xxxxx xxx Xxxxx en Hade- wijck Xxxxxxx Xxxxxx.
Kind te Onstwedde (ca 4 maanden na de huwelijksvoltrekking): 1 vóór 09-09-1727 N.N. begr. 11-01-1728 Onstwedde
(doop niet gevonden, Talle gaf op 26-10-1727 een gift aan de kerk, wegens "uit de kraam")
Opm. In Drenthe, Overijssel en Gelderland behoorde een ongedoopt kind niet tot de gemeenschap. Als het kwam te sterven, kreeg het geen groeve, d.i. begrafenisplechtigheid, het werd niet verluid, de dood werd niet aangezegd. Zodra een kind gedoopt was, al was het ook nog zo jong, werd dit alles anders, dan kwam de nabuurschap in werking en volgde een volledige begrafe- nis. (zie K.ter Laan: Folkloristisch Woordenboek)
10-06-1727, art.8:
Dn. X. Xxxxxxx, junior (zijn broer Xxxxxxxx werd senior genoemd.) werd verzocht te verklaren waarom hij onlangs in Onstwedde niet aan het Heilig Avondmaal is geweest. Hij zegt dat hij een kwestie met de kerkeraad had, waarom hij zich bezwaard voelde te communiceren. Het geschil was inmiddels opgelost. (zie 09-09-1727)
09-09-1727, art.21:
Xxxxxxx, xx. op 't gerugte dat zijn vrou ontidig in de kraam was xxxxxxxx ondervraagt zijnde of dit zo was, so beleed hij dat 't zo was, versoekende dat men niet op 't strengste met hem mog handelen, angezien hij er groot
xxxxxx over had en zig zelfs van 't Avondmaal had onthouden. (zie 10-06- 1727).
't Eerw. Classis dit verstaan hebbende oordeelde dat hij bij provisie van zijn dienst gesuspendeert zou werden, en dat men de zake angaande zijn gedrag nader zou ondersoeken, en daarop de tijd der suspensie op 't naastkomende Classis bepalen, tot ondersoek van welke zake Dn. Schmaal (Wedde) en Dn. Themmen (Pekel A) gecommitteerd zijn, welke uitspraak van 't Eerw. Classis aan Dn. Xxxxxxx, xx. is bekent gemaakt à Dn. preside. Xxxxxxx, xx. met een bijgevoegde eernstige bestraffinge over zijn vuile zonde en vermaninge tot beterscap en insinuatie om zig telkens onder 't gehoor van 's Heren Woord te begeven.
(Hij wordt voorlopig geschorst, wegens zijn gedwongen huwelijk, hij mag niet preken, maar moet wel de kerkdiensten bijwonen.)
10-10-1727, art.8:
Rakende de xxxx xxx Xxxxxxx, xx. zo heeft 't Eerw. Classis geoordeelt om gewigtige redenen dat zijn suspensie bij provisie zou continueeren an 't voorjaar, mits dat men hem copie van zijn besculdiginge zou geven, om zig er tegen te konnen verantwoorden.
Ds Xxxxxxx heeft zijn leven nog niet verbeterd:
16-03-1728, art.9:
Noopens de saak van Dn. Xxxxxxx, xx. deeden Dn. Schmaal en Themmen van de N.Pekel aan de Eerw. Broederschap rapport van hun commissie. De Afgesonden Broederen hadden de predikant met xxxx Xxxxxxxxxx in de kerk te Onstwedde bijeen geroepen en met en tegens elkanderen over de voorgaande beswaarnis- sen verstaan noopens zijn dronkenschap, twist en slaagzugt, 't onkuijsche leeven al voor verscheidene jaaren met sijn vrouw en het naalaten van oopenbare als bijsondere catechisatien. De ouderlingen, diakenen en andere wierden de beschuldigingen tegens hunne leraar van stuk tot stuk voorgelee- sen, xxxxxxx deselve niet ontkenden, maar eer vernieuwden en met hunne naamsonderschrijvinge bevestigden en teffens klaagden dat se nog weinig indruk van de saak in hun predikant vermerkten.
Dn Xxxxxxx bragte weinig of thans niets gewigtigs tot sijne verdeedinge in, maar eischte copie van sijne beschuldiginge welk wij hem kort daarnaa hebben toegezonden. Hijrop eenige swakke en kreupele verantwoordingen voor de broederen in de laatste vergaderinge ingebragt hebbende, die waarlijk meer ter veranderinge van kleine omstandigheeden, als tot wegneeminge van de hoofdsaaklijke beschuldigingen strekten; oordeelde de Broederschap dat Dn. Xxxxxxx bij provisie soude gesuspendeert blijven, en dat men in de volgende Classis oover de saak finaliter sou' handelen.
De Westerwoldse predikanten, die bij toerbeurt in Onstwedde preken, worden op de pastorie niet erg collegiaal ontvangen:
art.10:
Eenige Westerwoldsche Broederen in hun tourbeurt naar Onstwedde in de pastorij om eenige bijsondere behandelingen geen groot genoegen scheppende versogten dat aan hun vrijheit mogte gegeeven worden of daar of in de herberg of elders te gaan op de kosten van den gesuspendeerden Broeder (Molanus), 't welk hun Eerwaardigheeden ten vollen is toegestaan.
20-04-1728, art.8:
Aangaande de saak van Dn. Molanus, jr. de Broederen oordeelden om gewigtige reedenen, dat hij voluit één jaar en zes weken sou gesuspendeerd blijven en weederom aangenomen worden met vermaninge dat hij zig voortaan van kindel- bieren (of kinderbieren = doopmaal, waarbij stevig gedronken werd; een vorm van kraamvisitie) en diergelijke sondige gelegentheden onthouden, deftig en voorbeeldig gedragen en alles aanwenden sal wat tot herstellinge van lijnen dienst en goede naam kan strecken.
Insgelijk is ook besloten, dat de vrouw van onsen broeder, soo wel als haar
man weegens dezelfde gegeevene ergenisse in de volgende kerkenraat in Onstwedde sal gecensureerd worden en sulx met een kragtige vermaaninge.
05-10-1728, art.7:
Stont binnen Dn. Xxxxxxx, xx. uit naam van zijn Eerw. broeder Xxxxxxx, pastor tot Xxxxxxxxx, versoekende door dien de tijd van zijn broeders suspensie nu bijna vervloten was, dat men hem wederom in zijn dienst mog herstellen.
't Eerw. Xxxxxxx dit verzoek voor goet keurende resolveerde dat zijn Eerw. (na een voorgaande condiginge op den 10 october gedaan of er ook jemant was die eenige nieuwe beswaarnissen tegen zijn gedrag inbragt) wederom in zijn dienst zou ingezegent werden zo er niet nieus tegens hem ingebragt wirde op den 17e door Dn. Uchtman (van Oude Pekela) en Dn. Doedens (van Xxxxxxx) mits dat zijn Eerw. achtermiddag tot een boetpredicatie zal predigen psalm
32 vers 5, 't eerste van dat vers en daarenboven alle onkosten zijnent halven zo ordinare als extraordinare angewend voldoen zullende daarenboven de twe nabuirige predicanten hijrtoe in plena geauthoriseert van 't Eerw. Classis met zijn Eerw. over 't tractement dat ten profijt van 't Classis volgens sinodale wetten is mogen en moeten accordeeren, zullende 't Eerw. Classis dat accoort houden als of 't door al haar leden gedaan was.
(Psalm 32:5a: "Mijne zonde maakte ik U bekend, en mijne ongerechtigheid bedekte ik niet.")
23-11-1728, art.5:
Is binnengestaan Dn. X. Xxxxxxx, xx. versoekende naar ontfangene censure weederom als lit van de Eerw. Vergaderinge (Classis) aangenoomen te worden, 't welk naa een hertelijke waarschouwinge aan zijn Eerw. geschiet is.
04-01-1729, art.7:
Noopens de saak van Dn. Xxxxxxx, junior gerapporteerd door de gecommit- teerde Broederen dat sijn Eerw. voor gedaane tourbeurten de onkosten in de herberge en daar beneevens nog vier ducatons aan de Questor (cassa) sou betalen, waar meede sig de broederen vergenoegden.
Toch nog problemen:
08-11-1729, art.l:
Melde Dn. Xxxxxxxxx (xxx Xxxxxxxxxx) voor Xxxxx Xxxxxxx (Halming) van Xxxxxxxxx hadde geklaagt dat enige onlusten al wederom tusschen hem en sijn predikant Dn. Molanus waren ontstaan, het welk hem smartelijk was en dieswegen wenste dat in desen mugte voorsien werden van het Eerwaarde Broederschap, opdat hij met sijn predicant in vrede en rust dog conde eens leven, daar hij tegenswoordig in so een twist met de predicant hem niet in staat bevond van betamelijk te cunnen bidden, veel minder van sijn predi- cant te cunnen gestigt werden.
De broederen dit hebbende overwogen oordeelden nodig te zijn de scriba met nog een broeder die an de vrie keur van de scriba wijrd gelaten te commit- teren na Onstwedde om met de kerkenraad de twistende partijen te verstaan en die soeken overeen te brengen indien mogelijk waar. Verder oordeelde het Broederschap dat in de anstaande Maart, wanneer het Classis sal gehouden werden nootsakelijk in omvrage moest gelegt werden, of het niet dienstig waar dat wanneer nieuwe onlusten tusschen Dn. Molanus en iemant van sijn gemeente wederom mugten opcomen, dat dan telkens een nabuirig Broeder in de kerkenraad van Onstwedde zijnde vergadert sal verschijnen waarvan die Broeder sullende nog benoemt werden bij sulk een geval van Dn. Molanus en de kerkenraad tijdig sal kennisse gegeven werden.
art.3:
Oordeelden de Heeren Winterdeputaten (= een soort kern Classis) dat seer nootsakelijk was op het Classis in de anstaande Maart ernstelijk an te houden, dat door de Broederen gesamentlijk een besluit werd genomen, dat in het toecumstige geen Broeder op een kinderbier bij de wijven mag comen, nog selts sulke wijvedagen anregten, hetzij voorbij de geboorte van het kind door te laten nodigen so een grote hoop vrouwens als het gemeen gewoon is te doen.
10-01-1730, art.2:
De differenten tusschen Broeder Xxxxxxx en Xxxxx Xxxxxxx zijn in der minne door tusschencumste van de Heeren Winterdeputaten bijgelegt hebbende X. Xxxxxxx angenomen de mandaten op Xxxxx Xxxxxxx in te houden en de kostinge diesangaande te dragen, als ook hijr neffens seker de boete en de kostinge diesangaande veroorsaakt te vuldoen, mits heeft Xxxxx Xxxxxxx tot sijn laste angenomen 6 gl. wegens de kostinge van het mandaat over de boete. En hebben voornoemde hijrop malcanderen de hand van Xxxxxxxxxxx gelangt en wederzijds belooft dat sij in het toecumstige van dese geschillen nur geheel geeindigt, nergens sullen reppen nog in het particulier nog in het openbaar, nog wie van haar regt of onregt gehad hadde.
En is hijr van eerst een scriftelijk ontwerp opgemaakt, welk voornoemde voorgelesen van haar is goet gekeurt en angenomen, in de tegenwoordigheid van de Heeren Winterdeputaten, sullende in onse Classicale protocol geinsereert (= ingevoegd, er bij gedaan) werden.
14-03-1730, art.8: (zie 20-04-1728)
Inhoudende een voorstel van de Heeren Winterdeputaten of het nodig waare wanneer er nieuwe onlusten tusschen Dn. Xxxxxxx xxx Xxxxxxxxx en jemant van zijn Eerw. gemeente voor quamen, dat daartoe een nabuirig Broeder wijrde benoemt, die ter beslissing van dien, in haare kerk vergadering tijdig zou versogt worden en aldaar verschijnen, dit overwogen zijnde, wijrde van 't Eerwaarde Classis, (dat voorstel amplecteerde) Dn Schmaal benoemt.
art. 9:
Wijrde eenparig besloten dat geen Broederen na kindelbieren of wijve dagen zouden mogen gaan, wijl zij voorgangers zijnde, immers mosten toonen een gruwel te hebben van zulke geselschappen daar niets als zonden en God onteerende gruwelen doorgaans wijrden gepleegt en dieshalven nog veel weiniger die selfs mogen aanregten, 't zij voor de geboorte van het kind of eenige dagen daarna, opdat 't gemeen geen voet gegeven wijrde, zig op de quade voorbeelden van haaren leeraar, in 't plegen van sulke sonden, te beroepen, en dus geen blaam op de bediening te leggen.
art.10:
Angaande het verschil tussen Dn. Molanus en Xxxxx Xxxxxxx cessat met toevoeging dat Xxxxx Xxxxxxx copie geaccordeert is.
25-07-1730, art.7:
Also Dn. Schmaal klagtig viel dat Dn. Molanus hem gehoont en in zijn eere geladeert (= gekwetst) hadde bij eenen Xxxxx Xxxxx ouderling in Onstwedda welke zelfs getuigt had teegen een en andere als meede teegen Dn. Woldringh (van Nieuwe Pekela) dat het schandelijk was om na te seggen, waar teegen weer Dn Xxxxxxx klaagde en met attestatien aannam te bewijsen dat Dn. Schmaal verdeeltheeden in zijne gemeente hadde verwekt, zoo heeft het Eerw. Classis goed gevonden dat deese saake door Dn. Hommerkhuizen (van Vlag- twedde) en Dn Woldringh daar toe gecommitteerd zoude worden ondersogt.
12-09-1730, art.7:.
Belangende het verschil tusschen Dn. Schmaal en Dn. Molanus klaagde Dn. Xxxxxxx over beledigingen in zijn naam en eer hem door Dn. Xxxxxxx xxxx- daan, welke 't Eerw. Classis wedersijts gehoort hebbende oordeelde dat Broeder Schmaal de beledigingen wel wat aggraveerde (= aandikte) dog dat hij merkelijk door X. Xxxxxxx waare beledigt, dat die dieshalven daar over ook censure verdiende, egter hebben de Broederen het geraatsaamst geoor- deelt, indien het mogelijk ware tot bewaaring van de Broederliefde en tot voorkoming van meerder onheilen, dat men die beide door twee broederen sogte overeen te brengen en het verschil uit de weg te ruimen, mits dat Dn. Xxxxxxx over sijne gedane belediging eenige voldoening gave waartoe gestelt zijn Dn. Oomkens (van Wildervank) en Dn. Xxxxxxxxx, xx. (van Midwolda).
Zie: Protocol Civiele Zaken, VI, o 7:
Ds Molanus heeft op 27-07-1733 bij het huis van Xxx Xxxx Xxxxxxxxx woorden gekregen met Xxxxxxx Xxxxxxxx. Deze heeft tegen hem de volgende eerrovende woorden gesproken:
"Gij hebt U leven geen goedt gedaan en daar is oock geen goedt in U."
25-10-1734 Ds X.Xxxxxxx overleden te Onstwedde.
29-12-1734 Ds Xxxxxxxxx Xxxxxxxx' Xxxxxxx bevestigd te Onstwedde.
Xxxxx Xxxxxxxx
0 7: 03-08-1735 "Talie is in discrepantie geraakt met de kerkvoogden van Xxxxxxxxx over het genade jaer, aangaande het hooi en het koren van de pastorie, welke zij voornemens was om op een bequame plaats te laten brengen, terwijl de weg naar de pastorie onbekwaam is en sij de kerkvoogden heeft laten verzoeken om de weg te laten maken.
(Het genade jaar, was het jaar dat volgde op het overlijden van een predikant. Zijn weduwe en kinderen hielden in dat jaar de inkomsten van de pastorie. Daarna kreeg ze een weduwe "uitkering".)
03-08-1735 (VI, o 7):
In saecke Xxx Xxxxxx en consorten in qlte impetr. contra Xxxxx Xxxxxxxxx, weduwe wijl. de Eerw. pastor X.Xxxxxxx, ged. contenderende de impetr. ten einde gij genoegsaeme rede sult geven, waarom gij het hoy op de pastorij- egront tot Onstwedde staande en gewassen in uwe eigen particuliere huis of schuire hebt gebragt, voorts u niet te onderstaan om eenig hoy of koorn van
opgemelde pastoriegrondt te vervoeren in uwe eigen behuisinge maer alles in de pastorije behuisinge te brengen, voorts het redes vervoerde weder in genoemde pastorije te restitueren bij onstont van dien gedogen correctie als nae rechte, is gedaagde op desselfs versoeck copia mandati geaccor- deert.
Er zijn nog meer "geschillen" geweest.
In VI, w 7 wordt Talle in 1737 en 1739 genoemd als koopster van mollenwaren over Onstwedder Hammarck en als uitleenster van geld.
Talle ter Maars, wed. ds Xxxxxxx, ovl. 11-07-1740 te Onstwedde, 46 jaar.
****************************************
Aanvullingen en verbeteringen stamreeks Ornatholerius in het tijdschrift "Westerwolde" van maart 1995,door mevr. X. Xxxxxx-Nie te Groningen'.
1. Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx kwam in maart 1664 met attestatie vanuit Basel naar Groningen. Onderzoek in Basel heeft niet aangetoond dat hij daar heeft gestudeerd.
In het album studiosum van de academie te Franeker is op 9 mei 1671 ingeschreven Xxxxxx Xxxxxx cognomento Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, Austria- co-Carniolus (is de Oostenrijkse provincie Krain, Laibach, het tegen- woordige Ljubljana), med. cand. In hetzelfde jaar op 10 mei komt hij voor in het Album Promotorum.
Hij trouwt 1 januari 1671 als Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, Medicus Practicus met Xxxxx (Xxxxxx, Xxxxxxxxxx) Xxxxxxx, overleden na 1702. (Xxxxxx le avondmaal vrou Xxxxxxxxxxxxx met attestatie van Xxxxxxxxxx), die eerder op 3 mei 1668 te Xxxxxxxx trouwde met Xxxx Xxxxxxxx (Xxxxxxxx).
(Zij is misschien een zuster van Xxxxxx Xxxxxxx die in Groningen op 20 april 1672 in ondertrouw ging met Xxxx Xxxxxxx, rustmeester oner Capt. Xxxxx, p.q. Doctor Xxxxxxxxxxxxx).
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx is overleden voor 16 september 1694 als Xxxxxx Xxxxxx, wed. Ornatoleris, Dr. Med. en Xxxxx Xxxxxx, x. dochter te Winscho- ten tot het Heilig Avondmaal zijn toegelaten.
In 1682 leent het echtpaar van de X. Xxxxxx Xxxxxxx ende Xxxxxxxx Xxxxxx sijn huisvr. 250 Caarolus gulden tot 20 brabander stuiver het stuck voor de tijd van 3 jaar. In plaats van rente zal de Doctor "Xxxxxx Xxxxxxx sijn apotheecqe van nu aff an ordineren alles wat tot sijne patienten tijdtlijx werdt vereyscht en dat wordt gecontinueerd als de voornoemde somma niet ten vollen is gerestitueert". GAG R.A. III x 61, 9 juli 1683.
Uit dit huwelijk:
1. Xxxxxxx, geboren in de Poelestraat, ged. 9 juni 1671 te Groningen (N.K.) volgt onder II.
2. Xxxxx Xxxxxx, ged. 12 februari 1675 te Winschoten, lidmaat Groningen in september 1699. Zij gaat in ondertrouw in Groningen op 23 november 1700 met Xxxxxxx xxx Xxxxx, van Leeuwarden, waarvoor Xxxxxx Xxxxx als lasthebbende van de bruidegom in dato 20 november 1700. Hiervoor att. gepasseerd met betalinge tot Franeker. x.x. Xxx Xxxxxx als zwager.
3. Berenthjen Xxxxxx, ged. 24 februari 1677 te Winschoten. Trouwt Groningen op 28 juni 1700 (M.K.) als Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx met Xxx Xxxxxx (Xxxxxx), soldaet onder de guarde van de prins van Nassau, p.q. Xxxx Xxxxxxxxx als goede bekende.
II. Xxxxxxx (Xxxxxx) Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, student theologie, op 24 april 1693 ingeschreven aan de Academie te Groningen als Xxxxxxxx Xxxxxx, Groninganus, overleden na 1736, trouwt Beerta 19 april 1696 Xxxxx Xxxxx.
Uit dit huwelijk kinderen gedoopt te Beerta:
1. Xxxxx, 13 juni 1697.
2. Xxxxxx, 1 januari 1699, overleden voor 11 april 1711.
3. Xxxxxxxxx, 22 oktober 1701, overleden voor 4 november 1703.
4. Xxxxxxxxx, 4 november 1703, volgt III.
5. Xxxxxxx, 25 augustus 1705, overleden voor 29 juli 1713.
6. Xxxxxx, 3 december 1708.
7. Xxxxxx, 11 april 1711, overleden na 30 augustus 1738 als hij nog genoemd wordt bij het huwelijk van Xxxxx Xxxxxxxx en Xxx Xxxxxx, als zwager en principaal voormond over des bruids voorkinderen.
8. Xxxxxxx, 29 juli 1713.
9. Xxxxxx, 23 september 1714.
10. Xxxxx, 3 september 1717.
Aan Xxxxxxx Xxxxxx worden in de notulenboeken van de kerkeraad van Beerta in 1708 en in de periode 1735-1736 vele woorden gewijd. Xxxxxx heeft vele grieven tegen de dominee. Het loopt hoog op.
III. Xxxxxxxxx, ged. 3 november 1703, trouwt Xxxxx Xxxxxxxx. Uit dit huwelijk kinderen gedoopt te Beerta:
1. Xxxxxxx, ged. 23 juli 1730 te Beerta.
2. Xxxxxx, ged. 14 september 1732 te Beerta.
3. Titia, ged. 15 mei 1735 te Beerta, volgt IV.
IV, Titia, ged. 15 mei 1735 te Beerta, begraven 3 september 1795 te Beerta, trouwt Winschoten 11 juli 1756 met Xxxxx Xxxxx, gedoopt Winschoten 4 april 1732, begraven 12 mei 1785 te Beerta.
Uit dit huwelijk kinderen gedoopt te Beerta:
1. Xxxxx, 19 mei 1757, trouwt 13 oktober 1782 Beerta met Xxxxxx Xxxx xxx Xxxxxxxxx.
2. Xxxx, 28 januari 1759, overleden voor 13 april 1760.
3. Xxxx, 13 april 1760, overleden te Finsterwolde 15 december 1823, trouwt
4. Xxxxxxxxx, 17 oktober 1762, overleden tussen 1769 en 1778.
5. Xxxxxxx, 6 januari 1765, overleden te Finsterwolde 26 december 1841,
6. Xxxxx, 7 juni 1767, overleden voor 11 juli 1773.
7. Siwert, 22 oktober 1769.
8. Xxxxx, 11 juli 1773.
9. Xxxxxxx, 25 juni 1775, overleden te Finsterwolde 31 januari 1834, winkeliersche.
10. Xxxxxxxxx, 15 januari 1778.
Nummer 7, Xxxxxx Xxxxxx Drenth, gedoopt 22 oktober 1769 te Beerta, overle- den te Finsterwolde op 28 maart 1836 trouwt op 9 april 1814 te Midwolda (Old.) met Xxxxxxxxx Xxxxx, geb./ged. te Nieuwe Pekela op 18/21 december 1788, overleden Finsterwolde 1 maart 1866.
Hun zoon is Xxxxxxx Xxxxxxx xxxxxx, geboren 11 juni 1814 te Nieuwe P overleden te Finsterwolde op 10 juni 1887, trouwt Finsterwolde 20 ja
1847 Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, geboren 25 maart 1821 te Beerta, overleden Finsterwolde 7 maart 1901. Xxxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxxxx zijn mijn bet- overgrootouders aan moeders xxxx.
TIJDSCHRIFTEN
Tijdschriften en boeken kunnen, na telefonische afspraak, worden ingezien bij onze secretaresse, mevr. Xxxxxx-Xxxxxx, te Wildervank.
In geen geval worden tijdschriften of boeken uitgeleend.
"Gens Nostra", oktober 1995.
X.xxx xxx Xxx, "Xx Xxx xxx Xxxx'x van Xxxxxx Xxxxxx".
(over de voorouders van de Friese portretschilder X.X.xxx xxx Xxxx).
S.E.M.xxx Xxxxxxxxx, "Overlijdensaantekeningen in het brevier van Alem" (1479- 1569).
X.X.Xxxxxx, "Xxx xxx Xxxxx" (voortzetting).
Xxxxxxxxxx X.X.Xxxxx, "Xxx Xxxxxxxxxx".
"Gens Nostra", november 1995.
Ing.J.G.J.Xxxxxxxx, "De geslachten Mondriaan en Mondria". (Over de voorouders en
verwanten xxx xx xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx 1872- 1944).
P.F.Poortvliet en J.W.Zondervan, "Een aantal Zeeuwse diakonierekeningen betreffende het
trouwgeld met de namen van echtparen uit Colijnsplaat (1746- 1802).
X.Xx.X.xx Xxxx, "Genealogie Van Dichteren te Culemborg".
X.X.xxx xxx Xxxxxx-xxx Xxxxxxx, "Familiegegevens van schippers onderweg of die met hun
koopwaar Leiden als eindbestemming hadden". (b.v. uit Groningerland: Xxxxx Xxxxxx en Xxxxx Xxxxxxx, dom. te Groningen, kind Jurt, geboren te Leiden op 7 februari 1820. Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxx Xxx, dom. Xxxxxxxxxx, kind Xxxxxx, geboren Rotterdam, overleden Leiden 29 september 1834, ruim 2 jaar oud).
"Gens Nostra, december 1995.
Drs.W.J.Spies, "Xxx Xxxxx in Overlangbroek en Wijk bij Duurstede" (17e en 18e eeuw, twee fragmentgenealogieën).
Xx.X.Xxxxxxx, "Utrechtenaren in Antwerpen" (vervolg op Gens Nostra, jaargang 50 (1995), pag. 456).
X.X.Xxxxx, "Waarom ook kinderen" ( Schrijver maakt duidelijk dat om
verschillende redenen het verstandig is om ook de gezinssamen- stelling van onze voorouders in het kwartierstatenonderzoek te betrekken).
"Quellen und Forschungen", 1995, Heft 3.
Xxxxxx Xxxxxxx, "Das PaBbuch von Leer".
Hermann Fischer, Personalschatzungsregister des Jahres 1719 von Amt Embden".
Abbildung: Ubersichtskarte der Vogtei Hinte. Inhaltsverzeignis 44. Jahrgang 1995.
"Genealogie", kwartaalblad C.B.G., september 1995.
Rob van Drie, "Nieuw supplement Genealogisch Repertorium" (Binnenkort verschijnt het supplement 1990-1994).
Martine Zoeteman en Jos van den Borne, "Allemaal familie" (een kijkje op de set van een populair televisieprogramma).
CBG-nieuws, archieven en verenigingen. Nieuwe boeken.
*********************************************************
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE VERENIGING VOOR
GENEALOGIE EN HISTORIE WESTERWOLDE
JAARGANG 17 No-2, JUNI 1996
REDACTIE:
S.H. ACHTEROP
J.S.A. HUIZING
JAN JOHAN KUIPER, eindredacteur Dijksterweg 10,
9978 TB Hornhuizen, tel. 0595-481289/481630.
SECRETARIAAT:
* lidmaatschap Mevr. G.P.I.HISKES-KNIGGE,
∗ abonnementen M.Hardenbergstraat 3,
∗ administratie 9648 LD Wildervank.
∗ archief tel. 0598-613095.
PENNINGMEESTER:
BANK:
G.KAMIES,
Postkade 51,
9503 AJ Stadskanaal.
tel. 0599-617272.
∗ postgironummer van de vereniging: 4222401.
RABO-bank Stadskanaal
∗ rek.no. 3586.06.063 t.n.v. Vereniging voor Genealogie en Historie Westerwolde;
∗ postgironummer van de bank: 810818.
∗ contributie f. 40,- per jaar (inclusief tij schrift, uit te reiken op de driemaandelijkse
bijeenkomsten of toegezonden per post);
∗ donateurschap f. 35,- per jaar (inclusief tijdschrift, toegezonden per post), alleen voor verenigingen en stichtingen.
Niets uit dit tijdschrift gag worden verveelvoudigd en/of openbaar gewaakt worden door wildel van druk, fotografie, sicrofile of op welke andere wijze, zonder voorafgaande toesteming van de redactie.
I N H O U D :
Petronella J.C.Elema, | "COSMA" (Boertange), | blz. | 31. | |
J.Potze, | "HET GESLACHT POTZE" - Veen Jan de verbindende | schakel, | blz. | 35. |
Harm Luring, | "MET DE HELM OP GEBOREN", | blz. | 42. |
Harm Luring, "VERDELING VAN DE WESSINGHUIZER
BOERMARKE", blz. 44.
J.S.A.Huizing, "UIT G.A.G. RNR, 371",
blz. 48.
Jan Johan Kuiper, "DE KWARTIEREN VAN ALBERT WILLEMS KLUIVER",
"VRAGEN EN ANTWOORDEN"
"TIJDSCHRIFTEN",
***********************************
3 0
C O S M A ( B o e r t a n g e )
door Petronella J.C. Elema
Een eerdere versie van dit onderzoekje is verschenen in Gruoninga 19 (1974)
p. 42 onder de titel: Kosman/Cosma in Boertange, een uitgestorven geslacht.
De naam, of althans een daarop gelijkende variant, komt hiernaast vrijwel uitsluitend voor in Joods verband. Daaraan is hier geen aandacht besteed. De enige andere vermelding die ik niet kon thuisbrengen was de volgende (RAG, V nn 6, 16-3-1752): Cornelsje Hagen wed. Sjoerd Roelofs laat zich in als borg voor de f 520 welke de wed. Cossema kracht verzegeling van 20-1- 1740 nog heeft behouden over Sjoerd Jans, welke penningen Jan Sjoerds als heeft genoten.
De huidige aanvullingen zijn grotendeels te danken aan gegevens van W.G. Doornbos te Groningen; de heer C.E. Kuipers te Drachten heeft in Friesland nog gekeken naar Gepke Cosma in Leeuwarden, waarvoor mijn dank. De oor- spronkelijke titel mag in zoverre gemodificeerd worden, dat de familie in mannelijke lijn is uitgestorven: van de dochters moeten zeker nog nakome- lingen bestaan. De enige stamhouder in de vierde generatie, de in 1744 geboren Harm Cosma, woonde in 1761 nog in Boertange. Kort daarna moet hij naar het buitenland zijn getrokken; in 1776 was hij 'seedert 14 jaaren buiten lands afweesig en vermist', en het zou me verwonderen als hij ooit is teruggekeerd.
10
Bourtange, voorde reconstructie van de vesting. De ingang naar het oude aa gazijnsbastion, links het oude capiteinslageient.
31
I. Wilcke Cosman, tr. Annecke [Wilckens].
Het echtpaar, als borgerluiden in de Bourtange, verwisselde op 5-4-1690 een huis met Jan Tonis en Grietien Reinders (RAG, VI w 3). Was Anneke's eigen patroniem Wilckens, of noemde zij zich naar haar echtgenoot?
Gezien de spellingsvarianten die in de naam voorkomen lijkt het niet onmogelijk dat Wilcko een zuster had:
Temke Kosmus, j.d., tr. Boertange 28-8-1698 Bernhardus Middendorp,
chirurgus en j.m., beijde woonachtig in de Bourtange.
Uit dit huwelijk, voor zover bekend:
1. Wilke Cosma, volgt II.
11. Wilke Cosma, te Boertange, bakker (?), over]. na februari 1757, tr. Boertange 4-10-1716 Gepke Stockermans, over]. voor februari 1757.
Wilje Wilkens Cosmus, j.m. alhier geboren, werd op 27-3-1100 lidmaat op belijdenis in de Boertange. Hij kan dus zeker degene zijn die in 1708 werd aangezien voor de vader van een onecht kind (Doopboek Boertange):
27-5-1708 een onecht kindt gedoopt van een vraumensch uit Westphalen dochter uyt de Vette Hin bij Landegge, Marij genoemt, dewelcke segt de vader daervan te sijn Wilke Kosman hacken die het echter gantse- lick ontkent; de naem van 't kindt is Anna Margreeth.
Was dit deze Wilke, of zijn gelijknamige vader? Ik houd het op het eerste, en dan moet hij dus bakker geweest zijn.
In 1743 en 1744 trad Wilcke Cosma in de Bourtange op als sibbevoogd (met Wibbe in 't Veerste Velthuis als voormond en Gerhard Willem Schut vreemde voogd) over de kinderen van Everwijn Everwijn Baelmans en Ysabellc (RAG, VI w 8, fol. 173, 3-5- 1143 en fol. 215, 24-6-1744). In 1750 was deze taak tot een einde gekomen (RAG, VI gg 2, 732/153, 13-3-1750): Wubbe ten Velthuis voormond, Wilko Cosma sibbe en Geert Willem Schut vreemde voogd over de minderjarige kinderen van Wijntien of Everwijn Everwijns Baalman en Isabella Matthias verklaarden dat de laatste pupil in 1747 te Sassenberg in Westphalen was overleden, de andere reeds eerder, Het geld vererfde op (o.a.?) Catharina Baalman als dochter van wijlen Jannes Baalman bij Willemijntjen Alefs.
In februari 1757 maakte Nic. Muntingh, predikant in de fortresse Bourtange, als gevolmachtigde van Wilko Cosma de oudere, Ke.eneens in de Bourtange, een overeenkomst met de zoon Wilko Cosma de jongere en diens vrouw Hindrikje Zywers, met bewilliging van de dochter Harmina Cosma gehuwd met Hindrik Antony (RAG, VI w 9, fol. 215, 25-2-1757). Hj cedeerde aan zijn zoon en schoondochter in oevelgang alle goederen: behuizing, tuin, landerien en huisgeraden, en zou daarvoor zijn leven lang worden onderhouden. Wel moest Wilko Jr. aan zijn zuster en zwager f 90 uitkeren, in drie termijnen te betalen.
Uit het huwelijk:
1. Hermina Cosma, ged. Boertange 13-12-1716, tr. Boertange 23-5-1749 Hendrik Antonie Olijve, van Groningen; later komt hij uitsluitend als Hindrik Antony voor.
Harmina Cosma is aangenomen als lidmaat `na onderwijs' te Bourtange
op 30-11-1742; Hindrik Antony op 1-3-1758.
Uit dit huwelijk (de achternaam van de vader wordt verder niet meer genoemd):
a. Gepke Hendriks, ged. Boertange 27-6-1750.
b. Gepke Hendriks, ged. Boertange 10-3-1752.
c. Anthonie Hendriks, ged. Boertange 23-5-1756.
2. Wilke, ged. Boertange 12-12-1717 (jong overl.).
3. Wilke, ged. Boertange 18-12-1718, volgt III.
III. Wilke Cosma, ged. Boertange 18-12-1718, bakker, lidmaat Bourtange 12- 12-1738, over]. voor 1766, tr. Boertange 31-5-1743 Hindrikje Sijvers, ged. Vlachtwedde 14-4-1713, over]. voor 1766, dr. van Sijwert Jans en Geetert Hindricks.
De schoonouders Sijwert Jans, van Deersum, en Geetert Hindricks, van Kappelen, waren Boertange 15-3-1709 in het huwelijk getreden.
Teelke Jans wed. Jannes Holstein verkocht eind 1758 (RAG, VI 2 10, 21-12- 1758) land aan Wilko Cosma en Hinderkje Sywerts, alsmede Balthasar Bijma en Antje Hindriks e.l. in de Bourtange. Het betrof een zekere kamp lands gelegen buiten de Munsterse poort bij de Bourtange, door verkopersche en haar overleden eheman van Andries Ligterveld aangekocht; de prijs was f
115. Zwetten ten N. Harm Bos, ten W. Jan van Hateren, ten 0. Willem van Hateren en ten Z. de gemeene veenen.
Jannes Westerhof, Jan Sywerts en Willem van Hateren, voorstanderen over de minderjarige kinderen van wijlen Wilke Cosma en Hindertje Sywerts, deden in januari 1766 rekening en oplossing van hun beheer inzake de kinderen van wijlen Wilko Cosma en Hindrikje Syverts (RAG, VI gg 2 (1732/153), 23-1- 1766). Zij hadden toen ontvangen f 1547.16.7 en uitgegeven f 624.7.5). Daardoor konden zij in mei 1766 f 500 uitlenen (RAG, VI w 11, fol. 3vo, 23/24-5-1766) en in juni 1769 nog eens f 300 (RAG, VI w 11, fol. 108, 1-6- 1769). Direkt nadat de jongste dochter getrouwd was werd een scheiding en deling gemaakt (RAG, VI w 11, fol. 412vo, Vlagtwedde, 17-8-1776). Gepke, toen nog ongehuwd, ontving een kamp land buiten de Munstersche en een dito buiten de Vriesche poort in de Boertange, volgens de aankomstbrieven getaxeerd op tezamen f 120, alsmede een obligatie groot f 100 ten laste van Jan Conneman. Geertruit en haar man Frerik Prenger ontvingen een tuin buiten de Vriesche poort t.w.v. f 170; Antje en Hindrik Wolters de ouder- lijke behuizing met het bakkersgereedschap in de Bourtange. Alle drie kregen zij bovendien 1/3 deel van de nog uitstaande credieten. T.z.t. moesten de porties worden geëgaliseerd uit het kapitaal en de rente, uitstaande bij Jan Wijnholts en vrouw alsmede diens dochter en schoonzoon Geert Eedes. Tevens verbonden zij zich voor het gerechte aandeel van hun al
14 jaar verdwenen broeder Harm Cosma.
Uit dit huwelijk:
1. Harm Cosma, ged. Boertange 20-3-1744, lidmaat op belijdenis Boertange 26-2-1761, sinds ca. 1762 'afweesig en vermist'.
2. Gepke, ged. Boertange 26-10-1746 (jong overl.).
3. Gepke Wilkes Cosma, ged. Boertange 4-3-1749, belijdenis Leeuwarden 12-7-1778, over]. te Leeuwarden? na 1789 (niet gevonden), tr. Leeu- warden (Jacobijnerkerk) 3-6-1781 ('beide van Leeuwarden') Zacharias Bruinsma, ged. Leeuwarden Jacobijnerkerk 25-7-1753, bode 's Hofs van Friesland, belijdenis Leeuwarden 8-9-1780, overl. Leeuwarden 22-4- 1838, zn. van Bernardus Rijks en Grietie Geerts; hij tr. 2. (huwelijk niet te Leeuwarden, Smallingerland en Boornbergum) Lutske Egberts van der Meulen, geb. Boornbergum, ged. Boornbergum 19-5-1748, over]. Leeuwarden 13-1-1833, dr. van Egbert Arjens en Sijtske Koops, eerder gehuwd met Egbert Hendriks.
In 1789 verkocht Zacharias Bruinsma te Leeuwarden mede voor zijn vrouw Gepke Cosma aan Willem Ter Borgh in de Boertange een kampe lands buiten de Munsterschepoort van de fortresse Boertange gelegen (RAG, VI w 13, fol. 112vo, 10-6-1789). De prijs was f 100. Gepke leefde toen nog, maar haar overlijden is niet achterhaald. Wel vertrok Zacharias op 10-12-1797 naar Garijp; hij kwam reeds in 1802 terug naar Leeuwarden.
4. Geertruit Wilkes Cosma, ged. Boertange 3-19-1751, tr. 1. Wedde 24-4- 1774 Frerik Jacobs Prenger, overl. Weddevoor maart 1793, tr. 2. (als Geertruit Wilkes) Wedde 23-11-1794 Jan Engelkes [Scholten].
Uit het eerste huwelijk verscheidene kinderen; zij woonden toen te Wedde. Tijdens het tweede huwelijk wonen zij op de Noord onder het karspel Vriescheloo. Geertruid tekent als Getruid Wilkens Kossema. In de periode tussen beide huwelijken trad de vrouw ook wel alleen op. Zo verkocht Geertruid Wilkes Cosma, wed. Freerk Jacobs Prenger te Wedde, in 1793 een tuin buiten de Vriesche poort der fortresse Boertange aan Heere Geerts Heeres in de Boertange voor f 140 (RAG, VI w 14 (732/310), fol. 35, 14-3-1793); en een jaar later (RAG, VI w 14 (732/310), fol. 89, 5-11-1794) maakte zij scheiding en afkoop met Jan Aeykes (Heykes?) schoenmaker te Wedde voormond, Hindrik Wolters te Bellingwolde sibbe- en Harm Jacobs Altingh vreemde voogd over haar minderjarige kinderen. De moeder behield de boedel, zou de kinderen tot 18 jaar opbrengen, en ze dan elk f 35 uitbetalen. Grietje en Wilke werd bovendien nog een paar zilveren schoegespen beloofd zoals de anderen reeds hadden genoten. Op dezelfde dag (RAG, VI w 14 (732/310), fol. 89vo, 5-11-1794) verkocht Geertruid aan Jan Jacobs Altingh te Wedde een vierendeel waares gerechtigheid over beyde Wedder hammeriken voor f 94.
Na het tweede huwelijk leenden Jan Engelkes Scholten en Geertruid Kosma op de Noord onder het karspel Vriescheloo woonachtig van Jan Aeykes en cons. voorstanderen over haar voorkinderen f 800 tegen f
2.10.0 ten honderd rente (RAG, VI w 14 (732/310), fol. 149, 11-8- 1796). De man tekende met een kruisje, de vrouw als Geetrut Cassema.
5. Antje Wilkes Cosma, ged. Boertange 23-9-1753, tr. Wedde 16-5-1776
Hindrik Harms Wolters, molenaar, bakker.
Hindrik Wolthers moolenaar en bakker in de Boertange, mede caverende voor zijn huisvrouw Antje Cosma, verkocht in 1794 aan Derk Bos mede aldaar voor f 340 zijn huis dicht bij de Munstersepoort in de for- tresse Boertange, gelegen ten Z., aan de Heerestraat (RAG, VI w 14 (1732/310), fol. 65, 10-3-1794).
HET GESLACHT P O T Z E, afkomstig van Roswinkel.
Veen Jan uit "een jachtpartij" de verbindende schakel.
door J. Potze
In mijn onderzoek naar de oorsprong van het geslacht Potze waren op een bepaald moment mijn bronnen ten einde. De oudste voorouder was Jan Jansen genaamd Veen Jan. In 1679 noemt Ds. Noach Smaltius hem zo als hij de kloos- tergemeente inventariseert. Als kinderen worden vermeld: Jan Jansen de Jonge en Otte Jansen. Ook is een dochter Ancke bekend die in 1704 huwde met Harm Eppes Sticker uit Laude. Zijn vrouw is Anneke Jans, die later her- trouwt met Jan Roelfs op 't Heem. Is hij ook de Jan Jansen die de lste erve van 't Klooster op 't Heem pacht van 1666-1674? Volgens de kerkboeken van het Klooster overlijdt Veen Jan in 1699. Otte Jans van 't Clooster keert als lidmaat van Sellingen naar 't Clooster terug in 1731.
Jan Jansen de Jonge huwt in 1704 in het klooster met Hinderkien Harmens Jans en overlijdt in 1736 in het klooster. Hij wordt het eerst vermeld onder de naam Jan Puts (later wordt de naam: Putse, Pots, Potse of Potze). De betekenis van de naam is niet bekend, maar het is wellicht iets met de betekenis veen, drassige modderige grond, misschien de substantie die als mest werd uitgereden uit de pot-stal (pots-stal).
De relatie naar Roswinkel werd mij aangereikt door de heer E.G. Schrage die mij wees op de "Landschrijver", een reeks gestencilde uitgaven van het Nassau-College uit Assen, onder leiding van de geschiedenisleraar H.J. Scherft geredigeerd en aanwezig in het Rijksarchief te Assen. Daarin is van het dorp Roswinkel veel historisch materiaal bijelkaar gegaard door leraar en de leerlingen van die school. In deze publikaties (en natuurlijk de originele bronnen) komt Veen Jan voor als aangeslagene voor het haardste- den-geld van Sanders plaats.
Maar bovendien komt de naam Veen Jan en andere leden van het geslacht Sanders voor in een aantal documenten betreffende grensgeschillen met de Munstersen.
Scherft kende de "link" van Veen Jan met het klooster Ter Apel niet en fantaseert op zijn manier er maar een stuk op los, wellicht om de streek- historie voor zijn leerlingen wat smeuïger te maken. Om mijn voorvaderen recht te doen lijkt het mij goed hier en daar een paar aanvullende gegevens naar voren te brengen.
Omdat de materie zeer interessant is, nemen we uit de Landschrijver 43, p 6-9 de betreffende stukken integraal over waarbij ik commentaar tussen E 7 weergeef :
"no 24. 1729 Een spionagetocht van notaris Henricus Oyten (uit Meppen?) en Rentmeester Joan Bernard Lippen, vergezeld van 4 anderen, o.a. de schulte
van Olden Haren. Op genadigst bevel van zijne Keurvorstelijke Hoogheid hadden zij zich "onder voorwendsel van een jagtpartij" over het Moer bege- ven naar de kant van Roswinkel en het Klooster Ter Apel, om aldaar de Limiten van dit Hoogsticht te visiteeren. Bij die visitatie hadden zij ontmoet een zekere Veen Johan (Vehn Johan), ossenhoeder van het Klooster, aan wie zij de weg naar Roswinkel vroegen. Deze verklaarde dat zich in de buurt (het gaat om "Baaren Fleer", nu Barnflair, thans duidelijk aan de Nederlandse kant, en een huisje niet ver van 't Schot, eveneens in die buurt) 5 grenspalen bevonden, die door de bewoners werden gehouden voor "onbetwistelijke limiten tusschen dit Sticht en Holland. Bezien we nu deze grenspalen:
1) bij de Aa, "niet ver van Roswinkel"
2) "verder naar de Oostzijde, in 't moer, "was verrot, egter was daar bij een groote steen gelegen". De volgorde is zuid naar noord. In dit verband betekent verder "naar de Oostzijde" stroomafwaarts de Runde Aa; de eerste paal moet dan aan de Runde gestaan hebben in het verlengde van de Roswin- keler Straat.
3) Kon de ossehoeder aanwijzen, waaruit blijkt dat het moer, waardoor deze "jachtpartij" was getrokken het huidige Munnikemoer was, 0 van het centrum van Roswinkel over de Runde. De paal, eveneens verrot, en nauwelijks een handbreed over de aarde, stond op Barnflair "noordwaarts niet ver van Ludik" (of den Leydijk). Slechts 10 schreden van deze paal, "na de Mun- sterse zijde" (let wel: thans ruim in Nederland) stond een huisje. De ossehoeder Veenjohan vertelde dat het gebouwd was door die van het Klooster "dewelke het Baaren Fleer van de Munsterse zijde hadden gehuurd". Die van het Klooster hadden waarschijnlijk zo gehandeld als Boelken: grond huren dat volgens andere documenten Nederlands territoir was, om van overlast bevrijd te worden, ad rixam redimendam (Ls 39 p.6) (om politiek gezeur te ontgaan; JP). Het huisje stond daar opdat de ossehoeder daar kon schuilen en het werd jaarlijks gerepareerd. De ossehoeder demonstreerde tevens hoe het dak beschadigd was door soldaten, die er op plachten te klimmen "om het moer te recognosceeren, welke verklaring de Rentmeester Lippen mij (notaris Oyten) requireerde (opdroeg) ad notam te neemen". De zaak is inderdaad gek: die van Ter Apel huren land van Munster, maar zetten daar soldaten op.
4) bevind zich "noordoostelijk (van de derde paal) in den sogenaamde Ley-Olk dijk". Deze was uit de grond gerukt en lag in een greppel, maar had er gestaan zolang het de ossehoeder heugde.
5) stond "bij de Schotheyen oostwaarts gelegenen kamp".
Paal 3, 4 en 5 volgen op korte afstand inderdaad de huidige grens, maar zuidwaarts, bij de Runde, zou de limiet langs de Runde liggen, maar dit wisten wij reeds uit het Boelken-proces.
De zaak wordt nog erger voor Roswinkel. Het "jachtgezelschap" begaf zich, wegens het aankomen van de nacht, naar Roswinkel. In het gezelschap bevond zich ook Herman, schulte van Oldenharen die vertelde "dat de grensen der gemeente van Olden Haaren zig na de kant van Roswinkel, en verder ten Westen van de Aa, tot aan de Aa extendeerden, en de helft van de Aa, met de
halve visscherij in deselve, aan die gemeente (Oldenharen) competeerde (toekwam)".
"Ten Westen van de Aa" is alles behalve duidelijk, maar de bedoeling is kennelijk dat de Runde Aa de scheiding zou vormen tussen Roswinkel en Oldenharen, en dit klopt ook wel met de Boelkense manipulaties om zich Oostwaarts uit te kunnen breiden. Deze Scholte toont, dus in de herberg van Roswinkel, een origineel document van 1664. Te Haren verschenen voor Herman Morrien, Rechter te Meppen en Haren, en Gerardus Langen, gerechtelijke notaris, als getuigen Johan Kremerich en Herman Schulten van Ouden Haren, voor zich zelf en in naam van de gansche gemeente van Ouden Haren, ter instantie (verzoek) van Herman Sanders van Rosewinkel. Getuigen verklaarden onder ede, "dat de voorn. Herman Sanders en wijlen desselfs vader Johan Sanders een recht van jaren tot nog toe hebben verpagt en verhuurd seeker stuck hey en weydeland langs de Aa van de Altinger Weyde af tot aan de Kloosterpalen, met de daar toe behoorende visscherij in de Aa, zodanig, dat hij het gem. land en visscherij wegens seekere jaarlijkse huur na zijn
welbehagen sonder iemands verhindering of belemmering kan en mag gebrui- ken".
De oplettende lezer zal hebben gemerkt dat de termen "verpacht" en "ver- huurd" hier dialektisch of foutief zijn gebruikt: Sanders huurt land van die van Munster; het gebied ten Oosten van de Runde was dus Munsters.
Aangenomen dat de Munsterse aanspraken terecht waren, schijnt de zaak heel eenvoudig, er schuilt echter een zeer giftig addertje onder het gras: wij kennen geen Herman Sanders van Roswinkel. In de jaren 1642 en 1672, de jaren die om ons jaartal van bovenbedoelde oorkonde liggen, kennen wij wel enige Johannen, als Roswinkeler eigenerfden, en ook een Roelof en een Lambert, maar geen Herman. Dit noodzaakt ons een excursie te maken naar het geslacht Sanders.
Dit geslacht hebben wij reeds leren kennen in het Russchen-proces (1542,
JP]; hij blijkt zeer goed op de hoogte te zijn met Russchengoed (Ls 27
p.12/13). Het nu besproken stuk van 1664 schijnt onze hypothese (Ls 37 p.4) te bevestigen: Boelken is via Sanders aan zijn expansie 0. van de Runde gekomen, getuige Boelkens brief aan Drost en Gedeputeerden van 1637, waar- uit overigens de erkenning van het Munsterse recht op die gebieden te distilleren valt. Ook schijnt versterkt te worden de hypothese dat Sanders met Boelken in consortium verenigd was (Ls 40 p.3). Maar de zaak wordt nog interessanter door een opvallend détail. Wij herinneren er aan dat de Kloosterse ossenhoeder Vehn Johan heette, en dat deze het jachtgezelschap goed kon informeren. Welnu deze Veen Jan uit 1664 [dit klopt niet: in 1664 betreft het Herman Sanders en wijlen desselfs vader Johan Sanders, JP] vinden wij (Ls 19 p.10) in 1692 en 1693 terug als Veen Jan, aangeslagen voor een vol huis in het haardstedenregister en wel voor Sanders plaats. Zou Veen Jan, eigenerfde van 1692/93, dezelfde zijn als de Veen Jan van 1729, bijna 40 jaar later, ossehoeder van het Klooster? Dat zou een gewel- dige degradatie betekent hebben, maar gezien uit het oogpunt van ouderdom zou het niet onmogelijk zijn; voor ossehoeder zal men in het algemeen geen
man in de kracht van zijn leven nemen. Mogelijk zou het wel zijn, maar er zijn bovendien enkele andere punten die de aandacht trekken.
[Jammer dat Scherft niet weet dat Jan Jansen, bijgenaamd Veen Jan, in 1699 in het Klooster overlijdt, en dat deze Veen Jan een zoon heeft Jan
Jansen de jonge, die voor 1679 is geboren, in 1704 huwt en in 1736 over- lijdt, tenminste 57 jaar oud. Het moet deze zoon zijn die ook Veen Jan wordt genoemd. Ook uit Roswinkeler bronnen is bekend dat Veen Jan in 1695 Sanders plaats verlaat en verhuist naar 't Heem binnen het Klooster. Moge- lijk naar dezelfde plaats die hij van 7666 tot 1674 pachtte. JP]
Als men het jachtverhaal goed leest, begeeft het gezelschap zich, nadat men zich door Veen Jan heeft laten inlichten, naar Roswinkel. "Wanneer Herman Scholte van Oldenharen verhaalde (volgt de kern van de oorkonde van 1664) produceerende tot beweering (slecht vertaald uit het duits Bew|hrung ?) van dien een oud documentum judiciale in originali, 't welk was van den volgen- de inhoud: "Volgt het document, inclusief de ondertekening. Zou Herman Schulte van Oudenharen met het ding op zak gelopen hebben tijdens de spio- nagetocht en er pas 's avonds in de Roswinkeler herberg voor de dag mee gekomen zijn, en nog wel met zo'n important document? Veel waarschijnlijker is het dat dit hem is toegespeeld door de ossehoeder, Jan Veen, die wij 40 jaar eerder in het bezit zagen van Sanders plaats, die stellig niet meer zo jong was, immers, hij is goed op de hoogte van de grenspalen; de vierde paal was nu weggeworpen, maar hij spreekt in dit verband van "zo lang als hem heugde".
[Het betreft hier dus de jonge Veen Jan, JP]
Het gezelschap was Veen Jan tegen gekomen en had hem de weg naar Roswinkel gevraagd. Een toevallige ontmoeting? Zou dit hoog gezelschap met een keur- vorstelijke missie zich op goed geluk in het veen hebben begeven? Het lijkt meer op een rendez-vous, bewerkt door Herman Schulte uit Oudenharen. Vehn Johan geeft over een document opgesteld op verzoek van een in Roswinkel verder niet bekende Herman Sanders, sterker nog: deze Herman Sanders is de bezitter van het originele document. Dit eindigt namelijk met:"De-
wijl nu Herman Sanders dienaangaande getuigenis der waarheid begeert, heb ik, Rechter, hetzelve hem niet konnen weigeren" (n.l. deze acte).
Nog een kleinigheid. Ls 19 leert dat Sanders vertegenwoordigd wordt in 1654 door Jan, 1672 door Lambert, 1691 door Jan, 1692-93 door Veen Jan, 1695 Jan, de laatste drie misschien dezelfde persoon;
[daarvoor ook Jan Sanders in 1630, in 1645 wordt Johan opgevolgd door Roelof (nr 73),in 1654 weer Johan (Ls 75/76 p.6); later: 1704 Jan, 1720 Roelof (doet 1 8W, tekent voor nr 21, over aan Jan Tolen, maar Sanders is nog vol boer op nr 27), 1742 Jan en 1750 Jan Sanders samen met Eildert Tholen die in 1745 met Gepke Sanders huwde (42 jaar oud). JP]
de Jan van '95 echter geen vol huis meer, maar slechts een half, waarmee
dan een zekere versukkeling van dit geslacht begint: in het algemeen halve boeren, hun vol aandeel in Harms Drift 1720 overgedaan aan Tolen enz.
Tussen Jan Sanders van 1672 [moet zijn : Lambert. JP] en Jan-Veen Jan van de 90-er jaren ligt de opgave van de broden verschuldigd aan de pastorie 1682, waarin de plaatsen in het algemeen opgetekend zijn met hun toender- tijdse bezitters, een uitzondering hierop vormt Sanders Plaats.
[Onjuist: Sanders levert 8 spint (Ls 11 p.5). JP]
Onze hypothese: er heeft zich ong. 1680 in het geslacht Sanders een soort drama afgespeeld, een soort erfopvolgingsoorlog, waarvan de geheimzinnige Herman Sanders uit het document van 1664 het slachtoffer werd en wiens waarschijnlijke zoon Veen Jan
[Veen Jan heette Jan Jansen, dus zijn vader heette ook Jan of Johan, dus Herman is mogelijk een broer of oom van Veen Jan. JP]
als het ware naar het Veen werd gedreven, vandaar zijn bijnaam Veen Jan die
hij in 1692 reeds had [in 1679 wordt hij reeds zo aangeduid door Ds. Smal- dus. JP]. Deze Veen Jan bewaart als goud een document, bevattende zekere
rechten die Herman Sanders van die van Oldenharen verworven had, maar weet deze niet geldend te maken. Als de gelegenheid komt, zoekt hij contact met Herman Schulte van ditzelfde Oldenharen, en speelt hem bij een rendez-vous dit document - er staat uitdrukkelijk: het originele document - in handen. De belangen van Sanders - althans van de tak van Herman Sanders - en Olden- haren lopen parallel. Beiden willen uitdrukkelijk de limiet met Munsterland langs de Runde gelegen hebben. De tegenstander is voor Oldenharen Roswinkel en Boelken, die juist in die tijd (1729), in de persoon van Adolph Boelken op voet van oorlog met die van Munster stond, denk aan het weghalen der Boelkense ossen
[Het was in 1667 dat 50 ossen van Boelken door de rentmeester van Meppen werden weggehaald, dus dat was al even geleden, JP],
en de tegenstanders van ossenhoeder Veen Jan zijn dezelfde, tegen wie hij de rechten van zijn op dood spoor gerangeerde familietak Herman Sanders wil laten gelden.
Nog een détail. Veen Jan hoedde de Kloosterse ossen bij het Schot (p.6). Boelken spreekt in 1770 in zijn Eisch en Reductie (Ls 39 p.6) van zijn huis in "van ouds Ossenschot".
[Hierbij merken we op dat Roelof Boelken een huis Ossenschot bezat bij zijn groenlanden aangeduid als "Boelken koeweide" oostelijk van de Runde ter hoogte van Roswinkel.
(Geschiedenis van Emmen, J.N.H. Elerie, 1989, p.90). De kloostererve in 't Schot is alleen verpacht en bij mijn weten nooit aan een Boelken. JP]
Het zou ons niet verbazen als de grote slokop Boelken de resterende posi- ties van Sanders, de familie die hem 0. van de Runde in het zadel had geholpen, ook had verworven.
[Nazaten van Veen Jan hebben als pachters ooit de erve in 't Schot be- woond. JP]
De figuur van Veen Jan, eertijds volle boer, later als grijsaard een ossen- hoeder, zou een fraai thema voor een boerenroman kunnen zijn.
[Wat een fantasie voor een historicus, maar het zij hem vergeven, want hij heeft veel bijgedragen aan de kennis van de geschiedenis van Roswinkel en de wortels van het geslacht Potze; JP]
Na de nachtrust in Roswinkel begeeft het gezelschap zich weer op weg, bij hen heeft zich gevoegd een persoon uit Roswinkel, genoemd éénmaal Hendrik Reyers, en éénmaal Hendrik Rogers, maar juist deze onstabiele orthografie zal ons later reden tot enkele opmerkingen geven. Van Veen Jan had men reeds informatie over de 5 palen gekregen en no 3-5 bezocht. Nu gaat men met Royers, want dit moet de Roswinkeler naam zijn, direct naar de Runde Aa "welke wij ontrent 10 schreden neer (wel: stroomafwaarts) gingen, en aldaar ontrent 10 schreden van de Aa vonden eenen in 't Zuydoosten staande paal met een kleyne gragt, die volgens de verklaring van Hendrik Rogers voor een goed gedeelte liep na den tweeden in 't Oosten zijnde paal; vandaar bragt deselve ons bij den derden niet ver van den Leydijk staanden paal". Vervol- gens naar paal 4 en 5, zodat die dag de inspectietocht langs alle 5 palen was gedaan. Royers betuigt "dat die palen door de ingezetenen aldaar - en dat moeten wel die van Roswinkel zijn - altoos waren gehouden voor de Scheiding tusschen het Sticht Munster en Holland" hetgeen juist dat was, wat de Munstersen graag hoorden.
Het vervolg is minder vlot. De Munsterse heren kwamen na paal 5 bij Zelle- ren [?, JP] in 't Schot, "om verdere informatien te neemen, dog aldaar wierden wij door het Hollands Commando van Klooster terapel gearresteert, en eerst na Apel maar den anderen dag na Bourtange gebragt". Onderweg vroeg men de Hollandse soldaat Mathias Blegel uit Wurzburg "of niet het Commando tot des te meer gemak, en om onder dak te zijn, in 't koehoeders- huysje de wagt hield". Blegel uit Wurzburg (toen bisdom, thans in Beieren) is een voorbeeld van de zeer vele Duitse huursoldaten waaruit het Neder- lands leger was samengesteld. De wacht in het ossenhuisje was reeds door Veen Jan verteld (p.7). Deze soldaat had zeker instructies gehad om niets te vertellen wat op grensoverschrijding leek, en antwoordt dan ook braaf "dat zij zulx niet mogten doen omdat het gemelde huysje was gelegen op Munsterse bodem, en haar door de Staten (generaal) was verboden verder te gaan dan tot bij den paal op den Leydijk" grenspaal 5 dus. De Rentmeester, leider van het Munsterse gezelschap "requireerde mij zulks ad notam te neemen en in het instrument (rechtsacte) te infereren (op te nemen)". Hij geloofde natuurlijk niets van het verhaal van soldaat Blegel. Einde van het reisverhaal.
Tot zover het verhaal van Veen Jan uit de Landschrijver en de toch wat rijke fantasie van de historicus Scherft.
De meer recente historicus J.N.H. Elerie geeft in zijn hoofdstuk "Het veengebied tot 1850" in het boek "De geschiedenis van Emmen",1989 p.87 een goed overzicht over het boerenbedrijf in Roswinkel. De ossenfokkerij (het opfokken van jonge magere ossen) leverde een belangrijke bijdrage aan het bedrijfsinkomen. Reeds in het midden van de 17de eeuw geeft het houden van te veel ossen overbeweidingsproblemen. Naast de groenlanden in de opstrek- ken van de hofplaatsen, richting Moersloot en Runde, waren slechts ooste- lijk van de Runde en aan de andere zijde van het dorp in de marke van Roswinkel weidegronden en hooilanden beschikbaar. De kwaliteit van de gronden en het verkregen hooi was niet best. Voor de winter werden de ossen verkocht. Dat vanuit de boerenstand van Roswinkel personeel en pachters werden geleverd voor het kloosterbedrijf met wellicht een vergelijkbare
ossenfokkerij lijkt aannemelijk. De osseheren van het klooster werden mede gerecruteerd uit de "secundogenituur" van de Roswinkeler boeren. Ook toen in 1637 voor de kloostererven meijers werden gezocht kunnen we gevoeglijk aannemen dat Roswinkeler (tweede) boerenzoons, van kinds af bekend met de ossenfokkerij, belangstelling hadden. Zo is wellicht Jan Jansen Veen Jan van Roswinkel naar het klooster getrokken. De lste erve van het klooster op 't Heem had duidelijk banden met Roswinkeler families:
*********************************************
**********************************
WESTERWOLLE VROUGER
Uit "Drei geslachten" van mevr. T.Wijnholds-Mein
Twij hounder luipen bie heur deur 't keuken. Roulfie docht dat Ootje ze nait zag en wol ze d'r oet joagen. Moar Ootje zee: "Nee laivert, ze will'n legg'n. Trek de bovenste loa moar open van 't kamnet. Doar hebben ze heur nust in".
En joa hur, nait meer as Roulfie de loa open haar, sprong dij dikke swaarte
hènne d'r in . En dou dij even loater d'r mit veul lawaai weer oetsprong, ging de lutje witte in de loa. En koakeln, dat ze deden, men kon nait heuren of zain. Moar Ootje wos road. Ze trok toavelloa open en kreeg oet 'n tippuutje 'n handjevol ries en streude dat in 't keuken, "Kiek", zee ze tegen de hounder, "dat krieg je der veur". En zo moar weer noar boeten.
***********************************
***************************
41
MET DE HELM OP GEBOREN
door Harm Luring
In gesprekken met oudere Onstwedders gaat het vaak over vroeger. Thuis is er ook wel eens over verteld dat er vroeger een Ter Borg geleefd zou hebben die met de helm op was geboren.
Van hem zijn mij een aantal uitspraken bekend die ik op verzoek van mevr. Hiskes op papier heb gezet.
Wie was deze Ter Borg ? Van wijlen mevr. Fennechien Migchels te Veenhuizen werd ik gewaar dat het een halfbroer moet zijn geweest van Elze ter Borg (geb.1843. 0v1.1930). Dit te weten maakte het zoeken gemakkelijker. Ik vond dit in genealogie Sterenborg, Volders, Bruggers, Ter Borg, door G. Steren- borg. Achterin staat een kwartier-staat met veel meer gegevens dan meestal in een kwartierstaat vermeld staan. Hierin vond ik op blz.123.:
Jacob Jans ter Borg geb. 21.12.1800. ov1.01,01.1863. geh.07.02.1828
Met Aaltje Hubbelingh geb.1793. ov1.26.01.1835, d.v. Boele Hubbelingh en Willemtje Stantinie.
Kinderen: Jan 05.05.1828 ovl. 02.04.1868 ongeh.
Willemtje 08.03.1867 ovl. 08.03.1867 ongeh.
Boele 07.01.1833. ovl. 03.03.1873 ongeh.
Jacob Jans ter Borg hertr. 24.09.1836 met Anna Steffens Volders (Wever) geb.10.03.1813. ov1.10.05.1883.
Kinderen: Steffen 27.02.1837 ovl. 25.06.1838.
Elze 24.06.1843. geh. 13.06.1874.Met Janna
Abels Migchels Imeltien 14.08.1849. ovl. 28.04.1873.
Uit deze gegevens blijkt dat het Jan of Boele geweest moet zijn. De volgende voorspellingen zijn mij bekend.
A. Wat er gaat gebeuren weet ik niet,misschien komt er wel een pest-epidemie of oorlog. De lijken worden in noordelijke richting het dorp uit gebracht."
B. Op de brink zal een veldslag plaats hebben, het bloed zal over de brink stromen.Er zullen twee afdelingen soldaten aan de boerderij voorbij trekken.
De derde zal de boerderij binnen komen. Het zijn soldaten met het haar in een vlecht op de rug. Zorg er voor dat
de blinden dicht zijn en de voordeur op slot. Dit zal niet eer- der gebeuren dan dat aan de volgende voorwaarden is voldaan.
a Het woongedeelte van de boerderij zal af gebroken worden en aan de andere kant worden opgebouwd
b de preekstoel in de kerk zal van de zijwand verplaats worden naar het noordeinde.
c De eiken op de hoge oerde zullen allemaal gekapt worden en de oerde zal afgegraven worden.
C De families Besselingh, Hardingh, Karskens zullen na de laatste die op dit erve is ingetrouwd in het vierde geslacht uitsterven, omdat er drie keer een vreemde is ingetrouwd.
Kommentaar:
A. Rond 1900 is de algemene begraafplaats aan de noordkant van het dorp in gebruik genomen.
B. Met de brink wordt de loug brink bedoeld wat nu Harding- straat/brink is.Met de boerderij wordt bedoeld kerklaan 22
a. Het woonhuis is in 1888 verplaatst naar de andere kant. In
de stal is dit nog te zien.De grootste stalruimte is nu achter- in. Normaal in westerwolde was,dat het melkvee het dichts bij het woongedeelte stond.
b. De preekstoel is in 1929 bij de restauratie verplaatst naar het noordeinde.
c. Ik kan mij nog herinneren uit mijn jeugd dat er nog zand ge- graven werd.De bomen waren al lang gekapt.
Aan alle voorwaarden voor de veldslag is voldaan.
C. Wat de fam.Besselingh betreft: Olert of Alert schulte trouwde in op het besselingh. In ca 1635 trouwde Jan Folkers in op het Besselingh.Hij wordt wel de stamvader van het Besselingh genoemd. Roelf scholtes trouwde in 1755 met Hadewijck Nannes Besselingh. Hij trouwde in op het Besseling, de zoon was Nanne Besselingh, de kleinzoon was Roelf Besselingh. Met de achter- kleindochter Grietje Besselingh die huwde met Nanne Huiges stierf de naam Besselingh uit.
In de hoenderbelasting van 1568 komt Besselingh voor,verdwijnt dan enkele jaren maar wordt in 1589 weer genoemd.
Wat de familie Karskens betreft wordt het moeilijker.Hier wordt een patroniem tot familienaam verheven. Uitgaande van de familie Huitsingh blijkt dat in 1613 Hans Freerks Hardingh introuwde met Albertien Olerts Huitsingh. Dan splitst Huitsingh in twee lijnen. Hans en Karsken.In de Hans-lijn trouwde Geertje Frericks Huitsingh in 1672 met N.N. In 1678 met Jan Colters op't Huitsingh, maar het gaat hier om de Karsken-lijn en dan trouwt in 1802 Harm Jarckes Luiringh met Rikste Elzes karskens Huitzingh. Hij gaat zich dan Karskens noemen. Van zijn vier zonen is het alleen Jarcke, getrouwd met Aaltje Hendriks Wilzing die de naam doorgeeft aan zijn twee zonen Harm en Hendrik. Harm trouwde in op het Harding in 1872 met zijn nicht Elsien Abels Hardingh. Van hun acht kinderen sterven zeven voor ze anderhalf jaar oud zijn. De overgebleven dochter Aaltje trouwde met Jan Migchels Wubs en stierf bij de geboorte van een levenloos meisje. Hendrik trouwde met Freerkien Moorlag en hun twee kinderen stierven voor ze anderhalf jaar oud waren.
Daar Harm Jarckes Luiringh uit de Veelerlijn van het geslacht Luring stamde heb ik ook deze lijn nagetrokken en vond dat Harmen Hermans ter hofte in ca.1600 Is ingetrouwd.En dat in 1698 Wubbe Jarckes Weerdingh is ingetrouwd.
Wat de familie Hardingh betreft is mij gebleken dat hier alleen Boelem Nannings is ingetrouwd.Met Elsien Abels Hardingh de vrouw van haar neef Harm Jarkes Karskens sterft ook het Onst- wedder geslacht Harding uit.
Het drie keer introuwen,in het vierde geslacht uitsterven,gaat alleen op voor het Besseling. De beide andere families zijn echter wel uitgestorven.
VERDELING VAN DE WESSINGHUIZER BOERMARKE
door Harm Luring.
Op 18 december 1876 verschenen voor mr.Johannes Sixtus Gerhardus Koning, notaris te Wedde in tegenwoordigheid van mr.Johannes Offerhaus, kantonrechter te Winschoten:
A: Abel Freerks Hardingh, gemachtigde voor Jantje Hindriks Wilzingh.
Harm Jarkes Karskens landbouwer te Onstwedde. Hendrik Jarkes Karskens landbouwer te Hofte.
B: Geert Harms Migchels als gemachtigde voor Geertje Hiddes Wubs, landgebruikster te Hofte, als moeder en wettige voogdes van hare kinderen Hidde, Jan, Wubke, Willem en Boele gesproten uit haar huwelijk met Boele Hiddes Migchels van welke minderjarigen
toeziend voogd is Willem Hiddes Wubs arbeider, wonende te Mussel, mede verschenen.
C: Berend Jans Wilzing, landbouwer. Als vader en voogd van Jan Hidde Wilzing van wie toeziende voogd is Albert Jans Bessembinders, mede verschenen.
D: Harm Harms luring, landb. te Wessinghuizen voor zichzelven en als gemachtigde van Albert Harms Luring landb. te Wessinghuizen.
Berent Harms Luring landb. te Hoorn en Jantje Harms Luring, weduwe van Aike Harms Edens, landgebruiker te Hoorn.
Boele Harms Luring landb. te Wessinghuizen. Voor zichzelven en als gemachtigde van Albertje Harms Luring, echtgenote van Andreas Engels en als moeder van en voogdes voor haar zoon Harm Edens uit haar vorig huwelijk met Jan Harms Edens wonende op de oerde te Wedde
E: Jan Hidde Bessembinders, landb. te Wessinghuizen.
F: Harm Willems Niemeijer, landb. te Wessinghuizen. Als gemachtigde van zijn echtgenote Wupke Harms Rendering voor haar zelve, tevens als moeder en voogdes over haar minderjarige kinderen Harm en Frederik uit haar vroeger huwelijk met wijlen Hidde Jans Bessem- binders van welke minderjarigen mede voogd is Jan Jans Bessembin- ders, landb. te Onstwedde
G: Geert Harms Migchels, lid van de raad der gem. Onstwedde als gemachtigde van burgemeester en wethouders der gezegde gemeente.
H: Jan Hendriks Hids, Schulte Jans Heis, landbouwers te Onstwedde en Abraham Willems Middelkamp landb. te Veenhuizen.
44
De comparanten onder A tot en met G verklaarden dat de in per- soon of door een gemachtigde verschenen personen en gemeente in mandeligheid bezitten de onontgonnen gronden met de daarbij be- horende wegen wateringen tillen en pompen en verdere lusten en lasten. Deze gronden zijn voor zover niet anders is opgegeven be- kend in sectie G. der gemeente Onstwedde.
Zij bestaan uit:
a. De Veenstukken tesamen groot 33.36.60.H.A.
b. De Heide stukken " " 23.22.00.
c. Het Lutke veen 24.86.50.
d. De Labben 73.29.90.
e. De Marke 32.46.70
f. De Strengen 30.49.90.
G. De Hemmen 10.55.00.
h. De Horst 03.98.40.
i. Het Musselke 00.34.30.
j. De Bollemee 00.77.40
k. De Kampsdobbe 00.11.00
1. De volgende stukken 394 00.66.80.
Zonder bijzondere 396 00.41.80
Benaming 397. " 00.16.00
398. " 00.02.90
400 00.04.00
Het gedeelte van 378 00.12.00
ten oosten van de Hemmen tussen de Hoftenweg en de
Aa en van sectie A der gem. Vlagtwedde no.113. 00.26.80
m. De strook grond bekend onder no. 318 01.26.50.
Waarover thans de straatweg ligt.
De wegen:
a. De Bovenveenweg breed 8 meter | 00.60.60. |
b. De Onderste Veenweg " 9 | 01.01.20 |
c. De Lutke Veenweg " 9 | 01.07.80. |
d. De Midden weg " 9 " | 01.35.40. |
e. De weg met voetpad " 10 | 00.89.10. |
Van Hofte naar Wess. | |
f. De Achterweg " 9 " | 00.40.00 |
g. De Tussenweg " 9 " | 00.22.10. |
h. De weg langs de westzijde van de Hemmen | |
ende Horst 9 " |
i. De weg tussen het derde en vierde deel van de Horst naar het perceel no.43 van Wegman en de Bollemee
j. De weg bekend in sectie F der gem Onstw. 00.40.30.
k. De weg lopende van de Achterweg naar de Steeg over no.394 en behorende bij dat perceel.
1. De last van onderhoud van een pandweg op de openbare weg van de midden weg tot de Wedder scheiding, oude weg genaamd, welk on-
45
derhoud moet worden gedragen door de no. 350 En 354.
Samen
Wateringen, pompen en tillen.
-----------------
242.41.00. H.A.
Van de voormelde onroerende goederen zijn volgens hunne ver- klaringaan de comparanten geene aankomst titels of enige hoe ook genaamd overschrijving bekend,maar zijn die door hen en hunne erflaters veel meer dan 30 jaar bezeten. De comparanten onder letters A. t/m G. opgenoemd verklaarden de voormelde goe- deren te willen scheiden en verdelen en tot de schatting daar van te hebben benoemd de drie comparanten onder letter H. Hier boven genoemd die door de heer kantonrechter als deskundigen zijn beëdigd op de negende juni 1873.
De bedoelde deskundigen verklaarden alle gronden te samen te hebben geschat op een waarde van 66610 gulden.Tot de massa zijn volgens verklaring der deelgenoten gerechtigd.
A. Jantje Wilzing, Harm en Hendrik karskens | 100/350 f.19000. |
B. De erven Migchels | 50/350 f. 9500. |
C. Jan Hidde Wilzing | 50/350 f. 9500 |
D. Harm Harms Luring en zijn deelgenoten | 80/350 f.15200. |
E. Jan Hidde Bessembinders | 36/350 f. 6840. |
Fa.Wupke Rendering | 5/350 f. 950. |
Fb.Harm en Frederik bessembinders | 29/350 f. 5510. |
G. De gemeente Onstwedde voor een aandeel | f. 110. |
waarvan de gehele grootte van al de gronden die de massa uit maken de noemer en twaalf duizend zes honderd en vijftig de teller is.
In de Wessingboermarke waren eertijds gerechtigd de erven
Ter Hofte, Hanssen later luiringh, het Rensingh, Wilts arve en het Tuinkers of Everts.Ieder vol erve bezat acht waarsgerech- tigheden.
Voorwaarden:
A. Dat ofschoon de panden van wegen en voetpad bepaaldelijk in onderhoud en waar niet anders is opgegeven ook in eigendom aan bepaalde percelen zijn toegevoegd. (Waarvan zij nimmer meer mogen worden af genomen.) Toch het gebruik daarvan gemeen is en blijft voor hen aan welke bij deze gronden zijn toegescheiden, zodat zij met een recht van erfdienstbaarheid ten dienste van al die gronden zijn belast.
B. Dat het aan Harm Harms Luring en zijn mede deelgenoten toegeschei- den gedeelte van het aan de weg naar hofte gelegen no. 378 ten dienste van al de bij deze akte toegescheiden percelen is belast met de erfdienstbaarheid van veedrift naar de Aa om het vee te laten drinken bij de Aa.
C. Dat thans verkeerdelijk ten name van de markgenoten van Wessinghuizen staan no.228 En 377.Groot 00.58.30.H.A.En een deel van no.39. En 42.En wel dat gedeelte wat het tweede deel is van de Horst ter grootte van ongeveer 74 are, welk een en ander toebehoort aan Berend Pieters Wegman, landbouwer wonende in de Onstwedder Hofte die hierbij tegenwoordig en aan de notaris bekend, zulks verklaarde te erkennen.
Al het voorenstaande nogmaals nauwkeurig zijnde nagegaan
en onderzocht verklaarden de deelgenoten daarbij in alle dee- le te volharden en de scheiding der halve in voege voorschre- ven onherroepelijk vast te stellen zullende het toegescheidene van stonden aan op de verkrijgers overgaan met alle daaraan verbonden lusten, lasten, rechten, erfdienstbaarheden en andere dan hypothecaire bezwaren. Waarvan akte in minuut. Gedaan en verleden te Wedde ten huize van Elzo Jans de Boer in tegenwoor- digheid van de heer Charles Abraham Heijko, landmeter le klasse bij het kadaster wonende te Winschoten en Hagen Leteme, klerk wonende te Wedde ,beide aan de notaris bekend als getuigen die met de comparanten,de deskundigen,de heer kantonrechter en de notaris deze akte hebben ondertekend onmiddelijk na gedane voorlezing.
********************************************
******************************
Van mijn vader hoorde ik het volgende verhaal
door Harm Luring
Er woonde aan de weg Onstwedderholte-Wedde in het laatste huis (F 87), voor de ruilverkaveling afgebroken, een zekere Tjabbes. Deze man moest op bepaalde avonden om twaalf uur naar buiten. Zo zag hij op een avond een lijkwagen bespannen met twee paarden vanuit de richting Wedde komen en na een driehonderd meter verderop plotseling verdwijnen.
Dit gebeurde twee avonden achter elkaar. De dag hierna werd het lijk van mevr. Geertje Wiersema-de Groot, dochter van mr. Pieter de Groot en Harmke Luring gebracht en opgebaard op Holte F 85, de boerderij van mijn grootva- der. Van daaruit werd zij begraven te Onstwedde.
Haar graf vinden we op het kerkhof bij de Ned. Herv. Kerk te Onstwedde, vlak bij de voetbrug.
**************************************
Uit Gemeentearchief Groningen,
J.S.A.Huizing | |||
Rekeninge van Edzart Rengers ten Post droste tho Wedde van wegen des hoeghe unnd wol- gebornen fursten end heeren, heeren Carl Prince Grave van Arenberche, Prince van .ebe.gue Vryheer tho Teuenbergen, Honslardyck, Vryheer van Naeldwyck, Heer van Uterwaatt?, Schellinck, Wedde, Westerwoldingelanddt, Bellingwolde, Bleyhamb, Heer und Vuytheren?. Ridder van den order van den gulden Vliese, van den Raet van State, van Haer Hocheiden, Admirael und Capitain g(ener)ael van den See ende beginnende sedert den treves anno 1609 in aprili gemaecktt ende van den jaren 1609 ende 1610. | |||
Eerste ontfanck van den jaertaxt, diewelche ontfangen ende betaelt wortt over die 7 karspeles den Herlicheit Wedde van? Westerwoldingerlandt vorgemelt, op twee termynen tho weten den 1 May 1609 und op Martini volgende deselves jaer, item op den 1 May 1610 und op Martini folgende deselven jaer; makende twee jares taxen in vorschreven 2 jaren 1609 unde 1610. | |||
Item entfangen van het carspell Vlacht- wedde twee jartaxten anno 1609 ende 1610 verschenen, mackende ieder jartaxt 135 carlus gl. den gulden tot 20 st. gerekentt, maket die 2 jartax tsaem 270 Carolus gl. | carolus 270 | gl. st. pl. - 0 0 | |
den gulden als vooren tot 20 st. gerekent. | |||
Item entfangen van het Carspell Unst- wedde twee jartaxten anno 1609 ende 1610 verschenen ieder jartax - 135 Carolus gls. den gulden als vooren gerekent, maket 2 jartaxten tsaem 270 g. Carolus | 270 | - 0 0 | |
Item entfangen van het Carspell Sellingen t'jartaxt bedragende 49 g. Carolus unde 19 | |||
st. maket - 2 jartaxten tsaem 99 Carolus gis. 18 st. | 99 | - 18 | - 0 |
Rood na Reductie, 371
twee jartaxten van anno 1609 ende 1610
Item entfangen van het Carspell Vrescheloe twee jartaxten van anno 1609 ende 1610 t'jar- taxt doende - 60 g. Carolus - 15 st., bedragt
2 jartaxten tsaem 121 g. Carolus 10 -
st. 121 - 10 - 0
Item entfangen van het dorp offte clufft Hooren in Wedder Carspel, twee
jartaxten anno 1609 unde 1610 verschenen, een jartaxt doende 24 - gl. Carolus und 6 st. maket 2 jartaxt tsaem 48 - g. Carolus
48 | 12 | - 0 | |
81 | - 0 | 0 | |
337 - | 10 - | 0 |
unde 12 st.
Item entfangen van sal: Haye Westerwolt Erffgenhamen Meyeren, ock in Wedder kerspel] gelegen, twee jartaxten, anno 1609 und 1610 verschenen, doende een jaer- taxt - 40 Carolus g. - 10 st. br. maken twee jaertaxten tsaem 81 Carolus g. .
Item entfangen van het Carspell Bellinge- wolde twe jartaxten in die jaren 1609 unde 1610 verschenen, doende een jartaxt
- 163 gis. Carolus - 15 st. br. maeken
2 jartaxten tsaem 337 g. Carolus und
10 st. b. .
Item entfangen van het Carspell Bleyham twee jartaxten in die jaren 1609 unde 1610 verschenen, doende een jartax
50 carolus gl. - 15 st. br. maken 2 jar-
taxten tsaem - 121 Carolus gl. 10 st. b. . 121 - 10
Ander untfanck van ses vaten Botter, daervan dree op Jacobi 1609, ende
dree op Jacobi 1610 verschen nen sinne.
Item het Carspell Bellingewolde die twee vaten Botter, so up Jacobi 1609 verschenen gewest syn, redimert, het vatt mit 36 daler, is van twee vaten 72 dal.
den dal: thot 30 st. gerekent, unde die ander twee vaten Botter, so op Jacobi 1610 verschenen sinne geredimeert uht? weerdye dath de Botter hyr int landt heefft gelden konne?; tho weten jeder vatt Botter mit 37 dal: Is van twee
vaten - 74 daler den daler tott dertich st. gerekent maken vorschreven 4 tonnen
tsaem in Carolus gl. - 219 g. 219 - 0 0
In het Carspell Blijham het eene vatt Botter so op Jacobi 1609 verschenen ge- west, redimert mit - 36 daler, den
daler als voorschreven gerekent, na des landes weerdije, ende het ander vatt op Jacobi
1610 verschenen, is redimert mit - 37 daler, oock ... dath die Botter des tides
hyr int landt gelden konne, maket vorschreven
twee tonnen tsaem in Carolus gl. 109 Car.
gl. - 10 st. 109 - 10 - 0
Item noch entfanck van die tolbrugge, Botterwaage unde redemptie van Hoenderen to weten jeder hoen mit 2 1/2 st. redimert, item d'hoender van Rosewinckell. | ||
Item entfangen van den tolbrugge ende Botterwage, tsaem over heth Jar 1609 - 80 Carolus gl. , Item over heth jaer 1610 oock - 80 Carolus gl. entfangen ... lueth die jaer certers daroever gemakett, ende bij den hurer undertekent mit lit? st. notirt makende tsaem 160 g. Carolus | 160 - | 0 - 0 |
Item int Carspell Vlachtwedde mit alle die Burschappen dar under behoerende sint in alles 86 huijsen, under die welcke - 8 armen linnen, die d'hoender neet redimere konnen. Deselve omme Gottes willens queit begerende, bliven noch huijner inn entfanck - 78 husenn offte hoender dar van verschinende, is jeder hoen geredimert mit 2 1/2 st. facit thoender geit van een Jar negen gl. Carolus 15 st. | 9 - | 15 - 0 |
Item int Carspell Unstwedde met alle sine Burschappen bint in alles - 90 huilen under die welcke bint - 12 armen, die 'd hoender neet redimeren konnen, unnd omme Gottes willen queit begeert, bliven noch huijner in entfanck - 78 hoender, redimert ten prijse als voorschreven, facit 'thoen- der geit van een Jar negen gl. Carolus vifftien st. | 9 - | 15 - 0 |
Item int Carspell Vrescheloe bint in alles 54 husen, under die welcke veer armen sinne, so d'hoender neet redimeren kannen unde d'selve omme Gottes willen queit begertt, bliven noch huijner in ontfanck - 50 hoender, redimert ten prijse als voorschreven, facit t'hoender geit vann een Jar ses gld. viff st. | 6 | 5 - 0 |
Item int Carspell Wedde mit alle sine Bur- schappen bint in alles - 51 huesen under dewelcke sint - 6 armen, so 'd hoen- der omme Gottes willen queit begertt, bliven noch in ontfanck - 45 hoender, redimert ten prijse als voren, facit t'hoendergelt van een jar viff gl. |
twelff st. acht penningen. | 5 - | 12 - 8 |
Item int carspell Sellingen mit alle sine Burschappen bint in alles - 29 husen under die welcke sint - 3 armen, so d'hoender omme Gottes willen quijtt begerett, bliven noch huijner in den ent- fanck - 26 hoender, ieder hoen redimert ten prijse als voeren, facit 't hoender geit van een jaer dree gulden viff st. | 3 | 5 - 0 |
Item int Carspell Bellingewolde mit sijn Burschappen bint int alles 159 huijsen, under die welcke sint - 20 armen, so d'hoender om Gottes willen quijt begeret, bliven noch huijner in den entfanck 139 hoender, ieder hoen redimert ten prijse als vooren, facit t'hoender gelt van een jar seventien gl. seven st. acht penningen | 17 - | 7 - 8 |
Item int Carspell Blijham bint in alles 74 husen, under dewelcke sint - 2 armen, so d'hoender umme Gottes willen quijt begeret, bliven noch huijner in den entfanck 72 hoender, ieder hoen redimert ten prijse als voren, facit t'hoender geit van een jaer negen Carolus gl. . | 9 | 0 - 0 |
Item entfangen vant Carspell Roeswinkell in Drenthe gelegen 22 hoender, die op Jacobi dages alle jaren verschinen voer den middags, ieder jonck hoen gesommert op 1 st. , dewijle dieselve om vorschreven tidt noch klein sein, sint d'selve nicht duerder vercofft, macke d'hoender van 1609 ende 1610 in 2 jaeren 44 hoender gesettet op 44 st. | 2 | 4 - 0 |
Volgen noch ander inkomen darvan vor? deth..chall? van den drosten neet entfangen als folgett; | ||
Heth Eijlandt Ulssda in questie, ende darvan worden geen hoender offte anders eetz entfangen, kompt niet. | niet | |
In den stadt Groningen und Ommelanden plecht jarlix 300 gl. tot 20 st t'stuk den gl. gerekent alle jar up karstmisse entfangen werden, darvan tot noch tho neet entfangen, kompt hier neet | niet | |
In die windtmhole, so eertidtz gestanden vor den huese Wedde, in 'd orloegen verbrant |
DE KWARTIEREN VAN ALBERT WILLEMS KLUIVER
Jan Johan Kuiper
1 ALBERT WILLEMS KLUIVER, boerenknecht, geboren op 27 april 1831 te Stapelmoor, overleden op 16 januari 1898 te Bellingwolde.
(Hij is getrouwd op 5 juli 1851 te Bellingwolde met Dirktje Alberts Wilken, dochter van Albert Wilken en Jantje Dirks, geb. op 10 mei 1821 te Wymeer, over]. op 12 maart 1899 te Bellingwolde.)
2 WILLEM SWART ALBERTS KLUIVER, arbeider, geboren op 6 juli 1796 te Stapelmoor, overleden op 4 januari 1833 aldaar.
Hij is getrouwd op 2 november 1822 te Beerta met
3 HILLECHIEN ALBERTS LUTJEBOER, geb. 21 februari 1799 te Bellingwolde, overl. 27 feb. 1864 aldaar.
4 ALBERT WESSELS KLUVER, landbouwer te Stapelmoor. Hij is getrouwd op 22 juni 1790 te Stapelmoor met
5 ELSKEN WILLEMS SWART, geboren op 15 augustus 1764 te Stapelmoor.
6 ALBERT JANS LUTJEBOER, geb. op 5 februari 1764 te Bellingwolde, over]. op 12 januari 1826 aldaar. Hij was gehuwd met
7 TETJE HINORIKS KLOOSTERBOER, geb. 5 augustus 1764 Wymeer over]. 1 november 1836 te Bellingwolde.
8 WESSEL KLOVER, landbouwer te Stapelmoor. Hij was getrouwd met
9 N.N..
10 WILLEM GEERTS SWART, te Stapelmoor. Hij was getrouwd met
11 WUPKE HARMS SWEOE.
12 JAN BERENDS LUTJEBOER, gedoopt op 20 februari 1735 te Oudeschans, overleden op 19 mei 1819 te Bellingwolde.
Hij is getrouwd in mei 1763 te Bellingwolde met
13 TRIJNTJE ALBERTS PRINS, gedoopt op 21 april 1743 te Bellingwolde.
14 HINDRIK HARMS KLOOSTERBOER, van Holthausen. Hij is getrouwd op 30 maart 1759 te Wymeer met
15 GEESKE HINDRIKS, van Wymeer.
24 BEREND BERENDS, dagloner te Oudeschans. Hij is getrouwd rond 1718 met
25 AALTJE ALBERTS LUTJEBOER, van Oudeschans.
26 ALBERT KLAASSEN PRINS, gedoopt op 30 oktober 1712 te Bellingwolde. Hij is getrouwd op 8 april 1742 te Bellingwolde met
27 HILLE DERKS, gedoopt op 31 mei 1722 te Bellingwolde.
28 HARM HINDRIKS, te Holthausen. Hij was gehuwd met
29 N.N..
30 HINDRIK HARNS, te Wymeer.
Hij was gehuwd met
31 N.N..
50 ALBERT LUTTIEBOER, te Oudeschans. Hij was gehuwd met
51 HILKE.
52 KLAAS HARNS, van Tunxdorf.
Hij is getrouwd op 23 april 1702 te Bellingwolde met
53 JANTJEN HARMS, van Haselune.
(Zij was eerder getrouwd met Pieter Derks, van Bellingwolde.)
54 DERK JANS, van Bellingwolde.
Hij is getrouwd op 16 april 1719 te Bellingwolde met
55 TIELKE WESSELS, gedoopt op 3 juni 1694 te Bellingwolde.
110 WESSEL GEERTS, te Bellingwolde.
111 HILLE HARMS.
Vragen en antwoorden:
Deze rubriek is bestemd voor die leden van onze vereniging, die met hun onderzoek zijn vastgelopen, wanneer gebleken is dat de gezochte gegevens niet via de beheerder van ons archief kunnen worden verkregen, kan een vraag in deze rubriek opgenomen worden. Beantwoording gaarne via deze rubriek en dus niet rechtstreeks aan de vragensteller.
Vraag 1996-1, mevr. Elise Strate.
In de kerkeboeken van de "Evangelisch-Reformierte" kerk te Emden staan volgende aantekeningen:
Evert Gerrits | geb. | ? | over]. 13-12-1653 |
Constans van Enthoven | geb. | ? | over]. ? |
Dit echtpaar trouwde op 3-4-1621 te Emden. Kinderen uit dit huwelijk:
Johann geb. 21-12-1623
Gerrit geb. 23-10-1625
Melchior geb. 24-12-1627
Johann geb. 30-06-1631
Het is mogelijk dat er voor 1623 al kinderen van dit echtpaar geboren zijn omdat de geboorten pas sedert 1623 werden genoteerd.
Evert Gerrits was waarschijnlijk een vooraanstaand burger van Emden, hij was onder andere. 1. lid van de raad van veertig van Emden, 2. Raadsheer,
3. kapitein van een burgerregiment, 4. schepper van het scheepvaartsgilde.
Op 01-10-1632 trouwde Evert Gerrits voor de tweede keer, nu met Grietie Wolters.
In augustus 1645 trouwde Evert Gerrits voor de derde keer, nu met Wobken Lewers, dochter van Leonis Adelberts, secretaris te Groningen.
In de jaren 1599 en 1600 komt in Emden een zeer bekende bouwmeester voor, genaamd Gert Everts Piloot.
In de aantekeningen van Burgemeesteren en Raad der stad Groningen werd
aangetekend dat op 24 juli 1602 het eiland Ulsda in de Dollard opgemeten werd. Naast 3 burgemeesters en 6 raadsheren nam ook Gert Everts hieraan deel.
Vragen:
1. Kent iemand een Gert Everts Piloot en waar kunnen ergens eventuele aantekeningen te vinden zijn?
2. Is het mogelijk dat Evert Gerrits zijn zoon is?
3. Waar komt Constans van Enthoven vandaan en is er over haar en haar familie iets bekend?
4. Is er meer bekend over het derde huwelijk van Evert Gerrits en over Wobken Lewers, is er misschien meer over Evert te achterhalen door dit huwelijk met een Groningse?
T I J D S C H R I F T E N
Tijdschriften en boeken kunnen, na telefonische afspraak, worden ingezien bij onze secretaresse, mevr. Hiskes-Knigge, te Wildervank.
In geen geval worden tijdschriften of boeken uitgeleend.
Gruoninga, Jaarboek voor genealogie, naam- en wapenkunde 39e jaargang, 1994.
P.J.C. Elema en
R. van der Ley Parenteel Olthoff.
D.F. Kuiken Breukdoden te Groningen in 1633.
D.F. Kuiken Begrafenissen te Groningen (Noorderkerk 1669-1670, 1673-1676).
J.Ph. Lucassen Het geslacht Almoes (Aalmoes) uit Haina.
J.T.F. Sluiter Dronrijp (I). Een R.K. familie in de stad Groningen in de 17e eeuw.
J.T.F. Sluiter Aantekeningen betreffende fragmentgenealogieën Homan en Enschede in de stad Groningen.
R.H. Alma Groninger veroordeelden in Veenhuizen en Ommerschans, 1896- 1901.
R.F.J. Paping en
K.W.P. Zuiderhoek Diaconie-ontvangsten: begrafenissen te Thesinge, 1762-1812.
H. Stuut Stuut. Een tak van een oud Oldambster geslacht.
P.J.C. Elema en
R.H. Alma Sniwint
R.H. Alma Register.
"Drents Genealogisch Jaarboek", 1995, Jaargang 2.
Redactie:"Het "Drents Genealogisch Jaarboek" fungeert als platform voor het publiceren van onderzoeksre- sultaten en opdoen van nieuwe informatie, in het bijzonder op het terrein van de genealogie".
Het jaarboek is alleen verkrijgbaar voor de leden van de Drentse Historische Vereniging. Dit in tegenstelling tot "Waardeel"dat ook in de boekhandel verkrijgbaar is.
H.M. Luning De familie Lunsche.
A. Smegen Huisinge en Buitinghe te Buinen.
Bevat een genealogie Buitinghe van de mannelijke nakomelingen.
P. Kiers en P. Albers Een tak van het geslacht Kiers uit Dalen.
B. Jonker Asser parentelen (2).(Jan Pathuis, Albert Harm en Cornelisjen ten Oever, Jan Claes Haeck, Egbert Swiers).
Vervolg Jrg 1, 1994 Drentse veroordeelden in Veenhuizen en Ommerschans 1896-1901 (2).
A. Smegen De tafelgoederen in het kerspel Borger na de Reformatie.
B.J. Mensingh Verschenen boeken en tijdschriften op het terrein van de genealogie.
Boekbesprekingen.
A. Veltman Blunders in een door een bureau uitgevoerd familieonderzoek. Register.
"Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie", deel 49, 1995.
J.G. Lodder De eerste jeugd voorbij.
A.H. Huussen jr Genealogie en geschiedschrijving.
A.J. Lever Centraal Bureau voor Genealogie nu en in de toekomst.
Yme Kuiper Genealogie, familiebesef en afstamming. Verkenning van een cultureel antropoloog
Nico Plomp' Genealogie voor fijnproevers.
Verkenningen langs de grenzen van het werkterrein.
Nico Dros Vorm geven aan de archaïsche erfenis: het feitelijke en het fictieve in de verbeelding van het verleden.
W.Th.M. Frijhoff 1795, tweehonderd jaar vrijheid
J.G.M.M. Rosendaal Geene Heeren Meer, Zalige Egalité.
De door de Franse overheid ondersteunde gevluchte patriotse burgers, 1787-1794.
Jos van den Borne Het verbod op het voeren van wapens in de Bataafse Republiek.
Vee Kuiper Een Friese jonker in ballingschap.
J.P.C.M. van Hoof Militairen in de Bataafs-Franse tijd.
Nico Plomp De Europese carrière van Franciscus Josephus Harbaur (1776- 1824)(1).
Wapenregister. Index familienamen.
"Gens Nostra", Jaargang 51, nr 1, januari 1996.
B. van Dooren De voorouders van Albertus Kamp. Een Twentse kwartierstaat.
Ing. J.G.J. Reussien Het geslacht Mondriaal te Vollenhove.
"Stad en Lande", jaargang 4, 1995, nr 4, 4de kwartaal.
Drs. Bert Dijkstra Twee Groninger jonkers.
De Groninger jonkers Alberda van Menkema en Alberda van Dijksterhuis hebben te lijden gehad van de omwenteling van 1795. Hun levensverhaal.
Drs Albert Reinstra Het Feithhuis in Groningen.
Bij de Martinikerk staat het Feithhuis, een prachtig gerestau- reerd pand uit de vijftiende eeuw. Bouwhistorisch onderzoek brachtde geschiedenis van het pand boven water. Hier de resultaten.
Mr. A.F. Stroink Verzoeningsbeker van Nienoord.
In 1697 schonk G.W. van Inn- en Kniphausen een zilveren vogel. In 1851 dook het beeld op in Londen. Schrijver deed naspeurin- gen naar deze geheimzinnige 'adelaar bezet met robijnen'.
"Genealogie", kwartaalblad van het Centraalbureau voor Genealogie Jaargang 1, nummer 4 december 1995
Rob van Drie Cahiers oud schrift.
Binnenkort verschijnt bij het CBG het eerste deel in de reeks 'Cahiers oud schrift'.
M.P.J. Kok Onderzoek in het Archief van Gedeputeerde Staten in Gelder- land,1814-1949.
Veel foto's en bouwtekeningen.
A.J. Lever Persoonslijst vervangt persoonskaart.
In 1994 is de Gemeentelijke Basisadministratie ingevoerd. De bevolkingsadministratie is daarmee volledig geautomati- seerd. Dit heeft gevolgen voor de persoonskaart.
CBG-nieuws, archieven en verenigingen Nieuwe boeken
"Quellen und Forschungen zur ostfriesischen Familien- und Wappenkunde"
44. Jahrgang, heft 4, 1995.
Erhard Schulte Das Paszbuch von Leer.
Hermann Fischer Personalschatzungsregister des Jahres 1719 vom Amt Embden..
Abbildung: Ubersichtskarte der Vogtei Hinte Inhaltsverzeignis 44. Jahrgang 1995.
Emslandische und Bentheimer Famil,ienforschung... Januar 1996, Heft 33, Band 7.
Heinz Menke Nachfahrenliste Henrich Menke, Ahmsen/Riitenbrock, Kath.
Willy Friedrich (Velsen) Wie lege ich ein Familienarchiv an?
Friedrich Geerds Ahnenliste Friedrich Geerds, Neuenhaus (2. Teil)
Suchfragen. Met o.m. Prenger/Pranger in Z.O. Drente en Schr&der in Avereest NL
Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging, Jaargang 51 nr 2, februari 1996
A. Makkinje Het 'Memorie-boek' van Adriaan Visscher.
Drs. P.G. Hoefnagel Voorvader zijn, dat is de kwestie.
R.F. van Dijk Van der Voort (tweede vootzetting).
H. Zanting Tot welke generatie behoren deze voorouders?
Dr. H. Benninga Zonen met gelijke voornamen in één gezin.
Jan Sch. Wolf Kwartierstaat van Trijntje Aukes Boskma.
L.J. Roggeveen Nachtwakers bij de achtkante molen te Zegwaart.
Drs. W.J. Spies Op zoek naar de voorouder. van Jacob Buys (ca. 1730-1787).
Genealogie, kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie, jaargang 2, nummer 1, maart 1996
Nico Plomp Collectie Ruiter.
Jos van den Borne In het kielzog van varende voorouders.
CBG-nieuws, archieven en verenigingen Nieuwe boeken
Waardeel.Drents Historisch Tijdschrift,
van de Vereniging voor geschiedenis en genealogie, Jaargang 16 nr. 1, le kwartaal 1996
Cees van Dijk Harm Boom (1810-1885).
Schrijver, journalist en schoolopziener.
H.J. Versfelt Plunderingen in de Veenhof.
Boer Hamminge en de tachtigjarige oorlog.
Ingeborg Harkema Gedane zaken. De dorpssmid.
B.J. Mensingh Het jagertje 'op den krooi'. Jan Holties (1866-1932).
Recensies:
Jan Bos Groninger borgen en Drentse havezaten, van Herma Kamphuis
Frans Verkade Emmen en de Van Raalte-t.'c, van Ger de Leeuw.
Quellen und Forschungen zur ostfriesischen Familien- und Wappenkunde
45. Jahrgang, Heft 1, 1996
Personalschatzungsregister des Jahres 1719 vom Amt Emden. (Fortsetzung).
Plaatsen: Midlum, Westerhusen, Cirkwehrum,Freepsum, Canum, Woltzeten, Larrelt, Twixlum, Wybelsum, Bettewehr, Logumer- Vorwerk, Jemgum, Midlum in Reiderland, Kritzum, Marienkoer, Ditzum, Pauwing (Pogum), Hatzum, Oldendorp, Nendorper Gemeinde. Nesserland ontbreekt.
Rysum eerder gepubliceerd: QuF 1978, S.1-10.von Werner Harten, Hamburg.
5 6
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE VERENIGING VOOR
GENEALOGIE EN HISTORIE
JAARGANG 17 No. 3, SEPTEMBER 1996
REDACTIE: S.H. ACHTEROP
J.S.A. HUIZING REDACTIEADRES: JAN JOHAN KUIPER, eindredacteur
Dijksterweg 10,
9978 TB Hornhuizen,
tel. 0595.24 / 481289, fax 481630.
SECRETARIAAT:
* lidmaatschap Mevr. G.P.I.HISKES-KNIGGE,
∗ abonnementen M.Hardenbergstraat 3,
∗ administratie 9648 LD Wildervank.
* archief tel. 0598-613095.
PENNINGMEESTER:
G.KAMIES,
Postkade 51,
9503 AJ Stadskanaal.
tel. 0599-617272.
∗ postgironummer van de vereniging: 4222401.
BANK: * RABO-bank Stadskanaal, rek.no. 3586.06.063 t.n.v. Vereniging voor Genealogie en Historie Westerwolde;
∗ postgironummer van de bank: 810818.
LIDMAATSCHAP: * contributie f. 40,- per jaar (inclusief tijdschrift, uit te reiken op de driemaandelijkse bijeenkomsten of toegezonden per post);
∗ donateurschap f. 35,- per jaar (met tijdschrift, gezonden per post), alleen voor verenigingen en stichtingen.
Niets uit dit tijdschrift mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotografie, microfilm of op welke andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
INHOUD:
Petronella J.C. Elema, | Doorlag als Moorlag-variant | blz. 59. |
Jan Johan Kuiper, | Aanvulling op de kwartieren van Harmke Ottes | blz. 65. |
J.S.A. Huizing, | De Molenplaats te Vriescheloo | blz. 66. |
J. Boerhave-Migchels, | Het Canaal | blz. 78. |
G. Luth, | Landmetersrapport voor Harm Schuiring | blz. 81. |
Tijdschriften en Jaarboeken | blz. 82. |
Westerwolde op Internet
Westerwolde is ook op Internet te bereiken en wel op het adres van de heer
J. Potze, bestuurslid van de vereniging.
Westerwolde is te bereiken onder: jpotze @ pi.net
VAN DE REDACTIE:
U zag het natuurlijk al, het tijdschrift "Westerwolde" heeft een nieuw jasje. Mooi- er was het geweest om over te stappen op andere omslagen aan het begin van een volgende jaargang, maar de voorraad was op en dezelfde omslagen waren niet meer te leveren.
Doorlag als Moorlag-variant
door Petronella J.C. Elema
In Gruoninga 1975 verscheen, in drie afleveringen, een genealogie Moorlag (Genealogie Moorlag, door P.J.C. Elema en Dr. P. Bos. Gruoninga 20 (1975) p. 57-62, 91-96, 139-144, in het bijzonder blz. 91). Twee jaargangen later, in 1977, werd in hetzelfde blad een aanvulling opgenomen inzake een familie Noorlag, die in vrouwelijke lijn uit Moorlag stamde (Noorlag als Moorlag-variant, door
P.J.C. Elema. Gruoninga 20 (1977) p. 23-24). In het laatstgenoemde artikel werd vermeld dat nog een andere variant was ontdekt in de vorm van de naam Door- lag, maar dat een lid van deze familie zelf aan een onderzoek daarnaar bezig was en dat ik mij daarom niet op dit pad had gewaagd.
Inmiddels zijn we twintig jaar verder, en ik hoorde sindsdien niets meer over een zodanig onderzoek. Nu mij door de heer W.G. Doornbos een aantal notities over 19e-eeuwse Doorlagen ter beschikking werd gesteld, heb ik die familie zelf maar eens uitgewerkt. Het blijkt dat de mededeling van destijds correct was, en dat ook Doorlag uit Moorlag stamde. In eerste instantie volgde ik een zeer iel lijntje, daarbij geleid door de in de familie Moorlag zoveel voorkomende meisjesnaam Rebecca: een in 1703 geboren Rebecca Clasen Moorlag heeft tot dochter een Klaasje Stevens, die op haar beurt een dochter Rebecca Hindriks heeft -- en diens enige zoon, geboren na de dood van de vader, gaat later als Doorlag door het leven. (Bij het overlijden van de echtgenoot van laatstgenoemde Rebecca, in 1803, werd deze betiteld als Elze Klasen Oorde.)
Daarna werd ik er door de redactie van 'Westerwolde' op attent gemaakt dat deze Elze Klasen zelf in de mannelijke lijn tot de Moorlag-familie behoorde. Dat had ik natuurlijk moeten weten, want ook hij was al in het artikel van 1975 opgenomen geweest, zij het zonder familienaam. Twee van zijn broers hadden nageslacht met de naam Moorlag, hoewel ik hun vader Claas Jans nooit met deze naam heb aangetroffen. Elze heette Oorde naar de plek waar hij woonde: "d' Oorde", ook wel d'oerde en soms d' uirde geschreven, te Veele. Waarschijn- lijk is Doorlag, de naam van zijn zoon door de combinatie d' Oorde-Moorlag ont- staan. Overigens heeft deze creatie van een nieuwe familienaam wel succes gehad. De familie Doorlag bestaat nog steeds, en was bovendien zeer honkvast. Volgens het Nederlands Repertorium van Familienamen waren er in 1947 nepen naamdragers in Bellingwolde, twee in de stad Groningen, zes in Midwolda, één in Scheemda en vijf in Vlagtwedde.
De genealogie Doorlag volgt hier, om te beginnen in twee afstammingslijnen. Wie weet zijn er zelfs nog meer geweest, maar daar heb ik niet meer naar gezocht... Ik begin met de nummering van de genealogie Moorlag in genoemd artikel uit 1975; voor details omtrent de oudste generaties verwijs ik daarnaar, maar u zult hier wel enige verbeteringen en aanvullingen aantreffen. De feitelijke uitwerking volgt vanaf generatie V.
A. Afstammingslijn Elze Klasen
1. Jan Moerlagh, tr. Rebecca N.
II. Claes Moorlagh, overl. Vlagtwedde 4-10-1704, tr. Vlagtwedde 17-4-1692 Griete Hindriks.
Zij hadden zes kinderen. De in 1697 geboren zoon Jan Moorlagh volgt hier; de dochter Rebecca, geboren in 1701, zorgt voor de afstammingslijn B.
111.3 Jan Claesen Moorlag, ged. Vlagtwedde 15-8-1697, belijdenis Vlagtwedde 6-12-1719, tr. Vlagtwedde 1-4-1720 Jantien Harms, van Ypsinghuizen, ged. Vlagtwedde 6-1-1695, dr. van Harm Hindricks (Huls(t)) en Swaencke Jans.
Zij woonden te Vlagtwedde en kregen tussen 1720 en 1725 vier kinderen. De jongste, één van een tweeling, was:
IV.5 Claas Jans Moorlag, ged. Vlagtwedde 22-4-1725, woont te Veele, begr. Vlagtwedde 20-4-1807, tr. (Vlagtwedde ca. 1746, lacune trouwboek) Hillegien Aikes, ged. Wedde 28-2-1728, begr. Vlagtwedde 5-10-1795, dr. van Aiko Jans en Renske Elses.
Hieruit vond ik indertijd elf kinderen geboren, de zesde volgt hier onder generatie
V. als Else Klasens [Dorde].
B. Afstammingslijn Rebecca Hindriks
111.4 Rebecca Klaesen Moorlag, ged. Vlagtwedde 11-9-1701, belijdenis Vlagt- wedde 3-6-1729, tr. Vlagtwedde 8-10-1723 Steven Jans, timmerman, ged. Vlagtwedde 6-11-1698, belijdenis Vlagtwedde 3-3-1724, zn. van Jan Jans en Engel Jans.
Uit dit huwelijk acht kinderen, waarvan de twee zoons Jan en Klaas nageslacht met de naam Moorlag hebben. No. 3 was:
IV. Klaessien Stevens, ged. Vlagtwedde 12-11-1729, tr. Wedde 1761 Hindrik Jans, overl. na maart 1811.
Aangezien de vader van Rebecca (generatie V) in 1811 nog in leven was, lijkt het aannemelijk dat dit de Hinderk Jans is, die Vlagtwedde 25-3-1815 overleed; de akte geeft behoudens een leeftijdsopgave - 74 jaar - geen andere bijzonder- heden. In dat geval zou hij zijn geboren omstreeks 1740 en dus duidelijk jonger zijn dan zijn vrouw. Het blijft lastig de doop van 'een' Hindrik Jans bewijsbaar te traceren; gezien de vernoeming zullen zijn ouders Jan en Elsjen hebben gehe- ten, verder durf ik niet te gaan. Kwam hij uit Wedde?
Uit dit huwelijk voor zover gevonden vier kinderen; de dochter Rebecca Hindriks was daarvan de jongste.
Genealogie Doorlag
V. Else Klasens [Oorde], geb. en wonende te Veele, ged. Vlagtwedde 29-1-
1764, over!. Veele 15-11-1803, zn. van Klaas Jans en Hillegien Aikes, tr. Vlagt- wedde 22-4-1792 Rebecka Hindricks, ged. Vlagtwedde 28-7-1771, over!. Vlagt- wedde (oud 39 jr.) 2-3-1811, dr. van Hindrik Jans en Klaasien Stevens.
De familienaam van Else Klasens: 'Oorde' was, zoals in de inleiding genoemd, meer een adres dan een familienaam. De naam komt uitsluitend voor in de vermelding in het overlijdensregister. Zeer waarschijnlijk is het dat die naams- vorm ook nog invloed heeft gehad op de keuze voor Doorlag i.t.t. Moorlag. In 1811 waren er nog drie dochters in leven, maar die trof ik noch als Oorde, noch als Doorlag ergens aan. Dat Else een vrouw en kinderen naliet (en dat de enige zoon postuum werd geboren) staat ook nergens vermeld.
Bij het overlijden van Rebekka waren veel meer details opgegeven. Hier werd niet alleen de leeftijd vermeld, maar ook het gebruik van het lijklaken, het feit dat zij gehuwd was geweest, en dat zij naliet haar vader, twee broeders, een zoon en drie dochters.
Uit dit huwelijk:
1. Hillegyn Elses, ged. Vlagtwedde 24-2-1793.
2. Klaasjen Elses, geb./ged. Vlagtwedde 9-11/16-11-1794, jong oven.
3. Claassyn Elses, geb./ged. Vlagtwedde 3-11/6-11-1796.
4. Swaantjen Elses, geb./ged. Vlagtwedde 1-3/8-3-1799.
5. Henderkjen Elses, geb./ged. Vlatwedde 4-5/10-5-1801.
6. Else Elses, geb./ged. Vlagtwedde 25-12-1803/1-1-1804, volgt VI.
VI. Else [Elzo] Elses Doorlag, geb./ged. Vlagtwedde 25-12-1803/1-1-1804, boerenknecht (1822), broodbakker (1843), over!. Nieuwolda 25-9-1847, tr. Mid- wolda 14-12-1834 Antje Geerts Mejeur, geb. Midwolda 4-10-1811, dienstmeid te Oostwold (1834), overl. Nieuwolda 14-9-1847, dr. van Geert Jurjens en Anje Hemmes.
Elzo was in 1822 vrijgeloot van de dienst, maar was bij zijn huwelijk in 1834 niettemin schutter; hij kreeg toen toestemming om te trouwen. Beide echtelieden stierven op jonge leeftijd, minder dan twee weken na elkaar.
uit dit huwelijk:
1. Geert, geb. Midwolda 5-3-1835, volgt Vlla.
2. Elzo, geb. Nieuwolda 7-4-1837, volgt Vllb.
3. Jurren, geb. Nieuwolda 22-3-1839, volgt Vllc.
4. Renko, geb. Nieuwolda 1-4-1841, over!. Nieuwolda 9-2-1843.
5. Anje Doorlag, geb. Nieuwolda 22-2-1843, arbeidster, over!. Oostwold (gem. Midwolda, oud 25 jr.) 10-1-1869, tr. Midwolda 31-1-1868 Garrelt van Baren- borg, geb. Midwolda 23-6-1848, zn. van Daniel Geukes van Barenborg en Albertje Janna Jansens de Vries; hij hertr. Midwolda 16-2-1876 met Gee- sien Pot.
6. Renko, geb. Nieuwolda 2-10-1845, over!. Nieuwolda 15-10-1846.
Het verdwenen stamhuis Doorlag op de actuele plattegrond.
Vlla. Geert Doorlag, geb. Midwolda 5-3-1835, bakker te Blijham, over!. Finster- wolde (oud 89 jr., zonder beroep) 16-2-1925, tr. 1. Bellingwolde 28-6-1862 Anna Addens, geb. Winschoten 19-12-1838, over!. Blijham 1-11-1864, dr. van Evert Hindriks Addens en Abeltje Beerents Aeilkema, tr. 2. Wedde 20-6-1866 Antje Addens, geb. Winschoten 11-7-1843, z.b. te Bellingwolde, over!. Finsterwolde (oud 82 jr., zonder beroep) 22-7-1925, zuster van de eerste echtgenote.
Geert lootte in 1854 vrij van de dienst (hij was toen reeds bakker). Omdat Geert Doorlag met zijn schoonzuster hertrouwde moest hij in 1866 toestemming heb- ben van Willem III.
Uit het eerste huwelijk:
1. Levenloze dochter, geb. Blijham 22-8-1863.
Uit het tweede huwelijk:
2. Everhardus, geb. Blijham 9-1-1868, jong over!.
3. Abellina Doorlag, geb. Blijham 25-7-1869, over!. Beerta 17-3-1910, tr. Wedde 22-5-1895 Gerhard Heckman, geb. Beerta 25-3-1869, brievengaar- der (1895), zn. van Roelf Heckman (over!. Beerta 11-2-1892) en Anje Suurling.
4. Antina Hindrika Doorlag, geb. Blijham 20-1-1872, tr. Wedde 28-12-1895 Eitje Wever, geb. Finsterwolde 20-4-1865, onderwijzer, zn. van Derk We- ver, schoenmaker, en Bregtje Jansen.
Eitje Wever werd in 1884 vrijgesteld van de dienst wegens broederdienst.
5. Everhardus Bernardus, geb. Blijham 17-3-1875, over!. Blijham 20-10-1878.
6. Everhardus, geb. Blijham 14-4-1876.
7. Geert Adde, geb. Blijham 19-9-1880.
8. Elzo, geb. Blijham 19-9-1883, over!. Blijham 11-3-1887.
Vllb. Elzo Doorlag, geb. Nieuwolda 7-4-1837, dienstknecht (1867), bakker (1905), overl. Bellingwolde 16-2-1905 (oud 67 jr.), tr. Bellingwolde 27-4-1867 Haike Hindriks, geb. Bellingwolde 8-5-1846, over!. Bellingwolde (oud 65 jr., zonder beroep) 4-10-1811, dr. van Jan Andries Hindriks, koopman, en Antje Wessels Schaveling.
Bij de loting van 1856 werd hij van de dienst vrijgesteld wegens 'te kleine maat'.
Uit dit huwelijk:
1. Jan, geb. Bellingwolde 5-3-1870.
Waarschijnlijk was dit Jan Doorlag, onder-luitenant te Bellingwolde, gehuwd met Louisa Cornelia Bonte, uit welk echtpaar Bellingwolde 3-11-1907 een levenloos kind werd geboren; ik trof hun huwelijk tot dusver nergens aan.
2. Antje Doorlag, geb. Bellingwolde 6-11-1871, tr. Bellingwolde 18-5-1901 Lucas Molenberg, geb. Groningen 15-1-1873, zn. van Hindrik Jan Molen- berg (over!. Groningen 27-12-1891) en Gepke Palts.
Lucas werd bij de loting van 1892 ingeloot en ging 9-3-1893 in dienst. Wegens lichaamsgebreken werd hij reeds op 5-5-1894 uit de dienst ontsla- gen.
3. Elzo Doorlag, geb. Bellingwolde 13-9-1873, over!. Bellingwolde 16-8-1890,
bakkersknecht; buiten de geboorteplaats vermeldt de akte geen verdere details.
4. Andries Doorlag, geb. Bellingwolde 23-9-1876, bakker te Beerta, tr. Belling- wolde 20-5-1905 Gepke Dijkmeijer, geb. Vriescheloo 22-10-1882, dr. van Berend Dijkmeijer (over!. Vrischeloo 25-4-1898) en Maria ten Kate.
Andries was bij de loting van 1896 vrijgesteld van alle dienst wegens broe- derdienst.
Uit dit huwelijk kinderen, die niet zijn nagetrokken. Een zoontje Elzo Jan (geb. Vlagtwedde ca. 1906) over!. Bourtange (gem. Vlagtwedde) 21-3-1911 en een zoon Jan Geerts (geb. Vlagtwedde in 1910) overl. Bourtange (gem. Vlagtwedde) 7-4-1911.
5. Geert, geb. Bellingwolde 12-11-1882.
6. Trijntje, geb. Bellingwolde 16-2-1885.
Vllc. Jurren Doorlag, geb. Nieuwolda 22-3-1839, boerenknecht te Oostwolder- polder, later arbeider te Oostwold, tr. 1. Midwolda 30-7-1869 Aaltje Greven, geb. Nieuwolda 14-7-1846, boerenmeid te Oostwold, later arbeidster, over!. Oostwold (in de kraam) 9-7-1884, dr. van Hendrik Wibbes Greven en Harmke Drent, tr. 2. Midwolda 20-3-1891 Elsien Viel, geb. Scheemda 31-10-1840, over!. Oostwold (oud 70 jr., zonder beroep) 23-2-1911, dr. van Harm Hindriks Viel en Lukke Jans de Jonge; zij was eerder gehuwd met Hinderk Jans Kuiper (overl. Oostwold 18- 5-1886).
Uit dit huwelijk:
1. Elzo Doorlag, geb. Oostwolderpolder 7-11-1869, arbeider, tr. Midwolda 20- 5-1891 Harmke Kuiper, geb. Oostwold 5-9-1869, dr. van Hindrik Jans Kuiper (over!. Oostwold 18-5-1886) en Elsien Viel.
Uit dit huwelijk:
a. Jurren, geb. Oostwold 23-8-1892.
b. Hindrik, geb. Oostwold 5-4-1894.
c. Aaltje, geb. Oostwold 23-4-1896.
d. Harm, geb. Oostwold 29-1-1898.
e. Elsien, geb. Oostwold 21-5-1899, over!. Oostwold (gem. Midwolda) 10-7-1899.
f. Elsien, geb. Oostwold 21-6-1900, over!. Oostwold (gem. Midwolda) 7- 5-1901.
g. Elsien, geb. Oostwold 7-5-1902.
2. Hindrik, geb. Oostwold 24-11-1872.
3. Geert Doorlag, geb. Oostwold 2-10-1874, dienstknecht te Nieuwolda (1898), landarbeider te Finsterwolde (1939), over!. Winschoten 7-4-1939 (aangifte Finsterwolde 17-4-1939), tr. Finsterwolde 13-5-1898 Stientje Engberts, geb. Meerland 23-3-1878, z.b. te Finsterwolde, over!. na haar man, dr. van Derk Hindriks Engberts en Aaltje Wildriks.
Beiden legden in 1898 een certificaat van onvermogen over. De man was op 12-3-1894 ingelijfd bij het eerste regiment infanterie en kreeg toestem- ming tot het huwelijk van zijn superieuren.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
1. Jurren, geb. Oostwold 3-7-1898 (de vader was bij de geboorte afwe- zig).
2. Derk, geb. Oostwold 19-3-1900.
4. Harmke Doorlag, geb. Oostwold 10-11-1877, dienstmeid (1907), tr. Midwol- da 14-5-1897 Thomas Houtman, geb. Meerland (gem. Finsterwolde) 1-3- 1876, boerenknecht te Ekamp (1897), zn. van Adolf Houtman en Fenna
van der Molen.
5. Anno, geb. Oostwold 10-11-1877.
6. Aaltje Doorlag, geb. Oostwold 8-7-1884, over!. Oostwold (gem. Midwolda, oud 16 dg.) 24-7-1884. De moeder naar wie zij was vernoemd was bij al de geboorte overleden.
***************************
Aanvulling op de kwartieren van Harmke Ottes (1787-
1831), in Westerwolde jaargang 16, no.2, juni 1995, blz. 45 e.v.
door Jan Johan Kuiper
8 STEFFEN CLAESSEN, geboren rond 1675 te Onstwedde.
Hij was gehuwd met
9 GEESSIEN HINDRIKS, geboren rond 1680, waarschijnlijk te Onstwed- de.
In het huwelijkscontract van hun zoon Hendrik (die trouwt met Freeke Jans) op 27-5-1729 te Oude Pekela, tekent o.a. Severijn Jans uit Onstwedde als stiefbeste vader mee).
16 CLAES (STEFFENS?) te Onstwedde, geboren rond 1645.
Hij is getrouwd rond 1675 te Onstwedde met 17 GRIETIEN (HARMENS?), geboren rond 1650.
(Zij is later getrouwd rond 1680 te Onstwedde met Zeverijn (Sever- wijn) Jans Smidt, geboren rond 1645, overleden na 27 mei 1729
te Onstwedde.)
***********************
De Molenplaats te Vriescheloo
Het boerderijenboek van Vriescheloo (in wording).
Huisnummer 72, de molenplaats.
door J.S.A. Huizing
1832 kadastrale nummers:
nr. 368 bouwland 1,3790 ha
nr. 369 boomgaard 04,80 are
nr. 370 huis en erf 20,50 are
nr. 371 weiland 12,90 are nr. 372 schuur voor de landbouw 21,10 are nr. 373 koornmolen 07,20 are
Eigenaar no. 72: weduwe Geert Jans Huizing
Geert Jans Huizinq | ||
Geert Jans Huizing | huwt | Engeltje Alberts |
geb. 19-04-1764 Wedde | 14-10-1791 | geb. 01-12-1771 Vriescheloo |
ovl. 09-02-1816 Wedde | Wedde | ovl. 09-04-1853 B.wolde |
z.v. Jan Huiges | d.v. Albert Jacobs | |
en Engeltje Jans Huizing | en Trijntje Roelfs |
Kinderen : (allen te Wedde geboren)
Jan Huges, geb. 27-09-1793, ged. 30-09-1793
Trijntje, geb. 28-02-1794, ged. 02-03-1794
Albert, ged. 05-04-1795
Jan, ged. 24-01-1797
Roelf, ged. 17-02-1799 Engeltje, ged. 09-11-1800, jong ovl. Engel, ged. 20-02-1803
Jacob, ged. 18-04-1806, ovl. 24-09-1807
Jacob, geb. 18-03-1809, ged. 23-03-1809
17-06-1818 Jacob Alberts Mulder te Vriescheloo en Engeltje Alberts, de
weduwe van Geert Jans Huizing, landbouwerse te Wedde, erfgena- men van Albert Jacobs en Trijntje Roelfs te Vriescheloo scheiden :
- de behuizing no. 72, schuur, losse schuur met werf en tuin en windmolen en 3 1/2 mud bouwland te Vriescheloo. Grenzend ten noorden aan Albert Hansens, ten oosten en ten zuiden aan de weg en ten westen aan de weduwe van Jan Hindriks. Taxatie 3350 gl.. Alle bovenstaande zaken gaan naar Engeltje Alberts.
Jacob Alberts | ||
Jacob Alberts | huwt | Wupke Jans Hu(i)ges |
geb. 12-6-1761 | 27-3-1791 | ged. 4-1-1761 Wedde |
ovl. 11-5-1828 B.wolde | Wedde | ovl. na 1828 |
z.v. Albert Jacobs | d.v. Jan Alvers Huges | |
en Trijntje Roelfs Stubbe | en Engeltje Jans Huizing |
Kinderen :
27-05-1792 Trientje (geb. te Vlachtwedde), gehuwd te Bellingwolde 22-6-1814 met Luppo Engelkes.
08-12-1793 Engeltje (geb. te Vlachtwedde). Roelf, ged. 30-10-1796 te Vriescheloo.
Zij zaten eerst op de molen te Vlagtwedde en gaan later op de molen van zijn ouders te Vriescheloo wonen.
03-11-1792 Harbert Berents getr. met Tetje Okkes te Vriescheloo verkopen een behuizing, schuur, tuin en hof. En de koornwindmolen en diens annexen. Incl. een akker bouwland op de Wilmerkamp. 4 GI. jaar- lijks voor de wind aan Groningen, 4 st. jaarlijks aan de school- meester en elk 1/2 jaar 3 st. an de armjager.
Kopers voor 5100 car. gl. zijn Jacob Alberts molenaar getr. met Wupke Jans Huiges te Vlachtwedde.
14-05-1794 Jacob Alberts molenaar getr. met Wupke Jans Huiges te Vlacht- wedde lenen 4500 car. gI. van Albert Jacobs getr. met Trijntje Roelfs te Vriescheloo. Rente 3 %.
05-05-1795 Jacob Alberts getr. met Wupke Jans Huiges, thans te Vriescheloo, verkopen een behuizing, hof, akker, koornwindmolen en annexen. Koper voor 5150 car. gl. is Oltman Jans, thans te Vlachtwedde.
14-01-1803 Jan Heijes te Smeerling verkoopt een stuk meedland, 1 deimt, onder Lutjeloo. Koper voor 300 car. gl. is Jacob Alberts te Vrie- scheloo. Grenzend ten noorden en oosten aan Aijlt Eppes Tjarks en ten zuiden en westen aan pastorieland van Vriescheloo.
08-05-1811 Jacob Alberts Mulder te Vriescheloo verkoopt een halfscheid van een kamp woest land bij de Wedder ossemarke, 2 waren. Kopers voor 175 gl. zijn Elze Hazelhoff getr. met Aaltje Harms uit Wedde.
04-12-1816 Roelf Hindriks Mulder te Blijham leent 1050 gl. van Jacob Alberts Mulder te Vriescheloo. Rente 4 %. Ais onderpand stelt hij de behuizing no. 58 te Blijham.
25-06-1821 Albert Hansens Kremer, landbouwer, getr. met Antje Hindriks Heit te Vriescheloo leent 1400 gl. van Jacob Alberts Mulder, landbouwer te Bellingwolde. Rente 4 %.
12-05-1824 Hilvert Johannes Boelmans, landbouwer te Vriescheloo, leent 300 gl. van Jacob Alberts Mulder, landbouwer te Bellingwolde. Rente 4 %. Als borg stelt hij 1/4 aandeel in boereplaats no. 25 te Vrie- scheloo, een heerd land, 25 bunder, en nog een kamp land van 4 bunder, alles te Vriescheloo.
Albert Jacobs | ||
Albert Jacobs | 10-4-1761 | Trijntje Roeifs (Stubbe) |
geb.ca. 1731 | hc te | ged. 02-02-1738 |
ov1.17-6-1803/7-6-1818 z.v. Jacob Jans en Engel Alberts | Vriescheloo | ovl. 17-6-1803/7-6-1818 d.v. Roelf Stubbe en Idé Hindriks |
Kinderen : |
Jacob Alberts, ged. 13-6-1761, geb. 12-6-1761 –> le opvolger. Roelef, ged. 6-6-1765, geb. 2-6-1765, overleden voor 7-6-1818. Engeltien Alberts, ged. 1-12-1771, geb. 26-11-1771, getr. d.d. 11-9-1791 te
Wedde met Geert Huizing uit Wedde.-> 2e opvolger.
10-04-1761 Huwelijkscontract te Vriescheloo tussen Albert Jacobs en Trijntie Roelfs. Hij krijgt 1000 gulden mee van zijn moeder, ze moeten daarvoor moeder Engel Alberts onderhouden.
Dedingsluiden van de bruidegom :
Engel Alberts-moeder, Geert Roelfs-zwager, Jurien Leners, Jan Hinderiks, Geertien Jacobs-zuster, Geesien Jacobs-zuster, Janna Jacobs-zuster, Trijntie Jans-moei.
Dedingsluiden van de bruid :
Klaas Jans-stiefvader (molenaar), Yde Hendriks-moeder, Hindrik Elses-oom, Luppe Menses-oom, Ede Juriens-voormond, Evert Klein-2e voormond (onderwijzer te Wedde, niet gekomen), Gijssel Roelfs-zuster, Hindrik Philippus-zwager, Vrouwe Hindriks-moei,
Wubbe Nannes-neef.
Getuigen : Harbert Engelkes, Harm Harms en Engel Engelkes.
19-09-1774 Ida Hindriks, laatste weduwe van Klaas Jans te Vriescheloo, maakt haar testament. Trijntje Roelfs getr. met Albert Jacobs krijgt de molen en de bakkerij enz., waarde 4000 gld. De andere 3 kinderen en het kindskind, zoontje van wijlen haar zoon Hindrik Roelfs 1000 gld. .
25-10-1777 Den 25 Octobr. an Albert Jacobs uitgeven voor Een Halve Tonne Kalk 8 st. .
15-05-1786 Jannes Hindriks getr. met Sieke Hindriks te Blijham lenen 700 car. gI. van Albert Jacobs getr. met Trijntje Roelfs te Vriescheloo. Rente 3 %.
01-05-1790 Engel Harms Beishuizen, getr. met Trijntje Harms te Vriescheloo, lenen 1000 car. gI. a 3 % rente van Albert Jacobs getr. met Trijntje Roelfs te Vriescheloo.
17-06-1803 Jan Harms getr. met Abeltje Christiaans te Vriescheloo, lenen 1050 car. gI. van Albert Jacobs Mulder getr. met Trijntje Roelfs te Vrie- scheloo. Rente 3.5 %.
Klaas Jans | ||
Claes Jans Mulder | 28-2-1745 | Ide Hindricks |
geb.ca. 1710 ovl.6-9-1773/6-6-1774 z.v. Jan ?? en ?? | te Vriescheloo | zie hieronder |
kinderen : Geen kinderen gevonden. |
28-02-1743 Ide Hindricks, de weduwe van Roelf Jans Mulder en haar zoon Jan Roelfs te Vriescheloo, verkopen de windmolen en een stuk meedland te Vriescheloo, en een tuin, genaamt de nieuwe tuine. Koper voor 2000 car. gl. is Claes Jans, thans knecht bij de wedu- we. Grenzend ten noorden aan de weduwe van Roelf Jans Mulder, ten oosten en ten zuiden aan de Heereweg en ten westen aan de weduwe van Geert Eedes.
28-02-1745 Huwelijk te Vriescheloo, tussen Claes Jans Mulder en Yde Hen- driks. Geen huwelijkscontract, geen dedingsluiden, geen getuigen, alleen maar een notitie in het huwelijksregister.
25-01-1754 De mulder te Vrieschelo heeft de huire op den 25-1-1754 versche- nen, betaalt fl. 4-0-0. (voor het windrecht)'.
14-02-1757 Wubbe Sijmens te Vlachtwedde verkoopt 5 deimt land, genaamd de Uileholt. Koper voor 1006 car. gl. is Claas Jans Mulder te Vriescheloo. Grenzend ten noorden aan Wubbe Sijmens, ten
RAG, archief de Mepsche, inv. nr. 605.
oosten aan het broek, ten zuiden aan:.de erfgenamen van Berent Boelmans-en ten westen aan het zijldiep en Jantje Goring.
02-12-1760 Wubbo Hindriks Sijmste Vlachtwedde verkoopt .7 deimt land te Vriescheloo, het grote,Uleholt genaamd. Koper voor 1300 car. gl is Klaas Jans Mulder te Vriescheloo. -Grenzend ten noorden aan
Geen -Elzen... Sanders, ten oosten .aan :het. Broek, ten zuiden aan
Klaas Jans Mulder en ten westen aan de weduwe van_Harm
:Goring.
15-01-1772 Jan Harms getr. met Leene Lucas te Wedde leners 40Wcar. gl. van Klaas Jan Mulder te. Vriesoheloo..- Rente 3;5%
08-04-1774- Klaas Jar Mulder t Vriescheloo maakt zijn testament : de erfgenamen zijn:
zijn halfbroer ;Jan Storre uit Stenneveld r zijn halfzuster :Grietje :Storre bij -Assendorp zijn halfbroer Berend Storre bij Stennevefd,
zijre halfzuster Leene : Storre getr met Harm Prins te Stenneveld. De armen te Vriesc eloo krijgen 100g;. en de rooms.-'katholieke armen te Kleine Meer 400 gl. .
06-06-1774 Ida Hindriks, laatste weduwe van Klaas Jans, mulder te Vriesche- loo en Johan Storre te Waanderveld carspel Steinbild scheiden de erfenis :
- -Ida krijgt huis ecotuin door haar bewoond, bakkerij enide molen bij haar huis, de schuur en 8 akkers bouwland achter het huis `en 7 akkers voor het huis, over de weg, zoals van majoor Engeikes is aangehandeld.
-Johan Storre krijgt het Uleholt (2 kampen, 13 deimt) en de rentebrieven.
Roelf Jans Stubbe | ||
Roelf. (Jans) .,Stubbe | hurnrt | ide Hindricks |
geb.ca. 1686 | 13-11-1716 | geb.ca1691 |
ovl.9-1-7742128-2-1743 z.v.. Jan Stubbe en .Barbei ?? .. | ho Blijham | ovl. na 06-06-11774. d.v. Hindrik ?? en Jantien ?? |
Kinderen :
Jan Roelfs, ged. 7-11-1717 te: Wedde Hindrik Roelfs, geboren te Wedde Jantien, ged. 27-4-1732 Vrloo
Barber, ged. 18`-3-1735 Vrloo Trijntje Roelfs, ged. 2-2-1738. Berent Roelfs, ged. 2-2-1738.
13-11-1716 Huwelijkscontract te Blijham tussen Roelf Jans !Stubbe'en Ide Hindricks.
Dedingsluiden van de bruidegom: Jan Berents Stubbe-vader.
Dedingsluiden van de bruid:
Hindrick Wubbes-vader, Gijsel Jans-moeder, Uke(Ubo) Jans-oom, Luiken Jurriens-neef.
Getuigen: Lucas Haselhof, Nicolai Schmaal pastor tot Wedde. 15-11-1716 Afkondiging van het huwelijk te Blijham tussen Roelf Jans Stubbe
van Wedda en Ide Hindricks.
18-10-1724 Verkopen Jans Mulders en Ida Hindricks, wonend te Vriescheloo, een huis en tuin op eigen grond te Wedde. Het huis wordt door Berent Kunens als meijer bewoont. Koopsom 1195 gld. Tot de koop behoort ook een legerstede op het Wedder Kerkhoff, gelegen an het einde van de toorn, zig uytstreckende naar het pad. En nog 8 akkers bouwland op de kleine es, enz..Kopers zijn Klaas Boelken en Swaantien Folkerts.
19-06-1725 Roelf Jans Stubbe getr. met Ide Hindricks te Vriescheloo lenen 500 car. gi. van Albert Harberts getr. met Aijcke Berents te Vriescheloo. Rente 5 %.
10-08-1726 Roelf Jan Stubbe getr. met Ide Hindricks op de molen te Vriesche- loo lenen 300 car. gl. van Albert Harbers getr. met Aijcke Berents te Vriescheloo. Rente 5 %.
09-01-1731 Albert Harberts klaagt tegen Roelef Jans Stubbe te Vriescheloo.
Opzegging kapitaal.
30-05-1731 Harm Jans mulder te Vlachtwedde verpacht op 15-2-1724 ais vergeten toevoeging : de halve legerstede. Kopers zijn Roelf Jans Stubbe getr. met Ide Hindricks op de molen te Vriescheloo. De andere helft gaat naar de kinderen van Harm Alberts.
20-02-1732 Roelf Jans Mulder getr. met Ide Hindricks te Vriescheloo verkopen 2 akkers (1 mud zaadinval) bouwland te Vriescheloo. Kopers zijn
voor 115 car. gl. Harmen Harmens Leepe getr. met Anneke Jans te Vriescheloo. Grenzend ten noorden aan Berent Luikens, ten oosten aan een zijde aan Roelf Jans Mulder, ten westen aan de andere zijde van de Heereweg.
16-01-1739 Jan Hindriks van Vriescheloo heeft een brief aan het gericht geschreven, waarin staat dat Roelef Jans Mulder uit een kregel hem swijnen heeft geschuttet en alhier in de voogts huis gebracht. Ze zouden schade aan zijn land toegebracht hebben. Jacob Hesse is borg. Goede mannen zullen de schade taxeren en Jan Hindriks krijgt zijn swijnen terug.
29-01-1739 Roelef Jans Mulder klaagt tegen Jan Hindriks tot Loo. Eerrovende woorden, dat onder het roggemeel, dat hij van de molen had gehaald, weijten semel waer geweest.
04-09-1739 Roelef Jans Mulder klaagt tegen Jan Hindricks en zijn huisvrouw Griete Geerts tot Vriescheloo. De zaak wordt bijgelegd. Jan Hindriks betaalt 3/4 deel en Roelef Jans Mulder 1/4 deel van de kosten.
09-01-1742 Naantje, de weduwe van Hindrick Engelckes procedeert tegen Roelf Jans Mulder tot Vriescheloo. Opsegging capitael en interes- sen ingevolge obligatie.
28-02-1743 Ide Hindricks, de weduwe van Roelf Jans Mulder en haar zoon Jan
Roelfs te Vriescheloo, verkopen de windmolen en een stuk meedland te Vriescheloo, en een tuin, genaamt de nieuwe tuine. Koper voor 2000 Car. gl. is Claes Jans, thans knecht bij de wedu- we. Grenzend ten noorden aan de weduwe van Roelf Jans Mulder, ten oosten en ten zuiden aan de Heereweg en ten westen aan de weduwe van Geert Eedes.
29-09-1744 Den 29 Septemb. doe van ljdde Hindricks weduwe van Mester Roelf Mulder voor 9 korf (ijmen) de somma 18 st.2 .
20-01-1745 Het E.E. Gerichte procedeert tegen Ede Jurriens tot Hoorn, Harm
Elses tot Blijham en Evert Klein, schoelmester tot Vriescheloo. Zij moeten respectivelijk answeren als principaele voormond over de naegelaeten kinderen van wijlen Roelef Jans Mulder te Vrie- scheloo, weduwe Ida Hindricks wil hertrouwen.
03-03-1745 Ede Jurriens en cons. in qlte procederen als voorstanderen contra Ide Hindricks, de weduwe van Roelef Jans Mulder tot Loo. Hoe desselfs Moeder is komen te trouwen an eenen Klaas Jans, nu stiefvaeder, af te koopen vann haer vaders goedern of naelaeten- schap.
Harmen Jans | ||
Harmen Jans | huwt | Wendel Harms Huistingh |
geb.ca. 1686 ovi. | ca. 1716 | geb.ca. 1691 Weende ovl. voor 23-11-1730 |
z.v. Jan ?? en ?? | d.v. Harm Edes Huistingh en Wendelke Roelfs Binders | |
Kinderen : |
ca. 1720 Jan Harms Mulder, trouwt te Viagtwedde d.d. 22-11-1749 met Tjaduwe Roelfs Oostervelt en wordt molenaar te Viagtwedde.
ca. 1722 Sieke
ca. 1724 Wendel
20-01-1726 Albertien (geb. te Vlagtwedde) 12-09-1729 Harm (geb. te Vlagtwedde)
Vermoedelijk hebben Harmen Jans en Wende/ Harms Huistingh de molen kort voor 16-09-1716 gekocht van Berent Berents Mulder.
16-09-1716 Harmen Jans Mulder klaagt tegen Cristiaen Ottes. Grietje, de huisvrouw van Cristiaen Ottes tot Loo. Tot confirmatie van sijn uitgebrachte mandaet ten einde ged. genoege rechtens sal moeten justificeren soodaene injurien als sij den 8 Junij 1716 in de pastorije behuisinge tot Vriesscheloo op den Impetr. heeft geëmoveert, den selven scheldende of zeggende, sulde ick voor den tovenaer swijgen enz..
2
Boek kerkvoogdij Vriescheloo, inkomsten en uitgaven.
19-05-1718 Geert Tiabbes getr. met Antje Geerts te Vriescheloo verkopen een kleine deimt veen in de heert van de erfgenamen van Jan Roelofs te Vriescheloo. Rondom is alles afgegraven. Ais dit stuk afgegra- ven is, wordt de grond weer eigendom van de verkopers. Koper voor 64 car. gl. 10 st. is Harmen Jans Mulder te Vriescheloo.
15-02-1724 Harm Jans getr. met Wendel Harms Huistingh nu te Vriescheloo, verpachten voor 9 jaar hun molen te Vriescheloo, met het huis bij de molen en het hof bij het huis en de bouwte aan het hof, groot 8 akkers, circa 4 mudde zaadinval. Het groenland voor de molen en het huis. Een stuk veen, circa 1 deimt in de heert van Jan Roelfs kinderen, en wel aan de noord zijde van de Heereweg. Alleen het recht van turf graven, de grond blijft aan Jan Roelfs kinderen, met vrije overvaart. Vrij van schatting, wel 4 car. gl. windgeld jaarlijks en het personeelsgeld. En nog 3 deimt land in Blijham. Grenzend ten oosten aan Berend Luikens en de Heereweg en ten westen aan de weduwe van Geert Edes. Kopers voor 3060 car. gl. zijn
i Roelf Jans Stubbe getr. met ide Hindricks te Wedde.
09-01-1731 Harm Jans Mulder klaagt tegen Roelef Jans Stubbe te Vriescheloo.
Opzegging restant koopschat.
Berent Berents Mulder
Berent Berents Mulder geb. ca.
cv/.
z v. Berent ?? en ??
Vermoede/ijk heeft hij de molen na 1684 van Bruine Bruins Mulder of diens erfgenamen gekocht.
04-03-1716 Jan Haselhof klaagt tegen Berent Berents Mulder tot Loo. Om betaling van het plichtige.
20-05-1716 Jan Haselhof klaagt tegen Berent Berents Muller tot Loo. Executie voor een summa van vijf en twintig Car. gld. enz. .
Bruin Bruins Mulder
Bruin Bruins Mulder geb.ca. 1625
ovi. na 12-06-1684
z.v. Bruin ?? en ??
Kinderen : ?
Hij (Bruin Bruins) moet na de dood van Simon Alberts in 1656/1657 de molen van diens weduwe hebben gekocht.
05-03-1658 Joannes Voornholt en Bruin Mulder questieus over een koeweide, so Joannes Voornholt sustineerde hem te competeren, waartegens Bruin in compensatie eenige broden, melk, meel en anders inbrengende. Is partijen ordonneert op vrijdag over 8 dagen in gerichte te compareren tot ten huize van de borggraff,
zullende haare geblijcken mede brengen.
30-03-1658 Bruun Mulder appellant ende Jannes Vorenholt appel laet van des
E. Drost Verrucius sententie3.
14-12-1664 Bruin Bruins Muller procedeert tegen Nanno Nannes. "Gedaagde Nanno Nannes door verbaell plichtige 4 gulden in geld ende een mudde rogge inwendich 6 weecken an Bruine Bruins Muller impt te betalen annemende".
1671 Reent Sijbels betaalt aan Bruijn Bruijns mulder 33 gl. 6 st. namens de kerk4.
01-05-1673 Op de req.ste van Bruin Bruins muller tot Vrieschelo om remis van breucke.
De Heeren Borgemesteren ende Raadt remitteren de remonstre-. de stadtsbreucke, zullende de hr. Drost in cas. dese breucke in reeckeninge bevoorens gebragt, in volgende reekeninge voor uitgave valideren5.
12-06-1684 Bruine Bruins muller betaalt 1 car. gld. voor reparatie van de kerkti.
Simon Alberts
Simon Alberts huwt Grete (Griete) Berents
geb.ca. 1605 ca. 1635 ovl. 2 4-1656/15-4-1657
z.v. Albert ?? en ??
Kinderen :
Jan Doe
Geert Harmens
In 1647 wordt voor het eerst de naam van Simon Alberts opgeschreven als huurder van de wind voor de molen, hij zal dus in 1646 of 1647 de molen hebben gekocht van Harmen Jans Vorenholt.
1647 Harmen Jans Voorenholt, nu Simon Albers Mulder in Frescheloo,
3
RAG, HJK 1231.
4 Boek kerkvoogdij Vriescheloo, inkomsten en uitgaven.
5 GAG, Requestboek nr. 1.
6 Boek kerkvoogdij Vriescheloo, inkomsten en uitgaven.
heft die huir op den 25 Jannary in anno 1647 verschenen betaelt
mit ver Caroli gulden 4-0-07
.
02-04-1656 Simon Alberts, getr. met Grete Berents, onder de clockenslach van Vriescheloo, leent 50 car. gl. van Christianus Wachelo, getr. met Gretien Alberts.
15-04-1657 Griete Berents, weduwe van Simon Alberts te Vriescheloo, leent 100 car. gl. van Jan Haijes, Jannes Arents en Jonker Sebo Huninga als voormundt en voogden over de kinderen van pastor Wesselus Dorgeloo.
07-09-1659 Weduwe wijlen Simon Alberts, tegen Hilwert Roskes ende dessen huisvrouw Talle om te verciaeren watt penningen sij van haer kinderen Jan, Doe ende Geert Harmens sijn onderhebbende. Soo verciaert Hilwert Roskes oldt 52 jaeren (bij maniere van attestatie) van Jan ontfangen te hebben 50 dal!. waer aen jeder een 1/3 part competeert, dan Jan en Geert 10 dal!. voer een koebeest en sijn derde partie betaelt so Jan secht, de overige penningen van pastor Wachloo bij hem gearresteert. Dan Talle verciaert niets van den kinderen goedt onder te hebben".
Harmen Jans Vorenholt
Harmen Jans Vorenholt huwt ?? geb.ca. 1600
ovl. na 2-11-1656
z.v. Jan Vorenholt en ??
Kinderen:
14-01-1631 Op de Requeste van Harmen Jansen te Vresscheloo om een moeten te mogen sette tusschen Wedde end Vriesscheloo.
d'H.H: Borgemeesteren ende raedt consenteren in dit versoeck van settinge enes moelens op de gemelte plaetse, de raetsheer Petrie ende heer Drost Rengers neffens den Rentemester Mepsche committeerde omme met den suppliant te accorderen wegen de jaerlixe recognite voor dese stat op approbatie. voorstel van
den here drost Rengers, zijn die raetsheer Petri, gemelte drost Rengers ende Rentemr. Mepsche authoriseert omme te accorderen met Hindrick Kenneken ende den koper van zijn moeten wegen
den overdracht, watt de stat dien aengaende zal hebben te genieten op rapport ende approbatie8.
00-00-1632 d'moele so Berent Veenhuis anno 1618 in Vrescheloo gesettet hat hefft, is van den selve omtrent den 1 martis 1627 an Hindrick Hindrix Kenniken verkofft, ende offgebroocken synde, in Bellinge-
7
GAG, Jaarboeken van de drost, RnR 372, 1647.
8GAG, Resolutieboeken, microfilm 28, blz. 30 en 31.
walde versettet, blykende by des Ehr: Hemmo Stala Richter to Westerwolde attestatie van den 16 may 1628 so wed..
Lit: C: by d'Rekeninge van anno 1628 gevoget is, in plaatse van welcke moele den 15 January 1631 by myn heren borgemesteren unde Raedt geconsenteert is an Harmen Jansen omme eene nye winde moele te setten, mits daer aff tot geschenck eens betalende achte car: gl. ende voorts jaerlix voor de huir des windes 4 gelycke gl. op den 15 January, blyckende by cop..liche Requeste ende daer op getekende acten van accort ende consent in voorschreven dato under Lit:C: hyr upsent??, also voer dit jaer hyr entfangen twaelff car: gl. . 12-0-0e
Van 1632 tot en met 1646 word in de jaarboeken van de drost, elk jaar Harmen Jans Voorenholt genoemd als molenaar.
26-03-1629 In saken des Eerentv. Manhaften Hopman Cornelis Schalij impt, versoeckende van Herman Johans Vorenhoidt gedagede, betalinge van vijftich Carolus guldens met een rosennobel voor sijn huisvro- we, ter oorsaken van eene vercoft en gelevert peert, bij denselven ontvangen.
19-12-1632 In saken Herman Johans Vorenhoidt, impt, versoeckende, dat Engel Wolters Muller gedagede, muchte werden inhibeert, bij vijftien marcken, omme op sijne windemeulen tot Friescheloo te maelen, noch ooc dieselve hen verners te betreden. Ten regarde sie partijen nu bij desen desisteren van heur gemakede huiringe van den 13e Junij 1632. Daertegens de voors. gedagede gehoort versoeckende de meulen in te holden soo lange impt hem magh
hebben betaelt sijne verdienede arbeides toen op dese questieuse meuten.
14-09-1633 In saken Herman Johans Voorenholt, impt, versoeckende, confir- matie van sijn arrest op Jurgen Hermans dienstknechts, gedagede, toen, onder Geertken Engelkes, van wegen geschiene scheldinge.
23-06-1637 Harmen Voorholt een mandaet van vijff marck van Alcke Hans ingeholden deswegen deselve verdragen is op twee Caroli guldens ende tijn stuver brab:
19-07-1646 Harmen van Buinen heeft Harmen Voornholt voor een guytt gescholden, deswegen is deselve veraccordeert op eenn Caroli gulden en tijn stuver brab:
11-05-1657 Harmen Vorenholt appellant ende Lambert Elses in Bellingwolde appellaet van een sententie de E.E. Drost Joannis Verucius gege ven10
09-03-1659 Harmen Hannes procedeert tegen Harmen Voorntholt. "Om betaling van 35 gi. 10 st. cracht wijlen Hanno Geerts reecken- boeck".
9GAG, Jaarboeken van de drost, RnR 372, 1632.
1ORAG, HJK 1231.
26-11-1659 Gecompareert Roelf Roelfs getr. met Wendel Teijungh tot Wollinge huisen bekennen dat sij hadden gemachtiget Harmen Voorntholt tot Vriescheloo ende haere soon Jan Roelfs tot Wollingehuisen, om voor haer ende uit haer naem te vorderen alsodaene erffenisse ende naelaetenschap als wijlen Derck, de soon van wijlen Willem Jansen Tijl! op sijn sterffdach enichsins heefft naegelaeten.
Berent (ten) Veenhuis
Berent (ten) Veenhuis11 huwt Gartke Wilts
geb. 1579/1580 geb. ca. 1585
ovl. na 6-11-1633 ovl. na 6-11-1633
z.v. Johan ten Veenhuis, richter d.v. Aeiko Wilts
en N. Stalknecht?? en Hermeken Imels
Kinderen :
Else
Gartie, trouwt met de executeur Jacob Decker.
1618 Berent (ten) Veenhuis heeft de molen gebouwd. Jaarlijks moest door de molenaar 4 carolus gulden worden betaald, aan de eigenaar van de heerlijkheid Westerwolde, "voor de wind", dit is een huurvorm, die nog uit de vroege middel- eeuwen stamt.
01-03-1627 d'moele so Berent Veenhuis anno 1618 in Vrescheloo gesettet hat hefft, is van den selve omtrent den 1 martis 1627 an Hindrick Hindrix Kenniken verkofft, ende offgebroocken synde, in Bellinge wolde versettet12.
RAG = Rijks Archief te Groningen
GAG = Gemeente Archief te Groningen
Algemeen: De bovenstaande gegevens, voor zover niet vermeld in de noten, zijn gevonden in het RAG en wel in:
RAVIo
RA Vl e RA Vl w
Notarieel archief, standplaats nr. 48.
11
Gruoninga, jaargang 28, 1983, blz. 60, 'Het geslacht Ten Veenhuis' door O.D.J. Roemeling.
Griete uit VRIESCHELOO. (molen Drenth),
De voormalige molen op de molenplaats te Vriescheloo.
********************************************** H E T C A N A A L
door J. Boerhave-Migchels
Tijdens het leegruimen van het huis van mijn moeder, Margrietha Migchels- Maarsingh vonden wij, haar kinderen, een perkament waarvan de inhoud hierna volgt. Ondergetekende, nakoomelinge van de eigenErfden van Onstwedde, heeft het perkament ontcijfert en ontdekte tot haar verbazing dat, het kanaal waaraan ze woont, het geplande kanaal is waarover in het perkament geschreven wordt.
ALBERT HINDRIK VAN SWINDEREN, in opdracht weegens de
Ed. Mog. H. Heeren Borgemeesteren en Raad in Groningen, Drossaard der Heerlijkheid Wedde en Westerwold ingeland Bellingwolde, Blijham, Peekel A met
diens Onderhoorige Dorpen en Fortressen etc.:Betuigen met deezen Openen Verzeegelden Brieve, Dat Persoonlijk voor mij zijn gecompareerd den Ed: Hanne Bruiningh en Freerk Nannings voor hen Zelfs en Als gevolmagtigde Der verd- eren eigenErfden des Karspels Onstwedde, hier ten gevolmagtigt ingevolge Procuratie van Den 29 December 1783, Zijnde dit Contract geratificeert bij voormelde eigenErfden en zij tot diens Solemnisatie gequalificeert bij Karspel Reesolutie in Date den 28 Febr.1784. Denwelke bekenden en verklaarden te hebben Verkogt en in Waaren Eigendom Open Over te dragen aan de Heeren T.Tiddens, Raad en Sijn dienst der Stad Groningen en A.S. Wereumeus Rentmeester deezer StadsVeenen, meeden compareerender en deezer koopten voordeelen van Den Stad Groningen. Accepteerende Zijnde daartoe gequalifi- ceert bij breeden Raads Resolutie in dato den 21 Febr.1784 allen Welken blijken bij mij Drost gezien en Geleezen.
Een Hondert en vier Roeden veen Land beginnenden van den Scheidingen Dien Tusschen het Karspel Onstwedde en het Landschap Drenthe zal worden gemaakt, tot na Onstwedde toe, en in den lengte beginnende van Veenhuizen af tot zoo verre het Karspel Onstwedde zig uitstrekt, zullende de Breeten na het bepaalen Der Limite worden Opgemeeten en zulks op volgende conditien.
1 mo. Dat het Groenland en Heijde Veld ten Noorden het Mussel Diep liggenden ter Lengten van plus minus 250 Roeden niet meeden word verkogt maar aan Verkopers Verblijft.
2do. Dat den Stad het kanaal tot daaraan toe hebbende opgelegt het zelven als dan Schuins zal opleggen tot aan of digt bij het einde van de Swette met dien van vallen aldaar bekent.
3tio. Dat indien in dien Schuinsen Streek het Canaal zou moeten worden gegraaven Door Heij of Weideland, zal den Stad daarin geen meer eigendom mogen praten deezen als nodig heeft tot het Canaal, De Weg en een pad aan den anderen zijden van het Canaal.
4to. Indien deezen Schuinsen Doorgraaving al te kostbaar of te bezwaarlijk mogt worden bevonden zal den Stad het Canaal regt uit moogen graaven Door den 250 Roeden. Art.1 vermeit mits nopens het heij en Weijdeland zig reeguleerende na art.3.
5to. Het Carspel behoud het volle gebruik van het verkogteden tot zoolang zulks zonder nadeel der graaving van de Stad kan geschieden.
6to. Het Canaal in het verkogteden gedeeltelijk zijnde opgelegt, zal een be- kwaame Doorsnijding tot aan het einden van het verkogtede worden gegraaven en verder opgelegt zijnde een tweede beide voorzien met een Brug of Klap tot last en onderhoud van den Stad.
7mo.Als meeden eenen Bat of Brug over het Canaal bekwaam om het vee daar over te drijven.
8vo.lndien ter eeniger Tijd een Tolhek op het verkogten mogt worden gezet, zal het gehelen Carspel ten allen tijden vrij zijn van den Tol.
9mo. Het Carspel zal door het nieuw te Graavene Canaal tot aan den Stad en vice versa vrij mogen vervoeren Alle Hunnen producten zonder eenig meerder bezwaar van Brug, Klap of verlaatsgeld, dan die iedereen betaald.
10mo. Edog zullen voor ieder Dagwerk Turf uit hunnen veenen gegraaven voor passage geld aan den Stad moeten betaalen. Eén Caroli Gulden Boven den
gewoonen Klap, Brug en Verlaatsgelden, waarvan den Opmeeting en betaaling zal worden gereguleerd als met dien van Drenthe.
11 no De Stad het Canaal door den Mussel leggende zal door een Grondpomp of anders moeten bezorgen dat dat Water zijn teegenwoordige loop houde.
12to. De stad zal de Scheiding en Limite met die van Drenthe moeten uitvondi- gen op Haare kosten zonder Daggelt aan de Volmagten te betaalen.
13to. Bovenstaande is verkogt voor Een Summen van Zes Duizent Agt Hondert Carolij Guldens en voor ieder Arven 1 Ducaton dus 33 Ducatons zijnde te zaamen voor een Somma van 6903 Guldens 19 Stuis. Schrijven - Zes Duizent Neegen Hondert en drie Car. guldens. neegentien Stuivers. Van welke Pennin- gen verkoopenen voor Hun Zelfs en in hun qualiteit bekennen Ontvangen te hebben Een Summa van Zes Duizent vier Hondert vijf en Tachgentig guldens, elf Stuis.
14to. Dan alzo de Predicant te Onstwedde weegens zijn Tractement in het verkogteden Deel heeft voor 2 Arven of 2/33 Deelen en het CoopSchat daarvoor aan zijn Eerw:niet word betaald, beloond Den Kooperen dat aan zijn Eerw: en zijn Successooren in officisten allen tijden voor het gemis van het Koopschat zal worden betaald Twintig guldens, waarvan het Eerste Jaar zal koomen te verschijnen den 24 Augustus 1785 en hem dus hier meede met hetgeen hij nu heeft en bij Requestte van den 13u 9ber meer heeft verzogt in Alles 's Jaarlijks door de Rentmeester der Kloostergoederen als tractement worden betaald 90 Car. Guldens en bovendien het agterstallige worden betaald. Compareerende ten dien einden meeden de Eerw: Heer I.A.Z. Meiling, Predikant te Onstwedde verklaarende daarmeeden vreedigten zijn en zulks te Accepteeren.
15to. Zullen Alle Kosten hierover vallende door den Koperen worden betaald. Verklarende de Verkooperen als meeden Dooms.Meiling Den Heeren Koperen in hun qualiteit ten vollen te_ quiteren en te stellen in het gerusten bezit van het verkogteden om daar meeden te doen als na regten verbindende voor den vrijen leverantie, wagting en waring van het verkogteden alle Hunnen en Hunner Carspellieden goederen met Submissie aan alle Hooge en Laage Regten en Gerigten ter eerste instantie onder Renuntiatie van allen hierteegens strijdende exceptien. In Oirkonde der Waarheid en Vestenissen heb ik Drossaard opge- meld deezen met mijns naams Subscriptie en Aanhangende Zeegel Gecorrobo- reert. Aldus beleeden te Wedde in Den Jaare 1700 vier en tachgentig Den Zestienden Julius: Den 16n.Julij 1784.
Was Geteekent: A.H. van Swinderen Drost
Deeze Brief op verzoek van De eigenErfden des Karspels Onstwedde op dit parkement geschreven ten Dienste Hunner Nakoomelingen. Door mij Onderge- schreeven
H.G. Knoop
Schoolmeester Den 2 Augustus 1794.
* De genoemde 90 Car. guldens, waarop de predikant van Onstwedde jaarlijks recht heeft volgens bovengenoemd document, werden tot voor enkele jaren terug nog jaarlijks uitbetaald aan de kerkvoogdij van de N.H.kerk te Onstwedde.
LANDMETERSRAPPORT voor HARM SCHUIRING
G.Luth, Heiloo
Onderstaand Iandmetersrapport noemt namen van akkers, die vandaag de dag niet allemaal meer bekend zijn. Reden om verder studie te maken van de veldnamen!
Harm Schuring, geb. 1683- ovl.tussen 1755 en 1761,landbouwer te Laude. Geh. ca 1713 met Geertruid Ernestus ter Haar. Hun oudste dochter Swaentien trouwde op 3 mei 1737 met Berent Bruins Trenningh. Kort daarna heeft Harm Schuring zijn bouwland laten opmeten.
• Origineel in bezit van Aike Schuring, Azn.
Den 10 Augustus Anno 1737 Gemeeten ten versoeke van HARMEN SCHUIJRINGE op de Laude zijn bouwlandt op de essche van Laude.
morgen roeden voet
Een acker op de Horst, groot 200 3
zijnde 1 mudde, 50 roeden 3 voet
Nog een acker op de Horst groot 441 8
zijnde 3 mudde min 9 roeden [8 voet] 13)
Een acker op de Nes groot | 059 | 4 |
Nog een acker op de Veenkamp | 126 | 0 |
Een acker op de Veenkamp | 076 | 8 |
Een acker op de Wiskkamp | 097 | 2 |
Een acker op de Mitkamp | 056 | 2 |
Nog een acker op de Mitkamp | 087 | 4 |
Nog een acker op de Mitkamp | 136 | 4 |
Nog een acker op de Mitkamp | 136 | 6 |
Een acker opt Nijlant | 182 | 1 |
Een acker op de Oosterkamp | 160 | 0 |
Nog een acker op de Oosterkamp | 112 | 0 |
Een acker op de Tange | 085 | 0 |
Nog een acker op de Tange | 253 | 2 |
Nog een acker op de Tange | 336 | 6 |
Een acker op de Veerkamp | 045 | 0 |
Nog een acker op de Veerkamp | 157 | 5 |
Nog een acker op de Veerkamp | 147 | 5 |
Nog een acker op de Veerkamp | 145 | 0 |
13
8 voet ontbreekt hier in het origineel
Nog een acker op de Veerkamp | 301 | 3 | |
Nog een acker op de Veerkamp | 042 | 0 | |
De Grote Acker op de Veerkamp | 752 | 0 | |
Nog een Kromme acker | 064 | 2 | |
De Nye tuyn groot | 182 | 2 | |
Totaal | ----------------------- 4377 067 | ||
67 voet = | 005 | 7 |
------------------------
4382 007
is de bouwte int geheel groot 7 30 7
segge 7 morgen, 30 roeden, 7 voet
(Hieruit volgt dat 4352 roeden = 7 morgen. Dan is 626 roeden = 1 morgen) ROELOF REIJNDERS DE JONGE als daer toe aangestelde landmeter 1737 Dit lant is gemeten met Groninger maet de roede van viertijn voet.
*********************************
Tijdschriften en boeken kunnen, na telefonische afspraak, worden ingezien bij onze secretaresse, mevrouw Hiskes-Knigge, te Wildervank.
In geen geval worden tijdschriften of boeken uitgeleend.
Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging, Jaargang 51 nr 3 maart 1996
P. J.C. Elema Genealogie Israel(s).
Jos Kaldenbach Huwelijksschotel Pranger-De Boer weer op zijn plaats.
C. de Graaf Jr. Genealogie van het geslacht Ottens.
Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging Jaargang 51, nr 415, april/mei 1996
Rob Dix NGV in goud. 50 jaar NGV.
R.F. Vulsma Waar stond de NGV in genealogisch Nederland?
Dr. M.W. van Boven De genealoog en de archivaris samen de toekomst in. Ton Reniers Praten over genealogie.
en Wout Spies Interviews met twee bekende genealogen.
Interview met Mr. G.J.J. van Wimersma Greidanus
(dd.17 januari 1996) Een leven vol kwartieren. Interview met Drs.
L.F.W. Adriaenssen
(dd.18 januari 1996) Genealogie: een opstap naar veel meer.
C.F.Insinger-Scholten Met naam en toenaam. Indices aanwezig in het Rijksarchief
Overijssel.
J.A. de Boo Moderne heraldiekbeoefening. Terugblik en vooruitzicht.
Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging Jaargang 51, nr 6, juni 1996.
B. van Dooren De voorouders van Albertus Kamp. Een Twentse kwartierstaat
(vervolg).
L.F.W. Adriaenssen Philippus Suyskens roddelt een stamboom bijelkaar.
C. de Graaf Jr. Genealogie van het geslacht Ottens van Anloo, ca.1500-ca.1811
(vervolg).
"Wegwijs" Burgelijke Stand en Bevolkingsregister. Hoe openbaar en toeganke- lijk?
Generale index huwelijken 1843-1862 in Zeeland.
Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging Jaargang 51, nr 7/8, juli/aug 1996
Cornelis R.H. Snijder Het scherprechtersgeslacht Snijder/Schneider te Kampen (1687-
1691).
Hans Ellenbroek Pauselijke zouaven uit Deventer (1860-1870).
A. Hartmans Het weeshuis als bron voor genealogisch onderzoek.
A.J. van Deijk Enkele wenken voor genealogisch onderzoek in Noorwegen.
A.J. Stasse Van der Voort (derde voortzetting).
Quellen und Forschungen zur ostfriesischen Familien- und Wappenkunde
• 45. Jahrgang, Heft 2, 1996
Joachim Dette Ein Fi rstengrab auf dem Friedhof in Loga.
Beschrijft de geschiedenis van Karl von Wedel, 1842-1920.
Friedrich Wehlau Emden in Illinois USA
In Illinois ligt een plaats Embden. De uit Oost-Friesland stammende fabrikant Teis Smid, die het ambacht had geleerd in Hamswehrum, en die in 1848 emigreerde, vond een ploeg uit die door glad te politoeren niet kleefde aan de zware leembodem. Die fabriceerde hij in Peoria en later in Pekin, Illinois.
Hij heeft veel arbeiders geworven in zijn geboorteland.
Een lijst van geëmigreerde Duitsers uit Emden USA wordt erbij gegeven.
Ruth Boyken Wo sind sie geblieben? Ostfriesen in Amerika.
Er volgt een lange lijst van emigranten.
Uwe H. Boelken Kopfschatzungsregister 1719 Rhaude, Langholt, Burlage, Holte. Haiko Swart Zur Geschichte der Pockenimpfung in Ostfriesland.
Quellen und Forschungen zur ostfriesischen Familien- und Wappenkunde
45. Jahrgang, Heft 3, 1996
Michael Till Heinze Ein Denkmal.
Else Kannegieter Juden in Oldersum 1606-1880.
Gesine Balsters Reinhard Rahusen, 1763-1785 Pastor der Menniniten in Leer. Erhard Schulte Kopff-Schatzung der Personen und L|nderyen zu Bunde 1719. Michael Till Heinze so gut, wie ein Roman
Boekenpresentatie 5-10-1996 om 10.00 uur van de door Erhard Schulte bewerkte "Ortssippen"- boeken:
Die Familien der Kirchengemeinde Canhusen (1740-1900) Die Familien der Kirchengemeind Loppersum (1730-1900) Plaats: Gastst|tte "Dorfkrug" in Loppersum.
Emsl|ndische und Bentheimer Familienforschung, Heft 32, Band 6, November 1995
Stammliste:Alexander Duling, Frenswegen bei Nordhorn,(kath) Ahnenliste von Friedrich Geerds, Neuenhaus.
Emsl|ndische und Bentheimer Familienforschung, Heft 34, Band 7, April 1996
B.J. Boerrichter Genealogie Boerrichter - Laar.
Theodor Davina Stammliste: Joannes Henricus Schagemann, Meppen (kath.). Alfred Vielen, KSln Liste von Auswanderern aus dem Emsland und der Grafschaft
Bentheim in den Jahren 1847 bis 1867 nach Amerika.
"Haselhoff Bulletin"
7de jaargang, april 1996.
Jan Casparus Haselhoff (VI-8) en de vrijmetselarij.
Stad en Lande, Cultuur-historisch tijdschrift voor Groningen, Jaargang 5, nr 1, 1 ste kwartaal 1996.
Jan Delvigne Twee eeuwen sluizen van Schaphalsterzijl.
en Koos de Jong Ze dreigen plaats te moeten maken voor een gemaal met schut- sluis.
Drs G.C. Huisman Alba amicorum.
Ruim 40 handgeschreven boekjes in de Universiteitsbibliotheek.
J. Kremer Brandenburg.
De Brandenburg en de Brandenburgerstraten in de stad Groningen
Dr. W.J. Formsma De Waardsterpolder.
Een polder in het mondingsgebied van Lauwers en Reitdiep.
***********************************
INHOUD: | ||
J.S.A.Huizing, | De families Koets en Witkop te Vriescheloo, | pag. 87. |
G.Luth, | In 1810 de eerste school te Nieuwe Stadskanaal, | pag. 97. |
J.S.A.Huizing, | De bruggen waren weer eens stuk, | pag. 98. |
J.Potze, | Klooster Ter Apel (van G.W.Spitzen), | pag. 99. |
Tijdschriften, | pag. 109. |
Westerwolde op Internet
Westerwolde is ook op Internet te bereiken en wel op het adres van de heer
J. Potze, bestuurslid van de vereniging. Westerwolde is te bereiken onder: jpotze @ pi.net
VAN DE REDACTIE:
Hebt U kopij voor het tijdschrift?, Aarzel niet en stuur het. De redactie heeft dringend kopij nodig.
De redactie zou graag het aantal redactieleden van Westerwolde uitbreiden. Voelt U er iets voor om redactielid te worden, dan graag aanmelden bij mevr. Hiskes of bij Jan Johan Kuiper, (de telefoonnummers staan op de vorige bladzijde).
In dit stuk zullen we zien, hoe twee "zuidelijk-en midden-Westerwoldse families" in Vriescheloo terecht gekomen zijn en hoe ze uiteindelijk samen verder gaan.
Het verhaal speelt zich voor een aanzienlijk deel af op erve nr. 53 te
Vriescheloo, een erve dat mogelijk al voor 18-06-1631 in het bezit was van de familie Nanninges uit Onstwedde. Deze bleken zelfs 3 erven te bezitten in Vriescheloo!!
Aangezien de familie Nanninges woonde te Onstwedde en later te Smeerling, werd het bezit te Vriescheloo verhuurd. Men had op ieder van de erven een andere meijer zitten.
Op 15-11-1717 verkocht Boete Nanninges uit Onstwedde het erve nr. 13 aan Boelman Heijes uit Vriescheloo. Op deze boerderij zat toen als meijer Geert Lammers.
Het valt op, dat deze erven - voor zover thans bekend - aan inwoners van "midden- of zuid-Westerwolde" werden verhuurd en niet aan leden van in Vriescheloo wonende families.
Pachters op het erve nr. 53 van de familie Nanninges zijn o.a. geweest:
Harm Jans Witkop N.N.
geb.ca. 1650 geb.ca. 1655
ovl. 7-5-1718/10-1-1719 ovi. ??
z.v. Jan Witkop? d.v. (Geert of Harm)
N.
en N.N. en N.N.
Kinderen :
Jan Harms Witkop
Geert Harms Witkop (niet bekend, of dit het 2e of 3e kind is) Harm Harms Witkop (niet bekend, of dit het 3e of 2e kind is)
De periode dat Harm Jans Witkop dit erve nr. 53 van de familie Nanninges huurde, loopt waarschijnlijk van voor 1684 tot aan zijn overlijden in 1719.
12-06-1684 Harm Jans Witkop betaalt 10 st. voor reparatie van de kerk. ("Staatboek Vriescheloo")
22-01-1696 Engelke Hindrix procedeert tegen Willem Harmens, Harm Witkop, Willem Jans schoolmeester, Berent Sijmens en Roelof Mulder. "Om betalinge van gedaagden anpart wegens gedane costen ende versumenisse van de reijse naar den Haagh. Versoekende tijd tot beraet".
12-11-1696 Engelke Hindrix procedeert tegen Berent Sijmens, mr. Houwing, Albert Harmens, Hindrik Harmens, Harmen Jans Wittkop, Harmen Geerts, Wolbert Alberts. Na verhoor partijen tot naeste rechtdag (gewezen) om bij sententie gedetermineert te worden.
25-10-1717 Op een verdeling van de kerkbanken te Vriescheloo staat : Beerent Klenne en Hulsingh en Harm Witkop één mit malkanderen.
07-05-1718 Anno 1718. Den 7 maij van Harm Witkop ontfangen weegens Boele Nannings plaetse weegens de kercke 20 jaer schattinge, gevende tot elke jaer schattinge 1 gulden 14 stuiver 5 plack.
Bedraegt sick de summa van 34 gulden 12 stuiver 4 plack, is 34-
12-4.
10-01-1719 Boelman Halming procedeert tegen de weduwe van Harmen Wittkop tot Loo. Opsegging soodaene behuisinge en landerijen als gij van hem ter huire gebruickt.
16-08-1719 Boele Nannings in qlte procedeert tegen de weduwe van Harm Wittkop tot Loo. Tot betaling van soodaene landthuire als ghij an hem sijt verplicht.
16-08-1719 Boele Nannings in qlte procedeert tegen de weduwe van Harm Wittkop tot Loo. De Ged. sa] gehouden wesen om soodaene plaetse tot Vriesscheloo gelegen, bij u meijerwijse bewoont, te beslooten (sloten onderhouden).
1719 Anno 1719 is onse Meijer Gert (Lammers, hij kwam van het in 1717 aan Boelman Heijes verkochte erve nr. 13) op dat Witcop gekoomen en hebbe hem voorhuirt voor twe en viftig daller (gulden doorgestreept) en alle jaer anderhalf mudde Haever.
In 1725 verhuurt dan Boele Aickes Nanninges de plaats aan zijn broer Boelman Aickes Nanninges, getrouwd met Swaantje Geerts Maarsing. Deze verhuur duurt tot 1730.
In 1730 komt dan Jan Hindericks als meijer op het erve nr. 53.
1730 Anno 1730 hebbe ick Boele van onse meijer Jan Hinderiks ontfangen viertigh guld.
Noch Daer en Boven van onse meijer Jan Hindericks Een osse ontfangen voor vijftijn guld.
12-06-1737 Anno 1737 Den 12 Junius met mij heft Geert Gooi? na Loo Geweest tho timmeren Van Witkops Daar an verdient ses stuver Dijco 6 st.
(De eigenaren spraken toen dus nog steeds over "het Witkop").
09-06-1749 Anno 1749 Den 9 Juni van Jan Hinderks die huire ten vollen ontfangen met dree jaar schatting daar in begreepen so dat het betaalt is op maaij 1749.
Erve nummer 50 !!!!
Eigendom van Enne Geerts Friese. Deze woonde echter in Oost-Friesland en verhuurde dus dit erve. Hier zit dan o.a. Wessel Everts als meier. Hij betaalde
vanaf 1718 tot 1736 besetting voor dit erve.
Wessel Everts N.N.
geb.ca. geb.ca.
ovl. 30-1-1736/15-5-1740 ovl.
z.v. Evert?? d.v.
en N.N. en
Kind:
Martien Wessels
27-09-1719 Anno 1719. Den 27 Septbr. van Wessel Eeverts ontfangen wee- gens de kercke, 4 jaer en een vierendeel schattinge, gevende tot elke jaer schattinge 3 gulden 3 stuiver, maekt in summa 13 gulden 7 stuiver 6 plaecken, is 13-7-6.
30-01-1736 Wessel Evers een jaer schat 3-3-0.
15-05-1740 Den 15 doe van Albert Eeverts ontfangen drie jaer schattingk, de somma 9-9-0.
Geert Harms Witkop | ca. 1716 | Martien Wessels |
geb.ca. 1685 | geb.ca. 1690 | |
ov!. kort voor 23-4-1732 | ovl. na 25-5-1754 | |
z.v. Harm Jans Witkop en N.N. | d.v. Wessel Everts en N.N. | |
Kind : | ||
Trijntje Geerts Witkop, geb. ca. 1716. |
Martien was voor Geert niet zo moeilijk te vinden, ze waren immers buren!
Het lijkt erop, dat Geert bij haar op nr. 50 ingetrouwd is. Totdat zijn weduwe hertrouwt, komt zijn naam namelijk niet meer voor. Hij kan ook niet op nr. 53 hebben gezeten, aangezien daar na het overlijden van zijn vader in 1719, Geert Lammers meijer op dat erve is geworden en ook de latere meijers op dit erve zijn bekend (boven omschreven).
Martien hertrouwt op 02-05-1732 (h.c.) met Albert Everts, zoon van Evert Hindriks te glijham.
23-04-1732 Het Edel gericht procedeert tegen Berend Luickens tot Loo. Hij moet aanzweren als vreemde voogd over het dochtertje van Geert Harms Witkop bij Martjen Wessels. Jan Harms Witkop tot Loo moet aanzweren als principael voogt en Jan Gelmers tot Onstwedde tot sibbevoogt.
30-04-1732 Brief van de voorstanderen over het dochtertje van Geert Harms Witkop bij Martjen Wessels. Hieruit blijkt dat Martjen Wessels gaat hertrouwen met Albert Evers. Afkoop 95 car. gi. en een bedde met toebehoren.
02-05-1732 Huwelijkscontract te Vriescheloo tussen Albert Everts uit Blijham en Martien Wessels. Martien is weduwe van Geert Harms (Witkop). Zij gaan wonen op het land, door haar meijerwijze tot Vriescheloo bewoont.
Dedingsluiden van de bruidegom :
Evert Hindricks (vader), Hindrik Evers, Harmen Evers, Jan Evers, Griete Hendricks.
Dedingsluiden van de bruid :
Wessel Evers - vader, Gesina Jans - stiefmoeder, Jan Harms (Witkop, zwager), Berent Luickens, Harmen Jans, Lammert Harms, Berent Roelefs.
Harm Hindriks Koets Witkop geb.ca. 1712 ovl.16-3-1781 /14-10-1783 | 2-11-1742 Vriescheloo h.c. | Trijntje Geerts geb. ca. 1716 ovl. na 1-6-1797 |
z.v. Hindrick Reints Koets en Gepke Frericks Harding | d.v. Geert Harms Witkop en Martje Wessels | |
Kinderen : |
Gepke ged. 29-9-1743, getr. met Pieter Mannes te Vlagtwedde ?? Martien, ged. 15-1-1747, getr. d.d. 5-10-1770 te Vriescheloo met Berent
Hillenius.
Hindrick, ged. 27-6-1756, geb. 23-6-1756 > opvolger
Harm Hindriks Koets en Trijntje Geerts Witkop woonden dus eerst bij haar stiefvader en moeder in op erve nr. 50.
16-03-1742 In de lijst van aangenomen lidmaten te Vriescheloo staat : Trijntie Geers.
02-11-1742 Ter Eeren Godts, onderlinge hulpe en voortplantinge des meselij- ken geslagtes, is op heden dato ondergeschreven een heiligh houlijck ingegaan, beraemt en besloten, met consent van weder- sijts naeste vrinden en en sulcks in forma en maniere als
volgt.
Vooreerst so ist, dat Albert Evers en Martien Wessels, 'd bruide- gom Harmen Hindricks en d' bruit Trijntie Geers haer dogter tot
sigh in haer behuisinge nemen, welcke van haer bewoont wort, mits dat d' bruidegom, wiens goederen tegenwoordigh niet gespecificeert worden, jaerlijcks van maei 1743, sijn begin nemen de d' rente van twee hondert gulden sal inbrengen, de welcke voor d'eerste reis sal betaalt worden op maei 1744 en so vervolgelijck alle jaeren onveriaert, so lange als sij jonge luiden bij haer ouderen in huis blijven en wat angaet d' goederen an d' bruit belooft int houlijckscontract, opgerigt tussen Albert Evers en Martie Wessels, sullen oock niet uitgekeert worden, solange d' jonge luiden bij d' ouders blijven. Edog d' bruidegom en bruit willende aftrecken, so sullen de jongeluiden des bruits beloofde vaderlijke goederen genieten. En d' bruidegom sal oock niet meer gehouden sijn d' rente in te brengen van d' 2 hondert gulden. Verders so sullen d' jongeluiden d' ouders willende aftrecken daer van kennis geven, en d' ouders een weersin hebbende om haer kinderen bij sigh t' hou- den, sullen daervan oock een half jaer hier van t' voren an d' selve kennis geven, opdat elk in sijn ranck sijn saken daer na mogh rigten. Verders dat geene dat d' bruidegom sal inbrengen van t' eene of ander, sal op d' dorso of rugge van d' versegulinge getekent worden. Vorder so wanneer d' jongeluiden mugten comen t' overlijden, sonder lijfserven, die der niet mugten geboren worden, of geboren sijnde wederom mugten comen t' overlijden, so begiftigt d' bruidegom d' bruit twee hondert guldens, van erfgoet en daer van hondert gulden van zijn gewonnen goet en d' bruit hondert guldens an d' bruidegom.
So noghtans dat d' begiftigde goederen na d' doot des langstle- venden sullen devolveeren tot d' naeste bloetverwanten des geenen, die eerst overleden is.
Hier mede is dit houlijck besloten en sijn ondergeschreven getuigen en dedingsluiden geweest.
Van Bruidegoms sijde Reint Hendricks broeder, Geetruit Hindricks suster, Wupke Remkes als swagerse, Frerick Hardinck als oom, Swantie Frericks mooij, Aike Nannes als neef, Else Hallinck(I) als neve, Frerick Halm als neef, Frerick Elsens als neve, Wendelke Frericks als nigte, Geertruit Elsens als nigte, Renske Elsens.
Van Bruitssijde d' stiefvader Albert Evers, Martien Wessels als moeder, Jan d' Witte halfoom, Claes Cuiper als neef, Grietie Harms.
Weicke personen alle het eerste project vertekent hebben, neffens bruidegom en brult, ter presentie van ondergeschreven getuigen Ede Jacobs coopman en Olert Boelems, sullende hier van mij Pastor onder geschreven een versegulinge, met onderteikenge van mijn naam en bevestiginge van mijn segel, opgerigt worden.
Aldus gedaen tot Vriescheloo Actum 1742 desen 2 november.
J.Tammens Eccl.
Op de volgende zondag (9-11-1742) zijn Harm Hindriks en Trijntje Geerts getrouwd.
9-01-1748 Harm Hindricks in Loo procedeert tegen Willem Allers en noi uxoris. Opsegging capitael en rente volgens obligatie.
2-11-1748 De selve dito doe van Harm Hindricks op Wessels ontfangen een jaar schattingh, is de somma 3-3-?
Ze woonden toen dus nog op erve nr. 50, maar in het volgende jaar kopen ze het erve nr. 53.
28-02-1749 Wij ondergeschreven Harm Hinderks (Koets!) en mijn vrouw Trijntie bekenne een plaatse gekoft te hebben van Else Halm int jaar 1749 den 1 meert, maar dat Elze Halm voor zig behouden heeft de weiderie in Olfert Hems lant of in Else Halm zijn kleine platse, dien in dese dato door Olfert Hems is gebruikt. Anno 1749 den 28 febr.
Onder stond Harm Hindrijkes Trijntje Geers. (papieren Nanninges/Halming)
01-03-1749 Elso Halming te Smeerling, als kerkvoogd, verkoopt een huis en landerijen te Vriescheloo en 4 besondere stukken land, de Hasse venne, de Borst, de Bult, de Appelmiede, met kerkbank en legerstede. Kopers voor 670 car. gl. zijn Harm Hindriks getr. met Trijntje Geerts te Vriescheloo. Alles thans door Jan Hindriks meijer wijze gebruikt en bewoont. Grenzend ten oosten aan Enne Geerts Vriese en ten westen aan Frerik Berents en de mesterie van Vrie- scheloo.
14-10-1750 Harm Hindriks Koets procedeert tegen Wijchert Harms. Ged. zal inwendig 6 weken betalen.
15-01-1752 Enne Geerts en cons. procederen tegen Harm Hindriks en noi uxoris. Mandaat van opsegginge ten einde op maij eerstkomende en op behoorlijke tijd in vriedom en ongebruikt sult laten verblijven sodane behuisinge en landerijen cum annexis, als gij dus verre meijerwijse in huire en gebruik hebt gehad, waartegens Ged. niet erschenen, wort het uitgebrachte mandaat van opsegginge in contumaciam geconfirmeert.
Ze hadden dus kennelijk vanaf ca. 1748 tot 1752 beide erven in gebruik!
05-08-1752 Wubbe Bruining te Weende verkoopt een stuk meediand, 3 deimt, te Vriescheloo. Kopers voor 600 car. gl. zijn Harm Hindriks getr. met Trijntje Geerts te Vriescheloo. Grenzend ten noorden aan Harm Hindriks, ten oosten en ten zuiden aan de weduwe van Willem Allers en ten westen aan Harm Coijlers.
16-06-1753 Harm Hindriks als voormond, Wubbe Wijbeling te Weende als sibbevoogd en Jan Ter Wupping als vreemde voogd, over de kinderen van Reint Coetes en Wupke Remkes, lenen 400 car. gl. van Berent Hindricks Wilzing te Veenhuizen.
25-05-1754 Ham, Hindriks getr. met Trijntje Geerts te Vriescheloo lenen van haar moeder, Martje Wessels, de weduwe van Albert Everts te Vriescheloo, 1600 car. gl.. Het geld komt van de verkoop van de boerderij. Als tegenprestatie moeten zij haar moeder huisvesten en onderhouden.
22-12-1756 Harm Keilers (Coilers?) te Vlachtwedde verkoopt een stuk land te Vriescheloo, Tidde's borst genaamd. Koper voor 1690 car. gI. is Harm Hindriks te Vriescheloo.
04-10-1757 Den 4 octbr. 1757, doe van Harmen Hijndricks ontfangen van die verkof ste in het koer, die somma 100-5-0.
20-11-1757 Engel Bruggers en Harm Hindriks als diacenen te Vriescheloo verkopen 6 akkers bouwland te Vriescheloo, te aanvaarden op St. Petri en St. Jacob. Kopers voor 517 car. gI. 10 st. zijn Hindrik Jans getrouwd met Bouke Fokkes te Vriescheloo. Grenzend ten noord- westen aan de Heereweg, ten oosten en zuidoos- ten aan Willem Berents en ten zuidwesten aan de weduwe van Klaas Kuiper.
23-06-1762 Harm Hindriks getr. met Trijntje Geerts te Vriescheloo verkopen 2 deimt meedland buitendijks onder Vriescheloo. Koper voor 330 car. gl. is Jan Jans kremer te Onstwedde. grenzend ten noorden aan de pastorie, ten oosten aan de A, ten zuiden aan Else Halming en
ten westen aan de Lutjeloosterdijk.
05-10-1770 Huwelijkscontract te Vriescheloo tussen Berent Hillenius en Martien Harms (Koets). Ze gaan bij haar ouders wonen.
Dedingsluiden van de bruidegom :
Hillenius Poppes-vader, Poppe Hillenius-broer, Habbe Willems- zwager, Esse Hillenius-zuster, Jantien Okkes Joling-aangetrouwde zuster, Hemmegien Hillenius-zuster, Heero Elses-aangetr. neef, Else Willems-nicht, Poppo Hillenius-neef, Jan Freriks- aangetrouw- de neef, Willem Sijbels-aangetrouwde neef, Else Wubbes-aange- trouwde neef, Tomas Karsiens-neef, Berent Geerts Tjabbes- aangetrouwde neef, Albert Jacobus Kroen-aangetrouwde neef, Esse Sijbels-nicht, Swaentie Willems-aangetrouwde nicht, Eppo Hillenius-neef, Nanne Reints-neef.
Dedingsluiden van de bruid :
Harm Hindriks (Koets)-vader, Trijntie Geerts-moeder, Hindrik Harms-broer, Jacob Roelfs-aangetrouwde oom, Getert Hindriks- moei.
Getuigen : Willem Engelkes en Harm Roelefs Tromkes.
24-06-1772 De kerkvoogden doen afrekening en besluiten tot 2 jaar schatting. Toen ondertekenden : Tammens pastor, Willem Engelkes, Harm Hinderkes (Koets), Jan Tammes, Willem Berens (Renken), Jan Roelfs, Boelman Berents (Heijas) en Steffen Dries.
13-09-1776 Huwelijkscontract te Vriescheloo tussen Hilvert Elses en Grietien Klasens (Witkop!). Hilvert neemt Grietien op in zijn huis en landerijen.
Dedingsluiden van de bruidegom :
Stijntie Jans-moeder, Jan Elts (Elses)-broer, Harm Memmes-neef. Dedingsluiden van de bruid :
Antie Derks-moeder, Derk Klasens-broer, Harmke Klasens-zuster, Geert Klasens-broer, Hindrik Derks-oom, Harm Hindriks-neef, Trijntie Geerts- nicht.
Getuigen : Roelf Harms Tromkes en Detmer Koops.
16-03-1781 Okke Bruggers maakt de rekening op en er wordt besloten om 6 jaar schatting op te leggen. De volgende carspelluiden onderteke- nen : Okke Elzes (Bruggers), Harm Hinderkes (Koets), Harbert Engelkes, Boelman Berens (Heijes), Willem Engelkes, Hillenius Eppens, Jan Roelfs, H. Molanus a Doedens, Freerk Elsens (Eggens), Boele Elsens, Hilvert Berents, Jan Tammes, Jans Boelmans, Harbert Berents, Otte Engels.
Hindrik Harms Koets/ Engels | 1-6-1797 | Bouw e Egge s |
geb. 27-6-1756 | hc te | geb. 9-11-1759 |
ovI.28-9-1839 z.v. Harm Hindriks Koets | Vriescheloo | ovl.2-11-1832 Egge Engels |
en Trijntje Geerts Witkop | en Grietien Willems | |
Kinderen : |
Harm, ged. 12-8-1798 > opvolger
Grietie, ged. 14-9-1800
Trijntje, ged. 19-12-1802
24-05-1782 De afgaande kerkvoogt Okke Bruggers doet afrekening, hierbij ondertekenen : Willem Engelkes, Otte Engels, Freerk Elsens (Eg- gens), Poppo Harberts, Boele Elsens, Hilvert Beerents, Boelman Berents (Heijes), Jans Boelmans, Jan Tammes en Hindrik Harms (Koets).
14-10-1783 Trijntje Geerts, de weduwe van Harm Hindriks te Vriescheloo maakt een scheiding :
Hindrik Harms krijgt de behuizing en het land te Vriescheloo, hij zal tevens zijn moeder onderhouden.
Gepke Harms getr. met Pieter Mannes krijgt 500 gl. Martje Harms getr. met Berent Hillenius krijgt 500 gl. .
28-02-1789 Boelem Berents getr. met Rixte Jans te Vriescheloo verkoopt 7,5 koeweide in Vrieschelooster garste, incl. landscontingent. Koper voor 900 car. gl. is Hindrik Harms te Vriescheloo.
28-02-1789 Hindrik Harms te Vriescheloo verkoopt 3,5 deimt groenland in de beklemde heerd van Harm Eitjes te Vriescheloo. Jaarschatting 5 st. 2 d. en een pand in de A dijk. Kopers zijn Boelem Berents getr. met Rixte Jans te Vriescheloo. Grenzend ten noorden aan het