Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20172018-0659
Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20172018-0659
12-07-2018
BIJLAGE
Bijlage nr. 2 Technische bepalingen
1
CONSULTANCY ENGINEERING COMMISSIONING
BESTEK BESCHRIJVING – MEETSTAAT
DOSSIER 17005.021
Project:
VGC Verbouwing De Loods – FASE II
Ligging:
Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxx Xxxxxx Xxxxxxx
Bouwheer:
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Perceel:
Bouwkunde - technieken
Huidig document mag enkel worden aangewend voor het doel waarvoor het bestemd is. Ingenium nv behoudt de volledige intellectuele eigendom ervan. Niets uit dit document mag worden gekopieerd, gedupliceerd, vertaald, aangepast of verspreid zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ingenium nv. Elke vorm van reproductie van dit document of delen ervan is verboden, zowel voor informatieve, educatieve, publicitaire als andere doeleinden.
Ingenium nv
Xxxxxx Xxxx-Xxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxx
x00(0)00 00 00 00
xxxx@xxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxx.xx
v1 2018-06-21 FVE V1 v2 2018-07-10 RSC V2
1 BOUWKUNDE 4
1. AFBRAAK – algemeen |SOG| 4
2. AFBRAAK – nieuwe / aan te passen wandopeningen |SOG| 6
3. WAND – opvulmetselwerk |SOG| 7
4. WAND – gipsblokken |FH| m³ 8
5. LATEI – prefab beton |PM| 10
6. WANDAFWERKING – gipspleister |FH| m² 11
7. WANDAFWERKING – betegeling |FH| m² 13
8. WANDAFWERKING – spiegel |FH| m² 17
9. VLOER – opschuren en herstellen bestaande vloer |FH| m² 18
10. VLOER – uitvullaag |FH| m² 19
11. VLOER – dekvloer |FH| m² 21
12. VLOERAFWERKING – betegeling |FH| m² 23
13. VLOERAFWERKING – plinten |FH| m 26
14. PLAFONDAFWERKING – systeemplafond |FH| m² 27
15. TUSSENWAND – douchecellen / toiletten |FH| m 29
16. BINNENDEUR – aanpassen bestaande deuren |FH| st 31
17. BINNENDEUR – blokdeur |FH| st 32
18. BINNENDEUREN – hang- en sluitwerk |PM| 36
19. BINNENDEUREN – toebehoren |PM| 38
20. STRUCTUUR – staal |FH| kg 39
21. STRUCTUUR – metallisatie + poederlak |PM| 42
22. WAND – houten opvulwanden structuur |FH| m² 44
23. WAND – polycarbonaat |FH| m² 47
24. POORT – schuifpoort strokengordijn |FH| st 48
25. POORT – snellooppoort |FH| st 49
26. POORT – sectionaalpoort |FH| st 50
27. VEILIGHEID – beschermpaal |FH| st 51
28. VEILIGHEID – beschermbeugel |FH| m 52
29. MEZZANINE – verplaatsen trap |FH| st 53
30. MEZZANINE – balustrade |FH| m 54
2 TECHNIEKEN 55
2.1 sanitaire installatie 55
2.1.1 sanitaire toestellen 55
2.1.1.1 Wandclosetpotten 55
2.1.1.2 Wandclosetpotten voor mindervaliden: met prefabstortbak ingebouwd in voorwandsysteem geschikt voor verlengde closetpot en met frontbediening 55
2.1.1.3 Opbouwwastafel uit sanitair porselein (MV, zonder overloop) 56
2.1.1.4 vaste handgreep 56
2.1.1.5 Opklapbare handgreep met toiletrolhouder 57
2.1.1.6 Collectieve wasgoot uit RVS 57
2.1.1.7 koudwatertapkraan met ingewerkte elektronica op wastafel gemonteerd.57 2.1.1.8 thermostaat voor voorgemengd warm water 58
2.1.1.9 Thermostatische robuuste opbouw mengkraan met handdouche 59
2.1.1.10 Vlakke stortbadbak uit acryl 59
2.1.1.11 Eengreepsmengkraan op wastafel gemonteerd 59
2.1.1.12 opbouwwastafel uit sanitair porcelein 60
2.1.1.13 Urinoir 60
2.1.1.14 Individuele automatische spoeling: infrarood sturing 61
2.1.1.15 Scheidingswanden voor urinoirs uit kunststof 61
2.1.1.16 uitgietbak uit RVS 61
2.1.1.17 kraanwerk voor uitgietbak 62
2.1.1.18 aansluiting van warm-, koud- en retour water 62
2.1.1.19 afvoerleidingen 62
2.2 CV-INSTALLATIE 63
2.2.1 Stalen radiatoren met sierrooster, zijpanelen en geïntegreerde ventielpijp 63
2.2.2 aansluiting verwarmingslichamen 63
2.2.3 Circulator 64
2.2.4 ventilatie 64
2.2.5 toebehoren ventilatie 66
2.3 electrische installaties 66
2.3.1 verlichting voor sanitairen 66
2.3.1.1 sturing van de verlichting 66
2.3.1.2 Verlichtingsarmaturen 66
2.3.1.2.1 Led lichtpaneel voor inbouw in systeemplafond van 60 * 60 mm “droge ruimtes” 66
2.3.1.2.2 Led spot voor sanitaire cellen 67
2.3.1.2.3 verlichtingsarmaturen voor de hall 67
2.3.1.3 noodverlichting 68
2.3.2 Schakelkast 68
2.3.3 Diversen 69
2.3.3.1 Inbouw stopcontacten 69
2.3.3.2 Opbouw stopcontacten 69
2.3.3.3 3-fasige stopcontacten 69
2.3.3.4 Voedingen 69
1 BOUWKUNDE
1. AFBRAAK – ALGEMEEN |SOG|
Plaatsbezoek
• De aannemer is verplicht om vóór het indienen van zijn offerte een plaatsbezoek te brengen aan de af te breken constructies om zich te vergewissen van de plaatselijke omstandigheden.
• Hij maakt hiervoor een afspraak bij de bouwheer zodat deze de aannemer toegang kan verlenen.
Planning
• De aannemer legt minstens twee weken voor de aanvang van de afbraakwerken een werkplanning ter goedkeuring voor aan het Bestuur. De aannemer houdt rekening met eventuele aanpassingen die door het Bestuur gevraagd worden.
• De aannemer treft de nodige maatregelen bij slechte weersomstandigheden.
Voorzorgsmaatregelen en veiligheidsvoorschriften
• Het uitvoeren van de afbraak- en stutwerken gebeurt onder volledige verantwoordelijkheid van de aannemer. Hij neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om schade aan omliggende gebouwen, de openbare weg en nutsleidingen te voorkomen. De aannemer herstelt op zijn kosten alle schade die door de afbraakwerken wordt veroorzaakt. Ook eventuele kosten voor bijkomende werken, leveringen en testmetingen die door de netbeheerder uitgevoerd moeten worden om de schade te herstellen, zijn ten laste van de aannemer.
• De nodige beveiliging voor personen en de afscherming voor onbevoegde personen wordt voorzien.
• De aannemer neemt de nodige maatregelen om de verspreiding van stof te beperken.
o Bij gebruik van stellingen worden zeilen geplaatst. De werknemers die in deze afgeschermde zone werken, moeten geschikte werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
o Het puin van de afbraakwerken mag niet naar beneden gegooid worden, er moet gebruik gemaakt worden van stortkokers.
o De puincontainers moeten afgedekt worden om zo weinig mogelijk stof te doen opwaaien.
o Er worden bij de afbraak geschikte arbeidsmiddelen gebruikt zodat zo weinig mogelijk stof geproduceerd wordt. Er wordt een geschikte stofafzuiging voorzien op de machines.
o De richtlijnen van de ‘Instructiefiches gebaseerd op de Nepsi-fiches’ opgemaakt door het NAVB worden opgevolgd.
• Wanneer de aannemer onverwacht materialen ontdekt waarvan hij vermoedt dat ze asbesthoudend zijn (en die niet opgenomen zijn in de asbestinventaris), verwittigt hij onmiddellijk de architect. Een staal van het materiaal wordt naar een erkend labo voor asbestonderzoek gestuurd. Indien het staal asbesthoudend blijkt te zijn, maakt de aannemer een verrekeningsvoorstel op voor de bijkomend te verwijderen asbesttoepassingen. De aannemer vangt de verwijderingwerkzaamheden pas aan na goedkeuring van de architect en bouwheer. De verwijdering gebeurt volgens artikel 03.01.
• De aannemer zorgt ervoor dat overtollig oppervlaktewater afgevoerd wordt. Bij nalatigheid hiervan kan hij kan onder geen beding overmacht inroepen.
• Massieven worden met geschikte middelen gesloopt. Voor het gebruik van explosieven moeten de nodige toelatingen bekomen worden en moet de bestaande reglementering nageleefd worden.
• Bij gedeeltelijke afbraakwerken binnen in gebouwen is het strikt verboden om compacte laders of compacte graafmachines te gebruiken, tenzij het Bestuur hiervoor schriftelijk toestemming geeft. De aannemer blijft echter volledig aansprakelijk bij gebeurlijke ongevallen of het berokkenen van schade.
Afvoer van puin
• Alle in of rond de af te breken constructies achtergelaten inboedel, afval, sluikstorten, e.d.… wordt voorafgaandelijk aan de afbraakwerken verzameld en reglementair gestort.
• Alle afbraakmaterialen worden na de afbraak eigendom van de aannemer en worden volgens vordering van de werken weggevoerd naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra. De aannemer moet op verzoek van het Bestuur de bewijzen hiervan kunnen voorleggen.
• Het is verboden de openbare weg te belemmeren met de afbraakmaterialen.
• Onder geen beding worden afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand.
Omschrijving
De op plan aangeduide muren, deuren en vloeren worden voorzichtig afgebroken. De werken omvatten:
• het aanbrengen van de nodige stellingen en/of ladders voor het bereiken van de gewenste plaatsen;
• de eigenlijke afbraak van de ruwbouwelementen;
• het herstellen van de losgekomen en afbrokkelende te behouden constructiedelen met gelijkwaardige materialen volgens de instructies gegeven door het Bestuur;
• het wegnemen van de stellingen, ladders, schoren en stutten na akkoord van het Bestuur;
• het verwijderen van alle afvalmaterialen en puin naar erkende stortplaatsen of recyclagecentra.
Uitvoering
• Indien de afbraakwerken een invloed kunnen hebben op de aanpalende gebouwen en de openbare weg maakt de aannemer voor de start van de afbraakwerken een plaatsbeschrijving op.
• De aannemer zorgt dat de niet te slopen gebouwelementen afdoende beschermd en niet beschadigd worden.
• Waar dragende delen van de bestaande ruwbouw weggebroken worden, zorgt de aannemer dat de stabiliteit van het volledige gebouw of de zone waarin de werken plaatsvinden niet in gevaar komen. Hiervoor gebruikt hij de nodige stellingen, beveiligingen, tijdelijke schoren, onderstuttingen en beschermingsmaatregelen. Er wordt uiterst omzichtig tewerk gegaan.
• Beschadigingen aan te behouden constructiedelen worden door de aannemer en op zijn kosten in hun oorspronkelijke toestand hersteld.
• De afbraak gebeurt met gepaste middelen zonder de te behouden constructies en/of afwerkingen te beschadigen. Elementen die deel uitmaken van de af te breken muren zoals lateien, dorpels, muurblokken, plinten, verankeringen, … worden mee afgebroken.
• Wanneer de aannemer muren in zeer slechte staat ontdekt, die niet als af te breken staan opgetekend, waarschuwt hij de architect, die beslist of deze muren ook afgebroken moeten worden.
Meting
• aard van de overeenkomst: Som over geheel (SOG)
2. AFBRAAK – NIEUWE / AAN TE PASSEN WANDOPENINGEN |SOG|
Omschrijving
Om nieuwe deuropeningen te maken dient men volgens de regels van de kunst de bestaande muren open te breken, te verstevigen en te herstellen opdat er een zo gaaf mogelijk beeld wordt gecreëerd.
Materialen
Gelijkaardig naar uitzicht, afmetingen en modulering als naastliggende. Lateien volgens artikel 5.
Uitvoering
Volgens de regels van de kunst de bestaande muren open te breken, te verstevigen en te herstellen opdat er een zo gaaf mogelijk beeld wordt gecreëerd.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
Het is toegestaan om niet-dragende wanden in hun geheel af te breken en te vervangen in plaats van ze aan te passen. Dit dient wel vermeld te worden in de prijsopgave.
Meting
• aard van de overeenkomst: Som over geheel (SOG)
• Hoeveelheid nieuw metselwerk wordt meegeteld in post 4.
3. WAND – OPVULMETSELWERK |SOG|
Omschrijving
De deuropeningen die niet meer gebruikt worden dienen te worden opgevuld met metselwerk dat aansluit op het naastliggende. Dit moet overeenkomen naar materiaal en modulering. Om dit te bekomen dient de bestaande opening te worden ontdaan van alle afwerkingen. Zijdelings wordt er verankerd door spouwankers in te boren.
Materialen
Gelijkaardig naar uitzicht, afmetingen en modulering als naastliggende.
Uitvoering
Horizontale voegen moeten doorlopen, vlak moet gelijk zijn langs alle zijden. Om een geheel te krijgen dient er verankering tussen bestaand en opvulmetselwerk zijn.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
Het is toegestaan om niet-dragende wanden in hun geheel af te breken en te vervangen in plaats van ze aan te passen. Dit dient wel vermeld te worden in de prijsopgave.
Meting
• aard van de overeenkomst: Som over geheel (SOG)
• Hoeveelheid nieuw metselwerk wordt meegeteld in post 4.
4. WAND – GIPSBLOKKEN |FH| M³
Materiaal
• De blokken zijn van gips, samengesteld uit plaaster (CaSO4 1/2 H2O) en water, met hydrofuge.
• De NBN EN 12859:2011 - Gipsblokken - Termen en definities, eisen en beproevingsmethoden is van toepassing.
• De stenen hebben een geldige ATG (of gelijkwaardig).
• De aannemer legt een staal en prestatiefiche ter goedkeuring voor aan de ontwerper.
• Kopvlak: tand en groef
• Oppervlaktestructuur: vlak
• De blokken worden verlijmd met lijm conform NBN EN 00000 - Xxxxxx op basis van gips voor gipsblokken - Termen en definities, eisen en beproevingsmethoden.
Specificaties
• Stenen:
o formaat (lxbxh): modulair formaat op voorstel van de aannemer, breedte 100mm
o brandweerstand: EI 180
o brandgedrag: A.1
o volumemassa: minimum 800 - 1100 kg/m3
• Metselverband: halfsteens verband
• De blokken zijn waterafstotend. Waterabsorptie na 2 uur onderdompeling ≤ 5% (volgens NBN EN 12859). De muren worden over de volledige hoogte opgetrokken in waterafstotende blokken
/ De eerste rij blokken wordt uitgevoerd met waterafstotende blokken.
• De kimlaag wordt voorzien in dezelfde stenen als de rest van de muur
Uitvoering
• De niet-dragende wanden worden volledig los van de naast- en bovenliggende dragende constructie opgebouwd.
• De aansluiting met het plafond gebeurt door het opspuiten van de voeg met PUR-schuim waarvan na uitharding het overtollige schuim afgesneden wordt.
• De gipsblokken worden verwerkt volgens de richtlijnen van de fabrikant.
• Waar gevaar is voor opstijgend vocht, wordt onderaan de wand eerst een polyethyleenfolie van minstens 40 cm breed aangebracht. Deze folie wordt langs de binnenvlakken opgetrokken zodat hij 2 cm boven de afgewerkte pas van de vloer uitsteekt.
• De hoekaansluitingen gebeuren volgens de voorschriften van de fabrikant.
• Dwarse aansluitingen met opgaand dragend metselwerk of betonkolommen gebeuren d.m.v. aangepaste bevestigingsankers. Wanneer verschillende wanden verbonden worden, moeten de opeenvolgende rijen ankers alternerend verlopen.
• Boven deuropeningen wordt gebruik gemaakt van aangepaste lateien, volgens het gamma van de fabrikant.
Keuring
• Het aantal beschadigde stenen mag niet meer dan 5% van de totale hoeveelheid verwerkte stenen bedragen. Wordt als beschadiging beschouwd:
o Elke gebroken steen.
o Elke steen die over meer dan een derde van zijn verticale doorsnede gescheurd is.
o Xxxx xxxxx waarvan het totaal volume van de rand- of hoekschade meer bedraagt dan 5% van het volume van de metselsteen.
Meting
• meeteenheid: per m³
• meetcode: de lengte van de muren wordt gemeten in de as van de muren, bij kruisingen wordt de dikkere muur doorgemeten. De hoogte wordt gemeten tussen de vloeren. Geen enkel volume wordt tweemaal in rekening gebracht. Openingen met een oppervlakte groter dan 0,30 m² worden afgetrokken.
• Lateien boven deuropeningen worden mee opgenomen in deze post.
• aard van overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen | |||||
L | B | H | |||
scheiding kleedk./douches heren - loods | 1 | 185 | 10 | 400 | 0,740 |
1 | 60 | 10 | 400 | 0,240 |
1 | 720 | 10 | 400 | 2,880 | |
1 | 145 | 10 | 400 | 0,580 | |
scheiding kleedk./douches heren - gang | 1 | 875 | 10 | 400 | 3,500 |
-1 | 105 | 10 | 205 | -0,215 | |
scheiding kleedkamer heren - douches | 2 | 60 | 10 | 280 | 0,336 |
1 | 500 | 10 | 280 | 1,400 | |
2 | 110 | 10 | 60 | 0,132 | |
wanden wastroggen heren | 2 | 190 | 10 | 280 | 1,064 |
2 | 65 | 10 | 280 | 0,364 | |
wanden douches heren | 3 | 80 | 10 | 280 | 0,672 |
3 | 190 | 10 | 280 | 1,596 | |
opvulmetselwerk | 1 | 120 | 10 | 400 | 0,480 |
1 | 170 | 10 | 400 | 0,680 | |
-1 | 105 | 10 | 205 | -0,215 | |
4 | 90 | 10 | 205 | 0,738 | |
1 | 280 | 10 | 400 | 1,120 | |
1 | 120 | 10 | 400 | 0,480 | |
1 | 90 | 10 | 400 | 0,360 |
1 150 10 400 0,600
17,532
5. LATEI – PREFAB BETON |PM|
Omschrijving
Alle lateien in geprefabriceerd beton boven deuropeningen met een overspanning kleiner dan of gelijk aan 1,5 m , voor het plaatselijk ondersteunen van metselwerk.
Materiaal
• Alle bestanddelen (beton, wapening, …) waarmee de constructie-elementen geprefabriceerd worden, dragen het Benor-merk (of gelijkwaardig).
• De lateien beantwoorden aan NBN EN 845-2 - Voorschriften voor metselwerktoebehoren - Deel 2 - Lateien en bestaan uit geprefabriceerde lintelen in voorgespannen gewapend beton
Uitvoering
• Tenzij anders vermeld in de stabiliteitsstudie, mag de aannemer alle niet in het zicht blijvende lateien met een overspanningslengte kleiner dan of gelijk aan 1,5 m voorzien in geprefabriceerde elementen. Het gebruik van de prefab lateien valt onder verantwoordelijkheid van de aannemer.
• De lateien worden volkomen in het lood, gelijnd en waterpas geplaatst.
• De elementen worden vóór de plaatsing volledig gereinigd en nat gemaakt. De uiteinden van de lateien rusten op een cementmortelbed. De lateien mogen niet op holle blokken in licht beton of gebakken aarde rusten, tenzij deze blokken vooraf goed worden gevuld met beton.
• De opleglengte bedraagt minimaal 15 cm. De rand van de oplegging blijft minimaal 40 mm verwijderd van de slag van de opening.
Meting
• De lateien met een overspanningslengte kleiner dan of gelijk aan 1,5 m worden niet afzonderlijk gemeten maar zitten vervat in de hoeveelheden van het metselwerk.
• aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM).
6. WANDAFWERKING – GIPSPLEISTER |FH| M²
Omschrijving
De werken omvatten:
• de plaatsing van de nodige stellingen en het afdoende beschermen van reeds uitgevoerde werken
• de controle en voorbereiding van de ondergrond (ontstoffen door borstelen of stofzuigen);
• het opruwen en/of aanbrengen van de nodige voorstrijk- of gronderingslagen volgens de aard van de ondergrond en conform de voorschriften van de fabrikant;
• de bescherming tegen corrosie van in te pleisteren metalen componenten;
• het leveren en plaatsen van rand-, hoek- en stopprofielen, versterkingsnetten, zettingsvoegen;
• de uitvoering van de voorgeschreven pleisterlagen, alle leveringen inbegrepen;
• het vlak en glad zetten van het oppervlak, het zuiver afwerken van rand-, hoek- en stopprofielen, het bijwerken van alle onvolkomenheden volgens de vereiste afwerkingsgraad, …;
• het zorgvuldig aanwerken ter hoogte van venstertabletten, plinten, deurlijsten, valse plafonds, doorvoeren van elektrische, sanitaire, ventilatie en cv-installaties, e.d., …;
• het opruimen van het afval, de reiniging en/of bescherming van het aangebrachte pleisterwerk.
Materialen
• Dunpleisters voor toepassing op gelijmde blokken van gipsblokken met precieze afmetingen en een effen oppervlak.
• Er wordt gebruik gemaakt van een pleister op gipsbasis, door toeslagstoffen afgestemd op het toepassingsgebied, met grote kleefkracht en duurzaamheid.
• Het betreft sterk zuigende ondergronden, daarom wordt voorafgaandelijk een primer aangebracht.
Specificaties
• Pleistergroep volgens NBN EN 13279-1: C6 (gips voor dunpleister)
• Stopprofielen: keuze aannemer
• Hoekprofielen: keuze aannemer
Aanvullende specificaties
• Het systeem beschikt over een doorlopende technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig
Uitvoering
• Volgens de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant van de blokken en het pleistersysteem.
• Gemiddelde totale dikte: 0 tot 5 mm tot volledige dekking
• Dekking boven versterkingsnetten: minimum 3 mm
• Afwerkingsgraad: glad afgeschuurd volgens TV 199 § 4.3.3
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• Uitzettingsvoegen volgens TV 201 §3.6:
• ter plaatse van de voeg worden 2 hoekstopprofielen geplaatst. De voeg tussen beide profielen wordt afgedicht met een elastische kit op een voegband uit kunststofschuim.
• de profielen worden om de 60 cm aan de ondergrond bevestigd met roestvaste nagels of schroeven of worden ingebed.
• Dichtingsvoegen: na het drogen van het pleisterwerk worden de voegen van het pleisterwerk met het buitenschrijnwerk opgekit met een overschilderbare kitvoeg.
• Alle binnenhoeken van pleisterwerk, uitgevoerd op verschillende materialen worden met behulp van een speciaal mes zorgvuldig ingesneden. De voegen wordt opgespoten met een overschilderbare acrylaatkit in witte kleur.
• Het pleisterwerk wordt schilderklaar afgewerkt voor de gebruiker en voorbehandeld met een watergedragen primer met hoog penetratievermogen op basis van kunstharsen
Keuring
• De uitvoeringstoleranties en beoordeling van de in het bestek opgegeven afwerkingsgraad zijn volgens TV 199 § 4.3 Toleranties op de bepleistering. Deze zijn o.a. voor de afwerkingsgraad
• ‘normaal’: maximaal 5 mm op een regel van 2 meter en 2 mm op een regel van 20 cm voor de vlakheid en maximaal 8 mm afwijking op de vertikale stand per 2,5 m hoogte.
• Het maximaal aantal toegestane onregelmatigheden per 4 m2 (gebrek aan gepolijste oppervlakte over max 0,5 dm2) bedraagt 4 voor de afwerking ‘normaal’ en 2 voor de afwerking ‘speciaal’.
• De uitvoering omvat steeds een afwerkingsronde, na de uitvoering van de technieken en binnenafwerkingen, voor het plaatselijk bijwerken rond leiding- en ventilatiekanalen, aansluitingen, ...
Meting
• meeteenheid: per m²
• meetcode: netto oppervlakte, alle openingen groter dan 0,5 m² worden afgetrokken. De pleisterwerken zijn niet vatbaar voor verrekeningen ook niet in de dikte.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen | |||
L | H | ||
scheiding kleedk./douches heren - loods 1 | 180 | 400 | 7,20 |
1 | 60 | 400 | 2,40 |
1 | 735 | 400 | 29,40 |
1 | 150 | 400 | 6,00 |
scheiding kleedk./douches heren - gang 1 | 875 | 400 | 35,00 |
-1 105 205 -2,15
77,850
7. WANDAFWERKING – BETEGELING |FH| M²
Omschrijving
Alle leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene wandbetegeling tot een afgewerkt geheel. De werken omvatten
• alle te voorziene handelingen, zoals beschreven in TV 227; alle noodzakelijke bijkomende handelingen blijven onverminderd een last van de (algemene) aanneming;
• de voorbereiding van de ondergrond, het verwijderen van alle vuil en loszittende delen;
• het verwijderen van uitspringende delen en/of uitvlakken, opruwen, … van de muurvlakken;
• de bescherming van reeds geplaats schrijnwerk en/of sanitaire toestellen;
• de te verwezenlijken uitsparingen voor te integreren kraanwerk, schakelaars, stopcontacten, haken, steunen, e.d., die vooraf geplaatst moeten worden;
• de eventueel noodzakelijke grondlagen voor een verbeterde hechting en/of bescherming tegen vocht (primers, e.d.), de volgens bestek te voorziene waterdichte doeken, …;
• het leveren en plaatsen van de tegels en te voorziene aansluit- en beschermprofielen;
• het opvoegen van de muurvlakken en het afwerken van de naden met elastische kitten ;
• het reinigen van de betegelde muurvlakken, inbegrepen het verwijderen van alle vlekken van mortel of lijm en voegspecie.
Materialen
• De materialen beantwoorden aan TV 227 – Muurbetegelingen § 3 materialen en toebehoren.
• Op de rugzijde van de tegels is in onuitwisbare inkt of in reliëfdruk een merk aangebracht dat de identificatie van de fabrikant mogelijk maakt.
• De toleranties van de tegels beantwoorden aan de bepalingen van NBN EN 14411, voor wat volgende controlemethoden betreft: lengte en rechtheid van de kanten, dikte, rechtheid van de hoeken en vlakheid. Tenzij anders vermeld in de specifieke artikels geldt minimum type ‘normaal’, volgens tabel 6 van TV 227.
• De tegellijmen zijn drager van een CE-markering en beantwoorden aan NBN EN 12004 - Kleefstoffen voor tegels - Begripsbepalingen en voorschriften.
• De stelproducten beantwoorden aan TV 227 § 3.2.1., 3.2.2 of 3.2.3
• De voegproducten beantwoorden aan TV 227 § 3.3.1 en zijn verenigbaar met de plaatsingsmortel of plaatsingslijm. Zij bevatten aangepaste toeslagstoffen om een perfecte waterdichtheid en een relatieve elasticiteit te waarborgen. Voor een optimale kwaliteit moet de water/poeder verhouding van de fabrikant strikt worden gerespecteerd.
• De aan te wenden elastische kitten, volgens TV 227 § 3.3.2, zijn vrij van oplosmiddelen (niet- zuurhoudende neutrale siliconen op basis van polysiloxanen, polysulfiden, …). Ze polymeriseren volledig, zijn krimpvrij, schimmelwerend en goed bestand tegen reinigings- en oplosmiddelen (richtwaarden: Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx X 00 XX, Xxxxx hardheid A 25 + 5, Rek tot breuk > 150%, Modulus bij 100% rek ≤ 0,4 N/mm2). Ze zijn minstens bestand tegen temperaturen van -40° tot + 140°C. Kleur: aangepast aan het tegelwerk.
• Hoek- en randprofielen beantwoorden aan TV 227 § 3.4.
• Een volledige reeks monsters samen met een technische documentatie van de mortels of lijmen en elastische kitten, wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het de opdrachtgever en de ontwerper.
• De aannemer zal minimaal vijf stalen van tegels voorleggen, vergezeld van een technische fiche volgens TV 237 (§ 2.4.4.2.).
Specificaties
• Soort: tegels uit dezelfde serie als de voorziene vloertegels in de sanitaire ruimten
• Dikte: minimum 12 mm
• Afmetingen: 600x600 mm
• Randafwerking: gerectifieerde tegels
• Kleurtint: keuze architect uit minimum 5 stalen
• Voegkleur: aangepast aan kleur van tegel, twee stalen te zetten.
Aanvullende specificaties
• Prestatiecriteria tegels:
• Krasweerstand: minimum hardheid 6 op schaal van Mohs (volgens NBN B 27-011)
• Slijtweerstand: minimum klasse 5 (PEI-proef volgens NBN EN 14441), of minimum klasse U3s (PEI-proef volgens UPEC-klassering)
• Chemische weerstand (volgens NBN EN ISO 10545-13): klasse AA (geen zichtbaar effect)
• Weerstand tegen vlekken (volgens NBN EN ISO 10545-14): min. klasse 5
• Weerstand thermische schokken (volgens NBN EN ISO 10545-9): geen beschadiging na proef
• Weerstand haarscheuren (volgens NBN EN ISO 10545-11): geen haarscheuren na proef
• Tegels met gemoduleerde afmetingen in functie van voorzien tegelpatroon.
• De tegellijm draagt een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig.
Uitvoering
• De uitvoering moet beantwoorden aan de voorschriften van TV 227 – Muurbetegelingen § 5 ‘Uitvoering van de muurbetegeling’. In het bijzonder worden de bepalingen van § 5.6.2 ‘Betegeling in vochtige ruimten’ en randvoorwaarden volgens tabel 14 strikt opgevolgd.
• Zettingsvoegen in de tegeldrager moeten worden doorgetrokken in de wandbetegeling volgens TV 227 § 5.5.1.2.
• Tegelvoegen overeenkomstig TV 227 § 5.5.1.1 Afwerkingsvoegen. Voor het optimaal afvoegen van het tegelwerk moeten de voegen vrij zijn van lijm- of specieresten. De voegen en het oppervlak van de tegels worden voor het verharden van de lijm of de mortel schoongemaakt. Voor het afvoegen moeten de tegels goed bevochtigd worden zodat de voegspecie niet kan verbranden.
• Onmiddellijk na het plaatsen wordt de betegelde oppervlakte zorgvuldig afgesponst of gereinigd met fijn wit zand. Na droging wordt de cementsluier met een schone, droge doek verwijderd.
• De verticale en horizontale hoekvoegen worden vrijgehouden van voegmateriaal, zorgvuldig ontvet en afgekit met een blijvend elastische, schimmelwerende niet-zuurhoudende kit.
• In de voegen tussen de bevloering en de muren wordt geen voegmortel geplaatst om uitzetting toe te laten. Ze worden gevuld met een daartoe geschikte elastische voegkit.
• De aansluitvoegen met sanitaire toestellen (wasgoot, douche) worden afgewerkt met een sanitaire kit volgens TV 227 § 5.6.2.3 of aangepaste profielen volgens TV 227 § 5.6.3.
• De tegels worden geplaatst in een ‘dunbed’ volgens TV 227 § 5.4.2 door middel van een enkele
/ dubbele verlijming op de voorziene ondergronden. De lijmkamvertanding moet zodanig gekozen worden dat het contactoppervlak minimum 65% bedraagt van het tegeloppervlak.
• Stelpatroon: symmetrisch (waarbij het gebruik van smalle repen van minder dan een halve tegel wordt vermeden) en volgens detailtekening geplaatst met doorlopende voegen.
• Voegbreedte: gelijkmatige effen voegen van 2 mm breed, waarbij de voegbreedte nooit kleiner is dan het dubbel van de toleranties op de tegelafmetingen.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• Voor het betegelen wordt de drager over de volledige oppervlakte uitbekleed met een barstoverbruggende afdichtingsmat bestaande uit zacht PE en aan beide zijden voorzien van een vliesweefsel voor een goede verankering in de tegellijm en waarop de tegelbekleding rechtstreeks kan aangebracht worden. De afdichtingsmat, lijm en alle verbindings-, vorm- en hulpstukken zijn van dezelfde fabrikant. Uitvoering volgens voorschriften fabrikant.
• Er wordt een dubbele afdichting voorzien bij doucheranden, d.w.z. dat de voeg een eerste maal moet opgespoten worden vóór plaatsing van de wandbetegeling. Pas na visuele controle door de architect mag de betegeling geplaatst worden. Er wordt gebruik gemaakt van blijvend elastische, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen.
• Voor de afwerking van de in het zicht blijvende hoeken / randen wordt gebruik gemaakt van tegels met afgeronde zijkanten / aangepaste profielen uit geanodiseerd aluminium.
Keuring
• De wandbetegeling is vrij van cementsluier, van voeg- of tegelbarsten, krassen of andere oppervlaktebeschadigingen. Rozetten en/of dekplaatjes van geïntegreerd kraanwerk, schakelaars, stopcontacten, … moeten de voorziene uitsparingen volledig overlappen.
• In overeenstemming met tabel 15 van TV 227 § 6.1 beantwoorden de uitvoeringstoleranties minimum aan de klasse R1.2 ‘normale uitvoering’.
• De muurbekleding kan worden afgekeurd bij het voorkomen van
• niveauverschillen van meer dan 1 mm tussen twee tegels;
• afwijkingen op de vlakheid van meer dan 5 mm (op lat van 2m) of 2 mm (op lat van 20 cm);
• afwijkingen op de rechtheid van voegen van meer dan 2mm/m;
• afwijkingen op de voegbreedte van meer dan 1 mm.
• Voor de keuring moet men bovenvermelde toleranties nog vermeerderen met de respectievelijke dimensionele fabriekstoleranties van de gebruikte tegels.
• Een uniforme kleurnuancering is vereist voor één en hetzelfde lokaal.
Meting
• meeteenheid: per m2
• meetcode: netto uit te voeren oppervlakte
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen | ||||
scheiding kleedk./douches heren - loods | 1 | L 190 | H 252 | 4,79 |
1 | 60 | 252 | 1,51 | |
1 | 355 | 252 | 8,95 | |
1 | 360 | 270 | 9,72 | |
1 | 140 | 270 | 3,78 | |
2 | 30 | 270 | 1,62 | |
1 | 40 | 270 | 1,08 | |
1 | 550 | 270 | 14,85 | |
scheiding kleedk./douches heren - gang | 1 | 360 | 270 | 9,72 |
-1 | 105 | 205 | -2,15 | |
1 | 545 | 252 | 13,73 | |
scheiding kleedkamer heren - douches | 2 | 55 | 270 | 2,97 |
1 | 490 | 270 | 13,23 | |
2 | 10 | 270 | 0,54 | |
2 | 110 | 50 | 1,10 | |
2 | 65 | 252 | 3,28 | |
2 | 80 | 252 | 4,03 | |
2 | 110 | 50 | 1,10 | |
2 | 160 | 252 | 8,06 | |
xxxxxx xxxxxxxxxx heren | 2 | 180 | 252 | 9,07 |
2 | 190 | 252 | 9,58 | |
2 | 60 | 252 | 3,02 | |
2 | 70 | 252 | 3,53 | |
2 | 10 | 252 | 0,50 | |
wanden douches heren | 6 | 80 | 252 | 12,10 |
6 | 90 | 252 | 13,61 | |
3 | 190 | 252 | 14,36 | |
6 | 10 | 252 | 1,51 | |
2 | 160 | 252 | 8,06 | |
1 | 330 | 252 | 8,32 | |
wanden wastrog loods | 2 | 60 | 240 | 2,88 |
1 | 180 | 240 | 4,32 | |
wanden toilet mindervalide | 2 | 220 | 250 | 11,00 |
2 | 170 | 250 | 8,50 | |
-1 | 105 | 205 | -2,15 | |
wanden toilet heren | 4 | 120 | 250 | 12,00 |
2 | 125 | 250 | 6,25 | |
2 | 135 | 250 | 6,75 | |
2 | 180 | 250 | 9,00 | |
2 | 270 | 250 | 13,50 | |
-5 | 90 | 205 | -9,23 | |
wanden toilet dames | 2 | 125 | 250 | 6,25 |
2 | 280 | 250 | 14,00 | |
-1 | 90 | 205 | -1,85 |
2 | 280 | 250 | 14,00 |
2 | 315 | 250 | 15,75 |
2 | 180 | 250 | 9,00 |
-1 | 90 | 205 | -1,85 |
-2 | 90 | 250 | -4,50 |
299,19 |
wanden kleedkamer dames
8. WANDAFWERKING – SPIEGEL |FH| M²
Omschrijving
In alle sanitaire units (kleedkamers en toiletten) moeten spiegels worden voorzien. Deze dienen in 1 vlak te liggen met de wandtegels.
Speciale aandacht bij plaatsing van tegels en sanitaire toestellen zodat de spiegel uitlijnt boven het toestel.
Materiaal
• spiegelglas volgens NBN EN 1036 - Glas in gebouwen - Verzilverde floatglazen spiegels voor binnengebruik
• draaglaag: min. klasse II
• weerkaatsende laag: min. klasse B
• min. dikte: 6 mm
• gladgeslepen randen.
o Vorm: rechthoekig
o Afmetingen: 180x120 / 120x120 / 60x120 mm
o Kleur: neutraal zilver
Uitvoering
• Met spiegellijm op ondergrond bevestigen
o Op achterzijde met verticale banen van 2-3mm dik h.o.h. 10cm
o Na volledige uitdroging van spiegellijm (ca. 1 week) rondom afkitten met sanitaire silicone.
Meting
• meeteenheid: per m2
• meetcode: netto uit te voeren oppervlakte
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen | ||||
Kleedkamer heren | 2 | L 180 | H 120 | 4,32 |
Kleedkamer dames | 1 | 60 | 120 | 0,72 |
Toilet mindervalide | 1 | 60 | 120 | 0,72 |
Toilet heren | 1 | 60 | 120 | 0,72 |
Toilet dames | 1 | 60 | 120 | 0,72 |
7,20 |
9. VLOER – OPSCHUREN EN HERSTELLEN BESTAANDE VLOER |FH| M²
Omschrijving
Na het verwijderen van de vloerafwerking wordt de draag- of ondervloer zorgvuldig schoon gemaakt om alle gruis, lijmsporen of gelijk welke uitslag te verwijderen.
Ook alle schade die is achtergebleven na de afbraakwerken dient binnen deze post te worden hersteld.
Materiaal
De prijsgever dient in zijn offerte aan te geven welke oplossing hij voorziet.
Uitvoering
Indien de prijsgever voor deze post met een onderaannemer werkt dan dient hij deze kenbaar te maken en drie referenties voor te leggen.
Meting
• meeteenheid: per m2
• meetcode: netto uit te voeren oppervlakte
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
320m²
10. VLOER – UITVULLAAG |FH| M²
Omschrijving
In de uitvullagen worden alle oneffenheden, peilverschillen, leidingen, kokers, dozen, buizen, … van en op de draagvloer weggewerkt, zodat de dekvloer in een vrij constante dikte kan aangebracht worden. De vereiste voorzieningen voor rand- en zettingsvoegen zijn inbegrepen.
De vloerisolatie bestaat uit een naadloze isolerende uitvullaag van hard polyurethaanschuim. De schuimlaag wordt bekomen door het ter plaatse spuiten van een vloeibaar tweecomponentenmengsel. De chemische reactie tussen polyol en isocyanaat zorgt voor de schuimvorming en expansie waarna het schuim uithardt.
Materiaal
• De bepalingen van volgende normen zijn van toepassing:
o NBN 14315-1: Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - In-situ gevormde producten van hard polyurethaanschuim (PUR) en polyisocyanuraatschuim (PIR) - Deel 1: Specificatie voor het hardschuimspuitsysteem vóór installatie
o NBN 14315-2: Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - In-situ gevormde producten van hard polyurethaanschuim (PUR) en polyisocyanuraatschuim (PIR) - Deel 2: Specificatie voor de geïnstalleerde producten
• Het isolatiesysteem moet een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig hebben voor toepassing op de betrokken ondergrond en in de voorziene dekvloer.
Specificaties
• Dikte: 8 cm (de minimale en maximale diktes uit de technische goedkeuring moeten gerespecteerd worden).
• Prestatiecriteria:
o Volumemassa (NBN EN 1602): minimum 33 kg/m3
o Druksterkte bij 10 % vervorming (NBN EN 826): minimum 0,15 N/mm2
o Gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt ( d) voor de toegepaste dikte: max. 0,028 W/mK
Uitvoering
• De bepalingen van TV 189 en 193 zijn van toepassing.
• De draagvloer moet voldoende zuiver zijn om een goede hechting te waarborgen.
• De peilen van de afgewerkte uitvullagen beantwoorden aan de eisen gesteld in TV 189 § 4.2.1.3. Het afgewerkte peil houdt steeds rekening met de dikte van de dekvloer, eventuele akoestische vloermatten, isolatie en de vloerbekleding.
• Eventuele uitzetvoegen van de draagstructuur worden steeds in de uitvullaag doorgetrokken.
• Eventuele vochtweringslagen ter hoogte van het buitenschrijnwerk en/of dorpels zullen voorafgaandelijk op een adequate manier rechtop gezet worden om de isolerende uitvullaag naadloos te laten aansluiten tegen de gevel.
• Rond eventuele uitsparingen voor trapopeningen, kokerdoorvoeren, … worden geschikte randbekistingen voorzien.
• De installateur moet een ATG-certificaat of gelijkwaardig hebben inzake de bekwaamheid voor de uitvoering van thermische vloerisolatie met het voorgestelde isolatiesysteem.
• De uitvoeringsvoorschriften in de technische goedkeuring worden strikt gevolgd.
• Het gebouw moet regen- en winddicht zijn en de omgevingstemperatuur moet minimaal 0°C of 5°C bedragen, afhankelijk van het producttype (zie ATG of gelijkwaardig).
• Ramen en schrijnwerk moeten volledig afgeplakt worden voor men begint met spuiten. Bepleisteringen worden beschermd tot op een hoogte van minstens 150 cm boven de draagvloer. Om de uitgevoerde hoogtes te kunnen controleren dient de meterpas aangeduid te zijn.
• De draagvloer moet volledig droog, vet- en stofvrij zijn om een goede hechting te bekomen, de temperatuur van het oppervlak moet minimum 5°C en maximum 35°C bedragen.
• Eventueel aanwezige leidingen moeten voldoende bevestigd zijn aan de draagvloer om wegdrijven te vermijden. Boven de leidingen moet de isolatielaag tenminste 30 mm dik zijn.
• De isolatielaag wordt in verschillende lagen gespoten tot de vereiste dikte. De wachttijden tussen de uitvoering van de verschillende lagen worden nageleefd (zie ATG of gelijkwaardig).
• Eventuele ophogingen (bijv. boven ingewerkte leidingen) worden afgetopt.
• De dekvloer mag pas 24u na afwerking van de isolatielaag aangebracht worden.
• De lokalen worden de eerste uren na de werken grondig verlucht.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• Alle ingewerkte metalen leidingen zullen beschermd worden tegen corrosie.
• Om een vlak oppervlak te bekomen wordt de isolatielaag na verharding afgeschuurd (vlakheidstolerantie ca. 1 cm / 2 m) en opgeveegd.
Meting
• meeteenheid: m²
• meetcode: netto uit te voeren oppervlakte. Uitsparingen groter dan 0,5 m² worden afgetrokken.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
30,18 m²
11. VLOER – DEKVLOER |FH| M²
Materialen
• De bepalingen van TV 189 – Dekvloeren – Deel 1 zijn van toepassing.
• Bindmiddel cement overeenkomstig NBN EN 197-1.
• Toeslagstoffen overeenkomstig NBN EN 13139.
• Hulpstoffen overeenkomstig XXX X00-000 en NBN EN 934-2. Bij het gebruik van hulpstoffen wordt de verenigbaarheid ervan met het bindmiddel, de toeslagstoffen en andere componenten van de vloer nagegaan zodat geen enkel nadelig gevolg zou optreden bij het gebruik ervan. De voorschriften van de fabrikant worden strikt gevolgd. Het mengen van verschillende hulpstoffen onderling is verboden, behalve met voorafgaand akkoord van de fabrikant(en) en de architect.
• Het aanmaakwater moet zuiver en vrij zijn van schadelijke stoffen, overeenkomstig NBN EN 1008.
• De zwevende cementgebonden dekvloer beantwoordt aan de bepalingen van §5 van TV 189. De samenstelling wordt bepaald door de aannemer, rekening houdend met de richtlijnen van §
5.4 van TV 189 en § 4.3 van TV 193.
Specificaties
• Dikte: 8 cm
• Druksterkte (proefmethode volgens TV 189 § 4.3.2): min. 5 N/mm²
• Vlakheid (volgens TV 189): min. klasse 2
• Peil van de afgewerkte dekvloer (volgens TV 189): min. klasse 2
Uitvoering
• De uitvoering gebeurt volgens TV 193 - Dekvloeren – Deel 2: Uitvoering.
• De dekvloeren mogen niet worden aangebracht wanneer de temperatuur van het grondvlak en/of de omgeving lager is dan 5°C.
• De ondergrond waarop de dekvloer aangebracht zal worden, moet vrij zijn van afval en zorgvuldig gereinigd worden voor de aanvang van de werken. In te werken toebehoren zoals vloerkaders, vloerroosters, afvoerputten, … worden voorafgaandelijk op de werf aangeduid.
• De aannemer controleert of het legvlak beantwoordt aan de eisen gesteld in de TV 193. De aannemer licht voor de aanvang van de werken de architect in over eventuele vastgestelde gebreken, uitvoeringsfouten of overschrijdingen van de toleranties.
• De uitvoering van eventuele randstroken, krimp- en bewegingsvoegen is in dit artikel begrepen. Het voegenpatroon en de uitvoering ervan worden voorgelegd aan de architect. Ter hoogte van de deuropeningen worden de randvoegen doorgetrokken.
• De specie wordt gelijkmatig verspreid, afgetrokken en verdicht. Speciale aandacht wordt besteed aan het goed opvullen van de specie in de hoeken tussen vloer en opstand. Dagnaden binnen de ruimtes worden door een correcte planning zo veel als mogelijk vermeden.
• De dekvloeren worden tegen snel uitdrogen beschermd. Tocht en intense straling zijn te weren. De wachttijden voor ingebruikneming (volgens de voorschriften van de fabrikant en TV 189) moeten gerespecteerd worden.
• De dekvloer wordt van de ondergrond gescheiden door middel van een scheidingsfolie.
• De dekvloer wordt voorzien van een wapening met gegalvaniseerde stalen netten met vierkante mazen 50x50x2 mm. De wapening wordt aangebracht in de onderste helft van de dekvloer (tussen het onderste derde en de helft van de dikte). De overlappingen van het draadnet bedragen min. 15 cm.
• Over de gehele omtrek van de dekvloer wordt een randisolatie aangebracht tegen de muur. Deze bestaat uit stroken polystyreen- of polyethyleenschuim min. 5 mm dik of een gelijkwaardige randisolatie, en steekt enkele cm boven de afgewerkte vloer uit. Na voltooiing van de vloerwerken worden ze gelijk met de bedekking afgesneden.
• Uitzettingsvoegen worden voorzien om de oppervlakken te beperken tot 50 m2 (40 m2 bij verwarmde vloeren) en de lengte tot 8 m. De uitzettingsvoegen van de dekvloer vallen samen met deze van de bevloering en zijn af te werken volgens § 6.1.2.1 van TV 193.
Keuring
De dekvloer moet vlak zijn en op het voorgeschreven niveau liggen. De controles worden uitgevoerd volgens de bepalingen in TV 189 en met de in het bestek bepaalde toleranties.
Meting
• meeteenheid: m²
• meetcode: netto uit te voeren oppervlakte, gemeten tussen de naakte muren. Deurtussenruimten worden meegerekend. Uitsparingen groter dan 0,5 m² worden afgetrokken. De randisolaties worden niet afzonderlijk in rekening gebracht.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
30,18 m²
12. VLOERAFWERKING – BETEGELING |FH| M²
Omschrijving
De werken omvatten:
• de voorafgaandelijke controle en voorbereiding van het draagvlak:
o het verwijderen van alle vuil, afval, vreemde stoffen, gips, vetten, enz., ... (ten laste van de algemene aanneming)
o het opvullen van eventuele holten met een aangepaste specie
• de levering en plaatsing van de tegels met inbegrip van de plaatsingsmortels of -lijmen;
• het aanwerken van de vloerbekleding tegen uitsparingen en doorvoeringen, de eventuele beëindigingen, in- en uitwendige hoeken en ontmoetingen waarop bijzondere vormstukken worden toegepast;
• de voorziening van de nodige rand-, scheidings- en uitzetvoegen;
• het opgieten en/of opvoegen van de vloer en het afkitten van de uitzettingsvoegen;
• het opkuisen en reinigen van de vloerbekleding, incl. het verwijderen van alle vlekken van legmortel, lijm of voegspecie.
Materiaal
• TV 237 Keramische binnenvloerbetegelingen is van toepassing.
• NBN EN 14411 – Keramische tegels – Definities, classificatie, eigenschappen en merken is van toepassing.
• De aannemer zal minimaal vijf stalen van tegels voorleggen, vergezeld van een technische fiche die volgens TV 237 (§ 2.4.4.2.) opgesteld is.
• De karakteristieken van de hechtingsmaterialen beantwoorden aan hoofdstuk 3 van TV 237. Een technische documentatie van de tegellijm wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de architect.
• De samenstelling van de leg- en voegmaterialen, elastische kitten en de nodige rand-, scheidings- en uitzetvoegen wordt gekozen in functie van de plaatsingsomstandigheden en het soort tegel.
• De materialen voor de afwerkingsvoegen tussen de tegels beantwoorden aan § 3.5 van TV 237. Zij moeten verenigbaar zijn met de aangewende legmortel of plaatsingslijm. Het zand van de voegspecie bevat geen kleurende stoffen en bevat geen klei en ijzerhoudende deeltjes.
• De producten voor uitzettingsvoegen voldoen aan § 3.6 van TV 237. Vóór het aanbrengen van de kit moet men de voeg voorzien van een voegbodem of van een andere kunststof die de hechting van de kit aan de voegbodem verhindert. Het gebruik van een rubberbitumenkit is niet toegelaten.
• De tegels zijn ongeglazuurde, drooggeperste, dubbelhardgebakken, volledig gesinterde vloertegels, geproduceerd volgens een tweelagensysteem, overeenkomstig NEN EN 14411 BIa.
• De toplaag heeft een oppervlaktedessin ofwel schakering. Deze schakering ontstaat door gecontroleerd natuurlijk valgedrag van de kleikorrels, waardoor iedere tegel uniek is.
• De tegels hebben een mat en natuurlijk uiterlijk (grootschalig veegeffect verkregen door pigmentprocedé: gesproeidroogd granulaat, met fijne en grove vlokken; iedere tegel bestaat uit een midden en een donkere kleurtoon of een midden en een lichtere kleurtoon) en heeft een wateropneming van < 0,1% aan het oppervlak en een wateropneming van ≤ 0,3% aan de onderzijde.
Specificaties
• Afmetingen: 60 x 60 cm
• Dikte: minimum 12 mm
• Randafwerking: gerectifieerde tegels
• Rugzijde: geprofileerd
• Kleurtint: lichtgrijs / donkergrijs / de aannemer zal een stalenkaart met een vijftal kleuren voorleggen
• Uitzicht: oppervlaktedessin / schakering
• Glans: mat
• Krasweerstand: minimum hardheid 6 op schaal van Mohs (volgens NBN B 27-011)
• Slijtweerstand: minimum klasse 5 (PEI-proef volgens NBN EN 14441), of minimum klasse U3s (PEI-proef volgens UPEC-klassering)
• Chemische weerstand (volgens NBN EN ISO 10545-13): klasse AA (geen zichtbaar effect)
• Weerstand tegen vlekken (volgens NBN EN ISO 10545-14): min. klasse 5
• Weerstand tegen thermische schokken (volgens NBN EN ISO 10545-9): geen beschadiging na proef
• Weerstand tegen haarscheuren (volgens NBN EN ISO 10545-11): geen haarscheuren na proef
Aanvullende specificaties
• Slipweerstand
o bij bewandeling met schoeisel: minimum R10 (volgens DIN 51130)
o bij bewandeling zonder schoeisel: minimum klasse B (volgens DIN 51091)
• De tegellijm draagt een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig.
• De tegels worden geplaatst met open voegen op een verharde dekvloer met een mortellijm, volgens § 6.1 van TV 237.
• Voegbreedte: 2 mm.
• Voegkleur: aangepast aan de kleur van de tegel
• Legpatroon (volgens hoofdstuk 5 van TV 237): kruisende voegen
• De tegels worden volgens detailtekening geplaatst.
• De rand-, scheidings- en uitzetvoegen zijn inbegrepen en uit te voeren volgens de richtlijnen van § 6.5 van TV 237.
Uitvoering
• De plaatsing van de tegels zal gebeuren volgens de richtlijnen beschreven in hoofdstuk 6 van TV 237.
• De toleranties zoals opgenomen in tabel 9 van TV 237 zijn van toepassing. Voor de vlakheid van de tegels wordt echter een strengere tolerantie geëist: maximale afwijking van 0,5%.
Legpatronen – voegbreedte
• De tegelverdeling per lokaal en het punt van waaruit de tegels moeten uitgelegd worden, zal bepaald worden in samenspraak met de architect. Smalle stroken van minder dan een halve tegel moeten vermeden worden. Voor een precieze voegverdeling wordt voor het betegelen steeds een volledige rij tegels uitgelegd in beide richtingen van het lokaal.
Verdeelvoegen
• Bij zwevende dekvloeren moeten verdeelvoegen de tegeloppervlakte verdelen in velden met een maximale oppervlakte van 50 m² of met een lengte van maximaal 8 m. De te voorziene voegen worden steeds voorzien over de volledige diepte van de bevloering, d.w.z. bedding inbegrepen en langsheen alle gemetste muren, rondom deurkaders en langs deuropeningen onder de deurbladen, volgens de aslijnen van kolommen, ….
• In de overgang tussen twee verschillende vloerbekledingen wordt een scheidingssprofiel geplaatst.
Uithardingsperiode – bescherming
• Gedurende de droogperiode moeten de werken beschermd worden tegen rechtstreekse bestraling, vocht, hoge temperaturen en vorst. De algemene aannemer draagt er, in overleg met de tegelzetter, de nodige zorg voor dat de tegels na plaatsing niet te vroeg belopen worden. Er moet bij voortgang van andere werkzaamheden rekening worden gehouden met een goed verdeelde belasting bij het stapelen van materialen, e.d.
• De niet beloopbare periode voor tegels bedraagt bij plaatsing met tegellijm: minstens 4 dagen en/of volgens de voorschriften van de lijmfabrikant.
• Verdeelde belastingen (stapelen van materialen) zonder puntlasten worden ten vroegste na 15 dagen toegelaten, de periode tot volledige ingebruikname bedraagt 28 dagen.
Voegtechnieken – afwerking
• Het opvoegen gebeurt pas nadat de vloer belopen mag worden.
• In de voegen tussen de bevloering en de muren wordt nooit mortel aangebracht, om de uitzetting van de bevloering toe te laten. Ze worden voorzien van een vulmateriaal (polyethyleenschuimstroken of gelijkwaardige randisolatie). Deze akoestische randisolatie mag nergens onderbroken worden door de vloerwerken en pas na het afwerken van de vloer op hoogte van de vloer afgesneden worden.Bij het afwerken van de bevloering wordt de voeg afgekit met een daartoe geschikte plastische voegmassa, in de kleur van de andere voegen.
• Voor het bepalen van de juiste kleur van de voegspecie, kan worden gevraagd om voorafgaandelijk enkele voegstalen aan te brengen, tot het uitdrukkelijk akkoord van de architect wordt bekomen.
• De reiniging maakt deel uit van de afwerking van de vloerbetegeling en wordt uitgevoerd door de tegelzetter. Onmiddellijk na het gieten van de voegen moet een reiniging verricht worden om alle vervuiling afkomstig van de opvoeging (cementsluier) te verwijderen. Hierbij moet erop toegezien worden dat bij deze bewerking de voegen niet uitgewassen worden, zodat het voegoppervlak gesloten en glad blijft.
Keuring
• De keuring van de materialen en controle van de werken zullen gebeuren volgens hoofdstuk 7 van TV 237.
Toleranties
• De bevloering moet in alle richtingen horizontaal en volkomen vlak gelegd worden behalve als het anders aangeduid is op de plannen of in dit bestek.
• De afwijkingen van de afgewerkte niveaus t.o.v. de opgegeven referentieniveaus bedragen maximaal:
Afstand “d” tussen een punt van de vloerbedekking en het dichtstbijzijnde referentiepeil (in m) | Maximaal toegestane afwijking (in mm) |
1 m < d ≤ 3 m | 6 mm |
3 m < d ≤ 6 m | 8 mm |
6 m < d ≤ 15 m | 10 mm |
• Tussen twee aan elkaar grenzende tegels mag er een maximum hoogteverschil zijn van 1 mm (te verhogen met de tolerantie op de gebruikte tegel). Op een rij van twee meter, tussen twee willekeurig gekozen punten van de bevloering, mag het hoogteverschil nergens groter zijn dan 3 mm (te verhogen met de tolerantie op de gebruikte tegel). Het nazicht van de toleranties op de vlakheid gebeurt van op tenminste 20 cm afstand van de muren. Zij wordt gemeten met een rechte en stevige lat van 2 m lengte, op het uiteinde voorzien van slijtvaste zolen met afmetingen 50x50 mm en een dikte gelijk aan de toegelaten tolerantie van 3 mm. De lat mag de vloer nergens raken en een plaatje van 6 mm dikte mag niet onder de lat kunnen geplaatst worden.
• De aannemer zal zorgen dat de visuele lijn van de tegelranden en de voegen gerespecteerd wordt, rekening houdend met de toleranties op de tegel.
o De tolerantie op de voorgeschreven voegbreedte bedraagt maximum 1 mm te verhogen met de dimensionele tolerantie op de gebruikte tegel.
o De voegen moeten continu zijn in alle punten. Een rij van 2 m, geplaatst met de 2 uiteinden op de boorden van 2 tegels van dezelfde lijn of rang, mag een lijningssverschil van maximaal 2 mm vertonen.
Kleur – uitzicht
• Een gelijkmatige voegtint wordt vereist in één en hetzelfde lokaal.
• De controle op de kleur en het uitzicht van de gekozen tegelvariëteit gebeurt visueel.
• Merkbare vlekvorming en/of achtergebleven cementsluiers worden niet aanvaard.
Meting
• meeteenheid: per m2
• meetcode: netto oppervlakte gemeten tussen de onafgewerkte muren. De oppervlakten worden over de voegen en naden heen gemeten. Mee betegelde deurtussenruimten worden meegerekend. Openingen en onderbrekingen groter dan 0,50 m2 worden afgetrokken.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
douches heren 30,18
kleedkamer heren 28,91
gang links 19,01
toilet dames 2,87
kleedkamer dames 6,95
toilet mindervalide 3,71
toilet heren 10,36
gang rechts 7,19
109,18
13. VLOERAFWERKING – PLINTEN |FH| M
Materiaal
• De plinten mogen verzaagd worden uit de tegels waarbij het bovenvlak van de plinten steeds gevormd wordt door een tegelzijde.
Specificaties
• Materiaal: idem als keramische tegels vermeld in artikel 8.
• Hoogte: ca. 95 mm
• Dikte: minimum 12 mm
• Lengte: overeenkomstig de modulaire afmetingen van de tegels
• Vorm: de zichtbare hoeken zijn licht afgerond
Uitvoering
• Het plaatsen van de plinten gebeurt slechts na goedkeuring van de plintstalen door de architect en gebeurt volgens de bepalingen van § 6.6. van TV 237 (WTCB).
• De plinten mogen slechts worden geplaatst na de voltooiing van de pleisterwerken, vloerafwerkingen en het binnen- en buitenschrijnwerk.
• De vloerder gebruikt een hechtmiddel naar keuze (cementmortel, lijmmortel, synthetische lijm,
…), aangepast aan de tegel en de ondergrond en volgens de voorschriften van de fabrikant.
• De plinten worden perfect evenwijdig met de wand en loodrecht aansluitend tot net boven de vloer geplaatst.
• Plaatsingspatroon: de plintvoegen vallen steeds samen met deze van de vloertegels. De verticale tussenvoegen worden gevuld met een voegspecie, die verenigbaar is met de plaatsingsmortel.
• Bijzondere zorg moet worden besteed aan het vermijden van contactgeluidsbruggen.
• De plint mag geen contact met de vloer maken, bij het aandrukken in de gebruikte lijm/mortel mag de open voeg tussen vloer en muur niet worden gevuld met mortel.
• Uitstekende randstroken worden afgesneden, waarna de elastische voegen kunnen uitgevoerd worden. De randvoeg onderaan de plinten wordt uitgevoerd volgens hoofdstuk 6.6.3 van TV
237. Het gebruik van rubberbitumenkit is niet toegelaten.
• De kleur van de kitten en de voegmortel is te kiezen door de ontwerper.
• Alle uitzet- en scheidingsvoegen zijn inbegrepen en uit te voeren volgens de richtlijnen van hoofdstuk 7 van TV 237.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• De hoeken worden in verstek uitgevoerd.
Keuring
• Hoogteverschillen tussen plintstukken, die visueel storend zijn én groter dan 1,5 mm worden afgekeurd.
Meting
• meeteenheid: per lopende m
• meetcode: netto lengte, gemeten tussen de muren over voegen en naden heen
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
gang links 19,00
loods 11,25
gang rechts 10,80
41,05
14. PLAFONDAFWERKING – SYSTEEMPLAFOND |FH| M²
Omschrijving
Zichtbare draagconstructie waarbij de panelen op de flens geplaatst worden.
Materialen
• Moduulmaat (mm): 600x600
• Hoofdliggers: afstand (h.o.h.) (mm): 1200
• Verdeelliggers:
o afstand h.o.h. 600 mm haaks op hoofdprofielen
o extra tussenprofielen h.o.h. 600 mm tussen de 1200 mm tussenprofielen.
• Randprofielen: van metaal in combinatie met een houten kantlat.
• Panelen:
o het gebruik van paspanelen is slechts toegestaan als de aard van het werk dit noodzakelijk maakt
o paspanelen kleiner dan een halve paneel zijn niet toegestaan
• Panelen reinigen met hoge/lage drukspuit.
Specificaties
• Materiaal: steenwol
• Kanten: recht
• Oppervlaktebehandeling: structuur
o zichtzijde: waterafstotende hygiënische afwerklaag met akoestisch-open coating en vormen geen voedingsbodem voor schimmels en bacteriën
o rugzijde: naturel mineraalvlies
• Kleur: Wit
• Dikte (mm): 20
• Lengte x breedte (mm): 600x600
• Brandreactie (EN 13501-1): klasse A1
• Brandwerendheid (NEN 6069): onder betonvloer 30 minuten
• Geluidabsorptie (EN ISO 11654)(aw-waarde): 0,90
• Draagstructuur:
o Fabrikant: zelfde als van plafondpanelen
o Type: compatibel met plafondpanelen
o Materiaal: corrosiebestendig metaal (klasse D) NEN EN 13964.
o Oppervlaktebehandeling: witte laklaag.
o Hoofdligger: T-profiel
o Dwars-/verdeelligger: T-profiel
o Randprofiel: L-profiel
Aanvullende specificaties
• Toebehoren:
o Kantlatten: Europees vuren, afmeting 19x38mm in kleur ...
o ophangconstructie: d.m.v. snelhangers, h.o.h. 1200 mm.
o opwaaiveren: bij lagedrukreiniging en hogedrukreiniging.
Uitvoering
Volgens voorschriften fabrikant/leverancier.
Meting
• meeteenheid: m²
• meetcode: netto oppervlakte gemeten tussen de onafgewerkte muren
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
douches heren 30,18
kleedkamer heren 28,91
toilet dames 2,87
kleedkamer dames 6,95
toilet mindervalide 3,71
toilet heren 10,36
82,98
15. TUSSENWAND – DOUCHECELLEN / TOILETTEN |FH| M
Omschrijving
De wanden worden opgebouwd tot een uiterst stabiel geheel met gebruikmaking van alle nodige versterkingen, bevestigingen en steunen in roestvrije en onderhoudsarme materialen.
Materialen
• Massieve, decoratieve en zelfdragende kunststofplaten, vervaardigd op basis van thermohardende kunststofharsen, homogeen versterkt met cellulosevezels en dubbelzijdig afgewerkt met een decoratief melamine oppervlak. De zichtbare randen zijn gebroken.
• Door de afwerking & positionering van vast paneel en deurprofiel is inkijk uitgesloten.
• Het plaatmateriaal is absoluut waterbestendig, bezit een hoge stoot-en krasvastheid en is onderhoudsvriendelijk.
• Deuren in dezelfde kunststofplaat: en alle randen gebroken. De deuren liggen in hetzelfde vlak als de voorwand. De deuren en wanden zijn half op half uitgefreesd zodat bijkomende aluminium aanslagprofielen overbodig zijn.
• Geëxtrudeerde aluminium profielen, nadien gemoffeld met polyester poederlak.
• Het ronde aluminium deurscharnier loopt over de volle hoogte van de deur en is voorzien van een geïntegreerd dichtlopend en geruisloos sluitsysteem. Het zelfsluitend vingerveilig deurscharnier bevat een ingewerkt dempingsmechanisme waardoor de deur in de laatste sluitingsfase afremt en zacht dichtgaat. Het scharnierprofiel wordt over de volle hoogte ingefreesd in de deur die in hetzelfde vlak ligt als de voorwand.
• De zelfsluitende deuren hebben een openingsbereik van 180°. Een geïntegreerd mechanisme zorgt ervoor om de deur vanaf 160° in open stand te plaatsen.
• 2 vaste deurknoppen en een vrij/bezetslot dat in noodgeval vanaf de buitenzijde kan geopend worden. Standaard, alles in hoogwaardig nylon en onzichtbaar vastgeschroefd.
• Kleuren
o Panelen standaard kleurkaart met minimum 12 kleuren voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper.
o Nylon onderdelen: standaard kleurkaart met minimum 4 kleuren voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper.
o Aluminium profielen: standaard kleurkaart met minimum 4 kleuren voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper.
Specificaties
• Hoogte van de voor- en zijwand is 2020 mm, 150 mm poothoogte inbegrepen
• Dikte van de platen: 13 mm
• De diverse afmetingen zijn:
o stabilisator boven de voorwand en zijwand: 64 x 40 mm,
o U-profielen voor muur- en wandbevestiging: 32 x 26 mm
o vingerveilig deurscharnier: Ø 30 mm
• Stabiele in hoogte verstelbare RVS pootjes Ø 34 mm met kegelvormige afdekrozet.
• Onzichtbare bevestiging en afgewerkt met een clipsend geanodiseerd alu-afdekplaatje.
Aanvullende specificaties
• Toebehoren:
o Kleerhaken
o Zitbankjes
Uitvoering
• Volgens voorschriften leverancier.
• Uitvoeringstekeningen voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper.
Meting
• meeteenheid: per lopende m
• meetcode: netto lengte, gemeten tussen de muren
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen | |||
douches heren | 1 | 670 | 6,70 |
1 | 330 | 3,30 | |
3 | 80 | 2,40 | |
1 | 170 | 1,70 | |
douche dames | 1 | 90 | 0,90 |
toilet dames | 1 | 90 | 0,90 |
toilet heren | 1 | 280 | 2,80 |
2 | 105 | 2,10 | |
20,80 |
16. BINNENDEUR – AANPASSEN BESTAANDE DEUREN |FH| ST
Omschrijving
Omwille van de aanpassing van het vloerniveau op de plaatsen waar er tegels worden geplaatst dienen de bestaande deuren te worden aangepast.
Uitvoering
Deur inkorten zodat deze in gebruik kan blijven.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
Indien de deur een attestering heeft dan dient te worden nagegaan of deze na de manipulatie nog geldig is.
Meting
• meeteenheid: per stuk
• meetcode: deurgeheel
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
1 stuk (deur buiten dienst gesteld technisch lokaal)
17. BINNENDEUR – BLOKDEUR |FH| ST
Omschrijving
Alle noodzakelijke elementen, werken en leveringen voor het samenstellen van de binnendeuren en -ramen tot een afgewerkt geheel. De werken omvatten:
• de controle en opmeting ter plaatse van alle deuropeningen (dagmaten) en de eventueel vereiste aanpassing van te prefabriceren elementen aan de werkelijke afmetingen, ...;
• de levering en plaatsing van alle elementen nodig voor het samenstellen van de deur- en/of raamgehelen:
• de kozijnen met inbegrip van alle toebehoren voor de bevestiging aan de ruwbouw van de vaste of bewegende bovenpanelen en van alle onderdelen voor meervoudige deurgehelen, de doorlopende dichtingstrippen, de nodige schootgaten met metalen dekplaatjes, ...;
o de deurbladen met inbegrip van eventuele uitsparingen voor beglazing of vulpanelen;
o alle hang- en sluitwerk;
o de voorgeschreven beschermingsprocédés en oppervlaktebehandelingen (behalve de afwerkingen opgenomen in hoofdstuk 80 binnenschilderwerken);
• het verwijderen van alle afval afkomstig van de werken en van alle klevers op deurbladen, met uitzondering van deze met de kenmerken van brandweerstand, …;
• de controle ter plaatste voor de definitieve oplevering, de vervangingen en/of bijregelingen.
Deurkozijn
Levering en plaatsing van de deurkozijnen, met inbegrip van de afdeklijsten, hang- en sluitwerk en de eventuele bovenpanelen of daglichten.
Deurblad
Levering en afhangen van de deurbladen, met inbegrip van de deurvleugels, sloten en sleutels, krukken en rozetten, roosters, evt. bovenpanelen, invulbeglazing en toebehoren, ….
Materialen
• STS 53-1 Deuren is van toepassing.
• In afwachting van een geharmoniseerde productnorm met bijhorende CE-markering, wordt in geval van betwistingen de voorlopige norm prNBN EN 14351-2 ‘Binnendeuren zonder brandeigenschappen, manueel bediend of aangedreven’ gehanteerd.
• De deurelementen beantwoorden volgens hun respectievelijke bestemming aan de gestelde prestaties volgens STS 53 § 1.4. Prestatievoorschriften en de normen NBN EN 950, NBN EN 951, NBN EN 952, NBN EN 1529, NBN EN 1530, NBN EN 1191 NBN EN 1192 en NBN EN 1294.
• Volgens toepassingsdomein beantwoorden de binnendeuren minimaal aan de prestaties van de bijlage bij STS 53 ‘Aanbevolen prestaties in functie van de toepassing’ of aan strengere voorwaarden die eventueel opgelegd worden verder in dit bestek.
• De deuren voldoen aan de mechanische weerstandsklasse volgens STS 53 § 1.4.2.2. en NBN EN 1192:
o klasse M2 voor brandwerende deurgehelen, collectieve ruimten, … voor een gebruiksfrequentie van 100.000 cycli
• Bedieningskrachten F volgens STS 53 § 1.4.2.3 en NBN EN 12217: standaard klasse F2
• Brandwerende deuren moeten steeds in hun geheel voldoen aan de proefvoorwaarden volgens de voorgeschreven klasse, t.t.z. de deurkozijnen, het hang- en sluitwerk, de deurbladen, eventuele beglazingen, … en de aansluiting op de ruwbouw.
Materialen deurkozijn
• De materialen beantwoorden aan STS 53-1 § 1.5.1.4. en zijn afgestemd op de aard en het gewicht van de voorziene deurbladen, de ophangelementen en sluitfuncties.
• Alle opengaande vleugels worden opgevat met een enkele aanslag.
• Houten deurkozijnen kunnen op maat worden vervaardigd in de werkplaats van de schrijnwerker of uit geprefabriceerde elementen bestaan: twee muurstijlen met verstekeinden en een bovendorpel met verstekeinden.
• Houten plaatmaterialen:
o beantwoorden aan STS 04.4.
o beschikken over een CE-markering en dragen het FSC- of PEFC-label. De leverancier moet FSC of PEFC CoC gecertificeerd zijn.
o formaldehydegehalte: klasse E1 volgens NBN EN 717-2/AC.
o Platen in vochtige binnenomgevingen zijn steeds van het type 2 (vochtige binnenomgeving).
• Zichtbaar blijvend hout is van schrijnwerkkwaliteit volgens STS 04.2. en NBN EN 942. Het wordt geimpregneerd met een B-procédé (volgens STS 04.3.1.4.2) of procédé C1 (volgens STS 04.3.1.4.3) met een ATG (of gelijkwaardig) of het heeft een natuurlijke duurzaamheid van klasse III of hoger. Elke levering van behandeld hout is vergezeld van een behandelingsattest, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de firma die de behandeling heeft uitgevoerd en waaruit blijkt dat het aangewende product gehomologeerd is en dat gewerkt werd volgens een goedgekeurd procédé.
• Alle aangewende bevestigingsmiddelen moeten roestbestendig zijn.
• Deurkozijnen en deklijsten vervaardigd uit massief hout.
Specificaties deurkozijn
• Houtsoort: hardhout, volumemassa minimum 550 kg/m3 (bij een houtvochtgehalte van 15%)
• Profilering dagstukken blokdeuren met uitgefreesde sponning, minimale dikte binnenkast: 36 mm. De aanslag voor de deuren is 10 mm diep uitgefreesd uit de omkadering.
• Profiel deklijsten: zonder deklijsten, met dieptevoegen (type blokdeur)
• Deurafmetingen
o Deurbreedte(s): volgens aanduidingen op plan
o Deurhoogte: 2015 mm
o Wanddikte(n): volgens muurdikten op plan
• Afwerking: 2-3 lagen vernis
Materialen deurblad
• De deurbladen laten toe de nodige uitsparingen te voorzien voor een stevige bevestiging van ophangings-, bedienings- en sluitingsorganen. De slotkant is gemerkt. Bij deuren voorzien van een deursluiter worden de bovenregels hiertoe verzwaard. Enkelvoudige draaideuren tot 2115 mm hoogte worden opgehangen met minimum 3 paumellen voor deurbladen tot 880 mm breedte en minimum 4 paumellen voor deurbladen > 880 mm breedte.
• Bekledingsplaten worden thermisch en onder hoge druk met het randhout, het binnenwerk en/of de massieve kernplaten verlijmd, d.m.v. een kunstharslijm ongevoelig voor vocht.
• Volgende fabricagegebreken hebben afkeuring tot gevolg: delaminatie of open voegen tussen de lagen of tussen twee stroken fineer van eenzelfde laag, overlappende lagen, uitgevoerde reparaties, blazen, ruw oppervlak, lijmpenetratie.
• Versterkte vlakke volle deurbladen geschikt voor intensief gebruik, samengesteld uit massieve of meerlagen spaanplaat of MDF, densiteit ≥ 350 kg/m3.
Specificaties deurblad
• Type: stompe of sponningdeur (recht / pas- en arm geschaafd)
• Afwerking: naadloos HPL-laminaat volgens NBN EN 438-1, laagdikte min. 1,0 mm, kleurkeuze uit standaardgamma fabrikant en een hardhouten kantlat.
• Afmetingen: breedtes volgens aanduidingen op plan
o dikte: 40 (± 2 mm)
o hoogte: 2015
o breedte: 780 / 930 mm
Aanvullende specificaties deurblad
• De deurbladen dragen het FSC- of PEFC-label en de leverancier is FSC of PEFC CoC geleverancierd.
• Deurspaties onderzijde: 10 / 15 mm / conform ventilatiedebiet EPB volgens NBN D 50-001
• Volgende deurbladen zijn voorzien van een verluchtingsrooster volgens artikel verder in dit bestek: …
Uitvoering
TIMING – OMGEVINGSINVLOEDEN
• De plaatsing van het binnenschrijnwerk mag pas gebeuren op het ogenblik dat de hygrothermische omstandigheden gunstig zijn overeenkomstig STS 53-1 § 1.5.1.5. en TV 166,
t.t.z. in een droog gebouw met een temperatuur tussen 15°C en 25°C en vochtigheidsgraad tussen 40 tot 70% R.V.
• Indien de leverancier of plaatser vreest dat zijn leveringen onderhevig zouden kunnen zijn aan abnormale hygrothermische toestanden met onomkeerbare effecten, die afkeuring tot gevolg hebben, brengt hij de architect hiervan zo snel mogelijk op de hoogte.
VORM - TYPE - SAMENSTELLING
• Vooraleer de deurelementen te bestellen of vervaardigen vergewist de plaatser zich van de draairichtingen en openingswijze zoals aangeduid op de plannen en/of detailtekeningen.
• Alle afmetingen, deurhoogtes, breedtes, muurdiktes moeten ter plaatse worden gecontroleerd.
• Alle hout moet voldoende droog zijn om de dimensionele stabiliteit van het binnenschrijnwerk te waarborgen. De vochtigheidsgraad van het hout bij verwerking in het atelier ligt tussen de 8 en 12 % bij een basistemperatuur van 18° C.
• Zichtbaar blijvend hout wordt op alle vlakken geschaafd en gladgeschuurd, waarbij scherpe hoeken licht worden afgerond met schuurpapier.
• Schroefkoppen worden in het hout gefreesd en nadien voorzien van houten stoppen en/of opgevuld met kneedbaar hout. Nagels worden ingedreven en opgestopt met zuivere lijnoliestopverf of kneedbaar hout.
Uitvoering deurkozijn
• De uitvoering beantwoordt aan de bepalingen van STS 53 § 1.5.1.5. en de richtlijnen van de fabrikant van voorgevormde deurkozijnen en het voorziene hang- en sluitwerk.
• De deurkozijnen worden haaks gesteld en op niveau gebracht van de voorziene vloerafwerking en/of deurdorpels. De schrijnwerker pleegt hierover overleg met de vloerder. De verankeringen aan de wanden worden zo dicht mogelijk bij de ophangings- of draaiorganen van de deurvleugel(s) en de eventuele deursluiter(s) gerealiseerd.
• De bevestiging aan de ruwbouw gebeurt met minstens 6 bevestigingsmiddelen per enkele deurnis, geen rekening houdend met de extra bevestiging voor een eventuele deursluiter. Een bijkomende middenbevestiging aan het linteel is verplicht voor elke dwarsregel langer dan 100 cm. Dubbele deuren worden bovenaan op minstens drie plaatsen bevestigd.
• Het hout van het deurkozijn komt niet rechtstreeks in contact met het metselwerk. Het opspieën tussen de muur/latei en de dagstukken gebeurt met stukken massief hout of multiplex. De binnenkast wordt met ingefreesde schroeven stevig gemonteerd. Montageschuim mag worden gebruikt als versteviging ter hoogte van de hoeken, maar het wordt niet toegestaan om de deurkozijnen enkel en alleen vast te zetten met behulp van montageschuim.
• De diepte van de aanslag stemt overeen met de dikte van de deurvleugel verhoogd met 2-3 mm. De aanslagbreedte bedraagt min. 10 mm (deurbladen < 40 mm) en 15 mm (deurbladen
>40 mm).
• De deurkozijnen worden voorzien van de nodige ophangingselementen en schootgaten voorzien van een metalen sluitplaat aangepast aan de kenmerken en positionering van de sloten.
• De paumellen worden ingewerkt, uitgelijnd en met minimum minimum 3 schroeven per scharnierflank vastgezet.
• Ingefreesde schroefkoppen worden voorzien van houten stoppen en/of opgevuld met kneedbaar hout. Nagels worden ingedreven, en met de schietnagelgaatjes opgevuld en uitgeplamuurd met een zuivere lijnoliestopverf. Het geheel wordt opgeschuurd en schilderklaar afgewerkt.
Uitvoering deurblad
• De montage van de deurvleugels en hun toebehoren gebeurt volgens STS 53.1, de voorschriften van de fabrikant en aanwijzingen op de plannen en detailtekeningen.
• Voor het in fabricatie geven van de deuren legt de aannemer de nodige details ter goedkeuring voor aan de architect.
• De bijhorende ophangingsorganen volgens openingswijze stemmen overeen met de bepalingen van bijhorend artikel. De paumellen worden verdiept aangebracht en vastgezet met minstens 3 bijpassende schroeven in roestvast staal.
• De schootgaten zijn aangepast aan de afmetingen en de kenmerken van de sloten. De bevestiging van de krukken en rozetten is onzichtbaar.
Keuring
• Monsternames en keuring volgens STS 53 § 1.6.: elementen, die kunnen worden geleverd volgens een geprefabriceerd model, worden voorafgaandelijk ter goedkeuring aan het Bestuur voorgelegd. Producten met een ATG, BENOR (of gelijkwaardig) worden vrijgesteld van voorafgaande keuringsproeven op een prototype.
• Tolerantieklassen overeenkomstig STS 53.1:
o Maximale toegelaten afwijkingen op de breedte, hoogte, dikte, en haaksheid volgens STS 53 § 1.3.1. en NBN EN 1529: minimum klasse D2
o Maximale toegelaten afwijking op vlakheid volgens STS 53 § 1.3.2., § 1.4.2.1. en NBN EN 1530: minimum klasse V2 (aanbevolen)
• Opleveringsmodaliteiten volgens STS 53 § 1.6.5 en § 1.6.6. Deuren geplaatst met een foutieve openingsrichting of deurelementen met zichtbare beschadigingen worden niet aanvaard.
• Vuistregels visuele controle: tussen deurkozijn en deurvleugel van gewone binnendeuren mag de speling bij een afgewerkte deur in gesloten toestand
o niet groter zijn dan 3 mm aan de zichtbare bovenkant en zijkanten;
o niet groter zijn dan 5 mm van de afgewerkte vloer onderaan (behoudens gevraagde doorstroomopeningen via de onderzijde van de deur)
• Bij plaatsing van brandwerende deuren gelden de toleranties en spelingen van de Benor of ATG als maximumwaarden.
• Alle deuren moeten zonder bijzondere inspanningen kunnen gesloten worden en vlak met de omlijstingen tussen de kozijnen vallen.
• Gedurende een jaar volgend op de voorlopige oplevering vervangt de aannemer stukken die afwijkingen vertonen die groter zijn dan de toegestane afwijkingen m.b.t. afmetingen, haaksheid en vlakheid van de deurvleugels.
• De definitieve oplevering wordt voorafgegaan door een rondgang waarbij de ophanging van de deuren waar vereist wordt bijgeregeld.
Meting
• meeteenheid: per stuk
• meetcode:
o deurkozijn, inclusief schootgaten met een metalen dekplaatje en ophangingen
o deurbladen met inbegrip van het hang- en sluitwerk, eventuele beglazingen, …
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
8 st
18. BINNENDEUREN – HANG- EN SLUITWERK |PM|
Omschrijving
Levering en montage van alle hang- en sluitwerk. Alle noodzakelijke toebehoren voor de ophanging, het openen en sluiten en afwerking van de binnenschrijnwerkelementen zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de deurkozijnen, deurbladen of deurgehelen. Ook als de expliciete beschrijving zou ontbreken in het bestek.
Materialen
• Het hang- en sluitwerk beantwoordt aan de bepalingen van STS 53.1
• Alle hang- en sluitwerk en hun bevestigingsmiddelen zijn roestbestendig, conform de eisen van NBN EN 1670 - Hang- en sluitwerk - Bestandheid tegen corrosie - Eisen en beproevingsmethoden.
• Alle deurbeslag is zoveel mogelijk van gelijke vormgeving en kleur.
• Types en modellen worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur.
Materialen scharnieren en paumellen
• Alle opendraaiende deurvleugels worden voorzien van minimaal drie paumellen of fitsen. Samen voldoen zij in functie van het gewicht van de deurvleugels aan de eisen van NBN EN 947 Scharnierende of draaideuren - Bepaling van de weerstand tegen verticale belasting.
• Massieve deurbladen worden voorzien van 4 scharnieren waarvan 2 kort tegen de bovenzijde.
• Iedere scharnierflank wordt bevestigd met minimum 3 schroeven.
Specificaties scharnieren en paumellen
• Materiaal: roestvast staal 18/8 volgens DIN 17440 of AISI 304
• Afwerking: geborsteld
• Type (conform NBN EN 947): kogelpaumellen knoopdiameter min. 14 mm, met nylonring en stift in RVS (min. 10 mm)
Aanvullende specificaties scharnieren en paumellen
• Volgende binnendeuren worden voorzien van zelfsluitende veerpaumellen met regelbare veerkracht: ….
Materiaal veiligheidssloten
• Veiligheidssloten volgens NBN EN 12209 - Hang- en sluitwerk - Sloten en grendels - Mechanisch bediende sloten, grendels en sluitplaten - Eisen en beproevingsmethoden
Specificaties veiligheidssloten
• Sluiting: minimum dag- en nachtschoot
• Behuizing: gesloten kast DM 60 vervaardigd uit gebichromateerd staal van minimum 1,5 / 2 mm dikte, met afgeronde voorplaat uit RVS, dikte minimum 3 mm en voorzien van een gelagerde klemtuimelaar
• Sluitplaat: regelbare vlakke RVS sluitplaat aangepast aan het aantal sluitpunten / over de volledige hoogte van de deur, met een dikte van minimum 2 mm.
• Schoten en tuimelaars: vernikkeld gepolijst staal
• Veiligheidscilinder: vernikkeld messing, europrofiel 17 mm conform NBN EN 1303, voorzien van een inboorbeveiliging d.m.v. hardmetalen stiften in cilinderhuis en kern.
• Keurmerk cilinders: volgens specificaties andere sloten sleutelplan
• Sleutels: volgens sleutelplan
Aanvullende specificaties veiligheidssloten
• De sleutels passen in een sleutelplan. Dit wordt besproken met het Bestuur. De gevraagde sleutelcombinaties zullen uiterlijk 3 maanden voor de oplevering ter goedkeuring voorgelegd worden.
Materiaal deurkrukken
• De deurkrukken beantwoorden aan de duurzaamheidseisen van NBN EN 1906 - Hang- en sluitwerk - Deurklinken en -knoppen - Eisen en beproevingsmethoden.
• Een doorgaande stift verbindt de twee krukhelften. Na montage van de krukken en rozetten op de deur ontstaat een stevige draaibare lagering.
Specificaties deurkrukken
• Materiaal: roestvast staal 18/8 volgens DIN 17440 of AISI 304
• Vorm: U -vormig met rond profiel, sectie circa 18 à 20 mm
• Afwerking: gepolijst
• Krukstift: aangepast aan de slotkast, dikte van het deurblad en de rozetten
• Xxxxxxxx, afdekplaat: afzonderlijke krukrozetten met onzichtbare bevestiging
• Sleutelplaatjes: geïntegreerd in afdekplaat, afhankelijk van het voorziene slottype bestemd voor klaviersleutel / profielcilinder / vrij-bezet knop
Aanvullende specificaties deurkrukken
• De rozetten hebben een stalen binnenkern met zelfstellende onderhoudsvrije glijlager met vetvulling, slotrozetten in zelfde uitvoering.
• De rozetten en sleutelplaatjes worden dwars door deur en slot, die hiervoor voorzien zijn van de nodige openingen, aan elkaar bevestigd.
• Sanitaire deuren zijn voorzien van een vrij - bezet garnituur in combinatie met de dagschoot, zelfde materiaal als de deurkrukken, vrij en bezet sloten.
Materiaal deurdrangers
• De deurdrangers beantwoorden aan NBN EN 1154 - Hang- en sluitwerk - Deurdrangers - Eisen en beproevingsmethoden. Zij zijn regelbaar en aangepast aan de verschillende belastingen gesteld aan de deuren in functie van
o de categorie en type van de deuren,
o de massa van de deurvleugels die de deurgehelen samenstellen.
o de deurbreedte.
• De aannemer legt vooraf een technische documentatie ter goedkeuring voor aan de architect.
Specificaties deurdrangers
• Type: deursluiter met glijarm: de deursluiter met glijarm is balkvormig en is vervaardigd uit een alu-legering met hoge corrosieweerstand of uit gietijzer overtrokken met een alu-afdekkap. De deursluiter is van het hydraulisch gedempte type met glijarm.
• Kleur: metaalkleurig
• De eindslag is instelbaar via de stelarm, de openingsweerstand is afnemend.
• De sluitsnelheid is onafhankelijk van temperatuur-schommelingen
• De deursluiter heeft een regelbare sluitvertrager.
• De sluitkracht is regelbaar in functie van de deurbreedte, zodat de sluitkracht met 10 % vermeerderd of verminderd kan worden.
Aanvullende specificaties deurdrangers
• De deursluiter is voorzien van een vastzetarm, instelbaar voor elke openingshoek.
Uitvoering
• Volgens de montagevoorschriften van de fabrikant.
• Opstelhoogte deurkrukken standaard op 105cm
• De bevestiging van de deurdrangers gebeurt onzichtbaar door het gebruik van een afdekplaat. Ter bevestiging van de dranger op een brandwerende deur en een deur waar directe montage niet wenselijk of niet mogelijk is wordt gebruik gemaakt van een speciale montageplaat of console.
• Na te gaan bij ingenieur technieken of er een deel technische installatie nodig is.
Meting
• aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de eenheidsprijs van de binnendeuren.
19. BINNENDEUREN – TOEBEHOREN |PM|
Omschrijving
Het bestek beschrijft de te voorziene toebehoren en waar deze voorzien moeten worden.
Bij twijfel pleegt de schrijnwerker voor plaatsing overleg met de ontwerper. Hij kan zich achteraf niet beroepen op eventuele onduidelijkheden in het bestek.
Materiaal
Materiaal deurroosters
• Inbouwroosters samengesteld uit twee over elkaar schuivende helften (tegenkader) geschikt voor deurbladen van 30 tot 50 mm. De aannemer legt het type rooster ter goedkeuring voor, samen met de technische fiche m.b.t. luchtdoorlaat.
Specificaties deurroosters
• Type: ingebouwde V-lamellen zonder
• Materiaal: roestvast staal geborsteld
• Inbouwmaat: volgens vereiste ventilatiedebiet doorstroomopening
• Minimale luchtdoorlaat volgens NBN EN 13141-1 bij 2 Pa: minimum 25 m3/h
• Alle bevestigingselementen, beugels, vijzen, haken, … zijn roestbestendig.
Aanvullende specificaties deurroosters
• Brandweerstand: minimum EI 30 volgens NBN EN 13501-2.
Materiaal beschermplaten
• Bekledingsplaten tegen de onderzijde van (houten) deurbladen voor intensief gebruikte deuren.
Specificaties beschermplaten
• Materiaal: roestvast staal 18/8 volgens DIN 17440 of AISI 304
• Plaatdikte: minimum 0,8 mm
• Afmetingen: volledige deurbreedte tot op hoogte van 30 cm.
Materiaal naamplaathouders
• Naamplaathoudertjes uit roestvast staal voorzien van een transparant kunststofplaatje. Model en bevestigingswijze ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur.
Materiaal deurstoppen
• Deurstoppen met een verdoken bevestiging. Model voor te leggen aan het Bestuur.
Specificaties deurstoppen
• Type: vloerbuffer / wandbuffer
• Diameter: circa 40 mm
• Materiaal: RVS-basis met ingewerkte stootbuffer
• Kleur rubber: zwart
Uitvoering
• Volgens de montagevoorschriften van de fabrikant. De uitsparing voor de deurrooster wordt centraal gepositioneerd circa 15 cm boven vloerniveau.
• De beschermplaten worden in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant verlijmd met een hoogwaardige lijm compatibel met de ondergrond.
• De deurstoppen worden zo aangebracht dat zij kunnen weerstaan aan de normale belastingen uitgeoefend door de deurvleugels en geen hinder vormen voor het gebruik van de lokalen.
• Montage deurstoppen volgens voorschriften van de fabrikant met roestvaste bevestigingsmiddelen.
• Bij vastzetting in de vloer of wand moet erover gewaakt worden dat geen ingewerkte leidingen geraakt worden.
Meting
• aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de eenheidsprijs van de binnendeuren.
20. STRUCTUUR – STAAL |FH| KG
Omschrijving
De post "structuurelementen staal" omvat alle werken en leveringen voor de realisatie van de ruwbouwconstructies uit staal, met inbegrip van alle uitvoeringstekeningen, verbindingssystemen, de eigenlijke uitvoering in het werk, de aansluiting met de ruwbouw, verankeringen, hulpstukken, eventuele corrosie- en brandbescherming, ....
Materialen
• Bij levering dient het constructiestaal gekeurd te zijn. Een 3.1-certificaat volgens NBN EN 10204 moet bij de levering voorgelegd worden. In dit document dient de producent te verklaren dat de geleverde producten voldoen aan de bij de bestelling gestelde eisen en verstrekt hij de beproevingsresultaten van de in de betreffende materiaalnorm nader voorgeschreven keuringen.
• Het document wordt geldig verklaard door de bevoegde vertegenwoordiger voor de keuring van de producent die hiërarchisch onafhankelijk is van de productieafdeling.
• Elementen die gebreken of beschadigingen vertonen ten gevolge van prefabproductie, transport en/of opslag worden niet verwerkt en worden zo snel mogelijk afgevoerd en op kosten van de aannemer vervangen door nieuwe elementen.
• De vorm en de afmetingen van de profielen zijn afleesbaar op de plannen of op tijdig voor te leggen werktekeningen.
• Kolommen: 100*100*… (of volgens studie ingenieur)
• Balken: IPE 200
Specificaties
• Staalsoort: S235
• Kwaliteit lasbaarheid: JR
• Behandeling van het staal: volgens corrosiebescherming – metallisatie/metallisatie + poederlak.
Uitvoering
• De bepalingen van volgende normen zijn van toepassing:
o NBN EN 1090 - Deel 1 en 2 - Uitvoering van de staalconstructies en aluminiumconstructies
o NBN EN 10021 - Algemene technische leveringsvoorwaarden voor staalproducten
o NBN EN 10025 – Warmgewalste producten van ongelegeerd constructiestaal –
Technische leveringsvoorwaarden
o NBN EN 10034 - I- en H- profielen uit bouwstaal - Vorm- en afmetingstoleranties
o NBN EN 10210 – Deel 1 en 2 - Warmvervaardigde buisprofielen voor constructiedoeleinden van ongelegeerd en fijnkorrelig staal
o NBN EN 10219 – Deel 1 en 2 - Koudvervaardigde gelaste buisprofielen voor constructiedoeleinden van ongelegeerd en fijnkorrelig staal
o NBN EN 10277 – Deel 1 en 2 - Producten van blank staal - Technische leveringsvoorwaarden
• De constructeur moet in de werkplaats en op de werf alle nodige voorzorgen nemen teneinde iedere vervorming van de stukken tijdens de behandeling te voorkomen.
• Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de afmetingen van de elementen, hun peilen en doorbuiging, alsook alle doorvoeren voor leidingen, kokers. Vóór de uitvoering moet de constructeur de rechtlijnigheid van de staalprofielen controleren om mogelijke kromming of scheeftrekking te vermijden. Reeds verbonden stukken mogen niet gerecht worden.
• De elementen worden bij hun productie voorzien van de nodige uitsparingen of doorvoeren zoals aangeduid op de plannen. Geen enkele doorvoer mag achteraf in de elementen worden uitgeboord, uitgeslepen of uitgebrand zonder de voorafgaandelijke toestemming van de architect of het ingenieursbureau belast met de stabiliteitsstudie.
• Voor tijdelijke markeringen wordt gebruik gemaakt van wateruitwisbare verven of stiften. Oliehoudende en andere verven zijn niet toegelaten, aangezien zij aanleiding kunnen geven tot verzinkingsfouten.
• Uitsnijdingen met de zuurstofbrander moeten zorgvuldig bijgewerkt worden (verwijderen van de bramen, slijpen enz.) om een volkomen gladde snede te bekomen.
• De elementen worden ontdaan van alle vuil, olie, vet en andere verontreinigingen, en van alle loszittende roestvorming op het ogenblik van de verwerking.
• Alle bewerkingen - zoals vlakken en richten van de stukken, smeden en warm plooien, buigen, uitgloeien, uitsnijden, alle verbindingen door lassen, bouten, schroeven, de voorbereiding van de gaten, enz. - worden uitgevoerd volgens de vigerende NBN-normen en regels van goed vakmanschap.
• Iedere wijziging aan het esthetisch aspect van de stukken, hetzij om redenen van constructie hetzij omwille van de stabiliteit ervan dient voorafgaandelijk aan de architect voorgelegd te worden.
Levering, montage, opleg en verankeringen
• De scherpe kanten en uitstekende delen zullen bij de levering beschermd worden met aangepaste middelen.
• Alle stukken worden stevig in de omliggende constructies vastgezet en/of verankerd met aangepaste pluggen of chemische ankers, bouten, schroeven, moeren en tegenmoeren.
• De constructeur organiseert de gehele constructie ervan zodanig dat ten allen tijde en gedurende alle noodzakelijke en mogelijke manipulaties van de diverse elementen de stabiliteit van het geheel en van elk element afzonderlijk gegarandeerd blijft.
• Wanneer de stukken worden vastgeschroefd in zichtblokken, gevelsteen of zichtbetonelementen, gebeurt het boren met uiterste zorg zodat de stenen of het beton niet beschadigd worden noch loskomen.
Verbindingen algemeen
• De wijze van verbinden van de verschillende elementen onderling (lassen, bouten, aangelaste doken, klinknagels,…) wordt voorgesteld door de aannemer aan architect en bouwheer aan de hand van tekeningen en schetsen.
• De aannemer ziet er op toe dat de aangewende verbindingssystemen volstrekt verenigbaar zijn met de andere structurele, technische en/of afwerkingselementen waaruit de constructie is samengesteld.
• De delen van het werk, die volgens de plannen uit één stuk zijn, mogen niet samengesteld worden uit verscheidende stukken door lassen, lasplaten of op een andere wijze verenigde stukken.
• Alle elkaar rakende eindvlakken zullen goed vlak en gerecht zijn; het vlakken en rechten wordt met de vlakpers of met de walsmachine uitgevoerd zonder kloppen of hameren.
• Alle stukken die volgens de plannen moeten doorlopen tot tegen andere stukken (vulplaten onder verstijvingen, onder bevestigingshoekijzers, onder knoopplaten; verstijvingen; lasplaten;
…) zullen op de juiste lengte gebracht en pasgemaakt worden, met rechtlijnige en goed tegen elkaar aansluitende boorden. Het snijden en korten van de stukken gebeurt zo dat geen scheuren, barsten of metaalvervorming wordt veroorzaakt.
• De benen van bevestigingshoekijzers die paarsgewijze aan de uiteinden van elementen zijn aangebracht, moeten volledig in hetzelfde vlak liggen zodat een perfect contact over het hele aansluitingsoppervlak verzekerd is.
• De voegen moeten goed pas afgewerkt worden, zodat de stuitnaden overal goed gesloten zijn, in het bijzonder daar waar ze op druk belast worden.
• Verbindingen in het werkhuis of montage van geprefabriceerde onderdelen ter plaatse op de werf gebeuren, behoudens andere bepalingen op de detailplannen en/of in dit bestek, op voorstel van de aannemer.
Boutverbindingen
• De bepalingen van volgende normen zijn van toepassing:
o NBN EN 15048 – Deel 1 en 2 - Niet-voorgespannen geboute verbindingen voor de metaalbouw
o NBN EN ISO 898-1 - Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen van koolstofstaal en gelegeerd staal – Deel 1: Bouten, schroeven en tapeinden met gespecificeerde eigenschapsklassen - Ruwe schroefdraad en metrische fijne schroefdraad
o NBN EN 20898-2 - Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen - Deel 2: Moeren met voorgeschreven proefbelastingswaarden - Schroefdraad met grove spoed
o NBN EN ISO 4759 - Toleranties voor bevestigingsartikelen
• Voor bouten van roestvast staal geldt de norm:
o NBN EN ISO 3506 – Deel 1 t.e.m. 4 - Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen van corrosievast staal
• Voor voorspanbouten gelden de bepalingen van de normenreeks:
o NBN EN 14399 – Boutverbindingen met hoge voorspanning in staalconstructies
• Een 3.1-certificaat volgens NBN EN 10204 moet bij de levering voorgelegd worden. In dit document dient de producent te verklaren dat de geleverde producten voldoen aan de bij de bestelling gestelde eisen en verstrekt hij de beproevingsresultaten van de in de betreffende materiaalnorm nader voorgeschreven keuringen. Het document wordt geldig verklaard door de bevoegde vertegenwoordiger voor de keuring van de producent die hiërarchisch onafhankelijk is van de productieafdeling.
• De boutgaten moeten zorgvuldig geboord worden. De gatdiameter moet hierbij 1 mm (voor bouten M12 tot M14), 2 mm (voor bouten M16 tot M24) of 3 mm (voor bouten M27 en groter) groter zijn dan de boutdiameter.
Lasverbindingen
• Het lassen gebeurt volgens de voorschriften van NBN EN 1090-2 - Uitvoering van staalconstructies en aluminiumconstructies - Deel 2: Technische eisen voor staalconstructies.
• Het lassen gebeurt in principe uitsluitend in het werkhuis onder beschermde omstandigheden en door een erkend lasser, die gecertificeerd is volgens NBN EN 287-1 of een lasoperator, die gecertificeerd is volgens NBN EN 1418.
Indien, mits toestemming van de raadgevend ingenieur, tengevolge van een aanpassing op de werf, toch moet worden gelast, dient dit te gebeuren door een erkend lasser bij gunstige klimaatomstandigheden en moet de las beschermd worden tegen oxidatie.
Stabilitetisstudie
De kosten voor het opmaken van de stabiliteitsstudie zijn ten laste van de aannemer. De berekeningen moeten worden uitgevoerd op basis van Eurocode 3 – Ontwerp en berekening van staalconstructies (NBN EN 1993).
De structuurelementen uit staal zullen worden uitgevoerd volgens de documenten zoals aangeleverd door de stabiliteitsingenieur. De aannemer blijft er evenwel toe gehouden na te gaan of deze kunnen worden uitgevoerd volgens deze uitvoeringsdocumenten en/of er zich geen onderlinge anomalieën voordoen. Alvorens de werken aan te vatten brengt hij de architect op de hoogte van zijn eventuele opmerkingen dienaangaande.
Meting
• meeteenheid: per kg
• meetcode: de volumemassa van het staal wordt bij conventie vastgesteld op 7.850 kg/m3. Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald op basis van de geometrische vorm van de stukken. De uitsnijdingen en openingen worden afgetrokken, behalve de gaten voor de verbindingen en de afschuiningen en laspoortjes voor de lassen. In de berekening van de hoeveelheden wordt een massatoeslag van 10 % voorzien, waarvan enerzijds 5% voor de hulpstukken (kop- en voetplaten, verstijvingsplaten, verbindingselementen, ankerstaven in beton, ...) en anderzijds 5% voor lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstolleranties, … De kolommen worden gemeten tussen de balken en/of vloeren.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid
Afmetingen | L | H | kg/m | |
kolom 100/100/5 | 13 | 550 | 14,2 | 1.015,30 |
IPE 200 | 4 130 | 22,9 | 119,08 | |
2 280 | 22,9 | 128,24 | ||
2 315 | 22,9 | 144,27 | ||
6 250 | 22,9 | 343,50 | ||
6 330 | 22,9 | 453,42 | ||
2 240 | 22,9 | 109,92 | ||
2.313,73 | ||||
+ 10% | 231,37 | |||
2.545,10 |
21. STRUCTUUR – METALLISATIE + POEDERLAK |PM|
Omschrijving
Bij metallisatie worden de stalen profielen en bevestigingselementen beschermd tegen corrosie door een laag zink, aluminium of zink-aluminium op de profielen te spuiten. Na metallisatie wordt een poederlak als afwerkingslaag voorzien.
Materiaal
• Het zink, de aluminium of legering die gebruikt wordt voor de metallisatie moet voldoen aan NBN EN ISO 14919 - Thermisch spuiten - Draden, staven en snoeren voor vlam- en boogspuiten - Indeling - Technische leveringsvoorwaarden.
• De bepalingen van NBN EN ISO 12944-5 - Verven en vernissen - Corrosiebescherming van staalconstructies door beschermende verfsystemen - Deel 5: Beschermende verfsystemen zijn van toepassing op de natlak.
Specificaties
• Minimale laagdikte metallisatie: … µm
• Het volgende systeem wordt toegepast voor de poederlak: eenlaagssysteem
o Ontgassingvriendelijke, buitenduurzame polyester poederlak
o Laagdikte: 80-100 μm, en geen meting kleiner dan 64 μm
• Kleur poederlak: RAL 9005
Uitvoering Voorbereiding
• Alle stalen elementen dienen behandeld te worden.
• Vóór verdere oppervlaktebehandeling plaatsvindt worden walshuid, roestschellen, splinters, lasspatten, vetten, olie, zouten, stof, vuil en andere verontreinigingen van de te behandelen stalen onderdelen verwijderd.
• De bepalingen van NBN EN 13507 – ‘Thermisch spuiten - Voorbehandeling van oppervlakken van metalen delen en onderdelen voor thermisch spuiten’ zijn van toepassing.
• De oppervlakken van de te behandelen stalen onderdelen worden voorbewerkt tot een reinheidsgraad Sa 2,5 of beter (volgens NBN EN ISO 8501-1).
• De te verkrijgen ruwheidsgraad van het oppervlak wordt bepaald a.h.v. de Ra- en Rz-waarde:
o Ra-waarde: 7 – 8 µm (voor laagdikten van metallisatie < 120 µm) 11 – 12 µm (voor laagdikten van metallisatie > 120 µm)
o Rz-waarde: van 50 tot 85
• De lassen, zaagsneden en andere gebieden met oppervlakteonvolkomenheden worden voorbewerkt tot een voorbereidingsgraad P1 (volgens NBN EN ISO 8501-3).
Aanbrengen van de metallisatie
• Het metallisatieproces kan worden uitgevoerd in de werkplaats of op de werf en gebeurt volgens de bepalingen van NBN EN ISO 2063.
• De werkstukken moeten beschut zijn tegen slechte weersomstandigheden zoals regen, wind en koude. De oppervlaktetemperatuur van het staal moet minstens 3°C hoger liggen dan het dauwpunt.
• Het metalliseren moet binnen een bepaalde termijn na het stralen gebeuren. Voor het bepalen van de termijn gelden de volgende richtwaarden:
o In functie van de plaats van uitvoering:
▪ 6 uur na het stralen in een beschermde en geventileerde werkplaats
▪ 3 uur na het stralen in open lucht en bij droog weer
o In functie van de heersende luchtvochtigheid in de werkplaats:
▪ 6 uur voor een maximale vochtigheidsgraad van 60%
▪ 4 uur voor een maximale vochtigheidsgraad van 75%
▪ 2 uur voor een maximale vochtigheidsgraad van 85%.
• Men mag in geen geval metalliseren op nat staal. Alvorens te metalliseren, moet altijd worden gecontroleerd of het werkstuk de gewenste reinheidsgraad en ruwheidsgraad heeft.
• De totale laagdikte mag niet beneden de minimum voorgeschreven laagdikte liggen.
• De gespoten metallisatielagen moeten foutvrij zijn om de hechting te kunnen waarborgen.
Aanbrengen van de poederlak
• De bepalingen van NBN EN ISO 12944-5 – ‘Verven en vernissen - Corrosiebescherming van staalconstructies door beschermende verfsystemen - Deel 5: Beschermende verfsystemen’ zijn van toepassing.
• De gemetalliseerde stukken moeten droog worden opgeslagen en droog getransporteerd naar de lakkerij. Er mag geen vet, vuil of vocht op de metallisatie terecht komen voor de afwerkingslaag aangebracht is. Tevens mag men geen kleefband, onbehandeld staalband, stift of stickers op de metallisatie aanbrengen om een slechte hechting van de afwerkingslaag te vermijden.
• Voor het aanbrengen van de poederlak moeten de gemetalliseerde stukken stofvrij gemaakt worden met perslucht. Een chemische voorbehandeling is verboden.
• De afwerkingslaag moet zo snel mogelijk na het metalliseren aangebracht worden: op de werf binnen 4 uur na metallisatie, in de werkplaats binnen 24 uur.
• De stukken worden volgens de door de poederleverancier voorgeschreven ovencurve uitgebakken.
Keuring
• De hieronder beschreven testen worden door de uitvoerder van de corrosiebescherming uitgevoerd. De kosten voor deze testen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van onderhavig artikel.
• Kwaliteitscontrole van de metallisatielaag
o De laagdikte wordt gemeten met een laagdiktemeter volgens EN ISO 2178 (magnetische methode) zoals aangegeven in NBN EN ISO 2063 - Thermisch spuiten - Metallieke en andere niet-organische deklagen - Zink, aluminium en hun legeringen.
o De hechting wordt gemeten volgens de ruitjestest of de dollytest, zoals aangegeven in NBN EN ISO 2063.
o De aangebrachte laag heeft een uniform uitzicht en is vrij van spetters, niet- hechtende metaaldeeltjes en defecten in het algemeen.
• Kwaliteitscontrole van de laklaag
o Testen van de laagdikte volgens NBN EN ISO 2178 - Niet-magnetische bedekkingen op magnetische metalen ondergronden - Bepaling van de laagdikte
- Magnetische methode. Geen enkele laagdikte mag minder zijn dan 80% van de vereiste laagdikte.
o De hechting van de laklaag moet na volledige uitharding worden bepaald volgens NBN EN ISO 2409 – ‘Verven en vernissen – Ruitjesproef’ verzwaard met tapebelasting volgens ASTM-D-3359-02. De insnijding gebeurt tot op de metallisatielaag. Geen enkel resultaat mag slechter zijn dan klasse 1.
o Visuele inspectie: deze dient plaats te vinden op de zichtvlakken met het blote oog, loodrecht op het oppervlak, op een afstand van 3 meter voor binnentoepassingen en 5 meter voor buitentoepassingen. Op deze afstand mag de deklaag geen rimpels, zakkers, lopers, insluitingen, kraters en andere onregelmatigheden vertonen die als storend worden ervaren.
Meting
• aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de respectievelijke eenheidsprijs van de te behandelen profielen, inclusief de corrosiebescherming van de verbindingen en hulpstukken.
22. WAND – HOUTEN OPVULWANDEN STRUCTUUR |FH| M²
Omschrijving
Een opvulwand bestaat uit een houten skelet van verticale stijlen, onderling verbonden door een onder- en bovenregel. Binnenin het skelet wordt isolatie aangebracht. Langs beide zijden van het skelet wordt een beplating voorzien. Deze beplating kan structureel zijn of afwerking, naargelang de toepassing.
Uitvoering
• Het kaderwerk is opgebouwd uit verticale stijlen en een onder- en bovenregel, die via nagels, nieten of krammen met elkaar verbonden zijn. De beplating wordt aan het kaderwerk geschroefd (schroeven voldoen aan STS 31 en NBN EN 14592).
• De wandelementen worden met de grond verbonden via een grondregel.
o De grondregels worden rechtstreeks op de fundering of de vloer boven de ondergrondse constructie geplaatst; een steense aanzetlaag wordt niet voorzien.
o Om een optimale krachtenoverdracht van de grondregel naar de onderliggende constructie te bekomen, moet het contactoppervlak grondregel-onderliggende constructie voldoende groot zijn. De aannemer neemt de nodige maatregelen (opvoegen met krimpvrije mortel, egalisatie plaat, …) om dit te bekomen.
o De grondregels worden verankerd aan de onderliggende constructie. De aannemer legt een detail van de verbinding ter goedkeuring voor aan de stabiliteitsingenieur en/of architect.
• De isolatie wordt tussen de stijlen aangebracht. De dikte van de isolatie is aangepast aan de dikte van de stijlen zodat ze niet dient aangedrukt te worden in de wand. De breedte van de isolatie is afgestemd op de tussenafstand van de kaderstijlen.
• De aannemer neemt de nodige maatregelen om te voorkomen dat niet-dragende binnenwanden toch dragend worden.
• Om te zorgen dat de benodigde schrankweerstand van de wanden behaald wordt, moet één van volgende werkwijzen gevolgd worden:
o De platen hebben een hoogte die gelijk is aan de hoogte van de wanddelen. De stijlen en de platen zijn zo geschikt dat de verticale voegen tussen de platen steeds ter hoogte van een stijl gepositioneerd zijn.
o De platen zijn langs de vier zijden voorzien van tand en groef. De voegen tussen de platen worden over de volle lengte gelijmd met een constructielijm conform NBN EN 301 of met een gelijkwaardige polyurethaanlijm. De lijm beschikt over een technische goedkeuring. Een kopie van deze goedkeuring moet voorgelegd worden aan het bestuur.
Materiaal
Wandopbouw:
• Beplating volgens:
o multiplex; dikte: 18 mm
▪ De multiplexplaten beantwoorden aan de voorschriften van NBN EN 636
- Multiplex – Specificaties.
▪ De gebruikte platen moeten voorzien zijn van een CE-markering.
▪ Enkel platen van klasse E1 m.b.t. het formaldehydegehalte (volgens NBN EN 717-2) mogen toegepast worden.
▪ De grondstoffen van de plaatmaterialen hebben een FSC- of PEFC-label en de leverancier is respectievelijk FSC of PEFC CoC-gecertificeerd.
▪ Plaattype volgens NBN EN 636:
• multiplex voor gebruik in vochtige omgeving – type 2
▪ De eisen voor de kwaliteit van de verlijming (volgens NBN EN 314-2) hangen af van de omgeving waarin de platen worden toegepast:
• Voor platen in vochtige omstandigheden: verlijmingsklasse 2
▪ De platen moeten van zichtkwaliteit zijn.
• Staal ter goedkeuring voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper
▪ De platen moeten vernist worden, mat
• Stijlen, onder- en bovenregels volgens:
o massief houten stijlen; diepte: 63 mm
▪ Het hout dat gebruikt wordt voor de structurele elementen dient gesorteerd en gemarkeerd te zijn overeenkomstig NBN EN 14081.
▪ Het hout moet voorzien zijn van een CE-markering.
▪ Het hout heeft een FSC- of PEFC-label en de leverancier is respectievelijk FSC of PEFC CoC-gecertificeerd.
▪ De minimale kwaliteit van het massieve hout voor structureel gebruik is C18 volgens NBN EN 338.
▪ De houtvochtigheid bedraagt maximaal 20 %. Bij naaldhout met een sectie groter dan circa 6x15 cm mag de houtvochtigheid bij plaatsing slechts 16 % bedragen.
▪ De bepalingen van de STS 04.1 en STS 31 zijn van toepassing.
▪ Houtverduurzaming: A2.1 procedé volgens STS 04.3 of natuurlijke duurzaamheidsklasse 2
▪ Tolerantie: klasse 2 volgens EN 336
• Isolatie in het structureel element volgens:
o minerale wol
▪ Halfstijve platen minerale wol volgens NBN EN 13162. De fabrikant heeft een ATG, ETA of gelijkaardig voor de platen.
▪ Het gebruikte isolatiemateriaal is geschikt voor de toepassing in skeletconstructies. Uitzakken van de isolatieplaten moet absoluut vermeden worden.
▪ Brandreactie: klasse A1 (euroklasse volgens NBN EN 13501)
▪ De plaatsing gebeurt volgens de regels der kunst en overeenkomstig de richtlijnen van de fabrikant.
▪ De isolatieplaten worden enkele millimeters breder gesneden dan de afstand tussen de houten elementen, zodat ze licht klemmend en zonder verdere bevestigingen kunnen worden geplaatst. Ook wanneer inkorten van de strook in de andere richting nodig is, wordt een kleine overmaat gerespecteerd.
▪ Alle kieren en/of openstaande voegen dienen zorgvuldig opgevuld te worden met losse minerale wol.
▪ Indien de voorgeschreven laagdikte wordt gerealiseerd d.m.v. verschillende lagen, moeten de lagen geschrankt geplaatst worden.
• Beplating volgens:
o multiplex; dikte: 18 mm
▪ De multiplexplaten beantwoorden aan de voorschriften van NBN EN 636
- Multiplex – Specificaties.
▪ De gebruikte platen moeten voorzien zijn van een CE-markering.
▪ Enkel platen van klasse E1 m.b.t. het formaldehydegehalte (volgens NBN EN 717-2) mogen toegepast worden.
▪ De grondstoffen van de plaatmaterialen hebben een FSC- of PEFC-label en de leverancier is respectievelijk FSC of PEFC CoC-gecertificeerd.
▪ Plaattype volgens NBN EN 636:
• multiplex voor gebruik in vochtige omgeving – type 2
▪ De eisen voor de kwaliteit van de verlijming (volgens NBN EN 314-2) hangen af van de omgeving waarin de platen worden toegepast:
• Voor platen in vochtige omstandigheden: verlijmingsklasse 2
▪ De platen moeten van zichtkwaliteit zijn.
• Staal ter goedkeuring voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper.
▪ De platen moeten vernist worden
• Wanddikte: max. 100 mm
Meting
• meeteenheid: per m²; openingen groter dan 5 m² worden afgetrokken
• meetcode:
Zijn inbegrepen in de prijs:
o Alle voorbereidende werk- en productietekeningen
o De binnen en buitenbeplatingen
o Grond-, koppel- en stelregels
o Het kaderwerk (stijlen, onder- en bovenregels)
o De isolatie tussen de stijlen
o De eventuele prefabricatie en montage en alle hierbij horende werken en leveringen
o De loze buizen voor elektriciteitsvoorzieningen
o Het laten van openingen in de wand en het dichtmaken achteraf
o Opleg- en verbindingselementen (metalen schoenen, verankeringsijzers, schroefdraadstrangen, bandijzer, nagels, bouten, schroeven, vijzen, …)
o Beschermingsmaatregelen
Afmetingen | ||||
B | H | |||
houten opvulwand | 2 | 130 | 300 | 7,80 |
1 | 315 | 300 | 9,45 | |
2 | 250 | 300 | 15,00 | |
3 | 330 | 300 | 29,70 | |
houten bovenstuk | 1 | 530 | 60 | 3,18 |
1 | 570 | 60 | 3,42 | |
1 | 560 | 60 | 3,36 | |
1 | 325 | 60 | 1,95 |
1 610 60 3,66
77,52
23. WAND – POLYCARBONAAT |FH| M²
Omschrijving
Polycarbonaatwand gevat in de staalstructuur die de schrijnwerkerij afschermt van de loods.
Materiaal Specificaties
Aanvullende specificaties
• Stalenkaart voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper.
Uitvoering
• Volgens voorschriften van fabrikant en leverancier.
• Uitvoeringstekeningen voor te leggen aan opdrachtgever en ontwerper.
Meting
• meeteenheid: per m²
• meetcode: netto oppervlakte, alle openingen groter dan 0,5 m² worden afgetrokken.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen | ||||
B | H | |||
polycarbonaat wand | 2 | 130 | 210 | 5,46 |
1 | 280 | 210 | 5,88 | |
1 | 315 | 210 | 6,62 | |
3 | 250 | 210 | 15,75 |
3 330 210 20,79
54,50
24. POORT – SCHUIFPOORT STROKENGORDIJN |FH| ST
Omschrijving
Strokengordijn om het schrijnwerkersatelier stofvrij af te sluiten van de rest van de loods. Dit strokengordijn dient gemonteerd te worden op een schuifrail zodat deze volledig opzij geschoven kan worden bij gelegenheden. Er dient voor gezorgd te worden dat dit enkel kan wanneer dit ontgrendeld is.
Materiaal
Uitvoering
• conform voorschriften fabrikant.
Meting
• meeteenheid: per stuk.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
1 stuk
25. POORT – SNELLOOPPOORT |FH| ST
Omschrijving
Snellooppoort tussen sas laaddok en loods.
Materiaal Specificaties
• Snelheid Openingssnelheid (max.) 2,0 m/s
• Sluitsnelheid (max.) 0,8 m/s
• Hoogte dagopening 3m00
• Breedte dagopening 2m80
• Windbestendigheid (EN 12 424) Xxxxxx 0
• Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Veiligheidslichtgordijn
• Motor/sturing
o NCU310FU-bedieningseenheid met frequentieomvormer
o Functieknoppen OP-STOP-NEER met achtergrondverlichting
o NPU reductiemotor (noodopening met handkruk)
o Netspanning 1 x 230 V voor 4000SI (4000SE ≤ 12 m2)
o Netspanning 3 x 400 V voor 4000SE > 12 m2
o Beschermingsklasse IP65
o UPS-oplossing (back-upsysteem met noodbatterij)
• Toebehoren
o Afzonderlijke drukknopkast
o Trekschakelaar
o Paddenstoeldrukknop
Uitvoering
• conform voorschriften fabrikant.
Meting
• meeteenheid: per stuk.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
1 stuk
26. POORT – SECTIONAALPOORT |FH| ST
Omschrijving
Sectionaalpoorten ter vervanging van twee bestaande.
Materiaal Specificaties
• Materiaal (poortblad) Aluminium
• Sectiematen
o Hoogte in mm: 675
o Dikte in mm: 44
• Windbestendigheid
o Volgens EN 13 241-1/EN 12 424
o Klasse 3
• Isolatie (Alu)
o Volgens EN 13 241-1/EN 12 428
o U = 1,34 W/m²K)
• Waterdichtheid
o Volgens EN 13 241-1/EN 12 425
o Klasse 3
• Luchtdichtheid
o Volgens EN 13 241-1/EN 12 426
o Klasse 3
• Afdichtingen
o Zijafdichting
o Topafdichting
o Afdichting sectienaad
o Bodemafdichting
o Onderbroken koudebrug tussen voor- en achterzijde van het paneel
• Kleuren/afwerkingen
o Alle RAL-kleuren
• Vingerklembeveiliging tussen panelen
• Veerbreukbeveiliging (kan worden weggelaten in geval van NGM shift motor)
• Fotocellen op elektrisch bediende poorten
Uitvoering
• conform voorschriften fabrikant.
Meting
• meeteenheid: per stuk.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
2 stuks
27. VEILIGHEID – BESCHERMPAAL |FH| ST
Omschrijving
Aanrijbeveiliging voor strokengordijn en snellooppoort
Materialen Specificaties
• In de vloer verankerde metalen palen d.m.v. een voetplaat, dikte en verankeringsbouten conform voorschriften fabrikant.
• Hoogte tussen de 0.8m en 1,0m
• diameter tussen 0,07m en 0,09m
• Thermisch verzinkt en gelakt in standaard veiligheidskleuren (zwart/geel)
Uitvoering
• conform voorschriften fabrikant.
Meting
• meeteenheid: per stuk.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
8 stuks
28. VEILIGHEID – BESCHERMBEUGEL |FH| M
Omschrijving
Aanrijbeveiliging voor lift.
Materialen Specificaties
• In de vloer verankerde beugels d.m.v. een voetplaat, dikte en verankeringsbouten conform voorschriften fabrikant.
• Hoogte tussen de 0.4m en 0.5m
• diameter tussen 0,07m en 0,09m
• Thermisch verzinkt en gelakt in standaard veiligheidskleuren (zwart/geel)
Uitvoering
• conform voorschriften fabrikant.
Meting
• meeteenheid: per lopende meter.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
2 * 1m80
1 * 1m60
5m20
29. MEZZANINE – VERPLAATSEN TRAP |FH| ST
Omschrijving
Ter hoogte van de bestaande mezzanine dient de trap verplaatst te worden. Hiervoor dient ook de structuur aangepast te worden.
Uitvoering
De vloer dient deels weggenomen en anderzijds deels teruggeplaatst te worden. Er moet in de logica van de structuur worden ingegrepen en waar nodig verstevigingen worden aangebracht.
Meting
• meeteenheid: per stuk
• inclusief aanpassingen structuur en vloer, verplaatsen trap.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
1 stuk
30. MEZZANINE – BALUSTRADE |FH| M
Omschrijving
Na het verwijderen van de tussenwand ontstaat er een vrije zijde aan de mezzanine. Hier dient voor de veiligheid een balustrade op geplaatst te worden. Deze balustrade moet voldoen aan de geldende normen.
Materialen
Op voorstel van de aannemer mag er een standaardoplossing worden voorzien. Deze dient te voldoen aan de geldende normen voor veiligheid op de werkplek.
Uitvoering
Volgens voorschriften fabrikant.
Meting
• meeteenheid: per lopende meter.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Afmetingen
27m
2 TECHNIEKEN
2.1 SANITAIRE INSTALLATIE
2.1.1 SANITAIRE TOESTELLEN.
2.1.1.1 WANDCLOSETPOTTEN
Wandclosetpotten zonder spoelrand: met prefabstortbak ingebouwd in schuimbeton en met frontbediening.
Het toilet heeft geen spoelrand. De spoeling gebeurt d.m.v. een zichtbare keramische waterverdeler aan de achterzijde van het closet.
Diepspoelclosetpot uit sanitair porselein (met max. 0,5% wateropname) heeft een afgeronde voorkant. De kleur: wit, volgens de KIWA of DIN-norm. Dit toestel voldoet aan de CE en EN. Het reukslot is geëmailleerd. De zijkanten verbergen de reukafsluiter en de bevestigingen. Het sanitair porselein is voorzien van een extra ingebrande beschermingslaag. Hierdoor is het oppervlak gladder, bijna volledig poriënvrij, slijtvaster, onderhoudsvriendelijker, beter bestand tegen agressieve reinigingsmiddelen en reiniging onder hoge druk.
Hygiënische, stevige zitting en deksel: ergonomische vormgeving van thermohardend kras- en breukvaste kunststof, wit in de massa gekleurd. Dat wil zeggen dat het deksel de draagkracht van min. 180 kg bezit. Onderhoudsvriendelijk oppervlakte omwille van de volledige polijsting. De randen van zowel xxxxxx als zitting zijn glad geschuurd en hebben als dusdanig geen scherpe of oneffen randen. De zitting is voorzien van 4 indrukbare kunststofbuffers. Het deksel beschikt eveneens over 2 indrukbare kunststofbuffers.
De toiletzitting wordt specifiek gekozen met de toe te passen closetpot. De zithoogte boven de afgewerkte vloer: 430 mm afgewerkte zitting.
De toiletzitting is voorzien van een “soft-close” dempingsmechanisme voor zowel deksel als zitting. Het hydraulische dempingsmechanisme is onzichtbaar en geïntegreerd in de verbinding tussen deksel en zitting. Het uiteinde van de demper is gemaakt uit roestvrijstaal en dient als basis voor de bevestiging van het scharnierpunt. Dempingsvloeistof: Olie op basis van siliconen
De basisconsole wordt afgedekt met een afdekrozet uit roestvrijstaal. Inclusief afdichting ter bescherming van het porselein.
Meetstaat:
Wandclosetpotten met prefab stortbak met frontbediening
- aantal : 4 st FH.
2.1.1.2 WANDCLOSETPOTTEN VOOR MINDERVALIDEN: MET PREFABSTORTBAK INGEBOUWD IN VOORWANDSYSTEEM GESCHIKT VOOR VERLENGDE CLOSETPOT EN MET FRONTBEDIENING
Materiaalomschrijving zie 2.1.1.1
Verlgende closetpot uit sanitair porselein (met max. 0,5% wateropname) met schuine oprand aan de muurzijde en afgeronde voorkant. De kleur: wit, volgens de KIWA of DIN norm. Dit toestel voldoet aan de CE en EN. De open spoelrand , met gelijkmatige waterverdeling en reukslot is geëmailleerd. De zijkanten verbergen de reukafsluiter en de bevestigingen
.
Spoelreservoir: voorgemonteerd geïsoleerde kunststof inbouwspoelreservoir voor frontbediening.
Montage-element: voorgemonteerde eenheid, bestaande uit rechthoekvormig, verzinkt elementen met de bevestigingsset voor de voorwandmontage en de regelbare steunen en gschikt voor de montage van een verlengde closetpot.
De closetpot kan geplaatst worden in een parallellepipedum met volgende maximale afmetingen (l x b x h): ca. 350 x 700 x 350 mm.
De zithoogte is 500 mm boven de afgewerkte vloer. Frontbediening: 2-toetsbediening (spaartoets).
De toiletzitting wordt specifiek gekozen met de toe te passen closetpot
Aantal : 1 st FH
2.1.1.3 OPBOUWWASTAFEL UIT SANITAIR PORSELEIN (MV, ZONDER OVERLOOP) Materiaal:
Volgens STS 61 - aansluitmaten volgens NBN 31-002. Wastafel uit sanitair porselein, ( met max. 0,5% wateropname). De kleur: wit, volgens de KIWA of DIN norm.
Dit toestel voldoet aan de CE en EN.
Opbouwreukafsluiter:Esthetische, verchroomde buisreukafsluiter of bekerreukafsluiter, type weinig plaats innemend
Om de luchtaanzuiging te optimaliseren, wordt een specifieke rvs afvoerrooster voorzien bij de afvoerplug
De wastafel heeft een holle voorkant met bolle hoeken en rechte zijkanten, schuin naar de rechte rugwand toe. De wastafel is voorzien van uittikbare gaten voor kraanwerk. De wastafel inwendig volgt vooraan de holle lijn en is voor de rest ongeveer een halve cirkel. Dit type heeft een ronde gebogen voorrand. Achter- en vooraan is een waterkeringsrand voorzien. De vlakke onderzijde en de inspringende voorzijde is ideaal geschikt voor de rolstoelgebruiker.
De wastafel, type zonder overloop, is te bevestigen op de achterliggende muur d.m.v. 2 plugbouten.
Tussen lavabo en achterliggende muur dient een trillingsdempend materiaal geplaatst. Tevens is tussen bevestigingsbout en binnenkant lavabo een trillingsdempend plaatje te bevestigen waarop een verdeelplaatje met schroef of bout. Het trillingsisolerend plaatje kan voorzien worden in rubber, neopreen of een composietmateriaal. De voeg tussen wastafel en achterliggende wand is op te spuiten met een witte schimmelwerende silicone.
Inbegrepen de aansluiting van de afvoerleidingen op de afvoerplug.
Alle leidingen zijn op de meest directe wijze in de muur in te werken. De hoekstopkranen zijn te monteren op de achterliggende muur.
De opbouwreukafsluiter is van het type weinig plaats innemend en geschikt voor aanbouw aan wastafels.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting wastafel worden voorzien in perceel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
Benaderende afmetingen (l x b x h): ca. 650 x 500 x 150 mm Opstellingshoogte MV: 80 à 90 cm
Aantal: 1 st. FH
2.1.1.4 VASTE HANDGREEP
Vaste handgreep volledig vervaardigd uit RVS chroomnikkelstaal 18/10, glad gepolijst. Vaste hoekhandgreep voor muurbevestiging.
Handgreep maakt vooraan een hoek van 135°. De totale lengte is ca. 700mm, en de totale hoogte is ca. 300mm. Het horizontale gedeelte is ca. 450mm.
De handgreep wordt bevestigd op de naastliggende muur d.m.v. verdoken vijzen en pluggen. De bevestigingen zijn afgedekt door muurrosacen.
Het buisprofiel heeft een doorsnede van ca. 35 mm.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting handgreep wordt voorzien in deel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
Toepassing:
• Opstellingshoogte: 80 à 85 cm boven afgewerkte vloer
• Plaatsing: einde min 20 cm voorbij het einde van de closetpot Aantal: 1 st. FH
2.1.1.5 OPKLAPBARE HANDGREEP MET TOILETROLHOUDER Materiaal:
Opklapbare handgreep volledig vervaardigd uit RVS chroomnikkelstaal 18/10, mat geborsteld.
Uitvoering:
De opklapbare handgreep is uitgevoerd als een volledig gesloten U-vorm.
De handgreep wordt bevestigd op de achterliggende muur, met een vlakke muurplaat voor wandbevestiging, d.m.v. verdoken schroeven en pluggen.
Een ingebouwd veermechanisme zorgt voor een gemakkelijke bediening en verhindert het terugvallen.
De buisprofielen hebben een doorsnede van ca. 35 mm.
De handgreep is voorzien van een kunststof rechthoekig gebogen opbouw toiletrolhouder. De houder is voorzien van een geïntegreerde rolrem.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting handgreep wordt voorzien in deel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
Toepassing:
• Opstellingshoogte: bovenkant greep op 80 à 85 cm boven afgewerkte vloer
• Lengte: ca 750 / 900 mm, in neergeklapte toestand min 20 cm voorbij het einde van de closetpot
Aantal: 1 st. FH
2.1.1.6 COLLECTIEVE WASGOOT UIT RVS
Collectieve wastrog volledig vervaardigd uit RVS, waarvan de langwerpige binnenkuip volledig gepersvormd is, met afgeronde binnenhoeken. De voor- en zijwanden verbergen de wandbevestiging. De wasgoot heeft één centrale afvoeropening, met afvoerplug uit RVS. De wastrog wordt aangesloten op afvoerleidingennet d.m.v. afvoer en PP reukslot in opbouw.
De wastroggen zijn voorzien van een opstaande muurboord om spatten te vermijden - hoogte ± 10 cm.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting wasgoot worden voorzien in perceel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
Aantal personen: 3 Meetstaat
Collectieve wastrog uit RVS, voorzien voor 3 personen Aantal: 2 FH
2.1.1.7 KOUDWATERTAPKRAAN MET INGEWERKTE ELEKTRONICA OP WASTAFEL GEMONTEERD.
Elektronische koudwatertapkraan met ingewerkte elektronica op wastafel gemonteerd.
Het schuinstaande vaste ronde kraanlichaam, antivandaal uitvoering, is uit gepolijst verchroomd messing, voorzien van vaste, ronde uitloop met straalbreker.
Het kraanlichaam, als, is uit verchroomde messing, voorzien van een schuinstaand, vast, rond lichaam (ca. Ø 55 mm) met horizontale uitloopbek met straalbreker.
De sprong heeft een lengte van ca. 110 mm en uitloophoogte ca. 100 mm en totale hoogte van ca. 160mm. De uitloophoek bedraagt ca. 30°
Inwendig in het lichaam is de elektronische module en magneetventiel voorzien. De voeding gebeurt met stekkertransfo IP 65 met aansluitkabel.
De microprocessor controleert het geselecteerde programma, voor het openen en sluiten van de klep, incl. stagnatiespoeling. Het detectiesysteem detecteert via een sensor en activeert de klep. Het water loopt zolang de gebruiker zich de handen wast.
Het debiet van de kraan is ca. 6l/min.
Inbegrepen hoekstopkranen (type met bolafsluiter) met verchroomde muurrozet en flexibele aansluitslang, incl. vuilfilter.
Op de wastafel wordt geen stop noch waste voorzien.
De elektrische voeding, als stopcontact, wordt ter plaatse gebracht in het deel elektriciteit. Debiet: 0,1 l/s
Meetstaat: Elektronische koudwatertapkraan Aantal: 6 st. FH
2.1.1.8 THERMOSTAAT VOOR VOORGEMENGD WARM WATER
Thermostatische mengventielen met een dubbele regeling.
Gemengd water wordt verkregen door twee onafhankelijke ventielen - een voor warm water, een voor koud water - die werken als hydraulische relais. Deze twee ventielen worden geregeld door een bimetalen strip die de temperatuur van het uitstromende water bijhoudt.
Het water heeft precies de gewenste temperatuur. Dit principe biedt vele voordelen en vooral: Geen wrijving van bewegende metalen delen, dit resulteert in een uitstekende temperatuurbestendigheid en een opvallend lange levensduur.
Dankzij het relaisprincipe blijft de kwaliteit van de temperatuurregeling constant bij een hoge en een lage doorstroomsnelheid (wat vaak niet het geval is bij andere mengkranen).
Snel afsluiten van gemengd water wanneer de aanvoer van warm of koud water wegvalt.
Toestel met geïntegreerde keerkleppen (gecertificeerd) en zeef. Aanbevolen voor alle toepassingen waar de temperatuur van het gemengde water precies en constant moet blijven en op ieder moment aangepast moet kunnen worden. Standaard temperatuurbereik: 30 tot 70° C
Filter bevestigd op waterdichte steun van elastomeer. Perfecte toegankelijkheid, demontage zonder gereedschap, eenvoudig te reinigen.
Toepassing: te plaatsen aan de wastrog
Meetstaat: thermostaat voor voorgemengd warm water. Aantal: 2 st. FH
2.1.1.9 THERMOSTATISCHE ROBUUSTE OPBOUW MENGKRAAN MET HANDDOUCHE
Het kraanlichaam is uit gepolijst verchroomd messing, voorzien van een aansluiting voor een doucheslang met handdouche.
Voorzien van een messing- debietregelknop en temperatuurregelknop met veiligheidsblokkering op 38°C.
De handdouche is volledig verchroomd en is voorzien van antikalknopjes en is voorzien van 3 verschillende waterstralen.
Een verchroomde doucheglijstang dia ca. 18mm met een totale lengte van ca. 750mm waarvan de bevestigingshouders op ca. 700mm van elkaar bevestigd worden aan de wand. Het schuifstuk waarop de handsproeier is bevestigd kan gemakkelijk en met één hand verschoven worden naar de gewenste hoogtepositie. De handsproeier kan in de gewenste sproeihoek geplaatst worden via de handdouche trap per trap naar onder of naar boven te bewegen. Daarbij komt een doucheslang van 1500mm en een transparante kunststof zeepschaal.
Meetstaat: thermostatische mengkraan met handdouche Aantal: 7 FH
2.1.1.10 VLAKKE STORTBADBAK UIT ACRYL.
Het toestel bezit een moderne vorm en dient voorafgaandelijk samen met zijn bijhorigheden ter goedkeuring voorgelegd aan de ontwerper.
De douchetub wordt op een stabiele horizontale wijze bevestigd. De randen en aansluitingen worden waterdicht opgespoten met schimmelwerende aangepaste siliconen. Eventuele beschadigingen aan wanden en wandbekleding, ten gevolge van de installatie, dienen hersteld. De vlakke stortbadbak wordt aangesloten op de afvoerleiding met behulp van tussengevoegde afvoerplug voorzien van hevel.
Alle materialen dienen volledig gereinigd en ontdaan van alle klevers. Randafwerking met vloertegels behoort niet tot huidige aanneming.
• Stortbadbak uit acryl, versterkt met glasvezel gevulde polyester voldoet aan NBN EN 14527.
• Kleur: wit.
• Voorzien van antislipbodem, in de kunststof ingewerkt.
• De acryl is door en door gekleurd.
• De afvoerplug is uit polypropyleen
• Afmetingen: 800 * 800 * 60 mm Meetstaat:
Vlakke stortbadbak uit acryl
Aantal: 7 FH
2.1.1.11 EENGREEPSMENGKRAAN OP WASTAFEL GEMONTEERD
Zelfsluitende koudwatertapkraan op wastafel gemonteerd.
Het kraanlichaam is uit gepolijst verchroomd messing, voorzien van een vaste uitloop met straalbreker.
De bedieningsknop is in gepolijst en verchroomde messing en vandaalbestendig verschroefd. De uitlooptijd is instelbaar. Het debiet van de kraan is ca. 6l/min.
De uitloop heeft een lengte van ca. 120 mm en uitloophoogte ca. 60 mm.
Inbegrepen hoekstopkraan (type met bolafsluiter) met verchroomde muurrozet en flexibele aansluitslang of koper verchroomde aansluitleiding.
Op de wastafel wordt geen stop noch waste voorzien. Debiet: 0,1 l/s
Meetstaat: eengreepsmengkraan op wastafel gemonteerd Aantal: 4 st. FH
2.1.1.12 OPBOUWWASTAFEL UIT SANITAIR PORCELEIN
Volgens STS 61 - aansluitmaten volgens NBN 31-002. Wastafel uit sanitair porselein, (met max. 0,5% wateropname). De kleur: wit, volgens de KIWA of DIN-norm.
Dit toestel voldoet aan de CE en EN.
De wastafel heeft een ovale vorm met een rechte rugwand en een halfronde voorwand, die achteraan uitlopen in een vlak achtervlak.
De wastafel is te bevestigen op de achterliggende muur d.m.v. 2 plugbouten.
Alle leidingen zijn op de meest directe wijze in de muur in te werken. De hoekstopkranen zijn te monteren op de achterliggende muur.
De opbouwreukafsluiter is van het type esthetische, verchroomde buisreukafsluiter of bekerreukafsluiter en geschikt voor aanbouw aan wastafels. De voeg tussen wastafel en achterliggende wand is op te spuiten met een witte schimmelwerende silicone.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting wastafel worden voorzien in perceel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
Benaderende afmetingen: 550 * 450 * 210 mm Meetstaat: opbouwwastafel uit sanitair porselein Aantal: 3 st. FH
2.1.1.13 URINOIR.
Volgens EN 13407.
Het urinoir is vervaardigd uit wit verglaasd sanitair porselein (met max. 0,5% wateropname) en is voorzien van een anti-spatreductie waarbij de waterstraal wordt gebroken tegen de achterste binnenrand.
De ingebouwde spoelrand, is geëmailleerd. De zijkanten verbergen de reukafsluiter en de bevestigingen.
De kleur: wit, volgens de KIWA of DIN-norm. Ingebouwde kunststof PP reukafsnijder.
Montage-element: voorgemonteerde eenheid, bestaande uit rechthoekvormig, verzinkt elementen met de bevestigingsset voor de voorwandmontage en de regelbare steunen.
Het urinoir is van het ovaalvormig en afgeronde hangmodel met mikvlieg zonder aangebouwde schaamschotten, met vloeiend vooruitstekende opvangbekken. Het bekken heeft afgeronde binnenvormen en is voorzien van een vast aangegoten zeef van keramiek. Het urinoir is voorzien van een hoogwaardige spoelwaterverdeling die een volledige spoeling rondom het ganse bekken mogelijk maakt.
De aansluiting voor de spoelwateraanvoer is achteraan verdekt aangebracht in de achterwand. De horizontale verborgen ingang koud water komt binnen bovenaan in het urinoir.
De horizontale verborgen uitgang afvoer, met inbegrip van ingebouwde reukafsluiter, komt buiten onderaan het urinoir, de waterafvoer heeft een buitendiameter van 50mm. De afvoer wordt aangesloten langs de achterwand.
In de rugzijde zijn twee openingen voorzien die dienen voor de ophanging. Een specifiek voor het betreffende urinoir bestemde bevestigingsset wordt vanaf de fabriek meegeleverd, en het urinoir wordt op het achterliggend muurdeel bevestigd.
De bevestiging van de wandurinoirs tegen achterliggende tegelwand gebeurt d.m.v. tussenplaatsing van trilling dempend materiaal.
Het geheel van watertoevoer (m.i.v. kraanwerk en filter) en afvoerinrichting zijn tot één geheel geprefabriceerd voor toepassing in een voorwandsysteem of als scheidingswand en voorzien van verstelbare bevestigingsdelen voor vastzetting tegen de wand, of in de wand en op de vloer. De lichte wandconstructie is inbegrepen in perceel architectuur.
Het plaatsen van de voorgemonteerde eenheid gebeurt in nauwe coördinatie met het perceel architectuur.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting urinoir worden voorzien in perceel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
De afmetingen zijn zodanig dat het urinoir past binnen een omhullend balkvolume van 400*700*450 mm (B x H x D). Inloophoogte: 65 cm (volwassenen) / 45 cm (kinderen)
De as afstand tussen twee urinoirs bedraagt minimaal 70 cm. Aantal: 3 st. FH
2.1.1.14 INDIVIDUELE AUTOMATISCHE SPOELING: INFRAROOD STURING
Individuele automatische spoeling d.m.v. infrarood -elektronica. Het geheel is ingebouwd in een muurinbouwkast, met afdekplaat.
Inbouwkast met ingebouwde elektronische computersturing d.m.v. magneetventiel ingebouwd in inbouwkast. De spoeling gebeurt na wegtreden van urinoir, deze tijd is instelbaar tussen 2 en 15 seconden. Na een stroomonderbreking of wanneer de urinoir meer dan 24 u niet gebruikt werd, treedt automatisch spoeling op.
De voeding is 230 V, doch de sturing gebeurt op elektromagneetventiel, door middel van ingebouwde transformator.
De elektrische voeding (los kabeleind) is in coördinatie met het perceel elektriciteit. Aantal: 3 st. FH
2.1.1.15 SCHEIDINGSWANDEN VOOR URINOIRS UIT KUNSTSTOF
Scheidingswand in verhard polyurethaanschuim, materiaal kleurvast, ongevoelig voor lichtinval en weerstaat aan urine. Kleur: wit.
De scheidingswand is boven- en onderaan volledig afgerond. De bevestiging gebeurt d.m.v. een verzinkte bevestigingsplaat die op een afgewerkte muur wordt bevestigd d.m.v. 2 bouten.
De scheidingswand wordt op deze bevestigingsplaat bevestigd d.m.v. niet zichtbare inbusbout onderaan de scheidingswand.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting wand worden voorzien in perceel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
Benaderende afmetingen (l x b x h): ca. 440 x 740 x 95 mm Aantal: 3 st. FH
2.1.1.16 UITGIETBAK UIT RVS
Uitgietbak volledig uitgevoerd uit RVS 304 satijnglans.
Alle lasnaden zijn gepolijst, idem als de afwerking uitgietbak. De uitgietbak is voorzien van een opklapbaar rooster uit RVS. Reukslot: polypropyleen wit.
De uitgietbak is rechthoekig met een opstaande rugspatwand met een afgeronde vierkante bak. Inbegrepen de aansluiting van de afvoerleidingen op de afvoerplug.
Alle leidingen zijn op de meest directe wijze in de muur in te werken.
De opbouwreukafsluiter is van het onledigbaar type, weinig plaats innemend.
De verstevigingen in de lichte wandconstructie voor vastzetting uitgietbak wordt voorzien in perceel afwerking wanden in coördinatie met de architect.
Toepassing: uitwassen verfborstels + onderhoud Benaderende afmetingen (l x b x h): ca. 565 x 405 x 170 mm Aantal: 1 st. FH
2.1.1.17 KRAANWERK VOOR UITGIETBAK
Eéngreepsmengkraan op de wand gemonteerd met verchroomde messing hendel voor debiet- en temperatuurregeling door middel van keramische schijven. Dit kraanwerk is voorzien van een variabel instelbare debietbegrenzer. De mengkraan is voorzien van de gekeurde terugslagkleppen Kraanlichaam uit gepolijst verchroomd messing, voorzien van een horizontale draaibare uitloop met straalbreker, links en rechts blokkerend. De sprong is ca. 250 mm.
Montagehoogte ca. 1050mm boven de afgewerkte grond.
In de uitgietbak moet gemakkelijk een emmer kunnen gevuld worden. Meetstaat: kraanwerk voor uitgietbak
Aantal: 1 st. FH
2.1.1.18 AANSLUITING VAN WARM-, KOUD- EN RETOUR WATER
Leiding bestaande uit 3 afzonderlijke lagen en als volgt samengesteld:
• binnenbuis van vernette polyethyleen, PE-xb
• aluminiumbuis, homogeen en naadloos gelast
• buitenmantel van PEhd
De wanddiktes zijn afhankelijk van de buisdiameter.
De leidingen worden geleverd op rol of in buislengtes van 5m, en zijn voorzien van beschermdoppen.
De leidingen zijn geschikt voor zowel inbouw als opbouw, zijn volledig corrosiebestendig en hebben een bedrijfstemperatuurbereik van 70°C.
De hulpstukken en verbindingsstukken zijn vervaardigd uit PVDF-kunststof, ontzinkingsbestendige messing en brons. Op de pershals is een O-ring uit EPDM geplaatst.
In het totale systeem worden alle maatregelingen genomen om elektrolytische verbindingen te verhinderen.
Het watertoevoersysteem is BUTgb gekeurd.
Alle hulpstukken vormen met de leidingen een homogeen systeem en worden steeds bij eenzelfde fabrikant betrokken.
De wateraansluitingen gebeuren in de stookplaats, achter het sanitair blok waar ook de collectoren kunnen staan.
De leidingen worden ingeslepen in de betonvloer en ingewerkt in de gyprocwanden. Meetstaat: leidingwerk voor stadswater
Aantal: 1 TP
2.1.1.19 AFVOERLEIDINGEN
Afvoer- en verluchtingsleidingen uit hard polyethyleen.
De buizen worden getemperd (ondergedompeld bij 80°C gedurende 1 u) i.v.m. natuurlijke krimp. Grondstof en kwaliteit volgens NBN EN 1519.
Buitendiameter volgens NBN T 42-003.
De leidingen en hulpstukken zijn BUTgb gekeurd, en dragen het label "BENOR".
Het afschot van de afvoeren fecaliënwater zal niet kleiner zijn dan 1 cm/m (zonder daarbij groter te zijn dan 5 cm/m). Het afschot van de afvoeren vuil water zal ca. 0,5 cm/m bedragen.
Door betrokken leverancier zijn de exacte inplantingspunten op te geven. De richtlijnen voor plaatsing en inplanting zoals door keukenleverancier opgegeven, zijn stipt op te volgen.
Alle hulpstukken vormen met de leidingen een homogeen systeem en worden steeds bij eenzelfde fabrikant betrokken. De uitvoering moet gebeuren door gespecialiseerd personeel, die een bekwaamheidsattest, afgeleverd door de leverende firma, kunnen voorleggen.
De meeste verbindingen van buizen en hulpstukken worden uitgevoerd door middel van een stomplas, zonder toevoeging van materiaal. De dikte van de lasril bedraagt een halve wanddikte.
Daar waar omwille van werfomstandigheden, een stomplas niet toepasbaar is, wordt er een elektromofverbinding uitgevoerd.
Min. afstand tussen de beugels volgens de richtlijnen van de constructeur.
De leidingen worden aangesloten op de bestaande afvoeren binnen het gebouw en ingeslepen in de betonvloer.
Meetstaat: afvoerleidingen
Aantal: 1 TP
2.2 CV-INSTALLATIE.
2.2.1 STALEN RADIATOREN MET SIERROOSTER, ZIJPANELEN EN GEÏNTEGREERDE VENTIELPIJP.
De radiatoren zijn uitbekleed aan de zijkanten en de bovenzijde. Ze hebben een geïntegreerde ventielpijp.
Max. 3 evenwijdige panelen.
Convectielamellen zijn toegelaten, ook op de achterzijde van het laatste paneel De radiator heeft verschillende aansluitmogelijkheden.
Radiatoren met een breedte / hoogte – verhouding groter dan 2,5 / 3 hebben een diagonale doorstroming of wordt diagonaal aangesloten.
Meetstaat: verwarmingslichamen totaal vermogen 12,5 kW bij 70/50/22. Aantal: 5 st. FH
2.2.2 AANSLUITING VERWARMINGSLICHAMEN
Verwarmingsleidingen: Leiding bestaande uit 3 afzonderlijke lagen en als volgt samengesteld:
• binnenbuis van vernette polyethyleen, PE-xb
• aluminiumbuis, homogeen en naadloos gelast
• buitenmantel van PEhd
De wanddiktes zijn afhankelijk van de buisdiameter.
De leidingen worden geleverd op rol van 50 meter, met geribde mantelbuis.
De leidingen zijn geschikt voor zowel inbouw, zijn volledig corrosiebestendig en hebben een bedrijfstemperatuurbereik van 80 °C. Op de pershals is een O-ring uit EPDM geplaatst.
Het watertoevoersysteem is BUTgb gekeurd.
Alle hulpstukken vormen met de leidingen een homogeen systeem en worden steeds bij eenzelfde fabrikant betrokken. De perskoppel hulpstukken zijn vervaardigd uit PVDF, ontzinkingsbestendige messing of brons.
In het totale systeem worden alle maatregelingen genomen om elektrolytische verbindingen te verhinderen.
De leidingen worden geplaatst in de vloerplaat.
De collectoren worden geplaatst in het stooklokaal en aangesloten op de bestaande leidingen.
Thermostatische radiatorkranen: kraanhuis met gekalibreerde doorlaat t.b.v. een juist hydraulisch evenwicht, vervaardigd in vernikkeld brons, gegoten onder druk.
De drukstift is van chroomstaal en beweegt in een gesmeerde O-ring met asafdichting. De O-ring is van E.P.-rubber en de klepregeling van Nitrilrubber.
De pakkingsbus van het kraanlichaam kan vervangen worden zonder de installatie te ledigen. Max. werkdruk 10 bar
Max. differentiële druk 0,5 bar Max. bedrijfstemperatuur 120 °C
Thermostatisch regelelement met vloeistofgevulde voeler met CEN-certificaat en getest volgens DIN EN 215, Deel 1
Inwendige begrenzing van het regelbereik d.m.v. een instelring op 21 °C Uitwendige begrenzing d.m.v. de spaarclip
Beveiligd tegen overmatige heffing van de klep Schaalindeling 1-5 (stand 3 = +/- 20 °C)
Regelbereik: 6 tot 28 °C Vorstbeveiliging
Max elementtemperatuur: 50 °C Hysteresis: 0.2 K
Sluittijd: ca. 24 min.
Retourventiel: huis van vernikkeld brons Inbouwmaten volgens DIN 3842 Afsluitbaar met inbussleutel
Vul- en aftapset voor ½” slangaansluiting
Aansluitmogelijkheid voor draadpijp of met klemkoppelingen voor koperen, kunststoffen of dunwandige stalen precisiepijp
Het aansluitblok wordt toegepast aan de voet van de radiator voor koppeling op aan- en retourleidingen.
Mogelijk om te koppelen op kunststof leidingen. De radiatoraansluitingen gebeuren in de wand.
Meetstaat: aansluiting verwarmingsleidingen Aantal: 1 st TP
2.2.3 CIRCULATOR
• met permanent magneet motor technologie
• geruisarm
• voorzien van een energiebesparende, geïntegreerde toerenregeling, waarmee de pompcapaciteit op de actuele behoefte kan worden ingesteld
• voldoet aan de strengste eisen van de Ecodesign Directive 2005/32/EC: Energie Efficiëntie Index (EEI) niet groter dan 0,23
• instelling van de gewenste opvoerhoogte mogelijk op het bedieningspaneel van de pomp
• selectie van de functies op het bedieningspaneel van de circulator
• aanleveren afstandsbediening voor de bouwheer dient inbegrepen te zijn
• voeding 1 x 230V, 50 Hz: asynchrone 1-fasige motoren in pompen enkel toegelaten als het vermogen van de motor kleiner is dan 0,2 kW
• beschermingsklasse IP 44
• isolatieklasse F
• mediumtemperatuur maximaal +110 °C. - continu +2 °C tot +95 °C De circulator wordt bediend met een klok, inbegrepen in deze post.
Meetstaat: toerentalgeregelde circulator Aantal: 1 st. FH
2.2.4 VENTILATIE
Platte warmteterugwinningseenheid met tegenstroom warmtewisselaar en elektrische naverwarming.
Het toestel is getest volgens NBN EN308. Samenstelling:
• Behuizing van voorgelakte staalplaat in RAL9016.
• 30 mm isolatie Rotswol, thermische geleidbaarheid 0.036 W/m.K, brandklasse A1
• Ronde aansluitingen
• Condensatiebak uit roestvrijstaal
• Elektrische naverwarming
• Automatische bypass
• Filterdetectie op tijdsbasis.
• Modbus communicatie
• Mogelijkheid tot constante druk-regeling of CO2-regeling
• Direct aangedreven EC gelijkstroomventilator met achterwaarts gebogen schoepen
• Regelbaar tussen 20-100%
• Tegenstroom warmtewisselaar met een rendement tot 94%
• Warmtewisselaar gecertifieerd volgens Eurovent EN 13141-7
• Voorzien van twee paneelfilters M5/F7 (extractie/pulsie)
• Het toestel is getest volgens NBN EN 308
• Bediening met weekprogramma
• CO2 kanaaltransmitter
• Vervangfilters
• Specifieke gegevens
EC Ventilatoren | voedingsspanning | [50Hz/VAC] | 230 |
Extractieventilator | vermogen/stroom | [kW/A] | 0,22/1,9 |
Extractieventilator | ventilatorsnelheid | [min-1] | 3380 |
Pulsieventilator | vermogen/stroom | [kW/A] | 0,24/2,07 |
Pulsieventilator | ventilatorsnelheid | [rpm] | 3380 |
Thermisch rendement verwarmingselement | Elektrisch vermogen | % [kW] | >90 1,2 |
Max. opgenomen vermogen/stroom
[kW/A] 1,66/9,51
geïntegreerd
Automatische ontdooiing
Filterklasse extractie M5
F7
Filterklasse pulsie
Verseluchtname + afblaas door dak.
Inclusief in deze post: dakdoorgangen (4 stuks), verdichtingen, afblaaskappen. Alles buiten te voorzien in inox of aluminium
Verseluchtname te isoleren met gesloten cellenstructuur isolatiemateriaal, inclusief deze post. Meetstaat: ventilatiegroep voor sanitairen
Aantal: 1 st | FV | Pulsie 400 m3/h – 300 Pa extern Extractie 400 m3/h – 300 Pa extern |
1 st | FV | Pulsie 600 m3/h – 300 Pa extern Extractie 600 m3/h – 300 Pa extern |
2.2.5 TOEBEHOREN VENTILATIE
De luchtgroepen worden geplaatst in de hal nabij de sanitaire kernen.
• Roosters: pulsie wervelroosters 300 m3/h 5 st Extractieventielen 18 st
• Gegalvaniseerde spiraalbuis en hulpstukken met dichtingen
• Akoestische flexibels
Meetstaat: toebehoren ventilatie Aantal : 1 TP
2.3 ELECTRISCHE INSTALLATIES
2.3.1 VERLICHTING VOOR SANITAIREN
2.3.1.1 STURING VAN DE VERLICHTING
Inbouw bewegingsdetector volgens het passief infrarood (PIR) principe. De bewegingsdetector schakelt de verlichting in bij aanwezigheid en een vooraf ingestelde luxwaarde. Vanaf er geen aanwezigheid meer gedetecteerd wordt, schakelt de verlichting uit na een instelbare tijd.
BEWEGINGSDETECTOR PLAFONDINBOUW (BDPI)
RICHTMERK en TYPE: B.E.G. Siemens Luxomat Aanwezigheidsdetector PD3-1C-FP Detectiehoek: circulair 360°
Bereik bij montagehoogte 2,5m:
• rechtop transversaal: 10 m rondom
• rechtop naderend op de as: 6 m rondom
• zittend: 2,5m rondom Voeding: 230V - 50 Hz
Eigen verbruik: <= 1W
Schakelvermogen: 1000 W (bij cos φ = 1), 500 VA (bij cos φ = 0,5) Tijd: 1 sec impuls of instelbaar tussen 15 sec en 30 min
Lichtsensor instelbaar tussen 5 en 2000 lux of op de actuele waarde Beschermingsgraad: IP 20
Afmetingen:
• diameter: max. 8 cm
• totale hoogte: max. 9 cm
• zichtbare hoogte: max. 2 cm
De voeding en de sensor zitten samen in de behuizing. Meetstaat: sturing van de verlichting
Aantal stuks 20 st. FH
2.3.1.2 VERLICHTINGSARMATUREN
2.3.1.2.1 LED LICHTPANEEL VOOR INBOUW IN SYSTEEMPLAFOND VAN 60 * 60 MM “DROGE RUIMTES”
- spanning : | 2*230V |
- vermogen : | 40 W |
- lichtstroom : | 3.000 lm |
- kleurweergave : | 3000 K (warm-wit) |
- afmetingen : | 595 * 595 * 10 mm |
- arbeidsfactor : | 0,95 |
- IP-code : | IP 41 |
- minimale levensduur: | 50.000 h |
Meetstaat: verlichtingsarmaturen voor sanitairen “droog”
Aantal : 14 st. FH
2.3.1.2.2 LED SPOT VOOR SANITAIRE CELLEN
• Spot LED DIM 3000K IP65
• Technologie : LED
• Type: : LED integrated
• Materiaal behuizing : Polycarbonaat
• Montage : inbouw vals plafond
• Certificeringen : EUNEW008
• ETIM-klasse : EC001744
• Lichtstroom armatuur : (lm) 540
• Armatuurrendement : (lm/W) 77
• Kleurtemperatuur : (K) 3000
• Lichtkleur Warm White
• Bundelhoek : (°) 100
• Luminantiecontrole : 32.4
• Totaal energieverbruik: (W) 7
• Elektrische bescherming Klasse II
• Type ballast Integral
• Dimbaar : Ja
• LED Flickering Rate Medium: (21% - 40%)
• Xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx (nominaal) (uur) : 30000
• Kleur behuizing : Wit
• IP-classificatie : IP20/65 Meerstaat: led-spot
Aantal : 16 st. FH
2.3.1.2.3 VERLICHTINGSARMATUREN VOOR DE HALL
We voorzien in de hall bijkomende verlichtingsarmaturen van het industriële type en eventuele vervanging van bestaande buisarmaturen door nieuwe ledarmaturen:
- Kleur lichtbron : 840 neutraalwit – 4000 K
- optiektype : brede lichtbundel
- spreiding armatuur : 81°
- IEC beschemingsklasse : veiligheidsklasse I
- markeringen : CE, ENEC, RoHS
- afmetingen : 1.170 * 197 * 47 mm
- beschermingsklasse : IP 20
- lichtstroom : 3.700 lm
- rendement : 117 lm/Watt
- materialen : huis : staal
rest : polycarbonaat
Plaatsing: inbegrepen de nodige meters kabel en schakelmateriaal, elektrisch vertrek in de nieuwe schakelkast van de schrijnwerkerij. Per vier armaturen wordt een bediening voorzien.
Meetstaat: led armaturen voor de hall Aantal: 16 st. VH
2.3.1.3 NOODVERLICHTING
De veiligheidsverlichting wordt geïnstalleerd, getest en onderhouden in overeenstemming met:
• NBN EN 1838: toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting
• NBN EN 50172: noodverlichtingssystemen voor vluchtwegen
De toestellen voldoen aan volgende normen:
• NBN EN 00000-0-00: verlichtingsarmaturen - Deel 2-22: Bijzondere eisen - Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting
• EN 62034: automatische beproevingssystemen voor batterijgevoede noodverlichting voor vluchtwegen
De aannemer dient de verlichtingsberekeningen conform de hierboven normeringen van de veiligheidsverlichting ter goedkeuring voorleggen. Dit is te aanzien als een last van de aanneming. Het toestel is een autonoom niet permanent veiligheidsverlichtingstoestel voor opbouwmontage, uitgerust met een fluorescentielamp van minstens 6 watt.
Het toestel bestaat hoofdzakelijk uit:
• een huis uit slagvast polycarbonaat.
• een kristalheldere kap uit slagvast polycarbonaat, met fresnellenzen die zorgen voor een uitzonderlijk breed lichtuitstralingspatroon (langs de as van de vluchtweg) en een verlaagde luminantie van de lamp in de kijkrichting
Het toestel heeft volgende kenmerken:
• Beschermingsgraad: minstens IP 40
• Maximale afmetingen toestel (l x b x h) 364 x 167 x 82mm
• lumenstroom: minstens 200 lm
• Bij plafondmontage in een lokaal met hoogte 3,0 m en met een tussenafstand van 14 m wordt nog een horizontale verlichtingssterkte van minimaal 1 lux gehaald. Dit geldt bij evenwijdige opstelling van de toestellen
• ENEC-certificaat van het toestel bij TF te voegen
Het toestel heeft volgende kenmerken:
• Beschermingsgraad: IP 65
• Schokweerstand: IK 10 of 20J (NBN EN 50102)
• Maximale afmetingen toestel (l x b x h): 381 x 179 x 99mm
• Lumenstroom: minstens 200 lm
• Bij wandmontage op een hoogte van 2,5 m en met een tussenafstand van 6 m wordt nog een horizontale verlichtingssterkte van minimaal 1 lux gehaald op een afstand van 1 m van de wand. Dit geldt bij montage evenwijdig met de vloer.
• ENEC-certificaat van het toestel bij TF te voegen
• Licht/donker sensor
• Vorstbestendig tot -25°C
Meetstaat: noodverlichting
Aantal: 1 TP
2.3.2 SCHAKELKAST
We voorzien een nieuwe schakelkast in de ruimte van de schrijnwerkerij. De voedingskabel komt van het algemeen laagspanningsbord.
Deze schakelkast heeft de volgende vertrekken:
- 10 monofasig 16 A machines schrijnwerkerij + reserve
- 6 driefasig + N 25 A machines schrijnwerkerij + reserve
- 1 monofasig 16 A voeding verlichting schrijnwerkerij
- 1 monofasig 16 A voeding luchtgroep 01
- 1 monofasig 16 A voeding luchtgroep 02
- 1 monofasig 16 A stopcontacten kleedkamers heren
- 1 monofasig 16 A verlichting sanitair heren
- 1 monofasig 16 A verlichting sanitair dames + heren
- 1 monofasig 16 A stopcontacten sanitair dames + heren Meetstaat: schakelkast in schrijnwerkerij
Aantal: 1 st. FH
2.3.3 DIVERSEN
Volgende zaken dienen nog voorzien te worden:
2.3.3.1 INBOUW STOPCONTACTEN
• Stopcontacten: 12 stuks te voorzien verdeeld over de sanitaire ruimten
Deze worden op plan aangeduid.
Meetstaat: opbouw stopcontacten Aantal: 12 st. VH
2.3.3.2 OPBOUW STOPCONTACTEN
• Stopcontacten 10 stuks te voorzien in de schrijnwerkerij Meetstaat inbouw stopcontacten
Aantal: 10 st. VH
2.3.3.3 3-FASIGE STOPCONTACTEN
• Stopcontacten: CEE-wandcontactdozen 32 A 400V 5-polig
3 stuks te voorzien in de schrijnwerkerij Meetstaat: 3-fasige stopcontacten
Aantal: 3 st. VH
2.3.3.4 VOEDINGEN
• Electrische voeding voor urinoirs
• Electrische voeding voor elektronische wastafelkranen
Meetstaat: elektrische voedingen Aantal: 2 st. VH