ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
MACHINEBREUK
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1
HOOFDSTUK 2: DEKKINGSVOORWAARDEN 1
Art. 1: Basisdekking 1
Art. 2: Aanvullende dekkingen 2
Art. 3: Uitsluitingen 2
HOOFDSTUK 3: GEMEENSCHAPPELIJKE EN ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN 3
Art. 4: Aangegeven waarde – onderverzekering – vrijstelling 3
Art. 5: Totstandkoming, inwerkingtreding en duur van
het contract 3
Art. 6: Premie 4
Art. 7: Automatische aanpassing 4
Art. 8: Beschrijving en wijziging van het risico –
mededeling door de verzekerde 4
Art. 9: Verplichtingen van de verzekerde in de loop
van het contract 5
Art. 10: Verplichtingen bij schadegeval 5
Art. 11: Raming van de schade 6
Art. 12: Berekening van de vergoeding 6
Art. 13: Betaling van de vergoeding 6
Art. 14: Subrogatie 7
Art. 15: Opzegging 7
Art. 16: Kennisgevingen 7
Art. 17: Scheidsrechterlijke uitspraak en toepasselijke
Wet 7
Art. 18: Collectief contract 8
HOOFDSTUK 1: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Verzekeraars
De verzekeringsmaatschappijen, vermeld op de bijzondere voorwaarden van de polis, vertegenwoordigd door B.D.M. NV.
HOOFDSTUK 2: DEKKINGSVOORWAARDEN
Art. 1: Basisdekkingen
De verzekeraars verzekeren de in de inventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover die zich op de vermelde plaats bevinden:
- terwijl ze in werking zijn of stilstaan,
- tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan.
Onder "machinebreuk" verstaat men onvoorziene en plot- selinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzaken:
A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwilligheid van personeelsleden van de verzekerde of van derden.
Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt.
Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling schade te berokkenen;
B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde substantie;
C. materiaal-, constructie- of montagefouten of -gebreken;
D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, doorslaan of te grote snelheid, middelpuntvliedende kracht;
E. falen van een aangekoppelde machine, van een beveili- gings- of regeltoestel;
F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering;
G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak.
Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijktijdig werden ontwikkeld.
Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnendringen van gassen, dampen of vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, eveneens als een ontploffing beschouwd.
De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het binnen- dringen van gassen, dampen of vloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat.
H. terugslag of waterstoot in een zuigermachine of hydrau- lische installatie;
I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van over- spanning of spanningsval, te grote stroomsterkte, kortsluiting, boogvorming, invloed van atmosferische electriciteit.
Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toe- behoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan.
Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dekking is beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan;
X. xxxx, xxxxx, vorst, kruien van ijs.
Art. 2: Aanvullende dekkingen
Mits uitdrukkelijke overeenkomst in de bijzondere voorwaar- den en bijkomende premie kunnen de verzekeraars ook waarborgen:
A. niet te voorziene en plotselinge schade aan ketels en andere stoomapparaten of recipiënten onder druk, te wijten aan een ontploffing ingevolge hun eigen gebrek;
B. voor zover ze het gevolg zijn van een vergoedbare "machinebreuk":
1. andere schade dan deze door brand en ontploffing veroorzaakt:
a. aan voetstukken en funderingen van de verzekerde voorwerpen,
b. aan andere voorwerpen of goederen dan de verzekerde voorwerpen;
2. afbraakkosten die noodzakelijk zijn om de herstelling of vervanging van de verzekerde voorwerpen mogelijk te maken, alsook de kosten voor wederopbouw;
3. kosten om de verzekerde voorwerpen uit het water te halen of vrij te maken;
4. kosten voor de werkzaamheden die buiten de normale werkuren uitgevoerd zijn, beperkt zoals voorzien in artikel 12.B.;
5. kosten voor het inschakelen van technici uit het buiten- land, beperkt zoals voorzien in artikel 12.B.;
6. kosten voor het versneld vervoer, beperkt zoals voorzien in artikel 12.C.
Art. 3: Uitsluitingen
A. Ongeacht de grondoorzaak wordt niet beschouwd als "machinebreuk" iedere schade:
1. die te wijten is aan:
a. brand, aan ontploffingen van welke aard ook, en aan de gevolgen van deze gebeurtenissen, behalve wat onder artikel
1.I. verzekerd is en wat onder de bijzondere voorwaarden verzekerd zou zijn bij toepassing van artikel 2.A.;
b. de rechtstreekse inslag van de bliksem op de verzekerde voorwerpen of op de gebouwen die de verzekerde voorwerpen bevatten;
c. aanraking van lucht- of ruimtevaartuigen of met delen ervan, met voorwerpen die eraf of eruit vallen evenals met andere goederen welke bij die gelegenheid weggeslingerd of omvergeworpen worden;
d. uitvloeiing van water alsook aan het ontijdig in werking treden van of de toevallige wegvloeiing van water uit een automatische blusinstallatie;
e. diefstal of poging tot diefstal;
f. het volledig of gedeeltelijk instorten van gebouwen die de verzekerde voorwerpen bevatten;
2. die in rechtstreeks of onrechtstreeks verband staat met één van de volgende gevallen:
a. oorlog of gelijkaardige feiten en burgeroorlog;
b. arbeidsconflict en iedere collectief (politiek, sociaal, eco- nomisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaand met rebellie tegen autoriteiten, met inbegrip van aanslagen alsook collectief geïnspireerde daden van vandalisme of kwaadwilligheid.
Onder arbeidsconflict verstaat men elke collectieve betwisting in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van de arbeidsverhoudingen, wat betreft:
- staking: door een vereniging van loontrekkenden, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen beraamd stilleggen van het werk;
- lock-out: voorlopige sluiting waartoe door een onderneming besloten is om het personeel ervan tot een vergelijk te dwingen in een arbeidsconflict.
Onder aanslag verstaat met de begrippen "oproer", "volksbeweging", daden van terrorisme of van sabotage".
- volksbeweging: gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met opgehitste gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden;
- oproer: gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de diensten die met de handhaving van de openbare orde belast zijn, zonder dat een dergelijke beweging noodzakelijk tot doel heeft gesteld openbare machten omver te werpen;
- daden van terrorisme of van sabotage: clandestien georganiseerde aktie met ideologische, politieke, economische of sociale bedoelingen, individueel of groepsgewijs uitgevoerd, waarbij geweld gepleegd wordt op personen of goederen vernield worden:
• hetzij om indruk te maken op het publiek en een klimaat van onveiligheid te scheppen (terrorisme),
• hetzij om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te hinderen (sabotage);
c. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goederen zich bevinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
d. instorting, verzakking of verschuiving van grond, afval- of slakkenberg, inkalving of lawine, val van stenen of rotsen, overstroming, wassen van waterlopen of van ondergronds water, ontoereikende waterafvoer langs de riolen, aardbeving en in het algemeen iedere natuurramp.
3. die veroorzaakt wordt door (of de verzwaring van schade die veroorzaakt wordt door):
a. tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door wijziging van de atoomkernstructuur;
b. iedere nucleaire brandstof, ieder radioactief produkt of iedere radioactieve afvalstof of iedere bron van ioniserende straling;
4. die te wijten is aan gebreken of fouten die al
bestonden bij het sluiten van de verzekering en die de verzekerde bekend waren of hadden moeten zijn;
5. die het gevolg is van experimenten of proeven.
De controle van de goede werking wordt niet als een proef beschouwd;
6. waarvoor een leverancier, een hersteller of een monteur wettelijk of krachtens een contract aansprakelijk is;
7. die voorkomt door het in werking houden of het weer in werking stellen van een beschadigd voorwerp voor de definitieve herstelling of voor de regelmatige werking hersteld is;
8. veroorzaakt aan:
- verwisselbare werktuigen, zoals boren, messen, slijpstenen, zaagbladen,
- vormen, matrijzen, letters, clichés en gelijkaardige voorwerpen,
- delen die door hun aard sneller verslijten en veelvuldig vervangen moeten worden, bij voorbeeld: kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, lucht- en andere rubberbanden, transportbanden, pantser- en slijt- platen, graaf- en grijptanden, zeven, lampen, accumulatoren- batterijen,
- brandstoffen, fluïda, smeermiddelen, harsen, katalysators en, in het algemeen, alle verbruiksstoffen; deze uitsluiting is niet van toepassing op vloeibare diëlektrica,
- vuurvaste bekleding en alle delen in glas of materialen van gelijkaardig gebruik.
B. Ongeacht de grondoorzaak, zijn altijd uitgesloten:
1. slijtage;
2. andere geleidelijke of aanhoudende beschadiging die voortvloeit uit de chemische, thermische of mechanische uitwerking van om het even welke vernielende factoren;
3. foutieve herstelling;
4. de kosten voor het verwijderen, weer inbrengen of het verlies van stoffen in bewerking of elk ander product in de machines of vergaarbakken;
5. onrechtstreekse schade zoals stillegging, gebruiks- derving, productie- of rendementsverlies;
6. schade zoals schilfers, krassen, deuken, alsook elke schade van esthetische aard.
HOOFDSTUK 3: GEMEENSCHAPPELIJKE EN
ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN
Art. 4: Aangegeven waarde - onderverzekering - vrijstelling
A. De aangegeven waarde wordt onder de verantwoordelijk- heid van de verzekerde vastgesteld. Bij het opnemen in het contract moet deze waarde voor elk voorwerp gelijk zijn aan de nieuwvervangingswaarde, dat wil zeggen aan de prijs, zonder korting, van een in alle opzichten identiek en afzonderlijk gekocht nieuw voorwerp, verhoogd met de kosten voor verpakking, vervoer en montage, alsook de eventuele taksen en rechten, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde gerecupereerd kan worden.
B. Er is onderverzekering wanneer de aangegeven waarde van een voorwerp lager is dan de nieuwvervangingswaarde bij de opneming ervan in het contract (zie art. 12.A. 6).
C. De verzekerde blijft zijn eigen verzekeraar voor het in de bijzondere voorwaarden bepaalde bedrag van de vrijstelling.
Art. 5: Totstandkoming, inwerkingtreding en duur van het contract
A. Het contract wordt gevormd bij het ondertekenen ervan door de partijen. De verzekerden die één en hetzelfde contract ondertekenen zijn hoofdelijk en onverdeeld aansprakelijk. Nochtans treedt de dekking pas in werking na betaling van de eerste premie.
B. De duur van het contract is vastgesteld op één jaar. Behalve wanneer één van de partijen zich ertegen verzet door een aangetekend schrijven dat minstens drie maand vóór de vervaldag van het contract ter post is afgegeven, wordt het stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
De inwerkingtreding en buitenwerkingtreding van de verzeke- ring worden bij overeenkomst op nul uur vastgesteld.
C. In geval van overgang van het verzekerde belang ten gevolge van het overlijden van de verzekerde, gaan de rechten en verplichtingen uit het contract over op de nieuwe houder van dat belang.
In geval van onverdeeldheid blijven de mede-erfgenamen hoofdelijk en onverdeeld verplicht het contract uit te voeren. Na de beëindiging van de onverdeeldheid en op voorwaarde dat de verzekeraars hiervan verwittigd zijn, dient alleen de erfgenaam die de enige houder van het verzekeringsbelang wordt, het contract uit te voeren.
De nieuwe houders van het verzekerde belang en de verzekeraars kunnen evenwel kennis geven van de beëindiging van het contract, de eersten bij een ter post aangetekende brief binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden, de tweede in de bij artikel 16.B. voorge- schreven vorm en binnen drie maand vanaf de dag dat ze kennis heeft gekregen van het overlijden.
D. In geval van overdracht onder levenden van een verzekerde zaak, eindigt de verzekering van rechtswege:
- indien het om een onroerend goed gaat: drie maanden na de datum van het verlijden van de authentieke akte. Tot het verstrijken van die termijn wordt de verzekering verondersteld gesloten te zijn ten bate van de overnemer, tenzij deze laatste dekking geniet uit hoofde van een ander contract. Bij afwezigheid van een dergelijke dekking doen de verzekeraars afstand van hun verhaal op de overdrager, behalve in geval van kwaad opzet;
- indien het om een roerend goed gaat: zodra de verzekerde het niet meer in zijn bezit heeft.
Art. 6: Premie
A. De premie is jaarlijks. Ze is vooraf betaalbaar bij de ontvangst van een vervaldagbericht of op overlegging van een kwitantie.
B. Onverminderd de toepassing van artikel 5.A. leidt niet- betaling van de premie binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de dag na een aan de verzekerde gerichte ingebrekestelling
d.m.v. een deurwaardersexploot of een ter post aangete- ende brief, tot schorsing van de dekking of eventueel tot opzegging van het contract.
Bovendien kunnen de verzekeraars die hun dekkings- erplichting geschorst hebben, het contract later opzeggen; indien ze zich deze mogelijkheid hebben voorbehouden in de ingebrekestelling, heeft de opzegging uitwerking na het verstrijken van een termijn van ten minste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing. Indien zij zich deze mogelijkheid niet hebben voorbehouden in de ingebrekestelling, zal de opzegging gebeuren mits een nieuwe ingebrekestelling zoals hierboven gezegd.
De geschorste dekking treedt opnieuw in werking om nul uur van de dag die volgt op de volledige betaling van de achter- tallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten.
Art. 7: Automatische aanpassing
A. Alle premies en in absolute cijfers uitgedrukte vrijstel- lingen variëren in de loop van het contract, op hun jaarlijkse vervaldag, volgens de verhouding tussen de op dat ogenblik geldende indexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988) en de in de bijzondere voorwaarden van het contract vermelde index.
B. De index wordt 2 keer per jaar berekend en wordt op 1 januari en 1 juli van toepassing.
Hij is op 1 januari gelijk aan de index van de voorgaande maand juni en op 1 juli aan de index van de voorgaande maand december.
De indexcijfer der consumptieprijzen wordt gepubliceerd door het Ministerie van Economische Zaken.
Art. 8: Beschrijving en wijziging van het risico - mededeling door de verzekerde
A. Bij het sluiten van het contract
1. De verzekerde is verplicht alle hem bekende omstan- digheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraars.
Hij moet met name:
a. de goederen waarop de verzekering betrekking heeft, opsommen en specificeren,
b. de andere verzekeringen die hetzelfde voorwerp hebben en betrekking hebben op dezelfde goederen, meedelen, alsook de bedragen waarvoor ze verzekerd zijn en door wie ze gedekt zijn,
c. de weigeringen of opzeggingen van de verzekeringen tegen dezelfde gevaren, die betrekking hebben op dezelfde goederen, meedelen,
d. de "machinebreuken" meedelen die, in de loop van de laatste vijf jaar, de verzekerde goederen getroffen hebben,
e. de eventuele toegestane afstand van verhaal op aansprakelijke personen of personen die zich borg stellen, meedelen.
2. Indien de verzekerde zijn bij punt 1. bedoelde mede- delingsverplichting niet nakomt en het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens opzettelijk zijn en de verzekeraars misleiden bij de beoordeling van dat risico, is het contract nietig.
De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraars kennis hebben gekregen van het opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen hen toe.
3. Indien de verzekerde zijn bij punt 1 bedoelde mede- delingsverplichting niet nakomt en het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk zijn, stellen de verzekeraars, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis hebben gekregen, voor het contract te wijzigen met uitwerking op de dag waarop ze kennis hebben gekregen van het verzwijgen of onjuist meedelen.
Indien het voorstel tot wijziging van het contract wordt geweigerd door de verzekerde of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kunnen de verzekeraars het contract opzeggen binnen vijftien dagen.
Indien de verzekeraars echter het bewijs leveren dat ze het risico in geen geval zouden hebben verzekerd, kunnen zij het contract opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij kennis hebben gekregen van het verzwijgen of onjuist meedelen.
4. Indien een schadegeval zich voordoet voordat de wijziging of de bij punt 3 bedoelde opzegging van kracht is geworden:
- leveren de verzekeraars de overeengekomen prestatie wanneer het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens niet aan de verzekerde verweten kan worden,
- leveren de verzekeraars een prestatie op basis van de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekerde zou hebben moeten betalen indien hij het risico naar behoren had meegedeeld, wanneer het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens hem verweten kan worden; indien de maatschappij echter het bewijs levert dat zij het risico, waarvan de ware aard door het schadegeval aan het licht komt, in geen geval zouden hebben verzekerd, wordt hun prestatie beperkt tot het betalen van een bedrag dat gelijk is aan alle betaalde premies.
B. In de loop van het contract.
1. De verzekerde is verplicht, onder de bij artikel 8.A.1. vermelde voorwaarden, de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden mee te delen die van die aard zijn dat ze een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen, bewerkstelligen.
Hij moet met name:
a. iedere wezenlijke verandering meedelen die om welke reden ook aan een verzekerd voorwerp wordt aangebracht, wat de kenmerken, wijze of plaats van gebruik ervan betreft,
b. zodra hij er kennis van krijgt, iedere verandering in de werkings- of gebruiksomstandigheden van een verzekerd voorwerp die een risicoverzwaring kan uitmaken, meedelen.
2. Wanneer het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen zo verzwaard is dat de verzekeraars, indien die verzwaring bij het sluiten van het contract had bestaan, op andere voorwaarden zouden hebben verzekerd, moeten ze binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop ze kennis hebben gekregen van de verzwaring, de wijziging van het contract voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
Indien het voorstel tot wijziging van het contract wordt geweigerd door de verzekerde of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kunnen de verzekeraars het contract opzeggen binnen vijftien dagen.
Indien de verzekeraars echter het bewijs leveren dat ze het verzwaarde risico in geen geval zouden hebben verzekerd, kunnen zij het contract opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis hebben gekregen van de verzwaring.
3. Indien zich een schadegeval voordoet voordat de wijziging van het contract of de bij punt 2 bedoelde opzegging van kracht is geworden, leveren de verzekeraars de overeengekomen prestatie indien de verzekerde de bij artikel
8.B.1. bedoelde mededelingsverplichting heeft vervuld.
4. Indien een schadegeval zich voordoet en de verzekerde de bij artikel 8.B.1. beoogde verplichting niet is nagekomen:
- leveren de verzekeraars de overeengekomen prestatie wanneer het ontbreken van de kennisgeving niet kan worden verweten aan de verzekerde,
- leveren de verzekeraars de prestatie naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekerde had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking was genomen, wanneer het ontbreken van de kennisgeving aan de verzekerde kan worden verweten; nochtans indien de verzekeraars evenwel het bewijs aanbrengen dat ze het verzwaarde risico in geen geval zouden hebben verzekerd, is hun prestatie beperkt tot de terugbetaling van alle betaalde premies,
- weigeren de verzekeraars hun dekking indien de verzekerde met bedrieglijk opzet gehandeld heeft door de verzwaring niet mee te delen. De premies, vervallen tot op het ogenblik waarop de verzekeraars kennis hebben gekregen van het bedrieglijk verzuim, komen hen toe als schadevergoeding.
5. Wanneer het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeraars, indien die vermindering bij het sluiten van het contract had bestaan, op andere voorwaarden zouden hebben verzekerd, staan zij een overeenkomstige vermin- dering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis hebben gekregen. Indien de verzekeraars en de verzekerde het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekerde, kan deze laatste het contract opzeggen.
Art. 9: Verplichtingen van de verzekerde in de loop van het contract
A. De verzekerde moet:
1. te allen tijde de afgevaardigden van de verzekeraars toestaan de verzekerde voorwerpen te onderzoeken, zonder dat dit enige aansprakelijkheid vanwege de verzekeraars inhoudt,
2. alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om de verzekerde voorwerpen in goede onderhouds- en werkings- toestand te houden en zich naar de geldende wettelijke en administratieve voorschriften schikken,
3. de verzekerde voorwerpen alleen binnen de door de constructeur bepaalde technische toepassings- en werkings- grenzen gebruiken.
B. De verzekeraars mogen hun dekking volledig weigeren wegens de niet-uitvoering van de bij de voornoemde paragraaf A.3. bepaalde verplichting, op voorwaarde dat er een causaal verband bestaat tussen de tekortkoming en het voorvallen van het schadegeval.
Art. 10: Verplichtingen bij schadegeval
A. Bij schadegeval moet de verzekerde:
1. alle middelen aanwenden waarover hij beschikt om de omvang van de schade te beperken. Met dat doel dient hij in
voorkomend geval de richtlijnen van de maatschappij na te leven;
2. er onmiddellijk de verzekeraars van verwittigen via tele- foon, telex of telecopie; een telefoongesprek dient binnen vijf dagen na het schadegeval schriftelijk bevestigd te worden;
3. zo snel mogelijk de verzekeraars inlichtingen verstrekken over de oorzaak, de omvang en de omstandigheden van het schadegeval;
4. zijn volledige medewerking verlenen om de oorzaken en omstandigheden van het schadegeval te bepalen. Hiervoor dient hij de toestemming te geven tot ieder onderzoek en zich te onthouden van iedere wijziging of verplaatsing van de beschadigde voorwerpen die het onderzoek zou kunnen bemoeilijken of onmogelijk maken;
5. de verzekeraars alle aanwijzingen en documenten bezorgen waarmee het schadebedrag geraamd kan worden en de "loonkosten" en "kosten voor materialen en vervangingsstukken" staven door middel van facturen of alle andere documenten;
6. de verzekeraars alle technische of andere bijstand verlenen die ze vraagt om subrogerend verhaal in te stellen op de aansprakelijke derden. De kosten voor die bijstand worden hem door de maatschappij terugbetaald.
B. De verzekerde mag het voorwerp laten herstellen indien hij de instemming van de verzekeraars verkregen heeft, of indien de verzekeraars niet tussenbeide zijn gekomen na het verstrijken van vijf dagen die volgen op de schriftelijke aangifte van het schadegeval; in dit geval verbindt hij zich de beschadigde stukken te bewaren.
C. Indien de verzekerde één van voornoemde verplichtingen niet nakomt, verminderen de verzekeraars hun prestatie ten belope van het door hun geleden nadeel.
Art. 11: Raming van de schade
A. Het schadebedrag, de nieuwvervangingswaarde en de werkelijke waarde van de beschadigde voorwerpen worden in der minne of door twee deskundigen geraamd, van wie de ene door de verzekerde en de andere door de verzekeraars wordt benoemd.
Indien de deskundigen het niet eens zijn, dan voegen zij zich een derde deskundige toe, met wie zij moeten samenwerken en zich bij meerderheid van stemmen uitspreken.
De deskundigen dienen eveneens hun mening te geven over de oorzaken van het schadegeval.
B. Benoemt één van de partijen haar deskundige niet, of zijn beide deskundigen het niet eens omtrent de keuze van de derde, dan gebeurt de benoeming door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de verblijfplaats van de verzekerde op verzoek van de meest gerede partij. Indien één van de deskundigen zijn opdracht niet vervult, wordt hij volgens dezelfde procedure vervangen zonder inbreuk op de rechten van de partijen.
C. Elke partij draagt haar eigen kosten en honoraria van deskundig onderzoek. De kosten en honoraria van de derde deskundige en de proceskosten worden door de verzeke- raars en de verzekerde elk voor de helft gedragen.
D. Het deskundig onderzoek, of iedere andere verrichting die met het oog op de vaststelling van de schade gedaan wordt, doet in niets afbreuk aan de rechten en excepties waarop de verzekeraars zich zouden kunnen beroepen.
Art. 12: Berekening van de vergoeding
A. De vergoeding wordt bepaald:
1. door het samentellen van de "loonkosten" en "kosten voor materialen en vervangingsstukken" (cfr. B. en C. infra) die gemaakt worden om het beschadigde voorwerp opnieuw in de werkingstoestand van vóór het schadegeval te brengen;
2. door van de onder punt 1 in aanmerking genomen kosten de eventueel in het contract bepaalde afschrijvingen voor veroudering af te trekken;
3. door het onder punt 2 verkregen bedrag te beperken tot de werkelijke waarde van het voorwerp onmiddellijk voor de schade, dat wil zeggen de nieuwvervangingswaarde op de dag van de schade na aftrek van de veroudering en de technische waardevermindering;
4. door van het onder punt 3 verkregen bedrag de waarde van de brokstukken en van de op een of andere manier nog bruikbare stukken af te trekken;
5. door van het onder punt 4 verkregen bedrag de bij het contract bepaalde vrijstelling af te trekken.
Indien verschillende voorwerpen door eenzelfde schadegeval getroffen zijn, wordt alleen de hoogste vrijstelling in aanmerking genomen;
6. door, in geval van onderverzekering, op het onder punt 5 verkregen bedrag de verhouding toe te passen die bestaat tussen de waarde die voor het beschadigde voorwerp is opgegeven en de nieuwvervangingswaarde ervan bij de opneming in het contract (evenredigheidsregel).
In geen geval mag de vergoeding voor elk beschadigd voorwerp groter zijn dan het bedrag van de opgegeven waarde, vermenigvuldigd met de verhouding tussen het "materiaalindexcijfer" dat op het ogenblik van het schadegeval van kracht was en het bij de bijzondere voorwaarden van het contract bepaalde materiaalindexcijfer.
De verzekeraars dragen de reddingskosten (cfr D. infra) wanneer die met de zorg van een goede huisvader zijn gemaakt, ook al zijn de aangewende pogingen vruchteloos geweest.
Die kosten zijn beperkt tot de verklaarde waarde met een maximum van Euro 18.592.014.
Deze limiet is gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen waarvan de basis de indexcijfer
113.77 is van de maand november 1992 (basis 1988 = 100)
B. De "loonkosten" worden berekend:
1. door het in aanmerking nemen van:
x. xx xxxx- en reiskosten m.b.t. het demonteren, herstellen en weer monteren, rekening houdend met de in België gebruikelijke lonen en reiskosten voor werkzaamheden tijdens de normale werkuren,
b. na uitdrukkelijke overeenkomst, de extra kosten voor werkzaamheden buiten de normale werktijden, tot beloop van
50 % van het bedrag van de onder a. in aanmerking genomen kosten,
c. na uitdrukkelijke overeenkomst, wanneer voor de werkzaamheden een beroep wordt gedaan op technici uit het buitenland, het loongedeelte dat hoger is dan de onder a. hierboven vermelde lonen, de reis- en verblijfkosten en in het algemeen alle extra kosten die voortvloeien uit de inschakeling van deze technici. De hoogte van deze vergoeding wordt bepaald in het contract;
2. door aan het bedrag van de onder 1. verkregen kosten de desbetreffende taksen toe te voegen, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde gerecupereerd kan worden.
C. De "kosten voor materialen en vervangingsstukken" wordt berekend:
1. door het in aanmerking nemen van:
a. de kosten van de gebruikte materialen en vervangings- stukken, alsook de kosten voor het vervoer, op de goed- koopste wijze, van die materialen en stukken;
b. na uitdrukkelijke overeenkomst, de extra kosten voor versneld vervoer, tot beloop van 50 % van het bedrag van de onder a. in aanmerking genomen vervoerkosten;
2. door aan het bedrag van de onder 1. verkregen kosten de desbetreffende rechten en taksen toe te voegen, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde gerecupereerd kan worden.
D. De “reddingskosten” zijn die welke voortvloeien uit:
- de maatregelen die de verzekeraars hebben gevraagd om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken;
- de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen om bij nakend gevaar het schadegeval te voorkomen of, zodra het schadegeval ontstaat, de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, op voorwaarde dat:
• deze maatregelen dringend zijn, dat wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen, zonder mogelijkheid de verzekeraars te verwittigen en hun voorafgaande instemming te verkrijgen, zonder de belangen van deze laatste te schaden,
• □indien het om maatregelen gaat om een schadegeval te voorkomen, er nakend gevaar is, dat wil zeggen dat indien deze maatregelen niet genomen worden, er op korte termijn zeker een schadegeval zou uit voortvloeien.
E. Worden niet in aanmerking genomen als "loonkosten" en "kosten voor materialen en vervangingsstukken" en blijven dus ten laste van de verzekerde:
1. de kosten voor het opnieuw maken van tekeningen, modellen, vormen en matrijzen van de constructeur die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een herstelling, de kosten voor het opsporen van de oorzaak en de gevolgen van een gebrek, de kosten voor het reproduceren van de informatie die op om het even welke informatiedrager (kaarten, schijven, banden, enz.) is opgeslagen;
2. de extra kosten die bij een herstelling gemaakt worden voor revisie, wijzigingen of verbeteringen;
3. de kosten betreffende noodherstellingen of voorlopige herstellingen.
F. Zodra een beschadigd voorwerp opnieuw wordt gebruikt, wordt het beschouwd als hersteld in zijn werkingstoestand van voor het schadegeval.
Op dat ogenblik houden de verplichtingen van de maatschappij voor dat schadegeval op.
G. De verzekerde heeft in geen geval het recht het beschadigde voorwerp aan de verzekeraars over te laten.
Art. 13: Betaling van de vergoeding
De vergoeding betreffende de beschadigde voorwerpen wordt betaald binnen dertig dagen die volgen op:
- ofwel de ontvangst door de verzekeraars van het akkoord, zonder voorbehoud, van de verzekerde met de minnelijke raming van de vergoeding,
- ofwel de datum van afsluiting van het deskundig onderzoek (art. 11. van de algemene voorwaarden), op voorwaarde dat de verzekerde op die datum alle bij het contract bepaalde verplichtingen is nagekomen. In het tegengestelde geval gaat de voornoemde termijn pas in op de dag dat de verzekerde al zijn contractuele verplichtingen heeft vervuld.
Art. 14: Subrogatie
Alleen al uit hoofde van het contract treden de verzekeraars in alle rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde.
Art. 15: Opzegging
A. De verzekeraars mogen het contract geheel of gedeeltelijk opzeggen:
1. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 6.B.;
2. in de bij artikel 8 beoogde gevallen betreffende de beschrijving en wijziging van het risico, overeenkomstig de bepalingen van dat artikel;
3. na elk schadegeval dat betrekking heeft op het contract of ieder ander contract "machinebreuk" dat bij dezelfde maatschappij gesloten is, maar uiterlijk een maand na de betaling of weigering tot betaling van de vergoeding;
4. in geval van overlijden van de verzekerde, overeenkom- stig artikel 5.C.
In de gevallen 2. tot 4. treedt de opzegging in werking bij het verstrijken van de termijn van een maand vanaf de dag die volgt op de kennisgeving ervan. In de gevallen 2. en 3., wanneer de verzekerde één van zijn verplichtingen niet is nagekomen met de bedoeling de maatschappij te bedriegen, gaat de opzegging in bij de kennisgeving ervan.
B. De verzekerde kan het contract opzeggen:
1. in geval van gedeeltelijke opzegging van het contract door de verzekeraars, met ingang van de dag waarop deze gedeeltelijke opzegging in voege treedt.
2. in geval van vermindering van het risico, overeenkomstig artikel 8.B.5.
Art. 16: Kennisgevingen
A. De verblijfplaats van de partijen wordt van rechtswege gekozen, namelijk die van de verzekeraars op haar hoofd-
kantoor in België en die van de verzekerde op het in het contract vermelde adres of het adres dat later aan de verzekeraars meegedeeld wordt.
Voor de aanwijzing door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de deskundigen of scheidsrechters van wie sprake is in de artikelen 11. en 17., kiest de verzekerde die zijn verblijfplaats in het buitenland heeft, evenwel zijn verblijfplaats op de plaats van het risico waarbij over de verzekering ervan de betwisting ontstaan is.
Iedere kennisgeving gebeurt rechtsgeldig op deze adressen, zelfs ten opzichte van erfgenamen of rechtverkrijgenden van de verzekerde, zolang deze personen geen adresverandering aan de verzekeraars meegedeeld hebben.
In geval er meerdere verzekerden zijn, wordt iedere mededeling van de verzekeraars aan één van hen verondersteld aan allen te zijn gebeurd.
B. Behalve in de bij de artikelen 5.B. en C. en 6.B. beoogde gevallen gebeurt iedere kennisgeving ofwel door middel van. een aangetekende brief, ofwel door afgifte van een brief aan de geadresseerde tegen ontvangstbewijs, ofwel bij rechts- deurwaardersexploot.
De termijnen gaan in op de dag die volgt op de afgifte ter post van de aangetekende brief, of op de dag die volgt op de datum van het ontvangstbewijs of de betekening van het deurwaardersexploot.
Art. 17: Scheidsrechterlijke uitspraak en toepasselijke wet
A. Alle andere betwistingen tussen partijen dan die welke betrekking hebben op de invordering van de premies, belastingen en kosten worden aan drie scheidsrechters voorgelegd, van wie de eerste door de verzekerde, de tweede door de verzekeraars en de derde door de eerste twee gekozen worden.
B. De scheidsrechters vellen een gemeenschappelijk oordeel in de bewoordingen van het recht en mogen, op straffe van nietigheid, niet afwijken van de bepalingen van het contract. Ze zijn vrijgesteld van de gerechtelijke formaliteiten.
C. Wanneer één van de partijen haar scheidsrechter niet benoemt of de scheidsrechters niet akkoord gaan over de keuze van de derde scheidsrechter, gebeurt die benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de verblijfplaats van de verzekerde, tenzij er na het ontstaan van het aan de scheids- rechters voorgelegde geschil een tegengesteld contract gesloten wordt; daarna wordt te werk gegaan zoals beschre- ven in paragraaf B. hierboven.
D. De kosten voor de scheidsrechterlijke uitspraak worden voor de ene helft door de verzekerde en voor de andere helft door de verzekeraars gedragen.
E. Dit contract is onderworpen aan de Belgische wet.
Art. 18: Collectief contract
A. Wanneer verschillende verzekeraars partij zijn bij het contract, wordt een leidende verzekeraar aangewezen in de bijzondere voorwaarden; gebeurt dit niet, dan treedt de eerst vermelde verzekeraar op de lijst van de medeverzekeraars als leidende verzekeraar op.
B.
1. De verzekering wordt door elke verzekeraar voor haar aandeel en zonder hoofdelijkheid aangegaan, met dezelfde bedingen en voorwaarden als die welke van toepassing zijn tussen de leidende verzekeraar en de verzekerde.
2. De buitenlandse medeverzekeraars kiezen hun verblijf- plaats op hun hoofdkantoor in België of, bij ontstentenis op het adres dat ze in het contract opgeven; ze erkennen het bij artikel 17. bepaalde scheidsgerecht, alsook die van de Belgische rechtbanken.
C.
1. De leidende verzekeraar stelt het contract en de bijvoegsels op, die door alle betrokken partijen ondertekend worden. Het contract wordt in tweevoud opgesteld, waarvan het ene exemplaar bestemd is voor de verzekerde en het andere voor de leidende verzekeraar, die het exemplaar voor rekening van de medeverzekeraars bijhoudt.
2. De leidende verzekeraar bezorgt een kopie van het contract aan iedere medeverzekeraar, die erkent het contract te hebben ontvangen door loutere ondertekening ervan.
3. De leidende verzekeraar wordt geacht de lasthebber van de medeverzekeraars te zijn voor het ontvangen van de bij het contract bepaalde mededelingen. De verzekerde kan hem alle betekeningen en kennisgevingen doen, met uitzondering van die welke betrekking hebben op rechtsvorderingen op de andere medeverzekeraars. De leidende verzekeraar brengt de medeverzekeraars op de hoogte.
4. De leidende verzekeraar ontvangt het schadebericht. Hij doet het nodige om de schadegevallen te regelen en kiest hiervoor de deskundige van de verzekeraars, onverminderd evenwel het recht van iedere medeverzekeraar om het deskundig onderzoek te laten opvolgen door een lasthebber van zijn keuze.
5. De leidende verzekeraar moet de medeverzekeraars onmiddellijk inlichten over elke opzegging of wijziging van zijn deelname. De medeverzekeraars moeten op dezelfde wijze tegenover de leidende verzekeraar handelen.
6. Wanneer de leidende verzekeraar zijn aandeel opzegt of vermindert, beschikken de medeverzekeraars over een termijn van een maand na die opzegging of die vermindering om hun aandeel op te zeggen of te verminderen.
De opzegging of de wijziging door de medeverzekeraars treedt in werking op dezelfde datum als die waarop de leidende verzekeraar zijn opzegging of wijziging heeft meegedeeld.
7. Ingeval de leidende verzekeraar zijn aandeel opzegt, beschikt de verzekeringsnemer over een termijn van een maand na de kennisgeving om zelf het hele contract op te zeggen.