Contract
Aanvullende voorwaarden voor Opdrachtnemers van werken aan / in gebouwen, terreinen en installaties van de Mutsaersstichting.
Deze aanvullende voorwaarden worden beschouwt als huisregels en dienen door Opdrachtnemer als zodanig te worden nageleefd voor zover van toepassing op de uit te voeren diensten of werken.
1-INLEIDING
De Mutsaersstichting beoogt met deze aanvullende voorwaardenduidelijkheid te scheppen ten aanzien van bijzondere voorwaarden voor opdrachtnemers*) die werkzaamheden uitvoeren bij de Mutsaersstichting. De aanvullende voorwaarden bevatten een aantal voorschriften en regels waaraan opdrachtnemers zich tijdens hun werkzaamheden bij de Mutsaersstichting moeten houden. Deze aanvullende voorwaarden vormen één geheel met de overeenkomst tussen de opdrachtnemer en Mutsaersstichting. Door aanvaarding van de opdracht worden daarmee ook de aanvullende voorwaarden geaccepteerd. De Mutsaersstichting verwacht van opdrachtnemers dat zij hun werknemers, voor zover dat met het oog op de uit te voeren werkzaamheden noodzakelijk is, in kennis stellen van en dat hun werknemers handelen naar de inhoud van deze aanvullende voorwaarden. Bij niet nakomen van de bepalingen is de Mutsaersstichting bevoegd individuele werknemers van opdrachtnemers de toegang tot haar terrein te ontzeggen. De opdrachtnemers zijn steeds aansprakelijk voor alle gevolgen van het niet nakomen van de in de aanvullende voorwaarden gegeven regels.
*) het begrip 'opdrachtnemer' is op de volgende pagina nader verklaard.
2 BEGRIPPEN
2.1 Opdrachtgever
Stichting Mutsaersstichting, gevestigd: Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxx
2.2 Opdrachtnemer
De natuurlijke persoon niet in loondienst van de Mutsaersstichting of rechtspersoon aan wie de opdracht voor het werk en / of levering is verleend en alle personen die namens hem werkzaamheden verrichten.
2.3 Aannemer
Opdrachtnemer die het werk uitvoert.
2.4 Toezichthouder
De door de Mutsaersstichting aangewezen persoon onder wiens supervisie het werk wordt uitgevoerd.
2.5 Besloten ruimte
Ruimte met beperkte toegankelijkheid, met vaak onvoldoende ventilatie en verhoogd risico voor verstikking, bedwelming of vergiftiging.
2.6 Afkortingen van afdelingen binnen de Mutsaersstichting
BHV: Bedrijfshulpverlening
SFZ: Servicepunt Facilitaire Zaken
3. BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS Naam Nummer Intern Alarmnummer de Mutsaersstichting Intern | (077 – 3217) 666 |
Acute storingen Intern | (077 – 3217) 555 |
Receptie Intern | 0900-6887237 / #9 |
SFZ Intern | (077 – 3217) 555 |
BHV Intern | (077 – 3217) 666 |
Extern Calamiteiten extern | 112 |
Politie | 0900-8844 |
Brandweer | 000-0000 000 |
Gemeente Venlo | 000-0000 000 |
Gemeente Weert (locatie Weert) | 0495 - 575 000 |
Gemeente Venray (locatie Venray) | 0478 - 523 333 |
Gemeente Maasgouw (locatie Wessem) | 0475 - 852 500 |
4 VOORSCHRIFTEN EN REGELS
4.1 ALGEMEEN
4.1.1
Deze aanvullende voorwaarden bevatten de minimale voorschriften voor het verrichten van opdrachten en daaruit voortvloeiende werkzaamheden door opdrachtnemers op de terreinen, aan en in de gebouwen en aan de technische installaties, behorende tot de Mutsaersstichting op al haar locaties.
4.1.2
Indien de aard van het werk dit verlangt, wordt voordat met de uitvoering van de werkzaamheden wordt begonnen, tussen opdrachtgever en opdrachtnemer overeengekomen hoe zal worden samengewerkt, welke voorzieningen daarbij getroffen zullen worden en op welke wijze op die voorzieningen toezicht zal worden uitgeoefend. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd .
4.1.3
De opdrachtnemer dient zich, voordat met de uitvoering van de overeenkomst wordt begonnen, op de hoogte te stellen van de specifieke omstandigheden op het terrein en de gebouwen van de Mutsaersstichting waar de werkzaamheden moeten worden verricht en die uitvoering van de overeenkomst kunnen beïnvloeden. Kosten van vertraging in de uitvoering van de overeenkomst, welke ontstaan door het nalaten van deze verkenning, zijn voor rekening en risico van de opdrachtnemer.
4.1.4
De opdrachtnemer draagt de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de naleving van deze aanvullende voorwaarden. Voor schade van welke aard dan ook, veroorzaakt door de opdrachtnemer, zijn medewerkers of zijn onderaannemers, is de opdrachtnemer aansprakelijk.
4.1.5.
De opdrachtnemer neemt alle noodzakelijke maatregelen om ongewenste effecten, direct of indirect veroorzaakt door zijn activiteiten als opdrachtnemer, te voorkomen dan wel tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Indien schade wordt toegebracht aan eigendommen van de Mutsaersstichting, respectievelijk aan personen die binnen het centrum aanwezig zijn, dient dit direct gemeld te worden bij de toezichthouder of de Receptie.
4.1.6
Bij een calamiteit (brand, gasontsnapping, explosie e.d.) wordt bij de Mutsaersstichting een ontruimingsalarm gegeven. De opdrachtnemer dient te allen tijde het ontruimingsplan en instructies van bedrijfshulpverleners op te volgen.
4.1.7
Onderhoudswerkzaamheden als gevolg van een preventief onderhoudscontract dienen minimaal twee werkdagen voor aanvang door de opdrachtnemer bij de toezichthouder gemeld te worden.
4.1.8
Medewerkers van een opdrachtnemer of derden dienen zich direct voorafgaand aan het werk te melden bij de toezichthouder c.q. de receptie.
4.1.9
Zonder voorafgaande toestemming van de toezichthouder is het verboden werkzaamheden uit te voeren welke rook, stof, vluchtige stoffen, vuur enz. veroorzaken. De toezichthouder kan in deze gevallen de desbetreffende sectie van de brandmeldinstallatie tijdelijk buiten bedrijf stellen. Het beëindigen van de werkzaamheden dient te allen tijde per dag aan de toezichthouder te worden gemeld, zodat deze de desbetreffende sectie weer in bedrijf kan stellen.
4.1.10
De opdrachtnemer dient zich op verzoek van de toezichthouder te kunnen legitimeren. Wanneer een opdrachtnemer buitenlandse werknemers te werk wil stellen, dient hij te voldoen aan de Wet Arbeid Vreemdelingen. Voor buitenlandse werknemers geldt, dat zij in het bezit zijn van geldige verblijfsvergunning.
4.1.11
Kopieën van tekeningen, welke nodig zijn om bepaalde werkzaamheden te kunnen uitvoeren, worden verstrekt door de toezichthouder.
4.1.12
De door de Mutsaersstichting verstrekte documenten mogen uitsluitend gebruikt worden in verband met de uitvoering van de opdracht en blijven eigendom van Opdrachtgever
4.1.13
De opdrachtnemer dient zich direct na het gereedkomen van de werkzaamheden te melden bij de toezichthouder en alleen door hem of zijn plaatsvervanger de werkbon te laten aftekenen. De afgetekende werkbon dient meegestuurd te worden met de betreffende factuur. Een afgetekende werkbon betekent niet dat hiermee de verantwoordelijkheid voor het werk door de Mutsaersstichting is overgenomen..
4.1.14
De opdrachtnemer dient elke vorm van overlast zo veel als mogelijk te voorkomen. Werkzaamheden, welke het bedrijfsproces van de Mutsaersstichting verstoren, dienen uitgevoerd te worden op een in overleg met de toezichthouder te bepalen tijdstip. De opdrachtnemer dient zo nodig bereid te zijn de werkzaamheden buiten zijn normale bedrijfstijd uit te voeren.
4.1.15
Het maken van opnamen met camera of andere apparaten is alleen toegestaan met toestemming van de toezichthouder en inachtneming van discretie ten aanzien van personen.
4.1.16
Het gebruik van radio- of andere audioapparatuur is binnen in bedrijf zijnde gebouwen niet toegestaan. Buiten de gebouwen is het gebruik hiervan slechts toegestaan indien anderen hiervan geen hinder ondervinden, zulks ter beoordeling van de toezichthouder.
4.1.17
Het is verboden alcoholhoudende dranken en/of geestverruimende middelen mee te brengen of te gebruiken op locaties van de Mutsaersstichting.
4.1.18
Seksueel getinte gedragingen of uitingen worden niet geaccepteerd en leiden tot het verwijderen van de betreffende medewerkers van de terreinen. Deze uitingen of gedragingen kunnen aanleiding zijn tot het doen van aangifte.
4.1.19
Het nuttigen van eten en drinken is in de gebouwen alleen toegestaan in daartoe geëigende plaatsen.
4.1.20
In de gebouwen geldt een algemeen rookverbod.
4.2 WERKVERGUNNING
4.2.1
Aannemers dienen in het bezit te zijn van een volledig ingevulde en ondertekende werkvergunning, voordat ze bij de Mutsaersstichting werk gaan verrichten.
4.2.2
De aannemer is verplicht deze werkvergunning tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden bij zich te dragen. De aannemer kan hierop gecontroleerd worden.
4.2.3
De aannemer laat de door hem ingevulde werkvergunning door de toezichthouder aftekenen. Tevens laat hij de werkvergunning aftekenen door de afdeling waar hij te werk is gesteld. De afdeling is hiermee op de hoogte gebracht dat er werkzaamheden gaan plaats vinden.
4.2.4
Na de werkzaamheden levert de aannemer de werkvergunning in bij de toezichthouder en meldt de uitgevoerde werkzaamheden af.
4.3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4.3.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
4.3.1.1
Opdrachtnemers dienen de opdracht zo uit te voeren dat ook andere personen, niet tot zijn personeel behorend, niet worden blootgesteld aan enig gevaar voor hun gezondheid en veiligheid. Met name naar cliënten of bewoners van de Mutsaersstichting toe betekent dit dat de werkplek in kwestie te allen tijde voor hen afdoende afgeschermd dient te zijn.
4.3.1.2
De opdrachtnemer dient op de hoogte te zijn van en te voldoen aan de eventuele specifieke veiligheidsregels, zoals die gelden ter plaatse van het werk.
4.3.1.3
De werkplek mag alleen verlaten worden nadat de opdrachtnemer een veilige situatie en voorkoming van schade zeker gesteld heeft.
4.3.1.4
Alle medewerkers van een opdrachtnemer dienen in bezit te zijn van minimaal een geldig VCA- basis certificaat.
4.3.2 Brandveiligheidsvoorschriften
4.3.2.1
De opdrachtnemer dient zich op de hoogte te stellen van de plaats en de gebruiksinstructie van de standaard in het gebouw aanwezige brandblussers en nooddouches.
4.3.2.2
Blusmiddelen moeten goed bereikbaar blijven. Het gebruik van blusmiddelen moet zo spoedig mogelijk gemeld worden aan de toezichthouder.
4.3.2.3
Werkzaamheden met een verhoogd risico voor brand mogen alleen worden verricht na toestemming van de toezichthouder.
4.3.2.4
In geval van lassen, snijden, slijpen, (af-)branden dienen brandbare vloeistoffen vooraf verwijderd te worden, brandblusapparatuur gereed gehouden te worden en brandbare goederen verwijderd of afgedekt te worden met branddekens of dergelijke.
4.3.2.5
Het is verboden gaten en/of doorvoeringen te maken in brandscheidingen, zonder hieraan voorafgaand afspraken te maken met de toezichthouder betreffende voorzieningen om handhaving van de brandscheidingswanden te waarborgen.
4.3.2.6
Deuren van brandcompartimenten en vluchtwegen mogen nooit vastgezet worden, noch mechanisch, noch door het plaatsen van goederen etc., tenzij gebruikt gemaakt wordt van de vaste hiervoor aangebrachte voorzieningen (kleefmagneet o.d.)
4.3.3 Werken in besloten ruimten
4.3.3.1
Het is verboden zonder toestemming van de toezichthouder een besloten ruimte te betreden.
4.3.3.2
In besloten ruimten met in hoofdzaak geleidende wanden, plafonds, kruipruimtes en/of vloeren, waarmee men in contact kan komen, mag allen gebruik worden gemaakt van een veilige spanning van max. 50 volt wisselspanning of 120 volt gelijkspanning..
4.3.4 Werken op hoogte
4.3.4.1
Bij het werken op hoogte is het gebruik van doelmatig beschermde steigers, stellingen of bordessen verplicht.
4.3.4.2
Steigers dienen aan de geldende voorschriften te voldoen en mogen, alleen na vrijgave, door bevoegde personen betreden worden.
4.3.4.3
De opdrachtnemer onder wiens verantwoordelijkheid een steiger geplaatst wordt zorgt voor eindcontrole en vrijgave van de steiger. Een vrijgegeven steiger dient als zodanig gemarkeerd te zijn en onderhouden te worden.
4.3.4.4
Uitgangspunt voor het werken op hoogte is, dat het gebruik van ladders zoveel mogelijk wordt beperkt. Alleen als het gebruik van andere arbeidsmiddelen om technische en/of operationele redenen niet haalbaar is, mag een ladder of trap worden gebruikt.
4.3.4.4
Klimmaterieel, waaronder trappen en ladders, mag slechts in operationele positie verkeren indien werknemers van de opdrachtnemer zich in de nabijheid hiervan bevinden. In alle andere gevallen dient, met het oog op de aanwezige patiënten of bewoners, het klimmaterieel in niet-operationele positie gebracht te zijn.
4.3.5 Werken aan elektrische installaties
4.3.5.1
Door opdrachtnemer te realiseren werkzaamheden aan elektrische installaties dienen te allen tijde te gebeuren:
• in overleg met de toezichthouder
• door personen met een minimale kwalificatie van ‘vakbekwaam persoon’ in de zin van NEN 3140.
4.3.5.2
Elektrische gereedschappen en apparatuur dient gekeurd te zijn volgens de voorschriften van NEN 3140. De opdrachtnemer is hiervoor verantwoordelijk. Het betreffende materieel is voorzien van de geldige keuringssticker.
4.4 VERKEERSREGELS
4.4.1
Op de terreinen van de Mutsaersstichting is de Algemene Nederlandse Verkeerswet van kracht. Toch genieten de cliënten en bewoners (kinderen in de leeftijd van 4-18 jaar) van de Mutsaersstichting altijd en overal voorrang, omdat zij de verkeersregels mogelijk niet voldoende begrijpen of kennen.
4.4.2
Alle voertuigen moeten voldoen aan de door de wet gestelde eisen.
4.4.3
Motorrijtuigen dienen verzekerd te zijn ingevolge de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
4.4.4
In verband met de veiligheid van de op de terreinen verkerende personen dient de aangegeven maximum snelheid (woonerf=stapvoets) gerespecteerd te worden.
4.4.5
De opdrachtnemer is verplicht in- en uitgangen, nooduitgangen, oversteekplaatsen en brandkranen vrij te houden.
4.4.6
Xxxxxxxx is alleen toegestaan in de hiervoor gemarkeerde en gereserveerde vakken.
4.4.7
Routes dienen zodanig gekozen te worden dat achteruitrijden zo veel als mogelijk vermeden wordt.
4.5 SLEUTELUITGIFTE / TOEGANG TOT AFGESLOTEN RUIMTEN
4.5.1
Sleutels die nodig zijn voor toegang tot de werkplek worden tijdens kantooruren verstrekt via de toezichthouder of door de receptie. Buiten kantooruren vindt verstrekking van sleutels plaats door toezichthouder of een door hem aangewezen persoon, na ondertekening van een ontvangstbewijs. Voor vertrek dient de sleutel weer ingeleverd te worden bij toezichthouder c.q. de aangewezen persoon.
4.5.2
Ruimten die afgesloten waren dienen na verlaten weer afgesloten te worden. Techniekruimten dienen altijd afgesloten achtergelaten te worden.
5. BOUW- EN INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN
5.1 ALGEMEEN
5.1.1
Voor de uitvoering van werken zijn de overeengekomen voorwaarden van toepassing. Bij strijdigheid tussen de overeengekomen voorwaarden en tekst uit dit document prevaleert de tekst uit dit document.
5.1.2
Indien het werk onderdeel uitmaakt van een project waarvoor de Mutsaersstichting meerdere opdrachtnemers gecontracteerd heeft, dienen betreffende opdrachtnemers hun werkzaamheden onderling te coördineren. Onder meer wordt, voorafgaand aan de werkzaamheden, van de opdrachtnemers verlangd een onderling afgestemd tijdschema voor de realisatie van het werk te maken en te hanteren. Het definitief tijdschema dient door deelnemende partijen zichtbaar goedgekeurd en vastgesteld te zijn. Als regel neemt de bouwkundige opdrachtnemer het initiatief het tijdschema te coördineren en werkt bedoeld tijdschema uit, om deze aan de toezichthouder
voor te leggen, tenzij de nadruk ligt op werkzaamheden van een andere te contracteren opdrachtnemer, zulks door toezichthouder aan te geven.
5.1.3
Meer- en/of minderwerk heeft pas formele status na schriftelijke goedkeuring van de toezichthouder.
5.1.4
Verwerking van materialen dient uitsluitend te geschieden conform de voorschriften van de fabrikant
5.1.5
Door of namens de opdrachtgever worden steekproefsgewijs kwaliteitsinspecties verricht inzake het werk. De opdrachtnemer verleent hiertoe aan de opdrachtgever of diens gemachtigde alle bijstand
c.q. verstrekt alle informatie, die in redelijkheid van de opdrachtnemer verwacht mag worden. De hierover gemaakte constateringen dienen door de opdrachtnemer te worden verwerkt.
5.1.6
De opdrachtnemer dient, indien niet vooraf overeengekomen en vastgelegd, het voornemen tot uitbesteding van een onderdeel van de opdracht (onderaanneming) minimaal tien werkdagen voorafgaand aan de uitvoering van dat onderdeel, te melden bij de toezichthouder onder vermelding van naamsgegevens en referenties van de betreffende kandidaat. Inschakeling van de betreffende kandidaat kan pas na schriftelijke goedkeuring door de toezichthouder.
5.1.7
Tenzij in de opdracht anders overeengekomen dient de opdrachtnemer voor het werk een Constructie All Risk verzekering af te sluiten welke dekking geeft voor schade aan het werk.
5.1.8
Wijzigingen in gebouwen, installaties en terreinen dienen als revisie verwerkt te worden. Deze revisie dient verstrekt te worden in een digitaal bestand en in tweevoud op witdruk, maximaal één maand na oplevering Hieraan voorafgaand zijn de revisiedocumenten zowel op witdruk als digitaal voorgelegd aan de toezichthouder en is zijn commentaar verwerkt.
De opdrachtgever heeft tijdens de garantieperiode de mogelijkheid om geconstateerde afwijkingen in de aangeleverde revisietekeningen kosteloos te laten herstellen door de opdrachtnemer.
5.1.9
Tijdelijke verblijven en/of materiaalopslagplaatsen mogen alleen worden geplaatst na toestemming van de toezichthouder en moeten ordelijk worden geplaatst. Dit ter beoordeling van de toezichthouder.
5.1.10
Het is niet toegestaan veranderingen aan te brengen of te werken aan installaties of voorzieningen die buiten de opdracht vallen, tenzij hiervoor toestemming is verkregen van de toezichthouder.
5.1.11
Hakken en boren in muren of vloeren mag alleen geschieden met toestemming van de toezichthouder.
5.1.12
Indien bij het werk asbesthoudend materiaal vrijkomt, dient dit terstond aan de toezichthouder gemeld te worden.
5.1.13
Werk aan asbesthoudend materiaal mag slechts door een deskundig bedrijf uitgevoerd worden, de regels van de Arbeidsinspectie hierbij in acht genomen.
5.2 SLOOPWERKZAAMHEDEN
5.2.1
Voor de aanvang van sloopwerkzaamheden dient de opdrachtnemer een sloopplan in bij de toezichthouder.
5.2.2
Indien bij de sloop constructieve aspecten een rol spelen, dient de opdrachtnemer overtuigend, zo nodig met statische berekeningen ondersteund aan te geven welke (tijdelijke) voorzieningen getroffen zullen worden.
5.2.3
De opdrachtgever geeft aan welke gesloopte onderdelen aan hem beschikbaar gesteld dienen te worden.
5.2.4
Alle afbraakmaterialen moeten in gescheiden fracties worden afgevoerd naar afvalverwerking- en/of afvalbewerkingsinrichtingen die over een vergunning beschikken als gevolg van de Wet Milieubeheer; de scheiding van de fracties houdt tenminste in: een scheiding in een fractie asbest, een fractie gevaarlijk afval, een fractie puin, een fractie sloophout, een fractie PVC-materialen en een fractie overig afval.
5.2.5
Sloopafval dat nog in aanmerking komt voor primair hergebruik dient, wanneer het verontreinigd is, gescheiden te worden gesloopt en van het overig afval gescheiden te worden gehouden en naar erkende verzamelaars/distributeurs te worden afgevoerd.
5.2.6
Van alle afgevoerde afval-/afbraakmaterialen dient registratie plaats te vinden van de hoeveelheid, datum, overgave en gegevens van de bedrijven waarnaar de afval-/afbraakmaterialen ter bewerking en/of opslag zijn afgevoerd. Betreffende gegevens dienen aan de toezichthouder verstrekt te worden.
5.3 DAKDEKKERWERKZAAMHEDEN
5.3.1
Ontwerp, materialen, uitvoering en eindproduct dienen minimaal te voldoen aan de richtlijnen van Buro Dakadvies of gelijkwaardig, ter beoordeling van de toezichthouder.
5.3.2
Gereedschap en te verwerken materiaal dienen voldoende geborgd en/of geballast te zijn ter voorkoming van vallen of wegwaaien. De dakbelasting veroorzaakt door materieel en/of materiaal mag in geen geval de toelaatbare dakbelasting ter plekke overschrijden.
5.3.3
Dakdekkerwerkzaamheden kunnen (tussentijds) slechts beëindigd worden indien het dak waterdicht achtergelaten wordt. Dit kan tussentijds, tot het hervatten van de werkzaamheden, provisorisch maar voldoende stormvast, geschieden met hiervoor geschikte materialen.
5.4 GRAAFWERKZAAMHEDEN
5.4.1
De opdrachtnemer kan graafwerkzaamheden pas starten na akkoord van de toezichthouder.
5.4.2
De opdrachtnemer meldt tenminste drie werkdagen vóór de aanvang van de graafwerkzaamheden de uitvoering daarvan aan het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) en vraagt bij de toezichthouder de eventueel bij de opdrachtgever aanwezige gegevens over zich in de grond bevindende kabels en leidingen op.
5.4.3
Vóór de aanvang van de werkzaamheden, waarbij in de grond aanwezige kabels en leidingen betrokken zijn, traceert de opdrachtnemer de ligging hiervan. Zo nodig door voldoende proefsleuven en draagt hij er zorg voor dat tijdens de uitvoering van de graafwerkzaamheden geen schade ontstaat.
5.4.4
De opdrachtnemer draagt er zorg voor dat de verkregen gegevens over in de grond aanwezige kabels en leidingen op de bouwplaats aanwezig zijn en instrueert uitvoerend personeel.
8. OVERIGE ZAKEN
8.1
In alle overige situaties waarin dit handboek niet of onvoldoende duidelijk voorziet, overlegt de opdrachtnemer vooraf met de toezichthouder.