Gemeentebestuur
Gemeentebestuur
Besluit ondertekening van documenten Dordrecht
Behorende bij besluit Nr. SBC/2004/810
Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT en de BURGEMEESTER van de gemeente DORDRECHT, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
gelet op artikel 7 van het Algemeen Mandaatbesluit Dordrecht;
gezien het advies van de Centrale Ondernemingsraad van 25 november 2004; overwegende,
dat het college bij besluit van 17 juni 2003 de Regels omtrent de ambtelijke organisatie Dordrecht 2003 heeft vastgesteld, waarin de organisatiestructuur en de taken van de organisatieonderdelen van het ambtelijk apparaat van de gemeente zijn beschreven;
dat het college en de burgemeester in het Algemeen Mandaatbesluit Dordrecht de bij de taken behorende beslissingsbevoegdheden in de organisatie heeft vastgelegd;
dat het aanvullend daarop nodig en gewenst is om regels vast te leggen over de opmaak en ondertekening van documenten;
b e s l u i t e n :
vast te stellen het navolgende
Besluit ondertekening van documenten Dordrecht
Hoofdstuk 1 Ondertekening van documenten
Artikel 1
Te ondertekenen documenten
1. De volgende documenten worden ondertekend door de functionaris die het besluit heeft genomen, door diens plaatsvervanger of door een hogere functionaris:
a. documenten waarin publiekrechtelijke besluiten worden vastgelegd;
b. documenten waarin privaatrechtelijke rechtshandelingen of andere handelingen worden vastgelegd;
c. documenten waarin officiële standpunten van of namens het gemeentebestuur worden vastgelegd.
2. Documenten, anders dan in het eerste lid bedoeld, zoals stukken ter voorbereiding van vergaderingen e.d., kunnen desgewenst door medewerkers worden ondertekend.
Artikel 2
College en wethouders
1. De ondertekening door het college van documenten gebeurt als volgt: "Het college van Burgemeester en Wethouders
de secretaris de burgemeester"
gevolgd door de handtekeningen en de namen van de gemeentesecretaris en de burgemeester.
2. De ondertekening door een wethouder gebeurt als volgt: "Het college van Burgemeester en Wethouders
namens dezen,
de wethouder ..…" waarbij de portefeuille van de betreffende wethouder wordt ingevuld en gevolgd door de handtekening en de naam van de wethouder.
Artikel 3
Gemeentesecretaris en leden van de Algemene Directie
1. De ondertekening door de gemeentesecretaris van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de gemeentesecretaris"
gevolgd door de handtekening en de naam van de gemeentesecretaris.
2. De ondertekening door de loco-gemeentesecretaris van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de loco-gemeentesecretaris"
gevolgd door de handtekening en de naam van de loco-gemeentesecretaris.
3. De ondertekening door een algemeen directeur van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de algemeen directeur"
gevolgd door de handtekening en de naam van de algemeen directeur.
Artikel 4
Directeuren, hoofden en coördinatoren
1. De ondertekening door de directeur respectievelijk het hoofd of de coördinator van een sector, bedrijf, programma of stafeenheid van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid,
onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de directeur/het hoofd/de coördinator" gevolgd door de naam van de sector, het bedrijf, het programma of de stafeenheid
gevolgd door de handtekening en de naam van de directeur, respectievelijk het hoofd of de coördinator.
2. Indien de ondertekening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt door een plaatsvervanger gebeurt dit als volgt:
"Het college Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de plaatsvervangend directeur respectievelijk het plaatsvervangend hoofd of de plaatsvervangend coördinator" gevolgd door de naam van de sector, het bedrijf, het programma of de stafeenheid
gevolgd door de handtekening en de naam van de plaatsvervanger.
Artikel 5
Afdelingshoofden
1. De ondertekening door een afdelingshoofd van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
het hoofd van de afdeling" gevolgd door de naam van de afdeling gevolgd door de handtekening en de naam van het afdelingshoofd.
2. Indien de ondertekening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt door een plaatsvervanger gebeurt dit als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
het plaatsvervangend hoofd van de afdeling" gevolgd door de naam van de afdeling gevolgd door de handtekening en de naam van de plaatsvervanger.
Artikel 6
Bureauhoofden
1. De ondertekening door een bureauhoofd van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
het hoofd van het bureau" gevolgd door de naam van het bureau gevolgd door de handtekening en de naam van het bureauhoofd.
2. Indien de ondertekening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt door een plaatsvervanger gebeurt dit als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
het plaatsvervangend hoofd van het bureau" gevolgd door de naam van het bureau gevolgd door de handtekening en de naam van de plaatsvervanger.
Artikel 7
Teamleiders
1. De ondertekening door een teamleider van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de teamleider" gevolgd door de naam van het team
gevolgd door de handtekening en de naam van de teamleider.
2. Indien de ondertekening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt door een plaatsvervanger gebeurt dit als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de plaatsvervangend teamleider" gevolgd door de naam van het team gevolgd door de handtekening en de naam van de plaatsvervanger.
Artikel 8
Projectleiders en Budgethouders
1. De ondertekening door een projectleider van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de projectleider" gevolgd door de naam van het project gevolgd door de handtekening en de naam van de projectleider.
2. De ondertekening door een budgethouder van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c gebeurt als volgt:
"Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,
de budgethouder"
gevolgd door de handtekening en de naam van de budgethouder.
Artikel 9
Facturen
Bij het tekenen voor akkoord van een factuur kan worden volstaan met het plaatsen van een paraaf op de daarvoor bestemde plaats door de budgethouder.
Artikel 10
Bij afwezigheid
Bij afwezigheid van de tot ondertekening bevoegde functionaris wordt het document door zijn plaatsvervanger of door een in de lijn hoger geplaatste functionaris ondertekend. Deze laatste plaatst met pen de letters "b/a" voor zijn handtekening.
Hoofdstuk 2 Opmaak van documenten
Artikel 11
Opmaak van documenten
1. Een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a t/m c wordt opgemaakt in de huisstijl van de gemeente.
2. Indien een document wordt ondertekend door het college van burgemeester en wethouders of een lid daarvan, staat in het briefhoofd "Gemeentebestuur".
3. Indien een document wordt ondertekend door de gemeentesecretaris, de loco- gemeentesecretaris of een algemeen directeur staat in het briefhoofd "Gemeentesecretaris".
4. Indien een document wordt ondertekend door een directeur, een afdelingshoofd, een bureauhoofd of een teamleider dan wel een plaatsvervanger staat in het briefhoofd de naam van de sector of het bedrijf, beginnend met een hoofdletter.
5. Indien een document wordt ondertekend door een directeur, een hoofd of een coördinator van een stafeenheid dan wel een plaatsvervanger staat in het briefhoofd de naam van de stafeenheid, beginnend met een hoofdletter.
6. Indien een document wordt ondertekend door een programmadirecteur staat in het briefhoofd "Programma" gevolgd door de naam van het programma.
7. Het bepaalde in het tweede tot en met het zesde lid geldt uitsluitend voor documenten die zich naar hun aard daartoe lenen.
Artikel 12
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Artikel 13
Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als "Besluit ondertekening van documenten Dordrecht".
Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 december 2004.
Het college van Burgemeester en Wethouders De Burgemeester de secretaris de burgemeester
R.J.G. Xxxxxxx
H.W.M. Xxxxxxxxx R.J.G. Xxxxxxx
- Toelichting -
Toelichting op het Besluit ondertekening van documenten Dordrecht
Behorende bij besluit Nr. SBC/2004/810
Inleiding
Dit besluit is een uitwerkingsbesluit van het Algemeen mandaatbesluit Dordrecht. Het algemeen mandaatbesluit heeft betrekking op beslismandaat. Dit besluit heeft betrekking op ondertekeningsmandaat. Een dergelijk besluit is nodig om drie redenen:
Ten eerste is het van belang om duidelijk onderscheid te maken tussen de bevoegdheid om documenten te ondertekenen namens het college en de bevoegdheid om beslissingen te nemen namens het college. In de praktijk is niet iedereen zich bewust van dat onderscheid.
Ten tweede lopen het beslismandaat en het ondertekeningsmandaat niet volledig synchroon.
Ten derde is het van belang om vast te leggen op welke wijze documenten worden opgemaakt en ondertekend om te zorgen dat zij door hun stijl en opmaak herkenbaar zijn als officiële documenten van de gemeente Dordrecht.
Artikelgewijze toelichting
Artikel 1
Lid 1:
In dit lid wordt geregeld voor welke documenten het beslis- en het ondertekeningsmandaat samenvallen. Dat wil zeggen dat het ondertekenen van het document (bijvoorbeeld een vergunning) ook het besluit inhoudt om de vergunning te verlenen. In de praktijk is het natuurlijk zo dat in de meeste gevallen een medewerker het besluit voorbereidt. Ondertekening en formele besluitvorming vinden dan echter door een ander plaats, waardoor tevens waarborgen van integriteit, zorgvuldigheid en openheid zijn ingebouwd. Vanzelfsprekend kan ook altijd een hogere functionaris een besluit dat door een hiërarchisch onder hem ressorterende functionaris ondertekenen.
Onderdeel a heeft betrekking op vergunningen, ontheffingen, handhavingbesluiten, subsidiebeschikkingen etc..
Onderdeel b heeft betrekking op overeenkomsten en andere privaatrechtelijke rechtshandelingen. Onderdeel c heeft betrekking op documenten waarin namens het college een officieel standpunt wordt ingenomen. Als voorbeeld kan dienen een brief waarin de gemeente een standpunt inneemt ten aanzien van een aansprakelijkstelling.
Lid 2:
Uiteraard zijn er ook vormen van correspondentie die niet formeel van aard zijn. Daarbij kan worden gedacht aan uitnodigingen voor vergaderingen, recepties, e.d., het toezenden van algemeen verkrijgbaar gestelde informatie (voor zover deze niet onder wettelijke openbaarmakingregelingen valt), zoals brochures e.d.. Om onnodige bureaucratie te vermijden en uit oogpunt van klantvriendelijkheid (snelheid) is het in dergelijke gevallen toegestaan dat medewerkers zelf stukken opstellen en verzenden. Dergelijke stukken worden niet namens het college verzonden.
Artikelen 2 tot en met 8
In deze artikelen wordt per soort functionaris aangegeven hoe de ondertekening van stukken die namens het college worden verzonden, moet plaatsvinden. Uit de ondertekening moet blijken dat het om een in mandaat genomen besluit of ingenomen standpunt gaat.
Op een aantal plaatsen in de organisatie zijn officiële plaatsvervangers benoemd. Waar dat het geval is moet dat ook uit de ondertekening blijken.
Artikel 9
Voor facturen geldt een standaard AO-procedure. Daarbij is een paraaf van de verantwoordelijke budgethouder voldoende.
Artikel 10
Het komt voor dat een document dat is opgemaakt voor ondertekening door de op grond van het mandaatbesluit oorspronkelijk bevoegde functionaris, door afwezigheid van die functionaris niet door hem kan worden ondertekend. In dat geval wordt het document ondertekend door de eersthogere, wel aanwezige functionaris. Immers, de bevoegdheid om documenten te ondertekenen is gekoppeld aan de beslisbevoegdheid. De beslisbevoegdheid is gekoppeld aan het werkterrein van het team, het bureau, de afdeling respectievelijk de sector. Een (leidinggevende) functionaris van een andere afdeling van dezelfde sector is dus niet bevoegd om een document van de collega- afdeling te ondertekenen omdat de aangelegenheid niet tot zijn werkterrein behoort.
Artikel 11
Het is voor de ontvanger van belang dat hij kan zien met welk onderdeel van de gemeente hij te maken heeft. Dat kan bijvoorbeeld van belang zijn om de reactie juist te adresseren maar ook om na te gaan of besluiten bevoegd zijn genomen. De regels voor de opmaak van documenten zijn bedoeld om de herkenbaarheid te vergroten en om uniformiteit te waarborgen.
Artikel 12
Spreekt voor zich.
Artikel 13
Spreekt voor zich.
- - - - - - - - -