BEHEERSOVEREENKOMST
BEHEERSOVEREENKOMST
Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming
1 januari 2011 – 31 december 2015
A. GENERIEK DEEL
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Ondertekenende partijen (Art. 1) Voorwerp van de overeenkomst (Art. 2)
Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst (Art. 3) Definities (Art. 4)
II. ENGAGEMENTEN VAN HET AGENTSCHAP
Missie en kerntaken van het agentschap (Art. 5) Relevant beleidskader (Art. 6)
Strategische en operationele doelstellingen (Art. 7) Strategische projecten (Art. 8)
Interne werking (Art. 9) Aanvullende opdrachten (Art. 10) Andere engagementen (Art. 11)
III ENGAGEMENTEN VAN DE VLAAMSE REGERING
Financiële bepalingen (Art. 12) Andere engagementen (Art. 13)
IV FINANCIËLE BETREKKINGEN TUSSEN DE ONDERTEKENENDE PARTIJEN
Herkomst van de financiële middelen van het agentschap (Art. 14) Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen (Art. 15) Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen (Art. 16)
V OPVOLGING, RAPPORTERING EN EVALUATIE
Opvolging (Art. 17)
Rapportering (Art. 18)
Evaluatie (Art. 19)
VI GESCHILLENREGELING
Geschillenregeling (Art. 20)
VII AANPASSINGEN BEHEERSOVEREENKOMST – OPSCHORTENDE VOORWAARDEN
Aanpassing van de beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden (Art. 21)
VIII AANVULLENDE BEPALINGEN EN OVERGANGSBEPALINGEN
Bijzondere regelingen in verband met de pensioenlasten (Art. 22) Aanvullende bepalingen (Art. 23)
Overgangsbepalingen (Art. 24)
B. SPECIFIEK DEEL
Verplichtingen van het agentschap inzake tarieven (Art. 25) Samenwerkingsovereenkomsten (Art. 26)
Bijzondere bepalingen t.g.v. specifieke situaties, eigen aan het agentschap (Art. 27)
BIJLAGEN
A. GENERIEK DEEL
Artikel 1. Ondertekenende partijen
Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd,
Gelijke Kansen en Brussel, de xxxx Xxxxxx Xxxx, hierna genoemd de minister, enerzijds en
de administrateur-generaal Xxx Xxxxxxxxx, leidend ambtenaar van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming", hierna genoemd XXXX
wordt volgende beheersovereenkomst afgesloten.
Artikel 2. Voorwerp van de overeenkomst
Deze beheersovereenkomst wordt afgesloten
- in uitvoering van artikel 8 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;
- in uitvoering van artikel 6 en 9 van besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming”.
Deze beheersovereenkomst is een wederzijdse overeenkomst die handelt over de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap zijn taken vervult. Het is een stuur- en opvolgingsinstrument, in het bijzonder gericht op een doelmatige uitvoering of dienstverlening, opvolging en evaluatie.
Deze beheersovereenkomst legt de wederzijdse rechten en plichten vast van de Vlaamse Gemeenschap en het agentschap bij alle activiteiten die het agentschap uitvoert ter realisatie van haar opdracht van publiek belang.
Artikel 3. Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
Onderhavige beheersovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011.
Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt zij afgesloten voor een periode die eindigt op 31 december 2015.
Als bij het verstrijken van een beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen een termijn van één jaar na de in het voorgaande lid bedoelde verlenging, of wanneer een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de Vlaamse Regering na overleg met het hoofd van het intern verzelfstandigde agentschap voorlopige regels vaststellen inzake de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap zijn taken vervult. Deze voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
Om in te spelen op wijzigende omstandigheden kan jaarlijks, op verzoek van één van de partijen, en conform de modaliteiten zoals vastgesteld in artikel 21 hierna, een bijakte afgesloten worden om deze overeenkomst te wijzigen.
In geval van de eventuele rechtsopvolging van het agentschap, gebeurt de uitvoering van de bepalingen van de huidige beheersovereenkomst na overleg tussen de bevoegde partijen tot zolang geen nieuwe beheersovereenkomst wordt gesloten tussen de eventuele rechtsopvolger van het agentschap en de Vlaamse Regering vertegenwoordigd door de minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming. Desgevallend kunnen na overleg tussen de bevoegde partijen voorlopige regels worden vastgesteld inzake de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap zijn taken vervult en dit tot dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
Artikel 4. Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
- AKOV: Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming
- CAG: College van Ambtenaren-Generaal van de Vlaamse Overheid
- Corve: Coördinatiecel Vlaams E-Government
- EQF: European Qualifications Framework (Europees kwalificatieraamwerk)
- EVC: Erkenning van verworven competenties
- IAVA: Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA)
- Kwalificatiestructuur: de systematische ordening van erkende kwalificaties op basis van een algemeen geldend kwalificatieraamwerk
- LED: Leer- en ervaringsbewijzendatabank
- Leidraad: de leidraad interne controle en organisatiebeheersing van de Vlaamse Overheid
- Onderwijsinspectie: de inspectie bedoeld in titel IV van het decreet van 8 mei 2009
betreffende de kwaliteit van onderwijs
- OV: Onderwijs en Vorming
- VTE: voltijdse equivalenten
- Kaderdecreet: Kaderdecreet Bestuurlijk beleid van 18 juli 2003
II. Engagementen van het agentschap
Artikel 5. Missie en kerntaken van het agentschap
Bij het vaststellen van de engagementen van het agentschap, vormen de missie en de kerntaken zoals die opgenomen zijn in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming” een belangrijk vertrekpunt:
Het agentschap heeft als missie om een kwaliteitszorgsysteem te realiseren voor de onderwijs-, beroepsopleidings- en vormingstrajecten en voor de EVC-trajecten die naar bewijzen van erkende kwalificaties leiden door:
1° einddoelen van onderwijs-, beroepsopleidings-, vormings- en EVC-trajecten die naar bewijzen van erkende kwalificaties leiden, op te stellen;
2° de kwaliteit van de instellingen te bewaken die dergelijke trajecten aanreiken; 3° eenduidige en heldere certificeringsprocessen te garanderen.
1 Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming”
Het agentschap heeft tot taak:
1° studiewerk uit te voeren ter concretisering van:
a) ontwikkelingsdoelen, eindtermen en basiscompetenties;
b) goedkeuringscriteria voor leerplannen en handelingsplannen;
c) de opleidingenstructuur;
2° voorstellen voor de onderwijskwalificaties voor de niveaus 1 tot en met 5 uit te werken;
3° de resultaten van de evaluatie van de realisatie van de ontwikkelingsdoelen, eindtermen en basiscompetenties door de instellingen te verwerken met het oog op een eventuele bijsturing ervan;
4° in samenwerking met het Departement Onderwijs en Vorming peilingtoetsen in het leerplichtonderwijs te organiseren en op te volgen;
5° beroepscompetentieprofielen in te schalen tot beroepskwalificaties en te adviseren over de erkenning ervan;
6° erkende onderwijs- en beroepskwalificaties te registreren in een kwalificatiedatabank en die databank met bijbehorende website te beheren en in te staan voor de coördinatie en het inhoudelijk beheer van de databank met de leer- en ervaringsbewijzen;
7° het toezicht op de kwaliteit van het kleuter,- leerplicht en volwassenenonderwijs en de leerlingenbegeleiding, het deeltijds kunstonderwijs, de leertijd en de in het kader van leren en werken aangeboden vormingsprogramma's aan te sturen, te organiseren en af te stemmen met de pedagogische begeleiding; het toezicht te organiseren op de toepassing van reglementering binnen de onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding;
8° het toezicht te organiseren op de kwaliteit van de opleidings- en vormingsprogramma's buiten het beleidsdomein Onderwijs en Vorming die leiden tot bewijzen van erkende beroepskwalificaties;
9° kwaliteitsvoorwaarden voor EVC in onderwijsinstellingen en kwaliteitskaders en procedures voor EVC-processen in onderwijsinstellingen te ontwikkelen;
10° het toezicht te organiseren op de kwaliteit van de EVC-instellingen waar mensen hun competenties kunnen laten testen of erkennen;
11° een EVC-kennisnetwerk op te zetten en een uniek loket voor vragen over EVC te installeren
12° de gelijkwaardigheid van kwalificatiebewijzen te bepalen en gelijkwaardigheidsattesten uit te reiken;
13° de examens van de Vlaamse Gemeenschap om een diploma secundair onderwijs te behalen, de toelatingsexamens arts-tandarts en de taalexamens voor het personeel in het onderwijs te organiseren.
De taken, vermeld in artikel 4, 8° en 10°, worden voor andere beleidsdomeinen dan het beleidsdomein Onderwijs en Vorming uitgevoerd binnen hetzelfde kwaliteitskader door een afzonderlijke cel binnen het agentschap die op onafhankelijke wijze en met kennis van het betrokken beleidsdomein haar werkzaamheden organiseert. De cel rapporteert haar vaststellingen jaarlijks aan de betrokken Vlaamse ministers.
Artikel 6. Relevant beleidskader
De Beleidsnota 2009-2014 Onderwijs en Vorming verwijst in verschillende strategische en operationele beleidsdoelstellingen direct of indirect naar de opdrachten van het agentschap. Dit geldt eveneens voor een aantal andere beleidsnota’s; ook hier vinden we –uiteraard in mindere mate– verwijzingen naar de opdrachten van XXXX:
2 Artikel 4 van hetzelfde besluit
- Beleidsnota Onderwijs en Vorming
- Beleidsnota Werk
- Beleidsnota Jeugd
- Beleidsnota Sport
- Beleidsnota Cultuur
- Beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
- Beleidsnota Bestuurszaken Beleidsnota Bestuurszaken
- Beleidsnota Wetenschappelijk Onderzoek en Innovatie
In het overzicht in bijlage I bij de beheersovereenkomst wordt aangeduid welke strategische en operationele beleidsdoelstellingen belangrijk zijn voor het bepalen van de strategische en operationele doelstellingen van het agentschap. De titels van de beleidsdoelstellingen werden telkens overgenomen, de relevante inhoud wordt men korte trefwoorden weergegeven.
Artikel 7. Strategische en operationele doelstellingen
Bij de engagementen van het AKOV wordt de doelstellingencascade ingedeeld in strategische en operationele doelstellingen. De strategische en operationele doelstellingen zijn geconcretiseerd, tot op het niveau dat haalbaar en relevant is, in indicatoren met een te bereiken norm (een streefwaarde) en kengetallen (zonder norm), die aangeven hoe de te bereiken norm zal gerealiseerd worden of die ook belangrijk zijn bij het meten van beleidseffecten. Indicatoren en kengetallen kunnen zowel betrekking hebben op kwantiteit- als op kwaliteitselementen. De uitwerking van de operationele doelstellingen in indicatoren met normen wordt beschreven in de indicatorenfiches in bijlage II van deze overeenkomst.
De strategische en operationele doelstellingen worden in vier rubrieken onderverdeeld:
A. Dienstverlening
B. Ontwikkeling en advies
C. Kwaliteitsbewaking
D. Mee realiseren van het beleid
A. Doelstellingen m.b.t. de dienstverlening
Strategische doelstelling 1 (SD1): AKOV erkent op een objectieve en transparante manier verworven competenties en kwalificaties, teneinde een vlotte toegang tot verdere trajecten binnen onderwijs en vorming of tot de arbeidsmarkt mogelijk te maken.
Operationele doelstelling 1.1 (OD1.1): AKOV beoordeelt gelijkwaardigheden van buitenlandse kwalificaties (getuigschriften, diploma’s, studiebewijzen, certificaten, …) met een overeenkomstig Vlaams kwalificatiebewijs en levert gelijkwaardigheidsattesten af aan burgers. XXXX doet dit op een onderbouwde en kwaliteitsvolle manier binnen redelijke termijnen.
Indicatoren:
- Jaarlijkse rapportering over het aantal behandelde dossiers, per onderwijsniveau/kwalificatieniveau, per soort gelijkwaardigheid, per land, met een onderscheid tussen de toegewezen en afgewezen gelijkwaardigheden.
- De wijze waarop het onderzoek van gelijkwaardigheidsdossiers gebeurt (aanvraag, criteria, precedentendatabank, …) wordt bekend gemaakt via de website.
- Er worden acties ondernomen om intermediairen te informeren en te ondersteunen bij het begeleiden van aanvragers van gelijkwaardigheden.
- Nulmeting m.b.t. de interne werking en de behandeltermijnen, eventueel rekening houdend met vernieuwde procedures3
3 Zie beleidsnota Onderwijs en Vorming, operationele doelstelling 6.7: Gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma’s sneller erkennen
- Indicator m.b.t. het percentage aanvragen dat moet worden afgehandeld binnen de vooropgestelde termijn, op basis van de nulmeting, op te nemen in het jaarlijkse ondernemingsplan
Operationele doelstelling 1.2 (OD1.2): AKOV organiseert op een kwaliteitsvolle en transparante wijze examens voor de studierichtingen van de verschillende graden en onderwijsvormen van het voltijds secundair onderwijs met het oog op het uitreiken van diploma’s en getuigschriften van het voltijds secundair onderwijs.
Indicatoren:
- Jaarlijkse rapportering over het aantal deelnemers aan de examens.
- De examens worden tenminste tweemaal per jaar georganiseerd.
- De inschrijvings- en examenperiodes worden tijdig bekend gemaakt.
- De tijdig en regelmatig ingeschreven kandidaten, die zich aanmelden op het examen voor deelname, kunnen een examen afleggen.
- Alle deelnemers aan het examen ontvangen een eindbeslissing.
- Nulmeting m.b.t. de interne werking, termijnen en normen, die eventueel rekening houdt met vernieuwde procedures4
- Indicator m.b.t. termijnen en andere normen, op basis van de nulmeting, op te nemen in het jaarlijkse ondernemingsplan
Operationele doelstelling 1.3 (OD1.3): AKOV organiseert op een kwaliteitsvolle en transparante wijze, examens met het oog op het verlenen van toegang tot de opleidingen tot arts en tandarts aan Vlaamse universiteiten.
Indicatoren:
- Jaarlijkse rapportering over het aantal deelnemers aan de examens en de slaagcijfers
- De examens worden tenminste tweemaal per jaar georganiseerd, de eerste keer in de periode van 1 tot 15 juli, de tweede keer in de periode van 25 augustus tot 7 september5
- De inschrijvingsperiode wordt tijdig bekend gemaakt
- Alle tijdig en regelmatig ingeschreven kandidaten kunnen een examen afleggen
- Alle deelnemers aan het examen ontvangen een eindbeslissing
Operationele doelstelling 1.4 (OD1.4): AKOV beoordeelt binnenlandse getuigschriften en diploma’s gerelateerd aan de kwalificatiestructuur met het oog op de afweging t.o.v. actuele Vlaamse kwalificatiebewijzen.
Indicatoren:
- Jaarlijkse rapportering over het aantal vragen tot beoordeling
- Vragen tot beoordeling worden binnen redelijke termijn beantwoord
- Veel voorkomende vragen en antwoorden worden via de website ontsloten voor een breed publiek
- Nulmeting m.b.t. de interne werking en behandeltermijnen op basis van drie jaar registratie van de vragen
Strategische doelstelling 2 (SD2): AKOV stelt informatie en instrumenten ter beschikking om de kwaliteitszorg binnen onderwijs te ondersteunen en zo mee een informatierijke omgeving tot stand te brengen.
4 Zie beleidsnota Onderwijs en Vorming, operationele doelstelling 2.5: Het tweedekansonderwijs (TKo) en de werking van de examencommissies bijsturen
5 Artikel 68, §2, van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2001 houdende nadere regels met betrekking tot het toelatingsexamen voor de opleidingen van arts en tandarts.
Operationele doelstelling 2.1 (OD2.1): AKOV informeert de onderwijsverstrekkers over de goedgekeurde einddoelen.
Indicatoren:
- De goedgekeurde einddoelen zijn terug te vinden op een door AKOV beheerde website
- De implementatie van nieuwe of geactualiseerde einddoelen wordt ondersteund via aangepaste communicatie
Operationele doelstelling 2.2 (OD2.2): AKOV stelt informatie en instrumenten ter beschikking aan de onderwijsactoren.
Indicatoren:
- Overzicht van de informatie, aangeboden via diverse dragers (brochures, websites,
…)
- Overzicht van de aangeboden instrumenten (toetsen, schoolfeedback, …)
- Behoefteanalyse
- Tevredenheidsonderzoek
B. Doelstellingen m.b.t. ontwikkeling en advies
Strategische doelstelling 3 (SD3): AKOV ontwikkelt, in dialoog met de belanghebbenden, einddoelen (eindtermen, basiscompetenties, ontwikkelingsdoelen, competenties …) met het oog op het realiseren van kwaliteitsvol onderwijs.
Operationele doelstelling 3.1 (OD3.1): AKOV ontwikkelt nieuwe einddoelen voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, de basiseducatie, het deeltijds kunstonderwijs en het buitengewoon onderwijs rekening houdend met beleidsontwikkelingen.
Indicatoren:
- Een jaarlijkse en met de minister overlegde set van te ontwikkelen einddoelen, m.i. van de ontwikkeltermijn per set.
- De ontwikkeltermijnen worden gerespecteerd
Operationele doelstelling 3.2 (OD3.2): AKOV actualiseert bestaande einddoelen voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, de basiseducatie, het deeltijds kunstonderwijs en het buitengewoon onderwijs rekening houdend met beleidsontwikkelingen enerzijds en op basis van evaluaties van bestaande einddoelen anderzijds.
Indicatoren:
- Een jaarlijkse en met de minister overlegde set van te actualiseren einddoelen, m.i. van de ontwikkeltermijn per set
- De ontwikkeltermijnen worden gerespecteerd
Operationele doelstelling 3.3 (OD3.3): AKOV actualiseert de bestaande basiscompetenties voor de lerarenopleiding rekening houdend met beleidsontwikkelingen.
Indicatoren:
- Een jaarlijkse en met de minister overlegde set van te actualiseren basiscompetenties, m.i. van de ontwikkeltermijn per set
- De ontwikkeltermijnen worden gerespecteerd
Strategische doelstelling 4 (SD4): AKOV werkt met het oog op een rationeel en actueel onderwijsaanbod onderwijskwalificaties uit en legt deze ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voor.
Operationele doelstelling 4.1 (OD4.1): XXXX werkt voorstellen uit voor onderwijskwalificaties voor de niveaus 1 tot en met 4 van de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Indicatoren:
- Aantal uitgewerkte voorstellen voor onderwijskwalificaties niveau 1-4
- Nulmeting, die rekening houdt met procedures beschreven in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur en de bijhorende uitvoeringsbesluiten
- Indicator gebaseerd op een nulmeting, op te nemen in het jaarlijks ondernemingsplan
Operationele doelstelling 4.2 (OD4.2): AKOV werkt voorstellen uit voor onderwijskwalificaties voor het niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Indicatoren:
- Aantal uitgewerkte voorstellen voor onderwijskwalificaties niveau 5
- Nulmeting, die rekening houdt met procedures beschreven in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur en de bijhorende uitvoeringsbesluiten
- Indicator gebaseerd op een nulmeting, op te nemen in het jaarlijks ondernemingsplan
Strategische doelstelling 5 (SD5): AKOV ondersteunt de aanbieders van EVC-procedures teneinde de transparantie en de kwaliteit van certificeringsprocessen te bevorderen.
Operationele doelstelling 5.1 (OD5.1): AKOV stelt concrete instrumenten die kwaliteitsvolle EVC-processen mogelijk maken ter beschikking.
Indicatoren:
- Het aantal door AKOV via de website ter beschikking gestelde instrumenten
Operationele doelstelling 5.2 (OD5.2): AKOV ontwikkelt kwaliteitsvoorwaarden, kwaliteitskaders en procedures voor EVC-processen.
Indicatoren:
- Het aantal door AKOV ontwikkelde kwaliteitsvoorwaarden, kwaliteitskaders en procedures
Operationele doelstelling 5.3 (OD5.3): AKOV onderhoudt een kennisnetwerk met aanbieders en experten op het vlak van EVC.
Indicatoren
- Rapportering over de werking van het kennisnetwerk
- Informatieverspreiding via website
Operationele doelstelling 5.4 (OD5.4): AKOV valideert de taaltoetsen die ontwikkeld worden om de taalkennis van het onderwijspersoneel dat niet voldoet aan de reguliere taalvereisten na te gaan6.
Indicatoren
6 Onderwijsdecreet XX heeft de afname van taalexamens voor onderwijspersoneel toevertrouwd aan de centra voor volwassenenonderwijs. De rol van XXXX is hiermee geherformuleerd tot het valideren van de taaltoetsen.
- Aantal geadviseerde taaltoetsen, aantal gevalideerde taaltoetsen per jaar
- De validering gebeurt binnen de in de regelgeving voorziene termijnen
Strategische doelstelling 6 (SD6): AKOV formuleert adviezen met betrekking tot de erkende opleidingen, onderwijs- en beroepskwalificaties ten behoeve van de Vlaamse Regering ten einde te komen tot een heldere en correcte invulling van de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Operationele doelstelling 6.1 (OD6.1): AKOV formuleert adviezen m.b.t. de erkenning van beroepskwalificaties gebaseerd op beroepscompetentieprofielen7.
Indicatoren:
- Aantal adviezen en aantal erkende beroepskwalificaties per jaar
- Nulmeting, die rekening houdt met procedures beschreven in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur en de bijhorende uitvoeringsbesluiten
- Indicator gebaseerd op een nulmeting, op te nemen in het jaarlijks ondernemingsplan
Operationele doelstelling 6.2 (OD6.2): AKOV formuleert adviezen m.b.t. de erkenning van beroepskwalificaties gebaseerd op competentieprofielen.8
Indicatoren:
- Aantal adviezen en aantal erkende beroepskwalificaties per jaar
- Nulmeting, die rekening houdt met procedures beschreven in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur en de bijhorende uitvoeringsbesluiten
- Indicator gebaseerd op een nulmeting, op te nemen in het jaarlijks ondernemingsplan
Operationele doelstelling 6.3 (OD6.3): AKOV formuleert adviezen m.b.t. de erkenning van beoordelingsinstanties die ervaringsbewijzen mogen uitreiken.9
Indicatoren:
- Aantal verleende adviezen per jaar
- Het advies is verleend binnen de in het uitvoeringsbesluit gestelde termijn
Operationele doelstelling 6.4 (OD6.4): AKOV formuleert adviezen m.b.t. de inhoud en relevantie van nieuwe of bestaande opleidingen (opleidingsprofielen, studierichtingen, …) met het oog op het realiseren van een rationeel en transparant opleidingenaanbod in het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, het stelsel leren en werken en het deeltijds kunstonderwijs.
Indicatoren:
- Aantal verleende adviezen
- Het advies is verleend binnen de in de regelgeving gestelde termijnen
C. Doelstellingen m.b.t. kwaliteitsbewaking
Strategische doelstelling 7 (SD7): Om de onderwijskwaliteit te waarborgen en te stimuleren:
‐ organiseert AKOV het toezicht op de kwaliteit van het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs, de leertijd en de in het
7 Artikelen 11 en 12 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur
8 Idem
9 Artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 september 2005 tot uitvoering van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid
kader van leren en werken aangeboden vormingsprogramma’s, en de centra voor leerlingenbegeleiding. Het toezicht op de kwaliteit van de onderwijsinstellingen impliceert het toezicht op de toepassing van de regelgeving, voor zover deze betrekking heeft op of voorwaarde is voor de realisatie van de officieel vastgelegde onderwijsdoelen;
‐ verstrekt AKOV advies over specifieke dossiers die een kwaliteitsvolle organisatie van het onderwijs moeten mogelijk maken en die reglementair moeten voorgelegd worden aan de onderwijsinspectie
‐ geeft XXXX advies over de goedkeuringscriteria voor leerplannen en handelingsplannen ten aanzien van de onderwijsinspectie.
Operationele doelstelling 7.1 (OD7.1): AKOV sluit met de onderwijsinspectie een samenwerkingsprotocol af over de realisatie van deze strategische doelstelling.
Indicatoren:
- Samenwerkingsprotocol
- Verslag over de samenwerking tussen XXXX en de onderwijsinspectie
Operationele doelstelling 7.2 (OD7.2): AKOV geeft adviezen met betrekking tot goedkeuringscriteria rond leerplannen en handelsplannen.
Indicatoren:
- Afgeleverde adviezen
Andere operationele doelstellingen:
Het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs heeft de opdrachten vermeld in deze strategische doelstelling toevertrouwd aan de onderwijsinspectie.10 De onderwijsinspectie staat onder leiding van een inspecteur-generaal. Deze inspectie wordt met het oog op de uitoefening van haar opdrachten door de Vlaamse Regering ter beschikking gesteld van XXXX.11 Aangezien de inspectie niet onder de hiërarchische leiding van de administrateur-generaal staat, en zowel in opdrachten als in statuut duidelijk onderscheiden wordt van AKOV12, wordt voor de operationalisering van deze strategische doelstelling verwezen naar de overeenkomst afgesloten tussen de minister van Onderwijs en Vorming en de inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie.
Strategische doelstelling 8 (SD8): AKOV gaat via periodieke peilingen na in welke mate de einddoelen werden gerealiseerd en dit met het oog op de bijsturing van deze einddoelen.
Operationele doelstelling 8.1 (OD8.1): AKOV laat in samenwerking met het departement Onderwijs en Vorming peilingen uitvoeren volgens een afgesproken peilingenkalender.
Indicatoren:
- De taakverdeling tussen AKOV en het departement is duidelijk beschreven
- AKOV voert de toegewezen taken uit overeenkomstig het samenwerkingsprotocol.
Operationele doelstelling 8.2 (OD8.2): AKOV formuleert op basis van de resultaten van de peilingen, na overleg met de onderwijsactoren, conclusies m.b.t. de mate van realisatie van de einddoelen en geeft adviezen over de bijsturing van de einddoelen of over andere mogelijke beleidsinitiatieven.
Indicatoren:
10 Artikel 32 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs
11 Artikel 45 van hetzelfde decreet
12 Memorie van toelichting bij hetzelfde decreet en advies 45.919/1 van 19 februari 2009 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State (zie parlementair stuk 2160 (2008-2009) – Nr. 1 Ontwerp van decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs)
- Rapport met conclusies en adviezen
- Verslag over de wijze waarop de onderwijsactoren betrokken werden bij het formuleren van de conclusies
Operationele doelstelling 8.3 (OD8.3): AKOV communiceert over de resultaten van de peilingen en over de conclusies en adviezen.
Indicatoren:
- Brochure (gedrukt of via de website) over de resultaten van de peilingen
- Brochure (gedrukt of via de website) met de conclusies en adviezen n.a.v. de peilingen
- Informatiemomenten georganiseerd door AKOV of met medewerking van XXXX
D. Doelstellingen m.b.t. de realisatie van het beleid
Strategische doelstelling 9 (SD9): XXXX participeert in beleidsprojecten vanuit de specifieke taakstelling en expertise van het agentschap, om zo bij te dragen tot de uitvoering van het regeerakkoord en de beleidsnota Onderwijs en Vorming
Operationele doelstelling 9.1 (OD9.1): AKOV maakt deel uit van het projectteam van de volgende beleidsprojecten13:
1 Actief burgerschap in en via het onderwijs stimuleren
2 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling implementeren
3 Meer en betere kunst- en cultuureducatie voor alle leerlingen uitwerken
4 Het deeltijds kunstonderwijs (DKO) verdiepen en verbreden
8 De participatie aan het kleuteronderwijs maximaliseren
9 Leerzorg en een zorgcontinuüm uitbouwen
10 De hervorming van het secundair onderwijs op de sporen zetten
11 Het hoger beroepsonderwijs concreet vorm geven
12 Het hoger onderwijslandschap vorm geven en rationaliseren
16 Evaluatie van het decreet volwassenenonderwijs
17 Een geïntegreerd EVC-beleid vorm geven
18 Afstandsleren in Vlaanderen kwaliteitsvol verder uitbouwen
21 Nederlands als tweede taal stimuleren
22 Strategisch Plan Geletterdheid verder uitvoeren
23 Het leren van vreemde talen intensifiëren
24 Een taalbeleid aanmoedigen
25 Competentieagenda verder uitvoeren
26 De Vlaamse kwalificatiestructuur invullen
27 Werkplekleren uitbreiden en de kwaliteit ervan verzekeren
28 Xxxxx en werken consolideren
29 De beroepsopleidingen versterken
33 De lat voor de initiële lerarenopleiding hoger leggen
43 De interne kwaliteitszorg van scholen versterken
44 Informatierijke omgevingen ontwikkelen
47 Een geïntegreerd kader voor alle opleidingen die naar erkende kwalificaties leiden
Indicatoren:
- Participeren aan de vergaderingen van projectstuurgroepen of van werkgroepen
- Vanuit de eigen expertise: informatie verzamelen of aanleveren, teksten schrijven, …
Operationele doelstelling 9.2 (OD9.2): AKOV trekt de volgende beleidsprojecten14:
13 Overzicht projecten vanuit de beleidsnota, zoals opgemaakt door het departement Onderwijs en Vorming
14 Overzicht projecten vanuit de beleidsnota, zoals opgemaakt door het departement Onderwijs en Vorming
20 Eindtermen en ontwikkelingsdoelen ontwikkelen en implementeren
61 Samenwerking aanbieders levensbeschouwelijke vakken
Indicatoren:
- Scope en stappenplan bepalen in overleg met het kabinet en de projectgroep (poco)
- Organiseren van en leiding geven aan de vergaderingen van projectstuurgroepen of van werkgroepen
- Vanuit de eigen expertise: informatie verzamelen of aanleveren, teksten schrijven, …
Strategische doelstelling 10 (SD10): AKOV formuleert vanuit de realiteit van de opvolging en monitoring van de beleiduitvoering beleidsadviezen, om zo bij te dragen tot de sterkere realisatie van het onderwijs- en vormingsbeleid.
Operationele doelstelling 10.1 (OD10.1): AKOV formuleert beleidsadviezen op eigen initiatief die bijdragen tot het beleid.
Indicatoren:
- Geformuleerde beleidsadviezen en gevolg dat hieraan werd gegeven
- Gevraagde beleidstoetsen
Operationele doelstelling 10.2 (OD10.2): AKOV formuleert naar aanleiding van ontwerpen van nieuwe regelgeving of beleidsvoorstellen uitvoeringstoetsen op vraag van het departement of de minister.
Indicatoren:
- Aantal verstrekte uitvoeringstoetsen
- Tijdig verstrekte uitvoeringstoetsen
Artikel 8. Strategische projecten
In dit hoofdstuk volgen enkel nieuw te ontwikkelen strategische projecten, die een stapsgewijze aanpak vergen en die in een aantal gevallen ook afhankelijk zijn van toekomstige beleidsontwikkelingen. Voor deze projecten wordt daarom een plan van aanpak opgenomen in de beheersovereenkomst in plaats van indicatoren.
Strategisch project 1 (SP1): AKOV registreert in een databank alle erkende kwalificaties, met het oog op informatieverstrekking aan individuen, instellingen en overheden over het Vlaamse kwalificatiebeleid en met het oog op beleidsontwikkeling15
Subproject 1.1: AKOV registreert in een eerste fase (korte termijn) alle erkende kwalificaties in een voorlopige databank, met minimale functionaliteiten. Op die manier wordt minimaal uitvoering gegeven aan de decretale bepalingen.
Plan van aanpak:
- Beperkte functionele en technische analyse (voor 1 juli 2011)
- Ontwikkelingsfase, met als resultaat een databank (standaardsoftware Vlaamse Overheid, ontwikkeld binnen AKOV, met eigen middelen) waarin op een eenvoudige wijze kan geregistreerd worden. (voor 1 januari 2012)
15 Artikel 19 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur
- Uitvoeringsfase: registratie, door AKOV, gebeurt in deze databank totdat de kwalificatiedatabank operationeel is (vanaf 1 januari 2012)
- Overdracht van de gegevens in de kwalificatiedatabank (na afronding Subproject 1.2)
Subproject 1.2: AKOV registreert in een tweede fase (lange termijn) alle erkende kwalificaties in een kwalificatiedatabank, met voldoende functionaliteiten en beheert de bijhorende website.
Plan van aanpak:
- Haalbaarheidsstudie, waarin de scope van de kwalificatiedatabank duidelijk wordt afgebakend, rekening houdend met andere bestaande databanken en toepassingen (Competent, instellingendatabank Onderwijs en Vorming, …) (voor 31 december 2012)
- Functionele en technische analyse, met inschatting van impact op AKOV en inpasbaarheid binnen de budgetten16 (voor 31 december 2013)
- Ontwikkelingsfase, met als resultaat een operationele kwalificatiedatabank en bijhorende website (voor 31 december 2015)
- Uitvoeringsfase: registratie in deze databank en beheer van de website
Strategisch project 2 (SP2): AKOV treedt op als Vlaams aanspreekpunt m.b.t. de kwalificatiestructuur en EVC-procedures, teneinde burgers, intermediairen en overheden hierover te informeren.
Uitwerking: Op termijn moet AKOV kunnen optreden als uniek loket en informatiepunt voor vragen van burgers, intermediairen en overheden. De uitbouw van een dergelijk loketfunctie vergt een voorafgaande haalbaarheidsstudie en moet ook rekening kunnen houden met nog lopende en bijgevolg niet afgeronde beleidsprojecten. In afwachting hiervan neemt XXXX wel de al bestaande opdrachten op, weliswaar niet op een geïntegreerde wijze. Zodra er duidelijkheid is over de rol van de loketfunctie kan ook de bestaande dienstverlening hieraan gekoppeld worden (examencommissie, gelijkwaardigheden, …).
Subproject 2.1: AKOV bouwt de volgende nieuwe informatie- en coördinatieopdrachten uit
m.b.t. de kwalificatiestructuur en EVC-procedures:
a) In Europese en internationale context:
a.1 AKOV treedt op vraag van de Europese Commissie op als “nationaal referentiepunt voor de beroepskwalificaties”. Het nationaal referentiepunt voor de beroepskwalificaties moet:
- fungeren als een loket voor vragen over kwalificaties en certificaatsupplementen (het
National Reference Point wordt ook vermeld op de certificaatsupplementen)
- informatie en contactadressen verstrekken over nationale kwalificaties en certificaatsupplementen;
- optreden als een nationale partner in het Europees Netwerk van National Reference Points.
- het beleidsdomein informeren over de (inter)nationale ontwikkelingen op dit vlak
a.2 AKOV neemt op vraag van de Europese Commissie de rol op van “nationaal coördinatiepunt voor EQF”. Het nationaal coördinatiepunt voor EQF heeft als taken:
- kwalificatieniveaus in de nationale kwalificatiesystemen relateren aan de niveaus van het EQF
16 Bij de oprichting van AKOV (oprichtingsbesluit) werden middelen (35.000 euro per jaar) voorzien voor de kwalificatiedatabank (‘hosting en onderhoud’)
- het gebruik van een transparante methode daarvoor
- belanghebbenden de toegang waarborgen tot informatie over het verband tussen de nationale kwalificaties via de nationale kwalificatiesystemen en het Europees kwalificatiekader
- medewerking van alle relevante belanghebbenden aan de vergelijking en het gebruik van kwalificaties op Europees niveau bevorderen
- het beleidsdomein informeren over de (inter)nationale ontwikkelingen op dit vlak
A.3. AKOV treedt op als NARIC-centrum in het internationale NARIC- en ENIC-netwerk. XXXX neemt hierin volgende taken op:
- deelnemen aan de vergaderingen en werkgroepen van het netwerk
- vragen beantwoorden van andere NARIC-centra
- informatie verstrekken over het Vlaamse systeem m.b.t. de erkenning van diploma’s
- het beleidsdomein informeren over de (inter)nationale ontwikkelingen op dit vlak
b) Binnen Vlaanderen:
b.1 AKOV geeft aan selectoren binnen de Vlaamse overheid informatie over kwalificatiebewijzen behaald binnen en buiten het onderwijs en over EVC-procedures in het kader van het aanwerven van personeelsleden binnen de overheid.
b.2 AKOV beantwoordt vragen van burgers en intermediairen over EVC-procedures.
Plan van aanpak:
- Haalbaarheidsonderzoek, met het oog op het uitklaren van de opdrachten (voor 31 december 2011)
- Opzetten van noodzakelijke dienstverlening, rekening houdend met de beschikbare middelen en personeelsleden (voor 31 december 2013)
- Rapport over de koppeling EQF-VKS (voor 31 december 2011)
- Website waarop de dienstverlening duidelijk wordt weergegeven (voor 31 december 2013)
Subproject 2.2: AKOV werkt een toekomstvisie uit over de uitbouw van een uniek loket dat de informatie- en coördinatieopdrachten m.b.t. de kwalificatiestructuur en EVC-procedures
t.a.v. burgers, intermediairen en overheden op een geïntegreerde wijze aanbiedt.
Plan van aanpak:
- Deelname aan beleidsproject 17 “Een geïntegreerd EVC-beleid vorm geven”
- Behoefteanalyse bij de verschillende doelgroepen (minder dan 1 jaar na het afronden van beleidsproject 17)
- Uitwerken van een concept ‘uniek loket’, af te toetsen met de minister (minder dan 1 jaar na het afronden van het Beleidsproject 17)
- Haalbaarheidsonderzoek (timing, middelen, omkadering) m.i.v. de wijze waarop bestaande dienstverlening in dit concept kan worden geïntegreerd (opdrachten inzake informatie en communicatie m.b.t. gelijkwaardigheden, examens, EVC, Europese referentie- en coördinatiepunten, …) (voor 31 december 2013)
- Uitbouw van een website waarop de dienstverlening duidelijk wordt omschreven (voor1 januari 2012)
Strategisch project 3 (SP3): AKOV bouwt het toezicht uit op de kwaliteit van de opleidings- en vormingsprogramma’s buiten het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en op de kwaliteit van de EVC-instellingen waar mensen hun competenties kunnen laten testen of erkennen, voor
Plan van aanpak:
- Deelname aan het beleidsproject nr. 47 “een geïntegreerd kader voor alle opleidingen die naar erkende kwalificaties leiden” (zie OD8.1)
- Haalbaarheidsonderzoek (timing, middelen, omkadering) (minder dan 1 jaar na het afronden van beleidsproject 47)
- Samenwerkingsprocotol met het beleidsdomein Werk en Sociale Economie en met het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media afsluiten. Hierin wordt bepaald op welke wijze beide beleidsdomeinen betrokken zullen worden bij de aansturing van het toezicht. (minder dan 6 maand na het afronden van beleidsproject 47)
- Oprichten van de afzonderlijke cel die op onafhankelijke wijze en met kennis van het betrokken beleidsdomein het toezicht organiseert (minder dan 1 jaar na het afronden van het haalbaarheidsonderzoek en het afsluiten van het samenwerkingsprotocol)
- Na de oprichting van de cel:
▪ jaarlijkse rapportering aan de betrokken Vlaamse ministers
▪ Dit project wordt opgevolgd door het Gezamenlijk managementcomité Werk en Sociale Economie – Onderwijs en Vorming en het Gezamenlijk managementcomité Cultuur, Jeugd, Sport en Media – Onderwijs en Vorming.
PRO MEMORIE
- Zie artikel 9, §2, E&E project
Strategisch project 5 (SP5): AKOV werkt mee aan de incrementele uitbouw van een kenniscentrum teneinde het beleid en het beleidsvoerend vermogen van onderwijsactoren en belanghebbenden te ondersteunen.
Plan van aanpak:
- Deelname aan het project ‘Kenniscentrum’ dat een gezamenlijk project is van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming, het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs en de onderwijsinspectie, in overleg met de minister
- Bijdragen aan het project vanuit de eigen strategische en operationele opdrachten
- Participeren aan de stuur- en werkgroepen
- De eigen gegevens ter beschikking stellen en eventueel aanpassen en verbeteren (zie ook artikel 11 §1.)
Artikel 9. Interne werking
§1. AKOV verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van een verbetertraject.
Het agentschap onderschrijft artikel 33 van het kaderdecreet met betrekking tot de organisatiebeheersing en interne controle.
17 Besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming”, artikel 4, 8° en 10°, artikel 5 en artikel 9
18 Artikel 20 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur
Doelstelling: Het agentschap verbindt er zich toe uiterlijk tegen het einde van de periode van de beheersovereenkomst het maturiteitsniveau 3 te behalen voor ieder thema vermeld in de leidraad van de Vlaamse Overheid.
Op basis van een nulmeting wordt een gefaseerd verbetertraject uitgewerkt in een stappenplan met duidelijke prioriteiten. Jaarlijks wordt het stappenplan bijgestuurd op basis van de nulmeting, uitgevoerd door IAVA (einde 2010), zelfevaluaties en eventuele evaluaties door externen (bv. IAVA, Rekenhof, …). Dit leidt tot een gedocumenteerd systeem van interne controle /organisatiebeheersing.
Indicatoren:
- jaarlijks stappenplan vanaf 2011
- maturiteitsniveau 3 voor ieder thema
§2. XXXX definieert het volgende verbetertraject om meetbare efficiëntiewinsten te realiseren
a) Beleidsdomeinoverstijgende doelstelling binnen het Meerjarenprogramma Slagkrachtige overheid: de Leer- en ervaringsbewijzendatabank
AKOV is mede-projecteigenaar van het project Leer- en ervaringsbewijzendatabank.
Dit project kadert in het Meerjarenprogramma Slagkrachtige overheid en permanente efficiëntiewinsten. Voor het concrete stappenplan en mijlpalen wordt verwezen naar de projectfiche. Dit project werd goedgekeurd op het CAG van17 mei 2010 en als mededeling geagendeerd op de Vlaamse Regering van 21 mei 2010.
De Vlaamse leer- en ervaringsbewijzendatabank (LED) heeft tot doel de informatie over de kwalificatiebewijzen (diploma’s, certificaten, ervaringsbewijzen, attesten) van de inwoners van Vlaanderen op individueel niveau op een nieuw platform te verzamelen. Dat platform laat toe die gegevens zowel op individueel als op geaggregeerd niveau te ontsluiten en te consulteren door iedereen die deze informatie nodig heeft en ertoe gemachtigd is.
De LED is een gezamenlijk initiatief van het beleidsdomein WSE en het beleidsdomein OV en wordt getrokken door de managementcomités van beide beleidsdomeinen, vertegenwoordigd in een stuurgroep. In die stuurgroep zetelt ook Xxxxx door hun betrokkenheid via het Magdaplatform.
Het project draagt een zeer substantiële bijdrage tot de doelstellingen van een slagkrachtige overheid:
- vermindering van de bestuurlijke drukte. Alle Vlaamse entiteiten die opleidinggegevens beheren werken samen voor de realisatie van de LED. Deze partnerschappen zorgen ervoor dat de dingen juist kunnen gedaan worden.
- het uniek loketprincipe vindt toepassing doordat men via één ingangspoort alle informatie kan opvragen van de inwoners van Vlaanderen (mits de nodige machtigingen). Ook burgers zullen zo via één loket hun gegevens kunnen raadplegen en gebruiken.
- De noden van de doelgroepen worden beter gediend en het proces wordt geoptimaliseerd.
Door bijvoorbeeld de integratie in “Mijn loopbaan” van de VDAB kan de doelgroep de informatie over zijn kwalificatiebewijzen - niet alleen die van de VDAB maar ook uit het reguliere onderwijs – integreren in zijn loopbaanontwikkeling.
Het project heeft verschillende doelgroepen (intern VO, burgers, alle organisaties die info over kwalificatiebewijzen van de burgers nodig hebben en daartoe de nodige machtigingen hebben of die via de burgers in LED kunnen consulteren….) die met dit project tijdswinst, vermindering van papieren formulieren en bewijzen en andere meerwaarde zullen kunnen realiseren. Er wordt met de verschillende doelgroepen rekening gehouden zodat er geen negatieve effecten voor de doelgroepen of een deel ervan kunnen optreden.
Kwalitatieve baten
- De kwaliteit van de informatie wordt beter door gebruik van een uniforme taxonomie en de integratie van informatie van individuele burgers en de koppeling aan een unieke identificatie (rijksregister).
- Vanuit het beleidsoogpunt zorgt de integratie van alle gegevens voor een toegevoegde waarde voor het opvolgen, vergelijken en evalueren van het huidige opleidingsniveau van de
Kwantitatieve baten
- De LED verzamelt alle authentieke bronnen rond opleidingen van de inwoners van Vlaanderen. Als “single point of information” zorgt het ervoor dat entiteiten of instanties die deze informatie nodig hebben slechts via een enkele partij aan deze informatie kunnen geraken. Dit kan processen waarin deze gegevens gebruikt worden sterk vereenvoudigen en de doorlooptijden doen verminderen met minder fouten. Door gebruik te maken van een uniform begrippenkader “taxonomie” is het daarbij zeker dat men het gezamenlijk steeds eens is over de interpretatie van deze gegevens.
Timing van het behalen van de resultaten: - Uitvoering project: 2010-2012
- Inproductiestelling: voor 31 december 2012
b) Entiteitsspecifieke doelstellingen
XXXX verbindt er zich toe om tegen het einde van deze beheersovereenkomst voor de volgende dienstverleningspakketten efficiëntiewinsten te realiseren:
b.1 Naar aanleiding van de nulmeting vermeld in OD1.1 zal de gemiddelde kostprijs van een gelijkwaardigheidsonderzoek worden vastgesteld. XXXX verbindt er zich toe de kostprijs per onderzoek te verminderen, waardoor een mogelijke meeruitgave wegens een verwachte stijging van het aantal aanvragen (rekening houdend met de huidige stijgende trend) onder controle kan worden gehouden.
b.2 Naar aanleiding van de nulmeting vermeld in OD1.2 zal de gemiddelde kostprijs per deelnemer per examenzittijd (examencommissie voltijds secundair onderwijs) worden vastgesteld. XXXX verbindt er zich toe de kostprijs per deelnemer te verminderen, waardoor een mogelijke meeruitgave wegens een verwachte stijging van het aantal deelnemers (rekening houdend met de huidige stijgende trend) onder controle kan worden gehouden.
b.3. Naar aanleiding van de nulmeting vermeld in OD1.3 zal de gemiddelde kostprijs per deelnemer per examenmoment (toelatingsexamen arts-tandarts) worden vastgesteld. XXXX verbindt er zich toe de kostprijs per deelnemer te verminderen, waardoor een mogelijke meeruitgave wegens een verwachte stijging van het aantal deelnemers (rekening houdend met huidige stijgende trend) onder controle kan worden gehouden
Globaal wordt een gemiddelde kostprijsverlaging per dossier of deelnemer vooropgesteld van 5%.
§3. De lijnmanagers van het agentschap zullen ook elke medewerker stimuleren om zijn taken en werkmethode en die van haar of zijn dienst, in vraag te stellen en verbetervoorstellen te doen. Het zichzelf en de eigen werking in vraag stellen, zeker ook op het vlak van taken die niet langer relevant zijn, moet ook elke entiteit zich stellen los van besparingen of andere externe druk.
§4. De leidend ambtenaar van XXXX wil samen met zijn collega’s van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming de missie van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming realiseren.
Om deze missie te kunnen realiseren is het van groot belang dat alle entiteiten in het beleidsdomein goed samenwerken met respect voor de eigenheid en autonomie van alle entiteiten. De leidend ambtenaren nemen de verantwoordelijkheid op om de samenwerking in het beleidsdomein te stimuleren en in de dagelijkse werking te integreren.
De leidend ambtenaar engageert zich binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming om een aantal middelen samen te brengen en taken samen uit te voeren in een coöperatief samenwerkingsverband. Het coöperatief samenwerkingsverband bestaat uit de entiteiten van het Ministerie:
- het Departement van Onderwijs en Vorming
- het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen
- het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming
- het Agentschap voor Onderwijscommunicatie
- het Agentschap voor Onderwijsdiensten
Het Managementcomité van het Ministerie stuurt dit samenwerkingsverband aan. Het Managementcomité laat zich daarbij ondersteunen door thematische werkgroepen, waarin alle entiteiten vertegenwoordigd zijn.
Het coöperatief samenwerkingverband steunt op volgende principes:
• efficiëntie: in een groter geheel wordt dubbel werk vermeden en wordt expertise gebundeld;
• verhoging financieel draagvlak (o.a. problemen zoals de endogene groei opvangen);
• verantwoordelijkheid: elke entiteit van de coöperatieve staat in voor de efficiënte aanwending van de beschikbare middelen;
• solidariteit: de participerende entiteiten kunnen op de steun van de overige entiteiten rekenen bij bijvoorbeeld piekperiodes, dringende en draagvlakoverschrijdende vragen, …;
• transparantie: via regelmatige rapportering op vlak van de gemeenschappelijke terreinen, voorbereid in werkgroepen en geagendeerd op het managementcomité, wordt er een volledige transparantie gegarandeerd.
• gelijkheid: de leidend ambtenaren zijn gelijk. Dit uit zich onder andere in het wisselende voorzitterschap van het Managementcomité.
De taken die in het samenwerkingsverband worden samengebracht zijn:
• personeels- en loonadministratie
• HRM en vorming
• ICT
• logistiek
• boekhouding
• interne communicatie
• gegevensbeheer en datawarehouse
• begroting
• reguleringsmanagement
• klachtenmanagement
• organisatiebeheersing
• veiligheid (o.m. gebouwen)
De middelen die worden samengebracht zijn:
• de werkingsmiddelen
• het ICT-budgetten
• eventuele overschotten op de personeelsmiddelen van de entiteiten, mits instemming van de entiteit
Alle diensten die taken uitvoeren (zie supra), bouwen zich uit tot klant- en leveranciersorganisaties en zullen werken met hun klanten binnen het coöperatief samenwerkingsverband met SLA’s.
In het kader van een slagkrachtige overheid kunnen andere entiteiten van de Vlaamse Overheid zich aansluiten voor het volledige of gedeeltelijke takenpakket van het samenwerkingsverband.
§5. Gegeven de afspraken – in uitvoering van het Vlaams regeerakkoord, om de totale personeelsomvang en -kost niet meer te laten aangroeien – maken de ondertekenende partijen van de beheersovereenkomst concrete afspraken over de wijze waarop het agentschap bijdraagt aan het onder controle houden van de personeelsomvang en -kost, behoudens de beleidskeuzes rond overheidstaken en het steeds garanderen van een kwaliteitsvolle dienstverlening. De afspraken worden onder de rubriek ‘Interne werking’ in de beheersovereenkomst opgenomen.
XXXX engageert zich tegenover de bevoegde minister om het reëel aantal medewerkers, uitgedrukt in VTE maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het aantal VTE toegewezen aan AKOV bij de opstart van het agentschap.
Vanaf de aanvangsdatum van de beheersovereenkomst moet elke verhoging van het reëel aantal VTE in de entiteit voorafgaandelijk, bij voorkeur in het kader van het opstellen van het ondernemingsplan, worden gemotiveerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering of een door haar gemandateerde. De motivatie tot een verhoging moet gepaard gaan met een structureel en haalbaar plan met het oog op een volledige en zo snel mogelijke afbouw van deze toename, in principe, ten laatste twee jaar voor het einde van de beheersovereenkomst.
Indien blijkt dat personeelsuitbreiding als gevolg van nieuw beleid niet kan worden ingevuld door middel van interne rekrutering of verschuivingen van personeel (binnen de eigen entiteit en in tweede orde binnen het beleidsdomein) moet de behoefte aan bijkomend personeel worden gemotiveerd en voorafgaand worden voorgelegd voor beslissing aan de Vlaamse Regering.
Met het gelijk houden of het afbouwen van het aantal medewerkers, worden ook overeenkomstige, niet aangewende begrotingsmiddelen (personeelskredieten en kosten gerelateerd aan de werkplaatsen en de werking) in de entiteit, waar mogelijk, gereduceerd.
Artikel 10. Aanvullende opdrachten
Voor de looptijd van onderhavige beheersovereenkomst worden er thans geen bijzondere aanvullende opdrachten overeengekomen tussen de Vlaamse Regering en het agentschap.
Ingeval van toewijzing aan het agentschap van aanvullende opdrachten zal vooraf een berekening van de nodige middelen worden uitgevoerd. Vervolgens zal in overleg met AKOV worden onderzocht of het agentschap deze aanvullende opdrachten op zich kan nemen en in welke mate dit mogelijk is met de beschikbare middelen, dan wel of er extra middelen moeten worden toegekend.
In geval zich door omstandigheden of door de aard van de zaak aanvullende opdrachten aan het agentschap opdringen, engageert de Vlaamse Regering zich om met het agentschap te overleggen over de middelen welke noodzakelijk zijn voor deze aanvullende opdrachten.
Artikel 11. Andere engagementen
§1. Wat betreft de gegevensuitwisseling binnen het beleidsdomein geldt:
AKOV beheert de gegevens (cijfergegevens en andere beleidsinformatie) met betrekking tot zijn operationele opdrachten en stelt deze ter beschikking van de minister, het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming, het Agentschap voor Onderwijsinfrastructuur in Onderwijs en de onderwijsinspectie, met het oog op beleidsvoorbereiding, - uitvoering en -evaluatie.
XXXX engageert zich om, na samenspraak tussen de entiteiten (van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming of van andere beleidsdomeinen), bijkomende gegevens te verzamelen en te beheren.
Nieuwe voorstellen betreffende de informatieverzameling voor beleidsopvolging of –evaluatie worden voorafgaande voorgelegd en besproken in de stuurgroep informatiemanagement van het beleidsdomein die hierover een advies verstrekt aan het managementcomité, overeenkomstig de beslissing van het managementcomité van 16 oktober 2009.
Voor ieder voorstel met een belangrijk operationeel effect, wordt de impact op personeelsinzet, IT- kredieten, processen en administratieve lasten bij derden in kaart gebracht. Over voorstellen met een effect op de IT-middelen wordt, al naargelang het onderwerp, een advies verstrekt door de bevoegde domeinstuurgroep. Na behandeling en advisering van het voorstel in het informatica- managementcomité, neemt het managementcomité een beslissing.
Rekening houdend met de technische mogelijkheden, budgettaire implicaties en tijdsdruk wordt voor het leveren van gegevens in samenspraak met de vragende entiteit een prioritisering uitgewerkt.
Wanneer een agentschap of het departement bij de minister melding maakt van een conflict inzake gegevensuitwisseling, hebben de betrokken partijen 5 werkdagen tijd om een volledig en gemotiveerd
dossier over te maken aan de minister. Vervolgens neemt de minister een beslissing binnen de 10 werkdagen. Wanneer deze termijn is verstreken zonder beslissing, wordt de vraag naar gegevensuitwisseling negatief beantwoord.
Het beheer van de gegevens impliceert:
- het creëren en in stand houden van authentieke en specifieke gegevensbronnen door het systematisch registreren of opvragen van relevante gegevens in overleg met het departement en de agentschappen en rekening houdend met de regels betreffende de privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer
- het bijhouden en ter beschikking stellen van een gedocumenteerde en gebruiksvriendelijke inventaris m.b.t. alle data. Over de opbouw van de inventaris worden afspraken gemaakt binnen het beleidsdomein;
- het documenteren van de metadata en het duiden van de betekenis en validiteit van de gegevens
- het gebruiksvriendelijk en tijdig ter beschikking stellen van de gegevens en bijhorende documentatie en duiding, vraaggestuurd en op eigen initiatief, rekening houdend met de regels betreffende de openbaarheid van bestuur en de samenwerkingsovereenkomst “samenwerkingsprocedure departement en agentschappen bij totstandkoming nieuw beleid of maatregelen met belangrijk operationeel effect”
- het optimaliseren van de kwaliteit en validiteit van de gegevens op het vlak van volledigheid, consistentie, de actualiteit en accuraatheid.
§2. Het agentschap sluit een protocol van samenwerking af met het departement, waarin de onderlinge samenwerking wordt geregeld op het vlak van beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. In afwachting van de totstandkoming van dit protocol, onderschrijft XXXX het protocol van samenwerking tussen de entiteiten van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, goedgekeurd op het managementcomité van 24 november 2006.
Waar nodig sluit XXXX ook met andere agentschappen van het beleidsdomein samenwerkingsprotocollen af. Hierin wordt de samenwerking geregeld op het vlak van o.m. communicatie, IT, uitwisseling van gegevens, …
§3. Wat betreft de samenwerking tussen het agentschap en de minister:
1° Het agentschap leeft het charter politiek-ambtelijke samenwerking – zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 9 december 2009 – na.
2° Het agentschap neemt deel aan het strategisch overleg in de beleidsraad. De beleidsraad is het forum waarop het politieke en administratieve niveau debatten voeren die mee leiden tot de beleidsbepaling. In de beleidsraad voert de functioneel bevoegde minister in een open dialoog direct overleg met alle topmanagers die behoren tot het beleidsdomein waarvoor de minister bevoegd is.
3° Het agentschap maakt deel uit van het managementcomité dat de netwerking beoogt tussen de managers van het beleidsdomein en de integratie en de coördinatie van de beleidsondersteuning. In het managementcomité worden collegiale afspraken gemaakt over operationele aangelegenheden.
4° Maandelijks vindt er een bilateraal overleg plaats tussen de kabinetschef en de administrateur- generaal van het agentschap. Tijdens dit overleg worden op informele wijze actuele dossiers besproken.
§4. AKOV wil als organisatie flexibel kunnen inspelen op externe en interne veranderingen en zal de nieuwe mogelijkheden zoals Anders Werken optimaal aanwenden voor een efficiënte werking.
XXXX engageert zich om in samenspraak met de andere entiteiten binnen het beleidsdomein volgende afspraken na te leven in kader van de invoering (of uitbreiding) van Xxxxxx Xxxxxx:
1. Er zal met de andere entiteiten van het beleidsdomein voorafgaand overleg gepleegd worden over:
a. modaliteiten met betrekking tot Xxxxxx Xxxxxx
b. de communicatie over Xxxxxx Xxxxxx
c. de impact van Xxxxxx Werken op het personeelsbeleid
2. Bij het uitwerken van Xxxxxx Werken zal in de mate van het mogelijke gebruik gemaakt worden van het instrumentarium en de expertise die aanwezig is binnen het Agentschap voor Overheidspersoneel.
3. Binnen het beleidsdomein zullen door het managementcomité de nodige initiatieven worden genomen voor ondersteuning en begeleiding van Xxxxxx Werken bij de verschillende entiteiten.
§5. XXXX engageert zich in het aanbieden van kwaliteitsvolle stages en andere vormen van werkplekleren aan betrokkenen uit de onderwijssector.
§6. XXXX engageert zich om proactief mee te werken aan de acties die vervat zitten in het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding en die betrekking hebben op hun doelstellingen. Zo zal er waar nodig overleg gepland worden met het Vlaams Netwerk waar armen het woord nemen en andere relevante stakeholders zoals vormingsinstellingen.
§7. Bij de uitvoering van strategische en operationele doelstellingen en projecten met een impact binnen het beleidsdomein Werk en Sociale Economie, wordt dit beleidsdomein betrokken volgens de afspraken die hierover worden gemaakt in het gezamenlijk managementcomité Onderwijs-Vorming- Werk opgericht bij ministerieel besluit van 15 mei 2009.
Bij de uitvoering van strategische en operationele doelstellingen en projecten met een impact binnen het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media, wordt dit beleidsdomein betrokken volgens de afspraken die hierover worden gemaakt in het gezamenlijk managementcomité Onderwijs en Vorming enerzijds en Cultuur, Jeugd, Sport en Media anderzijds overeenkomstig het Protocol van Samenwerking afgesloten tussen de leidend ambtenaren van beide beleidsdomeinen voor de periode 1 januari 2010 tot 31 december 2014.
III Engagementen van de Vlaamse regering
Artikel 12. Financiële bepalingen
§1. De Vlaamse Regering verleent aan het agentschap jaarlijks de nodige begrotingskredieten voor de uitvoering van zijn doelstellingen of projecten - zoals geconcretiseerd in het jaarlijks ondernemingsplan
- en voor de interne werking van het agentschap.
§2 De financiële engagementen van de Vlaamse Regering dienen te passen binnen de contraintes van de meerjarenbegroting en de jaarlijks door het Vlaams Parlement gestemde begroting. Dit gebeurt met een vrijwaring van de kwaliteit van de dienstverlening.
§3. Indien bij de jaarlijkse goedkeuring van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap door het Vlaams Parlement, de Vlaamse Regering de in het eerste lid vermeld engagement niet kan waarmaken, of indien in het geval van budgettaire noodwendigheid de Vlaamse Regering genoodzaakt wordt tot dringende en onvoorziene maatregelen, geeft dit aanleiding tot het verminderd en gewijzigd uitvoeren van taken en opdrachten die in de beheersovereenkomst en/of het ondernemingsplan staan vermeld. Het ondernemingsplan wordt in voorkomend geval opgemaakt conform de gewijzigde budgettaire omstandigheden. Indien noodzakelijk kan de beheersovereenkomst worden aangepast volgens de voorwaarden, bepaald in artikel 21.
Artikel 13. Andere engagementen
§1. De Vlaamse Regering verbindt zich er toe om een sluitend juridisch kader aan te reiken waarbinnen het agentschap zijn activiteiten kan ontplooien en zijn engagementen kan realiseren.
§2. De Vlaamse Regering verbindt zich ertoe om de gegevens die binnen haar invloedsfeer liggen en nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van het agentschap ter beschikking te stellen van het agentschap
§3. De Vlaamse Regering verbindt zich ertoe om, op verzoek van het agentschap, de nodige initiatieven te nemen om:
- samenwerkingsakkoorden met andere beleidsdomeinen, gemeenschappen of gewesten, en de federale overheid te sluiten of te wijzigen;
- de belangen van het agentschap te behartigen in zijn relatie met andere overheden.
§4. De Vlaamse Regering verbindt zich ertoe, wanneer in dwingende gevallen een uitbreiding van de bevoegdheden en taken van het agentschap zich opdringt, hierover tijdig in overleg te treden met het agentschap en hierbij onder meer volgende aspecten te bepalen of laten bepalen:
- de uitvoeringsmodaliteiten;
- de mogelijke invoertermijn;
- de vereiste middelen.
IV Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
Artikel 14. Herkomst van de financiële middelen van het agentschap
Overeenkomstig artikel 2 van het oprichtingsbesluit19 wordt het volgende overeengekomen inzake de financiële middelen waarover het agentschap beschikt:
- de financiële middelen van AKOV worden opgenomen in het jaarlijks uitgavendecreet en de aanpassingen ervan;
- de benodigde kredieten worden opgegeven in het jaarlijkse ondernemingsplan.
Artikel 15. Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
§1. Inzake financieel beleid is het agentschap onderworpen aan de wetgeving op de rijkscomptabiliteit.
§2. Het agentschap engageert zich, bij het nastreven van de doelstellingen, tot het realiseren van het in de begroting voorziene ESR-saldo.
§3. Wat betreft de uitvoering van de boekhoudkundige verrichtingen van het agentschap wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de managementondersteunende diensten van het ministerie van Onderwijs en Vorming.
Artikel 16. Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen
Jaarlijks dient het agentschap bij de Vlaamse Regering een begrotingsontwerp in voor volgend dienstjaar.
Het agentschap zal dit doen conform de voorziene begrotingsrichtlijnen binnen de gestelde termijnen.
De procedure voor het indienen van de begroting wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst met de Stafdiensten Onderwijs en Vorming.
V Opvolging, rapportering en evaluatie
Artikel 17. Opvolging
§1. Conform artikel 33 van het kaderdecreet zal het agentschap instaan voor de uitbouw en de goede werking van de vereiste interne controlesystemen. Hieronder wordt een samenspel van maatregelen verstaan dat vervat moet zitten in de verschillende processen van de organisatie en dat ontworpen is om redelijke zekerheid te verschaffen over:
- het effectief nastreven van de opgelegde doelstellingen en de uitvoering en opvolging van beslissingen;
- de naleving van regelgeving en procedures;
- de nauwkeurigheid, juistheid, volledigheid, tijdigheid en bruikbaarheid van de financiële en beheersinformatie;
- de efficiëntie van de operaties en het effectief inzetten van de middelen;
- de bescherming van de activa en de voorkoming van fraude.
19 Besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming”
§2. Op verzoek van de Vlaamse Regering of van de minister kan op elk moment bijkomende externe controle worden uitgevoerd, waarbij de activiteiten en systemen van het agentschap worden geaudit. Het agentschap engageert zich tot een loyale medewerking aan de externe controle en audit van zijn activiteiten en systemen, uitgevoerd door de daartoe gemachtigde instanties.
§3. De voornaamste bevindingen van een externe controle of audit, evenals de opvolging van de aanbevelingen zullen worden vermeld in het jaarrapport van het agentschap voor de minister.
§4. Teneinde op een systematische wijze opvolging te geven aan de goede uitvoering van de algemene en bijzondere opdrachten van het agentschap zal het agentschap een intern management- en prestatiemeetsysteem uitbouwen. Het systeem zal onder meer gericht zijn op het meten van en rapporteren over de prestatie-indicatoren met betrekking tot de opvolging van de doelstellingen en projecten van het agentschap zoals deze in artikelen 7, 8 en 9 zijn opgenomen.
Het agentschap evalueert op een systematische wijze het proces van beleidsuitvoering, de geleverde prestaties en de daartoe ingezette middelen en verzamelt indicaties over de effecten die het beleid beoogt, met het oog op de optimalisering van de interne processen en het leveren van input voor beleidsevaluatie en -ontwikkeling op niveau van het beleidsveld waarin het actief is.
Artikel 18. Rapportering
§1. Het agentschap zal over de uitvoering van de beheersovereenkomst aan de minister rapporteren door middel van een jaarrapportering en een afsluitend eindrapport over de beheersovereenkomst.
De rapporten zullen een gestructureerd overzicht geven van de realisatie van de engagementen uit de beheersovereenkomst, namelijk:
- een beschrijving van de mate waarin aan de strategische doelstellingen uit de beheersovereenkomst werd tegemoet gekomen gedurende de afgelopen periode;
- een overzicht van de resultaten van de indicatoren;
- uitvoering van de begroting.
De rapporten zullen duidelijk verwijzen naar de strategische doelstellingen, normen en indicatoren die zijn bepaald in de beheersovereenkomst.
§2. Het jaarrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal volgende elementen bevatten:
- rapportering over de realisatie van de doelstellingen uit de beheersovereenkomst;
- toelichting bij de realisatie van de strategische projecten;
- toelichting bij de interne en externe factoren die van invloed kunnen zijn op de verdere realisatie van de doelstellingen uit de beheersovereenkomst;
- uitvoering van de begroting.
Het jaarrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal worden voorgelegd aan de minister vóór 31 maart van het jaar dat volgt op het betrokken jaar.
§3. Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal de volgende elementen bevatten:
- rapportering over de realisatie van de doelstellingen uit de beheersovereenkomst;
- toelichting bij de realisatie van de strategische projecten;
- uitvoering van de begroting.
Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst wordt bezorgd aan de minister zes maanden vóór het aflopen van de duurtijd van de beheersovereenkomst.
§4. De minister kan het agentschap vragen toelichting te geven bij de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst.
Artikel 19. Evaluatie
De voortgang en de resultaten van de beheersovereenkomst worden jaarlijks in onderling overleg besproken en geëvalueerd door de minister en de leidend ambtenaar van het agentschap.
Artikel 20. Geschillenregeling
Aangezien een beheersovereenkomst een sturingsinstrument is, onder de vorm van een werkafspraak binnen de overheid en dus strikt genomen geen contractuele, juridisch bindende overeenkomst tussen overheid en derden, wordt er geen mogelijkheid ingebouwd om een burgerrechterlijke procedure in te stellen, ook niet nadat alle middelen tussen de beide ondertekenende partijen zijn uitgeput.
Indien er tussen de ondertekenende partijen enig geschil of betwisting zou ontstaan over de interpretatie en/of uitvoering van één of meerdere elementen van deze beheersovereenkomst wordt een bijeenkomst belegd tussen de minister en het management van het agentschap, waarbij in onderling overleg getracht wordt een minnelijke schikking uit te werken.
Indien beide partijen tot een minnelijke schikking komen, worden de modaliteiten van deze minnelijke schikking schriftelijk vastgelegd en ondertekend door beide partijen.”
VII Aanpassingen beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden
Artikel 21. Aanpassing van de beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden
Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het agentschap actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door een interventie door de Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting in overleg met de Vlaamse Regering t.g.v. een belangrijke wijziging van het financiële engagement van de Vlaamse Regering tijdens de duur van de beheersovereenkomst, en deze wijzigingen de opdrachten van het agentschap dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de partijen, dan kan de beheersovereenkomst op vraag van één van de ondertekenende partijen (of van de minister bevoegd voor financiën en begroting) opnieuw onderhandeld en aangepast worden.
VIII Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen
Artikel 22. Bijzondere regelingen in verband met de pensioenlasten
Binnen het agentschap zijn inzake pensioenlasten geen bijzondere regelingen van toepassing.
Artikel 23. Aanvullende bepalingen
Niet van toepassing.
Artikel 24. Overgangsbepalingen
Niet van toepassing.
B. SPECIFIEK DEEL
Artikel 25. Verplichtingen van het agentschap inzake tarieven
Niet van toepassing.
Artikel 26.Samenwerkingsovereenkomsten
Niet van toepassing.
Artikel 27. Bijzondere bepalingen ten gevolge van specifieke situaties, eigen aan het agentschap
Niet van toepassing.