Administratieve schikking
voor de toepassing van de overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984
(Inwerking getreden op 1 januari 1987 – Belgisch Staatsblad: 10 februari 1987)
Overeenkomstig artikel 17 van de Overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984, zijn de bevoegde autoriteiten:
voor België,
de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Middenstand,
de Staatssecretaris voor Pensioenen, voor Canada,
de "Minister of National Health and Welfare" (Minister van Volksgezondheid en Maatschappelijk Welzijn),
overeengekomen als volgt:
TITEL I- Algemene bepalingen
Artikel 1
Begripsbepalingen
1. Voor de toepassing van deze Administratieve Schikking, verstaat men onder "Overeenkomst" de Overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984.
2. De in deze Administratieve Schikking gebezigde termen hebben dezelfde betekenis als in de Overeenkomst.
Artikel 2
Verbindingsinstellingen
Worden aangeduid als verbindingsinstellingen in de zin van artikel 17 van de Overeenkomst:
voor België:
- de Rijksdienst voor werknemerspensioenen, voor de wetgeving bedoeld sub paragraaf 1 b(i) van artikel 2 van de Overeenkomst;
- het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, voor de wetgeving bedoeld sub paragraaf 1 b(ii) van artikel 2 van de Overeenkomst;
- de Rijksdienst voor sociale zekerheid, voor de toepassing van de wetgeving bedoeld sub paragraaf 1 b(iii) van artikel 2 van de Overeenkomst;
- de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, voor de toepassing van de wetgeving bedoeld sub paragraaf 1 b(iv) van artikel 2 van de Overeenkomst.
voor Canada:
- de "International Operations Division, Income Security Programs Branch, Department of National Health and Welfare" (Afdeling Internationale Verrichtingen van de Algemene Directie Inkomenszekerheid van het Ministerie van Volksgezondheid en Maatschappelijk Welzijn).
TITEL II – Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving
Artikel 3
1. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat toepasselijk is krachtens paragraaf 2 a), 3, 4 a), 6 a) of 8 van artikel 5 van de Overeenkomst, zal de in paragraaf 3 a) van dit artikel aangeduide instelling van deze Staat, op verzoek van de werkgever of van de werknemer of zelfstandige, een getuigschrift ter hand stellen, waaruit blijkt dat, met betrekking tot de bewuste arbeid, de daarin genoemde werknemer of zelfstandige aan deze wetgeving onderworpen is tot aan de aangegeven datum.
2. a) De keuze waarvan sprake in paragraaf 7 van artikel 5 van de Overeenkomst zal moeten gedaan worden binnen 6 maanden na het begin van de uitoefening van de functie of, indien het een werknemer betreft die reeds in functie is op de datum dat de Overeenkomst in werking treedt, binnen 6 maanden volgend op deze datum.
b) De instelling van de overeenkomstsluitende Staat wiens wetgeving ingevolge de keuze van toepassing is zal alsdan, op verzoek van de werknemer, een getuigschrift ter hand stellen, waaruit blijkt dat, met betrekking tot de bewuste functie, deze werknemer aan deze wetgeving onderworpen is voor de duur van deze functie.
c) Met betrekking tot de in paragraaf 7 van artikel 5 van de Overeenkomst bedoelde functies, zal de betrokken werkgever voldoen aan alle eisen die ingevolge de toepasselijke wetgeving ieder werkgever worden opgelegd.
3. a) De getuigschriften als bedoeld sub paragrafen 1 en 2 b) van dit artikel zullen worden ter hand gesteld :
- wanneer de toepasselijke wetgeving de Belgische is :
- door de Rijksdienst voor sociale zekerheid ingeval het werknemers betreft;
- door de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen ingeval het zelfstandigen betreft.
- wanneer de toepasselijke wetgeving de Canadese is, door de "Source Deductions Division, Department of National Revenue, Taxation" (Afdeling bedrijfsbelasting van het Ministerie van het nationaal inkomen, Belastingen).
b) De instelling van de overeenkomstsluitende Staat die het in paragraaf 1 of 2
b) bedoelde getuigschrift ter hand stelt zal onverwijld een afschrift daarvan toesturen aan de overeenstemmende instelling van de andere Staat, mits deze zulks nodig acht.
4. Wanneer krachtens paragraaf 4 a) van artikel 5 van de Overeenkomst, de wetgeving van een Overeenkomstsluitende Staat op een zelfstandige toepasselijk is wat betreft een beroepsactiviteit die hij op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Staat tijdens een welbepaald jaar heeft uitgeoefend, moet de in paragraaf 3 a) bedoelde instelling van deze andere Staat, de overeenstemmende instelling van eerstgenoemde Staat, op aanvraag van laatstgenoemde en met instemming van de zelfstandige, iedere beschikbare informatie mededelen, die nuttig kan zijn voor de bepaling of het controleren van het bedrag van de bedrijfsinkomsten die de arbeider tijdens bedoeld jaar door deze activiteit heeft verworven. In afwachting dat de informatie wordt verstrekt, kan de instelling van de Overeenkomstsluitende Staat wiens wetgeving van toepassing is een voorlopige bijdrage ontvangen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de bevoegde autoriteit van deze Staat.
TITEL III – Bepalingen betreffende de uitkeringen
Artikel 4
1. De verbindingsinstelling die een aanvraag ontvangt strekkend tot het bekomen van een door de andere overeenkomstsluitende Staat betaalbare uitkering stuurt deze aanvraag onverwijld naar de verbindingsinstelling van de andere Staat toe, daarbij gebruik makend van de ten deze overeengekomen formulieren.
2. Tevens stuurt zij alle beschikbare documenten toe, die voor de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat dienstig zouden kunnen zijn bij het vaststellen van het recht van de aanvrager op de bewuste uitkering. Voor elke aanvraag om een uitkering die door de bevoegde instelling van Canada betaalbaar is ingevolge de "Old Age Security Act" (Wet op de bestaanszekerheid voor bejaarden) moeten deze documenten, in de mate van het mogelijke, stukken bevatten tot staving van elke woonperiode op het grondgebied van België.
3. De in het formulier vervatte gegevens met betrekking tot de burgerlijke staat zullen behoorlijk gewaarmerkt worden door de verbindingsinstelling, die zal bevestigen dat deze gegevens gestaafd zijn aan de hand van oorspronkelijke documenten.
4. Bovendien zal de verbindingsinstelling, de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat, een formulier toesturen, dat onder meer de tijdvakken vermeldt welke ingevolge de wetgeving van de eerste Staat kunnen in aanmerking komen.
5. Na ontvangst van het formulier, zal de verbindingsinstelling van de andere Staat daar de inlichtingen aan toevoegen, verband houdend met de tijdvakken
welke ingevolge de door haar toegepaste wetgeving kunnen in aanmerking komen, en het onverwijld terugsturen naar de verbindingsinstelling.
6. a) Xxxx der bevoegde instellingen zal de rechten van de aanvrager en, bij voorkomende gelegenheid, van diens echtgenoot vaststellen en hem rechtstreeks haar beslissing toesturen, met vermelding van de aangehouden verzekeringstijdvakken en van de middelen en termijnen voor het instellen van beroep.
b) De bevoegde instelling die een uitkering toekent zal, langs de verbindingsinstellingen om, de bevoegde instellingen van de andere Staat een afschrift van haar beslissing toesturen.
7. a) Wanneer de Canadese verbindingsinstelling te weten komt, dat een in Canada wonende gerechtigde op een Belgische invaliditeits-, ouderdoms- of overlevingsuitkering, of eventueel zijn echtgenoot, niet elke beroepsbezigheid heeft gestaakt dan wel het inzicht heeft een dergelijke bezigheid te hervatten of deze bezigheid daadwerkelijk heeft hervat, zal zij de Belgische verbindingsinstelling onverwijld daarvan op de hoogte stellen.
b) De Canadese verbindingsinstelling zal bovendien alle beschikbare gegevens toesturen in verband met de aard van de verrichte arbeid, het bedrag van de verdiensten of inkomsten welke belanghebbende of diens echtgenoot geniet of genoot.
TITEL IV - DIVERSE BEPALINGEN
ArtiKel 5
Medische onderzoekingen
1. Onverminderd het bepaalde in paragraaf 4 van artikel 17 van de Overeenkomst, zal de verbindingsinstelling van een overeenkomstsluitende Staat de verbindingsinstelling van de andere Staat, op verzoek, elke beschikbare medische inlichting en documentatie toesturen met betrekking tot de ongeschiktheid van de aanvrager of de gerechtigde.
2. Indien de bevoegde instelling van een overeenkomstsluitende Staat eist dat een op het grondgebied van de andere Staat wonende aanvrager of gerechtigde zich aan een aanvullend medisch onderzoek onderwerpt en indien de verbindingsinstelling van eerstgenoemde Staat daartoe verzoekt, zal de verbindingsinstelling van de andere Staat alle nodige schikkingen treffen opdat dat onderzoek zou geschieden overeenkomstig de reglementering die wordt toegepast door de verbindingsinstelling die deze schikkingen treft en dit op kosten van de instelling die om het geneeskundig onderzoek verzoekt.
3. De bij toepassing van het bepaalde in paragraaf 2 van dit artikel verschuldigde sommen worden onverwijld terugbetaald, op vertoon van een omstandige staat der gemaakte onkosten.
Artikel 6
Procedures en formulieren
De in artikel 2 en paragraaf 3 van artikel 3 aangeduide instellingen zullen, met goedvinden van de respectieve bevoegde autoriteiten, overeenkomen omtrent de procedures en formulieren als nodig zijn voor de toepassing van de Overeenkomst en van deze Administratieve Schikking.
Artikel 7
Statistieken
Voor elk kalenderjaar zullen de verbindingsinstellingen van de beide overeenkomstsluitende Staten op een nader te bepalen formulier statistische gegevens uitwisselen aangaande de betalingen die werden verricht aan gerechtigden op wie de Overeenkomst werd toegepast. De aldus verstrekte gegevens zullen het aantal gerechtigden alsmede het totaal bedrag van de naar hun aard opgesplitste uitkeringen mede omvatten.
Artikel 8
Inwerkingtredinq
Deze Administratieve Schikking zal uitwerking hebben de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst en zal dezelfde werkingsduur hebben als deze.
Gedaan te Ottawa, op 6 november 1986, in tweevoud, in de Nederlandse, Franse en Engelse taal, elke tekst zijnde authentiek.
Voor de bevoegde autoriteiten van Belgïe: R. DENORME Voor de bevoegde autoriteiten van Canada: J. EPP