Personenautoverzekering
Personenautoverzekering
Algemene polisvoorwaarden MOT 2017-1 Inhoud WA/Casco/S.V.I.
Inhoudsopgave Algemene gedeelte
Onzekerheidsvereiste preambule
Definities Dekking
Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering
Omvang van de dekking Artikel A.1
Zekerheidstelling Artikel A.2
Tijdelijk gebruik van een vervangend motorrijtuig Artikel A.3 Schade aan een ander voertuig van de verzekeringnemer Artikel A.4 Aanhanger en Caravan Artikel A.5
Sleeprisico Artikel A.6
Schade door lading Artikel A.7
Vervoer van gewonden Artikel A.8
Rubriek C Cascoverzekering
Omvang van de dekking Artikel C.1
Vergoeding van kosten Artikel C.2
Vervangend vervoer bij reparatie en totaal verlies Artikel C.3 Schade aan de tijdelijk vervangende personenauto Artikel C.4 Persoonlijke bezittingen Artikel C.5
Diefstal en totaal verlies Artikel C.6
Rubriek D Hulpverlening
Na een ongeval Artikel D.1
Na een mechanisch gebrek Artikel D.2
Vervangend vervoer Artikel D.3
Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden
Definities Artikel E.1
Omvang van de dekking Artikel X.0
Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxx X.0
Xxxxxx aanspraken Artikel E.4
Tijdelijk vervangend motorrijtuig Artikel E.5
Algemene bepalingen Rubriek 1 Uitsluitingen
Algemeen Artikel 1.1
Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering Artikel 1.2
Rubriek C Cascoverzekering Artikel 1.3
Rubriek D Hulpverlening Artikel 1.4
Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden Artikel 1.5
Rubriek 2 Schade
Verplichting van verzekerde na een schadegeval Artikel 2.1 Beperking schadevergoedingsverplichting Artikel 2.2 Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering
Regeling van schade Artikel 2.3.1
Vergoeding van schade Artikel 2.3.2
Verhaal Artikel 2.3.3
Rubriek C Cascoverzekering
Regeling van schade Artikel 2.4.1
Vergoeding van schade Artikel 2.4.2
Totaal verlies Artikel 2.4.3
Eigen risico Artikel 2.4.4
Verzekerd bedrag Artikel 2.4.5
Vergoeding van accessoires Artikel 2.4.6
Erkenning van schade Artikel 2.4.7
Verhaal Artikel 2.4.8
Nieuwwaarderegeling voor personenauto’s Artikel 2.4.9 Koopprijsregeling voor occasion personenauto’s Artikel 2.4.10 Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden (SVI)
Vaststelling van de schade Artikel 2.5.1
Veiligheidsgordels Artikel 2.5.2
Verzekerd bedrag Artikel 2.5.3
Verhaal Artikel 2.5.4
Rubriek 3 Premie
Premiebetaling Artikel 3.1
Terugbetaling van premie Artikel 3.2
Premiefactoren Artikel 3.3
Bonus/malusregeling Artikel 3.4
Opschorting en reservering van premie Artikel 3.5
Aanpassing van premie en/of voorwaarden Artikel 3.6
Rubriek 4 Slotbepalingen
Einde van de verzekering Artikel 4.1
Meerjarig contractsduur/termijnbetaling Artikel 4.2
Verzekeringsgebied Artikel 4.3
Mededelingen Artikel 4.4
Terrorismedekking Artikel 4.5
Persoonsregistratie Artikel 4.6
Klachtenbehandeling Artikel 4.7
Onzekerheidsvereiste
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzeke- raar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandig- heden zou ontstaan.
Definities
1 De verzekeraar.
HDI Global SE, the Netherlands, gevestigd te Rotterdam.
2 De verzekeringnemer.
De natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die de verzekeringsover- eenkomst met de verzekeraar is aangegaan en/of als zodanig op het laatst afgegeven polisblad staat vermeld.
3 Verzekerden.
3.1 De verzekeringnemer, de bezitter te goeder trouw, de eigenaar, de houder en de gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig, alsmede de personen die zich met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van een daartoe bevoegd persoon in of op het motorrijtuig bevin- den,dan wel in, uit of van het motorrijtuig stappen.
3.2 De werkgever, die krachtens artikel 6:170 BW aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door één van de in sub a vermelde personen, mits deze personen zelf rechten aan deze verzekering kunnen ontle- nen en niet een andere verzekering de werkgever tegen het risico van aansprakelijkheid dekking verleent of zou hebben verleend, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
4 De gebeurtenis.
Een voorval of een reeks van onderling causaal verbonden voorvallen, tengevolge waarvan schade is ontstaan.
5 De grondslag.
Deze verzekering is aangegaan met het uitdrukkelijke beding dat de mededelingen in het als grondslag van de totstandkoming van deze verzekering ingevulde en door verzekeringnemer ondertekende aan- vraagformulier juist en volledig zijn.
6 Het motorrijtuig.
Het door de verzekeringnemer ter verzekering aangeboden object, zo- als op het laatst afgegeven polisblad omschreven.
7 Meeruitvoering.
Fabrieksmatig aangebrachte wijzigingen ten opzichte van de stan- daarduitvoering van het motorrijtuig.
8 Beeld- en geluidsapparatuur.
Een boordcomputer, een radio- en cd-speler (inclusief versterker, booster, equalizer en slede) en speakers.
9 Accessoires.
De overige, niet tot de meeruitvoering en de beeld- en geluidsappara- tuur behorende, aan het motorrijtuig gemonteerde zaken, met uitzon- dering van een LPG-installatie, computer-en gecombineerde zend- en ontvangapparatuur en geluidsdragers (zoals cassettes, cd’s, DVD's, tapes, discs etc.) en navigatieapparatuur, tracking/tracing systemen
e.d. doch uitsluitend indien deze zaken aantoonbaar in de verzekerde som van het op het laatst afgegeven polisblad verzekerd object zijn opgenomen. Niet als accessoires worden beschouwd zaken die niet op permanente basis op of aan het motorrijtuig zijn bevestigd, zoals kin- derzitjes, fietsendragers, bagage-imperialen etc.
RUBRIEK A AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in de voorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen, hierna te noemen ‘WAM’, gestelde eisen te voldoen.
A.1 Omvang van de dekking
A.1.1 Verzekerd is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade toegebracht met of door het motorrijtuig. On- der schade wordt verstaan schade aan personen en/of zaken, met in- begrip van de daaruit voortvloeiende schade.
A.1.2 De dekking geschiedt voor alle verzekerden tezamen tot maximaal het onder 'WA' op het laatst afgegeven polisblad vermelde verzekerd bedrag per gebeurtenis.
HDI Global SE, the Netherlands Handelsregister Rotterdam 34285499 02.17
A.1.3 Indien de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in een land, dat tot het verzekeringsgebied behoort en waar een overeenkomstige wet tot verplichte verzekering op het motorrijtuig van toepassing is, is de verzekering geldig overeenkomstig de bepalingen van die wet en tot de krachtens die wet voorgeschreven bedragen, doch nimmer beneden het onder 'W.A.' op het laatst afgegeven polisblad vermelde verzekerd bedrag per gebeurtenis.
A.1.4 De verzekeraar vergoedt boven het verzekerd bedrag tot maximaal een bedrag gelijk aan het verzekerd bedrag per gebeurtenis:
A.1.4.1 De kosten van overeenkomstig artikel 2.3.1 van Rubriek 2 schade, met goedvinden of op verlangen van de verzekeraar gevoerde procedures en in zijn opdracht verleende rechtsbijstand terzake onder deze polis gedekte aanspraken van derden.
A.1.4.2 De wettelijke rente voorzover deze loopt over het ten laste van de verzekeraar komend gedeelte van de hoofdsom.
Kosten van maatregelen die door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor - in- dien gevallen - (een verzekerde aansprakelijk zou zijn) en de verzeke- ring dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
A.2 Zekerheidstelling
A.2.1 Indien de overheid van een land in het verzekeringsgebied ter waarborging van de rechten van benadeelden het stellen van een zekerheid verlangt om beëindiging van op het motorrijtuig gelegd be- slag en/of invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen, zal de verzekeraar deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 50.000,00 per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen. Het verstrekken hier- van geschiedt voorzover een verzekerde hierop niet krachtens een an- dere verzekering aanspraak kan maken.
A.2.2 De verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om het verstrekt bedrag terug te krijgen, de verzekeraar er onverwijld van in kennis te stellen als dit wordt vrijgegeven en hem te machtigen hierover te beschikken.
A.3 Tijdelijk gebruik van een vervangend motorrijtuig
A.3.1 Indien het motorrijtuig door reparatie of revisie tijdelijk buiten gebruik is, is gedurende de periode dat het motorrijtuig in verband met de te verrichten werkzaamheden niet kan worden gebruikt, verzekerd het risico van aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade toe- gebracht met of door een gelijksoortig en gelijkwaardig vervangend motorrijtuig, tenzij deze aansprakelijkheid op een andere polis is ver- zekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
A.3.2 De verzekerde is verplicht de verzekeraar vooraf van de ver- vanging in kennis te xxxxxxx.Xx dekking is niet van kracht, indien deze verplichting niet is nagekomen.
A.4 Schade aan een ander motorrijtuig van de verzekeringnemer
A.4.1 Indien door schuld van de gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig schade wordt toegebracht aan een ander motorrijtuig, waarvan de verzekeringnemer, de bestuurder als werknemer van de verzekeringnemer of een bij een van hen inwonend gezinslid tevens eigenaar of houder is, zal ten aanzien van deze schade - met uitsluiting van de daaruit voortvloeiende gevolgschade (waaronder mede begre- pen waardevermindering) - worden gehandeld alsof het een zaak van een derde betreft.
A.4.2 Deze schade is uitsluitend gedekt, voorzover niet krachtens een andere verzekering aanspraak op vergoeding hiervan kan worden gemaakt of zou kunnen worden gemaakt, indien de onderhavige ver- zekering niet zou hebben bestaan.
A.5 Aanhanger en caravan
A.5.1 Gedekt is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade veroorzaakt met of door een aanhanger of caravan, zolang de- ze is gekoppeld aan het motorrijtuig of daarvan is losgemaakt of losge- raakt en nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
A.6 Sleeprisico
Gedekt is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade ver- oorzaakt terwijl een ander motorrijtuig, dat ten gevolge van enig gebrek niet op eigen kracht kan worden voortbewogen, kosteloos en bij wijze van vriendendienst door een verzekerde met het motorrijtuig over de weg wordt gesleept.
A.7 Schade door lading
Gedekt is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade ver- oorzaakt door lading, die zich bevindt op, wordt vervoerd met, valt van of is gevallen van het motorrijtuig en/of de aanhangwagen of de cara- van als bedoeld in artikel A.5, tenzij deze aansprakelijkheid op een an- dere polis is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
A.8 Vervoer van gewonden
Gedekt zijn de kosten van reiniging, herstel en de noodzakelijke ver- vanging van de stoffering van het motorrijtuig, indien de verontreiniging hiervan verband houdt met het kosteloos vervoer van gewonde perso- nen.
RUBRIEK C CASCOVERZEKERING
C.1 Omvang van de dekking
Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het motorrijtuig, uitsluitend veroorzaakt door:
C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van de weg of te water raken en alle andere ten opzichte van het motorrijtuig van buiten komende on- heilen, anders dan bedoeld in C.1.2 t/m C.1.10. De dekking geldt óók indien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek.
C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag.
C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het motor- rijtuig toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken.
C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het motorrijtuig, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek.
Uitgesloten van dekking zijn: panoramadak en koplampen.
C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger).
C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die feitelijk rechtstreeks door deze botsing zelf is toegebracht; dus - in afwijking van de omschrijving van het begrip 'gebeurtenis' bij de Definities - met uitsluiting van de schade aan het motorrijtuig, die ná de aanraking met het betreffend dier is ontstaan, ongeacht of er nog sprake is van een causaal verbonden voorval.
C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving.
C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging).
C.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken.
C.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.
C.2 Vergoeding van kosten
C.2.1 Indien de verzekeringnemer als gevolg van een in artikel C.1 vermelde gebeurtenis recht heeft op schadevergoeding, vergoedt de verzekeraar eventueel boven het verzekerd bedrag de kosten van ver- vanging wegens verlies van een, in het motorrijtuig aanwezig, brand- blusapparaat, sleepkabel, pechlamp, set reservelampen, gevarendrie- hoek, verbandtrommel en matten.
C.2.2 De verzekeraar vergoedt de kosten van de noodzakelijke vervanging van de sloten van het motorrijtuig met een maximum van
€ 500,00 indien één of meerdere autosleutels door inbraak, anders dan uit het motorrijtuig zelf, of door (dreiging met) geweld zijn ont- vreemd.
C.3 Vervangend vervoer bij reparatie en totaal verlies
C.3.1 Indien verzekerde bij schade veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis als vermeld in artikel C.1, met uitzondering van C.1.4, het motorrijtuig volledig laat herstellen bij een door de verzekeraar gese- lecteerd schadeherstelbedrijf, wordt verzekerde voor de duur van de reparatie gratis een vervangend motorrijtuig ter beschikking gesteld.
C.3.2 Bij totaal verlies is de duur waarvoor het vervangend motorrij- tuig gratis ter beschikking wordt gesteld beperkt tot maximaal 5 dagen.
C.4 Schade aan de tijdelijk vervangende personenauto
Bij gebruik van een tijdelijk vervangende personenauto op de in artikel A3 vermelde voorwaarden is tevens gedekt de aansprakelijkheid voor schade aan de tijdelijk vervangende personenauto, voorzover er voor de benadeelde niet krachtens enige verzekering aanspraak op vergoe- ding van deze schade bestaat en mits deze aansprakelijkheid niet op een andere polis is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onder- havige verzekering niet zou hebben bestaan.
C.5 Persoonlijke bezittingen
C.5.1 Verzekeraar vergoedt aan de inzittenden tevens de conform artikel 2.4.2.2 vastgestelde schade aan de zich in het motorrijtuig be- vindende, tot de privé-sfeer behorende persoonlijke eigendommen tot een maximum bedrag van € 2.500,00 inclusief BTW per gebeurtenis voor alle inzittenden tezamen. Deze dekking geldt slechts, indien de schade aan de persoonlijke eigendommen een direct en uitsluitend ge- volg is van een gebeurtenis als bedoeld in artikel C.1.1 en C.1.2, waardoor een gedekte schade aan het motorrijtuig is ontstaan.
C.5.2 Niet gedekt is schade aan de persoonlijke eigendommen, die krachtens een andere verzekering, al of niet van oudere datum, al of niet tot een bepaald maximum, zijn verzekerd of zouden zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
C.5.3 Niet als persoonlijke eigendommen worden beschouwd ac- cessoires van het motorrijtuig, rijwielen, levende dieren, geld en waar- depapieren van welke aard ook, antiquiteiten, curiosa, verzamelingen onverschillig van welke aard, sieraden, (on)bewerkte edelmetalen, edelstenen, kunstvoorwerpen en dergelijke.
HDI Global SE, the Netherlands
C.5.4 De vergoeding vindt eventueel plaats boven het verzekerd bedrag.
C.6 Diefstal en totaal verlies
C.6.1 Bij diefstal, joyriding en verduistering van het motorrijtuig door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, ver- goedt de verzekeraar € 25,00 per dag vanaf de datum van aangifte bij de politie tot de dag waarop het motorrijtuig wordt teruggevonden en door de politie aan een verzekerde is overgedragen, vermeerderd met de eventuele reparatieduur om de schade als gevolg van de gebeurte- nis te herstellen. De vergoeding is tot 30 dagen gemaximeerd en vindt eventueel plaats boven het verzekerd bedrag.
C.6.2 Bij totaal verlies van het motorrijtuig veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis als vermeld in artikel C.1, met uitzondering van C.1.3, wordt eventueel boven het verzekerd bedrag een extra bedrag vergoed van 10% van het schadebedrag met een maximum van
€ 500,00 indien de te vergoeden schade conform artikel 2.4.2.2 (dag- waarde) is vastgesteld, mits het motorrijtuig na afgifte van het Neder- landse kentekenbewijs niet ouder is dan 60 maanden.
C.7 Averij grosse
Vergoeding van de kosten die aan de verzekeringnemer worden door- belast op basis van averij grosse.
RUBRIEK D HULPVERLENING
D.1 Na een ongeval
D.1.1 Indien het motorrijtuig binnen het verzekeringsgebied door brand, diefstal of een ander van buiten komend onheil verloren gaat of zodanig wordt beschadigd, dat hiermee niet meer verantwoord kan worden gereden en/of dat de bestuurder of een andere rijbevoegde in- zittende door deze gebeurtenis niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen, kan aanspraak op hulpverlening worden gemaakt.
Deze dekking geldt op gelijke voorwaarden ook bij schade aan een aan het motorrijtuig gekoppelde aanhanger of caravan. De vergoeding van deze diensten vindt boven het verzekerd bedrag plaats.
D.1.2 Recht op deze diensten bestaat uitsluitend, indien:
D.1.2.1 Voor hulpverlening in Nederland onmiddellijk na de gebeur- tenis de hulp wordt ingeroepen van de VHD Alarmcentrale, zoals ver- meld op de verzekeraarshulpkaart.
D.1.2.2 Voor hulpverlening in het buitenland onmiddellijk na de ge- beurtenis de hulp wordt ingeroepen van één van de op de verzeke- raarshulpkaart vermelde buitenlandse adressen van de VHD Alarm- centrale
D.1.2.3 De hulpverlening kan worden uitgevoerd en niet wordt tegen- gehouden door een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnen- landse onlusten, muiterij, oproer, atoomkernreacties of natuurrampen.
D.1.3 Hulpverlening in Nederland Recht bestaat op:
D.1.3.1 Het bergen en het vervoer van het motorrijtuig naar één door de verzekerde te bepalen adres in Nederland.
D.1.3.2 Het vervoer van de bestuurder en de eventuele inzittenden met hun bagage per taxi naar één door de bestuurder te bepalen adres in Nederland, mits dit vervoer binnen 24 uur na de gebeurtenis plaats- vindt.
D.1.4 Hulpverlening in het buitenland Recht bestaat op:
D.1.4.1 De vergoeding van de noodzakelijke kosten van de berging en het slepen van het motorrijtuig naar het dichtstbijzijnd herstelbedrijf.
D.1.4.2 Het vervoer van het motorrijtuig naar één door de verzekerde te bepalen adres in Nederland, indien:
D.1.4.2.1 Het beschadigde motorrijtuig niet binnen 4 werkdagen, even- tueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepa- reerd, dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaats- vinden.
D.1.4.2.2 Het motorrijtuig na diefstal wordt teruggevonden en de be- stuurder reeds naar Nederland is teruggekeerd.
Indien de kosten van het vervoer hoger zijn dan de waarde van het be- schadigde of teruggevonden motorrijtuig, worden de kosten voor invoe- ring of vernietiging in het betreffende land vergoed. In dat geval heeft de verzekerde ook recht op vervoer van de reisbagage naar Neder- land.
D.1.4.3 De terugreiskosten van de bestuurder en de eventuele inzit- tenden, indien op grond van het voorgaande niet met het motorrijtuig wordt teruggereisd.
Vergoed worden de kosten van vervoer per:
D.1.4.3.1 Taxi naar het dichtstbijzijnd spoorwegstation.
D.1.4.3.2 Trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming.
D.1.4.3.3 Taxi van dat station naar de plaats van bestemming in Neder- land.
D.2 Na een mechanisch gebrek
D.2.1 Er kan aanspraak op hulpverlening worden gemaakt, indien de bestuurder door een mechanisch gebrek aan het motorrijtuig binnen het verzekeringsgebied, maar buiten Nederland, de reis niet kan voort- zetten.
Deze dekking geldt op gelijke voorwaarden ook bij een mechanisch gebrek aan de aan het motorrijtuig gekoppelde aanhanger, mits deze ook op de cascocondities van rubriek C is verzekerd.
D.2.2 Recht op deze diensten bestaat uitsluitend, indien:
D.2.2.1 Onmiddellijk na de gebeurtenis de hulp wordt ingeroepen van de VHD Alarmcentrale.
D.2.2.2 De hulpverlening kan worden uitgevoerd en niet wordt tegen- gehouden door een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnen- landse onlusten, muiterij, oproer, atoomkernreacties of natuurrampen.
D.2.3 Er bestaat recht op:
D.2.3.1 Vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp op de plaats van het tot stilstand komen van het motorrijtuig tot een maxi- mum van € 125,00 inclusief BTW per gebeurtenis.
D.2.3.2 Vergoeding van de noodzakelijke kosten van vervoer van het motorrijtuig naar het dichtstbijzijnd herstelbedrijf.
D.2.3.3 Vergoeding van de kosten van het namens verzekerde be- stellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het mo- torrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen niet ter plaatse bin- nen 2 werkdagen beschikbaar zijn. De kosten van de onderdelen zelf komen niet voor vergoeding in aanmerking.
D.2.3.4 Het vervoer van het gestrande motorrijtuig naar één door verzekerde te bepalen adres in Nederland, mits:
D.2.3.4.1 Het object niet binnen 4 werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd dat de (te- rug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
D.2.3.4.2 De kosten van dit vervoer lager zijn dan de waarde van het motorrijtuig. Zijn de vervoerskosten hoger, dan worden de kosten ver- goed voor invoering of vernietiging van het motorrijtuig in het betref- fende land. In dat geval hebben de verzekerden ook recht op vervoer van de reisbagage naar Nederland.
D.2.3.5 De terugreiskosten van de bestuurder en de inzittenden. Ver- goed worden de kosten van vervoer per:
D.2.3.5.1 Taxi naar het dichtstbijzijnd spoorwegstation;
D.2.3.5.2 Trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
D.2.3.5.3 Taxi van dat station naar de plaats van bestemming in Neder- land.
D.2.4 Alle in verband met de hulpverlening door de verzekeraar voorgeschoten kosten die niet onder de dekking van de polis vallen, zijn voor rekening van verzekerde. Bij bedragen boven € 750,00 inclu- sief B.T.W. kan een betaling vooraf worden verlangd.
D.3 Vervangend vervoer
D.3.1 Indien het motorrijtuig binnen Nederland als gevolg van een gebeurtenis als bedoeld in artikel C.1.1 zodanig wordt beschadigd dat daarmee niet verder kan worden gereden, heeft de verzekeringnemer het recht op een vervangende personenauto tot maximaal de midden- klasse vanaf het moment van de gebeurtenis tot het motorrijtuig is ge- repareerd of redelijkerwijs gerepareerd had kunnen zijn, doch voor maximaal 5 dagen.
D.3.2 Recht op vervangend vervoer bestaat uitsluitend, indien daarvoor direct na het ongeval een aanvraag wordt gedaan bij de VHD Alarmcentrale. De verzekerde is niet verplicht de verzekeraar vooraf van deze vervanging in kennis te stellen.
D.3.3 Indien van de voorziening gebruik wordt gemaakt kan geen beroep worden gedaan op hulpverlening als bedoeld in artikel D.1.3 (taxivervoer).
D.3.4 Alle in verband met de in dit artikel door verzekeraars voor- geschoten kosten, die niet onder de dekking D.3.1 t/m D.3.3 vallen, zijn voor rekening van verzekerde. Dit geldt eveneens voor de eventuele meerkosten, die zijn ontstaan tengevolge van het niet volgen van de instructies van de verhuurder van het vervangende object, welke meerkosten door verzekeraars aan verzekerde in rekening zullen wor- den gebracht.
RUBRIEK E SCHADEVERZEKERING INZITTENDEN
E.1 Definities
Verzekerden.
E.1.1 Verzekerden zijn - in afwijking van het bepaalde in sub 3 van definities - de inzittenden, waaronder begrepen de bestuurder, die zich met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van een daartoe be- voegd persoon:
E.1.1.1 Zich op een officiële zitplaats in de daartoe bestemde ruimte van het motorrijtuig bevinden.
E.1.1.2 In, uit of van het motorrijtuig stappen;
E.1.1.3 Gedurende de rit een noodreparatie, noodzakelijke handelin- gen of controles aan het motorrijtuig verrichten, dan wel daarbij be- hulpzaam zijn, respectievelijk buiten het motorrijtuig eerste hulp verle- nen;
E.1.1.4 Zich in de directe nabijheid van het motorrijtuig bevinden tij- dens het tanken.
E.1.2 Verkeersongeval.
E.1.2.1 Botsen, omslaan, slippen, van de weg of te water raken en alle andere ten opzichte van het motorrijtuig van buiten komende on- heilen.
E.1.2.2 Brand in het motorrijtuig.
E.1.3 Ongeval.
Een onzekere gebeurtenis, waarbij een verzekerde wordt getroffen door een plotseling van buiten af op het lichaam inwerkend geweld, waaruit rechtstreeks een medisch vast te stellen lichamelijk letsel is ontstaan, al dan niet de dood tot gevolg hebbend.
HDI Global SE, the Netherlands
E.1.4 Schade.
E.1.4.1 Letselschade: schade als gevolg van een medisch vast te stellen lichamelijk letsel, al dan niet de dood tot gevolg hebbend.
E.1.4.2 Zaakschade: schade als gevolg van de beschadiging of het verloren gaan van in of op het motorrijtuig aanwezige, tot de privé- sfeer behorende persoonlijke eigendommen.
Niet als persoonlijke eigendommen worden beschouwd accessoires van het motorrijtuig, rijwielen, levende dieren, geld en waardepapieren van welke aard ook, antiquiteiten, curiosa, verzamelingen onverschillig van welke aard, sieraden, (on)bewerkte edelmetalen, edelstenen, kunstvoorwerpen en dergelijke.
E.2 Omvang van de dekking
De verzekeraar vergoedt de plotselinge en onvoorziene schade, die verzekerden lijden als gevolg van een ongeval of van een verkeerson- geval tot ten hoogste het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen.
E.3 Rechthebbenden
Het recht om een beroep te doen op deze dekking is uitsluitend voor- behouden aan rechtstreeks bij het schadegeval betrokken natuurlijke personen en hun nagelaten betrekkingen, met uitzondering van de Staat der Nederlanden.
E.4 Andere aanspraken
E.4.1 Niet gedekt is schade, voorzover die krachtens een andere verzekering - al of niet van oudere datum - is verzekerd of zou zijn ver- zekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
E.4.2 Niet gedekt is schade, voorzover hiervoor op grond van enige wet of voorziening aanspraak op vergoeding kan worden gemaakt.
E.4.3 Indien een beroep kan worden gedaan op de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering voor het motorrijtuig, dan zal de ver- goeding van de schade uitsluitend krachtens de voor die ‘WAM’- verzekering geldende voorwaarden plaatsvinden.
E.5 Tijdelijk vervangend motorrijtuig
Een tijdelijk vervangend motorrijtuig in de zin van artikel A.3 wordt ge- durende de vervangingstermijn gelijkgesteld met het verzekerde motor- rijtuig.
RUBRIEK 1 UITSLUITINGEN
1.1 Algemeen
De verzekerden kunnen geen rechten aan deze verzekering ontlenen bij schade:
1.1.1 Veroorzaakt terwijl het motorrijtuig is verhuurd of wordt ge- bruikt voor bedrijfsmatig personenvervoer tegen betaling.
1.1.2 Veroorzaakt terwijl het motorrijtuig wordt gebruikt voor andere doeleinden dan aan de verzekeraar is opgegeven of door de wet is toegestaan.
1.1.3 Veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig en het daaraan gekoppeld object behoort, dan wel de be- stuurder de rijbevoegdheid is ontnomen of onvoorwaardelijk is ont- zegd. Deze uitsluiting geldt niet voor de houder van een rijbewijs, dat zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet be- doelde geldigheidsduur.
1.1.4 De verzekeraar vergoedt geen schade die een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt, ongeacht of die schade is veroor- zaakt aan zijn eigen belang(en) of (ook) aan die van (een) andere ver- zekerde(n). Onder verzekerden wordt in dit verband mede verstaan de echtgenoot, geregistreerde partner, kinderen en huisgenoten wier
/wiens belang is meeverzekerd ongeacht of zij in de polis als verzeker- de worden aangemerkt.
1.1.5 Die voortvloeit uit het voorbereiden op of het deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten en wedstrijden. Geen enkel schadegeval veroorzaakt tijdens het rijden op een circuit of een hiervoor geschikt gemaakt tracé is gedekt.
1.1.6 Veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder onder zodanige in- vloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat hij niet in staat wordt geacht het motorrijtuig naar behoren te kunnen besturen. Bij alcoholgebruik is het wettelijke maxi- mum alcoholgehalte van toepassing.
1.1.7 Veroorzaakt gedurende de periode dat het motorrijtuig in be- slag is genomen of wordt gebruikt krachtens een besluit van een over- heid.
De uitsluitingen in 1.1.1 t/m 1.1.7 gelden niet voor de verzekeringne- mer, die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem terzake hiervan geen verwijt treft.
1.1.8 Veroorzaakt door of verband houdend met radioactiviteit of atoomkernreacties, ongeacht hoe de reactie is ontstaan. Onder atoom- kernreacties wordt verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrij- komt, zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioac- tiviteit.
Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en die worden gebruikt voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschap- pelijke doeleinden, mits hiervoor de vereiste vergunning is afgegeven.
1.1.9 Veroorzaakt door of ontstaan uit molest.
Onder molest is te verstaan:
1.1.9.1 Gewapend conflict, elk geval waarin staten of andere geor- ganiseerde partijen elkaar, of althans de één de ander, gebruik ma- kend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend con- flict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredes- macht der Verenigde Naties;
1.1.9.2 Burgeroorlog, een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van een zelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
1.1.9.3 Opstand, georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag;
1.1.9.4 Binnenlandse onlusten, min of meer georganiseerde hande- lingen op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
1.1.9.5 Oproer, een min of meer georganiseerde plaatselijke, ge- welddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag:
1.1.9.6 Muiterij, een min of meer georganiseerde gewelddadige be- weging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het ge- zag waaronder zij gesteld zijn;
Deze nadere omschrijving vormt een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd.
1.2 Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering
Van deze verzekering is uitgesloten de aansprakelijkheid van de ver- zekerden voor schade:
1.2.1 Toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig.
1.2.2 Toegebracht aan het motorrijtuig zelf, dan wel aan zaken en/of dieren, die:
1.2.2.1 Zich bevinden in, op of aan, dan wel vallen van of uit het mo- torrijtuig, met uitzondering van handbagage en kleding van inzittenden, voorzover de benadeelde niet krachtens een andere verzekering aan- spraak op vergoeding van deze schade kan maken.
1.2.2.2 Een verzekerde in gebruik, ter bewerking, behandeling, be- waring, vervoer of om welke andere reden ook onder zich heeft (op- zicht). Deze uitsluiting geldt ook voor schade aan onroerende zaken.
1.2.3 Toegebracht aan een object dat aan het motorrijtuig is ge- koppeld of dat door het motorrijtuig wordt gesleept, alsmede de zich in, op of aan dat object bevindende zaken en/of dieren.
1.2.4 Veroorzaakt door degene, die niet uitdrukkelijk of stilzwijgend door een daartoe bevoegd persoon is gemachtigd zich in of op het mo- torrijtuig te bevinden.
1.2.5 Toegebracht aan meerijdende personen, indien zij zich op het moment van de gebeurtenis niet op een normale zitplaats van het motorrijtuig bevinden.
1.2.6 Ontstaan tijdens het laden en lossen van zaken van het mo- torrijtuig of van de daaraan gekoppelde aanhangwagen of caravan.
1.2.7 Voorzover een andere verzekering tegen het risico van aan- sprakelijkheid dekking verleent of zou hebben verleend, indien de on- derhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
1.3 Rubriek C Cascoverzekering
1.3.1 De verzekeraar vergoedt geen schade die een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt, ongeacht of die schade is veroor- zaakt aan zijn eigen belang(en) of (ook) aan die van (een) andere ver- zekerde(n). Onder verzekerden wordt in dit verband mede verstaan de echtgenoot, geregistreerde partner, kinderen en huisgenoten wier
/wiens belang is meeverzekerd ongeacht of zij in de polis als verzeker- de worden aangemerkt.
1.3.2 De verzekering biedt geen dekking, indien uit het kenteken- register van de RDW blijkt dat noch verzekeringnemer, noch diens partner als eigenaar c.q. houder van het motorrijtuig is ingeschreven, tenzij uit de polis blijkt dat de verzekeraar bekend was met de afwij- kende eigendom en dit heeft geaccepteerd.
1.4 Rubriek D Hulpverlening
Er bestaat geen recht op hulpverlening, indien één van de in deze ru- briek vermelde uitsluitingen van toepassing is.
1.5 Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden
Verzekerden kunnen geen aanspraak maken op enige vergoeding, in- dien één van de in deze rubriek vermelde uitsluitingen van toepassing is.
RUBRIEK 2 SCHADE
2.1 Verplichtingen van verzekerde na een schadegeval
Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis waaruit voor de verzekeraar een verplichting tot uitkering kan ontstaan, is de verze- kerde verplicht:
2.1.1 De verzekeraar die gebeurtenis, op straffe van verval van dek- king, terstond te melden.
2.1.2 De verzekeraar zo spoedig mogelijk in het bezit te stellen van het originele schadeformulier en hierop desgevraagd een nadere toe- lichting te geven.
2.1.3 Zo spoedig mogelijk alle gegevens en ontvangen bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben, zowel civiel- als strafrechte- lijk, aan de verzekeraar te zenden.
2.1.4 Bij diefstal, inbraak, verduistering, joyriding, kwaadwillige be- schadiging of enig ander strafbaar feit terstond bij de politie aangifte te doen, terwijl een schriftelijke bevestiging van de aangifte aan de verze- keraar moet worden overgelegd.
2.1.5 Bij diefstal of verduistering de verzekeraar stilzwijgend toe- stemming te verlenen de gegevens van het motorrijtuig bij het Verze- keringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) aan te melden, zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de verzekeraar kunnen worden ingeschakeld voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig. Verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de Help Desk Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), die 24 uur per dag bereikbaar is onder tele- foonnummer 055 – 741 00 01.
2.1.6 Bij diefstal of verduistering de contactsleutels en alle delen van het bij het motorrijtuig behorend kentekenbewijs, doch minimaal deel III (overschrijvingsbewijs oud) of deel II (overschrijvingsbewijs nieuw vanaf 1 juni 2004) aan de verzekeraar te verstrekken.
2.1.7 Alle medewerking aan de schaderegeling te verlenen.
2.1.8 De schade zoveel mogelijk te beperken en alles na te laten wat de belangen van de verzekeraar zou kunnen schaden.
2.1.9 Zich te onthouden van het erkennen van schuld, alsmede van elke toezegging, verklaring of handeling, waaruit het erkennen van een verplichting tot betaling zou kunnen worden afgeleid.
2.1.10 Alle aanwijzingen van of namens de verzekeraar op te vol- gen.
2.2 Beperking schadevergoedingsverplichting
2.2.1 Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien en voor zover verzekerde een of meer van de in artikel 2.1 ge- noemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar zijn geschaad.
2.2.2 De door de verzekerde verstrekte opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen (mede) dienen tot vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering. Elk recht op grond van deze verzekering vervalt, indien de verzekerde bij schade opzettelijk gege- vens verzwijgt of onjuiste gegevens verstrekt, ongeacht of de verzeke- raar hierdoor daadwerkelijk in zijn belangen is geschaad.
Indien verzekerde geen rechtsvordering tegen verzekeraars heeft in- gesteld binnen één jaar nadat verzekeraars schriftelijk aan een verze- kerde hebben meegedeeld geen polisdekking te verlenen voor een aanspraak of omstandigheid, kunnen ter zake van die aanspraak of omstandigheid geen rechten meer aan deze polis worden ontleend.
2.3 Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering
2.3.1 Regeling van schade
De verzekeraar belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. De verzekeraar is gerechtigd te beslissen over:
2.3.1.1 Het voeren van verweer bij civiele procedures inzake aan- spraken tot schadevergoeding.
2.3.1.2 Het berusten in een rechterlijke uitspraak.
2.3.1.3 Het voeren van de verdediging in verband met een tegen een verzekerde ingestelde strafvervolging.
2.3.2 Vergoeding van xxxxxx
2.3.2.1 De verzekeraar heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen een schikking te treffen. Hij zal daar- bij de belangen van verzekerde in het oog houden, binnen de moge- lijkheden van zijn wettelijke verplichtingen.
2.3.2.2 Bestaat de vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen ho- ger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen, naar keuze van de verzekerde, naar evenredigheid ver- minderd.
2.3.3 Verhaal
2.3.3.1 Als een verzekerde geen rechten aan deze verzekering kan ontlenen heeft de verzekeraar het recht de schadevergoeding en de gemaakte kosten op de verzekerde te verhalen, indien hij krachtens de ‘WAM’ of een overeenkomstige buitenlandse wet tot die vergoeding verplicht wordt.
2.3.3.2 Het verhaalsrecht van de verzekeraar zal niet worden beïn- vloed door met andere verzekeraars gesloten schaderegelingovereen- komsten.
2.4 Rubriek C Cascoverzekering
2.4.1 Regeling van schade
2.4.1.1 Indien de reparatiekosten als gevolg van een gedekte ge- beurtenis een bedrag van € 1.000,00 exclusief BTW niet te boven gaan, kan de verzekeringnemer in beginsel zonder voorafgaande toe- stemming van de verzekeraar de schade meteen laten herstellen, mits de verzekeraar onmiddellijk van de gebeurtenis in kennis wordt gesteld en op voorwaarde dat de eventueel vervangen onderdelen ter beschik- king van de verzekeraar blijven.
2.4.1.2 Op verzoek van de verzekeraar is de verzekerde verplicht de originele, gespecificeerde rekening van de reparateur over te leggen.
2.4.1.3 Indien de schade hoger uitkomt dan hierboven vermeld, kan door de verzekeraar een onafhankelijke deskundige worden aangewe- zen tot vaststelling van het schadebedrag.
2.4.1.4 Bij verschil van mening met de door de verzekeraar inge- schakelde expert omtrent het vastgestelde schadebedrag heeft de ver- zekeringnemer het recht, op eigen kosten, zelf een deskundige te be- noemen. Blijkt er een verschil te bestaan in de door beide experts vastgestelde schadebedragen, dan benoemen zij tezamen een derde expert, wiens schadevaststelling binnen de grenzen van beide taxaties moet blijven en die bindend zal zijn.
De kosten van de derde expert worden door elk van de partijen voor de helft gedragen; de kosten van alle experts zullen echter voor rekening van de verzekeraar komen, indien verzekeringnemer door de derde expert geheel in het gelijk wordt gesteld.
2.4.2 Vergoeding van xxxxxx
2.4.2.1 Definities
2.4.2.1.a Reparatiekosten:
De kosten van reparatie of van vervanging van onderdelen van het mo- torrijtuig.
2.4.2.1.b Dagwaarde:
De vervangingswaarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ont- staan van de schade.
2.4.2.1.c Restantwaarde:
De verkoopwaarde van het motorrijtuig in beschadigde staat.
2.4.2.1.d Poliswaarde:
De waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade als berekend conform artikel 2.4.9 of artikel 2.4.10.
2.4.2.1.e Nieuwwaarde:
De op de ongevalsdatum geldende catalogusprijs (voorzover meever- zekerd inclusief afleveringskosten en verwijderingsbijdrage) van een nieuw motorrijtuig van hetzelfde merk, model, type en uitvoering of een gelijksoortig voertuig, met een maximum van 110% van het verzekerd bedrag.
2.4.2.2 Grondslag van de uitkering
Bij beschadiging van het motorrijtuig worden de reparatiekosten ver- goed. Er wordt echter nimmer meer vergoed dan de dagwaarde on- middellijk voor het ontstaan van de schade onder aftrek van de res- tantwaarde.
2.4.2.3 Diefstal en verduistering
2.4.2.3.a Bij diefstal en verduistering vergoedt de verzekeraar de dag- waarde van het motorrijtuig. Wordt het motorrijtuig (uiterlijk op de 30e dag) teruggevonden, dan zal eventuele schade aan het motorrijtuig worden vergoed als in 2.4.2.3.b.
2.4.2.3.b Indien het motorrijtuig niet uiterlijk op de 30e dag na aangifte van de vermissing bij de politie is teruggevonden, wordt de verzeke- ringnemer door ontvangst van de schadepenningen zonder nadere kennisgeving geacht het eigendomsrecht van het motorrijtuig aan de verzekeraar te hebben overgedragen. Indien een ander dan de verze- keringnemer eigenaar van het motorrijtuig is, vindt betaling van de schadepenningen eerst plaats, nadat de eigendomsrechten aan de verzekeraar zijn overgedragen.
2.4.2.4 In afwijking van het bepaalde in 2.4.2.2 en 2.4.2.3 wordt bij toepasselijkheid van de nieuwwaarderegeling (artikel 2.4.9) of de koopprijsregeling (artikel 2.4.10) de poliswaarde minus de restant- waarde vergoed.
2.4.2.5 Indien de poliswaarde bij toepassing van de nieuwwaardere- geling of de koopprijsregeling lager blijkt te zijn dan de dagwaarde, heeft de verzekeringnemer recht op vergoeding van de dagwaarde mi- nus de restantwaarde. In dat geval kan geen aanspraak worden ge- maakt op de extra vergoeding als bedoeld in artikel C.6.2.
2.4.2.6 De nieuwwaarderegeling en de koopprijsregeling zijn niet van toepassing, indien al eerder een schade aan het motorrijtuig op basis van totaal verlies is afgewikkeld of indien eerdere schade aan het mo- torrijtuig niet volledig conform expertise is hersteld.
2.4.3 Totaal verlies
2.4.3.1 Er is sprake van totaal verlies, indien:
2.4.3.1.a Kwalitatief herstel van de schade naar het oordeel van de expert niet meer mogelijk is, waardoor het motorrijtuig als zodanig niet meer in gebruik mag worden genomen.
2.4.3.1.b De reparatiekosten van een motorrijtuig, niet ouder dan 2 jaar, minimaal 100% van de dagwaarde bedragen.
2.4.3.1.c De reparatiekosten van een motorrijtuig, ouder dan 2 jaar, minimaal 125% van de dagwaarde bedragen.
2.4.3.2 Bij schadevergoeding bij technisch totaal verlies van het mo- torrijtuig als bedoeld in 2.4.3.1.a t/m 2.4.3.1.c, keert de verzekeraar de schadevergoeding pas uit nadat (de eigendom van) het verzekerd mo- torrijtuig of het restant, inclusief de te vergoeden extra voorzieningen en accessoires, aan verzekeraar of een door hem aan te wijzen derde partij is overgedragen en de verzekeraar in het bezit is gesteld van een demontageverklaring, afgegeven door een auto demontagebedrijf dat een ORB en/of ORAD erkenning heeft. Bovendien dienen op verzoek alle delen van het bij het verzekerd motorrijtuig behorend kentekenbe- wijs, kentekenplaten (indien op de auto nieuwe kentekenplaten volgens de GAIK regeling aanwezig zijn), sleutels, codekaarten en boekjes etc. aan een door verzekeraar aan te wijzen derde partij te worden over- handigd.
2.4.4 Eigen risico
2.4.4.1 De verzekeringnemer draagt een eigen risico van € 150,00 per gebeurtenis, tenzij blijkens aantekening op de polis uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
Betaling op grond van | Eigen risico | |
Rubriek C | ||
C.1.1 | Aanrijding… | Ja |
C.1.2 | Brand… | Ja |
C.1.3 | Diefstal… | Ja |
C.1.4 | Ruitbreuk… | Bij reparatie: Nee Bij vervanging: € 150,00 |
C.1.5 | Storm… | Ja |
C.1.6 | Vogels… | Ja |
C.1.7 | Overstroming… | Ja |
C.1.8 | Relletjes… | Ja |
C.1.9 | Luchtvaartuig… | Ja |
C.1.10 | Tijdens transport… | Ja |
C.2 | Vergoeding van kosten | Nee |
C.3 | Vervangend Vervoer | Nee |
C.4 | Aanspr. Vervangende auto | Ja |
C.5 | Persoonlijke bezittingen | Nee |
C.6 | Dagvergoeding diefstal | Nee |
2.4.4.2 Indien bij reparatie de deuken uit het plaatwerk worden ver- wijderd door middel van ‘Restyle’ (uitdeuken zonder spuiten) of een daarmee vergelijkbaar procédé, zal het eigen risico worden verlaagd met € 150,00 per gebeurtenis.
2.4.4.3 Uitsluitend indien bij schade aan een ruit de noodzakelijke vervanging geschiedt door Carglass of Autotaalglas bedraagt het eigen risico € 75,00 per gebeurtenis, tenzij anders is overeengekomen.
Het eigen risico dient door verzekerde aan Carglass of Autotaalglas te worden voldaan.
2.4.5 Verzekerd bedrag
2.4.5.1 Het verzekerd bedrag bij de cascodekking is de catalogus- waarde van het motorrijtuig in standaarduitvoering of -uitrusting op het moment van afgifte van het eerste kentekenbewijs, zoals vermeld in de toepasselijke catalogus, zonder enige korting, vermeerderd met de waarde van de eventuele meeruitvoering, eventuele bijzondere con- structies (bijvoorbeeld een LPG-installatie), de afleveringskosten en de verwijderingsbijdrage.
2.4.5.2 Indien bij schade blijkt dat het verzekerd bedrag om welke reden dan ook te laag is gesteld, zal de schadevergoeding plaatsvin- den in verhouding van het verzekerd bedrag tot de dagwaarde, respec- tievelijk de poliswaarde van het motorrijtuig.
2.4.6 Vergoeding van accessoires
2.4.6.1 Beeld- en geluidsapparatuur
2.4.6.1.a Bij schade aan of verlies van beeld- en geluidsapparatuur worden de kosten van reparatie of vervanging vergoed tot ten hoogste de oorspronkelijke aanschafwaarde, onder aftrek van 1½% per maand of een gedeelte daarvan na de datum van het nieuw aanschaffen van de apparatuur. Deze aftrek vindt eerst vanaf de 13e maand plaats.
2.4.6.1.b Tenzij de waarde ten volle is verzekerd, zal ten hoogste
€ 500,00 exclusief BTW worden vergoed. Indien de verzekerde de aanschafwaarde niet door het overleggen van de originele factuur kan aantonen, zal per gebeurtenis maximaal € 150,00 exclusief BTW wor- den vergoed
2.4.6.2 Accessoires
2.4.6.2.a Voorzover vermeld op de polis zijn de accessoires gratis meeverzekerd tot ten hoogste het in het polisblad vermelde verzekerd bedrag.
2.4.6.2.b Als gezien de waarde van het verzekerde object de accessoi- res niet gratis zijn medeverzekerd dan bestaat alleen dekking voor die accessoires die in het verzekerd bedrag zijn opgenomen.
2.4.6.2.c De verzekeraar heeft het recht een beroep te doen op onder- verzekering, indien de waarde van de accessoires niet ten volle is ver- zekerd en de schade het gratis verzekerd bedrag als bedoeld in
2.4.6.2.a overschrijdt.
2.4.6.2.d Bij schade aan of verlies van accessoires worden de kosten van reparatie of vervanging vergoed tot ten hoogste de dan geldende nieuwwaarde.
2.4.6.3 Totaal verlies
Indien er tevens sprake is van schade aan of verlies van het motorrij- tuig zullen de accessoires en de beeld- of geluidsapparatuur worden gerekend te behoren tot het motorrijtuig en zal schadevergoeding plaatsvinden volgens het van toepassing zijnde artikel 2.4.2.
2.4.7 Erkenning van xxxxxx
Noch door het opnemen van schade, noch door het verlenen van toe- stemming tot herstel zal de verzekeraar worden geacht zijn verplichting tot schadevergoeding te hebben erkend. Evenmin is de verzekeraar
gebonden aan mededelingen over de dekking of de schadeomvang gedaan door deskundigen als bedoeld in artikel 2.4.1.
2.4.8 Verhaal
De verzekeraar doet jegens verzekerden afstand van zijn recht op ver- haal van een door hem betaalde cascoschade en de gemaakte kosten, tenzij:
2.4.8.1 Het aansprakelijkheidsrisico voor deze schade of de casco- schade zelf is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
2.4.8.2 Een in de rubriek Uitsluitingen vermelde omstandigheid en/of een wettelijke uitsluitingsgrond van toepassing is, tenzij anders is overeengekomen.
2.4.9 Nieuwwaarderegeling voor personenauto’s waarvan de cata- logusprijs maximaal € 100.000,00 bedraagt.
2.4.9.1 De nieuwwaarderegeling geldt uitsluitend voor een motorrij- tuig, dat nieuw was op de datum van afgifte van het Nederlandse ken- tekenbewijs.
2.4.9.2 Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de po- liswaarde, kan aanspraak worden gemaakt op een vergoeding van de poliswaarde minus de restantwaarde en het toepasselijk eigen risico.
2.4.9.3 De poliswaarde wordt aldus bepaald:
2.4.9.3.a Bij schade ontstaan binnen 12 maanden na afgifte van het kentekenbewijs geldt de nieuwwaarde.
2.4.9.3.b Bij schade ontstaan na 12 maanden en binnen 36 maanden na afgifte van het kentekenbewijs geldt de nieuwwaarde, die per maand of een gedeelte daarvan vanaf de 13e maand wordt verminderd met een afschrijving van 1½% over de eerste € 10.000,00 inclusief BTW/BPM en met 2% over het meerdere.
2.4.9.4 Onverminderd het voorgaande in dit artikel, wordt voor een motorrijtuig:
2.4.9.4.a dat niet zakelijk wordt gebruikt en op de ingangsdatum van de verzekering niet ouder was dan 12 maanden (gerekend vanaf de datum van afgifte van het kentekenbewijs);
2.4.9.4.b waarvan de verzekeringnemer de eerste eigenaar is en dat door xxxxxxx hoofdzakelijk wordt bestuurd;
2.4.9.4.c waarvan de kilometerstand op de schadedatum niet meer dan 35.000 km bedraagt;
de poliswaarde aldus bepaald:
2.4.9.4.c.1 Bij schade ontstaan binnen 24 maanden na afgifte van het kentekenbewijs geldt de nieuwwaarde.
2.4.9.4.c.2 Bij schade ontstaan na 24 maanden en binnen 36 maanden na afgifte van het kentekenbewijs geldt de nieuwwaarde, die per maand of een gedeelte daarvan vanaf de 25e maand wordt verminderd met een afschrijving van 2½% over de eerste € 10.000,00 inclusief BTW/BPM en met 3% over het meerdere.
2.4.10 Koopprijsregeling voor occasion personenauto’s, waarvan de catalogusprijs maximaal € 100.000,00 inclusief BTW/BPM bedraagt
2.4.10.1 De koopprijsregeling geldt uitsluitend, indien de personen- auto is gekocht bij een officiële merkdealer of een BOVAG-garage en verzekerde desgevraagd de originele aankoopfactuur over kan leggen.
2.4.10.2 De poliswaarde wordt bij occasion personenauto's aldus be- paald:
2.4.10.2.a Bij schade ontstaan binnen 12 maanden na aanschaf van het motorrijtuig geldt de koopprijs.
2.4.10.2.b Bij schade ontstaan na 12 maanden en binnen 36 maanden na afschaf van het motorrijtuig geldt de koopprijs, die per maand of een gedeelte daarvan vanaf de 13e maand wordt verminderd met een af- schrijving van 2%.
Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden
2.5.1 Vaststelling van de schade
2.5.1.1 Bij zaakschade worden de reparatiekosten vergoed. Er wordt echter nimmer meer vergoed dan de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade onder aftrek van de restantwaarde.
2.5.1.2 Bij letselschade zal de bepaling van de voor vergoeding in aanmerking komende schade, de begroting van de schade en de vast- stelling van xxxxxxx die recht hebben op vergoeding, plaatsvinden overeenkomstig het Nederlands burgerlijk recht alsof er sprake is van een onrechtmatige daad.
2.5.2 Veiligheidsgordels
De vergoeding voor letselschade wordt met 25% verminderd, indien deze is ontstaan, terwijl de verzekerde in strijd met de wettelijke ver- plichting geen veiligheidsgordel droeg.
2.5.3 Verzekerd bedrag
2.5.3.1 Cumulatie met het verzekerd bedrag.
Indien meerdere personen rechten aan deze verzekering kunnen ont- lenen en hun schade in totaal groter is dan het verzekerd bedrag, dan zal de vergoeding naar evenredigheid plaatsvinden.
2.5.3.2 Bestaat de vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen ho- ger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen, naar keuze van de verzekerde, naar evenredigheid ver- minderd.
2.5.4 Verhaal
De verzekeraar doet jegens verzekerden afstand van zijn recht op ver- haal van een door hem vergoede schade en de gemaakte kosten, ten- zij het aansprakelijkheidsrisico van deze personen op een andere polis
is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
RUBRIEK 3 PREMIE
3.1 Premiebetaling
3.1.1 De verzekeringnemer dient de premie, daaronder begrepen de kosten en de assurantiebelasting vooruit te betalen op de premie- vervaldatum.
3.1.2 Indien de verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door de verzekeraar is vereist geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
3.1.3 Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te be- talen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
3.1.4 Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig be- taalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat de verzekering- nemer na de vervaldag schriftelijk is aangemaand en betaling is uitge- bleven.
3.1.5 De verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
3.1.6 De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verzekeringnemer verschuldigd is, voor het geheel door de verzekeraar is ontvangen. In- geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
3.1.7 Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering ver- schuldigd wordt.
3.1.8 Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
3.1.9 In geval van wanbetaling van de premie, de kosten en de as- surantiebelasting komen alle gemaakte incassokosten, zowel in als buiten rechte, alsmede de wettelijke rente ten laste van de verzeke- ringnemer.
3.2 Terugbetaling van premie
Uitsluitend in de navolgende gevallen is er recht op restitutie van pre- mie over de onverstreken termijn:
3.2.1 Bij tussentijdse opzegging door de verzekeraar.
3.2.2 Wegens overlijden van de verzekeringnemer.
3.2.3 Bij beëindiging van de verzekering in verband met een om- standigheid als bedoeld in artikel 4.1.5, 4.1.6 of 4.1.8. Bij toepasselijk- heid van artikel 4.1.6 zal de verzekeraar € 12,50 administratiekosten op de te restitueren premie in mindering brengen.
3.3 Premiefactoren
De premie van deze verzekering is mede afhankelijk van de woon- plaats van de verzekeringnemer of de (meest) regelmatige bestuurder, diens leeftijd en het met het motorrijtuig te rijden aantal kilometers per jaar.
Bovenbedoelde factoren bepalen de hoogte van de trede, waarop de verzekeringnemer bij toepassing van de bonus/malusregeling is inge- schaald. Indien zich een wijziging voordoet in een van deze factoren, dient de verzekeringnemer daarvan mededeling te doen aan de verze- keraar. De premie zal naar inzicht van de verzekeraar voorzover nodig worden aangepast.
3.4 Bonus/Malusregeling
Bij ingang of wijziging van de verzekering wordt de verschuldigde pre- mie mede bepaald aan de hand van het premiepercentage uit onder- staande schaal, behorend bij de vastgestelde bonus/malustrede. Voor elk volgend verzekeringsjaar wordt de verschuldigde premie berekend aan de hand van deze schaal, afhankelijk van het aantal schadegeval- len, dat in het afgelopen verzekeringsjaar ten laste van de polis is ge- komen.
Bonus/malusschaal
Bonus/ malustrede | Verschuldigd premie- percentage | De overgang naar een andere bonus/malustrede geschiedt na een verzekeringsjaar: | ||||
zonder schade naar trede: | met 1 schade naar trede: | met 2 schaden naar tre- de: | met 3 of meer scha- den naar trede: | |||
Hoger | 25 | + | 14 | 8 | 1 | |
19 | 25 | 20 | 14 | 8 | 1 | |
18 | 25 | 19 | 13 | 7 | 1 | |
17 | 25 | 18 | 12 | 7 | 1 | |
16 | 25 | 17 | 11 | 6 | 1 | |
15 | 25 | 16 | 10 | 6 | 1 | |
14 | 25 | 15 | 9 | 5 | 1 | |
13 | 30 | 14 | 8 | 4 | 1 | |
12 | 32,5 | 13 | 7 | 3 | 1 | |
11 | 35 | 12 | 6 | 2 | 1 | |
10 | 40 | 11 | 6 | 2 | 1 | |
9 | 45 | 10 | 5 | 1 | 1 | |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 | |
7 | 55 | 8 | 3 | 1 | 1 | |
6 | 60 | 7 | 2 | 1 | 1 | |
5 | 65 | 6 | 1 | 1 | 1 | |
4 | 75 | 5 | 1 | 1 | 1 | |
3 | 85 | 4 | 1 | 1 | 1 | |
2 | 95 | 3 | 1 | 1 | 1 | |
1 | 125 | 2 | 1 | 1 | 1 |
Betaling op grond van | Beïnvloeding bonus/malus | |
Rubriek A (behalve bij artikel A.8) | Ja | |
Rubriek C | ||
C.1.1 | Xxxxxx, omslaan… | Ja |
C.1.2 | Brand… | Nee |
C.1.3 | Diefstal… | Nee, tenzij niet zorgvuldig* |
C.1.4 | Ruitbreuk… | Nee |
C.1.5 | Storm… | Nee |
C.1.6 | Vogels… | Nee |
C.1.7 | Overstroming… | Nee |
C.1.8 | Relletjes… | Nee |
C.1.9 | Luchtvaartuig… | Nee |
C.1.10 | Tijdens transport… | Nee |
C.2 | Vergoeding van kosten | Nee |
C.3 | Vervangend vervoer | Nee |
C.4 | Aanspr. Vervangende auto | Ja |
C.5 | Persoonlijke bezittingen | Nee |
C.6 | Dagvergoeding diefstal | Nee |
Rubriek D | Nee | |
Rubriek E | Nee |
* Toelichting bij artikel C.1.3
3.4.1 Tenzij anders is overeengekomen heeft een schadegeval in- vloed op deze regeling, indien een verzekerde de volgens de maat- schappelijke opvattingen vereiste zorgvuldigheid niet in acht heeft ge- nomen. Hiervan is onder andere sprake, indien:
3.4.1.1 Het motorrijtuig niet of niet deugdelijk is afgesloten.
3.4.1.2 De aanwezige alarminstallatie niet of niet deugdelijk is inge- schakeld.
3.4.1.3 Een of meerdere autosleutels en/of het kentekenbewijs deel III (overschrijvingsbewijs oud) dan wel kentekenbewijs deel II (over- schrijvingsbewijs nieuw vanaf 1 juni 2004) zich al dan niet zichtbaar in het motorrijtuig bevinden.
3.4.1.4 Een of meerdere autosleutels en/of het kentekenbewijs deel III (overschrijvingsbewijs oud) dan wel kentekenbewijs deel II (over- schrijvingsbewijs nieuw vanaf 1 juni 2004) voorafgaand aan de gebeur- tenis zijn ontvreemd, tenzij dit het gevolg is van inbraak anders dan uit het motorrijtuig zelf of van (dreiging met) geweld.
3.4.1.5 Het gestrande motorrijtuig langer dan de redelijkerwijs voor het verkrijgen van hulpverlening benodigde tijd onbeheerd op de plaats van het onheil is achtergelaten.
3.4.2 Een schadegeval heeft geen invloed op deze regeling, indien:
3.4.2.1 De verzekeraar geen schadevergoeding is verschuldigd.
3.4.2.2 Naar het oordeel van de verzekeraar bij aanmelding van de schade duidelijk is, dat het uit te keren bedrag geheel kan worden ver- haald en zolang tijdens de behandeling niet anders blijkt.
3.4.2.3 De verzekeringnemer vooraf te kennen heeft gegeven de schade voor eigen rekening te nemen.
3.4.2.4 Verzekerde wettelijk aansprakelijk is voor schade aan een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer, terwijl verzekerde geen ver- keersfout heeft gemaakt en hem geen verwijt valt te maken ten aan- zien van de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen.
3.4.2.5 Geen volledig verhaal van de cascoschade mogelijk is als gevolg van door verzekeraar met andere verzekeraars gesloten scha- deregelingovereenkomsten, resp. door het Verbond van Verzekeraars voorgeschreven regelingen.
3.4.2.6 De verzekeringnemer, nadat de verzekeraar tot schadever- goeding is overgegaan, alsnog te kennen geeft de schade en de exter- ne kosten voor eigen rekening te nemen. De verzekeringnemer kan uitsluitend van dit recht gebruik maken binnen 12 maanden nadat de verzekeraar tot vergoeding van de schade is overgegaan en geen ver- dere betalingen terzake van de gebeurtenis zijn gedaan of zijn te ver- wachten.
3.5 Opschorten en reservering van premie
3.5.1 De dekking van de verzekering kan op schriftelijk verzoek van de verzekeringnemer uitsluitend worden opgeschort bij:
3.5.1.1 Verkoop van het motorrijtuig.
3.5.1.2 Totaal verlies van het motorrijtuig.
De premie over de onverstreken termijn zal worden gereserveerd. Uitsluitend indien binnen 36 maanden een ander motorrijtuig, tegen de dan geldende premie en voorwaarden, ter verzekering wordt aangebo- den, zal deze gereserveerde premie worden verrekend.
De opschortingperiode gaat in op de dag dat de verzekeraar een ver- zoek tot opschorting heeft ontvangen tenzij uit het overgelegde vrijwa- ringbewijs een andere datum blijkt, waarmede verzekeraar akkoord gaat.
3.5.2 De verzekering wordt opgeschort zodra en zolang de verze- keringnemer de verplichtingen als bedoeld in artikel 3.1 niet nakomt.
3.6 Aanpassing van premie en/of voorwaarden
3.6.1 De verzekeraar heeft het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan is de verzekeraar gerechtigd die wijzi- ging voor deze verzekering op een door hem te bepalen datum door te voeren.
De verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij de verzekeraar uiterlijk binnen 30 dagen na de in de mededeling genoemde wijzigingsdatum schriftelijk bericht van het tegendeel ontvangt. In dat laatste geval ein- digt de verzekering op de vermelde wijzigingsdatum.
3.6.2 Er bestaat geen recht van opzegging van de verzekering door de verzekeringnemer bij:
Wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeiend uit wettelijke regelingen of bepalingen.
Verlaging van de premie, uitbreiding van de dekking of beïnvloeding van de regeling schadevrij rijden.
3.6.3 De verzekeraar heeft het recht premie en/of voorwaarden gedurende de verzekeringstermijn te wijzigen na melding van een aan- spraak of omstandigheid, tot 30 dagen na (het doen van een aanbod van) betaling of schriftelijke afwijzing van de op deze aanspraak of om- standigheid betrekking hebbende schade. De verzekeringnemer heeft het recht de wijziging van de verzekeringsovereenkomst te weigeren binnen 30 dagen nadat hem daarvan de mededeling is gedaan. De verzekering wordt in dat geval beëindigd met ingang van de dag, waarop verzekeraar de kennisgeving van de beëindiging heeft ontvan- gen.
3.6.4 De verzekeraar heeft het recht op een door hem te bepalen datum een aanpassing van de premie en of voorwaarden te verlangen, indien het schadeverloop van deze verzekering of het totale schade- verloop van meerdere op naam van verzekeringnemer geregistreerde motorrijtuigenverzekeringen daartoe naar zijn mening aanleiding geeft. De verzekeringnemer wordt van de verlangde aanpassingen schriftelijk in kennis gesteld en heeft het recht deze te weigeren, in welk geval de verzekering op de voorgestelde wijzigingsdatum eindigt.
RUBRIEK 4 SLOTBEPALINGEN
4.1 Einde van de verzekering
De verzekering eindigt:
4.1.1 Op de contractvervaldag, indien de verzekeringnemer deze uiterlijk 2 maanden voordien in een aan de verzekeraar gericht schrij- ven heeft opgezegd.
4.1.2 Op de contractsvervaldag, indien de verzekeraar deze uiter- lijk 2 maanden voordien schriftelijk heeft opgezegd.
4.1.3 Binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringne- mer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het op- zet verzekeraar te misleiden dan wel verzekeraar de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
4.1.4 Indien de verzekeringnemer ontevreden is over de afwikke- ling van een schadegeval door schriftelijke opzegging binnen 30 dagen na kennisgeving door de verzekeraar.
4.1.5 Indien de verzekeringnemer tijdig aan de verzekeraar heeft kenbaar gemaakt de op grond van artikel 3.6 gerechtigde wijziging van de premie en/of voorwaarden niet te accepteren.
4.1.6 Zodra de verzekeringnemer of erfgenamen door verkoop of andere reden ophouden belang te hebben bij het object en tevens de feitelijke macht erover verliezen, tenzij artikel 3.5.1 van toepassing is.
4.1.7 Indien het object totaal verloren is in de zin van deze polis- voorwaarden, tenzij artikel 3.5.1 van toepassing is.
4.1.8 Indien het object in de regel in het buitenland wordt gestald en/of een buitenlands kenteken gaat voeren en/of verzekeringnemer ophoudt domicilie in Nederland te hebben, tenzij anders is overeenge- komen. Indien het object langer dan 8 weken aaneengesloten in het buitenland verblijft dient hiervan melding aan de verzekeraar te worden gedaan.
De verzekeringnemer of erfgenamen zijn verplicht de verzekeraar van de in 4.1.6 t/m 4.1.8 genoemde omstandigheden onmiddellijk kennis te geven. De verzekering geeft geen dekking, indien een verzekerde één van de in dit artikel vermelde verplichtingen niet is nagekomen en de verzekeraar daardoor in zijn belangen is geschaad.
4.2 Meerjarige contractsduur/termijnbetaling
4.2.1 Bij een verzekering met een meerjarige contractsduur geldt dat:
4.2.1.1 De verzekering eindigt op de in het laatst afgegeven polisblad bij ‘contractgegevens’ vermelde einddatum, indien de verzekeringne- mer deze uiterlijk 2 maanden voordien in een aan verzekeraar gericht schrijven heeft opgezegd.
4.2.1.2 De verzekering eindigt op de in het laatst afgegeven polisblad vermelde einddatum, indien de verzekeraar deze uiterlijk 2 maanden voordien schriftelijk opzegt.
4.2.1.3 De verzekeringnemer in afwijking van het bepaalde in artikel
3.6.1 resp. artikel 4.1.5 niet het recht van opzegging heeft, indien op grond van marktontwikkelingen een aanpassing van de premie en/of voorwaarden plaatsvindt, die in vergelijkbare vorm eveneens door het merendeel van de in Nederland werkzame verzekeraars wordt doorge- voerd. Is er echter sprake van de contract einddatum van het meerjarig contract dan kan de verzekeringnemer wel schriftelijk opzeggen, met in acht name van het bepaalde in de artikelen 3.6.1 en 3.6.2 alsmede in artikel 4.1.5.
4.2.1.4 De dekking van de verzekering op schriftelijk verzoek van de verzekeringnemer en na overlegging van het vrijwaringbewijs kan wor- den opgeschort bij:
4.2.1.4.a Verkoop van het motorrijtuig.
4.2.1.4.b Totaal verlies van het motorrijtuig
4.2.1.4.c Vervallen van de verzekeringsplicht bij de Rijksdienst Weg- verkeer.
De premie over de niet verstreken termijn zal worden gereserveerd. Uitsluitend indien binnen 36 maanden een ander, gelijksoortig motorrij- tuig, tegen de dan geldende premie en voorwaarden, ter verzekering wordt aangeboden, zal deze premie worden verrekend.
De opschortingperiode gaat in op de dag dat de verzekeraar een ver- zoek tot opschorting heeft ontvangen tenzij uit het overgelegde vrijwa- ringbewijs een andere datum blijkt, waarmede verzekeraar akkoord gaat.
4.2.1.5 De verzekering wordt opgeschort zodra en zolang de verze- keringnemer de verplichtingen als bedoeld in artikel 3.1 niet nakomt.
4.2.1.6 In de navolgende gevallen bestaat, na inlevering van het vrij- waringbewijs, recht op restitutie van de premie
over de niet verstreken termijn:
4.2.1.6.a Bij overlijden van de verzekeringnemer.
4.2.1.6.b Bij beëindiging van de verzekering indien het motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren en zodra verzekeringnemer ophoudt domicilie in Neder- land te hebben.
4.2.1.6.c Bij verkoop van het motorrijtuig of indien het motorrijtuig to- taal verloren is gegaan in de zin van de polisvoorwaarden.
Bij toepassing van artikel 4.2.1.6 zal de verzekeraar € 25,00 admini- stratiekosten op de te restitueren premie in mindering brengen.
4.2.2 Bij een verzekering met termijnbetaling geldt dat:
4.2.2.1 Op het polisblad bij “premiebetaling” de data worden vermeld, waarop de verzekeringnemer de premie verschuldigd wordt. Artikel 3.1 is van toepassing bij elke premiebetalingdatum.
4.2.2.2 De eventueel van toepassing zijnde regeling schadevrij rijden alleen op de, op het laatst afgegeven polisblad vermelde, prolongatie- datum van toepassing is.
4.3 Verzekeringsgebied
Tenzij anders is overeengekomen, is deze verzekering uitsluitend van kracht in de landen waarvoor een voor het motorrijtuig afgegeven In- ternationaal Verzekeringsbewijs (groene kaart) geldig is, alsmede tij- dens vervoer te water tussen deze landen onderling.
4.4 Mededelingen
Alle mededelingen van verzekeraar aan de in het polisblad genoemde tussenpersoon worden geacht rechtsgeldig te zijn gedaan aan de ver- zekeringnemer of de betrokken verzekerde. Als het adres van verzeke- ringnemer geldt het adres dat het laatst aan verzekeraar werd opgege- ven.
4.5 Terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
4.5.1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt – voor zover niet anders blijkt – verstaan onder:
4.5.1.1 Terrorisme:
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen – begaan buiten het ka- der van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest – in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aan- slagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ont- staat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks – al dan niet in enig organisatorisch verband – is beraamd en/of uitgevoerd met het oog- merk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
4.5.1.2 Kwaadwillige besmetting:
Het – buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest – (doen) ver- spreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tenge- volge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische be- langen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) ver- spreiden – al dan niet in enig organisatorisch verband – is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieu- ze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
4.5.1.3 Preventieve maatregelen:
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of – indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevolgen daarvan te beperken.
4.5.1.4 Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorisme- schaden N.V. (NHT):
Een door het Verbond van Verzekeraars in Nederland opgerichte her- verzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlij- king van de in artikel 4.5.1.1, 4.5.1.2 en 4.5.1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
4.5.1.5 Verzekeringsovereenkomsten:
4.5.1.5.a Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij over- eenkomstig het bepaalde in artikel 4.5.1.1 onder “staat waar het risico is gelegen”van de Wet op het financieel toezicht betrekking hebben op in Nederland gelegen risico's.
4.5.1.5.b Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering be- trekking heeft.
4.5.1.5.c Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
4.5.1.6 In Nederland toegelaten verzekeraars:
Levens-, natura-uitvaart- en Schadeverzekeraars die op grond van de Wet op het financieel toezicht bevoegd zijn om in Nederland het verze- keringsbedrijf uit te oefenen.
4.5.2 Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico
4.5.2.1 Indien en voor zover, met inachtneming van de in artikel 4.5.1.1, 4.5.1.2 en 4.5.1.3 gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor ge- volgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met:
4.5.2.1.a terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatrege- len,
4.5.2.1.b handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen,
hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar xxxxxxx van iedere bij haar inge- diende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar terzake van die aan- spraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken ver- zekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzeke- ringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw ge- steld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering.
4.5.2.2 De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor ge- noemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vo- rengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
4.5.2.3 In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op:
4.5.2.3.a schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan;
4.5.2.3.b gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan,
dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor al- le deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in artikel 1 tezamen, on- geacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing van dit arti- kellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde ob- jecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waar- van er tenminste een op het risicoadres is gelegen.
Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en ven- nootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen te- zamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
4.5.3 Uitkeringsprotocol NHT
4.5.3.1 Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Pro- tocol). Op grond van de in dit Protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schadevergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan be- palen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende fi- nanciële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen.
4.5.3.2 De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt ge- daan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorismerisico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerech- tigden.
4.5.3.3 Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, terzake van een vor- dering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in artikel 4.5.3.1 bedoelde uitke- ring terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken.
4.5.3.4 De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 17 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schadever- goeding en/of uitkering die worden gemeld binnen twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorismerisico in de zin van dit artikel wordt beschouwd.
4.6 Persoonsregistratie
De persoonsgegevens die zijn verstrekt in het kader van deze verzeke- ring en de eventueel nader over te leggen (persoons-) gegevens zijn/worden opgenomen in de door de maatschappij gevoerde per- soonsregistratie. Op deze registratie is een privacyreglement van toe- passing. Aanmelding van registratie bij de registratiekamer is gedaan op 10-07-1990. Een afschrift van het formulier van aanmelding ligt voor een ieder ter inzage bij HDI Global SE, the Netherlands, Xxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx. De laatste wijziging dateert van 11-10-1997.
4.7 Klachtenbehandeling
4.7.1 Klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemid- deling, totstandkoming en uitvoering van deze verzekeringsovereen- komst kunnen worden voorgelegd aan het intern klachtenbureau van de verzekeraar HDI Global SE, the Netherlands
Afdeling Klachtenbehandeling
Xxxxxxx 000 0000 XX Xxxxxxxxx (010 – 40 36 100)
4.7.2 Wanneer het oordeel van de verzekeraar voor u niet bevredi- gend is, kunt u zich wenden tot de
Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx (070 - 3338999).
Voor welke verzekeringnemers de mogelijkheid bestaat om bij het KiFiD een klacht in te dienen en welke klachten aanhangig kunnen worden gemaakt, kunt u lezen op xxx.xxxxx.xx.
4.7.3 Wanneer u geen gebruik wilt maken van deze klachtenbe- handelingsmogelijkheden, of u vindt de behandeling of de uitkomst hiervan niet bevredigend, kunt u het geschil voorleggen aan de be- voegde rechter.