OVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE DELFT EN
OVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE DELFT EN
ENECO NEW ENERGY B.V. REGELEND
DE DISTRIBUTIE EN LEVERING VAN WARMTE IN DELFT
EN DE DAARTOE BENODIGDE EXPLOITATIE VAN EEN WARMTEDISTRIBUTIENET
(“CONCESSIEOVEREENKOMST”)
DE ONDERGETEKENDEN:
Gemeente Delft, gevestigd aan de Martinus Nijhofflaan 2 te Delft, ten deze op grond van artikel 171 lid 1 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, uitvoering gevend aan het collegebesluit van oktober 2008, hierna te noemen ‘Delft’.
en
Eneco NEW ENERGY BV, statutair gevestigd te Rotterdam, bedrijfsvestiging Rochussenstraat te Rotterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.L. Meijer in de functie van statutair directeur van genoemde vennootschap, hierna te noemen ‘Eneco’.
OVERWEGENDE DAT:
1. Warmte nu onbenut in de lucht of het oppervlaktewater verdwijnt en met de benutting van deze Warmte voor ruimteverwarming en warm tapwater in woningen en voorzieningen minder additionele fossiele brandstoffen nodig zijn om deze warmte op te wekken, waarmee energie wordt bespaard en CO2 -en NOx uitstoot wordt verminderd c.q vermeden. De benutting van Warmte levert een bijdrage aan het behalen van milieudoelstellingen en duurzaamheidambities van Partijen;
2. Delft zich daarom in het Klimaatplan ten doel heeft gesteld een warmteleveringssysteem van industriële bronnen naar de gebouwde omgeving te realiseren;
3. Industriële restwarmte of andere duurzaam geproduceerde warmte toe te passen is voor de bereiding van warm tapwater en ruimteverwarming van woningen en voorzieningen. Dit onder de voorwaarden:
• het NMDA principe voor eindverbruikers;
• dat een en ander ruimtelijk en technisch mogelijk is;
4. Partijen daartoe met andere partijen een verticaal geïntegreerd Warmtebedrijf oprichten dat waar mogelijk warmte afneemt van industriële bronnen en deze warmte verder opwerkt totdat deze bruikbaar is voor de bereiding van warm tapwater en ruimteverwarming van woningen en voorzieningen of anders zelf op duurzame wijze warmte opwekt en dat tevens deze Warmte zal distribueren aan eindgebruikers van woningen en voorzieningen;
5. Delft als haar taken in deze beschouwd het monitoren van de milieuprestaties die worden geleverd onder gebruikmaking van het sub 5 genoemde Warmtebedrijf, alsmede bescherming van warmteconsumenten nastreeft en dat gestalte kan geven door adequaat toezicht op dat zelfde Warmtebedrijf, onder meer op het tarievenbeleid en te hanteren kwaliteitscriteria;
6. Delft een Aanbestedingsdocument heeft opgesteld om de aanleg en exploitatie van het Warmtedistributienet en het leveren van Warmte aan eindverbruikers van woningen en voorzieningen in de markt te zetten;
7. Delft dit Aanbestedingsdocument op 27 januari 2006 via een meervoudig onderhandse aanbesteding in de markt heeft gezet;
8. Onder meer ENECO NV hier op 29 mei 2006 op heeft ingeschreven met de Inschrijving van 29 mei 2006;
9. Delft de Inschrijving van ENECO NV als de economisch meest voordelige inschrijving heeft beoordeeld en dat Delft een voornemen tot gunning van bovengenoemde aanbesteding aan ENECO NV heeft kenbaar gemaakt bij brief van 24 augustus 2006, waarna de contractonderhandelingsfase is ingetreden;
10. Als gevolg van interne reorganisaties die inmiddels hebben plaatsgevonden bij de organisatie van ENECO NV, de laatste aan Delft heeft verzocht de gunning van opdracht aan haar dochteronderneming Eneco NEW ENERGY B.V. te doen, waarmee Delft heeft ingestemd;
11. Partijen tijdens de contractsonderhandelingen tot de conclusie zijn gekomen ook de warmteproductie, de eventuele inkoop van warmtestromen uit andere duurzame productiemiddelen en/of bronnen en aanleg en exploitatie van het hoofdtransport van warmte op te dragen aan Eneco, die deze wijziging heeft aanvaard;
12. Partijen wensen te komen tot definitieve overeenkomsten ten behoeve van de distributie en levering van Warmte en de daartoe benodigde exploitatie van een Warmtedistributie-net door Eneco;
13. Partijen vooruitlopend op de definitieve gunning van bovengenoemde aanbesteding, bij Overeenkomst van 19 december 2007 de exploitatie van een Warmtedistributienet en de distributie en levering van Warmte aan eindgebruikers in de Harnaschpolder Delft hebben geregeld, op basis waarvan Eneco contracten heeft afgesloten met projectontwikkelaars en corporaties ten behoeve van de warmtelevering in dit gebied en een Warmtedistributienet heeft aangelegd, welke Overeenkomst komt te vervallen op het moment van ondertekening van onderhavige overeenkomst, omdat deze overeenkomst dan hetzelfde onderwerp mede regelt als de Overeenkomst van 19 december 2007.
14. In onderhavige Overeenkomst Eneco het recht en de plicht krijgt en aanvaardt voor het ontwerp, de aanleg, beheer, exploitatie, onderhoud en vervanging van het Warmtedistributienet, inclusief eventueel benodigde tijdelijke Warmteopwekkingsvoorzieningen en voor de distributie van Warmte aan eindverbruikers van woningen en voorzieningen voor het grondgebied van de gemeente Delft;
15. Op Rijksniveau een Warmtewet in voorbereiding is, waarin een deel van de regelingen van deze overeenkomst geregeld wordt, zodat deze overeenkomst geldt voorzover daar niet door de Warmtewet in is of wordt voorzien.
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
1. Definities
1.1 In de Overeenkomst worden de navolgende begrippen met een beginhoofdletter gebruikt. Onder deze begrippen wordt verstaan:
1.1.1 Aanbestedingsdocument: het aanbestedingsdocument ’Aanleg en exploitatie warmtedistributienetten en het leveren van de van het Warmtebedrijf afgenomen Warmte aan de eindverbruiker’ gedateerd 27 januari 2006 met kenmerk 922382, alsmede de eerste nota van inlichtingen van 23 februari 2006 met kenmerk 969935 en de tweede nota van inlichtingen van 15 mei 2006.
1.1.2 BAK: de Bijdrage Aansluit Kosten die projectontwikkelaars en/of woningcorporaties en/of andere eigenaren moeten betalen om aangesloten te worden op het Warmtedistributienet.
1.1.3 Bijlagen: de aanhangsels bij de Overeenkomst, die na door Partijen te zijn geparafeerd integraal onderdeel uitmaken van de Overeenkomst. Gedurende de looptijd van de Overeenkomst kunnen met instemming van Partijen geparafeerde bijlagen aan de Overeenkomst worden toegevoegd.
1.1.4 Individuele aansluiting: een aansluiting met een individuele meter in een individuele woning of een aansluiting in een collectief woongebouw waarbij de Warmte inpandig door Eneco per woning wordt gedistribueerd en bemeterd.
1.1.5 Collectieve aansluiting: een aansluiting met een collectieve meter op de begane grond, waarbij de Warmte niet door Eneco inpandig wordt gedistribueerd.
1.1.6 Inschrijving: de inschrijving van Eneco van 29 mei 2006 met nummer PO/MDO/06/Delft 003, naar aanleiding van het Aanbestedingsdocument, de correspondentie van 4 september 2006 met kenmerk DIR/PJW/06/00426 en de door Eneco op 06-07-2006 overgelegde stukken.
1.1.7 Locatie: de wijken, die kunnen worden afgeleid uit de lijst met aansluitingen waar warmtelevering binnen de gemeente Delft is voorgenomen, zoals opgenomen in het Aanbestedingsdocument, Annex K1 tot en met K3, zoals die nadien in overleg tussen partijen zijn gewijzigd en vastgelegd in bijlage 1.
Partijen kunnen gedurende de looptijd van de overeenkomst in onderling overleg en na overleg met het Warmtebedrijf, op basis van voortschrijdend inzicht wijzigingen in de Locatie schriftelijk overeenkomen.
1.1.8 NMDA: het “Niet Meer Xxx Xxxxxx principe” volgens de door EnergieNed, federatie van energiebedrijven, gehanteerde definitie: ‘de berekening van het vastrecht en de warmteprijs, die erin resulteert dat er een zodanig tarief voor de geleverde warmte wordt gevraagd dat de energiekosten van de warmteverbruiker (eindverbruiker) gemiddeld niet hoger zijn dan bij gebruik van aardgas voor individuele centrale verwarming’’, of een daarvoor in de plaats tredende landelijke definitie.
1.1.9 Overeenkomst: de onderhavige overeenkomst inclusief de overwegingen en de Bijlagen.
1.1.10 Onderstation: een bouwkundige ruimte in het Warmtedistributienet met een installatie die Warmte overdraagt aan het secundaire net met de voor de eindverbruiker geschikte druk en temperatuur ten behoeve van de levering van Warmte aan meerdere eindverbruikers.
1.1.11 Partij: een partij bij de Overeenkomst.
1.1.12 Project: het Project zoals beschreven in het Aanbestedingsdocument, voor de Locatie en uitgebreid met de opdracht aan Eneco tot het verzorgen van warmteproduktie, de eventuele inkoop van warmtestromen uit andere duurzame produktiemiddelen en/of -bronnen alsmede de aanleg en exploitatie van het hoofdtransport van warmte.
1.1.13 Tijdelijke voorziening::een Warmteopwekkingsvoorziening waarmee door Eneco tijdelijk Warmte wordt opwekt zolang de als definitief bedoelde Warmteopwekkingsvoorziening(en) niet tot stand is (zijn) gekomen.
1.1.14 Warmte: industriële of andere restwarmte in welke vorm dan ook die van bedrijven wordt afgenomen dan wel op een andere wijze duurzaam wordt opgewekt, met het doel te voorzien in de duurzame verwarming van tapwater en ruimten van woningen en voorzieningen.
1.1.15 Warmtebedrijf: het verticaal geïntegreerde Warmtebedrijf Delft dat door Partijen, te samen met andere partijen, wordt opgericht om installaties en leidingwerken voor de productie, het hoofdtransport, de distributie en de levering van Warmte, warm tapwater en waar mogelijk en exploitabel ook koeling aan woningen en voorzieningen
in Delft en direct omliggende gemeenten te (laten) ontwerpen, (laten) engineeren, (laten) bouwen en (laten) exploiteren en (laten) beheren.
1.1.16 Warmtedistributienet: het totaal van leidingen en installaties dat nodig is om Warmte te distribueren naar de woningen en voorzieningen van de eindverbruikers.
1.1.17 Warmteopwekkingsvoorziening: een voorziening waarmee door het Warmtebedrijf Warmte wordt geproduceerd.
1.1.18 Warmte, tenzij: het principe dat woningen en voorzieningen op het Warmtedistributienet moeten worden aangesloten, tenzij één en ander redelijkerwijs technisch of financieel onhaalbaar is;
1.1.19 Warmtewet: tekst wetsvoorstel 1e Kamer nr. 29048 of zoals die luidt na het van kracht worden ervan.
1.2 Een bovengenoemd begrip kan ook in de meervoudsvorm met beginhoofdletter worden gebruikt.
2. Doel en onderwerp van de overeenkomst
2.1 Partijen stellen zich ten doel, middels deze overeenkomst, het Project te realiseren, om daarmee in Delft een emissiereductie van CO2 te bewerkstelligen van tenminste 18.500 ton/jaar in 2021, gebaseerd op een gemiddelde emissiereductie van 850 kg CO2/jaar.woningequivalent, onverminderd de inspanning van Partijen tot een verdergaande CO2-reductie te komen.
2.2 Middels de Overeenkomst krijgt Eneco het recht en de plicht, binnen zekere randvoorwaarden, een Warmtedistributienet, inclusief eventueel noodzakelijk gebleken Tijdelijke voorzieningen, te ontwerpen, te realiseren, te onderhouden, zonodig te vervangen, te beheren en te exploiteren - waaronder de volledige administratieve en financiële afhandeling - ten behoeve van de distributie en levering van Warmte naar woningen en voorzieningen in de Locatie, welke rechten en plichten door Eneco worden aanvaard.
2.3 Eneco krijgt verder het recht om in overleg met Delft en het Warmtebedrijf, onder dezelfde voorwaarden en condities, ook andere gebieden binnen het grondgebied van de gemeente Delft aan te sluiten op het Warmtedistributienet en Warmte te leveren aan woningen en voorzieningen binnen deze gebieden.
3. Looptijd
3.1 De Overeenkomst gaat in op het moment van ondertekening en eindigt 30 jaar na de start van warmtelevering uit het eerste gereed zijnde warmteproduktiemiddel, waarvan de datum per aangetekende brief door Eneco aan Delft wordt bekend gemaakt.
.
3.2 De periode die ligt tussen het moment van ondertekening en de eerste datum van levering van Warmte aan Eneco wordt gezien als de voorbereidingsperiode. De verplichtingen die Partijen op basis van de Overeenkomst over en weer hebben komen overeen met de stand van zaken van het project op dat moment.
3.3 Partijen evalueren de Overeenkomst steeds na verloop van tien jaar, te rekenen vanaf de inwerkingstredingsdatum. Eneco stelt daartoe binnen zes maanden na iedere evaluatietermijn een advies op, dat aan Delft wordt aangeboden. Partijen treden daarop in overleg over eventueel te nemen maatregelen naar aanleiding van het evaluatieadvies.
3.4 Vijf jaar voordat de termijn als genoemd in artikel 3.1 afloopt treden Partijen in overleg over de verlenging voor onbepaalde tijd van de Overeenkomst. De intentie van Partijen daarbij is om te komen tot daadwerkelijke verlenging van de Overeenkomst. Indien de Overeenkomst voor onbepaalde tijd wordt verlengd is de opzegtermijn vijf jaar.
3.5 Indien de Overeenkomst na de in artikel 3.1. genoemde termijn niet wordt verlengd, zal Delft de warmtedistributie aan een derde gunnen en is Eneco verplicht haar aandeel in het Warmtebedrijf zonder enige resterende intercompany-verplichting binnen de Eneco-groep tegen marktwaarde in te brengen bij die derde en zal Eneco voorts volledige medewerking verlenen aan een soepele en tijdige overdracht.
3.6 Indien de derde als bedoeld in artikel 3.5 en Eneco niet binnen zes maanden tot overeenstemming raken over de hoogte van de in dat artikel genoemde marktwaarde zal deze marktwaarde worden vastgesteld door een college van drie onafhankelijke deskundigen, waarvan er één wordt benoemd door voormelde derde partij, één wordt benoemd door Eneco, welke twee deskundigen vervolgens tesamen een derde onafhankelijke derde aanwijzen. Dit college zal binnen een termijn van zes maanden bij wijze van bindend advies in redelijkheid en billijkheid de marktwaarde vaststellen, met als ondergrens de actuele boekwaarde.
3.7 Indien de Overeenkomst na de in artikel 3.1 genoemde termijn niet wordt verlengd, is Eneco verplicht de Overeenkomst na ommekomst van de termijn als genoemd in artikel 3.1, nog 2 jaar uit te voeren, binnen de randvoorwaarden en uitgangspunten van deze Overeenkomst, tenzij Partijen anders overeenkomen.
4. Documenten
4.1 Van de Overeenkomst maken de volgende documenten integraal onderdeel uit:
a. Het Aanbestedingsdocument;
b. De Inschrijving;
c. De verslagen van de verificatievergaderingen van 28-06-2006, 06-07-2006, 13-07-2006 en 24-08-2006, alsmede de brief van 24-08-2006, ingeboekt onder nummer 20129099 en de reactie op deze brief van Eneco van 04-09-2006;
d. De bij de verificatievergadering door Eneco overgelegde stukken.
De documenten als genoemd onder artikel 4.1, onder a tot en met d, zijn reeds in het bezit van Partijen, daarom wordt volstaan met het vernoemen van de documenten en wordt kortheidshalve verwezen naar de inhoud van deze documenten.
4.2 De Overeenkomst wordt door Eneco uitgevoerd in overeenstemming met de volgende documenten, indien en voorzover deze documenten van toepassing zijn op de Locatie:
1. De Overeenkomst;
2. De stukken uit de verificatiefase als genoemd in artikel 4.1, onder c;
3. Het Aanbestedingsdocument; als genoemd in artikel 4.1, onder a;
4. De gedocumenteerde afspraken, zoals zijn gemaakt en genotuleerd in de vergaderingen van de Stuurgroep Warmte Delft, waarin naast Delft en Eneco ook de vier woningbouwcorporaties waren vertegenwoordigd en de daaruit mede voortgevloeide tussen partijen overeengekomen wijzigingen van het hieronder onder 5 en 6 genoemde;
5. De bevestiging op de eisen uit het Aanbestedingsdocument door Eneco middels de ingevulde en ondertekende eisenlijsten annex A tot en met F uit de in artikel 4.1, onder b genoemde Inschrijving;
6. De, door Eneco bij de in artikel 4.1, onder b genoemde Inschrijving gevoegde, bijlagen bij de eisen en de aanvullingen op de inschrijving, alsmede de documenten als genoemd in artikel 4.1, onder d.
4.3 Indien onverhoopt strijd bestaat tussen de in artikel 4.2 vermelde documenten geldt de rangorde als vermeld in artikel 4.2 waarbij het eerstgenoemde document prevaleert boven het volgende document.
5. Verplichtingen van Eneco
5.1 Eneco gaat contracten aan met projectontwikkelaars, woningcorporaties en andere eigenaren of beheerders van woningen of voorzieningen die in het Aanbestedingsdocument vermeld staan om woningen en voorzieningen gelegen binnen de Locatie op het Warmtedistributienet aan te sluiten, een en ander in overeenstemming met de bepalingen van de Overeenkomst. De voorwaarden die gelden voor projectontwikkelaars, woningcorporaties en andere eigenaren voor aansluiting op het Warmtedistributienet zijn bijgevoegd als Bijlage 2.
5.2 In de contracten als genoemd in artikel 5.1 worden in ieder geval afspraken opgenomen over planning, oplevering en afstemming. Eneco stelt in overleg met de betreffende projectontwikkelaar en/of woningcorporatie een projectplanning op. Eneco levert bij nieuwbouwwoningen in principe warmte uiterlijk 4 weken voor oplevering van de woningen, tenzij Eneco en projectontwikkelaar en/of woningcorporatieonderling iets anders zijn overeengekomen. Tijdens het ontwikkelproces stemt Eneco tijdig alle relevante aspecten af met projectontwikkelaar en/of woningcorporatie en informeert deze over de noodzakelijke gegevens ten behoeve van het ontwikkelproces en de realisatie van (inpandige) onderdelen van het Warmtedistributienet.
5.3 Eneco gaat leveringsovereenkomsten aan met de eindverbruikers van woningen en voorzieningen binnen de Locatie, een en ander in overeenstemming met de bepalingen van de Overeenkomst.
5.4 Eneco draagt er zorg voor dat zij over voldoende warmte kan beschikken om aan haar leveringsplicht te kunnen voldoen.
5.5 Indien en voor zover Eneco voor de uitvoering van deze Overeenkomst gebruik maakt van andere bedrijven binnen de Eneco-groep zal de doorberekening van daarmee gemoeide kosten niet anders zijn dan gebruikelijk binnen de groep wordt toegepast.
5.6 Eneco draagt zorg voor de levering van Warmte aan eindverbruikers van woningen en voorzieningen conform de Aansluitvoorwaarden Warmte van Eneco en de Algemene voorwaarden Eneco voor Warmte, zoals ze tijdens de aanbesteding luiden en zoals ze in de toekomst komen te luiden. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de Inschrijving.
5.7 Eneco spant zich in om binnen Delft nog niet geïdentificeerde aanvullende nieuwbouw, die gedurende de looptijd van de Overeenkomst wordt ontwikkeld, en bestaande bouw die voor de levering van Warmte geschikt kan worden gemaakt, te beleveren met Warmte, onder – mits bedrijfseconomisch verantwoord- dezelfde condities als in de Overeenkomst beschreven. Eneco informeert en rapporteert Delft periodiek over de inspanningen en voortgang.
5.8 Plaatsing en inrichting van de benodigde Onderstations en eventuele Tijdelijke voorzieningen in het Warmtedistributienet geschiedt door Eneco op haar kosten. De extra kosten die voortvloeien uit bijzondere stedenbouwkundige of architectonische eisen welke worden gesteld door Delft en die redelijkerwijs niet voor rekening vanEnecodienen te komen, zijn niet voor rekening van Eneco.
5.9 De benodigde vergunningen voor de aanleg van het Warmtedistributienet worden conform de daartoe bestaande regelingen en procedures door Eneco aangevraagd bij de betreffende instanties.
5.10 Eneco heeft de plicht gedurende de looptijd van de Overeenkomst te controleren of de door of namens haar aangelegde leidingen in goede staat zijn en nog liggen op de vergunde locaties.
5.11 Eneco levert Delft na ieder jaar een rapportage waarin de stand van zaken met betrekking tot de overeenkomst, storingen en reactietijd, totale jaarafname onderverdeeld naar categorie woningen en categorie utiliteit, de daaruit voortvloeiende CO2-reductie, etc. wordt weergegeven.
6 Opschorting als gevolg van bijzondere omstandigheden
Indien en voorzover het Eneco als gevolg van de in dit artikel genoemde bijzondere omstandigheden wordt belet of belemmerd in de uitvoering van de op haar rustende verplichtingen als gevolg van bijzondere omstandigheden, nadat deze zijn gemeld, is Eneco gerechtigd de desbetreffende verplichtingen naar gelang het beletsel of de belemmering als gevolg van de bijzondere omstandigheden geheel of gedeeltelijk op te schorten, dan wel verschoven in de tijd en/of slechts pro rato na te komen, mits Eneco kan aantonen dat zij zich van haar kant alle redelijke inspanningen heeft getroost om het beletsel of de belemmering te voorkomen en onverminderd de verplichting van Eneco om de gevolgen in voorkomend geval zoveel mogelijk te beperken en de uitvoering van de verplichtingen zo spoedig mogelijk te hervatten. Het betreft de volgende bijzondere omstandigheden:
• Indien het realiseren van het geprognosticeerde woningbouwvolume respectievelijk renovatievolume significant achterblijft bij de planning als voorzien in het Aanbestedingsdocument, of later gewijzigd overeengekomen en toegevoegd als Bijlage 1.
• Vertraging of het uitblijven van de afspraken als bedoeld in artikel 7.2.
• Vertraging of het uitblijven van de beschikbaarstelling van warmtetransporttracé’s door Delft ten behoeve van Eneco.
• Het ontbreken van de noodzakelijke medewerking van Delft aan benodigde vergunningen en/of aan bezwaarprocedures. Deze bijzondere omstandigheid laat de op Delft rustende taak in het kader van het rechtmatig verlenen van vergunningen onverlet
• Het uitblijven van de noodzakelijke medewerking van Delft aan de “gelijkwaardigheids- verklaring” om daarmee gebalanceerd het voor projectontwikkelaars interessant te maken op Warmte aan te sluiten, terwijl toch milieutechnisch kwalitatief zodanig moet worden gebouwd dat bewoners niet met een te hoog warmteverbruik te maken krijgen, zodanig dat daardoor aansluiting op het warmtesysteem op het niveau van de BAK niet kan worden gerealiseerd.
7 Verplichtingen van Delft
7.1 Delft werkt samen met Eneco en zet daarbij het haar ter beschikking staande instrumentarium in om projectontwikkelaars, woningcorporaties en andere (huis)eigenaren of –gebruikers te bewegen tot een aansluiting op het Warmtedistributienet en levert ondersteuning bij contacten met en bij het afsluiten van contracten met de projectontwikkelaars, woningcorporaties en andere eigenaren.
7.2 Delft spant zich in, om na een daartoe strekkend verzoek van Eneco, de eigenaren of gebruikers van daartoe geschikte voorzieningen binnen de Locatie te bewegen tot aansluiting op het Warmtedistributienet.
7.3 Delft spant zich in om zoveel mogelijk nieuwbouw, renovatiebouw en bestaande bouw die niet in het Aanbestedingsdocument staan opgenomen op het Warmtedistributienet aan te laten aansluiten.
7.4 Delft neemt op en houdt in de Delftse Bouwverordening en gronduitgifte-overeenkomsten voor de Locatie dat conform het principe “Warmte, tenzij” aansluiting op het Warmtedistributienet het uitgangspunt is.
7.5 Delft accepteert tot de landelijke aanscherping van de Energie Prestatie Norm (verwacht medio 2011) geen gelijkwaardigheids-verklaring. Na aanscherping van de EPN accepteert Delft een gelijkwaardigheidsverklaring met betrekking tot het werkelijk opwekkingsrendement van het Warmtebedrijf.
7.6 Delft verleent medewerking aan Eneco bij de vergunningverlening en bestemmingsplanwijziging en het vestigen van zakelijke rechten ten behoeve van de het Warmtedistributienet in de Locatie, zodat Eneco het recht heeft tot het leggen, hebben, houden, onderhouden, repareren,
vervangen en verwijderen van leidingen met toebehoren in het openbaar gebied.
7.7 Bij nadere berekening van de behoefte aan Warmte per Locatie wordt bezien wat het exacte aantal noodzakelijke Onderstations is en wat de afmeting van de diverse Onderstations is. De openbare gronden en terreinen voor de bouw van Onderstations in eigendom van Delft, gelegen binnen de Locatie worden, indien geen andere oplossing voor handen is, om-niet aan Eneco ter beschikking gesteld. Delft staat ervoor in dat deze gronden qua bestemming geschikt zijn voor het beoogde gebruik.
7.8 Delft gaat niet over tot de aanleg, of het doen aanleggen van een warmtedistributienet door derden, distributie binnen de Locatie door derden, noch bevordert Delft dit,of geeft daaraan enige medewerking, noch zal zij een concessie voor warmtelevering in Delft gedurende de looptijd aan een derde verstrekken, tenzij één en ander anders met Eneco wordt overeengekomen, of Eneco haar afspraken uit Overeenkomst niet nakomt.
7.9 Indien gebieden buiten het grondgebied van Delft mede gecontracteerd worden door Eneco voor de levering van Warmte, verleent Delft medewerking om Warmte via het grondgebied van Delft te transporteren naar gebieden buiten de gemeente Delft. Deze medewerking komt niet in de plaats van regelgeving, vergunningstelsel, procedures en precario.
8 Onderlinge samenwerking / voortgangsoverleg / communicatie
8.1 Partijen maken indien nodig na het afsluiten van de Overeenkomst nadere schriftelijke afspraken over de verschillende zaken die Partijen raken, zulks met inachtneming van de eisen van redelijkheid en billijkheid die voortvloeien uit de bijzondere onderlinge rechtsverhouding bij een samenwerking van (zeer) lange termijn.
8.2 Tenminste eenmaal per jaar bespreken Partijen met elkaar de gang van zaken met betrekking tot de uitvoering van de Overeenkomst.
8.3 Partijen informeren elkaar tijdig over externe communicatie naar derden met betrekking tot de levering van Warmte. Delft verzorgt zo veel mogelijk en na overleg met Eneco de benodigde communicatie richting andere overheden.
9 Tarieven
9.1 Eneco is gehouden bij het sluiten van overeenkomsten voor de aansluiting op het Warmtedistributienet met (onder andere) projectontwikkelaars en woningcorporaties de voorwaarden en bepalingen uit de Overeenkomst in acht te nemen met betrekking tot de aansluitbijdrage (inclusief alle kosten) en de tarieven voor Warmte.
9.2 De vastgestelde Bijdrage AansluitKosten BAK voor aansluitingen voor levering van Warmte bedraagt:
Woningen:
BAK per individuele aansluiting € 3.700,--
Voorzieningen:
BAK zie Bijlage 3
9.3 De tarieven voor levering van Warmte voor ruimteverwarming en warm tapwater CW klasse 4 bedragen voor de Locatie :
Woningen
Vastrecht per jaar per Aansluiting tot 30 kW: € 259,24 Warmteprijs per GJ: € 19,73
Voorzieningen
Vastrecht per jaar per Aansluiting boven 40 kW zie Bijlage 3 Warmteprijs per GJ: zie Bijlage 3
9.4 Eneco levert per aansluiting warm tapwater volgens de condities van Gaskeur CW klasse 4. Een grotere hoeveelheid warm tapwater, met een maximum hoeveelheid overeenkomstig Gaskeur CW klasse 6, is op elk leverpunt tegen een aanvullende aansluitbijdrage beschikbaar, voorzover het Warmtedistributienet de honorering van dergelijke aanvragen mogelijk maakt. Uitbreiding naar CW klasse 5 of 6 kan tijdens de bouw van de woningen of voorziening door de projectontwikkelaars of woningcorporaties worden aangevraagd bij Eneco. Voor de genoemde uitbreidingen van het warm tapwaterdebiet, is een extra aansluitbijdrage van toepassing. Onderstaande tabel vertegenwoordigt de kosten bij eerste aanvraag van hogere debieten. Voor het verhogen van het tapwaterdebiet na de eerste aanvraag wordt door Eneco Euro 100,- extra in rekening gebracht.
Klasse | Meerkosten in de eenmalige aansluitbijdrage t.o.v. CW klasse 4 |
CW 5 | € 450,- |
CW 6 | Na overleg mogelijk met behulp van een door de klant te verzorgen nageschakelde boiler, welke naschakeling goedkeuring van Eneco behoeft |
9.5 Alle in de Overeenkomst genoemde bedragen zijn exclusief BTW en gebaseerd op het prijsniveau van juli 2007, tenzij anders vermeld.
9.6 De BAK kan jaarlijks, per 1 januari, worden geïndexeerd op basis van de CBS-index voor de loon- en prijsontwikkeling in de installatiebranche.
9.7 Het vastrecht wordt aangepast volgens het principe van NMDA zoals genoemd in het Tariefadvies voor de levering van warmte aan kleinverbruikers van EnergieNed, dan wel een daarvoor in de plaats tredend systeem.
9.8 Het tarief voor Warmte aan eindverbruikers per GigaJoule kan halfjaarlijks aan de hand van het principe NMDA op de wijze zoals genoemd in het Tariefadvies voor de levering van warmte aan kleinverbruikers van EnergieNed worden vastgesteld, dan wel een daarvoor in de plaats tredend systeem.
9.9 Tot het van kracht worden van de tariefregulering in de Warmtewet heeft Delft het toetsingsrecht op de tariefstelling, zoals omschreven in het Aanbestedingsdocument.
10 Bijdragen van derden
10.1 Eventuele bijdragen van derden komen ten gunste van de rechthebbende Partij. Indien bijdragen van derden gezamenlijk door Partijen worden aangevraagd, worden, voordat de aanvraag wordt gedaan, door Partijen afspraken gemaakt over de verdeling van deze bijdragen van derden.
10.2 Partijen verlenen elkaar alle medewerking voor wat betreft het verstrekken van de beschikbare en noodzakelijke gegevens, welke voor het verkrijgen van de desbetreffende bijdragen van derden vereist zijn. Hieronder kan niet worden verstaan een vrijwaring van door Partijen gemaakte kosten ten behoeve van aanvragen voor bijdragen.
11 Hardship
11.1 Indien door veranderde omstandigheden, d.w.z. omstandigheden die thans onbekend zijn, en/of niet in de Overeenkomst verdisconteerd zijn, - de inwerkingtreding van de Warmtewet daarbij
inbegrepen- het contractuele evenwicht in ernstige mate wordt doorbroken en hieruit voor een der Partijen bij ongewijzigde instandhouding van de Overeenkomst een zodanig nadeel voortvloeit, dat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, dan ontstaat de verplichting tot heronderhandeling, waaraan Partijen te goeder trouw hun medewerking moeten verlenen, zodanig, dat daadwerkelijk overeenstemming over de aanpassing of geheel of gedeeltelijke ontbinding van de Overeenkomst bereikt kan worden.
11.2 Indien de equivalente Energie Belasting Component uit de keten verdwijnt doordat de Rijksoverheid deze geheel of ten dele direct afdraagbaar maakt aan de fiscus wordt een eventuele korting op de NMDA prijs ingezet om voor zover van toepassing het wegvallen van de Energie Belasting Component tegemoet te komen. Indien dit niet voldoende is, kan Eneco zo nodig een beroep doen op artikel 11.1.
12 Precario
Voor de uitvoering van de Overeenkomst wordt er van uitgegaan dat Eneco aan Delft geen precario verschuldigd is voor aanleg, hebben, houden en onderhouden van warmtetransport en - distributieleidingen.
13 Verontreinigde grond
Delft en Eneco zijn ten aanzien van de eventuele afvoerkosten en saneringskosten van verontreinigde grond wat betreft het leidingentracé voor het warmtedistributienet het navolgende overeengekomen:
• De kosten van bodemsanering komen tot de kwaliteit ‘sterk verontreinigd’ voor rekening van Eneco.
• De kosten van bodemsanering komen vanaf de kwaliteit ‘sterk verontreinigd’ en zwaarder voor rekening van beide Partijen. De exacte verdeling van de kosten worden per geval separaat vastgesteld.
In beide gevallen vindt xxxxxxxx plaats in opdracht van Eneco.
14 Aansprakelijkheid
14.1 Behoudens opzet of grove schuld, waaronder mede begrepen toerekenbare roekeloosheid, zijn Partijen over en weer niet aansprakelijk jegens elkaar voor schade als gevolg van enige tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst.
14.2 Indien één der Partijen door enig handelen of nalaten bij de uitvoering van de Overeenkomst schade of hinder heeft veroorzaakt aan derden en deze derden de andere Partij voor deze schade of hinder aansprakelijk hebben gesteld, is de eerstbedoelde Partij verplicht hetgeen de andere Partij aan deze derde is gehouden te vergoeden, te vergoeden. In voorkomende gevallen overlegt de andere Partij alleen in overeenstemming met de eerstbedoelde Partij met de desbetreffende derde over schulderkenning of schikking van aansprakelijkheid voor schade.
14.3 Eneco heeft in haar thans geldende algemene voorwaarden een regeling opgenomen ter uitsluiting en/of beperking van haar aansprakelijkheid jegens de eindverbruikers, alsmede een regeling ten behoeve van derde partijen die Eneco inschakelt ten behoeve van de uitvoering van de levering aan eindverbruikers, waaronder begrepen de levering van Warmte door Delft, het Warmtebedrijf of haar toeleverancier, zodanig dat deze bescherming genieten van deze algemene voorwaarden tegenover de aanvrager of eindgebruiker van Eneco. Eneco wijzigt het desbetreffende deel van deze voorwaarden niet ten nadele van Delft, het Warmtebedrijf of haar toeleverancier, dan na vooraf gegeven schriftelijke instemming door en van deze partijen.
14.4 Onverlet het bepaalde in artikel 13.2 sluiten Partijen over en weer iedere aansprakelijkheid voor indirecte of gevolgschade uit die zich mocht voordoen in verband met de uitvoering van de Overeenkomst met inbegrip van doch niet beperkt tot beperking of onderbreking van de bedrijfsvoering, renteverlies en gederfde winst. Partijen vrijwaren elkaar over en weer van
dergelijke aanspraken.
14.5 De aansprakelijkheid voor claims in verband met dood of letsel van personeel wordt door ieder der Partijen voor het eigen personeel gedragen. Partijen vrijwaren elkaar over en weer voor alle eventuele claims van personeel. Onder personeel wordt in het kader van deze bepaling verstaan het personeel in dienst van deze Partij, of in dienst van een groepsmaatschappij van deze Partij of personeel dat door een Partij is ingehuurd of personeel van een aannemer of onderaannemer van een Partij.
15 Vertrouwelijkheid
Partijen staan ervoor in dat er geen informatie over de inhoud van de Overeenkomst of andere informatie ontvangen van de andere Partij in verband met de uitvoering van de Overeenkomst aan derden wordt verstrekt, zonder dat hiervoor schriftelijke toestemming van de andere Partij is verkregen.
16 Overdracht van de Overeenkomst
16.1 Elk van de Partijen kan de rechten en verplichtingen uit de Overeenkomst overdragen aan een onderdeel van de groep waartoe zij behoort onder de voorwaarde dat de positie van de andere Partij, noch de positie van de eindverbruikers verslechtert en het geheel van rechten en verplichtingen in stand blijft.
16.2 Een Partij draagt noch de overeenkomst, noch enig recht of verplichting uit de Overeenkomst over aan een derde zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partij, die deze toestemming niet op onredelijke gronden onthoudt, indien de positie van de andere Partij, noch de positie van de eindverbruikers verslechtert en het geheel van rechten en verplichtingen in stand blijft. Artikel 3.5. is van overeenkomstige toepassing.
17 Ontbinding
17.1 Elk van de Partijen kan onmiddellijke ontbinding van de Overeenkomst vorderen indien de andere Partij deze Overeenkomst niet naleeft en in de gelegenheid gesteld is gedurende een passende termijn aan zijn verplichtingen te voldoen maar desondanks in gebreke blijft.
17.2 Wanneer een Partij om haar moverende redenen, anders dan in artikel 17.1 bedoeld, tot ontbinding van deze overeenkomst wil overgaan gedurende de in artikel 3.1. bedoelde termijn, geldt een opzegtermijn van vijf jaar. Partijen treden alsdan in onderhandeling over de consequenties die ontbinding heeft voor de ontbindende Partij, opdat de positie van de andere Partij, noch de positie van de eindverbruikers verslechtert ten opzichte van de situatie dat het geheel van rechten en plichten voor de andere Partij en de eindgebruikers in stand blijft.
17.3 In voorkomende gevallen zijn de artikelen 3.5 en 3.6 van overeenkomstige toepassing bij ontbinding van de overeenkomst uit hoofde van de artikelen 17.1 en 17.2..
18 Toepasselijk recht en geschillen
18.1 Op de Overeenkomst en de overeenkomsten die daaruit voortvloeien is het Nederlands recht van toepassing.
18.2 Eventuele geschillen die Partijen niet in der minne weten op te lossen worden voorgelegd en beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement ’s-Gravenhage.
19 Slotbepaling
Indien een bepaling of een deel van een bepaling in de Overeenkomst ongeldig of onuitvoerbaar wordt verklaard door een bevoegde rechtbank, heeft dit geen gevolgen voor de overige bepalingen van de Overeenkomst. De overige bepalingen blijven volledig van kracht, tenzij, door het vervallen van de betreffende bepaling, de essentie van de Overeenkomst aanmerkelijk wordt aangetast. Partijen komen in dat geval in goed overleg tot vervangende afspraken.
Overeengekomen, in tweevoud opgesteld en ondertekend op …. Delft Delft
Gemeente Delft Eneco NEW ENERGY BV
mr. drs. G.A.A. Xxxxxxx directeur
Bijlage 1: Warmtelijst
Bijlage 2: Voorwaarden en condities om aangesloten te worden op Warmtedistributienet Bijlage 3: Tarieven t.b.v. voorzieningen