Algemene Huurvoorwaarden minicaravan
Algemene Huurvoorwaarden minicaravan
Begripsomschrijving
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
Het gehuurde: de gehuurde Gobanna minicaravan (inclusief de toebehoren), en de extra’s die worden gehuurd; Minicaravan: een aanhangwagen als bedoeld in het wegenverkeerswetgeving voorzien van vaste boven-/opbouw met een maximaal gewicht van 750 kg.;
Huurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als huurder de huurovereenkomst sluit;
Verhuurder: Gobanna minicaravans, statutair gevestigd te IJmuiden, gebruiker van deze huurvoorwaarden;
Schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder lijdt als gevolg van:
- beschadiging (inclusief abnormale slijtage) of vermissing van het gehuurde of van toebehoren (zoals een sleutel, een watertank, etc.) of van onderdelen van het gehuurde. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervangen van (toebehoren en onderdelen van) het gehuurde en het derven van huurinkomsten;
- met of door het gehuurde aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het gehuurde jegens derden aansprakelijk is;
Bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het gehuurde dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het gehuurde bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond bevinden;
Bestuurder: de feitelijk bestuurder van het trekkende voertuig van het gehuurde;
Schriftelijk: in geschrift of elektronisch;
Artikel 1 – Toepasselijkheid
Deze algemene voorwaarden gelden voor huurovereenkomsten van het gehuurde tussen verhuurder en huurder.
Artikel 2 – Het aanbod
1. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van:
- het gehuurde;
- de huurtermijn;
- de huursom;
- de wijze en het tijdstip van betalen;
- de mogelijk bijkomende kosten;
- de waarborgsom.
2. Op de website van Gobanna staan de openingstijden van het bedrijf en het telefoonnummer waarop het bedrijf te bereiken is.
3. Bij het aanbod wordt gewezen op deze voorwaarden.
4. Op het zelfde moment dat het aanbod wordt gedaan is de huurder gehouden zich ervan te overtuigen dat het geplande gebruik en vervoer van het gehuurde in overeenstemming zal zijn met de geldende wettelijke regels. Hierbij is huurder op de hoogte van:
- welke trekkracht het trekkende voertuig zal moeten hebben;
- tot welk gewicht het gehuurde mag worden beladen;
- welk rijbewijs noodzakelijk is om met het gehuurde te mogen rijden.
Artikel 3 – De overeenkomst
1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. Zodra de verhuurder de aanbetaling heeft ontvangen, bevestigt deze de overeenkomt schriftelijk. Vanaf dat moment is de overkomst feitelijk gesloten.
2. De huurovereenkomst geldt voor de periode en het tarief zoals is overeengekomen. De huurovereenkomst vermeldt dag en tijdstip waarop de huurperiode begint en eindigt.
Artikel 4 – De prijs en de prijswijzigingen
1. De huursom en eventuele bijkomende kosten worden vooraf overeengekomen en staan op de huurovereenkomst.
2. De verhuurder mag vanaf drie maanden na het sluiten van de huurovereenkomst, tot drie maanden voor aanvang van de afgesproken huurperiode de huurprijs aanpassen. In het geval van een prijswijziging wordt de huurder zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht.
3. In het geval van een prijsstijging mag de huurder op deze gronden de overeenkomst ontbinden, tot drie maanden voordat de huurperiode is begonnen.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien, zoals een verhoging vanwege btw. (Deze mogen te allen tijden worden doorberekend aan de huurder.)
5. Tijdens de huurperiode betaalt de huurder de kosten vanwege het gebruik van het gehuurde, zoals tolgeld, Eurovignet, het reinigen en het parkeren.
6. Alleen kosten die afgesproken zijn, kunnen aan huurder in rekening worden gebracht. Wel moet de huurder als daar een reden voor is aan de verhuurder schadevergoeding betalen.
Artikel 5 – De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode
1. Huurder moet het gehuurde uiterlijk op de dag en het tijdstip waarop de huurperiode eindigt terugbrengen op het afgesproken adres. Verhuurder moet het gehuurde, tijdens openingstijden, in ontvangst nemen.
2. De huurder mag het gehuurde slechts met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden of op een ander adres terugbrengen.
3. Afspraken over het eerder terugbrengen van het gehuurde binnen de overeengekomen huurperiode zijn vrijblijvend.
4. Komt het gehuurde niet volgens afspraak terug na het einde van de huurperiode, dan kan de verhuurder het gehuurde onmiddellijk terugnemen. De contractuele verplichtingen van de huurder blijven bestaan tot het moment dat het gehuurde aan de verhuurder terug is gegeven.
5. Als huurder het gehuurde niet op tijd inlevert, mag de verhuurder de volledige daghuurprijs in rekening brengen voor elke dag dat het gehuurde te laat terug komt, beginnend op het tijdstip dat de huurperiode afloopt. Daarnaast kan de verhuurder de daghuurprijs verhogen met € 150,- per dag voor elke dag te laat. Ook mag verhuurder om een vergoeding voor schade vragen, zowel voor schade die bestaat, als voor schade die nog zal volgen. De additionele verhoging van de huurprijs (€ 150,- per dag voor elke dag te laat) geldt niet als huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van overmacht.
6. Zodra de huurder weet dat hij te laat zal komen met het terugbrengen van het gehuurde, moet hij dit meteen melden aan verhuurder.
Artikel 6 – Annulering
1. Als een overeenkomst wordt geannuleerd door de huurder, dan kan de verhuurder de volgende annuleringskosten in rekening brengen:
- 15% van de huursom: bij annulering tot de 90ste kalenderdag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode;
- 50% van de huursom: bij annulering vanaf de 90ste kalenderdag (inclusief) tot de 60ste kalenderdag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode;
- 70% van de huursom: bij annulering vanaf de 60ste kalenderdag (inclusief) tot de 30ste dag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode;
- 90% van de huursom: bij annulering vanaf de 30ste kalenderdag (inclusief) tot en met de laatste dag (inclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode;
- de volle huursom: bij annulering op de aanvangsdatum van de huurperiode;
2. Annuleringen buiten kantoortijden worden afgehandeld alsof ze zijn gedaan op de eerstvolgende kalenderdag.
3. Verhuurder mag naast de annuleringskosten een vast bedrag van €25,- aan administratiekosten in rekening brengen.
4. Het annuleren moet schriftelijk plaatsvinden.
Artikel 7 – Betaling
1. Bij het begin van de huurperiode kan de verhuurder om betaling van een waarborgsom vragen.
2. De waarborgsom wordt in principe terug betaald binnen 3 werkdagen nadat het gehuurde is ingeleverd. De verhuurder kan de dan nog openstaande kosten verrekenen.
3. In geval van schade van de verhuurder wordt dit ook met de waarborgsom verrekend. Het terugbetalen van de restsom gebeurt in dat geval zodra de kosten van de schade bekend zijn, maar in ieder geval binnen twee maanden. In geval van schade aan derden binnen zes maanden.
4. Als een andere persoon schade van verhuurder heeft veroorzaakt en verhuurder heeft van deze derde een volledige schadevergoeding hiervoor gekregen, dan wordt de waarborgsom binnen 14 dagen na het verhaal van de schade terugbetaald. Verhuurder zal zich inspannen om schade veroorzaakt door derden zo spoedig mogelijk te verhalen. Verhuurder houdt de huurder op de hoogte van zijn inspanningen.
5. De verhuurder kan een vooruitbetaling tot 50% van de huur vragen. De resterende huursom moet voorafgaand aan de huurperiode volledig betaald worden. Indien de totale huursom (inclusief waarborgsom) niet is voldaan op het tijdstip van aanvang van de huurperiode, wordt het gehuurde niet overhandigd aan de huurder, tenzij anders overeengekomen.
6. Huurder is ook verplicht de verschuldigde huur- en borgsom te voldoen als deze het gehuurde voor een gedeelte van de huurperiode niet, of geheel niet gebruikt, tenzij er annuleringskosten worden voldaan als bepaald in artikel 6. Artikel 8 – Verplichtingen huurder
1. De huurder voorziet het gehuurde van een kentekenplaat met hetzelfde kenteken als het trekkende voertuig.
2. De huurder moet netjes met het gehuurde omgaan en zorgen dat hij het gehuurde gebruikt zoals dat bedoeld is (inclusief de faciliteiten en extra’s) en zoals het is toegestaan in overeenstemming met de bestemming. Het is bijvoorbeeld verboden om het gehuurde te gebruiken op een circuit, op een terrein waarvoor het gehuurde niet geschikt is, of op een terrein waarbij vermeld staat dat je er voor eigen risico op gaat.
3. Huurder moet het gehuurde inleveren in dezelfde staat als hij het heeft ontvangen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de huurder eventuele veranderingen aan het gehuurde ongedaan moet maken. Huurder heeft geen recht op vergoeding als hij verbeteringen aan het gehuurde heeft gedaan die verwijderd moeten worden.
4. Huurder moet de bagage aan en in het gehuurde zorgvuldig vastmaken.
5. Huurder moet er op letten dat niet iemand het gehuurde gebruikt die hiertoe niet in staat is vanwege een lichamelijke of geestelijke beperking. Dit geldt ook voor iemand die niet bevoegd is om met het gehuurde te rijden. Zo’n bestuurder moet minimaal 23 jaar oud zijn en moet deze minimaal 3 jaar zijn rijbewijs hebben.
6. Huurder mag het gehuurde niet doorverhuren.
7. Huurder mag de minicaravan niet gebruiken voor rijles of voor vervoer van personen tegen betaling. Met de minicaravan mag huurder geen wedstrijden rijden, of snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidstesten doen.
8. Huurder mag met het gehuurde naar andere landen binnen Europa, wanneer deze op de groene kaart staan. Er kan schriftelijk iets anders zijn afgesproken.
9. Als het gehuurde kapot is, geldt artikel 9 lid 5 en mag de huurder er ook niet mee doorrijden als dit het erger maakt. Er mag ook niet worden doorgereden als dit slecht is voor de verkeersveiligheid.
10. Huurder is verplicht om de personen die het trekkende voertuig besturen, of personen die hij de minicaravan laat gebruiken, te wijzen op de regels van de verhuur en er op te letten dat zij zich hier ook aan houden.
11. Huurder moet een WA verzekering hebben voor het trekkende voertuig waarmee het gehuurde wordt getrokken.
Artikel 9 – Instructies voor de huurder
1. Huurder moet de bandenspanning van de minicaravan op niveau (laten) houden.
2. Huurder moet het gehuurde in nette staat terug geven. Doet huurder dit niet, en bedragen de reële kosten van de schoonmaak meer dan de reeds berekende schoonmaakkosten, dan kunnen de additionele kosten in rekening worden gebracht.
3. Huurder moet ervoor zorgen dat er in het gehuurde niet wordt gerookt.
4. Huurder moet ervoor zorgen dat er geen (huis)dieren in de minicaravan komen.
5. Is het gehuurde zichtbaar kapot, heeft het gehuurde iets beschadigd, of raakt het gehuurde vermist, dan moet huurder deze instructies opvolgen:
- huurder informeert de verhuurder hierover;
- huurder doet dat wat de verhuurder aan hem vraagt;
- huurder geeft uit eigen initiatief of in reactie op een verzoek alle inlichtingen en relevante documenten aan de verhuurder of aan diens verzekeraar;
- huurder laat het gehuurde zo achter, dat deze behoorlijk beschermd zal zijn tegen beschadiging of vermissing;
- het kan zijn dat verhuurder schadevergoeding van iemand anders wil vragen. Het kan ook voorkomen dat een derde persoon vindt dat verhuurder hem een schadevergoeding moet betalen en dat verhuurder hier tegen in wenst te gaan. In dit soort gevallen moet huurder meewerken.
6. Bij ongevallen, beschadiging of vermissing van het gehuurde is huurder daarnaast verplicht:
- om melding te doen bij de politie ter plaatse;
- om zo spoedig mogelijk een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder te overleggen;
- om op geen enkele manier schuld te erkennen.
7. Xxxxxxx moet verhuurder zo spoedig informeren over:
- iets dat gebeurd is waardoor er schade aan, of schade met of door het gehuurde is gekomen, of dat dit soort schade best eens zou kunnen gaan ontstaan;
- het kapot gaan van het gehuurde;
- de vermissing van het gehuurde of van onderdelen/toebehoren;
- het op een andere manier verliezen van de macht over het gehuurde of onderdelen/toebehoren door de huurder;
- beslaglegging op het gehuurde;
- andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd moet worden.
8. Het kan zijn dat autoriteiten, zoals de politie, aan verhuurder vragen om te zeggen wie er op een bepaald moment het gehuurde heeft gebruikt. Komt dit voor, dan moet huurder zo snel mogelijk vragen van verhuurder beantwoorden.
Artikel 10 – Verplichtingen verhuurder
1. Op het moment dat de verhuurder het gehuurde aan huurder meegeeft, heeft het gehuurde de juiste bandenspanning, heeft het gehuurde de overeengekomen accessoires en specificaties en ook de in Nederland verplicht gestelde uitrusting. Ook zal het gehuurde schoon zijn, goed onderhouden zijn en (voor zover bij verhuurder bekend of kenbaar) in technisch goede staat zijn.
2. Op het moment dat het gehuurde aan de huurder wordt meegegeven, geeft verhuurder voldoende instructie over het gebruik ervan en van de inventaris en toebehoren.
3. Als, buiten de schuld van de huurder om, het gehuurde bij aanvang van de huurperiode niet kan worden meegegeven aan de huurder, dan krijgt deze indien mogelijk kosteloos een upgrade aangeboden door verhuurder (een minicaravan in een hogere categorie. Zo’n upgrade lukt niet, wanneer het gehuurde zich al in de hoogste categorie bevindt.) Huurder is niet verplicht dit aanbod te accepteren. Als er geen overeenstemming komt over vervangende accommodatie, moet verhuurder in plaats daarvan (een deel van) de betaalde huurprijs restitueren.
4. Verhuurder inspecteert het gehuurde direct bij inlevering door huurder op eventuele schade.
Artikel 11 – Pech en schade onderweg
1. Er is adequate pechhulp in Nederland. Pechhulp wordt voor de minicaravan alleen na overleg met verhuurder aangevraagd.
2. De pechhulp is in principe voor rekening van de huurder. Indien huurder kan aantonen dat de oorzaak geen eigen schuld was én binnen de redelijke verantwoordelijkheid van de verhuurder valt, dan worden de kosten van de hulp door verhuurder vergoed.
3. In geval van pech of schade aan het gehuurde (in binnen- of buitenland) zijn de kosten van repatriëring van het gehuurde voor rekening van (de verzekering van) de huurder.(*)
Artikel 12 – Aansprakelijkheid van de huurder voor schade
1. Huurder is voor schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het eigen risico. Bij het gehuurde is het eigen risico in geval van bovenhoofdse schade maximaal € 1500,- en voor andere schadegevallen maximaal € 1000,-.
2. Wanneer de schade volgt uit iets wat de huurder in strijd met artikel 8 of 9 wel of niet heeft gedaan, dan moet huurder de schade van verhuurder in principe volledig vergoeden. Mogelijke uitzonderingen hierop zijn:
- dat huurder bewijst dat dit handelen of nalaten aan hem niet toegerekend kan worden;
- het is niet redelijk en billijk als de huurder alles moet vergoeden.
3. Als huurder een andere persoon het gehuurde laat gebruiken, dan blijft de huurder in principe aansprakelijk. Ook al hadden deze personen niet de instemming van huurder voor hun gebruik.
Artikel 13 – Gebreken aan het gehuurde en aansprakelijkheid van de verhuurder
1. Wanneer huurder aan verhuurder vraagt om gebreken op te lossen, moet verhuurder dit in principe doen. Huurder moet het gehuurde daarvoor wel naar de verhuurder brengen. Verhuurder hoeft niet het gebrek op te lossen als het echt niet verholpen kan worden. Het hoeft ook niet, wanneer huurder dit redelijkerwijs eigenlijk niet van verhuurder kan vragen, gelet op het geld dat verhuurder hiervoor zou moeten uitgeven. Als huurder ten opzichte van verhuurder aansprakelijk is voor het gebrek of voor de gevolgen van het gebrek, hoeft de verhuurder de gebreken ook niet op te lossen, zelfs al heeft de huurder hier wel om gevraagd.
2. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade aan vervoerde zaken door een gebrek aan het gehuurde wanneer de totale waarde van die vervoerde zaken hoger is dan € 15.000,-, tenzij een hoger maximum bedrag is afgesproken. Wanneer iemand die persoonschade heeft opgelopen en deze schade heeft kunnen verhalen op zijn eigen schadeverzekeraar of wanneer zo iemand hier een andere uitkering voor heeft gekregen, dan is verhuurder niet aansprakelijk voor deze persoonschade.
3. Dat wat in artikel 13 lid 2 staat, gaat echter niet op als verhuurder bij het maken van de huurafspraak van de gebreken wist of had moeten weten, of als er gebreken zijn ontstaan door opzet of grove schuld van verhuurder. Artikel 14 – Beslag op het voertuig, vanwege administratief- /civiel-/strafrecht
1. Alle regels van de huurafspraak blijven bestaan, ook al is er beslag gelegd op het gehuurde. Zo moet huurder bijvoorbeeld de huur blijven betalen. Dit totdat het gehuurde weer bij verhuurder is teruggekomen, zonder een beslag. (Dit geldt niet, als beslag is gelegd om iets dat in de risicosfeer van verhuurder ligt.)
2. Huurder betaalt de kosten vanwege zo’n beslaglegging.
Artikel 15 – Ontbinding van de huur
1. Komt een der partijen een of meer van zijn verplichtingen niet, niet tijdig of niet volledig na, dan heeft de ander het recht om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming van een geringe aard of omvang is.
2. Verhuurder kan de huurovereenkomst beëindigen en het gehuurde terugnemen op het moment dat:
- de huurovereenkomst wordt ontbonden op grond van lid 1 van dit artikel.
- huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, surseance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard of op hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard;
- verhuurder van het bestaan van omstandigheden afweet die van zodanige aard zijn dat hij (als hij hiervan op de hoogte was geweest) de huurovereenkomst niet (op deze wijze) met huurder zou zijn aangegaan. In dat geval kan verhuurder een vergoeding van kosten, schade en rente blijven vragen.
2. Huurder zal alle medewerking aan verhuurder verlenen om het gehuurde terug te geven.
3. Wanneer huurder voor het begin van de huurperiode sterft, wordt de overeenkomst ontbonden.
4. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade van huurder ten gevolge van ontbinding op grond van dit artikel.
Artikel 16 – Verwerking van persoonsgegevens van de huurder
De persoonsgegevens die worden vermeld op de huurovereenkomst worden door verhuurder als verantwoordelijke in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder uitvoering geven aan deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen.
Huurder kan om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal een dergelijk protest steeds worden gehonoreerd.
Artikel 17 – Toepasselijk recht
Op de huurovereenkomst (en de voorwaarden) is Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingend recht het recht van een ander land van toepassing is.
(*) Ad. art. 11 lid 3
Gobanna adviseert de huurder om voor de huurperiode een "aanhangwagen service buitenland" bij de ANWB (of soortgelijke verzekering) af te sluiten, zodat repatriëring voor de Gobanna geregeld is.