Algemene voorwaarden behorende bij de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst
Algemene voorwaarden behorende bij de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst
Artikel 1 inhoud beroepspraktijkvorming
Uitgangspunt voor de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen en de in de beroepspraktijkvorming te realiseren eindtermen, zoals opgenomen in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding.
Artikel 2 beoordeling
• De instelling heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de onderwijsdeelnemer de eindtermen behorend tot de beroepspraktijkvorming heeft gerealiseerd.
• In de beoordeling betrekt de instelling het oordeel van de organisatie met betrekking tot die deelkwalificaties die niet extern gelegitimeerd hoeven te worden.
• De procedure van de beoordeling en de wijze van examinering van de eindtermen beroepspraktijkvorming staan beschre- ven in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. De onderwijsdeelnemer en de organisatie hebben van deze pro- cedure kennisgenomen.
• De beoordeling van de beroepspraktijkvorming door de instelling en de organisatie vindt plaats conform de richtlijnen in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding.
Artikel 3 deelname examens
De onderwijsdeelnemer wordt door de organisatie in staat gesteld deel te nemen aan toetsen of examens van de instelling die tijdens de periode van de beroepspraktijkvorming plaatsvinden.
Artikel 4 examinering beroepspraktijkvorming
De organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming zo nodig op de praktijkplaats mogelijk te ma- ken.
Artikel 5 einde overeenkomst
De overeenkomst Beroepspraktijkvorming eindigt in de navolgende gevallen:
1. bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de praktijkbiedende organisatie en de onderwijsdeelnemer;
2. bij beëindiging van de onderwijsovereenkomst (zie de bepalingen in de Onderwijsovereenkomst hierover; artikel ‘einde overeenkomst’);
3. doordat de onderwijsdeelnemer het praktijkgedeelte van de gehele opleiding dan wel het praktijkgedeelte van een of meer- dere certificaten, waarvoor hij als onderwijsdeelnemer is ingeschreven, met een voldoende heeft afgerond;
4. indien de onderwijsdeelnemer zich, ondanks nadrukkelijke waarschuwing, niet houdt aan de gedragsregels conform artikel 10 van de Algemene Voorwaarden, nadat dit schriftelijk is bevestigd door de praktijkbiedende organisatie en/of de onder- wijsinstelling;
5. indien één der partijen op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging van deze overeenkomst noodzakelijk acht en in redelijkheid niet verlangd kan worden de overeenkomst te laten voortduren;
6. met wederzijds goedvinden van de onderwijsdeelnemer, de praktijkbiedende organisatie en de instelling, indien dit door partijen schriftelijk is overeengekomen;
7. door schriftelijke aanzegging van de instelling aan partijen, indien de instelling dan wel het landelijk orgaan zich ervan heeft overtuigd dat, overeenkomstig artikel 7.2.9 lid 2 van de WEB de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de bege- leiding tekort schiet of ontbreekt, de praktijkbiedende organisatie niet langer beschikt over een gunstige beoordeling (als bedoeld in artikel 7.3.10 van de WEB) of sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren plaatsvindt;
8. door een besluit van het bevoegd gezag.
Artikel 6 vervangende praktijkplaats
Alvorens artikel 5 lid 7 van de Algemene Voorwaarden in werking treedt bevorderen de instelling en het betrokken landelijke orgaan dat een toereikende vervangende voorziening beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 7 verzekeringen
De instelling sluit ten behoeve van de onderwijsdeelnemer een verzekering af tegen het financiële risico van wettelijke aanspra- kelijkheid voor schade aan de organisatie of derden, evenals het financiële risico van ongevallen tijdens werk- en reisuren.
De door de instelling, ten behoeve van de onderwijsdeelnemer afgesloten verzekering, betreft het risico van wettelijke aanspra- kelijkheid, conform het daaromtrent bepaalde in het Nieuw Burgerlijk Wetboek.
De door de instelling, ten behoeve van de onderwijsdeelnemer afgesloten ongevallenverzekering, is geldig zowel tijdens de reis van huis naar het werk, en terug, alsmede tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. Dit laat onverlet de verplichting van de praktijkbiedende organisatie om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving van de onderwijsdeelnemer.
Onder deze verzekering is het risico van het rijden met motorvoertuigen (zoals auto’s - motoren) te allen tijde uitgesloten. Voor dit risico kan de instelling en de onderwijsdeelnemer dan ook nimmer aansprakelijk worden gehouden.
Voor stages van de opleiding motorvoertuigentechniek geldt deze uitsluiting niet. Die deelnemers zijn wel verzekerd voor scha- de als gevolg van het rijden met motorvoertuigen, echter alleen wanneer voor het rijden een opdracht is gegeven, en het rijden uitsluitend plaatsvindt buiten de openbare weg (op de terreinen van de organisatie dus).
Artikel 8 aansprakelijkheid organisatie
De organisatie blijft aansprakelijk voor schade door de onderwijsdeelnemer veroorzaakt, gedurende de tijd dat deze onder toe- zicht stond van de stagebiedende organisatie c.q. haar ondergeschikten. De organisatie blijft ook aansprakelijk voor onver- hoopte letsel schade of materiële schade, door de onderwijsdeelnemer geleden, gedurende de tijd dat deze onder toezicht
stond
van de organisatie c.q. haar ondergeschikten, dit alles echter onder de uitdrukkelijke bepaling(en) zoals hieromtrent bepaald in het Nieuw Burgerlijk Wetboek
Artikel 9 aanmelding bedrijfsvereniging en belastingdienst
De organisatie meldt de onderwijsdeelnemer indien verplicht aan bij de bedrijfsvereniging en/of de belastingdienst.
Artikel 10 gedragsregels
De onderwijsdeelnemer is verplicht de binnen de organisatie in het belang van orde, veiligheid en gezondheid gegeven regels in acht te nemen en aanwijzigingen op te volgen.
Artikel 11 seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld
1. De organisatie treft maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de onderwijsdeelnemer en ter voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en ge- weld.
2. Indien een onderwijsdeelnemer in de organisatie wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld:
- heeft hij/zij het recht de werkzaamheden onmiddellijk te onderbreken zonder dat dit een reden is voor een slechte be- oordeling;
- dient hij/zij bij werkonderbreking het voorval direct te melden bij de praktijkdocent en/of de vertrouwenspersoon van de instelling.
Artikel 12 geheimhouding
De onderwijsdeelnemer is verplicht alles geheim te houden wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner/harer kennis is gekomen of waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
Artikel 13 afwezigheid
1. Voor afwezigheid tijdens de beroepspraktijkvorming gelden voor de onderwijsdeelnemer de bepalingen die daaromtrent zijn opgenomen in artikel afwezigheid onderwijsdeelnemer, artikel afwezigheid onderwijs deelnemer wegens ziekte en artikel controle (langdurige) afwezigheid onderwijsdeelnemer van de onderwijsovereenkomst.
2. Tevens is de onderwijsdeelnemer verplicht in geval van afwezigheid en bij terugkomst van afwezigheid onverwijld de praktijkbegeleider hiervan op de hoogte te stellen, conform de regels van de organisatie.
Artikel 14 nieuwe overeenkomst
Indien de onderwijsdeelnemer niet binnen de gestelde tijdsduur – zoals vermeld in artikel 2 van de beroepspraktijkvormings- overeenkomst – de beroepspraktijkvorming met goed gevolg heeft afgerond kunnen de instellingen, de onderwijsdeelnemer en de organisatie een gewijzigd praktijkvormingstraject overeenkomen. Daartoe wordt opnieuw een praktijkovereenkomst aange- gaan.
Artikel 15 problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming
1. Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de onderwijsdeelnemer zich onverwijld tot de prak- tijkbegeleider en/of de praktijkdocent. Deze trachten in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen.
2. Indien de onderwijsdeelnemer vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn/haar tevredenheid is opgelost kan hij/zij zich
– al dan niet in overleg met de praktijkdocent en/of praktijkbegeleider – wenden tot de instelling. Artikel slotbepaling van de onderwijsovereenkomst treedt dan in werking.
Artikel 16 clausules t.b.v. Artikel 5 van de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst
1. Stages voor consumptieve beroepen zoals Koken, Serveren, Brood- en Banket:
Tussen stagegever en de school wordt nader overeengekomen dat de stagewerkzaamheden van de stagiair, uitsluitend op die uren plaatsvinden, volgens welke het de stagiair met in acht name van zijn / haar leeftijd is toegestaan arbeid te verrich- ten. Het verrichten van nachtelijke arbeid is in deze stageovereenkomst echter te allen tijde uitgesloten.
2. Stages voor Bouwtechniek, Schilderen en Glaszetten, Timmeren, Metselen, Tegelzetten.
Door het stagebedrijf (stagegever) zal er op worden toegezien dat de stagiair, wanneer nodig, de betreffende ‘beschermen-
de
kleding’ zal dragen. Voorts zal in die ruimtes waar werken met gevaarlijke en / of giftige stoffen plaatsvindt, de stagiair met gebruikmaking van die beschermende kleding, nimmer alleen aanwezig of werkzaam zijn.
3. Stages voor Elektro- en Energietechniek, en Elektronica.
Tussen stagegever en de school wordt nader overeengekomen dat de stagewerkzaamheden van de stagiair, uitsluitend op die uren plaatsvinden, volgens welke het de stagiair met in acht name van zijn / haar leeftijd is toegestaan arbeid te ver- richten. Het verrichten van nachtelijke arbeid (zoals bij het opheffen van storingen) is binnen deze stageover-
eenkomst echter te allen tijde uitgesloten. Voorts zal de stagegever toezien op het gebruik door de stagiair van be- schermen-
de kleding en zullen werkzaamheden aan installaties of apparaten welke onder elektrische spanning staan nimmer door de stagiair alleen worden uitgevoerd.
4. Stages voor Werktuigbouwkunde en Motorvoertuigentechniek.
Tussen stagegever en de school wordt nader overeengekomen dat de stagewerkzaamheden van de stagiair, uitsluitend op die uren plaatsvinden, volgens welke het de stagiair met in acht name van zijn / haar leeftijd is toegestaan arbeid te ver- richten. Voorts dient de stagebiedende organisatie de werking van de machines aan de stagiair uit te leggen en toe te zien op een juist en kundig gebruik van deze machines door de stagiair.
Ten aanzien van de opleiding Motorvoertuigentechniek geldt nog dat het rijden met auto’s alleen dan is toegestaan wanneer de stagiair in het bezit is van een geldig, voor dat motorvoertuig toegelaten rijbewijs, het rijden met auto’s een wezenlijk onderdeel vormt van de stage, en het rijden uitsluitend plaats vindt op een van de openbare weg afgesloten terrein. De be- palingen in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorvoertuigen, blijven onverminderd van kracht.
5. Stages voor Transport Logistiek.
In afwijking van het gestelde onder artikel 7 van deze voorwaarden wordt tussen partijen nader overeengekomen dat het rijden met motorvoertuigen wel onder de dekking van de in artikel 7 van deze voorwaarden bedoelde polis van Wettelijke Aansprakelijkheid is begrepen, doch uitsluitend waar het gaat om gebruik van deze motorvoertuigen binnen de werkzaam- heden als bedoeld in deze stageovereenkomst, en het uitsluitend een motorvoertuig betreft welke is bedoeld voor gebruik binnen het stagebedrijf en derhalve niet is ingericht of bedoeld voor gebruik / vervoer op de openbare weg. De hier bedoel- de motorvoertuigen als heftrucks, elektro-car’s, stapelwagens, etc. etc. zullen door de stagiair uitsluitend gebruikt worden na voldoende uitleg door het stagebedrijf omtrent het gebruik en omgaan hiermee.
Het rijden met motorvoertuigen op de openbare weg, onverschillig of deze motorvoertuigen tot gebruik op de openbare weg zijn toegelaten, danwel het rijden met deze motorvoertuigen op de openbare weg is verboden, is binnen deze stage- overeenkomst te allen tijde uitgesloten.
6. Stages voor Gezondheidszorg, Sociaal Pedagogisch Werk / Sociaal Cultureel Werk.
Onverminderd het bepaalde dat de stagiair alleen dan stagewerkzaamheden mag verrichten welke bij zijn/haar leeftijd zijn toegestaan, draagt de stagebiedende instelling zorg voor het veilig kunnen uitvoeren van de stagewerkzaamheden. Xxx- xxxx een medisch onderzoek aan de stageperiode vooraf dient te gaan, verklaart de stagiair, c.q. stemt zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger er mee in, aan dat onderzoek mee te zullen werken, alles met inachtneming van de daarvoor geldende regels. De stagebiedende instelling zal de uitkomst van dit onderzoek vertrouwelijk, en uitsluitend t.b.v. deze stagewerk- zaamheden gebruiken. De stagebiedende instelling verklaart zich bereid de kosten van dit onderzoek voor haar rekening te laten komen.
Artikel 17 slotbepaling
In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen de instelling en de organisatie na overleg met de onderwijs- deelnemer. Indien het gaat om zaken die de verantwoordelijkheid van het landelijk orgaan raken, wordt het landelijk orgaan daarbij betrokken.
Tevens verklaren de onderwijsdeelnemer en de organisatie dat zij de documenten waarnaar in deze overeenkomst wordt ver- wezen en/of die als aanhangsel/bijlage aan de overeenkomst zijn toegevoegd, hebben ontvangen en/of daarvan hebben ken- nisgenomen.