PRAKTIJKOVEREENKOMST BOL CITAVERDE College BPV-BLAD
PRAKTIJKOVEREENKOMST BOL CITAVERDE College BPV-BLAD
Cohort «bpvInschrijving.deelnemer.verbintenisOpP».
BPV-gegevens:
De beroepspraktijkvorming (bpv) maakt deel uit van:
❑ | Opleiding: «bpvInschrijving.deelnemer.verbintenisOpP» Crebonummer: «bpvInschrijving.deelnemer.verbintenisOpP» Kwalificatieniveau: «bpvInschrijving.deelnemer.verbintenisOpP» | ❑ | Keuzedeel: «bpvInschrijving.bpvOnderwijsproductafnam» Identificatiecode: «bpvInschrijving.bpvOnderwijsproductafnam» Datum begin bpv keuzedeel 1: Geplande einddatum keuzedeel 1: Totaal aan te volgen bpv uren keuzedeel 1: |
De overeenkomst start op «bpvInschrijving.begindatum» en eindigt op «bpvInschrijving.verwachteEinddatum».
Deze praktijkovereenkomst omvat: «bpvInschrijving.totaleOmvang» uren (totaal aantal geplande uren per jaar) (overeenkomstnummer:
«bpvInschrijving.overeenkomstnummer»).
verdeling bpv-uren over de studiejaren: zie Onderwijs en examenregeling
Ondergetekenden:
1. Student:
Achternaam: | «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.offi | Voorvoegsel: | «bpvInschrijving.deelnemer. |
Xxxxxxxx: | «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.roepna | Voorletter(s): | «bpvInschrijving.deelnemer. |
Adres: | «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.postAd | Geb.gem.: | «bpvInschrijving.deelnemer. |
Postcode en plaats: | «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.postAd » | ||
Geboortedatum: | «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.xxxxxx | Xxxx: | «bpvInschrijving.deelnemer.v |
Geslacht: | «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.geslac | OV-nummer: | «bpvInschrijving.deelnemer. |
Nationaliteit: | «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.nation» |
Tot 18-jarige leeftijd vertegenwoordigd door:
Achternaam: | «bpvInschrijving.deelnemer.wettelijkeVert» «bpvInschrijving.deelnemer.wettelijkeVert» |
Voorletter(s): | «bpvInschrijving.deelnemer.wettelijkeVert» |
2. Praktijkbiedende organisatie (Leerbedrijf):
Naam leerbedrijf: | «bpvInschrijving.bpvBedrijf.naam» | |
Adres: | «bpvInschrijving.bpvBedrijf.postAdres.adr» | |
PC/Woonplaats: | «bpvInschrijving.bpvBedrijf.postAdres.adr» | |
Leerbedrijf ID: | «bpvInschrijving.leer | Code Leerbedrijf: «bpvInschrijving.codeLeerbedrijf» |
Naam praktijkbegeleider: | «bpvInschrijving.praktijkbegeleider» |
3. CITAVERDE College
vertegenwoordigd door de directeur van MBO, «bpvInschrijving.deelnemer.verbintenisOpP» of diens plaatsvervanger, hierna te noemen de onderwijsinstelling.
Naam onderwijsbegeleider (CITAVERDE College): «bpvInschrijving.onderwijsbegeleider.pers»
Komen als volgt overeen:
Beroepspraktijkvorming (BPV)
- De student wordt ingeschreven voor een door het leerbedrijf verzorgde bpv.
- De bpv wordt uitgevoerd bij het hierboven vermelde leerbedrijf.
Algemene voorwaarden
- Dit blad vormt samen met de algemene voorwaarden de tussen de partijen gesloten praktijkovereenkomst. Voor zover daarvan in dit bpv-blad niet wordt afgeweken, zijn de algemene voorwaarden van toepassing.
- Als de instelling het bpv-blad na tussentijdse wijzigingen opnieuw uitgeeft, hoeft deze niet nogmaals ondertekend te worden, indien de in artikel 3 van de algemene voorwaarden bedoelde procedure wordt doorlopen. Het nieuwe bpv-blad vervangt het voorgaande bpv-blad.
Ondertekening
• De student en het leerbedrijf verklaren door ondertekening kennis te hebben genomen van en in te stemmen met de algemene voorwaarden die deel uitmaken van deze praktijkovereenkomst. Partijen verklaren door ondertekening van deze overeenkomst de in de algemene voorwaarden opgenomen verplichtingen te zullen nakomen.
• Partijen verklaren de documenten die onderdeel uitmaken van deze overeenkomst of als bijlage bij deze overeenkomst worden gevoegd te hebben ontvangen/te hebben ingezien.
• In de onderwijsovereenkomst hebben de ouders en/of wettelijk vertegenwoordigers ermee ingestemd dat de minderjarige student deze overeenkomst zelfstandig ondertekent.
• Indien de werkgever een andere organisatie is dan het leerbedrijf (bijvoorbeeld een uitzendorganisatie) dat de bpv verzorgt, geeft de student met het ondertekenen van de praktijkovereenkomst toestemming aan de school en het leerbedrijf dat de praktijkovereenkomst mag worden gedeeld met de formele werkgever.
In drievoud opgemaakt en ondertekend te «bpvInschrijving.verbintenis.organisatieE» op 1-7-2020.
ad 1. namens de student: Naam | en bij wettelijke minderjarigheid tevens de wettelijke vertegenwoordiger: Naam |
(handtekening) | (handtekening) |
ad 2. Namens de praktijkbiedende organisatie (leerbedrijf): Naam | |
(handtekening) | |
ad 3. Namens de onderwijsinstelling: Naam | |
(handtekening) |
Let op: als de bovenstaande gegevens niet kloppen, neem dan binnen tien werkdagen na ontvangst van het bpv-blad contact op met de administratie van de onderwijsinstelling !
Pagina 2 van 6
PRAKTIJKOVEREENKOMST BOL CITAVERDE College
Artikel 1 Randvoorwaarden / rechtspositie student
1.1 De deelnemersraad van CITAVERDE College heeft ingestemd met de model-praktijkovereenkomst van CITAVERDE College en de bijbehorende algemene voorwaarden.
1.2 Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de student, de instelling en het leerbedrijf, in deze overeenkomst ook wel aangeduid als “partijen” en wordt beheerd door de instelling.
1.3 De student is ingeschreven bij de instelling op grond van een onderwijsovereenkomst.
1.4 Op de praktijkovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
1.5 Het bedrijf of de organisatie die de bpv verzorgt, het leerbedrijf, beschikt op de datum van ondertekening van de praktijkovereenkomst over een gunstige beoordeling van SBB voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven bedoeld in artikel 7.2.10. van de WEB.1
1.6 De student met een arbeidsovereenkomst heeft de rechtspositie van werknemer.
Artikel 2 Aard van de overeenkomst
2.1 De Algemene Voorwaarden vormen samen met het bpv-blad de praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de WEB.
2.2 In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Afspraken die specifiek gaan over de door de student te volgen bpv, staan in het bpv-blad. Het bpv-blad is een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘bpv’ staat, wordt de bpv bedoeld zoals vermeld op het bpv-blad.
Artikel 3 Tussentijdse wijzigingen
3.1 Bij een wijziging in het opleidingstraject, moet eerst de onderwijsovereenkomst aangepast zijn.
3.2 De bpv-gegevens betreffende de opleiding in het kader waarvan de bpv wordt gevolgd, kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van de student en na instemming van alle betrokken partijen. Aan dit verzoek kan een overleg, dan wel advies van de instelling of het leerbedrijf vooraf gaan.
3.3 De bpv-gegevens betreffende de begin- en geplande einddatum, duur en omvang van de bpv, kunnen ook worden gewijzigd op verzoek van het leerbedrijf. Een dergelijk verzoek wordt door de instelling enkel gehonoreerd na overleg met en instemming van de student.
3.4 In geval van een tussentijdse wijziging van de bpv-gegevens, wordt het bpv-blad gedurende de looptijd van de bpv vervangen door een nieuw bpv-blad, en zo spoedig mogelijk opgestuurd naar de student (en in het geval van minderjarigheid ook naar zijn/haar ouder(-s) of wettelijk vertegenwoordiger (-s)) en aan het leerbedrijf.
3.5 De student (en in het geval van minderjarigheid de ouder (-s) en/of wettelijk vertegenwoordiger (-s))2 en het leerbedrijf worden in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na verzending van het nieuwe bpv-blad schriftelijk dan wel mondeling aan de instelling door te geven als de inhoud van het nieuwe bpv-blad niet correct is.
3.6 Indien de student of het leerbedrijf aangeeft dat de aangepaste bpv-gegevens niet correct (in overeenstemming met het verzoek dan wel de instemming van de niet verzoekende partij) zijn weergegeven, dan zal de instelling overgaan tot correctie van de betreffende bpv- gegevens.
3.7 Indien de student of het leerbedrijf een bezwaar kenbaar maakt dat erop gericht is dat de bpv-gegevens zijn aangepast zonder dat daaraan een verzoek of instemming ten grondslag heeft gelegen, dan zal de instelling overgaan tot schrapping van het nieuwe bpv-blad. In dit geval blijft de student de bpv in het leerbedrijf volgen zoals vermeld op het oorspronkelijke bpv-blad, totdat alsnog instemming van beide partijen wordt verkregen.
3.8 Als de student en/of het leerbedrijf niet binnen de termijn van artikel 3.5 reageren, dan vervangt het nieuwe bpv-blad het vorige bpv- blad en wordt daarmee een onderdeel van de praktijkovereenkomst.
Artikel 4 Duur en beëindiging van de overeenkomst Artikel 4.1 Duur van de overeenkomst
4.1.1 De praktijkovereenkomst treedt na ondertekening van het eerste bpv-blad in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de bpv-periode zoals vermeld op het bpv-blad.
Artikel 4.2 Beëindiging van de overeenkomst van rechtswege
De overeenkomst eindigt:
4.2.1 Op het moment dat de student het afgesproken aantal uren heeft afgerond en de bpv met positieve beoordeling heeft voltooid of in het geval van een keuzedeel indien de student het afgesproken aantal uren heeft afgerond en de bpv heeft voltooid.
4.2.2 Door het verstrijken van de geplande einddatum zoals vermeld op het bpv-blad.
4.2.3 Door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en de instelling.
4.2.4 Door ontbinding of door verlies van rechtspersoonlijkheid van het leerbedrijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de praktijkovereenkomst bedoelde beroep in het genoemde bedrijf uit te oefenen.
4.2.5 Wanneer de erkenning van het leerbedrijf zoals bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB is verlopen of ingetrokken.
4.2.6 De praktijkovereenkomst kan in onderling overleg tussen de instelling, de student en het leerbedrijf met wederzijds goedvinden worden beëindigd. Bij voortijdige beëindiging van de praktijkovereenkomst stelt de desbetreffende partij de andere partijen daarvan schriftelijk op de hoogte.
Artikel 4.3 Buitengerechtelijke beëindiging van deovereenkomst
De overeenkomst eindigt:
4.3.1 Door het leerbedrijf als de student zich ondanks nadrukkelijke (herhaalde) waarschuwing, niet houdt aan gedragsregels zoals genoemd in artikel 12.2 (geheimhouding) van deze algemene voorwaarden.
1 Als de bpv alleen voor een keuzedeel wordt gevolgd, dan is het van belang dat het leerbedrijf beschikt over een erkenning van SBB.
2 Als in de onderwijsovereenkomst is afgesproken dat de ouders instemmen met het feit dat zij de praktijkovereenkomst niet meetekenen, dan hoeft de school de ouders ook niet in de procedure voor wijzigingen via het bpv-blad te betrekken. De artikelen in de praktijkovereenkomst die hier betrekking op hebben, kunnen dan daarop worden aangepast.
4.3.2 Door een van de partijen als op grond van zwaarwegende omstandigheden in redelijkheid niet langer van deze partij kan worden verlangd de praktijkovereenkomst te laten voortduren.
4.3.3 Door een van de partijen als de instelling, de student of het leerbedrijf de hem bij wet of in de praktijkovereenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt.
4.3.4 Door de student of het leerbedrijf, als de arbeidsovereenkomst (indien aanwezig) tussen de student en het leerbedrijf wordt beëindigd.
4.3.5 Een ontbinding door een van de partijen op grond van artikel 4.3 vindt schriftelijk plaats aan de andere partijen met vermelding van de reden van ontbinding.
4.3.6 Voorafgaand aan een ontbinding op grond van artikel 4.3.3 dient de partij die zijn verplichtingen niet nakomt door de andere partijen in de gelegenheid te worden gesteld om binnen een termijn van twee weken alsnog zijn verplichtingen na te komen. Een schriftelijke ingebrekestelling is niet nodig indien nakoming blijvend onmogelijk is of als de partij reeds te kennen heeft gegeven zijn verplichtingen niet meer na te zullen komen en het stellen van een termijn overbodig is.
Artikel 5 Vervangende praktijkplaats
5.1 Indien de onderwijsinstelling en/of SBB na het sluiten van de praktijkovereenkomst vaststellen dat de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekort schiet of ontbreekt, het leerbedrijf niet langer beschikt over een gunstige beoordeling ( als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB) of indien er sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren plaatsvindt, zorgt de onderwijsinstelling , eventueel in overleg met SBB, ervoor dat een toereikende vervangende voorziening zo spoedig mogelijk beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 6 Omvang van deberoepspraktijkvorming
6.1 De dagelijkse praktijktijd is niet in strijd met de arbeidswetgeving m.b.t. jeugdigen.
Artikel 7 Inhoud en inrichting van de beroepspraktijkvorming
7.1 Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (verder: SBB) erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
7.2 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de OER is opgenomen of waarnaar in de OER wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie de student tijdens zijn bpv moet behalen. De OER ligt ter inzage bij de studentenadministratie / is te downloaden via de website van de instelling.
7.3 Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen een onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang van of gedurende de opleiding keuzedelen. Dit wordt vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. De student kan kiezen voor een keuzedeel dat in de beroepspraktijkvorming wordt ingevuld. In dat geval wordt dit geregistreerd op het bpv-blad dat onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van deze praktijkovereenkomst. Er kunnen meerdere keuzedelen bij één leerbedrijf worden gevolgd al dan niet aanvullend op de lopende praktijkovereenkomst.
Artikel 8 (Inspannings-)verplichting
8.1. (Inspannings-)verplichting leerbedrijf
8.1.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer.
8.1.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is. De gegevens van de praktijkopleider zijn te vinden in: de stagegids/de bpv-map.
8.1.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken.
8.1.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens.
8.2. (Inspannings-)verplichting instelling
8.2.1 De instelling draagt zorg voor voldoende begeleiding door de bpv-begeleider. De student weet bij aanvang van de bpv wie zijn begeleider is. De gegevens van de bpv-begeleider zijn te vinden in: /de stagegids/de bpv-map.
8.2.2 De bpv-begeleider vanuit de instelling volgt het verloop van de beroepspraktijkvorming door het onderhouden van regelmatige contacten met de student en met de praktijkopleider van het leerbedrijf en bewaakt de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het leerbedrijf.
8.2.3 De instelling maakt het rooster tijdig bekend zodat de student en het leerbedrijf hier rekening mee kunnen houden.
8.2.4 De instelling heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student die onderdelen van de kwalificatie die in de beroepspraktijkvorming zijn gevolgd, heeft behaald. De procedure van de beoordeling en de wijze van beoordeling van de bpv, staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding.
8.2.5 De instelling neemt het oordeel van het leerbedrijf over de student mee als onderdeel van de beoordeling van de student.
8.3. (Inspannings-)verplichting student
8.3.1 De student spant zich zo goed mogelijk in om zijn leerdoelen binnen de afgesproken termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de geplande einddatum die is opgenomen op het bpv-blad. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk de bpv te volgen, en op de met het leerbedrijf afgesproken dagen en tijden aanwezig te zijn, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.
Artikel 9. Nadere afspraken met de student
9.2 Deze afspraken zullen schriftelijk worden vastgelegd in een addendum (=aanhangsel) en onderdeel uitmaken van de praktijkovereenkomst.
Artikel 10 Beoordeling
10.1 Het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling beoordeelt of de student de aangegeven handelingen/taken heeft gerealiseerd. Met betrekking tot de beoordeling van de bpv betrekt het bevoegd gezag het oordeel van het leerbedrijf.
Artikel 11 Aansprakelijkheid en verzekeringen
11.1 Het leerbedrijf is ten opzichte van de student/stagiair op dezelfde wijze aansprakelijk voor schade als ten opzichte van haar eigen werknemers (medewerkers). Tenzij het leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student/stagiair.
11.2 CITAVERDE College is niet aansprakelijk voor schade die tijdens of in verband met de beroepspraktijkvorming door de student/stagiair aan het leerbedrijf of aan derden is toegebracht.
11.3 Het leerbedrijf heeft aantoonbaar een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven, waarop de aansprakelijkheid ten opzichte van studenten/stagiairs is meeverzekerd.
11.4 Bij grove roekeloosheid of moedwillig vernielen door de student/stagiair ligt de aansprakelijkheid bij de student/stagiair zelf en zal de eigen verzekering van de student/stagiair aangesproken worden.
11.5 Schade die door de student/stagiair met of aan een (gekentekend) motorrijtuig is veroorzaakt valt nooit onder de verzekering van CITAVERDE College.
11.6 CITAVERDE College heeft ten behoeve van de studenten een schoolongevallenverzekering voor studenten tijdens school-, werk- en reisuren afgesloten. Deze verzekering betreft een zogenaamde secundaire verzekering. Dit houdt in dat de verzekering van CITAVERDE College slechts aangesproken kan worden indien de eigen verzekeringspolissen van de student/stagiair of de verzekeringspolis van het leerbedrijf geen dekking biedt.
11.7 De onderwijsinstelling kan niet aansprakelijk gesteld worden voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de student/stagiair, dan wel voor schade die de student lijdt in geval van schorsing en/of verwijdering als bedoeld in de artikel 4 van de onderwijsovereenkomst
Artikel 12 Gedragsregels en veiligheid
12.1 In het belang van de orde, veiligheid en gezondheid is de student, binnen het leerbedrijf, verplicht de gegeven regels en voorschriften in acht te nemen. Hij/zij wordt over deze regels ingelicht en de het leerbedrijf treft, overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke veiligheid van de deelnemer.
12.2 De student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
12.3 Het leerbedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de student.
12.4 Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de bpv-begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van de instelling.
Artikel 13 Absentie
13.1 Voor afwezigheid van de bpv gelden voor de student de regels zoals deze door het leerbedrijf gehanteerd worden evenals de regels zoals deze in de onderwijsovereenkomst tussen de student en de instelling zijn afgesproken. Dat wil zeggen: de student is verplicht in het geval van absentie direct de praktijkopleider en, indien afgesproken, de praktijkdocent op de hoogte te stellen. Voor de afwezigheid tijdens de beroepspraktijkvorming gelden voor de student de regels zoals deze door het leerbedrijf gehanteerd worden evenals de regels zoals deze in de onderwijsovereenkomst tussen student en onderwijsinstelling zijn afgesproken.
Artikel 14 Deelname examens
14.1 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld deel te nemen aan toetsen of examens van de onderwijsinstelling die tijdens de periode van de beroepspraktijkvorming plaatsvinden.
Artikel 15 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming
15.1 Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkbegeleider van het leerbedrijf en/of de bpv-begeleider van de onderwijsinstelling. Deze trachten in gezamenlijk overleg met de student tot een oplossing te komen.
15.2 Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost, kan de student een klacht indienen bij de onderwijsinstelling of een medewerker die daarvoor het meest geschikt wordt geacht.
Artikel 16 Gegevensuitwisseling en privacy
16.1 De student heeft recht op inzage in het eigen studentendossier en meer in het bijzonder in de door de instelling verwerkte bpv- gegevens.
16.2 Bij het uitwisselen van gegevens over de student nemen CITAVERDE College en het leerbedrijf de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht. Dit betekent onder meer dat zij zorgvuldig omgaan met de persoonsgegevens van de student en dat zij daarover transparant zijn richting de student. Tussen CITAVERDE College en het leerbedrijf vindt uitwisseling plaats over de voortgang van de BPV. Aanvullend geldt ingeval van een BBL opleiding dat desgewenst uitwisseling plaatsvindt over aanwezigheid, studieresultaten en studievoortgang.
Artikel 17 Nieuwe overeenkomst
17.1 Indien de student niet binnen de gestelde tijdsduur, zoals bepaald in artikel 4.1, de beroepspraktijkvorming met goed gevolg heeft afgerond, kunnen de partijen een gewijzigd praktijkvormingstraject overeenkomen. Dit wordt schriftelijk vastgelegd in een addendum dat aan de praktijkovereenkomst wordt toegevoegd.
Artikel 18 Slotbepaling
18.1 In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen de onderwijsinstelling en het leerbedrijf na overleg met de student.
18.2 Als het om zaken gaat die de verantwoordelijkheid van SBB raken, dan wordt SBB bij dit overleg betrokken.
POK BOL, met instemming van de Deelnemersraad d.d. 15 juni 2020. Goedgekeurd door het Bevoegd Gezag d.d. 1 juli 2020.
Pagina 6 van 6