Titel 1: algemene bepalingen
Subsidiereglement ter ondersteuning van de reguliere werking van milieu- en natuurverenigingen in de stad Antwerpen
Titel 1: algemene bepalingen
Artikel 1: definities
Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder:
- beheersubsidie: subsidie, bestaande uit een bedrag voor terreinbeheer, zoals bepaald in artikelen 13 tot 16;
- erkend natuurreservaat: een gebied dat overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies, erkend werd als natuurreservaat;
- klein landschapselement: punt- of lijnvormig element, onder de vorm van knotwilgen, hagen, houtkanten of kleinere stroken terrein langs wegen, spoorwegen of waterlopen die beheerd worden in functie van het verbeteren van de ecologische verbinding tussen grote natuurlijke entiteiten in de stad;
- milieuvereniging: een vereniging die zich op het grondgebied van de stad Antwerpen bezighoudt met kennis- en informatiebeheer, educatie, onderzoek of advies met betrekking tot een of meerdere milieuthema’s, zoals die gestipuleerd zijn in de Vlaamse Milieubeleidsplannen en Milieurapporten en hun beslag krijgen in de Milieunota van de stad Antwerpen, met uitzondering van terreingebonden natuurbeheer;
- natuurvereniging: een vereniging die zich op het grondgebied van de stad Antwerpen bezighoudt met kennis- en informatiebeheer, educatie, onderzoek, advies of beheer met betrekking tot een of meerdere natuur-, bos- of groenthema’s, zoals die gestipuleerd zijn in de Vlaamse Milieubeleidsplannen en Milieurapporten en hun beslag krijgen in de Milieunota van de stad Antwerpen;
- startsubsidie: subsidie zoals bepaald in artikelen 6 en 7;
- terreinbeherende natuurvereniging: een vereniging of een lokale werking ervan, die een terrein beheert als natuurgebied op het grondgebied van de stad Antwerpen;
- werkingssubsidie: subsidie, bestaande uit een basisbedrag en een aanvullend bedrag in functie van behaalde punten, zoals bepaald in artikelen 8 tot 12.
Artikel 2: doelstelling
Het college kent binnen de perken van de voorziene en goedgekeurde begrotingskredieten subsidies toe aan milieu- en natuurverenigingen en terreinbeherende natuurverenigingen volgens de regelingen en de voorwaarden die hierna zijn vastgelegd.
Titel 2: de verenigingen
Artikel 3
De vereniging die in aanmerking komt voor subsidies moet:
1 opgericht zijn op particulier initiatief, in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk of feitelijke vereniging, met als doelstelling de bescherming het leefmilieu, het natuurbehoud of de duurzame ontwikkeling;
2 de burgerrechtelijke aansprakelijkheid die krachtens de artikelen 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek aan de organisatie en haar medewerkers kan ten laste worden gelegd, door de verzekering laten dekken;
3 op het Antwerps grondgebied activiteiten ontplooien die specifiek gericht zijn op haar bevolking of op specifieke doelgroepen, wat blijkt uit het spreidingsgebied van haar activiteiten en van de uitgegeven publicaties;
4 actief zijn op het vlak van leefmilieu, natuurbehoud of duurzame ontwikkeling, o.m. door activiteiten te ontplooien met betrekking tot de natuurbescherming, het natuurbeheer, bosbeheer of het beheer van kleine landschapselementen, de natuur- en/of milieueducatie, het bevorderen van de milieubescherming;
5 zich bij de subsidieaanvraag opgeven als een milieu- of als een natuurvereniging, want eenzelfde vereniging kan slechts één erkenning krijgen. Bij eventuele betwisting oordeelt het college van burgemeester en schepenen over het erkenningsstatuut;
6 ten minste 5 leden tellen;
7 beschikken over goedgekeurde statuten voor een vzw en/of een werkingsreglement voor een feitelijke vereniging;
8 een bestuur dat jaarlijks minimaal drie maal vergadert;
9 jaarlijks minimaal 2 publieksgerichte activiteiten hebben die vooraf aangekondigd worden in een eigen publicatie, in die van de gewestelijke milieu- of natuurvereniging waar ze is bij aangesloten of via de pers of andere media;
10 gedurende twee werkingsjaren voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend, voldoen aan de algemene en specifieke erkenningsvoorwaarden op Vlaams niveau, tenzij het gaat om de aanvraag van een startsubsidie, zoals geregeld in artikelen 6 en 7.
Ingeval de aanvraag is ingediend door een bovengemeentelijke vereniging wordt de subsidie toegekend aan de lokale werking, die activiteiten ontplooit op het grondgebied van de stad Antwerpen.
Artikel 4
Zijn uitgesloten van deze subsidies:
- stedelijke instellingen;
- verenigingen waarvoor een afzonderlijk krediet is voorzien in de begroting;
- partijpolitieke of partijgebonden verenigingen.
Titel 3: de subsidies
Artikel 5
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen startsubsidies, werkingssubsidies en beheersubsidies. Milieu- en natuurverenigingen kunnen aanspraak maken op deze subsidies onder volgende voorwaarden:
1 startsubsidies kunnen niet gecumuleerd worden met werkingssubsidies of beheersubsidies; 2 beheersubsidies kunnen enkel verkregen worden door natuurverenigingen;
3 beheersubsidies en werkingssubsidies mogen gecumuleerd worden;
4 de start- en werkingssubsidies zijn niet cumuleerbaar met een subsidie op naam;
5 de start- en werkingssubsidies zijn cumuleerbaar met andere stedelijke subsidies of subsidies toegekend door een van de 9 districten, maar eenzelfde activiteit kan slechts eenmaal gesubsidieerd worden.
Afdeling I – startsubsidies Artikel 6: aanvraag
Een startsubsidie kan gegeven worden aan verenigingen waarvan de werking recent gestart is of die voorheen niet voldeden aan de bepalingen van artikel 3.
Om in aanmerking te komen voor een startsubsidie moet de vereniging een aanvraag indienen met het voorgeschreven aanvraagformulier ‘startsubsidie’ (bijlage 1 van dit reglement). De aanvraag moet ingediend worden vóór 1 juni van het betreffende werkjaar.
Bij de aanvraag maakt de vereniging zich bekend als milieu- of als natuurvereniging.
Een vereniging komt maximaal 2 achtereenvolgende jaren in aanmerking voor een startsubsidie. Na elk jaar wordt de werking van het voorbije jaar geëvalueerd op basis van een in te dienen werkingsverslag. Indien de vereniging de doelstellingen die in het aanvraagdossier zijn voorgelegd niet gehaald heeft, kan de vereniging geen bijkomende startsubsidie ontvangen.
Artikel 7: grootte van de subsidie
Zowel milieu- als natuurverenigingen kunnen een startsubsidie verkrijgen. Er wordt een forfaitair bedrag van 275,00 EUR uitgekeerd.
Afdeling II – werkingssubsidies Artikel 8: aanvraag
Een werkingssubsidie wordt toegekend aan verenigingen die een bestaande werking hebben. Om in aanmerking te komen voor een werkingssubsidie moet de vereniging een aanvraag indienen met het voorgeschreven aanvraagformulier ‘werkingssubsidie’ (bijlage 2 van dit reglement).
Bij de aanvraag maakt een vereniging zich bekend als milieu- of als natuurvereniging. De aanvraag moet ingediend worden vóór 1 juni van het betreffende werkjaar.
Artikel 9: samenstelling van de subsidie voor milieuverenigingen
Een werkingssubsidie wordt toegekend aan milieuverenigingen als ondersteuning van activiteiten die betrekking hebben op de milieuzorg. Onder andere komen in aanmerking voor subsidiëring, activiteiten die te maken hebben met: verstoringen in de atmosfeer (hinderbestrijding), verstoringen in de bodem, duurzaam stedelijk beleid, afvalpreventie en –inzameling, integraal waterbeheer, duurzaam gebruik van grondstoffen en producten, de reductie van bestrijdingsmiddelen, rationeel energiegebruik, bevordering, milieueducatie, sensibilisatie en inspraak.
De werkingssubsidie bestaat uit een basisbedrag en een bonus, die wordt berekend aan de hand van een puntensysteem. Punten worden toegekend in functie van de werking van het jaar voorafgaand aan de aanvraag.
A. De vereniging die een ledenblad, tijdschrift of nieuwsbrief uitgeeft op minimum 100 exemplaren met een frequentie van minimaal 3x per jaar verdient 1 punt.
B. De vereniging die een regelmatig geactualiseerde website onderhoudt met informatie over het leefmilieu of de duurzame ontwikkeling in de stad verdient 1 punt.
C. De vereniging die op het grondgebied van de stad activiteiten rond het leefmilieu of de duurzame ontwikkeling organiseert voor het brede publiek of een specifieke doelgroep verdient 1 punt per activiteit. Er kunnen maximum 10 punten per jaar genoteerd worden. De activiteiten moeten aangetoond worden met behulp van aankondigingen via ledenblad, persberichten, flyers, of een overeenkomst met de specifieke doelgroep, ...Een activiteit georganiseerd door meer dan één vereniging kan maar door één van de organiserende verenigingen ingediend worden.
D. De vereniging die activiteiten organiseert voor monitoring van het milieu op het grondgebied van de stad Antwerpen, en die bedoeld zijn voor een beperkt aantal specialisten of de eigen leden verdient 1 punt per activiteit met een maximum van 2 punten per jaar, op voorwaarde dat de gegevens van de monitoring aan de stad worden bezorgd.
E. De vereniging die vormingsactiviteiten organiseert voor vrijwilligers of medewerkers van de vereniging op het grondgebied van de stad Antwerpen verdient 2 punten per activiteit, op
voorwaarde dat er ten minste 6 inwoners van de stad Antwerpen deelnemen. Er kunnen maximum 6 punten per jaar genoteerd worden. De activiteiten moeten aangetoond worden met behulp van deelnemerslijsten en de inhoud van het vormingsprogramma.
Artikel 10: grootte van de subsidie
De grootte van het basisbedrag is 220,00 EUR per jaar. De grootte van het aanvullend bedrag is 60,00 EUR per punt voor milieuverenigingen die geen gewestelijke of provinciale subsidies ontvangen voor de ingediende activiteiten. Verenigingen die andere werkingssubsidies ontvangen van de stad of de districten kunnen slechts éénmaal voor eenzelfde activiteit gesubsidieerd worden.
De aanvullende vergoeding voor milieuverenigingen die reeds gewestelijke of provinciale subsidies ontvangen voor ingediende activiteiten, bedraagt 50,00 EUR per punt.
Artikel 11: samenstelling van de subsidie voor natuurverenigingen
Een werkingssubsidie wordt toegekend aan natuurverenigingen als ondersteuning van activiteiten die betrekking hebben op de natuurzorg, met uitzondering van terreinbeheer. Meer bepaald komen in aanmerking voor subsidiëring, activiteiten die te maken hebben met de natuurbescherming, het natuurbehoud en de -ontwikkeling, de bevordering van de biodiversiteit, de groenvoorziening, het bosbeheer of het beheer van kleine landschapselementen, de natuureducatie.
De werkingssubsidie bestaat uit een basisbedrag en een bonus, die wordt berekend aan de hand van een puntensysteem. Punten worden toegekend in functie van de werking van het jaar voorafgaand aan de aanvraag.
A. De vereniging die een ledenblad, tijdschrift of nieuwsbrief uitgeeft op minimum 100 exemplaren met een frequentie van minimaal 3x per jaar verdient 1 punt.
B. De vereniging die een regelmatig geactualiseerde website onderhoudt met informatie over de natuur in de stad verdient 1 punt.
C. De vereniging die op het grondgebied van de stad activiteiten rond de natuur organiseert voor het brede publiek of een specifieke doelgroep verdient 1 punt per activiteit. Er kunnen maximum 10 punten per jaar genoteerd worden. De activiteiten moeten aangetoond worden met behulp van aankondigingen via ledenblad, persberichten, flyers, of een overeenkomst met de specifieke doelgroep, .…Een activiteit georganiseerd door meer dan één vereniging kan maar door één van de organiserende verenigingen ingediend worden.
D. De vereniging die activiteiten organiseert voor monitoring of inventarisatie van de natuur op het grondgebied van de stad Antwerpen, en die bedoeld zijn voor een beperkt aantal specialisten of de eigen leden verdient 1 punt per activiteit met een maximum van 2 punten per jaar, op voorwaarde dat de gegevens van de monitoring of inventarisatie aan de stad worden bezorgd.
E. De vereniging die vormingsactiviteiten organiseert voor vrijwilligers of medewerkers van de vereniging op het grondgebied van de stad Antwerpen verdient 2 punten per activiteit, op voorwaarde dat er tenminste 6 inwoners van de stad Antwerpen deelnemen. Er kunnen maximum 6 punten per jaar genoteerd worden. De activiteiten moeten aangetoond worden met behulp van deelnemerslijsten en de inhoud van het vormingsprogramma.
Artikel 12: grootte van de subsidie
De grootte van het basisbedrag is 220,00 EUR per jaar. De grootte van het aanvullend bedrag is 60,00 EUR per punt voor natuurverenigingen die geen gewestelijke of provinciale subsidies
ontvangen voor de ingediende activiteiten. Verenigingen die andere werkingssubsidies ontvangen van de stad of de districten kunnen slechts éénmaal voor eenzelfde activiteit gesubsidieerd worden.
De aanvullende vergoeding voor natuurverenigingen die gewestelijke of provinciale subsidies ontvangen voor ingediende activiteiten, bedraagt 50,00 EUR per punt.
Afdeling III – beheersubsidies Artikel 13: aanvraag
Een beheersubsidie kan toegekend worden aan terreinbeherende natuurverenigingen en aan andere verenigingen die terreinen beheren als natuurgebied of bosgebied of die kleine landschapselementen beheren op het grondgebied van de stad Antwerpen. Voor het onderhoud van buurt- of wijkgroen door bewonersgroepen of wijkcomités kan geen beheersubsidie in het kader van dit reglement toegekend worden.
Er kan enkel een beheersubsidie voor erkende natuurreservaten, zoals bepaald in artikel 14, of voor niet erkende natuurgebieden, zoals bepaald in artikel 15, toegekend worden voor terreinen die volledig of gedeeltelijk opengesteld worden voor de Antwerpenaars. Een terrein wordt als opengesteld beschouwd als er wandelpaden doorheen lopen die vrij toegankelijk zijn gedurende ten minste 3 maanden van het jaar.
Een beheersubsidie voor erkende natuurreservaten, overeenkomstig artikel 14, een beheersubsidie voor niet-erkende natuurgebieden, overeenkomstig artikel 15, en een beheersubsidie voor kleine landschapselementen, overeenkomstig artikel 16, zijn onderling niet cumuleerbaar voor hetzelfde terrein.
Om in aanmerking te komen voor een beheersubsidie moet de vereniging een aanvraag indienen met het voorgeschreven aanvraagformulier ‘beheersubsidie’ (bijlage 3 van dit reglement). De aanvraag moet ingediend worden vóór 1 juni van het jaar waarvoor de beheersubsidie wordt aangevraagd.
Artikel 14: toekenning van beheersubsidie voor erkende natuurreservaten
Er wordt een subsidie toegekend voor het natuurbeheer van erkende natuurreservaten. De grootte van de subsidie is afhankelijk van de oppervlakte en de eigendomssituatie van het natuurreservaat. Voor erkende natuurreservaten die eigendom of in huur zijn van de stad Antwerpen, het OCMW van Antwerpen of private eigendommen wordt een subsidie gegeven. Voor erkende natuurreservaten die eigendom zijn van een openbaar bestuur of een (stedelijk, provinciaal, gewestelijk of federaal) overheidsbedrijf verschillend van de stad Antwerpen of het OCMW van Antwerpen kan geen beheersubsidie toegekend worden, tenzij ze gehuurd worden door de stad Antwerpen van dat openbaar bestuur of overheidsbedrijf.
De subsidie voor het beheer wordt berekend volgens tabel 1.
Eigendomssituatie | Subsidiebedrag |
Stad Antwerpen | 30,00 EUR/ha |
OCMW Antwerpen | 30,00 EUR/ha |
Privaat eigendom | 30,00 EUR/ha |
Ander openbaar bestuur | 00,00 EUR/ha |
Tabel 1: beheersubsidie voor erkende reservaten
Artikel 15: toekenning van beheersubsidies voor niet-erkende natuurgebieden
Er wordt een subsidie toegekend voor het natuurbeheer van terreinen die (nog) niet erkend zijn als natuurreservaat of die niet erkend kunnen worden als natuurreservaat. De aanvraag moet een beheerplan bevatten waarin tekstueel en op kaart moet vermeld worden welk beheer zal gevoerd worden. Indien het terrein eigendom is van een andere eigenaar dan de aanvrager moet een
verklaring van de eigenaar of vruchtgebruiker, waarin die instemt met het beheer, bij de aanvraag gevoegd worden. De grootte van de subsidie is afhankelijk van de oppervlakte en de eigendomssituatie van het natuurreservaat.
Voor terreinen die eigendom of in huur zijn van de stad Antwerpen of het OCMW van Antwerpen wordt de hoogste subsidie gegeven. Voor terreinen die privaat eigendom zijn wordt de kleinste subsidie gegeven. Voor terreinen die eigendom zijn van een openbaar bestuur of een (stedelijk, provinciaal, gewestelijk of federaal) overheidsbedrijf verschillend van de stad Antwerpen of het OCMW van Antwerpen kan geen beheersubsidie toegekend worden, tenzij ze gehuurd worden door de stad Antwerpen van dat openbaar bestuur of overheidsbedrijf.
De subsidie voor het beheer wordt berekend volgens tabel 2.
Eigendomssituatie | Subsidiebedrag |
Stad Antwerpen | 110,00 EUR/ha |
OCMW Antwerpen | 110,00 EUR/ha |
Privaat eigendom | 55,00 EUR/ha |
Ander openbaar bestuur | 00,00 EUR/ha |
Tabel 2: beheersubsidie voor niet-erkende reservaten
Indien een niet-erkend natuurgebied erkend wordt als natuurreservaat in de loop van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd nadat de aanvraag werd ingediend, wordt de subsidie zoals bepaald in tabel 2 toegekend.
Artikel 16: toekenning van beheersubsidie voor het onderhoud van kleine landschapselementen
Er wordt een beheersubsidie toegekend voor het beheer van kleine landschapselementen. De aanvraag moet een beheerplan (zowel tekstueel als cartografisch) bevatten waarin het aantal te onderhouden knotwilgen, de lengte van de te onderhouden hagen of houtkanten en de oppervlakte van de verbindende stroken natuur vermeld worden. Het beheerplan moet tevens gemotiveerd aangeven welk type natuurbeheer zal uitgevoerd worden. Indien de bedoelde kleine landschapselementen of verbindende stroken natuur gesitueerd zijn op privaat eigendom of openbaar eigendom dat geen eigendom is van de stad Antwerpen moet een verklaring van de eigenaar of vruchtgebruiker, waarin die instemt met het beheer, bij de aanvraag gevoegd worden. Voor kleine landschapselementen die eigendom zijn van een openbaar bestuur of een (stedelijk, provinciaal, gewestelijk of federaal) overheidsbedrijf verschillend van de stad Antwerpen of het OCMW van Antwerpen kan geen beheersubsidie toegekend worden, tenzij ze gehuurd worden door de stad Antwerpen van dat openbaar bestuur of overheidsbedrijf.
De beheersubsidie wordt berekend volgens tabel 3.
Type klein landschapselement | Subsidiebedrag |
Knotwilg | 4,00 EUR/wilg |
Haag of houtkant | 2,00 EUR/m |
Verbindende strook natuur | 15,00 EUR/ha |
Tabel 3: beheersubsidie voor KLE’s
Titel 4: het indienen van aanvragen
Artikel 17: aanvraag subsidie
De aanvraag wordt ingediend bij het college vóór 1 juni van het desbetreffende werkjaar met het voorgeschreven aanvraagformulier. De aanvraag kan aangetekend, tegen ontvangstbewijs of via het elektronisch loket van de stad bezorgd worden.
Artikel 18: ontvankelijkheid
Om ontvankelijk te zijn, omvat het aanvraagdossier:
- het volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier
- als bijlage bij de aanvraag de vereiste documenten zoals vermeld op het aanvraagformulier
- een kopie van de statuten of het werkingsreglement van de vereniging bij een eerste aanvraag of bij een wijziging ten opzichte van een vorige aanvraag
- een goedgekeurd jaarverslag, jaarrekening en begroting
- een actuele ledenlijst
Titel 5: slotbepalingen
Artikel 19: ontvangstmelding
Ten laatste 2 maanden na het indienen van de aanvraag deelt de stad in een ontvangstmelding aan de aanvrager mee of de aanvraag ontvankelijk is.
Artikel 20: beslissing
Het college beslist over de toekenning van de subsidies op basis van het aanvraagdossier. De stad stelt de aanvrager van de beslissing over de toekenning of weigering van de subsidies schriftelijk op de hoogte.
Artikel 21: uitbetaling van toegekende subsidies
De stad betaalt de subsidies uit op het bankrekeningnummer dat de aanvrager heeft meegedeeld.
Artikel 22: beroepsmogelijkheid
De aanvrager kan tegen de beslissing van het college een beroep instellen bij de Raad van state binnen de termijn van 60 dagen na de ontvangst van het besluit. Het verzoekschrift tot vernietiging, al dan niet vergezeld van een vordering tot schorsing, dient aangetekend verstuurd te worden.
Artikel 23: controle
Een stadsafgevaardigde mag ten allen tijde controle uitoefenen, zowel op de boekhouding van de vereniging als op de activiteiten op het terrein.
Artikel 24: sancties
Onregelmatig verkregen subsidies worden teruggevorderd en de betrokken vereniging kan verder geen aanspraak meer maken op nieuwe subsidies in het kader van dit reglement.
Artikel 25: afwijkingen
Het college kan in uitzonderlijke gevallen, en mits gemotiveerd besluit, afwijkingen toestaan op de bepalingen van dit reglement. Voor zover er in dit reglement niet van wordt afgeweken, zijn op de uitbetaling van de premie de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen, alsmede het algemeen reglement op de toelagen van de stad Antwerpen (gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2006 en eventuele wijzigingen) van toepassing.
Artikel 26
Dit reglement gaat in vanaf 1 januari 2009 en vervangt alle voorgaande reglementen met hetzelfde onderwerp.