Inhoud
Inhoud
TOEPASSINGSGEBIED EN INLEIDENDE BEGRIPPEN 39
0. Verantwoording en bibliografie 40
1. Personeel toepassingsgebied 42
1.1. Onderworpen personen 42
1.1.1. Rechtspersoonlijkheid 43
1.1.2. Exploitatie van een onderneming / verrichtingen van winstgevende aard 44
1.1.2.1. Exploitatie van een onderneming 45
1.1.2.2. Verrichtingen van winstgevende aard 45
1.1.3. Fiscaal domicilie in België 51
1.2. Niet onderworpen personen 54
1.2.1. Onvoorwaardelijk uitgesloten personen (artikel 180 WIB) 54
1.2.2. Vzw’s en andere rechtspersonen die geen winstoogmerk nastreven 55
1.2.2.1. Bedoelde rechtspersonen 55
1.2.2.2. De bevoorrechte activiteiten (artikel 181 WIB) 58
1.2.2.3. De bevoorrechte verrichtingen (artikel 182 WIB) 60
1.2.2.3.1. Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen 61
1.2.2.3.2. Beleggen van fondsen 61
1.2.2.3.3. Verrichtingen die slechts bijkomstig op nijverheids-, han- dels- of landbouwverrichtingen betrekking hebben of niet
volgens nijverheids- of handelsmethoden wordt uitgevoerd 61
1.2.3. Alles of niets 65
1.2.4. Rechtzekerheidsbeginsel 65
1.2.5. Overgang naar vennootschapsbelasting 67
1.2.6. Procedurele aspecten 70
1.2.7. Recente rechtspraak 71
1.3. Fiscale consolidatie 73
1.3.1. Principe 73
1.3.2. Aftrek groepsbijdrage 74
1.3.2.1. Groepsbijdrageovereenkomst 74
1.3.2.2. In aanmerking komende vennootschappen 75
1.3.2.3. Uitgesloten vennootschappen 76
1.3.2.4. Formele voorwaarde 77
1.4. IntraEuropese vennootschap 77
2. Materieel toepassingsgebied 78
2.1. Algemene principes voor de vaststelling van de winst 78
2.1.1. Verwijzing naar de personenbelasting 78
2.1.2. Professionalisatie 78
2.1.3. Annaliteitsbeginsel 78
2.1.3.1. Algemeen 78
2.1.3.2. Duur van het boekjaar 80
2.1.3.3. Voorwaardelijke rechten – eigendomsvoorbehoud 82
2.1.3.4. Retroactiviteitsclausules 86
2.1.3.5. Uitzonderingen 88
2.1.4. Primauteit van het boekhoudrecht 88
2.1.5. Eenheid van bedrijfseconomische en fiscale jaarrekening – bindende
kracht van de jaarrekening 91
2.1.5.1. Principe 91
2.1.5.2. Bindende kracht van de jaarrekening 92
2.1.5.2.1. Fiscale regels 92
2.1.5.2.2. Gemeenrechtelijke regels 93
2.1.5.2.3. Concreet 96
2.1.5.3. Munteenheid 100
2.1.6. IAS/IFRSnormen 100
2.1.7. Technische bepaling van de belastbare winst 101
2.2. Het winstbegrip in de personenbelasting 102
2.2.1. Winst uit de eigenlijke exploitatie 103
2.2.2. Meerwaarden 103
2.2.3. Verdoken reserves 104
2.3. De nettoactief benadering 105
2.4. Hybridemismatches 105
2.5. Controlled Foreign Company (CFC) 106
2.5.1. Buitenlandse vennootschappen 107
2.5.2. Buitenlandse inrichtingen 108
2.5.3. Vermijden dubbele belasting 108
2.5.4. Aangifte 109
2.6. De dynamische benadering 109
2.7. Bijzondere systemen tot vaststelling van de belastbare winst 110
2.7.1. Beleggingsvennootschappen 110
2.7.2. Xxxxxxxxxxxxxx 000
2.7.3. Diamant Stelsel 111
2.7.4. Minimumwinst 112
2.7.4.1. Buitenlandse firma’s 112
2.7.4.2. Binnenlandse vennootschappen 114
2.8. Bewijslast 117
2.8.1. Klassieke visie 117
2.8.2. Andere visie 118
2.8.3. Hof van Cassatie 121
2.9. Simulatie en rechtsmisbruik 124
2.9.1. Simulatie 124
2.9.2. Rechtsmisbruik 128
2.9.2.1. Belastingontduiking versus belastingontwijking 128
2.9.2.2. Wettekst 128
2.9.2.3. Stap 1 – De belastingadministratie levert het bewijs van fis
caal misbruik 132
2.9.2.3.1. Belastingplichtige 132
2.9.2.3.2. Rechtshandeling 133
2.9.2.3.3. Subjectief en objectief element 134
2.9.2.4. Stap 2 – Tegenbewijs door belastingplichtige 141
2.9.2.5. Stap 3 – Het herstel 145
2.9.2.5.1. Feitelijke vaststelling belastbare grondslag 145
2.9.2.5.2. Eliminatie en/of substitutie rechtshandeling 147
2.9.2.5.3. (A)symmetrische toepassing 149
2.9.2.5.4. Temporele toepassing 149
2.9.2.6. Voorafgaande beslissing in fiscale zaken 150
2.9.2.7. Aanslagtermijnen 151
2.9.2.8. Belastingvermeerdering 151
2.9.2.9. Inwerkingtreding 152
RESERVES – BELASTBARE GERESERVEERDE WINST 157
0. Inleidende beschouwingen 158
1. Belastbare reserves in het kapitaal en belastbare uitgiftepremies 160
1.1. Gestort kapitaal 160
1.1.1. Het maatschappelijk kapitaal 160
1.1.1.1. Principe 160
1.1.1.2. Uitzondering: inbreng aandelen 162
1.1.1.3. Bijzondere gevallen 168
1.1.1.3.1. Inbreng van een bedrijfsafdeling 168
1.1.1.3.2. Inbreng Belgische inrichting 168
1.1.1.3.3. Inbreng buitenlandse inrichting of in buitenland gelegen bestanddelen 168
1.1.1.3.4. Grensoverschrijdende reorganisatieverrichtingen 169
1.1.1.3.5. Immigratie 170
1.1.1.3.6. Omzetting vzw in vennootschap met sociaal oogmerk 175
1.1.1.3.7. Nettoactief verzekeringsonderneming 176
1.1.2. Uitgiftepremies en winstbewijzen 176
1.1.2.1. Algemeen 176
1.1.2.2. De uitgiftepremie 177
1.1.2.3. Winstbewijzen 179
1.2. Belaste reserves in kapitaal en belaste uitgiftepremies 180
1.3. Belastingvrije reserves in kapitaal 183
2. Belastbaar gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarden 184
3. Wettelijke reserve 192
4. Onbeschikbare reserves 193
5. Beschikbare reserves 194
6. Overgedragen winst of verlies 195
7. Liquidatiereserve 197
7.1. Belang 197
7.2. Gewone liquidatiereserve 197
7.2.1. Aanleg 197
7.2.2. Taxatie 202
7.2.3. Voorbeeld 202
7.2.4. Boekhoudkundige verwerking 203
7.3. Bijzondere liquidatiereserve 204
8. Belastbare voorzieningen 210
9. Andere in de balans vermelde reserves 212
10. Andere belastbare reserves (+)/(-) 213
11. Onzichtbare reserves 214
11.1. Begripsomschrijving 214
11.1.1. Oprichtingskosten 214
11.1.2. Immateriële vaste activa 215
11.1.2.1. Kosten voor (onderzoek en) ontwikkeling 215
11.1.2.2. Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en ande
re gelijkaardige rechten 217
11.1.2.3. Goodwill 218
11.1.3. Materiële vaste activa 220
11.1.3.1. Algemeen 220
11.1.3.2. Investering of kost? 225
11.1.3.2.1. Duurzaamheid 225
11.1.3.2.2. Nuttigheid 225
11.1.3.2.3. Economische eenheid 226
11.1.3.2.4. Materialiteitsgrens 227
11.1.3.2.5. Enkele toepassingsgevallen 227
11.1.4. Financiële vaste activa 229
11.1.4.1. Begrip 229
11.1.4.2. Onderscheid met geldbeleggingen 230
11.1.5. Vorderingen op meer dan één jaar 231
11.1.6. Voorraden 231
11.1.7. Bestellingen in uitvoering 234
11.1.8. Vorderingen op ten hoogste één jaar 236
11.1.9. Geldbeleggingen 236
11.1.10. Liquide middelen 237
11.1.11. Overlopende rekeningen van het actief 237
11.1.12. Schulden op meer dan één jaar 238
11.1.13. Schulden op ten hoogste één jaar 238
11.1.14. Overlopende rekeningen van het passief 238
11.2. Waarderingsregels 238
11.2.1. Algemene principes 238
11.2.2. Aanschaffingswaarde 241
11.2.2.1. Algemeen 241
11.2.2.1.1. Aanschafingsprijs 241
11.2.2.1.2. Vervaardigingsprijs 242
11.2.2.1.3. Inbrengwaarde 245
11.2.2.2. Kosteloze verkrijging (algemeen) 247
11.2.2.2.1. Boekhoudkundige aspecten 247
11.2.2.2.2. Fiscale gevolgen 248
11.2.2.3. Kosteloze verkrijging (van opstallen) 251
11.2.2.4. Groenestroom en warmtekrachtcertificaten 254
11.2.2.5. Verkrijging tegen te hoge waarde (de overprijs) 254
11.2.2.6. Opsplitsing grond / gebouw 256
11.2.2.7. Activa met identieke technische of juridische kenmerken 257
11.2.2.8. Xxxxxxx voorraad 258
11.2.2.9. Vreemde valuta 258
11.2.2.10. Onroerende zakelijke rechten 260
11.2.2.10.1. Gemeenrechtelijke aspecten 260
11.2.2.10.2. Xxxxxxxxxx 000
11.2.2.10.3. Boekhoudkundige en fiscale aspecten 271
11.2.2.10.4. Beëindiging van een zakelijk recht 286
11.2.2.11. Aanschaffing tegen lijfrente 291
11.2.3. Waarde in het economisch verkeer 293
11.3. Belastbare waardeverminderingen 295
11.3.1. Principe 295
11.3.2. Toepassingen 297
11.3.2.1. Waardeverminderingen op materiële vaste activa 297
11.3.2.1.1. Algemeen 297
11.3.2.1.2. Vervuilde terreinen 297
11.3.2.1.3. Aankoopkosten (grond) 298
11.3.2.2. Waardeverminderingen op financiële vaste activa en andere
geldbeleggingen 303
11.3.2.2.1. Financiële vaste activa 303
11.3.2.2.2. Reconstitutiemeerwaarden 304
11.3.2.2.3. Xxxxxxxxxxxxxxx 000
11.3.2.3. Waardeverminderingen op voorraden 305
11.3.2.4. Waardeverminderingen op vorderingen 306
11.4. Overdreven afschrijvingen 306
11.4.1. Principe 306
11.4.2. Fiscale verwerking van de niet aanvaardbare afschrijvingen 310
11.4.2.1. Verworpen uitgave 310
11.4.2.2. Afschrijvingsexcedenten – onzichtbare reserve 311
11.4.2.3. Onderscheid en belang 311
11.4.3. Afschrijvingsystemen 312
11.4.3.1. Lineaire methode 312
11.4.3.2. Degressieve methode 313
11.4.3.3. Andere fiscaal toegelaten methodes 317
11.4.3.4. Andere methodes 319
11.5. Afschrijvingsduur 320
11.5.1. Oprichtingskosten 320
11.5.2. Immateriële vaste activa 320
11.5.3. Materiële vaste activa 331
11.5.3.1. Wettelijke bepalingen 331
11.5.3.2. Administratief standpunt 331
11.5.3.3. Rechtspraak 333
11.5.3.3.1. Onroerende goederen 333
11.5.3.3.2. Installaties, machines en uitrusting 338
11.5.3.3.3. Vakliteratuur 338
11.5.3.3.4. Platencollectie 338
11.5.3.3.5. Meubilair 339
11.5.3.3.6. Rollend materieel 339
11.5.3.4. Bijkomende kosten 341
11.5.4. Begin afschrijvingsduur 342
11.5.4.1. Algemeen 342
11.5.4.2. Proratering van de eerste afschrijvingsannuïteit 344
11.5.5. Einde afschrijvingsduur 344
11.5.6. Motivering bericht van wijziging 346
11.5.7. Aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen en terugname van af
schrijvingen 347
11.5.8. Taxatie – Aanpassing van de boekhouding – Detaxatie 348
11.5.9. Inhalen van afschrijvingstekorten 352
11.5.10. Toepassingen 354
11.5.10.1. Software – Toepassing artikel 63 WIB 354
11.5.10.2. Toepassing artikel 64 WIB 356
11.5.10.3. Herschatting grondwaarde – Wijziging afschrijvingsper
centage – Aanpassen boekhouding 358
11.5.10.4. Activa in kosten 361
11.5.10.5. Aankoopkosten personenwagen – Toepassing artikel 65 WIB 362
11.6. Andere onderschattingen van activa en overschattingen van passiva 367
11.6.1. Financiële vaste activa 367
11.6.2. Vorderingen op meer dan één jaar 369
11.6.3. Voorraden 372
11.6.3.1. Aanschaffings of vervaardigingsprijs 372
11.6.3.2. Marktwaarde 376
11.6.4. Bestellingen in uitvoering 378
11.6.4.1. Winstuitdrukking volgens de voortschrijding van de werken 378
11.6.4.2. Winstuitdrukking na afwerking van de werken 378
11.6.5. Vorderingen op ten hoogste één jaar 379
11.6.5.1. Algemeen 379
11.6.5.2. Door te rekenen kosten 379
11.6.5.3. Terug te vorderen belastingen – moratoriuminteresten 379
11.6.6. Geldbeleggingen en liquide middelen 380
11.6.6.1. Algemeen 380
11.6.6.2. Vastrentende effecten 380
11.6.6.3. Inschrijvingsrechten en warrants 382
11.6.6.4. Afgeleide financiële instrumenten, opties en aandelenoptie
plannen 383
11.6.6.5. Transactionele vergoeding 385
11.6.7. Overlopende rekeningen van het actief 385
11.6.7.1. Over te dragen kosten 385
11.6.7.2. Toe te rekenen opbrengsten 386
11.6.8. Schulden 386
11.6.8.1. Algemeen 386
11.6.8.2. Niet ingekohierde lokale taksen 388
11.6.8.3. Voorziening voor vakantiegeld 389
11.6.8.4. Waarborg op verpakkingen 390
11.6.8.5. Verjaarde schulden 390
11.6.8.6. Xxxxxxxxxxxxxx van schulden 391
11.6.8.7. Derdenrekening 391
11.6.8.8. Openstaande leveranciers – creditering rekening courant 392
11.6.8.9. Creditstand klanten 393
11.6.9. Overlopende rekeningen van het passief 393
12. Aanpassingen in meer van de begintoestand der reserves 397
12.1. Meerwaarden op aandelen / Terugname waardeverminderingen 397
12.1.1. Bedoelde meerwaarden 397
12.1.2. Niet bedoelde meerwaarden 401
12.1.2.1. Uitgedrukte, niet gerealiseerde meerwaarden 401
12.1.2.2. Reconstitutiemeerwaarden 401
12.1.2.3. Meerwaarden gerealiseerd in het kader van een belasting
vrije reorganisatie 402
12.1.2.4. Meerwaarden vastgesteld naar aanleiding van de lening van
aandelen | 406 |
12.1.2.5. Meerwaarden gerealiseerd op aandelen behorende tot de | |
handelsportefeuille | 407 |
12.1.3. Voorwaarden | 408 |
12.1.3.1. Algemeen | 408 |
12.1.3.2. Bijzonderheden inzake de participatievoorwaarde | 409 |
12.1.3.3. Bijzonderheden inzake de taxatievoorwaarde 409
12.1.3.4. Bijzonderheden inzake de permanentievoorwaarde 410
12.1.4. Xxxxxx xxx xx xxxxxxxxxx 000
12.1.4.1. Verkoopkosten 412
12.1.4.1.1. Tot en met aanslagjaar 2006 412
12.1.4.1.2. Vanaf aanslagjaar 2007 412
12.1.4.2. Disconto 413
12.1.4.3. Wisselkoersverschillen 414
12.2. Definitieve vrijstelling tax shelter erkende audiovisuele werken en erkende
podiumkunsten 415
12.3. Vrijgestelde gewestelijke steunmaatregelen 415
12.3.1. Vrijgestelde bedragen met ingang van aanslagjaar 2007 415
12.3.2. Vrijgestelde bedragen met ingang van aanslagjaar 2008 416
12.3.3. Boekhoudkundige verwerking 417
12.4. Coronapremies 420
12.5. Definitieve vrijstelling winst voortvloeiend uit de homologatie van een reorga nisatieplan en uit de vaststelling van een minnelijk akkoord 420
12.6. Definitieve vrijstelling voor innovatieinkomsten 423
12.7. Negatieve correctie in toepassing van het Diamant Stelsel 423
12.8. Andere 423
12.8.1. Formele kapitaalvermindering 423
12.8.2. Terugbetaling van belastingen 423
12.8.3. Meerwaarde personenwagens 424
12.8.4. Neerwaartse correctie voor grensoverschrijdende onderling relaties 424
13. Aanpassingen in min van de begintoestand der reserves 426
RESERVES – VRIJGESTELDE GERESERVEERDE WINST 427
1. Waardeverminderingen op handelsvorderingen 428
1.1. Voorwaarden voor belastingvrijstelling 428
1.1.1. Materiële voorwaarden 428
1.1.2. Formele voorwaarden 434
1.2. Latere bestemming van de geboekte waardeverminderingen op vorderingen 435
1.3. Definitieve verliezen op vorderingen 436
1.3.1. Fiscale kwalificatie 436
1.3.2. Bewijs 437
1.3.2.1. Faillissement 438
1.3.2.2. Andere 439
1.4. Uitbreidingen 443
1.4.1. Btw 443
1.4.2. Wet betreffende de continuïteit van ondernemingen en faillissementwet 444
1.4.2.1. WCO 445
1.4.2.1.1. Juridische analyse 445
1.4.2.1.2. Fiscale relevantie 446
1.4.2.2. Het faillissement 448
1.4.2.2.1. Juridische analyse 448
1.4.2.2.2. Fiscale relevantie 450
1.5. Voorbeeld 450
1.5.1. Gegevens 450
1.5.2. Boekhoudkundige verwerking 450
1.5.3. Fiscale verwerking 451
1.5.3.1. Vennootschapsbelasting 451
1.5.3.1.1. Aangifte vennootschapsbelasting 451
1.5.3.1.2. Formulier 204.3 452
1.5.3.2. Btw 452
2. Voorzieningen voor risico’s en kosten 453
2.1. Voorwaarden 453
2.1.1. Materiële voorwaarden 453
2.1.2. Formele voorwaarden 457
2.2. Casuïstiek 459
2.2.1. Aansprakelijkheid 459
2.2.1.1. Professionele aansprakelijkheid 459
2.2.1.1.1. Algemeen 459
2.2.1.1.2. Tienjarige aansprakelijkheid van architecten en aannemers 459
2.2.1.2. Productaansprakelijkheid 459
2.2.1.2.1. Algemeen 459
2.2.1.2.2. Waarborg en garantieverplichtingen 460
2.2.1.3. Hangende geschillen 461
2.2.2. Personeel – Werkloosheid met bedrijfstoeslag – Pensioen 462
2.2.2.1. Ontslag 462
2.2.2.2. Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) 464
2.2.2.3. Pensioenen 464
2.2.2.4. Overlijdensdekking 468
2.2.3. Andere 468
2.2.3.1. Herstelling 468
2.2.3.2. Herstel van een onroerend goed in de oorspronkelijke toestand 469
2.2.3.3. Verplichtingen voortvloeiend uit een verkavelingsvergunning 470
2.2.3.4. Verhuiskosten 470
2.2.3.5. Beurs en foirekosten 470
2.2.3.6. Registratierechten (beroepsverkoper) 470
2.2.3.7. Bodemsanering 471
2.2.3.8. Termijncontracten 473
2.2.3.9. Interesten 473
2.2.3.10. Bonus personeel 473
2.2.3.11. Verhuurgarantie 473
2.2.3.12. Recupelbijdrage 474
2.2.3.13. Kalversterfte 474
2.2.3.14. Storten van afval 475
2.2.3.15. Opleidingskosten 475
2.3. Latere bestemming van de geboekte voorzieningen voor risico’s en kosten 475
2.4. Overwaardering van passiva 479
3. Uitgedrukte maar niet verwezenlijkte meerwaarden 481
4. Verwezenlijkte meerwaarden 482
4.1. Gespreid te belasten meerwaarden op bepaalde effecten 482
4.2. Gespreid te belasten meerwaarden op materiële en immateriële vaste activa 483
4.2.1. Bedoelde meerwaarden 483
4.2.1.1. Gedwongen meerwaarden 483
4.2.1.2. Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden 485
4.2.1.3. Sale and lease back 488
4.2.2. Aard van de activa 491
4.2.3. Xxxxxx xxx xx xxxxxxxxxx 000
4.2.4. De herbelegging 495
4.2.5. De herbeleggingstermijn 498
4.2.6. Gespreide belasting 500
4.2.7. Formaliteiten 502
4.2.8. Invloed belastingvrije reorganisatieverrichtingen 503
4.2.8.1. Vrijwillige verwezenlijking van overgenomen activa – ter
mijn van vijf jaar 503
4.2.8.2. Herbelegging in overgenomen activa 503
4.2.8.3. Herbeleggingstermijn – datum aanschaf overgenomen activa 505
4.2.9. Boekhoudkundige verwerking 505
4.2.10. Toepassing 506
4.2.10.1. Gegevens 506
4.2.10.2. Berekening van de meerwaarde 507
4.2.10.3. Journaalposten boekjaar 31/12/N10 507
4.2.10.4. Berekening van de terug te nemen gespreid te belasten
meerwaarde 507
4.2.10.5. Boeking terugname 509
4.2.10.6. Verwerking in aangifte vennootschapsbelasting 509
4.2.11. Aansprakelijkheid accountant – belastingconsulent 510
4.3. Andere verwezenlijkte meerwaarden 510
4.3.1. Het monetaire gedeelte van verwezenlijkte meerwaarden 510
4.3.2. Meerwaarde op aandelen verkregen of vastgesteld naar aanleiding van
een fusie, splitsing of omzetting van vennootschappen 511
4.3.3. Meerwaarde bij inbreng van een bedrijfsafdeling of van een algemeen
heid van goederen 511
4.3.4. Meerwaarden (oud stelsel) 512
4.3.4.1. De vóór 1 januari 1990 vastgestelde of verwezenlijkte meer
waarden 512
4.3.4.1.1. Gedwongen meerwaarden 512
4.3.4.1.2. Niet monetair gedeelte van verwezenlijkte meerwaarden 513
4.3.4.2. Het niet monetaire gedeelte van de tot en met het aanslagjaar
1991 vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden op bepaalde aandelen 513
4.3.4.3. Meerwaarden ten gevolge van devaluatie 514
4.4. Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen 514
4.4.1. Bedrijfsvoertuigen 515
4.4.2. Gedwongen versus vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden 515
4.4.3. Xxxxxx xxx xx xxxxxxxxxx 000
4.4.4. Herbelegging 516
4.4.5. Andere voorwaarden 518
4.5. Meerwaarden binnenschepen 519
4.5.1. Binnenschepen 519
4.5.2. Xxxxxxxxx versus vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden 520
4.5.3. Bedrag van de meerwaarde 520
4.5.4. Herbelegging 520
4.5.5. Andere voorwaarden 522
4.6. Meerwaarden op zeeschepen 522
5. Tax – Shelter erkende audiovisuele werken 523
5.1. Voorlopige vrijstelling 524
5.1.1. Principe 524
5.1.2. In aanmerking komende investeerder 525
5.1.3. Maximale vrijstelling 526
5.1.4. Voorwaarden 527
5.1.5. Voorbeeld 529
5.2. Definitieve vrijstelling 529
5.3. Rentevergoeding 530
5.4. Kosten, minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen 531
5.5. Boekhoudkundige verwerking 531
6. Tax shelter erkende podiumwerken 534
7. Reserve voor innovatie-inkomsten 535
8. Winst voortvloeiend uit de homologatie van een reorganisatieplan en uit de vast-
stelling van een minnelijk akkoord 535
9. Andere vrijgestelde bestanddelen 536
9.1. Kosten van collectief vervoer 536
9.1.1. Gemeenschappelijk woonwerkverkeer 536
9.1.2. Bedoelde voertuigen 537
9.1.3. Bedoelde kosten 538
9.1.4. Meer en minderwaarden 538
9.1.5. Onaantastbaarheidsvoorwaarde 539
9.1.6. Afschaffing 539
9.2. Kosten van beveiliging 539
9.2.1. Bedoelde vrijstelling 539
9.2.2. Bedoelde vennootschappen 540
9.2.3. Onaantastbaarheidsvoorwaarde 540
9.2.4. Afschaffing 540
9.3. Kosten fietsgebruik voor woonwerkverkeer 541
9.3.1. Vrijstelling 541
9.3.2. Afschaffing 543
9.4. Personenwagens met een CO2uitstoot van 0 gram 543
9.4.1. Vrijstelling 543
9.4.2. Afschaffing 544
9.5. Kapitaalsubsidies 544
9.6. Voorlopige vrijstelling innovatieinkomsten 546
9.7. Vrijstellingen voor specifieke sectoren 546
9.8. Vrijgestelde reserves die thans niet meer aangelegd kunnen worden 548
9.8.1. Voorziening voor sociaal passief 548
9.8.2. Investeringsreserve (AJ 1982) 549
9.8.3. Fiscaal toegelaten afschrijvingen boven de aanschaffingswaarde 549
9.8.4. Xxxxxxx besteed aan de afkoop van FIVaandelen 549
9.8.5. Vrijgestelde reserves van innovatievennootschappen 550
9.8.6. Investeringsreserve (AJ 2004 – 2018) 550
10. Opname vrijgestelde reserves 551
VERWORPEN UITGAVEN 553
1. Beroepskosten: algemene voorwaarden 554
1.1. Algemeen 554
1.1.1. Wettekst 554
1.1.2. Kosten 554
1.1.2.1. Aankoop handelsgoederen, grond en hulpstoffen 554
1.1.2.2. Winstderving 556
1.1.2.3. Minderwaarden 556
1.1.2.4. Winstdeelname 559
1.1.2.5. Tantièmes 559
1.1.3. Voorwaarden 560
1.2. Gedaan of gedragen tijdens het belastbaar tijdperk 564
1.2.1. Belastbaar tijdperk 564
1.2.2. Betaald 564
1.2.3. Gedragen 564
1.2.4. Zekere en vaststaande schuld 565
1.2.5. Kosten die betrekking hebben op een toekomstig belastbaar tijdperk 568
1.2.6. ‘En’ of ‘Of’ 569
1.2.7. Toepassing: bezoldiging bestuurder 570
1.3. Om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden 572
1.3.1. Belastbare inkomsten 572
1.3.2. … van de belastingplichtige 578
1.3.3. Intentioneel element? 580
1.3.4. Causaal verband? 582
1.3.5. Bewijs 583
1.3.6. Vertrouwensbeginsel 584
1.3.7. Toepassingen 586
1.3.7.1. Schadevergoeding 586
1.3.7.2. Gratis ter beschikking stellen van een onroerend goed 590
1.3.7.2.1. Cash drain 590
1.3.7.2.2. Doelleer 592
1.3.7.2.3. Bezoldigingstheorie 593
1.3.7.2.4. Werkelijke prestaties 595
1.3.7.2.5. Meerwaarderealisatie 600
1.3.7.2.6. Cass., 21 september 2018 601
1.3.7.2.7. Concreet 603
1.3.7.2.8. Rechts- of feitenkwestie? 606
1.3.7.3. Onroerend goed in nabijheid van het werk 606
1.3.7.4. Kapitaalvermindering / dividenduitkering 607
1.4. Verantwoording van de echtheid en het bedrag 613
1.5. Kunnen kosten gedeeltelijk verworpen worden? 624
1.5.1. Op basis van artikel 49 WIB? 624
1.5.2. Andere? 627
1.5.2.1. Artikel 53, 10° WIB 627
1.5.2.2. Voordelen 628
2. Verworpen uitgaven 630
2.1. Niet aftrekbare belastingen 630
2.2. Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies 631
2.3. Geldboeten, verbeurdverklaringen en straffen van alle aard 634
2.3.1. Algemeen 634
2.3.2. Verkeersboeten 635
2.3.3. Btwboeten 637
2.3.4. Administratieve geldboeten inzake registratierechten 638
2.3.5. Proportionele boete taks op de beursverrichtingen 638
2.3.6. Sociale boetes 638
2.3.7. E.E.G.boetes wegens kartelvorming 639
2.3.8. Boete eurovignet 640
2.3.9. Belastingverhoging beurstaks 641
2.3.10. Boete of bijdrage laattijdige neerlegging jaarrekening 641
2.3.11. Boete emissierechten – groenestroomcertificaten 641
2.3.12. Dwangsom 641
2.3.13. Verbeurdverklaring 642
2.3.14. Enkel strafrechtelijke geldboeten en geldboeten met betrekking tot de
niet aftrekbare inkomstenbelastingen? 642
2.4. Niet aftrekbare pensioenen, kapitalen, werkgeversbijdragen en premies 644
2.4.1. Het Belgisch pensioenstelsel 644
2.4.1.1. De eerste pijler: het wettelijk pensioen 644
2.4.1.2. De tweede pijler: het bovenwettelijk bedrijfspensioen 644
2.4.1.2.1. De Wet op de aanvullende pensioenen 644
2.4.1.2.2. Technieken 647
2.4.1.3. De derde pijler: het individueel bovenwettelijk pensioen 650
2.4.2. Andere dekkingen 651
2.4.3. Bedoelde kosten 652
2.4.3.1. Aftrekbare kosten 652
2.4.3.1.1. Pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen 652
2.4.3.1.2. Werkgeversbijdragen en -premies 652
2.4.3.1.3. Premies bedrijfsleidersverzekeringen 653
2.4.3.1.4. Premietaksen – Sociale zekerheidsbijdragen 653
2.4.3.1.5. Andere rechtverkrijgenden – collectieve verkoopsverzekering 654
2.4.3.2. Voorwaarden 654
2.4.3.3. Beperkingen 656
2.4.3.3.1. Toezeggingen bij overlijden 656
2.4.3.3.2. Toezeggingen bij pensionering 657
2.4.3.3.3. Toezeggingen bij arbeidsongeschiktheid 674
2.4.3.3.4. Cafetariaplannen en solidariteitstoezeggingen 675
2.4.3.4. Algemene voorwaarden inzake beroepskosten 676
2.4.3.5. Formele verplichtingen 678
2.4.3.6. Toepassing 680
2.5. Niet aftrekbare autokosten en minderwaarden op autovoertuigen 681
2.5.1. Algemeen 681
2.5.2. Bedoelde voertuigen 681
2.5.3. Niet bedoelde voertuigen 683
2.5.4. Aan de aftrekbeperking onderworpen kosten 686
2.5.5. Niet aan de aftrekbeperking onderworpen kosten 687
2.5.6. Aftrekbeperking 687
2.5.6.1. Brandstofkosten 687
2.5.6.2. Andere kosten 688
2.5.6.2.1. Principe 688
2.5.6.2.2. Cijfermatige uitwerking 689
2.5.6.2.3. Praktisch 691
2.5.6.3. Aanslagjaar 2021 692
2.5.7. Bijzondere gevallen 693
2.5.7.1. Aan derden terugbetaalde kosten 693
2.5.7.2. Mobiliteitsvergoeding (bepaalde bedrijfssectoren) 694
2.5.7.3. Mobiliteitsvergoeding (bedoeld onder 2.6.2.) 694
2.5.7.4. Terugbetaling van de kosten woonwerkverkeer 695
2.5.7.5. Aan derden aangerekende verplaatsingskosten en kilometer vergoedingen. 695
2.5.7.6. Voordeel van alle aard 695
2.5.7.7. Vergoedingen van verzekeringsmaatschappijen 698
2.5.7.8. Demonstratiewagens 698
2.5.7.9. Parking cliënteel en personeel 699
2.6. Kosten personenwagen / kosten mobiliteitsvergoeding ten belope van een ge
deelte van het voordeel van alle aard 700
2.6.1. Kosten ter beschikking gestelde personenwagen 700
2.6.1.1. Verworpen uitgave 700
2.6.1.2. Voordeel van alle aard 702
2.6.1.2.1. Cataloguswaarde 704
2.6.1.2.2. Vetusteit 706
2.6.1.2.3. CO2 – percentage 706
2.6.1.2.4. Minimumvoordeel 707
2.6.1.2.5. Administratieve verduidelijkingen 707
2.6.1.2.6. Voorbeeld 709
2.6.1.3. Bedenking van fiscaaltechnische aard 709
2.6.2. Kosten mobiliteitsvergoeding 710
2.6.2.1. Verworpen uitgave 710
2.6.2.2. Voordeel van alle aard 710
2.7. Niet aftrekbare receptiekosten en kosten voor relatiegeschenken 711
2.7.1. Principe 711
2.7.1.1. Receptiekosten 711
2.7.1.2. Relatiegeschenken 715
2.7.2. Uitzondering op basis van de wet 716
2.7.3. Andere uitzonderingen 717
2.7.3.1. Bepaalde receptiekosten 717
2.7.3.2. Buitenland 717
2.7.3.3. Culturele en sportieve manifestaties 717
2.7.3.4. Sociale voordelen 718
2.8. Niet aftrekbare restaurantkosten 719
2.8.1. Algemeen 719
2.8.2. Uitzondering op basis van de wet 720
2.8.3. Andere uitzonderingen 721
2.8.3.1. Vergoeding voor dienstreizen 721
2.8.3.2. Sociale voordelen 722
2.8.3.3. Opgeheven toleranties 722
2.8.4. Doorgerekende kosten 723
2.9. Kosten voor nietspecifieke beroepskledij 724
2.10. Overdreven interesten 726
2.10.1. Algemeen 726
2.10.2. Overdreven interesten 727
2.10.2.1. Regel 727
2.10.2.2. Uitzondering 731
2.11. Interesten met betrekking tot een gedeelte van bepaalde leningen 733
2.11.1. ‘Thin-cap’regel 733
2.11.2. Debt/equityratio 734
2.11.2.1. Debt 734
2.11.2.1.1. Xxxxxxx aan niet of laag belaste genieters 734
2.11.2.1.2. Betaald aan groepsvennootschappen 735
2.11.2.1.3. Werkelijke verkrijger 735
2.11.2.2. Equity 736
2.11.2.3. Ratio 737
2.11.3. Verworpen uitgave 737
2.11.3.1. Algemene regel 737
2.11.3.2. Gecentraliseerd thesauriebeheer 738
2.11.4. Uitzonderingen 740
2.11.5. Compatibiliteit met Europees recht 741
2.11.6. Financieringskostensurplus 741
2.11.6.1. Principe 741
2.11.6.2. Financieringskostensurplus 741
2.11.6.3. Grens 742
2.11.6.4. Geconsolideerde toepassing 743
2.11.6.5. Uitzonderingen 744
2.11.6.6. Overdracht 744
2.12. Abnormale of goedgunstige voordelen 745
2.12.1. Materieel toepassingsgebied 745
2.12.1.1. Principe 745
2.12.1.2. Uitzondering 747
2.12.2. Personeel toepassingsgebied 752
2.12.3. Bedrag 753
2.12.4. Taxatiestelsel 755
2.12.5. Enige casuïstiek 755
2.12.5.1. Renteloze leningen 756
2.12.5.2. Afstand van schuldvordering 758
2.12.5.3. Overdracht van activa tegen een te lage waarde 764
2.12.5.4. Aankoop van activa tegen een te hoge waarde 766
2.12.5.5. Vergoeding voor niet bewezen prestaties 767
2.12.5.6. Verrekenprijzen 767
2.12.5.7. Verzaken aan een aankoopoptie 772
2.12.5.8. Schadevergoeding 774
2.12.6. Samenhang met andere wettelijke bepalingen 774
2.12.6.1. Artikel 54 WIB 774
2.12.6.2. Artikel 49 WIB 778
2.12.6.3. Artikel 185, §2, a) WIB 780
2.12.6.4. Artikel 207 WIB 781
2.13. Sociale voordelen 781
2.13.1. Begrip 781
2.13.2. Principe 782
2.13.3. Aftrekbare sociale voordelen 782
2.13.4. Anciënniteitspremies 785
2.13.5. Huwelijkspremies 787
2.13.6. Verstrekken van sociale maaltijden in een bedrijfsrestaurant 787
2.13.7. Personeelskortingen 788
2.13.8. PC Privé 789
2.13.9. Kinderopvang 790
2.13.10. Hospitalisatieverzekering 791
2.13.11. Terbeschikkingstelling fiets 791
2.14. Voordelen uit maaltijd, sport, cultuur en ecocheques 792
2.14.1. Vrijgesteld sociaal voordeel 792
2.14.1.1. Elektronische maaltijdcheques 792
2.14.1.2. Sport en cultuurcheques 794
2.14.1.3. Ecocheques 794
2.14.1.4. Consumptiecheques 795
2.14.2. Aftrekbaarheid als beroepskost 797
2.15. Liberaliteiten 797
2.15.1. Algemeen 797
2.15.2. Bijzondere toepassing: bestuurders en managementvergoedingen 798
2.15.2.1. Algemeen
2.15.2.1.1. Algemeen 798
2.15.2.1.2. Bloemlezing recente rechtspraak 805
2.15.2.2. Bijzondere gevallen 818
2.15.2.2.1. Tantièmes 818
2.15.2.2.2. Cessie – retrocessie 823
2.16. Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen 826
2.16.1. Principe 826
2.16.2. Bedrag van de minderwaarde 831
2.16.3. Uitzondering bij verdeling van het maatschappelijk vermogen 831
2.16.3.1. Gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen 831
2.16.3.1.1. Tijdstip 831
2.16.3.1.2. Andere verrichtingen dan ontbinding en faillissement 836
2.16.3.2. Verlies aan gestort kapitaal 836
2.16.3.3. Voorbeeld 837
2.16.3.4. Waardeverminderingen of minderwaarden op eigen aandelen 837
2.16.4. Uitzondering voor aandelen behorende tot de handelsportefeuille 838
2.16.5. Terugname van waardeverminderingen 838
2.17. Terugnemingen van vroegere vrijstellingen 839
2.18. Werknemersparticipatie 839
2.19. Vergoeding ontbrekende coupon 842
2.20. Kosten tax shelter erkende werken 842
2.21. Gewestelijke premies en kapitaal en interestsubsidies 842
2.22. Niet aftrekbare betalingen naar bepaalde staten 842
2.22.1. Aangifteverplichting 842
2.22.1.1. Algemeen 842
2.22.1.2. Verduidelijkingen 843
2.22.1.2.1. Betalingen 843
2.22.1.2.2. Aan te geven bedrag 844
2.22.1.2.3. Belastbaar tijdperk 845
2.22.1.2.4. Rechtstreeks of onrechtstreeks 845
2.22.1.2.5. Aan personen, vaste inrichtingen of bankrekeningen 845
2.22.1.2.6. Gevestigd in 846
2.22.1.2.7. Geviseerde staten 846
2.22.2. Verworpen uitgave 848
2.22.2.1. Algemeen 848
2.22.2.2. Werkelijke en oprechte verrichtingen 849
2.22.2.3. Personen andere dan artificiële constructies 849
2.23. Niet verantwoorde kosten 850
2.24. Terugneming van aftrek voor innovatieinkomsten in geval van spreiding van
de historische kosten 850
2.25. Terugneming van aftrek voor innovatieinkomsten ingevolge nietherbelegging
in kwalificerende uitgaven 850
2.26. Positieve correcties in toepassing van het Diamant Stelsel 850
2.27. Andere verworpen uitgaven 851
2.27.1. Kosten van jacht, visvangst, pleziervaartuigen en lusthuizen 851
2.27.2. Kosten die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 854
2.27.2.1. Principe 854
2.27.2.2. Bloemlezing rechtspraak 854
2.27.2.2.1. In het voordeel van de belastingplichtige 854
2.27.2.2.2. In het nadeel van de belastingplichtige 858
2.27.3. Restorno’s in coöperatieve verbruiksverenigingen 860
2.27.4. De jaarlijkse taks op winstdeelnemingen 861
2.27.5. Omkoping 861
2.27.6. Disconto op schulden 862
UITGEKEERDE DIVIDENDEN 863
1. Gewone dividenden (Code 1301) 864
1.1. Voordelen van aandelen 864
1.2. Terugbetaling van maatschappelijk kapitaal 866
1.2.1. Algemeen 866
1.2.2. Kapitaalvermindering vanaf 1 januari 2018 872
1.2.2.1. Algemeen 872
1.2.2.2. Teller en noemer 873
1.2.2.2.1. Algemeen 873
1.2.2.2.2. Niet in aanmerking te nemen reserves 873
1.2.2.3. Tijdstip beoordeling 875
1.2.2.4. Onverminderd de toepassing van artikel 537 WIB 877
1.2.2.5. De nieuwe aanrekeningsregels 878
1.2.2.6. Belastingvrije reserves die niet in aanmerking moeten geno
men worden 881
1.2.2.7. Technische verwerking 884
1.2.2.8. Latere dividenduitkering 886
1.2.2.9. Latere kapitaalvermindering 888
1.2.2.10. Volgorde uitkeringen 889
1.2.2.11. Evaluatie 890
1.2.2.12. Vrijwillige toepassing 892
1.2.3. Speciale gevallen 893
1.2.3.1. Reële kapitaalvermindering onmiddellijk gevolgd door een
formele kapitaalverhoging 893
1.2.3.2. Formele kapitaalverhoging onmiddellijk gevolgd door een
reële kapitaalvermindering 894
1.2.3.3. Terugbetaling van kapitaal gevormd door een inbreng tot en
met 31 december 2016 van aandelen 895
1.2.4. Behandeling in hoofde van de aandeelhouder onderworpen aan de ven nootschapsbelasting 900
1.2.5. Terugbetaling geïncorporeerde reserves 901
1.2.5.1. Algemeen 901
1.2.5.2. Voorwaarden verlaagd tarief roerende voorheffing 903
1.2.5.3. Uitkering binnen de onaantastbaarheidsperiode 903
1.3. Terugbetaling van uitgiftepremies en van bedragen waarop ter gelegenheid van
de uitgifte van winstbewijzen is ingeschreven 905
1.4. Liquidatie en inkoopboni 906
1.5. Geherkwalificeerde interesten 906
1.5.1. Materieel toepassingsgebied 906
1.5.1.1. Voorschotten 907
1.5.1.1.1. Begripsomschrijving 907
1.5.1.1.2. De rekening courant 909
1.5.1.1.3. De openstaande koopprijs 913
1.5.1.1.4. Niet terugbetaalde kapitaalvermindering 920
1.5.1.2. Marktrente 920
1.5.1.3. Begrenzing 920
1.5.2. Personeel toepassingsgebied 921
1.5.3. Temporeel toepassingsgebied 924
1.6. Roerende voorheffing 925
1.6.1. Principe 925
1.6.2. Verlaagd tarief voor KMO’s 925
1.6.2.1. Algemeen 925
1.6.2.2. Specifieke antimisbruikbepalingen 929
1.6.2.3. Latere kapitaalvermindering 930
1.6.3. Verlaagd tarief voor KMO’s (bis) 931
1.6.4. Vastgoedbevaks en gereglementeerde vastgoedvennootschappen 934
1.6.5. Vrijstellingen 935
1.6.5.1. Vrijstelling voor dividenden toegekend door de dochterven
xxxxxxxxx aan de moedervennootschap 935
1.6.5.1.1. Vennootschapsvorm 935
1.6.5.1.2. Minimumparticipatie 936
1.6.5.1.3. Permanentievoorwaarde 936
1.6.5.1.4. Attest 936
1.6.5.1.5. Specifieke antirechtsmisbruikbepaling 937
1.6.5.1.6. Verlaagde voorhefing / vrijstelling 939
1.6.5.2. Vrijstelling of vermindering op basis van internationale verdragen 939
1.6.5.3. Andere vrijstellingen 939
1.6.6. Opeisbaarheid 940
1.7. Belastbaar bedrag 941
1.7.1. Het ‘bruto dividend’, wanneer de roerende voorheffing volledig wordt
ingehouden. 941
1.7.2. Het ‘netto dividend’, wanneer de roerende voorheffing volledig door de
vennootschap wordt gedragen. 941
1.7.3. Het ‘semi–bruto dividend’, wanneer de roerende voorheffing gedeelte
lijk wordt ingehouden en gedeeltelijk door de vennootschap wordt gedragen. 942
1.7.4. Van roerende voorheffing vrijgestelde dividenden 943
1.7.5. Ten onrechte niet ingehouden roerende voorheffing 943
2. Verkrijging van eigen aandelen (Code 1302) 944
2.1. Bedoelde dividenden 944
2.1.1. Algemeen 944
2.1.2. Verkrijging onder de voorwaarden van het vennootschapsrecht 944
2.2. Vennootschapsrechtelijke bepalingen 945
2.2.1. De verkrijging 945
2.2.2. Tijdens het bezit van de eigen aandelen 947
2.2.3. Vervreemding 948
2.3. Boekhoudkundige aspecten 949
2.3.1. Verkrijging 949
2.3.2. Waardevermindering 950
2.3.3. Vervreemding 950
2.4. Vermindering van het fiscaal kapitaal 950
2.5. Roerende voorheffing 951
3. Overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot (Code 1303) 952
3.1. Bedoelde dividenden 952
3.2. Roerende voorheffing 953
4. Verdeling van maatschappelijk vermogen (Code 1304) 954
4.1. Algemeen 954
4.1.1. Vennootschapsrechtelijke regels 954
4.1.2. Fiscale regels 954
4.2. Bedoelde dividenden 955
4.3. Roerende voorheffing 960
4.4. Herkwalificatie 961
4.4.1. Simulatie 961
4.4.2. Antirechtsmisbruikbepaling 962
5. Verklaring 965
UITEENZETTING VAN DE WINST 967
1. Principe 968
1.1. Vóór aanslagjaar 2019 968
1.2. Vanaf aanslagjaar 2019 969
2. Bestanddelen van het resultaat waarop de aftrekbeperking van toepassing is 971
2.1. Verkregen abnormale of goedgunstige voordelen (Code 1421) 971
2.1.1. Principe 971
2.1.1.1. Aftrekverbod op ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen 972
2.1.1.2. Ratio legis 972
2.1.1.3. Het gedeelte van het resultaat dat voortkomt van … 972
2.1.1.4. … abnormale of goedgunstige voordelen … 973
2.1.1.5. … vermeld in artikel 79 WIB 977
2.1.2. Geen compensatie met het verlies van het belastbare tijdperk 978
2.1.3. Voordelen verkregen vanuit het buitenland 980
2.1.4. DBIaftrek 981
2.2. Nietnaleving investeringsverplichting of onaanaantastbaarheidsvoorwaarde
voor de investeringsreserve (code 1422) 981
2.3. Autokosten ten belope van een gedeelte van het voordeel van alle aard (code 1260) 981
2.4. Kosten van de mobiliteitsvergoeding ten belope van een gedeelte van het voor
deel van alle aard (code 1235) 981
2.5. Werknemersparticipatie (code 1233) 981
2.6. Kapitaal en interestsubsidies in het kader van de steun aan de landbouw (code 1423) 982
2.7. Bepaalde meerwaarden op aandelen gerealiseerd door grote vennootschappen
(code 1424) 982
2.8. Beperking in hoofde van verzekeringsondernemingen 982
2.9. Verhoging resultaat ingevolge fiscale controle 983
3. Verdeling volgens oorsprong 984
3.1. Belgisch resultaat versus buitenlands resultaat 984
3.2. Bij verdrag vrijgesteld resultaat 985
3.2.1. Doelstelling van dubbelbelastingverdragen 985
3.2.2. Ondernemingswinst 986
3.2.3. Onroerend inkomen 988
3.3. Vaststelling van het buitenlands resultaat 989
3.3.1. Algemeen 989
3.3.2. Correcties van het nettoboekresultaat 990
3.3.3. Antihybride maatregel 991
3.4. Aanrekening van verliezen 992
3.4.1. Verplichte aanrekeningswijze 992
3.4.1.1. Velasquezdoctrine 992
3.4.1.2. Impact van het Europees recht 993
3.4.1.3. Impact van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel 994
3.4.2. Vermijden van dubbele verliescompensatie (‘recapture’) 996
3.4.3. Invullen van de aangifte 998
3.4.4. Vanaf aanslagjaar 2021 999
4. Niet belastbare bestanddelen (Code 1432) 1001
5. Definitief belaste inkomsten en vrijgestelde roerende inkomsten (Code 1433) 1002
6. Aftrek voor octrooi-Inkomsten 1003
7. Aftrek voor Innovatie-inkomsten 1004
7.1. Algemeen 1004
7.2. Innovatieinkomsten 1005
7.2.1. Algemeen 1005
7.2.2. Historische kosten 1011
7.2.3. Nexusbreuk 1014
7.2.3.1. Algemeen 1014
7.2.3.2. Overgangsmaatregel (tot AJ 2019) 1016
7.2.3.3. Afwijkende breuk 1017
7.3. Herbelegging 1017
7.4. Formele voorwaarden 1017
7.4.1. Bewijsstukken 1017
7.4.2. Formulier 1018
7.5. Voorlopige vrijstelling 1018
7.5.1. Principe 1018
7.5.2. Begrenzing 1019
7.5.3. Voorwaarde 1019
7.5.3.1. Materiële voorwaarde 1019
7.5.3.2. Formele voorwaarde 1020
7.5.3.3. Definitieve vrijstelling 1020
8. Investeringsaftrek (code 1437) 1021
8.1. In aanmerking komende investeringen 1021
8.2. Algemeen 1021
8.2.1. Materiële en immateriële vaste activa 1021
8.2.2. Nieuwe materiële of immateriële vaste activa 1021
8.2.3. Belgische inrichtingsvereiste 1023
8.2.4. Investeringen van het boekjaar 1023
8.3. Uitgesloten investeringen 1024
8.3.1. Algemeen 1024
8.3.2. Niet uitsluitend voor beroepsdoeleinden 1025
8.3.3. Afstaan van het gebruik door middel van leasing, opstal en erfpacht 1025
8.3.4. Overdracht van het recht van gebruik anders dan door middel van
leasing, opstal en erfpacht 1025
8.3.5. Vaste activa die niet afschrijfbaar zijn of vaste activa waarvan de af
schrijvingen gespreid zijn over minder dan 3 belastbare tijdperken 1027
8.3.6. Xxxxxxxxxxxx’x en auto’s voor dubbel gebruik 1028
8.3.7. Bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten 1029
8.4. Xxxxxxx investeringsaftrek 1030
8.4.1. De eenmalige investeringsaftrek 1030
8.4.1.1. De gewone eenmalige investeringsaftrek 1030
8.4.1.2. COVID19 maatregel 1032
8.4.1.3. De verhoogde eenmalige investeringsaftrek 1033
8.4.1.3.1. Investeringen in octrooien 1033
8.4.1.3.2. Milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ont-
wikkeling 1033
8.4.1.3.3. Energiebesparende investeringen 1034
8.4.1.3.4. Rookafzuigsysteem of verluchtingssysteem die wordt geïn-
stalleerd in de rookkamer van een horeca-inrichting 1034
8.4.1.3.5. Digitale vaste activa 1034
8.4.1.4. Bijzondere eenmalige investeringsaftrek 1036
8.4.1.4.1. Investeringen in beveiliging 1036
8.4.1.4.2. Materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van het productieproces van herbruikbare ver- pakkingen van dranken en nijverheidsproducten 1038
8.4.1.4.3. In het kader van de zeescheepvaart 1039
8.4.2. De gespreide investeringsaftrek 1039
8.4.2.1. De gewone gespreide investeringsaftrek 1039
8.4.2.2. Verhoogde gespreide investeringsaftrek voor milieuvriende
lijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling 1039
8.5. Overdracht van de investeringsaftrek naar latere aanslagjaren 1040
8.6. Overdracht of buitengebruikstelling van de activa 1040
8.6.1. Aanvullende aftrek in het kader van de gespreide investeringsaftrek 1040
8.6.2. Terugname van de verhoogde eenmalige investeringsaftrek t.a.v. onder
zoek en ontwikkeling 1040
8.7. Verbod van aftrek op bepaalde bestanddelen (artikel 207 WIB) 1041
8.8. Wijziging van de controle 1041
8.9. Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 1042
8.10. Formaliteiten 1042
8.10.1. Algemeen 1042
8.10.2. Verhoogde eenmalige investeringsaftrek voor octrooien 1042
8.10.3. Milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling 1043
8.10.4. Energiebesparende investeringen 1043
8.10.5. Investeringen in beveiliging 1044
9. Aftrek groepsbijdrage 1045
10. Aftrek voor risicokapitaal (Code 1435) 1046
10.1. Personeel toepassingsgebied 1047
10.2. Het begrip risicokapitaal 1047
10.2.1. Schematische voorstelling 1047
10.2.2. De verschillende bestanddelen van het risicokapitaal 1048
10.2.2.1. Het eigen vermogen 1048
10.2.2.2. Aandelen 1051
10.2.2.3. Antimisbruikbepalingen 1052
10.2.2.3.1. Op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 1053
10.2.2.3.2. Beleggingen 1053
10.2.2.3.3. Onroerende goederen waarover bepaalde bedrijfsleiders
het gebruik hebben 1060
10.2.2.4. Herwaarderingsmeerwaarden en kapitaalsubsidies 1064
10.2.2.5. Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling en de kapitaalsubsidies 1067
10.2.2.6. Antimisbruikbepalingen … bis 1067
10.2.2.6.1. Bepaalde vorderingen op niet-inwoners 1067
10.2.2.6.2. Bepaalde inbrengen door niet-inwoners 1068
10.2.2.6.3. Bepaalde inbrengen door verbonden vennootschappen 1068
10.3. In aanmerking te nemen risicokapitaal 1068
10.4. Het tarief 1069
10.4.1. Algemeen 1069
10.4.2. Kleine vennootschappen 1070
10.4.3. Korte of lange belastbare tijdperken 1070
10.5. Aftrek 1071
10.5.1. Berekening 1071
10.5.2. Techniek 1071
10.5.3. Overdracht 1072
10.5.3.1. Tot en met aanslagjaar 2012 1072
10.5.3.2. Met ingang van aanslagjaar 2013 1074
10.5.3.3. Met ingang van aanslagjaar 2019 1076
10.6. Vermindering buitenlandse onroerende goederen/vaste inrichting 1076
10.7. Voorwaarden 1079
10.7.1. Formulier 1079
10.7.2. Geen cumul met vrijgestelde investeringsreserve of met investeringsaftrek 1079
10.7.2.1. Investeringsreserve 1079
10.7.2.2. Investeringsaftrek 1080
11. Vorige verliezen (Code 1721 1723 1722 1724 1730) 1081
12. Winst uit zeescheepvaart 1082
13. Belastbare grondslag 1083
AFZONDERLIJKE AANSLAGEN 1085
1. Niet verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten (code 1507) 1086
1.1. Belastbare grondslag 1086
1.1.1. Niet verantwoorde kosten en voordelen van alle aard 1086
1.1.1.1. Kosten bedoeld in artikel 57, 1° WIB 1086
1.1.1.1.1. Bedoelde kosten (volgens de belastingadministratie) 1086
1.1.1.1.2. Beoordeling 1091
1.1.1.1.3. Beroepsinkomsten in hoofde van de genieter 1092
1.1.1.1.4. Verantwoording 1093
1.1.1.1.5. Administratieve uitzonderingen 1096
1.1.1.2. Kosten bedoeld in artikel 57, 2° WIB 1097
1.1.1.2.1. Bedoelde kosten 1097
1.1.1.2.2. Verantwoording 1098
1.1.1.2.3. Bepaalde inkomsten verkregen in de periode van 1 januari
2019 tot en met 28 februari 2019 1099
1.1.1.3. Kosten bedoeld in artikel 57, 3° WIB 1100
1.1.1.3.1. Bedoelde kosten 1100
1.1.1.3.2. Verantwoording 1100
1.1.1.4. Voordelen van alle aard 1100
1.1.1.4.1. Bedoelde voordelen 1100
1.1.1.4.2. Verantwoording 1103
1.1.1.5. Wettelijke uitzonderingen 1103
1.1.1.5.1. Aangegeven door genieter 1103
1.1.1.5.2. Tijdige identificatie van de genieter 1104
1.1.1.6. Andere uitzonderingen 1109
1.1.1.7. Tarief 1110
1.1.1.8. Aftrek kosten 1111
1.1.2. Verdoken meerwinsten 1112
1.1.2.1. Bedoelde meerwinsten 1112
1.1.2.1.1. Algemeen 1112
1.1.2.1.2. Niet aangegeven omzet 1112
1.1.2.1.3. Fictieve kosten 1117
1.1.2.1.4. Niet geboekte betaling van een verkoopfactuur 1120
1.1.2.2. Wettelijk uitzonderingen 1120
1.1.2.3. Tarief 1121
1.1.2.4. Aftrek verdoken meerwinst 1122
1.1.3. Financiële voordelen 1123
1.1.3.1. Bedoelde voordelen 1123
1.1.3.2. Tarief 1123
1.2. Kenmerken 1123
1.3. Aanslagjaar 1124
1.4. Hervorming ondernemingsrecht 1125
2. Afzonderlijke aanslagen bijzondere vennootschappen (Codes 1502a – 1502B – 1503) 1127
2.1. Kredietverenigingen (Code 1502a – 1502b) 1127
2.2. Huisvestingmaatschappijen (Code 1503) 1127
3. Fairness tax 1128
4. Liquidatiereserve (Code 1508) 1129
5. Ontoereikende bedrijfsleidersbezoldiging 1131
6. Afzonderlijke aanslag van de overschatting van de winst die is vrijgesteld ter ver- sterking van de solvabiliteit en het eigen vermogen ten gevolge van de COVID-
19-pandemie (carry-back van verliezen) 1132
BIJZONDERE AANSLAGEN MET BETREKKING TOT VERRICHTINGEN
DIE VÓÓR 1 JANUARI 1990 HEBBEN PLAATSGEVONDEN 1135
1. Gehele of gedeeltelijk verdeling van maatschappelijk vermogen (code 125 – 126) 1136
2. Voordelen van alle aard (code 128) 1136
AANVULLENDE HEFFING ERKENDE DIAMANTHANDELAARS EN
TERUBETALING VAN VOORHEEN VERLEEND BELASTINGKREDIET
VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING 1137
1. Aanvullende heffing erkende diamanthandelaars 1138
2. Terugbetaling van een gedeelte van het voorheen verleende belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 1139
NIET-BELASTBARE BESTANDDELEN 1141
1. Algemeen 1142
2. Xxxxxxxxxxxx giften 1143
2.1. Xxxxxxxx giften 1143
2.2. Voorwaarden 1147
2.3. Fiscaaltechnische verwerking 1147
3. Vrijstelling aanvullend personeel voor bepaalde doeleinden 1148
3.1. Algemeen 1148
3.2. Formaliteiten 1149
3.2.1. Nominatieve opgave 1149
3.2.2. Attesten 1149
4. Vrijstelling bijkomend personeel KMO 1151
4.1. Vrijstellingsvoorwaarden 1151
4.1.1. Minder dan 11 werknemers 1151
4.1.2. Bijkomende tewerkstelling in België 1152
4.1.3. Per in België bijkomende personeelseenheid met laag loon 1152
4.1.4. Berekening van het gemiddeld personeelsbestand 1152
4.1.4.1. Principe 1152
4.1.4.2. Niet in aanmerking komende personen 1153
4.1.4.3. Berekening van de gepresteerde arbeidsdagen per personeelslid 1154
4.1.4.4. Berekening van het gemiddeld dag of uurloon 1155
4.1.4.5. Gepresteerde arbeidsdagen van personeelsleden met een laag
loon 1156
4.1.4.6. Berekening van het gemiddeld personeelsbestand 1156
4.1.5. Berekening van het aantal personeelseenheden waarvoor de vrijstelling
kan bekomen worden 1158
4.1.5.1. Algemeen 1158
4.1.5.2. Totale personeelsaangroei 1158
4.1.5.3. Aangroei van de personeelsleden met een laag loon 1158
4.1.5.4. Nieuwe ondernemingen 1158
4.1.5.5. Berekening van het aantal personeelseenheden waarvoor
vrijstelling kan bekomen worden 1159
4.2. Bedrag en duur van de vrijstelling 1159
4.3. Aanrekening van de vrijstelling 1159
4.4. Behoud van de vrijstelling – Vermindering van het personeelsbestand 1160
4.5. Bijzondere gevallen 1161
4.5.1. Helpende gezinsleden van zelfstandigen 1161
4.5.2. Erkende leerlingen 1161
4.5.3. Overname van het personeel van ondernemingen in faling 1161
4.5.4. Belastingvrije verrichtingen als bedoeld in de art. 46 en 211 WIB 1162
4.5.5. Uitzendkrachten 1162
4.6. Formaliteiten 1162
5. Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs 1163
6. Vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut 1164
7. Compensatievergoedingen 1168
7.1. Xxxxxx tengevolge werken op het openbaar domein 1168
7.2. Reductie melkproductie 1168
8. Andere niet-belastbare bestanddelen 1169
8.1. Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen verwezenlijkt door ven nootschappen van huisvesting 1169
8.2. Meerwaarden op bepaalde openbare effecten 1169
DEFINITIEF BELASTE INKOMSTEN EN VRIJGESTELDE ROERENDE
INKOMSTEN 1171
1. Inleiding 1172
2. Voor de DBI-aftrek in aanmerking komende inkomsten 1177
2.1. Dividenden sub artikel 202, §1, 1° WIB 1177
2.1.1. Bedoelde inkomsten 1177
2.1.1.1. Algemeen 1177
2.1.1.2. Bijzonderheden 1177
2.1.2. Voor DBIaftrek in aanmerking komend bedrag 1181
2.2. Dividenden sub artikel 202, §1, 2° WIB 1181
2.2.1. Bedoelde inkomsten 1181
2.2.1.1. Uitgekeerd dividend in hoofde van de vennootschap waarvan het vermogen geheel of gedeeltelijk wordt verdeeld, of welke
haar eigen aandelen verkrijgt 1181
2.2.1.2. In hoofde van de aandeelhouder 1182
2.2.2. Voor DBIaftrek in aanmerking komend bedrag 1183
2.2.3. Specifieke problemen 1187
2.2.3.1. Trapsgewijze verdeling van het vermogen 1187
2.2.3.2. Verkrijging van eigen aandelen onder de voorwaarden van
het Wetboek van vennootschappen 1189
2.2.3.2.1. Toepassing van de DBI-aftrek 1190
2.2.3.2.2. Roerende voorhefing 1190
2.2.3.3. Kapitaalvermindering in de dochtervennootschap 1192
2.3. Verdoken winstuitkeringen 1192
3. Voorwaarden 1194
3.1. Permanentievoorwaarde 1194
3.1.1. Principe 1194
3.1.2. Omruiling of vervreemding van aandelen in het kader van belastingvrije verrichtingen 1195
3.1.3. Uitzonderingen 1195
3.2. Participatievoorwaarde (kwantitatieve voorwaarde) 1196
3.2.1. Principe 1196
3.2.2. Xxxxxxxxxxxxxx gelijkheidsbeginsel 1199
3.2.3. Uitzonderingen 1199
3.3. Taxatievoorwaarde 1200
3.3.1. Uitsluiting 1 1201
3.3.2. Uitsluiting 2 1213
3.3.2.1. Financieringsvennootschap 1214
3.3.2.2. Thesaurievennootschap 1217
3.3.2.3. Beleggingsvennootschap 1217
3.3.3. Uitsluiting 3 1220
3.3.4. Uitsluiting 4 1221
3.3.5. Uitsluiting 5 1222
3.3.6. Uitsluiting 6 1226
3.3.7. Uitsluiting 7 1231
3.3.8. Uitsluiting 8 1232
3.4. Zakelijke zekerheidsovereenkomsten of aandelenleningen 1235
3.5. Ruling 1236
4. Beperking van de aftrek 1237
4.1. Verworpen uitgaven 1237
4.2. Algemene aftrekbeperking ex artikel 207 WIB 1240
5. Volgorde van de aftrek 1243
6. Vrijgestelde roerende inkomsten 1244
6.1. Bedoelde inkomsten 1244
6.2. Aftrekbaar bedrag 1244
7. Overdracht van DBI-Overschotten 1245
7.1. De rechtspraak van het Europees Hof van Justitie en de administratieve imple
mentatie 1245
7.1.1. Rechtspraak van het Europees Hof van Justitie 1245
7.1.2. Administratieve implementatie 1247
7.1.2.1. Algemeen 1247
7.1.2.2. Dividenden die in aanmerking komen 1252
7.1.2.2.1. Dochterondernemingen van lidstaten van de EG 1252
7.1.2.2.2. Belgische dochterondernemingen 1252
7.1.2.2.3. Dochterondernemingen van lidstaten van de Europese
Economische Ruimte 1253
7.1.2.2.4. Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting 1253
7.1.2.3. Dividenden die niet in aanmerking komen 1256
7.2. Wettelijke bepaling 1256
7.3. Belastingneutrale reorganisaties 1258
7.4. Controlewijziging 1258
OVERDRACHT DBI-AFTREK 1259
COMPENSEERBARE VERLIEZEN 1261
1. Principes 1262
1.1. Carryforward: onbeperkt in bedrag en in tijd 1262
1.2. Vennootschap met buitenlandse inrichtingen 1263
1.2.1. Hoofdregel 1263
1.2.2. Hulpregel: aanrekening van vorige verliezen op winsten van andere
oorsprong 1263
1.2.3. Vanaf aanslagjaar 2021 1264
1.3. Bewijs van de vorige verliezen 1265
1.4. Belastingplichtige die de vorige verliezen mag aftrekken – Identiteitsvereiste 1267
1.5. Bijzonderheid: carry back 1269
1.6. Carry back COVID19 1270
1.6.1. Maximale vrijstelling 1270
1.6.2. Periode waarin winst werd gemaakt 1270
1.6.3. Periode waarin verlies wordt gemaakt 1271
1.6.4. Boekhoudkundige en fiscale verwerking 1271
1.6.5. Sanctie 1272
1.6.6. Uitgesloten vennootschappen 1272
1.6.7. Formaliteiten 1272
2. Wijziging van controle 1273
2.1. Principe 1273
2.2. Begrip ‘controle’ 1274
2.3. Bewijslast 1274
2.4. Rechtmatige behoeften van financiële of economische aard 1274
2.4.1. Algemeen 1274
3. Belastingvrije verrichtingen 1284
3.1. Algemeen 1284
3.2. Aftrekbeperking 1285
3.3. Overdrachtsregeling 1286
3.4. Fiscale nettowaarde 1287
4. Aftrekverbod artikel 207 WIB 1290
5. Beroepsverliezen geleden in fiscaal transparante entiteiten 1291
OVERDRACHT AFTREK RISICOKAPITAAL 1293
XXXXXX XXX XX XXXXXXXXX 1295
1. Gewoon tarief 1296
1.1. Normaal tarief 1296
1.1.1. Verlaagd tarief 1296
1.1.1.1. Principe: enkel voor kleine vennootschappen 1296
1.1.1.2. Uitsluitingen 1296
1.1.1.2.1. Financiële vennootschappen 1296
1.1.1.2.2. Aandelen van de vennootschap in het bezit van andere vennootschappen 1297
1.1.1.2.3. Wedde bedrijfsleider kleiner dan € 45.000 1298
1.1.1.2.4. Vennootschappen onderworpen aan een bijzonder systeem
tot vaststelling van de belastbare winst. 1302
1.1.1.2.5. Procedurele aspecten 1302
1.2. Uitzonderingen 1303
1.3. Verlaagd tarief (vanaf aanslagjaar 2020) 1304
2. Bijzondere tarieven 1306
2.1. VastgoedBevak en Privak (Code 1470) 1306
2.2. Meerwaarden op aandelen belastbaar tegen 25% (Code 1466) 1307
2.3. Verwezenlijkte meerwaarden, voorzieningen voor risico’s en kosten en investe ringsreserve belastbaar tegen 33,99% (Code 1467) 1308
2.4. Belastbaar tegen het exittarief van 12,50% (Code 1472) 1309
2.5. Steun aan de landbouw (Code 1481) 1310
3. Bijzondere vennootschappen 1311
3.1. Belgische Interventie en Restitutiebureau 1311
3.2. Vennootschappen voor huisvesting 1311
4. Crisisbelasting 1312
VOORAFBETALINGEN 1313
1. Algemeen 1314
2. Uitzondering 1315
3. Berekening van de vermeerdering 1316
3.1. Grondslag 1316
3.2. Globale vermeerdering 1316
3.3. Voordelen wegens gedane voorafbetalingen 1316
3.4. Effectieve vermeerdering 1317
4. Bijzondere gevallen 1319
4.1. Vaststelling van het aantal kwartalen 1319
4.2. Boekjaar van minder dan 12 maanden 1319
4.3. Boekjaar van meer dan 12 maanden 1319
4.4. Voordeel wegens gedane voorafbetalingen 1320
5. Praktisch 1321
VERREKENBARE VOORHEFFINGEN 1323
1. Niet terugbetaalbare voorheffingen 1324
1.1. Fictieve roerende voorheffing (F.R.V.) 1324
1.2. Het forfaitair deel van de buitenlandse belasting (F.B.B.) 1325
1.2.1. Bedoelde inkomsten 1325
1.2.1.1. Aard van de inkomsten 1325
1.2.1.2. Taxatievoorwaarde 1326
1.2.1.3. Xxxxxxxxxxxxxxxxx 1326
1.2.1.4. Antichannelingbepaling 1327
1.2.1.5. Inkomsten van financiële instrumenten 1327
1.2.1.6. Groepsbijdrage 1327
1.2.2. Bedrag van het F.B.B. 1327
1.2.2.1. Xxxxxxx’x en diverse inkomsten van roerende aard 1327
1.2.2.2. Interesten 1328
1.2.2.3. Beperking hybrideoverdracht 1329
1.2.2.4. Invloed van de dubbelbelastingverdragen 1329
1.2.3. Formaliteiten en aangifte 1331
1.2.4. Verworpen uitgave 1332
1.2.5. Simulatie? 1333
1.3. Het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 1334
1.3.1. Toepassingsgebied 1334
1.3.2. Berekening 1334
1.3.3. Verrekening 1335
1.3.3.1. Algemeen 1335
1.3.3.2. Verwerking in boekhouding en fiscale aangifte 1336
1.3.3.3. Controlewijziging 1337
1.3.3.4. Belastingvrij reorganisatie 1337
2. Buitenlands belastingskrediet 1338
3. Terugbetaalbare voorheffingen 1339
3.1. Roerende voorheffing op aandelen 1339
3.1.1. Principe 1339
3.1.2. Voorwaarden 1339
3.1.2.1. Volle eigendom 1339
3.1.2.2. Geen waardevermindering 1339
3.1.2.3. Opname in belastbare basis 1340
3.1.2.4. Aangifte 1341
3.2. Inkomsten van roerende aard, andere dan dividenden 1341
3.2.1. Principe 1341
3.2.2. Aangifte 1343
4. Schematische voorstelling 1344
4.1. Algemeen 1344
4.2. Bijzonderheden 1344
4.2.1. Saldo minder dan € 2,50 1344
4.2.2. Betalingstermijn 1345
GRONDSLAG VAN DE EXITHEFFING 1347
AFTREK VOOR OCTROOI-INKOMSTEN 1349
GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP 1351
1. Algemeen 1352
2. Kleine vennootschap 1354
2.1. Criteria 1354
2.2. Overgangsregel 1355
2.3. Eerste boekjaar 1356
2.4. Korte of lange boekjaren 1356
2.5. Verduidelijking criteria 1357
2.5.1. Jaargemiddelde van het personeelsbestand 1357
2.5.2. Jaaromzet 1358
2.5.3. Balanstotaal 1359
2.6. Geconsolideerde cijfers 1359
3. Micro-vennootschappen 1362
4. Verbonden ondernemingen 1363
4.1. Definitie 1363
4.2. Controlebevoegdheid 1363
4.2.1. Begrip 1363
4.2.2. Vermoedens 1365
4.2.2.1. Controle in rechte (onweerlegbaar wettelijk vermoeden) 1365
4.2.2.2. Controle in feite (feitelijk vermoeden) 1369
4.2.3. Consortium 1371
4.2.3.1. Begrip 1371
4.2.3.2. Het bewijs van een consortium 1372
4.2.3.2.1. Onweerlegbaar wettelijk vermoeden 1372
4.2.3.2.2. Weerlegbaar wettelijk vermoeden 1372
5. De bewijslast 1374
5.1. Algemeen 1374
5.2. Toepassing in concreto 1374
6. Kritische beschouwingen 1377
6.1. Omtrent de verwijzing 1377
6.2. Omtrent de temporele werking 1378
6.2.1. Aanslagjaar versus boekjaar 1378
6.2.2. Compatibiliteit met de aanslagprocedure 1379
6.3. Omtrent de grondwettelijkheid 1380
6.3.1. Het legaliteitsbeginsel 1380
6.3.2. Het gelijkheidsbeginsel 1380