BIJZONDERE VOORWAARDEN DOORLOPENDE REISVERZEKERING P-DRV09
BIJZONDERE VOORWAARDEN DOORLOPENDE REISVERZEKERING
P-DRV09
Naast deze Bijzondere Voorwaarden zijn op deze verzekering van toepassing de Algemene Voorwaarden.
De in deze voorwaarden vetgedrukte begrippen worden in de Algemene Voorwaarden of in de rubrieksvoorwaarden nader omschreven.
Raadpleeg het dekkingsoverzicht behorend bij de afgesloten verzekering voor:
• de maximum verzekerde bedragen
• de hoogte van eventuele eigen risico´s en franchises
• de maximale vergoedingstermijnen
• het aantal personen waarvoor de vergoedingen gelden
• de vergoedingsklasse (van bijvoorbeeld het openbaar vervoer)
INHOUD
Algemene Bepalingen Doorlopende Reisverzekering 2
Artikel 1. Aanvang, geldigheidsduur, wijziging en einde van de verzekering 2
Artikel 2. Geldigheid naar aard van de reis 2
Artikel 3. Dekkingsperiode 2
Artikel 4. Geldigheidsgebied 2
Artikel 5. Wintersport, Bijzondere (winter)sporten en Onderwatersport 2
Artikel 6. Het betalen of terugkrijgen van premie 2
Artikel 7. Herziening van premie en voorwaarden 2
Artikel 8. Samenloop van verzekeringen 2
Bijzondere Clausules 2
Clausule I. Meeverzekeren van partner en/of inwonende kinderen 2
Clausule II. Ongevallen Bijzondere Sporten/Technisch duiken 2
Rubrieksvoorwaarden 3
Rubriek I. S.O.S. Hulpverlening 3
Artikel 1. Aard en omvang 3
Artikel 2. Vergoeding aan meereizende xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx 0
Artikel 3. Ziekte, ongeval of vermissing van verzekerde 3
Artikel 4. Overlijden van verzekerde 3
Artikel 5. Ziekte, ongeval en/of overlijden van niet-meereizende familie van verzekerde 3
Artikel 6. Overlijden van een meeverzekerde reisgenoot 3
Artikel 7. Schade aan eigendommen van verzekerde in Nederland 3
Artikel 8. Gedwongen oponthoud 3
Artikel 9. Uitvallen van het verblijf 3
Artikel 10. Extra vergoedingen 3
Rubriek II. Ongevallen 4
Artikel 1. Aard en omvang 4
Artikel 2. Definitie van het begrip “ongeval” 4
Artikel 3. Uitkering bij overlijden van verzekerde ten gevolge van een ongeval 4
Artikel 4. Uitkering bij blijvende invaliditeit van verzekerde ten gevolge van een ongeval 4
Artikel 5. Berekening van de blijvende invaliditeit 4
Artikel 6. Betaling van de uitkeringen 4
Artikel 7. Normalisatieclausule 4
Artikel 8. Bijzondere verplichtingen in geval van overlijden of invaliditeit ten gevolge
van een ongeval 4
Rubriek III. Bagage 4
Artikel 1. Aard en omvang 4
Artikel 2. Uitgebreide sportuitrusting 5
Artikel 3. Vermissing/vertraagde aankomst bagage tijdens heenreis 5
Artikel 4. Door verzekerde toegebrachte schade aan hotel-/bungalowinventaris of -opstallen 5
Artikel 5. Eigen risico 5
Artikel 6. Extra wintersportdekking 5
Artikel 7. Verzekerde waarde 5
Artikel 8. Overdracht van verzekerde voorwerpen 5
Artikel 9. Bijzondere verplichtingen in geval van schade 5
Artikel 10. Bijzondere uitsluitingen 5
Artikel 11. Voorzichtigheidsclausule 5
Rubriek IV. Medische Kosten 6
Artikel 1. Aard en omvang 6
Artikel 2. Vergoeding van medische kosten in het buitenland 6
Artikel 3. Vergoeding van medische kosten in Nederland 6
Artikel 4. Vergoeding van medische kosten bij ziekte of ongeval van huisdieren 6
Artikel 5. Vergoeding van kosten van tandartshulp 6
Artikel 6. Eigen risico 6
Artikel 7. Bijzondere bepalingen 6
Artikel 8. Bijzondere uitsluitingen 6
Rubriek V. Rechtsbijstand 6
Artikel 1. Dekking 6
Artikel 2. Uitsluiting 7
Artikel 3. Bijzondere verplichtingen 7
Rubriek VI. S.O.S. Autohulp 7
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 7
Artikel 2. Aard en omvang 7
Artikel 3. Gebied waar de verzekering geldig is 7
Artikel 4. Uitvallen van de bestuurder 7
Artikel 5. Uitvallen van het motorrijtuig 7
Artikel 6. Extra vergoedingen 7
Artikel 7. Bijzondere verplichtingen in geval van schade 7
Artikel 8. Bijzondere uitsluitingen - verval van recht op vergoeding 7
Artikel 9. Rechtsbijstand 7
ALGEMENE BEPALINGEN DOORLOPENDE REISVERZEKERING
Artikel 1. Aanvang, geldigheidsduur, wijziging en einde van de verzekering
1.1. De geldigheidsduur van de verzekering vangt aan op de in de polis genoemde ingangsdatum. De verzekering is aangegaan voor een termijn van minimaal 12 maanden.
1.2. Na verloop van de eerste contractstermijn van minimaal 12 maanden wordt de verzekering geacht voor 12 maanden te worden voortgezet, tenzij ófwel verzekeringnemer de verzeke- ring uiterlijk 1 dag voor de contractsvervaldatum schriftelijk aan de Maatschappij heeft op- gezegd, ófwel de Maatschappij de verzekering uiterlijk 1 dag voor de contractsvervaldatum schriftelijk aan verzekeringnemer heeft opgezegd.
1.3. Nadat de eerste contractstermijn van 12 maanden is verstreken, is verzekeringnemer ge- rechtigd de verzekering dagelijks, met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, schriftelijk aan de Maatschappij op te zeggen.
1.4. Verzekeringnemer kan op ieder moment besluiten tot contractsvernieuwing voor een nieu- we contractstermijn van minimaal 12 maanden. Indien verzekeringnemer de verzekering dusdanig wil wijzigen dat naar het oordeel van de Maatschappij geen sprake is van wijziging van het risico kan verzekeringnemer de verzekering ook tussentijds aanpassen zonder con- tractsvernieuwing. De volgende wijzigingen zijn uitsluitend mogelijk bij contractsvernieuwing.
a. Het uitbreiden van het geldigheidsgebied.
b. Het meeverzekeren van een partner.
c. Het meeverzekeren van inwonende kinderen.
d. Het toevoegen van een Doorlopende Annuleringsverzekering.
e. Het verhogen van de verzekerde bedragen van al op de polis voorkomende rubrieken.
1.5. Alle overige wijzigingen van de verzekering leiden niet tot contractsvernieuwing. Hiervoor geldt dat het toevoegen en verwijderen van rubrieken en/of dekkingen mogelijk is per con- tractsvervaldatum en het toevoegen van rubrieken en/of dekkingen tevens tussentijds mo- gelijk is. De in artikel 1.4.a tot en met 1.4.e genoemde wijzigingen zijn omgekeerd slechts mogelijk per contractsvervaldatum.
1.6. Indien de Maatschappij uitkering of schadevergoeding heeft geweigerd omdat door verze- kerde of zijn rechtverkrijgende(n) onjuiste gegevens of feiten zijn verstrekt (zie de Algemene Uitsluitingen in de Algemene Voorwaarden) dan is de Maatschappij gerechtigd de verzeke- ring met onmiddellijke ingang schriftelijk op te zeggen. In dat geval eindigt de verzekering 14 dagen na de datum van opzegging.
1.7. De Maatschappij is niet gerechtigd de verzekering op te zeggen anders dan in artikel 1.2 en 1.6 en in de Algemene Voorwaarden wordt bepaald, behoudens indien door verzeke- ringnemer of verzekerde is gehandeld met de opzet tot misleiding van de Maatschappij. In dat geval zal de Maatschappij de verzekering schriftelijk aan verzekeringnemer opzeggen en eindigt de verzekering op de door de Maatschappij in de opzegging vermelde datum.
1.8. De verzekering eindigt voor verzekerden automatisch zodra zij zich buiten Nederland vestigen.
1.9. De verzekering eindigt voor verzekerden automatisch zodra zij zijn overleden.
Artikel 2. Geldigheid naar aard van de reis
De verzekering is uitsluitend geldig tijdens:
2.1. privéreizen en/of -verblijf. Onder deze verzekering worden als privéreizen ook verstaan reizen waarbinnen door verzekerde cursussen worden gevolgd of vrijwilligerswerk wordt verricht, echter uitsluitend indien de te verrichten werkzaamheden van commerciële, admi- nistratieve of toezichthoudende aard zijn en niet uit hoofde van het beroep of de functie van verzekerde gemaakt worden en de reisduur maximaal 60 dagen bedraagt. Voor het overige is deze verzekering niet geldig tijdens zakenreizen.
2.2. privétrips in het buitenland buiten het zakelijke logeer- en/of verblijfadres, met dien verstande dat de verzekering in dat geval niet van kracht is gedurende de heenreis vanuit c.q. de terug- reis naar Nederland.
Artikel 3. Dekkingsperiode
Binnen de geldigheidsduur van de verzekering vangt de dekkingsperiode telkens aan zodra ver- zekerde en/of zijn bagage de woning of het verblijf verlaten en eindigt zodra verzekerde en/of zijn bagage hierin weer terugkeren. Afhankelijk van de betaalde premie en de invulling van de polis eindigt de dekkingsperiode bovendien direct na een aanééngesloten periode van reizen en/of ver- blijf van 60 of 180 dagen. Verzekerde moet binnen deze termijn zijn teruggekeerd in zijn woning/ verblijf in Nederland. Van deze termijn wordt uitsluitend afgeweken doordat het openbaar vervoer waarmee verzekerde reist vertraging krijgt of doordat er iets gebeurt waartegen men verzekerd is (behalve wanneer deze gebeurtenis onder de rubriek Reisbagage valt); in dat geval blijft de dekking automatisch geldig tot de eerst mogelijke terugkeer van verzekerde.
Artikel 4. Geldigheidsgebied
Afhankelijk van de berekende premie en de invulling op de polis is de verzekering geldig in:
4.1. Europa, waaronder mede wordt verstaan de Azoren, de Canarische Eilanden, Madeira en de niet-Europese landen aan de Middellandse Zee. Tevens is de verzekering geldig tijdens zeereizen tussen genoemde gebieden.
4.2. De gehele wereld.
4.3. In Nederland is de verzekering uitsluitend en alleen in de volgende gevallen van kracht:
a. tijdens een vooraf geboekte reis c.q. verblijf mits verzekerde de Maatschappij op haar ver- zoek het originele boekingsformulier kan overleggen. Eéndaagse schoolreisjes, excursies e.d. zijn niet verzekerd;
b. tijdens niet vooraf geboekte reizen, mits er sprake is van een meerdaagse reis waarvoor een verblijfsrekening van hotel, bungalowpark of camping, de twee laatste anders dan met vaste standplaats, kan worden overgelegd;
c. indien de reis en/of het verblijf in Nederland een direct onderdeel vormen van en één geheel
uitmaken met een buitenlandse reis;
d. tijdens skiën of snowboarden op borstel- c.q. oefenbanen in Nederland, echter met dien ver- stande dat er uitsluitend dekking is voor (voor zover meeverzekerd) de rubrieken Ongevallen en Medische Kosten en op voorwaarde dat uit de polis blijkt dat verzekerde zich ook tegen het risico van wintersport heeft verzekerd. In dit geval is het reizen naar en van de plaats van bestemming alsmede het verblijf ter plaatse niet verzekerd. De verzekering is uitsluitend en alleen geldig gedurende de tijd dat verzekerde de ski- of snowboardsport beoefent.
Artikel 5. Wintersport , Bijzondere (winter)sporten en Onderwatersport
5.1. Als uit het verzekeringsbewijs blijkt, dat verzekerde zich ook tegen deze risico’s heeft ver- zekerd en als de hiervoor verschuldigde toeslagpremie is betaald, dan is deze verzekering tevens van kracht tijdens de beoefening van wintersport, inclusief deelname aan Gästeren- nen en Wisbiwedstrijden, bijzondere (winter)sporten en technisch duiken.
5.2. Recreatief duiken, langlaufen, schaatsenrijden en sledetochten zijn zonder toeslagpremie meeverzekerd.
5.3. Bij het beoefenen van bijzondere (winter)sporten en technisch duiken zal geen uitke- ring plaatsvinden voor overlijden of blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval, zoals vermeld in de rubrieksvoorwaarden Ongevallen, tenzij uit de invulling van de polis blijkt dat “Ongevallen Bijzondere Sporten/Technisch duiken” (zie Xxxxxxxx XX) is meeverzekerd.
5.4. De uitsluiting met betrekking tot het deelnemen aan wedstrijden en de voorbereidingen daar- toe zoals training, zoals vermeld in de Algemene Voorwaarden, blijft onverminderd van kracht.
Artikel 6. Het betalen of terugkrijgen van premie
6.1. Verzekeringnemer is verplicht de premie en eventuele kosten en assurantiebelasting bij vooruitbetaling aan de Maatschappij of aan een door haar aangestelde bemiddelaar te vol- doen uiterlijk op de datum waarop de verzekering c.q. de premietermijn aanvangt. Indien het verschuldigde bedrag niet wordt voldaan binnen 30 dagen na de datum waarop het in rekening is gebracht, zal de Maatschappij tot aanmaning overgaan en is de Maatschappij gerechtigd de dekking van de verzekering op te schorten; de plicht tot het betalen van het volledige voor de looptijd van de verzekering verschuldigde bedrag blijft te allen tijde bestaan. De dekking gaat weer in op de dag volgend op die waarop het verschuldigde bedrag, ver- meerderd met eventuele wettelijke rente en incassokosten, door de Maatschappij of haar bemiddelaar is ontvangen. Gedurende de periode dat de dekking is opgeschort kunnen aan de verzekering geen rechten worden ontleend.
6.2. Behoudens het bepaalde in artikel 1.3, 1.6, 1.8 en 1.9 en in geval van beëindiging van de verzekering door de Maatschappij conform hetgeen bepaald wordt in de Algemene Voor- waarden zal de Maatschappij nimmer restitutie van premie verlenen.
Artikel 7. Herziening van premie en voorwaarden
Indien de Maatschappij haar premie en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort als deze verzekering herziet en in gewijzigde vorm bekend maakt en toepast, is zij gerechtigd de aanpassing van deze verzekering aan de nieuwe premie en/of voorwaarden te verlangen en wel met ingang van de eerste contractsvervaldatum na de invoering van de wijziging. De Maatschappij zal van deze aanpassing melding maken aan verzekeringnemer. Indien verzekeringnemer de aanpassing weigert, dient hij dit binnen 30 dagen na de melding van de aanpassing door de Maat- schappij schriftelijk aan de Maatschappij kenbaar te maken. De verzekering eindigt dan op de op de polis vermelde contractsvervaldatum om 00.00 uur.
De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door verzekeringnemer geldt niet indien de herziening:
a. voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
b. niet ten nadele van de verzekeringnemer of de tot vergoeding/uitkering gerechtigde is.
Artikel 8. Samenloop van verzekeringen
Als verzekerde naast deze reisverzekering in beginsel aanspraak kan maken op een vergoeding of uitkering op grond van een andere verzekering, wet of voorziening, al dan niet van oudere datum, dan biedt deze reisverzekering voor die kosten geen dekking. In dat geval komt uitsluitend de schade voor vergoeding in aanmerking, die het bedrag te boven gaat waarop elders aanspraak gemaakt zou kunnen worden. Deze bepaling geldt niet voor uitkeringen ineens wegens overlijden en/of blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval.
De Maatschappij zal desondanks de in beginsel onder het bereik van deze reisverzekering vallende schade/kosten vooruitbetalen, echter op voorwaarde dat verzekerde meewerkt aan de overdracht van rechten uit een elders lopende verzekering aan de Maatschappij.
BIJZONDERE CLAUSULES
Clausule I. Meeverzekeren van partner en/of inwonende kinderen
De meeverzekerde partner en/of inwonende kinderen worden als verzekerden beschouwd zowel in het geval dat zij alleen reizen als in het geval dat zij in het gezelschap van de hoofdverzekerde reizen. Voor meeverzekerde inwonende kinderen geldt dat de verzekering automatisch wordt be- ëindigd op de eerste contractsvervaldatum nadat zij de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt.
Indien uit de invulling van de polis blijkt dat hiervoor dekking is verleend, is de volgende clausule van toepassing
Clausule II. Ongevallen Bijzondere Sporten/Technisch duiken
In tegenstelling tot hetgeen vermeld wordt in Algemene Bepalingen is de uitkering bij overlijden
c.q. algehele blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval verzekerde overkomen tijdens het beoefenen van bijzondere (winter)sporten (m.u.v. bungee-jumping) en technisch duiken mee- verzekerd tot:
A. In geval van overlijden E 5.000,-
B. In geval van algehele blijvende invaliditeit maximaal E 25.000,-
Voor verzekerden tot 16 jaar en van 70 jaar of ouder blijven echter de op het dekkingsoverzicht vermelde bedragen van kracht.
RUBRIEKSVOORWAARDEN
Rubriek I. S.O.S. HULPVERLENING
Artikel 1. Aard en omvang
De Maatschappij vergoedt de met toestemming van de Alarmcentrale gemaakte extra reis- en/ of verblijf- en/of andere kosten, zoals omschreven in de volgende artikelen, indien dit op het dek- kingsoverzicht wordt vermeld. Genoemde kosten worden vergoed tot maximaal de bedragen zoals die op het dekkingsoverzicht worden vermeld, met inachtneming van de eventueel daarbij vermelde maximale periode, voor maximaal het op het dekkingsoverzicht vermelde aantal personen en tot maximaal de op het dekkingsoverzicht vermelde klasse, wanneer deze het directe gevolg zijn van:
a. Ziekte, ongeval of vermissing van verzekerde (artikel 3).
b. Overlijden van verzekerde (artikel 4).
c. Ziekte, ongeval en/of overlijden van niet-meereizende familie van verzekerde (artikel 5).
d. Overlijden van een meeverzekerde reisgenoot (artikel 6).
e. Schade aan eigendommen van verzekerde in Nederland (artikel 7).
f. Gedwongen oponthoud (artikel 8).
g. Uitvallen van het verblijf (artikel 9).
Artikel 2. Vergoeding aan meereizende gezinsleden/ reisgenoten
Voorwaarde voor vergoeding aan gezinsleden en reisgenoten is dat zij voor dezelfde periode bij de
Maatschappij een reisverzekering hebben afgesloten.
Artikel 3. Ziekte, ongeval of vermissing van verzekerde
Wanneer verzekerde in het buitenland ziek wordt of een ongeval krijgt, vergoedt de Maatschappij:
3.1. Aan verzekerde alsmede aan zijn meereizende gezinsleden en één reisgenoot op voor- waarde dat deze kosten naar het oordeel van de door de Maatschappij ingeschakelde arts medisch noodzakelijk zijn en het directe gevolg van de ziekte of het ongeval:
a. De noodzakelijke extra kosten van verblijf tijdens de dekkingsperiode van de verzekering;
b. De noodzakelijke kosten van extra verblijf na het einde van de voorgenomen verblijfsduur;
c. De noodzakelijke kosten van de terugreis naar de woon- of verblijfplaats in Nederland met een ambulance, taxi of openbaar vervoermiddel, voor zover deze kosten hoger zijn dan die van de oorspronkelijk voorgenomen terugreis.
Indien verzekerde in verband met zijn gezondheidstoestand niet per ambulance, taxi of openbaar vervoermiddel kan reizen worden de kosten van terugreis naar Nederland per am- bulancevliegtuig vergoed. Deze manier van terugreizen is alleen dan verzekerd, wanneer de Maatschappij hiervoor van tevoren toestemming heeft verleend.
De medische noodzaak van terugkeer per ambulancevliegtuig wordt bepaald door de door de Maatschappij ingeschakelde arts in overleg met de behandelend arts in het buitenland. Van medische noodzaak is in elk geval sprake, wanneer terugkeer per ambulancevliegtuig het leven van verzekerde kan redden, de kans op invaliditeit vermindert en/of invaliditeit door dit transport voorkomen kan worden. Als verzekerde recht heeft op vergoeding van terugkeer met een ambulancevliegtuig, heeft hij geen recht op vergoeding van extra reiskosten zoals hierboven beschreven staat. Wel worden de kosten vergoed van het vervoer van het bui- tenlands ziekenhuis naar het vliegveld en van het Nederlandse vliegveld naar het ziekenhuis (inclusief medische begeleidingskosten). Als de verzekering is afgesloten en/of is ingegaan terwijl verzekerde buiten Nederland al onder geneeskundige behandeling was, dan worden deze kosten niet vergoed.
3.2. Aan de meereizende gezinsleden en één reisgenoot van verzekerde: Indien verzekerde door de ziekte of het ongeval in het ziekenhuis verblijft: de voor ziekenbezoek noodzakelijke extra kosten van vervoer.
3.3. Aan familieleden van verzekerde:
Indien verzekerde door de ziekte of het ongeval, volgens de plaatselijke behandelend arts, in levensgevaar verkeert:
a. de kosten van overkomst vanuit Nederland alsmede de terugreis per openbaar vervoer naar
Nederland;
b. de noodzakelijke verblijfkosten.
3.4. Aan verzekerde of aan zijn rechtverkrijgende(n):
De kosten die volgens de plaatselijke, bevoegde autoriteiten gemaakt moeten worden voor het opsporen en/of redden van verzekerde indien sprake is van vermissing van verzekerde. Deze kosten worden ook vergoed als de bevoegde autoriteiten een ongeval vermoeden.
Artikel 4. Overlijden van verzekerde
Wanneer verzekerde in het buitenland overlijdt ten gevolge van ziekte of ongeval, vergoedt de
Maatschappij :
4.1. Aan de rechthebbende(n):
de kosten van het vervoer van het stoffelijk overschot naar de laatste woonplaats in Neder- land, waaronder de kosten van de binnenkist en de kosten van de voor het vervoer noodza- kelijke documenten.
4.2. Aan de meereizende gezinsleden en één reisgenoot van verzekerde:
De noodzakelijke kosten van de terugreis naar de woon- of verblijfplaats in Nederland met een openbaar vervoermiddel, voor zover deze kosten hoger zijn dan die van de oorspronkelijk voorgenomen terugreis.
4.3. Aan de rechthebbende(n) c.q. aan familieleden:
Als het stoffelijk overschot niet naar de voormalige woonplaats van verzekerde wordt ge- bracht worden vergoed de kosten van begrafenis (of crematie) in het buitenland en de over- komst van familieleden van de overleden verzekerde vanuit Nederland, tot ten hoogste het bedrag dat zou zijn vergoed bij het vervoer van het stoffelijk overschot naar de plaats waar de overleden verzekerde woonachtig was.
Artikel 5. Ziekte, ongeval en/of overlijden van niet-meerei- zende familie van verzekerde
5.1. Wanneer verzekerde voortijdig moet terugkeren naar zijn woon- of verblijfplaats in Neder-
land, omdat een familielid in de 1e of 2e graad overleden is, (naar het oordeel van een arts)
levensgevaarlijk ziek is of levensgevaarlijk gewond is geraakt, vergoedt de Maatschappij:
a. Aan verzekerde alsmede aan zijn meereizende gezinsleden en één reisgenoot:
De noodzakelijke terugreiskosten, voor zover die meer of anders zijn dan de kosten van de oorspronkelijk voorgenomen terugreis. Verzekerde(n) moet(en) met eigen of openbaar vervoer reizen.
b. Aan verzekerde en aan zijn meereizende gezinsleden:
De kosten van terugkeer naar de reisbestemming indien verzekerde(n) recht heeft/hebben op de kosten van terugkeer naar Nederland. Verzekerde(n) moet(en) 3 dagen voor het einde van het oorspronkelijk voorgenomen verblijf zijn teruggekeerd naar de reisbestemming.
5.2. EXTRA DEKKING: Indien bij de Maatschappij tevens een annuleringsverzekering is afge- sloten met zorgplicht-, waarnemers- of extra persoonsclausule en verzekerde op grond van een in één van deze clausules genoemde gebeurtenis moet terugkeren naar zijn woon- of verblijfplaats in Nederland vergoedt de Maatschappij:
Aan verzekerde, alsmede aan zijn meeverzekerde gezinsleden en één reisgenoot:
De noodzakelijke terugreiskosten, voor zover die meer of anders zijn dan de kosten van de oorspronkelijk voorgenomen terugreis. Verzekerde(n) moet(en) met eigen of openbaar vervoer reizen.
Artikel 6. Overlijden van een meeverzekerde reisgenoot
Indien verzekerde ten gevolge van het overlijden van zijn medeverzekerde reisgenoot alleenreizend wordt, vergoedt de Maatschappij:
Aan familieleden van verzekerde:
a. de kosten van overkomst vanuit Nederland alsmede de terugreis per openbaar vervoer naar
Nederland;
b. de noodzakelijke verblijfkosten.
Artikel 7. Schade aan eigendommen van verzekerde in Nederland
Wanneer door brand, diefstal, explosie, storm, blikseminslag of overstroming ernstige schade is aangericht aan eigendommen van verzekerde in Nederland (met name aan onroerend goed, inven- taris, inboedel of handelswaar) en verzekerde hiervoor voortijdig moet terugkeren naar zijn woon- of verblijfplaats in Nederland, vergoedt de Maatschappij:
Aan verzekerde alsmede aan zijn meereizende gezinsleden en één reisgenoot:
De noodzakelijke terugreiskosten per openbaar vervoer voor zover deze meer of anders zijn dan de kosten van de oorspronkelijk voorgenomen terugreis.
Artikel 8. Gedwongen oponthoud
Wanneer verzekerde gedwongen is na het einde van de voorgenomen verblijfsduur in het bui- tenland te verblijven, uitsluitend wegens werkstaking van vervoerbedrijven of luchthavenpersoneel, mist, natuurgeweld, lawine, insneeuwing of overstroming, vergoedt de Maatschappij tot de eerst- komende gelegenheid van terugkeer:
Aan verzekerde:
8.1. Dat deel van de extra reiskosten per openbaar vervoer dat hoger is dan de kosten van de
oorspronkelijk voorgenomen terugreis.
8.2. De noodzakelijke extra verblijfkosten.
Voorwaarde voor de vergoeding is dat de genoemde oorzaken van oponthoud zich niet voor of tijdens het begin van de reis voordeden en toen ook niet bekend of te verwachten waren.
Artikel 9. Uitvallen van het verblijf
9.1. Indien het verblijf van verzekerde binnen 7 dagen voor aanvang van de dekkingsperiode (en in elk geval ná afgifte van de polis) onbewoonbaar c.q. onbruikbaar is geworden, vergoedt de Maatschappij de kosten van het huren van vervangend verblijf. Deze kosten worden niet vergoed indien het verblijf in een zodanige staat van onderhoud verkeerde dat het redelijker- wijs te voorzien was dat het verblijf tijdens de reis niet bruikbaar zou zijn.
9.2. Indien:
a. het verblijf van verzekerde door brand, storm, blikseminslag, overstroming of ander natuur- geweld tijdens de dekkingsperiode niet langer bewoonbaar is of
b. het verblijf van verzekerde tijdens de dekkingsperiode niet langer beschikbaar is door het door pech of ongeval uitvallen van het motorrijtuig waaraan het verblijf (caravan, vouwwagen) gekoppeld is of indien dit motorrijtuig tevens als verblijf dient (camper)
vergoedt de Maatschappij de kosten van het huren van vervangend verblijf.
Voorwaarde is wel, dat de eigenaar c.q. verhuurder van het verblijf géén vergoeding heeft verleend en/of niet voor vervangend verblijf heeft gezorgd.
Artikel 10. Extra vergoedingen
De Maatschappij vergoedt bovendien (indien dit blijkt uit het dekkingsoverzicht en/of de polis):
10.1. Telecommunicatiekosten: de noodzakelijke telecommunicatiekosten die uit een onder deze
rubriek verzekerde gebeurtenis voortkomen.
10.2. Toezending medicijnen, kunst- of hulpmiddelen:
In geval van ziekte of ongeval of in het geval van verlies of diefstal van door verzekerde op reis meegenomen medicijnen, kunst- of hulpmiddelen: de kosten van het toezenden aan verzekerde door de Alarmcentrale van deze zaken indien:
a. deze naar het oordeel van de door de Maatschappij ingeschakelde arts medisch noodzake- lijk zijn en
b. daarvoor ter plaatse geen bruikbare alternatieven verkrijgbaar zijn.
De kosten van aankoop, douaneheffingen en eventuele retourvracht komen voor rekening van verzekerde, ook indien de toegezonden artikelen niet worden afgehaald. Annulering van bestellingen is niet mogelijk.
10.3. Indien verzekerde op grond van een onder deze rubriek verzekerde gebeurtenis naar zijn woon- of verblijfplaats in Nederland moet terugkeren: de extra terugreiskosten per openbaar vervoer voor zijn huisdier. Voorwaarde voor vergoeding is wel dat verzekerde een bewijsstuk
overlegt waaruit blijkt dat het betreffende huisdier zijn eigendom is.
10.4. Elders verzekerde reisgenoot: de extra kosten die verzekerde moet maken ten gevolge van een onder deze rubriek verzekerde gebeurtenis, die een niet bij de Maatschappij verzekerde reisgenoot overkomt. Deze dekking is alleen van kracht indien de getroffen reisgenoot met
verzekerde heen- en terug zou reizen en verzekerde voor deze kosten gedekt zou zijn indien de reisgenoot verzekerd zou zijn geweest bij de Maatschappij. De getroffen reisgenoot moet een eigen geldige reisverzekering hebben die geen dekking biedt voor de door verze- kerde gemaakte kosten.
Rubriek II. ONGEVALLEN
De bepalingen van deze rubriek zijn alleen van kracht indien uit de invulling van de polis blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd.
Artikel 1. Aard en omvang
Als verzekerde tijdens de dekkingsperiode van de verzekering een ongeval overkomt, dan is de uitkering verzekerd die vermeld staat op het dekkingsoverzicht.
Artikel 2. Definitie van het begrip “ongeval”
Onder “ongeval” wordt verstaan: een plotselinge, uitwendige geweldsinwerking op het lichaam van verzekerde, die rechtstreeks en uitsluitend leidt tot lichamelijk letsel of tot de dood van verzekerde. Dit moet door een arts vastgesteld kunnen worden.
Als ongeval wordt ook beschouwd:
2.1. De gevolgen van een verkeerde medische behandeling, wondinfectie of bloedvergiftiging, als dit rechtstreeks verband houdt met een ongeval.
2.2. Lichamelijk letsel als gevolg van rechtmatige zelfverdediging, of van een poging mensen, dieren of goederen te redden.
2.3. Besmetting door ziektekiemen, als gevolg van een onvrijwillige val in het water of in een andere vloeibare of vaste stof.
2.4. Verhongering, uitdroging door gebrek aan drinkwater, uitputting of zonnebrand, doordat men van de buitenwereld afgesloten is geraakt door instorting, invriezing, insneeuwing, noodlan- ding of schipbreuk.
2.5. Verstikking, zonnesteek, bevriezing of verdrinking.
2.6. Acute verstuiking, ontwrichting, spier-/peesverrekking of -verscheuring op voorwaarde dat de aard en plaats van deze letsels geneeskundig zijn vast te stellen. Als ongeval wordt niet op- gevat: ontwrichting als gevolg van bestaande gewrichtsafwijkingen en/of overrekte banden.
2.7. Verbranding, maar niet door bestraling of zonnebrand, tenzij deze verbranding het gevolg is van een verkeerde medische behandeling (zie artikel 2.1) of doordat men van de buitenwereld afgesloten is geraakt (zie artikel 2.4).
2.8. Acute vergiftiging door gassen, dampen, spijzen, dranken of andere vloeibare of vaste stof- fen.
2.9. Letsel door het onvrijwillig binnenkrijgen of inslikken van vreemde voorwerpen.
2.10. Vergiftiging veroorzaakt door genees-, genot- of verdovende middelen uitsluitend indien deze middelen op medisch voorschrift werden gebruikt.
Artikel 3. Uitkering bij overlijden van verzekerde ten gevolge van een ongeval
Als verzekerde binnen twee jaar na een ongeval overlijdt aan de gevolgen hiervan, betaalt de Maat- schappij het bedrag voor overlijden uit, dat op het dekkingsoverzicht vermeld staat. Dit uitbetalen gebeurt op de manier die beschreven staat in artikel 6. Van deze uitkering worden al die uitkeringen afgetrokken die de Maatschappij eventueel al aan de verzekerde heeft betaald wegens blijvende invaliditeit door hetzelfde ongeval. Als alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit bij elkaar opgeteld een hoger bedrag vormen dan het verzekerde bedrag bij overlijden, behoeven rechtverkrijgende(n) van de overledene dit verschil niet terug te betalen.
Artikel 4. Uitkering bij blijvende invaliditeit van verzekerde ten gevolge van een ongeval
Als bij verzekerde binnen twee jaar na de datum van het ongeval blijvende invaliditeit optreedt ten gevolge van dit ongeval, keert de Maatschappij het hiervoor op het dekkingsoverzicht vermelde bedrag geheel of gedeeltelijk uit. Dit hangt af van de mate waarin verzekerde blijvend functioneel invalide is geworden. Verzekerde moet zich houden aan artikel 8.3. In artikel 6.2 staat op welke wijze de Maatschappij zal betalen. Hieronder volgt op welke termijn uitgekeerd zal worden:
4.1. Zodra de graad van blijvende invaliditeit definitief vaststaat, op voorwaarde dat dit binnen twee jaar na de datum van het ongeval kan worden vastgesteld.
4.2. Wanneer niet binnen twee jaar is vast te stellen of en in welke graad er blijvende invaliditeit is, heeft de Maatschappij het recht de uitkering uit te stellen. De Maatschappij betaalt dan rente over het nog niet betaalde bedrag van de uitkering. De hoogte van deze rente is die van de gemiddelde rente op de Staatsleningen in het jaar van uitkering, met een maximum van 8%. Deze rente wordt tegelijk met de invaliditeitsuitkering uitbetaald.
4.3. Als verzekerde in de periode van het uitstel overlijdt aan de gevolgen van het ongeval, vervalt
het recht op de invaliditeitsuitkering. Voor de uitkering wegens overlijden geldt dan wat in artikel 3 is bepaald.
4.4. Als verzekerde binnen twee jaar na het ongeval of in de periode van het uitstel overlijdt, niet als gevolg van het ongeval, en als de Maatschappij nog geen invaliditeitsuitkering heeft uit- betaald, dan wordt aan de rechtverkrijgende(n) van verzekerde het bedrag uitgekeerd dat de Maatschappij waarschijnlijk aan de invaliditeitsuitkering had moeten betalen, als verzekerde niet was overleden.
Artikel 5. Berekening van de blijvende invaliditeit
5.1. De mate waarin verzekerde blijvend functioneel invalide is, wordt vastgesteld door de me- disch adviseur van de Maatschappij op basis van informatie van de behandelend(e) arts(en) en/of een door de Maatschappij ingeschakelde onafhankelijke arts. Dit vaststellen van het invaliditeitspercentage geschiedt aan de hand van de tabellen, genoemd in de gids voor de vaststelling van blijvende functionele invaliditeit van de American Medical Association eventu- eel aangevuld met de richtlijnen van Nederlandse specialistenverenigingen
5.2. Bij het vaststellen van de mate waarin verzekerde invalide is geworden, wordt zijn beroep buiten beschouwing gelaten. Er wordt ook rekening gehouden met de mate waarin verze- kerde al voor het ongeval invalide was. Alleen voor “toegevoegde” invaliditeit wordt uitge- keerd.
5.3. Voor één of meer ongevallen samen kan nooit meer worden uitgekeerd dan het op het dek- kingsoverzicht vermelde bedrag.
Artikel 6. Betaling van de uitkeringen
6.1. Wanneer verzekerde overlijdt ten gevolge van een ongeval, wordt de uitkering betaald aan zijn wettige erfgenamen. Zij moeten een verklaring van erfrecht overleggen. Geen aanspraak op de uitkering hebben de Staat der Nederlanden en schuldeisers die geen erfgenamen zijn.
6.2. Wanneer verzekerde blijvend invalide zal zijn ten gevolge van een ongeval, betaalt de Maat- schappij de uitkering aan verzekerde. Dit gebeurt nadat de graad van blijvende invaliditeit definitief is vastgesteld.
Artikel 7. Normalisatieclausule
Indien de gevolgen van een ongeval worden vergroot door een ziekelijke of gebrekkige toestand van verzekerde voor of op het tijdstip van het ongeval, een geestelijke of lichamelijke afwijking of aan- doening, zelfmoord of een poging daartoe, wordt nimmer meer uitgekeerd dan hetgeen uit hoofde van deze verzekering zou zijn uitgekeerd indien hetzelfde ongeval een geheel valide en gezond persoon zou hebben getroffen.
Artikel 8. Bijzondere verplichtingen in geval van overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval
8.1. Als verzekerde ten gevolge van een ongeval is overleden, moeten rechtverkrijgende(n) van verzekerde toestaan, dat de Maatschappij sectie op het stoffelijk overschot laat verrichten. De Maatschappij wijst daartoe een deskundige aan.
8.2. Als verzekerde ten gevolge van een ongeval invalide is geworden, moet hij zich, als de Maatschappij dit wenst, laten onderzoeken door een deskundige, die door de Maatschap- pij wordt aangewezen, of zich ter observatie laten opnemen in een door de Maatschappij aangewezen ziekenhuis. De Maatschappij betaalt de kosten van dit onderzoek.
8.3. Verzekerde moet binnen 12 maanden nadat hij een ongeval heeft gehad, de Maatschappij schriftelijk laten weten of hij door het ongeval de kans loopt blijvend invalide te worden. Als verzekerde dit zelf niet met zekerheid kan zeggen, moet hij hierover zijn behandelend arts raadplegen. Wanneer deze arts binnen 12 maanden na het ongeval niet met zekerheid kan zeggen of verzekerde blijvend invalide zal zijn, moet ook dit binnen 12 maanden na het ongeval aan de Maatschappij gemeld worden.
Als verzekerde bovengenoemde verplichtingen niet nakomt zal de Maatschappij niet tot uit- kering overgaan.
Rubriek III. BAGAGE
De bepalingen van deze rubriek zijn alleen van kracht indien uit de invulling van de polis blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd.
Artikel 1. Aard en omvang
Onder “bagage” wordt verstaan: de bagage, die verzekerde voor zijn persoonlijk gebruik mee- neemt op reis.
Wanneer de verzekerde bagage schade ondervindt door diefstal, verlies, vermissing of beschadi- ging, vergoedt de Maatschappij deze schade tot ten hoogste het verzekerde bedrag dat op het dekkingsoverzicht vermeld staat onder de afgesloten verzekering. In geval van schade aan of verlies van een verzekerd voorwerp met toebehoren kan uitsluitend één verzekerde aanspraak maken op vergoeding.
Zolang de verzekering van kracht is, is verzekerde ook tegen schade verzekerd aan bagage die tegen ontvangstbewijs per boot, trein, bus of vliegtuig vooruit- of nagezonden wordt.
Voor de in artikel 1.1 t/m 1.5 genoemde bagage gelden de maximale verzekerde bedragen die daar- voor op het dekkingsoverzicht vermeld staan, met inachtneming van de eventueel daarbij vermelde franchises en de hieronder vermelde bepalingen:
1.1. Digitale/electrische apparatuur, waaronder wordt verstaan:
a. foto-, film-, video/dvd-apparatuur inclusief eventuele bijbehorende beeld-, geluids- en infor-
matiedragers;
b. geluids- en beeldapparatuur, waaronder mede wordt verstaan: muziekdragers waaronder
iPods en MP3-spelers en niet in de auto ingebouwde navigatieapparatuur;
c. computerapparatuur: computers (waaronder organizers) inclusief randapparatuur, software en eventuele bijbehorende beeld-, geluids- en informatiedragers;
d. telecommunicatie-apparatuur, waaronder mobiele telefoons (met inbegrip van zogenaamde smartphones en iPhones) inclusief toebehoren en ook indien deze voorzien zijn van een foto- of videocamera;
e. radio- en televisietoestellen.
Bij foto-, film-, video/dvd- en computerapparatuur worden alle voorwerpen, die tezamen een uitrus- ting vormen, beschouwd als één verzekerd voorwerp, zoals camera’s, objectieven, filters, statieven, filmzonnen, recorders, draagtassen etc.
1.2. Overige bagage, waaronder:
a. kostbaarheden: sieraden, horloges, bontwerk, voorwerpen van goud, zilver of platina, edel-
stenen, parels, kijkers, en andere kostbaarheden;
b. contactlenzen en brillen;
c. in de auto ingebouwde geluids- en beeldapparatuur, waaronder mede wordt verstaan in de
auto ingebouwde video/dvd-apparatuur en in de auto ingebouwde navigatieapparatuur;
d. muziekinstrumenten: muziekinstrumenten met toebehoren (met uitzondering van trommelvel- len, snaren en mondstukken);
e. reisdocumenten: o.m. rij- en kentekenbewijzen, kentekenplaten, vervoerbiljetten die speciaal voor gebruik tijdens de reis zijn aangeschaft, identiteitsbewijzen, toeristenkaarten, paspoor- ten, laissez-passers, skipassen en visa. De kosten van het opnieuw aanschaffen worden vergoed, met uitzondering van reis-, verblijf- en telecommunicatiekosten;
f. (Tand)prothesen en gehoorapparatuur: (tand)prothesen, tandbeugels, stifttanden, tandkro- nen en gehoorapparaten;
g. Gereedschappen en reserveonderdelen van vervoermiddelen.
h. Xxxxxxx met toebehoren, opblaasbare en opvouwbare boten met toebehoren, surfplanken
met toebehoren, imperiaal, skiboxen, sneeuwkettingen en jetbags;
i. Medische apparatuur. Medische apparatuur wordt vergoed inclusief reparatiekosten;
j. Eigen of gehuurde sportuitrusting die gebruikt wordt bij de beoefening van bijzondere (winter)sporten. Deze dekking is uitsluitend van kracht indien de beoefening van bijzondere (winter)sporten is meeverzekerd;
k. Wintersportuitrusting: eigen of gehuurde ski’s of snowboards inclusief bindingen, skistokken en skischoenen. Deze dekking is uitsluitend van kracht indien de beoefening van wintersport is meeverzekerd;
l. Onderwatersportuitrusting: eigen of gehuurde onderwatersportuitrusting. Onderwaterca-
mera’s en duikcomputers vallen echter onder de in artikel 1.1 genoemde apparatuur.
Onder bagage wordt ook verstaan:
1.3. Geld: hieronder wordt mede verstaan reischeques en chippassen. Indien meeverzekerd,
geldt het op het dekkingsoverzicht vermelde bedrag naast het verzekerde bedrag voor Bagage;
1.4. Goederen die tijdens de reis zijn aangeschaft;
1.5. Giften voor derden: goederen, die verzekerde vóór of tijdens de reis heeft aangeschaft, en die bedoeld zijn als gift/cadeau voor derden.
Artikel 2. Uitgebreide sportuitrusting
Indien uit de polis blijkt dat hiervoor dekking is verleend geldt voor door verzekerde voor persoonlijk gebruik meegenomen, tijdens de reis aangeschafte, dan wel tijdens de geldigheidsduur van de ver- zekering tegen ontvangstbewijs vooruitgezonden sportuitrusting (inclusief toebehoren), het verze- kerde bedrag dat wordt vermeld op het dekkingsoverzicht. Dit bedrag geldt naast het voor Bagage verzekerde bedrag. Er geldt geen onderscheid tussen digitale/electrische apparatuur behorend bij de sportuitrsuting en overige sportuitrusting. Deze uitgebreide dekking geldt voor sportuitrusting die gebruikt wordt bij de recreatieve beoefening van:
• Wintersport en bijzondere (winter)sporten;
• Onderwatersport;
• Wandelsport;
• Fietssport;
• Golfsport;
• Schaats-/skeelersport en inline-skaten;
• Kano- en (wind-/kite)surfsport;
• Hand- en kruisboogsport;
• Racket- en balsporten;
• Paardensport;
• Overige sporten voor zover daarvoor geen uitsluiting geldt volgens de Algemene Voorwaar- den.
Op deze uitgebreide dekking zijn voor het overige deze rubrieksvoorwaarden onverkort van toepas- sing.
Artikel 3. Vermissing/vertraagde aankomst bagage tijdens heenreis
De Maatschappij vergoedt bovendien vervangende kleding en toiletartikelen, voor zover deze moe- ten worden aangeschaft tijdens de dekkingsperiode van de verzekering, omdat de bagage tijdens het transport per openbaar vervoer op de heenreis vermist werd of met vertraging aankwam. Deze vergoeding zal nooit hoger zijn dan het op het dekkingsoverzicht vermelde verzekerde bedrag, dat geldt naast het voor Bagage verzekerde bedrag.
Artikel 4. Door verzekerde toegebrachte schade aan hotel-/ bungalowinventaris of -opstallen
Wanneer verzekerde aansprakelijk is voor door hem persoonlijk toegebrachte schade aan een hotel, bungalow, caravan, een andere logeergelegenheid waar hij officieel overnacht of aan de in- ventaris daarvan, vergoedt de Maatschappij deze schade, echter met uitzondering van schade aan het casco van caravan, vouw-kampeerwagen, camper of boot ontstaan tijdens het rijden of varen. Voorwaarde is dat er geen sprake was van opzet of grove schuld. Tevens wordt vergoed schade aan een tijdens de reis gehuurd kluisje als gevolg van het verloren gaan van de sleutel van dit kluisje. De Maatschappij vergoedt uitsluitend schaden die hoger zijn dan de franchise vermeld op het dekkingsoverzicht. Deze vergoeding zal nooit hoger zijn dan het hiervoor op het dekkingsoverzicht vermelde bedrag, dat geldt naast het voor Bagage verzekerde bedrag.
Artikel 5. Eigen risico
Voor alle schade volgens artikel 1 en artikel 2, met uitzondering van artikel 1.2.e gelden de eigen
risico´s die worden vermeld op het dekkingsoverzicht onder de afgesloten verzekering.
Artikel 6. Extra wintersportdekking
Indien de beoefening van wintersport is meeverzekerd vergoedt de Maatschappij bovendien:
6.1. De vooruitbetaalde maar niet benutte skipassen, -huur en -lessen, als verzekerde tijdens de dekkingsperiode:
a. door een hem overkomen ongeval niet kan skiën (verklaring van de in het buitenland behan- delend arts overleggen);
b. door ziekte of ongeval in een ziekenhuis wordt opgenomen;
c. in verband met een verzekerde gebeurtenis voortijdig naar zijn woon- of verblijfplaats in Nederland moet terugkeren. Als de getroffen verzekerde voortijdig terugkeert, betaalt de Maatschappij deze vergoeding ook voor de samen met hem terugkerende gezinsleden of voor één samen met hem terugkerende reisgenoot, op voorwaarde dat deze persoon/per- sonen eveneens bij de Maatschappij is/zijn verzekerd en ook voor deze persoon/personen
de beoefening van wintersport is meeverzekerd.
6.2. De kosten van het huren van vervangende ski’s en/of skischoenen (tot maximaal de voor- genomen skiperiode, skipas overleggen!), indien de eigen ski’s en/of skischoenen gestolen of onherstelbaar beschadigd zijn. Voorwaarde is wel, dat in geval van diefstal een proces- verbaal wordt overgelegd en dat in geval van beschadiging zowel de beschadigde ski’s en/ of skischoenen als een onherstelbaarheidsverklaring van een ter zake kundige overgelegd worden.
Artikel 7. Verzekerde waarde
In geval van niet-herstelbare beschadiging, verlies, vermissing of diefstal wordt vergoeding verleend op basis van de verzekerde waarde. Onder verzekerde waarde wordt verstaan de nieuwwaarde, onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage; deze aftrek zal niet worden toegepast als de verloren of beschadigde goederen nog geen jaar oud zijn. Onder nieuwwaarde wordt verstaan het bedrag benodigd voor het verkrijgen van nieuwe voorwerpen van dezelfde soort en kwaliteit. Er zal geen hoger bedrag worden betaald dan het verzekerde voorwerp oorspronkelijk gekost heeft. In geval van herstelbare beschadiging wordt vergoeding verleend op basis van de herstelkosten. Er zal echter niet meer worden betaald dan in geval van niet-herstelbare beschadiging. De Maatschappij heeft het recht de schade in natura te vergoeden.
Artikel 8. Overdracht van verzekerde voorwerpen
Als de verzekerde voorwerpen zijn beschadigd, kunnen deze niet aan de Maatschappij worden overgedragen, tenzij de Maatschappij dit wenst. Wanneer de Maatschappij aan verzekerde een vergoeding heeft betaald voor verloren, beschadigde of vermiste goederen, moet verzekerde het eigendomsrecht op deze goederen overdragen aan de Maatschappij. Zodra verzekerde weet dat de verloren of vermiste goederen zijn teruggevonden, moet hij dit aan de Maatschappij melden. Als de goederen worden teruggevonden binnen 3 maanden na de dag waarop ze verdwenen, moet verzekerde ze terugnemen en de uitbetaalde vergoeding aan de Maatschappij terugbetalen.
Artikel 9. Bijzondere verplichtingen in geval van schade
9.1. Bij verlies, diefstal of vermissing moet verzekerde onmiddellijk ter plaatse aangifte doen bij de politieautoriteiten. Indien aangifte ter plaatse onmogelijk is moet verzekerde direct bij de eerstkomende gelegenheid aangifte doen. Van deze aangifte moet hij een verklaring aan de Maatschappij overleggen.
9.2. Wanneer verzekerde zijn bagage door verlies, diefstal of vermissing kwijt raakt in een hotel, dient hij dit direct aan te geven bij de hoteldirectie. Van deze aangifte moet hij een verklaring aan de Maatschappij overleggen. Het in artikel 9.1 bepaalde blijft onverminderd van kracht.
9.3. Wanneer de bagage met een openbaar vervoermiddel of een ander middel van transport meegaat, moet verzekerde bij het in ontvangst nemen van zijn bagage controleren, of deze nog in goede staat is en of er niets ontbreekt. Als hij schade of vermissing constateert, moet hij hiervan direct aangifte doen bij de vervoersonderneming. Van deze aangifte moet hij een verklaring aan de Maatschappij overleggen.
9.4. De bewijslast van diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van bagage alsmede van de omvang van de schade, het feit dat hij de bagage werkelijk bezat en het feit dat de verzekerde gebeurtenis zich in de dekkingsperiode van de verzekering heeft voorgedaan rust te allen tijde op verzekerde. Verzekerde is voorts verplicht de schade aan te tonen door middel van originele rekeningen of duplicaten daarvan, garantiebewijzen, geldopnamebewijzen, verkla- ringen van deskundigen over de mogelijkheid van reparatie en andere door de Maatschappij verlangde bewijsstukken. Tevens is verzekerde verplicht de Maatschappij bij beschadiging in staat te stellen de bagage te onderzoeken voordat reparatie c.q. vervanging plaatsvindt.
Als verzekerde bovengenoemde verplichtingen niet nakomt zal de Maatschappij niet tot ver- goeding overgaan.
Artikel 10. Bijzondere uitsluitingen
Niet verzekerd is:
10.1. Diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van postzegels, documenten, foto’s, waardepa- pieren, zoals abonnementen voor het openbaar vervoer, OV-jaarkaarten, kaarten waarmee reductie kan worden verkregen, seizoenkaarten, entreebewijzen, pasjes etc., verhuisgoe- deren en voorwerpen van kunst- of verzamelwaarde, behoudens het bepaalde in artikel 1.3 en 1.4.
10.2. Diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van zakelijke goederen (handelsgoederen, mon- stercollecties en overige zakelijke goederen).
10.3. Diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van voertuigen en/of aanhangers, waaronder caravans (inclusief tentgedeelte), luchtvaartuigen, boten en alle andere vervoermiddelen of onderdelen of toebehoren daarvan. De in artikel 1.2.g en 1.2.h genoemde voorwerpen zijn wel verzekerd. Lakschade aan fietsen en schade aan of diefstal van tijdens de dekkings- periode van de verzekering gehuurde fietsen, gehuurde opblaasbare/opvouwbare boten en gehuurde surfplanken wordt nimmer vergoed.
10.4. Schade veroorzaakt door langzaam werkende weersinvloeden of andere invloeden (natuur- geweld uitgezonderd), slijtage, de aard of een gebrek van de bagage, mot, knaagdieren, insecten, enz.
10.5. Andere schaden dan die aan de goederen zelf.
10.6. Diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van geld, als er geen proces-verbaal kan worden overgelegd en als het bezit van geld niet kan worden bewezen met giro- of bankafschriften, wisselbriefjes of andere, door de Maatschappij gevraagde bewijzen.
10.7. Schade zoals ontsieringen, krassen, deuken, vlekken, enz. tenzij de goederen door deze beschadigingen niet langer te gebruiken zijn.
10.8. Xxxxxxxx, verlies, vermissing of beschadiging van reisbagage die wordt achtergelaten in of op een motorrijtuig dan wel in een aanhanger waarmee de reisbestemming niet bereikt wordt.
10.9. Breuk van breekbare voorwerpen en/of de gevolgen daarvan met uitzondering van schade veroorzaakt door een ongeluk aan het middel van vervoer overkomen, inbraak, diefstal, be- roving of brand.
10.10.Diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van goederen die tijdens de dekkingsperiode van de verzekering in bruikleen zijn ontvangen c.q. zijn afgestaan, tenzij degene van wie de goederen in bruikleen zijn ontvangen of aan wie de goederen zijn afgestaan, ten tijde van het evenement eveneens bij de Maatschappij voor hetzelfde risico en op dezelfde polis is verzekerd.
Artikel 11. Voorzichtigheidsclausule
Geen recht op vergoeding bestaat in de volgende gevallen:
11.1. Normale voorzichtigheid:
Indien verzekerde (of degene van wiens hulp verzekerde gebruik maakt) niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming van diefstal, verlies, vermissing of be- schadiging van de verzekerde bagage. Van normale voorzichtigheid is in ieder geval geen sprake indien de verzekerde bagage onbeheerd achterlaat anders dan in een deugdelijk afgesloten ruimte.
11.2. Betere maatregelen:
Indien van verzekerde in redelijkheid verlangd mag worden dat hij onder de gegeven om- standigheden betere maatregelen had kunnen en moeten treffen ter voorkoming van diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van de verzekerde bagage.
11.3. Transport per openbaar vervoer:
Diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van digitale/electrische apparatuur, reisdocu- menten en kostbaarheden die tijdens het vervoer per boot, trein, bus of vliegtuig niet als handbagage zijn meegenomen.
11.4. Diefstal van of uit motorrijtuigen:
a. Diefstal van geld van of uit motorrijtuigen;
b. Diefstal van de overige verzekerde bagage van of uit motorrijtuigen, tenzij verzekerde kan aantonen dat:
■ deze van buitenaf niet zichtbaar is achtergelaten in een deugdelijk afgesloten koffer- ruimte*, de diefstal tussen 07.00 uur en 22.00 uur locale tijd heeft plaatsgevonden en er
sporen van braak aanwezig zijn. Er bestaat echter nimmer recht op vergoeding indien de verzekerde bagage langer dan 24 uur onbeheerd is achtergelaten.
■ deze onbeheerd is achtergelaten tijdens een korte onderbreking van de reis om te pau- zeren dan wel tijdens een noodsituatie en er sporen van braak aanwezig zijn. In dit geval bestaat voor digitale/electrische apparatuur, kostbaarheden en reisdocumenten uitslui- tend recht op vergoeding indien deze van buitenaf niet zichtbaar zijn achtergelaten in een deugdelijk afgesloten kofferruimte*.
* Bij motorrijtuigen met een derde of vijfde deur of bij een stationcar dient de kofferruimte bovendien afgedekt te zijn met een hoedenplank of een soortgelijke, vastgemonteerde voorziening.
11.5. Diefstal uit caravans, campers en pleziervaartuigen:
a. Diefstal van kostbaarheden, reisdocumenten en geld uit een caravan, camper of pleziervaar- tuig tenzij deze zaken binnen de afgesloten caravan of camper c.q. binnen het afgesloten pleziervaartuig zijn opgeborgen in een kluis en er sporen van braak aanwezig zijn.
b. Diefstal van digitale/electrische apparatuur uit een caravan, camper of pleziervaartuig tenzij deze zaken binnen de afgesloten caravan of camper c.q. binnen het afgesloten pleziervaar- tuig zijn opgeborgen in een van een slot voorziene opbergruimte en er sporen van braak aanwezig zijn.
11.6. Diefstal uit tenten:
Diefstal van digitale/electrische apparatuur, kostbaarheden, reisdocumenten en geld, indien
deze onbeheerd zijn achtergelaten in een (voor)tent.
Rubriek IV. MEDISCHE KOSTEN
De bepalingen van deze rubriek zijn alleen van kracht indien uit de invulling van de polis blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd.
Artikel 1. Aard en omvang
De Maatschappij vergoedt de medische kosten die verzekerde moet maken als gevolg van een ziekte of aandoening die optreedt of een ongeval dat plaatsvindt tijdens de dekkingsperiode van de verzekering, tot ten hoogste het verzekerde bedrag dat op het dekkingsoverzicht vermeld staat onder de afgesloten verzekering. Onder medische kosten vallen uitsluitend:
• de honoraria van artsen en specialisten;
• de kosten van ziekenhuisopname;
• de kosten van operatie en gebruik van operatiekamer;
• de kosten van de door de arts voorgeschreven röntgenopnamen en radio-actieve bestralingen;
• de kosten van de door de arts voorgeschreven medicijnen, verbandmiddelen en massage;
• de kosten van het medisch noodzakelijk vervoer (waaronder mede wordt begrepen vervoer vanaf een skipiste) van verzekerde naar en van artsen en het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
Bovenstaande kosten worden uitsluitend vergoed, indien de arts, de specialist c.q. het ziekenhuis, erkend zijn door de bevoegde instanties.
Artikel 2. Vergoeding van medische kosten in het buitenland
De Maatschappij vergoedt:
2.1. De in artikel 1 genoemde kosten van medische hulp in het buitenland. Deze vergoeding gaat in op de dag dat de behandeling begint en loopt tot de eerst mogelijke terugkeer van verze- kerde in Nederland. Verzekerde heeft nooit langer dan 365 dagen recht op vergoeding.
2.2. De op medisch voorschrift aangeschafte of gehuurde elleboog- of okselkrukken of rolstoel, mits deze kosten zijn gemaakt binnen 90 dagen na het ontstaan van de ziekte c.q. het plaats- vinden van het ongeval.
2.3. De kosten van prothesen (uitgezonderd gebitsprothesen), indien verzekerde deze ten ge- volge van een ongeval op voorschrift van een specialist in het buitenland moet aanschaffen.
Artikel 3. Vergoeding van medische kosten in Nederland
De Maatschappij vergoedt:
3.1. De in artikel 1 genoemde kosten van medische hulp:
a. indien verzekerde tijdens de reis vanuit Nederland naar de buitenlandse reisbestemming dan wel tijdens de terugreis naar Nederland, in Nederland ziek wordt of betrokken raakt bij een ongeval;
b. indien de beoefening van wintersport is meeverzekerd en de medische kosten het gevolg zijn van een aan verzekerde, tijdens het skiën op een borstel- c.q. oefenbaan, overkomen ongeval;
c. gemaakt binnen de dekkingsperiode van de verzekering tijdens reizen binnen Nederland waarvoor de afgesloten verzekering dekking biedt.
3.2. De op medisch voorschrift aangeschafte of gehuurde elleboog- of okselkrukken of rolstoel, mits deze kosten zijn gemaakt binnen 90 dagen na het ontstaan van de ziekte c.q. het plaats- vinden van het ongeval.
3.3. Nabehandelingskosten in Nederland: de kosten van medische hulp in Nederland, m.u.v. de vervoerskosten, die betrekking hebben op verdere medische behandeling worden uitsluitend vergoed als deze het gevolg zijn van een ongeval. Voorwaarde is, dat verzekerde tijdens
de dekkingsperiode van de verzekering minstens één behandeling in het buitenland heeft ondergaan en dat de medische kosten gemaakt zijn binnen 365 dagen na aanvang van de eerste behandeling.
Artikel 4. Vergoeding van medische kosten bij ziekte of ongeval van huisdieren
De Maatschappij vergoedt de medische kosten die verzekerde tijdens de dekkingsperiode in het buitenland moet maken voor zijn meereizend huisdier. Voorwaarde voor vergoeding is wel dat ver- zekerde een bewijsstuk overlegt waaruit blijkt dat het betreffende huisdier zijn eigendom is.
Artikel 5. Vergoeding van kosten van tandartshulp
De Maatschappij vergoedt:
5.1. de tandartskosten ten gevolge van een ongeval dat plaatsvindt tijdens de dekkingsperiode, als het natuurlijk gebit van verzekerde wordt beschadigd. Voorwaarde is wel dat deze kosten gemaakt zijn binnen 365 dagen na het ongeval.
5.2. de tandartskosten gemaakt tijdens de dekkingsperiode bij overige spoedeisende hulp.
Artikel 6. Eigen risico
Voor alle medische kosten volgens artikel 1, geldt het eigen risico dat vermeld wordt op het dek- kingsoverzicht.
Artikel 7. Bijzondere bepalingen
7.1. Verzekerde moet zich laten behandelen of verplegen op een manier die niet onnodig duur is en die overeenkomt met zijn bestaande verzekering/voorziening in Nederland.
7.2. Als de behandeling plaatsvindt in het land waarvan verzekerde de nationaliteit bezit, ver- goedt de Maatschappij alleen de kosten van behandeling van ziekten, aandoeningen en afwijkingen die verzekerde nog niet had toen hij de buitenlandse reis aanving en waarvoor hij nooit eerder onder behandeling was.
7.3. Als verzekerde langer dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis wordt opgenomen, vergoedt de Maatschappij de behandeling alleen als deze niet kon worden uitgesteld tot na terugkeer in Nederland.
Artikel 8. Bijzondere uitsluitingen
Verzekerde is niet tegen medische kosten verzekerd in de navolgende gevallen:
8.1. Indien er geen sprake is van een ziektekostenverzekering in Nederland.
8.2. Wanneer de ziekte verband houdt met het gebruik van medicijnen/preparaten teneinde het lichaamsgewicht te verminderen of vermeerderen.
8.3. Als de dekkingsperiode van de verzekering is ingegaan terwijl verzekerde al onder genees- kundige behandeling was, worden de kosten van deze voortgezette of voorgeschreven be- handeling niet vergoed.
8.4. De kosten van een operatie worden niet vergoed als deze operatie uitgesteld had kunnen worden tot na terugkeer in Nederland.
Rubriek V. RECHTSBIJSTAND
De bepalingen van deze rubriek zijn alleen van kracht indien uit de invulling van de polis blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd.
Artikel 1. Dekking
Rechtsbijstand wordt verleend door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij
N.V. te Amsterdam (tel. 000-0000000). DAS verleent rechtsbijstand en vergoedt de daarmee ge- moeide kosten tot de op het dekkingsoverzicht vermelde bedragen, overeenkomstig het bepaalde in de door haar gehanteerde voorwaarden, die tevens op deze overeenkomst van toepassing zijn. Deze voorwaarden zijn op verzoek verkrijgbaar.
DAS verleent verzekerden en hun nagelaten betrekkingen, voor zover deze een vordering tot le- vensonderhoud kunnen instellen, voor gebeurtenissen verbandhoudende met de reis waarvoor deze verzekering is afgesloten rechtsbijstand als omschreven in de volgende artikelen.
A. Verhaalsbijstand.
Rechtsbijstand ter zake van verhaal van schade aan verzekerde persoonlijk of aan zijn eigendom- men toegebracht door een derde die daarvoor wettelijk aansprakelijk is.
B. Strafbijstand.
Rechtsbijstand in strafzaken aangespannen tegen een verzekerde, tenzij er sprake is of zou zijn van een opzetdelict, dan wel verzekerde het feit willens en wetens heeft gepleegd, of van een overtre- ding van fiscale voorschriften (waaronder begrepen douanevoorschriften).
C. Contractsbijstand.
Rechtsbijstand ter zake van geschillen over overeenkomsten die door verzekerde zijn gesloten in rechtstreeks verband met de reis, mits het belang tenminste € 110,- bedraagt.
D. Waarborgsom.
Het voorschieten van een waarborgsom van ten hoogste € 12.500,- als een buitenlandse over- heidsinstantie een waarborgsom verlangt voor vrijlating van verzekerde of vrijgeven van rijbewijs en/ of voertuig. Verzekerde moet zijn medewerking verlenen tot het terugverkrijgen van het voorschot. Indien dit niet mocht slagen is verzekerde gehouden het voorschotbedrag binnen 1 jaar terug te betalen.
Artikel 2. Uitsluiting
Er wordt geen rechtsbijstand verleend indien de aanspraak van verzekerde voortvloeit uit of ver- band houdt met het in eigendom hebben, bezitten, houden of (ver)kopen van motorrijtuigen en/of aanhangers. Indien de rubriek S.O.S. Autohulp is afgesloten dan geldt deze uitsluiting niet.
Artikel 3. Bijzondere verplichtingen
Verzekerde is verplicht in geval van beroep op rechtsbijstand dit zo spoedig mogelijk te melden aan DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx, telefoon 020-6517517.
Rubriek VI. S.O.S AUTOHULP
De bepalingen van deze rubriek zijn alleen van kracht indien uit de invulling van de polis blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze rubrieksvoorwaarden wordt verstaan onder:
“Motorrijtuig/aanhanger”: de personenauto, het autobusje of het motorrijwiel waarmee xxxxxx
Nederland de reis naar de bestemming wordt gemaakt, eventueel voorzien van aanhangwagen (aanhanger) met alles wat daarop, daar- mede of daarin wordt vervoerd, mits voorzien van een Nederlands kenteken en waarvan het besturen is toegestaan met een rijbewijs voor de categorie A, B of B/E. Indien en zolang als gevolg van een verzekerde gebeurtenis een ander motorrijtuig en/of aanhanger wordt gebruikt, ook in het geval dat dit van een buitenlands kenteken is voorzien, zijn alle bepalingen van deze verzekering ook daarop van toepassing, mits deze verandering heeft plaatsgevonden in overleg met de Alarmcentrale.
“Rechtsbijstand”: de Rechtsbijstandverzekering waarvan de verplichtingen van de
Maatschappij terzake van de risico’s omschreven in artikel 9 zijn overgenomen door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekering- maatschappij N.V. te Amsterdam (tel. 000-0000000).
Artikel 2. Aard en omvang
De Maatschappij vergoedt de met toestemming van de Alarmcentrale gemaakte kosten zoals omschreven in de volgende artikelen, tot maximaal de bedragen zoals die op het dekkingsoverzicht worden vermeld, met inachtneming van de daarbij vermelde bepalingen en de overige bepalingen in deze rubrieksvoorwaarden, wanneer deze het directe gevolg zijn van:
a. Uitvallen van de bestuurder (artikel 4).
b. Uitvallen van het motorrijtuig of aanhanger (artikel 5).
Artikel 3. Gebied waar de verzekering geldig is
Ongeacht hetgeen hierover in de Algemene Bepalingen wordt vermeld, is de dekking van deze rubriek van kracht in die landen waar ook op grond van het voor het motorrijtuig afgegeven inter- nationaal verzekeringsbewijs (“groene kaart”) dekking bestaat, alsmede tijdens vervoer tussen die landen. In Nederland is de verzekering uitsluitend en alleen in de volgende gevallen van kracht:
a. tijdens een vooraf geboekte reis c.q. verblijf mits verzekerde de Maatschappij op haar ver- zoek het originele boekingsformulier kan overleggen.
b. tijdens niet vooraf geboekte reizen, mits er sprake is van een meerdaagse reis waarvoor een verblijfsrekening van hotel, bungalowpark of camping, de twee laatste anders dan met vaste standplaats, kan worden overgelegd;
c. indien de reis en/of het verblijf in Nederland een direct onderdeel vormen van en één geheel uitmaken met een buitenlandse reis.
De dekking binnen Nederland is niet van kracht voor Rechtsbijstand zoals vermeld in artikel 9.
Artikel 4. Uitvallen van de bestuurder
4.1. Wanneer de bestuurder van het eigen of gehuurde motorrijtuig door ziekte of ongeval tijdens de reis niet langdurig meer kan rijden en als geen van de medereizigers bevoegd is hem te vervangen, vergoedt de Maatschappij:
Aan de met het motorrijtuig reizende verzekerden:
a. De reiskosten per trein vanaf de plaats van de gebeurtenis tot de woon- of verblijfplaats in Nederland.
b. De noodzakelijke extra verblijfkosten.
Voorwaarde voor vergoeding is dat een andere inzittende niet bevoegd is de besturing over te nemen
Artikel 5. Uitvallen van het motorrijtuig
Wanneer het eigen of gehuurde motorrijtuig (waarvan het besturen is toegestaan met een rijbe- wijs voor de categorieën A, B of B/E), al dan niet voorzien van een aanhanger, waarmee vanuit Nederland de reis naar de buitenlandse bestemming wordt gemaakt, tijdens de dekkingsperiode verloren gaat of defect raakt door een oorzaak van buitenaf of door een mechanisch/elektrisch gebrek en wanneer deze niet of niet binnen twee werkdagen gerepareerd kan worden, vergoedt de Maatschappij
Aan de met het motorrijtuig reizende verzekerde(n):
5.1. De reiskosten per trein vanaf de plek van pech/ongeval naar de bestemming en de treinreis terug naar de woon- of verblijfplaats in Nederland en/of
5.2. De kosten van huur van een soortgelijk vervangend motorrijtuig bij een officieel verhuurbedrijf en/of
5.3. De noodzakelijke extra verblijfkosten in de plaats waar het motorrijtuig gerepareerd wordt. Deze vergoeding wordt ook verleend bij het uitvallen gedurende een kortere periode of indien een vervangend motorrijtuig niet op de dag van het uitvallen van het motorrijtuig beschikbaar is.
5.4. De kosten van vervoer van en naar het logiesverblijf, het officiële verhuurbedrijf en/of het bedrijf waar het motorrijtuig gerepareerd wordt.
5.5. De kosten als vermeld in artikel 5.1 en 5.2 worden ook vergoed als het motorrijtuig waar- mee de reis gemaakt zou worden uitvalt binnen 7 dagen voor de aanvangsdatum van de door verzekerde geboekte buitenlandse reis. Verzekerde dient de Maatschappij op haar verzoek het originele boekingsformulier te overleggen.
De kosten vermeld in dit artikel worden niet vergoed indien het motorrijtuig in een zodanige staat van onderhoud verkeerde, dat reeds bij aanvang van de dekkingsperiode redelijkerwijs te voorzien was dat het motorrijtuig zou uitvallen.
Kosten van vervoer van het motorrijtuig zijn niet verzekerd. Voor verzekering van kosten van vervoer van het motorrijtuig bij pech of uitval bestuurder kunt u Mondial Assistance Pechhulp afsluiten.
Artikel 6. Extra vergoedingen
De Maatschappij vergoedt bovendien:
6.1. Telecommunicatiekosten: de noodzakelijke telecommunicatiekosten die uit een onder deze rubriek verzekerde gebeurtenis voortkomen
Artikel 7. Bijzondere verplichtingen in geval van schade
In geval van schade moet(en) verzekerde of zijn rechtverkrijgende(n):
7.1. Geen betalingen of toezeggingen verrichten of gerechtelijke maatregelen nemen.
7.2. In verband met het bepaalde in artikel 4 en artikel 5 van deze rubrieksvoorwaarden alles in het werk stellen ter verkrijging van een machtiging van de eigenaar van het motorrijtuig en/of de aanhanger indien dit wordt verlangd, zodat bij aankomst van de vervangende bestuurder het motorrijtuig en/of de aanhanger rijklaar is en daarover vrijelijk kan worden beschikt. Indien en voor zover hieraan niet is voldaan komen de daardoor gemaakte extra kosten voor reke- ning van verzekerde. Indien de vrije beschikking over het motorrijtuig en/of de aanhanger om enige reden wordt verhinderd, zijn de verzekerden verplicht de Alarmcentrale daarvan in kennis te stellen en deze gelegenheid te geven de nodige maatregelen te nemen.
Als verzekerde bovengenoemde verplichtingen niet nakomt zal de Maatschappij niet tot ver- goeding overgaan.
Artikel 8. Bijzondere uitsluitingen - verval van recht op vergoeding
Niet verzekerd is schade:
8.1. voortvloeiende uit vertraging, ontstaan door een andere melding dan bij de Alarmcentrale.
8.2. ontstaan terwijl de verzekerde bestuurder:
a. niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig in Nederland voorgeschreven rijbe- wijs, tenzij dit uitsluitend te wijten is aan het verzuim het rijbewijs te laten verlengen en de geldigheidsduur niet langer dan 12 maanden is verstreken;
b. de rijbevoegdheid ingevolge een onherroepelijk vonnis onvoorwaardelijk is ontzegd.
8.3. ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhou- dende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat hij geacht moet worden niet in staat te zijn het motorrijtuig naar behoren te besturen.
8.4. ontstaan terwijl het desbetreffende motorrijtuig:
a. niet W.A.-verzekerd is;
b. niet APK-gekeurd is, terwijl dit wel wettelijk verplicht is;
c. in een zodanige staat van onderhoud verkeerde, dat reeds bij aanvang van de dekkingsperi- ode redelijkerwijs te voorzien was dat het zou uitvallen.
Artikel 9. Rechtsbijstand
DAS verleent rechtsbijstand, overeenkomstig het bepaalde in de door haar gehanteerde voor- waarden, indien de aanspraak van verzekerde voortvloeit uit of verband houdt met het in eigendom hebben, bezitten, houden of (ver)kopen van motorrijtuigen en/of aanhangers.
Voorwaarde voor rechtsbijstandverlening is wel dat het voorval dat aanleiding geeft tot de behoefte aan rechtsbijstand, plaats heeft gevonden binnen die landen waarvoor deze rubriek dekking geeft, doch buiten Nederland en mits de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is.
Géén vergoeding of hulp wordt verleend indien de bestuurder en/of het vervoermiddel uitvalt ten gevolge van:
a. gebeurtenissen, ontstaan terwijl de bestuurder de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk is ont- zegd of terwijl hij niet in het bezit is van een geldig voor het vervoermiddel wettelijk voorge- schreven rijbewijs;
b. slecht onderhoud, slechte staat en/of overbelasting van het vervoermiddel.
Verzekerde is verplicht in geval van een beroep op rechtsbijstand dit zo spoedig mogelijk te melden aan DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx (tel. 000-0000000).
Mondial Assistance International AG - Xxxxxxxxxxxxxx 0 - 0000 XX Xxxxxxxxx - Xxxxxxx 0000 - 0000 XX Xxxxxxxxx - Tel.: x00 (0)00 000 00 00 - Fax: x00 (0)00 000 00 00
Internet: xxx.xxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx - E-mail: xxxx@xxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx - F. xxx Xxxxxxxx Bankiers 00.00.00.000 - KvK Amsterdam nr 3309460