VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. PROVINCIALAAT DER BROEDERS VAN LIEFDE UIT GENT,
M.B.T. DE DAGCENTRA VAN DE SLEUTEL
IN ANTWERPEN, MECHELEN, GENT EN BRUGGE
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de v.z.w. Provincialaat der Broeders van Liefde uit Gent, als inrichtende macht van de Dagcentra van De Sleutel in Antwerpen, Mechelen, Gent en Brugge verder in de tekst aangeduid als “de revalidatievoorziening” (als de bepalingen betrekking hebben op het geheel van de revalidatievoorziening die bestaat uit de vier Dagcentra samen) of als “de afdeling”, als de bepalingen van toepassing zijn op iedere afdeling afzonderlijk of op een (nader gepreciseerde) specifieke afdeling van de revalidatievoorziening.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering op 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de zorgvoorziening.
Hoofdstuk I.VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de aangeboden revalidatie-activiteiten, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor instaat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en de eigen bijdrage voor de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofdstuk II. AARD EN DOELSTELLINGENVAN DE REVALIDATIEVOORZIENING EN VAN DE REVALIDATIE
Artikel 2. "De Sleutel" vormt een gespecialiseerd netwerk van voorzieningen voor druggebruikers, met als belangrijkste doel drugverslaafden te behandelen zodat zij zich op een drugvrije wijze opnieuw in de maatschappij kunnen integreren.
Om van een volledige maatschappelijke re-integratie te kunnen spreken :
• mogen de zorggebruikers niet meer afhankelijk zijn van drugs;
• moeten ze in staat zijn zelfstandig te wonen en te leven en normale relaties met hun omgeving aan te gaan, zonder dat een verdere behandeling of begeleiding op maatschappelijk en psychiatrisch vlak nog nodig is;
• moeten ze in staat zijn een beroep uit te oefenen of een opleiding te volgen met het oog op de uitoefening van een toekomstig beroep;
• mogen ze geen delicten meer begaan en zeker geen delicten die verband houden met drugs, bv. delicten om hun druggebruik te financieren, drughandel.
Voor vele zorggebruikers, onder meer voor wie omwille van bijkomende psychiatrische aandoeningen een volledige maatschappelijke re-integratie niet haalbaar is, kan ook een gedeeltelijke realisatie van deze algemene doelstellingen en een fundamentele verbetering van hun toestand op medisch, psychisch en sociaal vlak als een succes worden beschouwd.
Ook na een behandeling in één van de Dagcentra, kan een aangepast vervolgprogramma voor sommige zorggebruikers nog geïndiceerd zijn. Voor sommige ex-zorggebruikers van de revalidatievoorziening kan dat het revalidatieprogramma van één van de afdelingen in internaatsverband van De Sleutel zijn, waarvan de werking en financiering buiten het kader van deze overeenkomst valt.
Artikel 3. §1. Deze overeenkomst heeft uitsluitend betrekking op de activiteiten van de Dagcentra van
De Sleutel in Antwerpen, Mechelen, Gent en Brugge.
Deze dagcentra beogen aan verslaafden een laagdrempelige mogelijkheid tot ambulante behandeling aan te bieden. Teneinde voldoende laagdrempelig te zijn voor de beoogde doelgroep, zullen de dagcentra zoveel mogelijk uitgaan van de concrete behoeften van de zorggebruikers zelf, evenwel zonder de totale context van hun problematiek en de in deze overeenkomst vooropgestelde doelstellingen uit het oog te verliezen en op het gepaste ogenblik te berde te brengen.
Om het laagdrempelig karakter van de Dagcentra te waarborgen, moet ieder Dagcentrum voldoende uren per week toegankelijk zijn en daarbij rekening houden met de specifieke behoeften en levenswijzen van de beoogde populatie, ook als dat betekent dat de revalidatievoorziening 's avonds en tijdens zon- en feestdagen moet werken.
§2. De Dagcentra van De Sleutel in Antwerpen, Mechelen, Gent en Brugge mogen eventueel ieder afzonderlijk als autonome eenheden functioneren met hun eigen personeel, maar mogen ook onderling sterk samenwerken als dat de kwaliteit van de aangeboden revalidatieprogramma's ten goede komt.
Het komt de revalidatievoorziening toe - met respect voor alle bepalingen van de overeenkomst en onder meer voor het multidisciplinair karakter van de revalidatievoorziening - het personeel waarover het krachtens de overeenkomst beschikt, in de verschillende afdelingen zo in te zetten dat de revalidatievoorziening in zijn geheel het best kan beantwoorden aan de noden van de zorggebruikers die in de verschillende regionale afdelingen op de revalidatievoorziening beroep doen.
leder Dagcentrum dient in ieder geval over zijn eigen lokalen te beschikken.
Administratieve en logistieke taken mogen evenwel om organisatorische redenen voor gans het netwerk centraal uitgeoefend worden.
§3. De revalidatievoorziening kan de middelen die kunnen worden geput uit deze overeenkomst, ook aanwenden voor het oprichten van regionale antennes in kleinere steden of gemeenten die gelegen zijn in de omgeving van één van de Dagcentra. Het Dagcentrum waarvan een bepaalde antenne afhangt, is in dat geval verantwoordelijk voor de revalidatieverstrekkingen die in die antenne worden gerealiseerd. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, moeten die revalidatieverstrekkingen en de zorggebruikers voor wie ze worden gerealiseerd, beantwoorden aan alle voorwaarden van de overeenkomst.
Voor sommige revalidatie-activiteiten kan een regionale antenne zijn zorggebruikers doorverwijzen naar het Dagcentrum waarvan de antenne afhangt. Dat Dagcentrum en de regionale antennes die ervan afhangen, worden in het kader van deze overeenkomst als één geheel beschouwd.
In een regionale antenne kunnen alleen revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen worden gerealiseerd als die regionale antenne is vermeld in het revalidatieproject van de revalidatievoorziening dat door de minister is goedgekeurd.
§4. Naast de revalidatie-activiteiten die onder deze overeenkomst vallen, mag "De Sleutel" andere activiteiten ontwikkelen, op voorwaarde dat er een strikt onderscheid wordt gemaakt tussen de activiteiten in het kader van de overeenkomst en de activiteiten welke niet in de overeenkomst zijn opgenomen, inzonderheid met betrekking tot het personeel en de bezetting van de lokalen. Daarenboven mogen de activiteiten die niet in deze overeenkomst zijn opgenomen, niet worden gefinancierd met de middelen die worden verstrekt in het kader van onderhavige overeenkomst en mogen de activiteiten in het kader van deze overeenkomst door die andere activiteiten op generlei
wijze in gevaar worden gebracht.
Artikel 4. §1. leder Dagcentrum beoogt aan verslaafden een ambulante en intensieve behandeling aan te bieden met als doel de toestand van de beoogde zorggebruikers op medisch, psychisch en sociaal vlak te verbeteren en een verandering van hun levenswijze te bewerkstelligen, teneinde op termijn - indien mogelijk - deze zorggebruikers te ontwennen en weer in te schakelen in de maatschappij en in het beroepsleven. Daartoe kan het soms aangewezen zijn om in aanvang te werken aan beperkte, haalbare doelstellingen. Met betrekking tot het druggebruik zelf, is de volledige ontwenning steeds de uiteindelijke doelstelling; concreet zal de revalidatievoorziening zijn doelstelling voor vele zorggebruikers van de doelgroep echter dienen te beperken tot een vermindering of eliminatie van het druggebruik, eventueel door het toedienen vanvervangingsmedicatie.
Om hun doel te realiseren, kunnen de Xxxxxxxxx, op ambulante en gestructureerde wijze, de rechthebbenden alle noodzakelijke medische, psychische en sociale hulp bieden, of de rechthebbenden motiveren voor een doorverwijzing naar andere, meer gepaste hulpverleningsinrichtingen. De revalidatievoorziening zal daartoe de volgende diensten aan de zorggebruikers aanbieden:
• individuele begeleiding op medisch, psychisch en sociaal vlak, in het kader van een gestructureerd revalidatieprogramma; indien aangewezen, kan de revalidatievoorziening een zorggebruiker ook buiten de revalidatievoorziening begeleiden;
• gezinsbegeleiding;
• revalidatie-activiteiten in groepsverband;
• onthaal van nieuwe zorggebruikers en van zorggebruikers voor wie geen gestructureerd revalidatieprogramma meer lopende is, met mogelijkheid van een eerste opvang op medisch, psychisch en sociaal vlak;
• toediening van vervangingsmedicatie (op medisch voorschrift) aan zorggebruikers van de revalidatievoorziening in het kader van een gestructureerd revalidatieprogramma; de toediening van vervangingsmedicatie dient te gebeuren onder de verantwoordelijkheid van een openbare officina en met inachtneming van alle wettelijke en reglementaire bepalingen terzake.
§2. Rekening gehouden met de beschikbare middelen en personeel kunnen de Dagcentra van De Sleutel in Mechelen, Gent en Brugge de aangeboden onderdelen van het revalidatieprogramma beperken. Minimaal zal De Sleutel in deze Dagcentra echter de volgende activiteiten aanbieden :
• individuele begeleiding op medisch, psychisch en sociaal vlak, in het kader van een gestructureerd revalidatieprogramma. Alhoewel de revalidatievoorziening in iedere afdeling ook medische begeleiding moet aanbieden, kan de revalidatievoorziening - voor de zorggebruikers voor wie dat aangewezen en haalbaar is - terzake ook samenwerken met artsen uit de regio, die dan zelf de medische begeleiding geheel of gedeeltelijk op zich nemen maar hun zorggebruikers voor bepaalde revalidatie- activiteiten doorverwijzen naar de revalidatievoorziening;
• gezinsbegeleiding;
• onthaal van nieuwe zorggebruikers en van zorggebruikers voor wie geen gestructureerd revalidatieprogramma meer lopende is, met mogelijkheid van een eerste opvang op medisch, psychisch en sociaal vlak.
§3. Op medisch vlak richt de revalidatie zich onder meer op het volgende:
• een vermindering of eliminatie van het druggebruik, indien aangewezen door het gebruik van vervangingsmedicatie, hetzij op korte termijn (in het kader van een afbouwschema), hetzij op lange termijn (toediening van vervangingsmedicatie op onderhoudsbasis);
• het diagnosticeren en behandelen van de gezondheidsproblemen van de druggebruiker, die, door
zijn gebrek aan contact met de reguliere medische zorgverstrekkers, onbehandeld zijn gebleven;
• het diagnosticeren en behandelen van psychiatrische problemen van de druggebruiker;
• de individuele preventie van nieuwe gezondheidsproblemen door het bestrijden van allerlei risicogedrag en slechte leefgewoonten, o.m. op het vlak van hygiëne en voeding.
§4. Specifiek op psychiatrisch en psychologisch vlak heeft de revalidatie als doel de psychologische problemen die aan de basis liggen van het druggebruik of die het druggebruik in stand houden, te diagnosticeren en te behandelen, zodat het gevoel van psychologisch welbevinden toeneemt, de sociale integratie verbetert en de afhankelijkheid van drugs vermindert of wegvalt.
Afhankelijk van de problematiek van de zorggebruiker, kan hiertoe met de zorggebruiker gewerkt worden aan :
• de verwerking van traumatische ervaringen en de behandeling van neuroses, depressies, fobieën en andere angststoornissen;
• het verhogen van de weerbaarheid van de zorggebruiker (frustratietolerantie, omgaan met verlies en met negatieve emoties,...) en van het vermogen om bepaalde problemen constructief op te lossen;
• het verstevigen van het zelfvertrouwen en het zelfbeeld;
• de verbetering van de sociale vaardigheden;
• de oplossing van problemen op het vlak van zingeving en levensdoelen;
• de oplossing van relationele of familiale problemen.
§5. Op sociaal vlak kan de revalidatie zich richten op:
• het vervullen van de basisbehoeften van de zorggebruiker (voeding, kleding, onderdak), eventueel door hiervoor tijdelijk beroep te doen op tehuizen voor daklozen;
• het verbeteren van de inkomenssituatie van de zorggebruiker, door de verwerving van een stabiel legaal inkomen en zo nodig door budgetbegeleiding;
• een verbetering van de huisvestingssituatie van de zorggebruiker;
• het regelen van de verzekerbaarheid van de zorggebruiker in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
• een verbetering van de justitiële situatie van de zorggebruiker;
• het herstellen van de contacten met de familie van de zorggebruiker en een vermindering van de familiale conflicten;
• de zinvolle invulling van de vrije tijd;
• het stimuleren van de zorggebruiker om een voor hem geschikt onderwijsprogramma of beroepsopleiding te volgen;
• het begeleiden van de zorggebruiker bij het zoeken naar werk, bij het solliciteren en bij het behouden van werk;
• de verhoging van de vaardigheden en het probleemoplossend vermogen van de zorggebruiker op al de hogergenoemde terreinen;
• de effectieve doorverwijzing naar gespecialiseerde voorzieningen die de zorggebruiker op hogergenoemde vlakken kunnen helpen.
Artikel 5. De revalidatievoorziening richt zich tot problematische druggebruikers en beschouwt problematisch druggebruik als een proces waarbij progressief meer en meer levensdomeinen aangetast worden door het druggebruik, mensen zich in toenemende mate loskoppelen van reguliere samenlevingsverbanden en zich verankeren in kringen van druggebruikers. Dit proces wordt bekeken vanuit een sociaal, psychologisch en biologisch perspectief. De werking van de revalidatievoorziening is daarom gebaseerd op een multidisciplinaire aanpak. Dit houdt onder meer in dat in principe teamleden
van verschillende disciplines bij de behandeling van een zorggebruiker moeten tussenkomen en dat de zorggebruikers zo nodig gemotiveerd worden voor de tussenkomsten van andere teamleden dan het teamlid waar ze contact mee hebben.
Het multidisciplinair karakter van de revalidatievoorziening brengt met zich mee dat er in stafvergaderingen gezamenlijk kan overlegd worden over de behandeling van zorggebruikers. De verschillende teamleden dienen tegenover de zorggebruikers, indien nodig, dan ook de draagwijdte van hun beroepsgeheim toe te lichten, rekening houdend met de gezamenlijke zorggebruikersbesprekingen in de stafvergaderingen.
Artikel 6. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de zorggebruikers integreren in een netwerk van allerlei bestaande voorzieningen en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere zorggebruiker steeds te verwijzen naar de zorgverlener die op dat moment het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening zal zich inspannen om (met respect voor het medisch geheim) gegevens uit te wisselen tussen al de zorgverleners die te maken hebben met eenzelfde zorggebruiker.
Ook zal de revalidatievoorziening er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde zorggebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot die zorggebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie.
De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de verslaafden te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de zorggebruikers beter te organiseren, om tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§2. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle andere gespecialiseerde voorzieningen voor verslaafden (ambulante en residentiële voorzieningen) en met alle artsen, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten, ... die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening kan nooit weigeren om samen te werken met één van hogergenoemde zorgverstrekkers indien een zorggebruiker er beroep op doet.
Artikel 7. De revalidatievoorziening is verplicht hulp te bieden aan zorggebruikers van gelijk welk ras, leeftijd, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of woonplaats, mits ze tot de door deze overeenkomst beoogde populatie behoren.
In de behandeling zal de revalidatievoorziening steeds uitgaan van het respect voor ieders overtuiging en individuele vrijheid.
Voor zorggebruikers die beroep doen op de revalidatievoorziening maar die niet uit de eigen regio van de revalidatievoorziening afkomstig zijn, kan er eventueel, rekening houdend met de wensen van de zorggebruiker xxxxxxx, wel gewerkt worden aan een doorverwijzing naar een dichter bij zijn woonplaats gelegen centrum.
Hoofdstuk III. BEOOGDE POPULATIE
Artikel 8. §1. De rechthebbenden van onderhavige overeenkomst zijn rechthebbenden die illegale drugs gebruiken. Het gaat hier om zorggebruikers die lijden aan stoornissen door het gebruik van psychoactieve middelen die in de "Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders" (DSM-IV) beschreven zijn onder de codes 304.00, 304.10, 304.20, 304.30, 304.40, 304.50, 304.60, 304.80 en 304.90.
Alleen zorggebruikers voor wie, omwille van een problematiek op meerdere vlakken (medisch, psychisch of sociaal), een multidisciplinaire behandeling geïndiceerd is, komen in aanmerking voor een behandeling in de revalidatievoorziening.
De revalidatie is in principe beperkt in duur. Zodra een multidisciplinaire behandeling niet meer nodig is, behoort een zorggebruiker niet meer tot de doelgroep van de revalidatievoorziening en zal de revalidatievoorziening de nodige maatregelen nemen om de overdracht van de behandeling naar andere zorgvoorzieningen te realiseren.
§2. Uitzonderlijk kan ook een ouder van een kind - ten aanzien waarvan bij de revalidatievoorziening een gegrond vermoeden bestaat dat het hoogstwaarschijnlijk wel beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 8,
§ 1 maar waarmee de revalidatievoorziening geen rechtstreeks contact heeft en dat ook niet behandeld wordt in een ander revalidatiecentrum voor verslaafden, in een psychosociaal revalidatiecentrum voor psychiatrische patiënten, in een psychiatrisch ziekenhuis, in een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis of in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg -, als rechthebbende van deze overeenkomst beschouwd worden. Een ouder kan enkel als rechthebbende van deze overeenkomst beschouwd worden voor zover de ouder aan de revalidatievoorziening vraagt hoe hij of zij beter kan omgaan met de verslavingsproblematiek van zijn of haar kind en zijn of haar kind kan motiveren om zich aan te melden in de revalidatievoorziening om er een behandeling voor zijn verslavingsproblematiek te volgen zoals bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst.
De ouder van een kind zoals bedoeld in deze paragraaf kan zowel een biologische ouder, een wettelijke ouder als een voogd zijn van het verslaafde kind. Per kind kan slechts één ouder als rechthebbende van deze overeenkomst beschouwd worden.
Xxx xxxxx het kind in kwestie een behandeling volgt in de revalidatievoorziening zelf of in een ander van de in de eerste alinea van artikel 8, §2 bedoelde types van zorgvoorzieningen kan een ouder van dat kind zoals bedoeld in deze paragraaf niet langer beschouwd worden als rechthebbende van deze overeenkomst en kunnen voor deze ouder niet langer krachtens deze overeenkomst revalidatieverstrekkingen, die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gerealiseerd worden.
§3. Waar in de onderhavige overeenkomst sprake is van "rechthebbenden" of "zorggebruikers" zonder dat uitdrukkelijk gepreciseerd wordt dat het over rechthebbenden of zorggebruikers gaat zoals bedoeld in artikel 8, §2, dient te worden verstaan drugverslaafden die krachtens artikel 8, §1 als rechthebbenden beschouwd worden van deze overeenkomst.
Hoofdstuk IV. BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN VERVANGINGSMEDICATIE
Artikel 9. §1. Zoals reeds werd vermeld in artikel 4, kunnen de artsen van de revalidatievoorziening vervangingsmedicatie (methadon, buprenorfine, enz.) voorschrijven aan zorggebruikers van de revalidatievoorziening voor wie die behandelingsvorm geïndiceerd is om hun gebruik van allerlei illegale drugs gevoelig te verminderen of geheel stop te zetten. Daarbij moeten alle wettelijke en deontologische regels inzake het voorschrijven van vervangingsmedicatie gerespecteerd worden.
De revalidatievoorziening verbindt zich er toe, vooraleer dergelijke vervangingsmedicatie voor te
schrijven, terdege na te gaan of de zorggebruiker daadwerkelijk verslaafd is aan de drugs waarvan de vervangingsmedicatie het gebruik wil onderdrukken, door middel van een uitvoerige anamnese. Daartoe zal, voor toxicologisch onderzoek, bij het begin van de behandeling met vervangingsmedicatie, in de revalidatievoorziening een urinestaal worden afgenomen van de zorggebruiker.
Na het opstarten van de behandeling met vervangingsmedicatie, zullen geregeld nieuwe urinestalen van de zorggebruiker in de revalidatievoorziening worden afgenomen, teneinde na te gaan of de doelstelling van de behandeling met vervangingsmedicatie (met name het beperken of elimineren van het gebruik van alle illegale drugs) effectief bereikt wordt; ook dient er voor gewaakt dat de zorggebruiker de vervangingsmedicatie effectief zelf gebruikt en dat er geen dubbel gebruik is van vervangingsmedicatie (voorschrijven van vervangingsmedicatie door meerdere artsen). Het niet bereiken van de doelstelling dient, na verloop van tijd en na evaluatiegesprekken met de zorggebruiker, aanleiding te geven tot het wijzigen of stopzetten van de behandeling. Rekening houdend met het multidisciplinair karakter van de revalidatie, komen alleen zorggebruikers voor wie méér geïndiceerd is dan het louter volgen van een behandeling met vervangingsmedicatie, in aanmerking voor een revalidatie in het dagcentrum van de revalidatievoorziening. De voorschrijvende arts zal zijn zorggebruikers dan ook motiveren voor het volgen van de revalidatie-activiteiten die voor hen geïndiceerd zijn.
De revalidatievoorziening kan eventueel bijkomende voorwaarden vaststellen voor het volgen van een behandeling met vervangingsmedicatie in de revalidatievoorziening. Deze bijkomende voorwaarden kunnen betrekking hebben op de ernst en de duur van de verslaving, op de frequentie van de contacten met de arts en/of met de psychiater van de revalidatievoorziening, op de frequentie van urinecontroles, op de toedieningsmodaliteiten van de vervangingsmedicatie en op de andere revalidatie-activiteiten die de zorggebruiker dient te volgen. De revalidatievoorziening kan in dit verband een contract sluiten met iedere zorggebruiker. De toepassing in individuele gevallen van het algemeen beleid van de revalidatievoorziening met betrekking tot de toediening van vervangingsmedicatie, behoort tot de bevoegdheid van de artsen van de revalidatievoorziening.
§2. De revalidatievoorziening kan steeds de toediening van de vervangingsmedicatie zelf op zich nemen en dit onder de verantwoordelijkheid van een openbare officina en met inachtneming van alle wettelijke en reglementaire bepalingen terzake.
In dat geval zal een arts en/of verpleegkundige die tot het personeelskader van de revalidatievoorziening behoort of een andere medewerker van de revalidatievoorziening die daartoe wettelijk kan worden gemachtigd, instaan voor het uitreiken van de individuele dosissen aan iedere zorggebruiker afzonderlijk, voor het eventueel toezicht op de inname ervan en voor de toepassing van de eventueel voorziene controleprocedures (bv. geregelde urinecontroles).
De revalidatievoorziening zal tevens alle nuttige maatregelen nemen om iedere diefstal van vervangingsmedicatie te voorkomen.
§3. Een behandeling met vervangingsmedicatie hoeft niet noodzakelijk voor alle revalidatiezorggebruikers door de artsen van de revalidatievoorziening voorgeschreven te worden. De revalidatievoorziening kan in dit verband ook samenwerken met artsen uit de regio, die dan zelf de medische begeleiding van de behandeling met vervangingsmedicatie op zich nemen maar hun zorggebruikers voor bepaalde revalidatie-activiteiten verwijzen naar de revalidatievoorziening. De modaliteiten van de samenwerking worden vastgelegd in een contract dat de revalidatievoorziening met iedere betrokken arts zal sluiten.
Zorggebruikers voor wie de voortzetting van de behandeling met vervangingsmedicatie geïndiceerd is, maar die verder geen andere revalidatie-activiteiten meer dienen te volgen, zullen door de
revalidatievoorziening in ieder geval doorverwezen worden naar artsen uit de regio. Ook voor andere zorggebruikers maakt het deel uit van de doelstellingen van de revalidatievoorziening om ze, zodra dat mogelijk is, door te verwijzen naar de reguliere zorgverstrekkers.
De revalidatievoorziening kan allerlei initiatieven nemen teneinde de artsen uit de regio die zelf behandelingen met vervangingsmedicatie voorschrijven, te ondersteunen.
§4. De revalidatievoorziening zal zorggebruikers die een behandeling met vervangingsmedicatie volgen, voor het toedienen van de vervangingsmedicatie doorverwijzen naar een openbare officina van hun keuze, zodra dat mogelijk en geïndiceerd is.
Voor de zorggebruikers die, in toepassing van de bepalingen van § 3, door artsen uit de regio worden gevolgd, zal de vervangingsmedicatie in ieder geval uitgereikt worden door een openbare officina.
De revalidatievoorziening kan ter zake met de openbare officina's samenwerkingscontracten sluiten waarin de gemaakte afspraken worden vastgelegd.
Hoofdstuk V. AARD EN PRIJS VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 10. §1. Op basis van deze overeenkomst kunnen de volgende revalidatieverstrekkingen worden vergoed :
• de individuele revalidatiezitting van 30 minuten;
• de individuele revalidatiezitting van 1 uur ;
• de individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten;
• de behandelingssessie van twee uur ;
• de behandelingssessie van drie uur ;
• de behandelingssessie van zes uur ;
• de revalidatieweek;
• de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van drie uur ;
• de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van drie uur;
• de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van zes uur;
• de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van zes uur;
• de oudersessie van 1 uur ;
• de oudersessie van 1 uur en 30 minuten.
De revalidatievoorziening zal haar zorggebruikers informeren over haar volledig behandelingsaanbod en in overleg met iedere zorggebruiker het type en de frequentie van de revalidatieverstrekkingen bepalen die voor hem het meest zijn aangewezen. De afspraken die de revalidatievoorziening terzake maakt met een zorggebruiker kunnen eventueel worden vastgelegd in een contract.
Alle contacten met een zorggebruiker moeten kaderen in het individueel revalidatieprogramma van die zorggebruiker en op elkaar zijn afgestemd.
§2. Onder een individuele revalidatiezitting van 30 minuten, 1 uur, of 1 uur en 30 minuten dient te worden verstaan, iedere dag dat één zorggebruiker (en eventueel zijn familie) gedurende respectievelijk minstens 30 minuten, minstens 1 uur of minstens 1 uur en 30 minuten door één therapeut van de
revalidatievoorziening individueel begeleid wordt op medisch, psychisch en/of sociaal vlak, teneinde de individuele revalidatiedoelstellingen van die zorggebruiker te realiseren. Indien een zorggebruiker op eenzelfde dag individuele contacten heeft met meerdere therapeuten, kan de duur van deze individuele contacten samengeteld worden.
§3. Onder een behandelingssessie van 2 uur, 3 uur of 6 uur, dient te worden verstaan, iedere dag dat een zorggebruiker gedurende respectievelijk minstens 2 uur, minstens 3 uur of minstens 6 uur deelneemt aan de door de revalidatievoorziening georganiseerde revalidatie-activiteiten in groepsverband of door de revalidatievoorziening individueel begeleid wordt. De tijd die besteed wordt aan het eventuele gebruik van een maaltijd in de revalidatievoorziening, kan nooit deel uitmaken van de vereiste 2 uur of 3 uur om respectievelijk een behandelingssessie van 2 uur of een behandelingssessie van 3 uur te realiseren.
§4. Onder een revalidatieweek dient te worden verstaan, iedere kalenderweek (van zondag tot zaterdag) dat een zorggebruiker door de revalidatievoorziening begeleid is in het kader van zijn revalidatieprogramma.
Indien het gaat om een zorggebruiker die een behandeling met vervangingsmedicatie volgt waarvoor de vervangingsmedicatie in de revalidatievoorziening zelf wordt toegediend, kan de prijs per revalidatieweek voor een bepaalde kalenderweek worden vergoed, als de door de revalidatievoorziening voor die zorggebruiker gerealiseerde tussenkomsten die kalenderweek aan minstens twee van de volgende voorwaarden beantwoorden :
• de zorggebruiker is in de bedoelde kalenderweek minstens drie maal in de revalidatievoorziening geweest voor het toedienen van de hem voorgeschreven dosisvervangingsmedicatie.
• de zorggebruiker heeft in de bedoelde kalenderweek in de revalidatievoorziening een individueel revalidatiecontact gehad, waaronder dient te worden verstaan, een diagnostisch of therapeutisch contact tussen één therapeut en één zorggebruiker - en eventueel zijn familie - dat gewijd is aan de medische, sociale, psychologische of familiale problemen van de rechthebbende.
• de zorggebruiker heeft gedurende de bedoelde kalenderweek deelgenomen aan twee revalidatieactiviteiten in groepsverband, die ieder minstens twee uur geduurd hebben en die hebben plaatsgevonden op een verschillende dag.
Indien aan de zorggebruiker geen vervangingsmedicatie in de revalidatievoorziening wordt toegediend, kan de prijs per revalidatieweek voor een bepaalde kalenderweek in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, als de door de revalidatievoorziening voor die zorggebruiker gerealiseerde tussenkomsten die kalenderweek aan minstens één van de volgende voorwaarden beantwoorden:
• de zorggebruiker heeft in de bedoelde kalenderweek in de revalidatievoorziening een individueel revalidatiecontact gehad, waaronder dient te worden verstaan, een diagnostisch of therapeutisch contact tussen één therapeut en één zorggebruiker - en eventueel zijn familie - dat gewijd is aan de medische, sociale, psychologische of familiale problemen van de rechthebbende.
• de zorggebruiker heeft gedurende de bedoelde kalenderweek deelgenomen aan twee revalidatieactiviteiten in groepsverband, die ieder minstens twee uur geduurd hebben en die hebben plaatsgevonden op een verschillende dag.
§5. Onder de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van drie uur, de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van drie uur, de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van zes uur én de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van zes uur, dient te worden verstaan, iedere dag dat voor een zorggebruiker respectievelijk beide in artikel 10,
§§ 2 of 3 gedefinieerde verstrekkingen gerealiseerd worden.
§6. Onder een oudersessie van 1 uur of 1 uur en 30 minuten dient te worden verstaan, iedere dag dat een ouder van een niet behandeld en aan illegale drugs verslaafd kind zoals bedoeld in artikel 8, §2 gedurende respectievelijk minstens 1 uur of minstens 1 uur en 30 minuten door een therapeut van de revalidatievoorziening individueel begeleid wordt teneinde de ouder te leren hoe hij of zij zijn of haar kind kan motiveren om zich te laten behandelen voor zijn drugsprobleem. Indien een ouder hieromtrent op eenzelfde dag individuele contacten heeft met meerdere therapeuten, kan de duur van deze individuele contacten samengeteld worden.
Voor personen die in de zin van artikel 8, §2 rechthebbende zijn van deze overeenkomst kan enkel de oudersessie van 1 uur of 1 uur en 30 minuten aangerekend worden maar niet de revalidatieverstrekkingen die gedefinieerd zijn in artikel 10, §§ 2 tot en met 5. De oudersessie van 1 uur of 1 uur en 30 minuten kan niet aangerekend worden voor personen die in de zin van artikel 8, §1 rechthebbende zijn van deze overeenkomst.
Per rechthebbende (in de zin van artikel 8, §2) komt dagelijks slechts één oudersessie voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
Per rechthebbende (in de zin van artikel 8, §2) kan maximum 3 keer een oudersessie worden aangerekend. Dit aantal kan niet worden verhoogd, ook niet indien het verslaafde kind in kwestie vervolgens tijdelijk een revalidatieprogramma volgt in de revalidatievoorziening maar hervalt en dezelfde of een andere ouder (zoals gedefinieerd in artikel 8, §2) van hetzelfde kind opnieuw contact opneemt met de revalidatievoorziening met het oog op een nieuwe behandeling van het kind in de revalidatievoorziening.
§7. Per rechthebbende komt dagelijks slechts één individuele revalidatiezitting of één behandelingssessie in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Per rechthebbende kan per kalenderweek ook slechts één revalidatieweek in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Voor een zelfde kalenderweek (van zondag tot zaterdag) en een zelfde rechthebbende kan het aanrekenen van een revalidatieweek echter nooit gecumuleerd worden met het aanrekenen van één of meerdere individuele revalidatiezittingen of behandelingssessies, ongeacht welke revalidatieverstrekking hiervan eerst is gerealiseerd.
§8. Deze overeenkomst voorziet zowel in revalidatieverstrekkingen die voor een rechthebbende dagelijks kunnen worden aangerekend (de individuele revalidatiezittingen en de behandelingssessies) als in een revalidatieprestatie die voor een rechthebbende slechts één maal per kalenderweek kan worden aangerekend.
Behalve dat de dagelijkse revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen en de revalidatieweek voor eenzelfde rechthebbende nooit in een zelfde kalenderweek kunnen worden aangerekend (zoals vermeld in§ 7), sluiten deze revalidatieverstrekkingen mekaar echter ook voor een langere periode uit, met name voor een periode van drie maanden.
De revalidatievoorziening is dan ook verplicht voor iedere rechthebbende waarvoor de vorige drie maanden geen revalidatieverstrekkingen zijn gefactureerd, te kiezen of ze voor die rechthebbende dagelijkse revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, zal realiseren dan wel revalidatieweken. Binnen de periode van drie maanden die volgt op het realiseren voor een dergelijke rechthebbende (een rechthebbende waarvoor de vorige drie maanden geen revalidatieverstrekkingen zijn gefactureerd) van hetzij een revalidatieweek, hetzij één van de dagelijkse revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in
aanmerking komen, kan de revalidatievoorziening dan ook alleen respectievelijk revalidatieweken of dagelijkse revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, realiseren. Na afloop van die drie maanden, kan de revalidatievoorziening (mits in acht nemen van de bepalingen van §7) gelijk wanneer wel overschakelen naar andersoortige revalidatieverstrekkingen (van dagelijkse revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, naar revalidatieweken en omgekeerd). Zodra de revalidatievoorziening voor de betrokken rechthebbende omschakelt naar het andere type revalidatieverstrekkingen, is de revalidatievoorziening voor die rechthebbende opnieuw gebonden om minimum 3 maanden hetzij uitsluitend dagelijkse revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, te realiseren, hetzij uitsluitend revalidatieweken, vooraleer eventueel opnieuw over te schakelen naar andersoortige revalidatieverstrekkingen (van dagelijkse revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, naar revalidatieweken en omgekeerd).
Of de revalidatievoorziening de bepalingen van §7 en §8 naleeft kan steeds worden nagegaan aan de hand van het in artikel 20 §2 bedoelde aanwezigheidsregister. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening deze bepalingen niet heeft nageleefd, kunnen alle revalidatieverstrekkingen die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van vijf jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe in dat geval de teruggevorderde revalidatieverstrekkingen niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
§9. In principe komen alleen de individuele revalidatiezittingen die in de revalidatievoorziening zelf worden gerealiseerd voor niet-gehospitaliseerde zorggebruikers, in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Om tussen te komen in de sociale of familiale problematiek van een zorggebruiker die reeds een revalidatieprogramma in het dagcentrum volgt, kan het dagcentrum evenwel uitzonderlijk individuele revalidatiezittingen buiten de revalidatievoorziening realiseren (bv. bij de zorggebruiker thuis of in zijn familiaal milieu).
Voor de voortzetting van een reeds opgestart revalidatieprogramma of als voorbereiding op een (voorwaardelijke) vrijlating, kunnen individuele revalidatiezittingen eveneens uitzonderlijk in de gevangenis worden gerealiseerd.
Teneinde een optimale en continue hulpverlening te verwezenlijken, kan het uitzonderlijk ook aangewezen zijn om voor een gehospitaliseerde zorggebruiker individuele revalidatiezittingen te realiseren in een verpleeginrichting of een revalidatieziekenhuis (waaronder dient te worden verstaan: een instelling die onderworpen is aan de wet op de ziekenhuizen).
Om het uitzonderlijk karakter van dergelijke revalidatiezittingen buiten de revalidatievoorziening te vrijwaren, wordt het aantal individuele revalidatiezittingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, die niet in de revalidatievoorziening worden gerealiseerd, per kalenderjaar beperkt tot 1.306 individuele revalidatiezittingen van 1 uur. In geval de revalidatievoorziening in een kalenderjaar dit aantal van 1.306 individuele revalidatiezittingen van 1 uur overschrijdt, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de individuele revalidatiezittingen die boven dit aantal worden verricht, noch aan de zorggebruikers, noch aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dient dit cijfer van 1.306 individuele revalidatiezittingen van 1 uur die niet in de revalidatievoorziening worden gerealiseerd, evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
Voor de toepassing van deze bepalingen geldt elke individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten als 150 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur en geldt iedere revalidatiezitting van 30 minuten als 50 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur. De verplaatsingstijd van de therapeut kan nooit deel uitmaken van de vereiste duur van de revalidatiezitting (30 minuten of 1 uur of 1 uur en 30 minuten) om deze revalidatiezitting te kunnen aanrekenen.
Een revalidatiezitting die wordt gerealiseerd in een ander revalidatiecentrum dat met de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten, komt nooit in aanmerking voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
§10. Mensen uit de naaste omgeving van de rechthebbende (ouders, partner, kinderen, ...) kunnen eventueel samen met de rechthebbende deelnemen aan individuele revalidatiezittingen indien hun deelname kan bijdragen tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie voor die rechthebbende.
Indien echter meerdere rechthebbenden, zoals gedefinieerd in artikel 8, §1 deelnemen aan een individuele revalidatiezitting (bv. rechthebbenden die een koppel vormen), mag deze revalidatiezitting slechts voor één rechthebbende wordenaangerekend.
Aan een individuele revalidatiezitting kunnen eventueel uitsluitend mensen uit de naaste omgeving van een rechthebbende deelnemen (ouders, partner, kinderen, ... maar geen professionele hulpverleners), zonder dat de rechthebbende hierbij zelf aanwezig is. Dergelijke zittingen moeten een familiale of partnerproblematiek beogen en kunnen niet de behandeling van aandoeningen van de persoon uit de naaste omgeving van de rechthebbende tot doel hebben. De rechthebbende moet vooraf zijn akkoord hebben gegeven voor ieder onderhoud met personen uit zijn naaste omgeving. Het aantal individuele revalidatiezittingen, dat voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, waaraan uitsluitend mensen uit de naaste omgeving van de rechthebbende deelnemen, wordt per maand beperkt tot het aantal revalidatiezittingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, dat die maand plaatsvond met deelname van de betrokken rechthebbende, met inachtneming van de bepaling dat per dag hoe dan ook slechts één revalidatiezitting per rechthebbende in aanmerking komt voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Voor de toepassing van de vorige alinea geldt elke individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten als 150 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur en geldt iedere revalidatiezitting van 30 minuten als 50 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur. Voor het naleven van de in de vorige alinea beschreven voorwaarden, moet dus niet louter rekening worden gehouden met het aantal individuele revalidatiezittingen, maar moet ook de duur van die individuele revalidatiezittingen in aanmerking worden genomen, waarbij de individuele revalidatiezitting van 1 uur als de eenheid (100 %) geldt.
§11. De duur van eventuele telefoongesprekken met zorggebruikers of hun naaste familieleden kan nooit in de voor een revalidatiezitting vereiste tijdsduur begrepen zijn.
§12. Voor iedere nieuwe zorggebruiker die zich in de revalidatievoorziening aanmeldt, hebben de eerste twee individuele revalidatiezittingen, ongeacht hun duur, vooral tot doel een diagnose op te maken van de toestand van de zorggebruiker op medisch, psychisch en sociaal vlak en de noodzakelijke dringende zorgen te verlenen. Dergelijke observatiesessies kunnen als gewone individuele revalidatiezittingen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen mits ze qua duur beantwoorden aan de voorwaarden van § 2 en mits ze conform de bepalingen van artikel 15
gerealiseerd worden binnen een voor de zorggebruiker in kwestie aanvaarde revalidatieperiode. Indien niet aan deze voorwaarden voldaan is kunnen de sessies in geen geval worden aangerekend, noch aan de zorggebruiker, noch aan de verzekeringsinstellingen.
§13. Niet-gestructureerde groepsactiviteiten waarbij de deelnemers niet tijdens de ganse duur van de activiteit aanwezig zijn, kunnen niet worden beschouwd als revalidatie- activiteiten, net zo min als groepsactiviteiten die een louter ontspannend karakter hebben.
In geval de revalidatievoorziening activiteiten wenst te ontwikkelen waarover twijfel zou kunnen bestaan met betrekking tot het revalidatiekarakter ervan, dient de revalidatievoorziening de expertencommissie voorafgaandelijk schriftelijk om advies te vragen.
§14. Op eenzelfde dag of binnen een zelfde week moet een zorggebruiker voor wie respectievelijk dagelijks revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, of revalidatieweken worden gerealiseerd, niet noodzakelijk met verschillende therapeuten in contact komen. Het revalidatieprogramma van iedere zorggebruiker moet echter wel multidisciplinair zijn, wat inhoudt dat iedere zorggebruiker in de loop van het revalidatieprogramma geregeld in contact moet komen met teamleden die - wat hun opleiding betreft - tot verschillende disciplines behoren.
Artikel 11. §1. De prijzen van de in artikel 10 gedefinieerde revalidatieverstrekkingen, vastgesteld op basis van de bijlagen I t.e.m. III bij deze overeenkomst, zijn vaste bedragen die de volledige kostprijs van de revalidatie in de revalidatievoorziening dekken. Bijgevolg omvatten deze prijzen alle werkingskosten van de revalidatievoorziening, alle door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en alle kosten van revalidatie-activiteiten die binnen of buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden (dus ook de kosten van verbruiksmateriaal voor ateliers, allerlei toegangsprijzen, de kosten van het vervoer naar activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatshebben, enz.). Ook de kosten van de toxicologische analyses die verricht worden op stalen afgenomen in de revalidatievoorziening, zijn in de prijzen van de in artikel 10 gedefinieerde revalidatieverstrekkingenbegrepen.
§2. Alle in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen kunnen (mits voldaan wordt aan de bepalingen van die nomenclatuur) boven op de prijzen van de revalidatieverstrekkingen worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen, op voorwaarde dat het gaat om verstrekkingen die buiten de revalidatievoorziening worden verleend door verzorgingsverstrekkers die niet tot het personeel van de revalidatievoorziening behoren, en dat het niet gaat om toxicologische analyses die worden verricht op stalen afgenomen in de revalidatievoorziening.
De farmaceutische producten waarin de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt, kunnen (mits voldaan wordt aan de vergoedingsregels van de verzekering terzake) eveneens boven op de prijzen van de revalidatieverstrekkingen worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen. De farmaceutische producten worden dus niet gedekt door de prijzen van de revalidatieverstrekkingen.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe aan de rechthebbende geen extra bijdrage aan te rekenen boven op de prijzen die zijn vastgesteld in deze overeenkomst.
De kostprijs van de dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt, kan evenwel aan de rechthebbenden worden aangerekend, evenals de persoonlijke bijdrage in de kosten van de vervangingsmedicatie die door de revalidatievoorziening aan de rechthebbenden wordt
toegediend.
Voor socio-culturele activiteiten die in het raam van behandelingssessies worden georganiseerd en die buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, kan de revalidatievoorziening daarenboven aan de rechthebbenden een beperkte extra vergoeding vragen in de kostprijs ervan. Het hiervoor door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van de specifieke kosten van deze activiteiten (toegangsgelden, verplaatsingskosten die samenhangen met de activiteiten buiten de revalidatievoorziening, enz.) en een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van deelname aan een activiteit worden uitgesloten.
§4. De door het personeel van de revalidatievoorziening aan de rechthebbende verleende verstrekkingen mogen nooit afzonderlijk worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening, voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige en voor verstrekkingen die niet tot de revalidatie behoren.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor zorggebruikers buiten het kader van een revalidatieperiode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen (met name voor voormalige zorggebruikers of kandidaat- zorggebruikers) of voor mensen uit de omgeving van de rechthebbenden (ouders, partner, kinderen,...).
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van deze bepalingen. Het niet-naleven van de bepalingen van dit artikel wordt door de partijen als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst beschouwd. De procedure zoals beschreven in artikel 182 tot en met 189 van het besluit, betreffende het beëindigen van een overeenkomst op initiatief van de minister of het agentschap, is desgevallend van toepassing.
Artikel 12. §1. De prijs van de in artikel 10 omschreven individuele revalidatiezitting van één uur wordt beschouwd als de eenheidsprijs (100%) waaruit de prijs van de andere revalidatieverstrekkingen proportioneel kan afgeleid worden.
De prijs van de in artikel 10 omschreven individuele revalidatiezittingen van 30 minuten en van 1 uur en 30 minuten wordt vastgesteld op respectievelijk 50 % en 150% van de prijs van een individuele revalidatiezitting van één uur.
De prijs van de in artikel 10 omschreven behandelingssessies van twee uur, drie uur en zes uur wordt vastgesteld op respectievelijk 50 %, 75 % en 150 % van de prijs van een individuele revalidatiezitting van één uur.
De prijs van de in artikel 10 omschreven revalidatieweek wordt vastgesteld op 100 % van de prijs van een individuele revalidatiezitting van één uur.
De prijs van de in artikel 10 omschreven combinaties van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van drie uur, van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van drie uur, van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van zes uur én van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van zes uur, wordt vastgesteld op respectievelijk 125%, 175%, 200% en 250% van de prijs van een individuele revalidatiezitting van één uur.
De prijs van de in artikel 10 omschreven oudersessies van 1 uur en van 1 uur en 30 minuten wordt vastgesteld op respectievelijk 100% en 150% van de prijs van een individuele revalidatiezitting van 1 uur.
§2. De prijs van de in artikel 10 omschreven individuele revalidatiezitting van één uur wordt vastgesteld op X rekening houdend met het personeel en de werkingskosten die worden vermeld in de bijlagen I t.e.m. III bij deze overeenkomst.
§2bis. De structurele GESCO subsidie, ter compensatie van de loonkost van de begeleiders verslavingszorg, wordt met ingang van 01.01.2019 geïntegreerd in de basisforfaitprijs. De in §2 vermelde prijs van de individuele revalidatiezitting van één uur wordt, conform de berekening vermeld in bijlage III, daardoor verhoogd met X.
§3. Het indexeerbaar gedeelte van de in §2 vastgestelde prijs van de individuele revalidatiezitting van één uur, wordt gekoppeld aan spilindexcijfer 105,10 (september 2018, basis 2013) van de consumptieprijzen. Dit indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in de bijlage bij deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
§4. Voor de in artikel 10 §§ 2 en 4 gedefinieerde revalidatieverstrekkingen die voor een zorggebruiker gerealiseerd worden gedurende de eerste maand van een zoals in artikel 15 bedoelde aanvaarde revalidatieperiode kan de revalidatievoorziening 150% van de in artikel 12, §1 bepaalde prijzen aanrekenen op voorwaarde dat de zorggebruiker op de datum van de realisatie van de revalidatieverstrekking zijn achttiende levensjaar nog niet bereikt heeft. Die eerste maand duurt van dag d van maand m tot en met dag d-1 van maand m+1 waarbij d en m respectievelijk verwijzen naar de dag en de maand waarop de aanvaarde revalidatieperiode aanvangt.
Hoofdstuk VI. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 13. §1. De in artikel 12, §2 vastgestelde prijs van de individuele revalidatiezitting van één uur werd berekend, zoals vermeld in de bijlagen I t.e.m. III bij deze overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90%. De prijs van de individuele revalidatiezitting van één uur werd daarbij beschouwd als de eenheidsprijs waaruit de prijs van de andere in artikel 10 vermelde revalidatieverstrekkingen, kan afgeleid worden. De «normale facturatiecapaciteit», zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieverstrekkingen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg X individuele revalidatiezittingen van één uur, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90%.
De realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening bedraagt X individuele revalidatiezittingen van één uur, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100% in de revalidatievoorziening.
De «maximale facturatiecapaciteit» van de revalidatievoorziening, zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieverstrekkingen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X individuele revalidatiezittingen van één uur, wat overeenstemt met 98 % van de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit revalidatieverstrekkingen aan te rekenen boven de maximale facturatiecapaciteit, en dit noch aan de verzekeringsinstellingen, noch aan de zorggebruikers.
Daarenboven verbindt de revalidatievoorziening zich er toe aan alle verzekeringsinstellingen, de zorggebruikers en andere instanties samen per kalenderjaar nooit méér revalidatieverstrekkingen aan
te rekenen dan de realiseerbare capaciteit.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe om, in geval van overschrijding van de "normale facturatiecapaciteit" in de loop van een kalenderjaar, de revalidatieverstrekkingen die boven de "normale facturatiecapaciteit" worden gerealiseerd, aan de verzekeringsinstellingen te factureren aan een verminderd tarief.
De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal revalidatieverstrekkingen, dat voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan X [aantal = 90% van de realiseerbare capaciteit] revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd;
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan X [aantal = 94% van de realiseerbare capaciteit] revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25% van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan X [aantal = 94% van de realiseerbare capaciteit] revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd;
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan X [aantal = 94% van de realiseerbare capaciteit] revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
Voor de toepassing van de bepalingen van deze paragraaf moet geen rekening gehouden worden met het aantal gerealiseerde revalidatieverstrekkingen in de jaren vóór 2019.
§4. Voor de toepassing van dit artikel moet de mathematische waarde van de verschillende revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, proportioneel worden afgeleid van de waarde van de individuele revalidatiezitting van één uur, welke als eenheid geldt.
De mathematische waarde van de revalidatieverstrekkingen , die krachtens deze overeenkomst voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, waarmee bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel moet worden rekening gehouden, bedraagt bijgevolg:
• 1 voor de individuele revalidatiezitting van één uur ;
• 0,5 voor de individuele revalidatiezitting van 30 minuten ;
• 1,5 voor de individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten ;
• 0,5 voor de behandelingssessie van twee uur ;
• 0,75 voor de behandelingssessie van drie uur ;
• 1,5 voor de behandelingssessie van zes uur;
• 1 voor de revalidatieweek ;
• 1,25 voor de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van drie uur ;
• 1,75 voor de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van drie uur ;
• 2 voor de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van zes uur ;
• 2,5 voor de combinatie van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van zes uur ;
• 1,5 voor de individuele revalidatiezitting van één uur die, zoals bedoeld in artikel 12 §4, tijdens de eerste maand van de aanvaarde revalidatieperiode gerealiseerd wordt voor een minderjarige ;
• 0,75 voor de individuele revalidatiezitting van 30 minuten die, zoals bedoeld in artikel 12 §4, tijdens de eerste maand van de aanvaarde revalidatieperiode gerealiseerd wordt voor een minderjarige ;
• 2,25 voor de individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten die, zoals bedoeld in artikel 12
§4, tijdens de eerste maand van de aanvaarde revalidatieperiode gerealiseerd wordt voor een minderjarige ;
• 1,5 voor de revalidatieweek die, zoals bedoeld in artikel 12 §4, tijdens de eerste maand van de aanvaarde revalidatieperiode gerealiseerd wordt voor een minderjarige ;
• 1 voor de oudersessie van 1 uur;
• 1,5 voor de oudersessie van 1 uur en 30 minuten
De hierboven vermelde mathematische waarde van de revalidatieverstrekkingen, die krachtens deze overeenkomst voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen en waarmee bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel moet worden rekening gehouden, wordt niet beïnvloed door het aanrekenen (in toepassing van de bepalingen van §3 van dit artikel) van verminderde prijzen (50 % of 25 % van de normale prijzen).
Voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe op jaarbasis het aantal behandelingssessies van twee uur, drie uur en zes uur (inbegrepen de behandelingssessies die deel uitmaken van een combinatie van een individuele revalidatiezitting en een behandelingssessie zoals bedoeld in artikel 10, §5) in die mate te beperken dat hun gezamenlijke mathematische waarde nooit meer bedraagt dan de helft van de in dit artikel vooropgestelde realiseerbare capaciteit.
Daarenboven verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe, rekening gehouden met de respectievelijke mathematische waarde van de revalidatieverstrekkingen in kwestie, zowel het aantal individuele revalidatiezittingen van 30 minuten als het aantal revalidatieweken telkens te beperken tot maximum 10% van de in dit artikel vooropgestelde realiseerbare capaciteit en het aantal oudersessies van 1 uur en 1 uur en 30 minuten te beperken tot maximum 5% van de in dit artikel vooropgestelde realiseerbare capaciteit.
§6. De revalidatieverstrekkingen die aan de verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
§8. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening revalidatieverstrekkingen heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen omdat ze bepaalde quota overschreden, kunnen de revalidatieverstrekkingen die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van vijf jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe in dat geval de teruggevorderde revalidatieverstrekkingen niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
Hoofdstuk VII. CUMULATIE MET ANDERE ZORGVOORZIENINGEN
Artikel 14. §1. Van de revalidatievoorziening wordt verwacht dat ze aan haar zorggebruikers een volledig medisch-psychosociaal revalidatieprogramma aanbiedt. Dat revalidatieprogramma moet zo veel mogelijk tegemoetkomen aan de noden zoals de zorggebruiker die zelf ervaart. Om die redenen en vanuit de overweging dat een gelijktijdige begeleiding van eenzelfde zorggebruiker door twee verschillende zorgvoorzieningen therapeutisch niet opportuun is, komen zorggebruikers die door de revalidatievoorziening worden gevolgd, in dezelfde periode normaliter niet in aanmerking voor de volgende behandelingsprogramma's of revalidatieprogramma's:
• het behandelingsprogramma van een ander ambulant revalidatiecentrum voor verslaafden of van een psychosociaal revalidatiecentrum voor psychiatrische patiënten dat met de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeftgesloten;
• een partiële dag- of nachthospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis of in de psychiatrische dienst van een algemeen ziekenhuis;
• een revalidatie-nabehandeling die wordt aangeboden door een psychiatrisch ziekenhuis voor patiënten die in het psychiatrisch ziekenhuis gehospitaliseerd zijn geweest.
De revalidatievoorziening zal zich permanent inspannen teneinde na te gaan of haar zorggebruikers in een zelfde periode niet door verschillende zorgvoorzieningen worden gevolgd. Indien blijkt dat bepaalde zorggebruikers één van de hierboven vermelde behandelingsprogramma's of revalidatieprogramma's volgen, dan zal de revalidatievoorziening deze zorggebruikers wijzen op de inopportuniteit van een gelijktijdige begeleiding door twee verschillende zorgvoorzieningen. De revalidatievoorziening zal dan met de zorggebruiker en de andere betrokken zorgvoorzieningen, vanuit een fundamenteel respect voor de vrijheid van de zorggebruiker om zelf zijn zorgverleners te kiezen en deze keuze gelijk wanneer te wijzigen, afspraken maken met betrekking tot de zorgvoorziening die voor de begeleiding van de zorggebruiker zal instaan.
De tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de in deze overeenkomst voorziene revalidatieverstrekkingen kan voor bepaalde dagen of voor een bepaalde week worden geweigerd indien de zorggebruiker in dezelfde week (van zondag tot zaterdag) al één van de hoger bedoelde behandelings- of revalidatieprogramma's gevolgd heeft die door andere zorgvoorzieningen worden aangeboden.
§2. De krachtens artikel 12 van deze overeenkomst voorziene prijzen komen nooit voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking voor de dagen dat een zorggebruiker opgenomen is in een ander revalidatiecentrum voor verslaafden of in een psychosociaal
revalidatiecentrum voor psychiatrische patiënten dat met de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten en dat een revalidatieprogramma in internaatsverband aanbiedt of partiële nachtopvang aanbiedt.
Hoofdstuk VIII. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 15. Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen voor de revalidatie in de revalidatievoorziening en, in voorkomend geval, de reiskosten die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling, waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen.
Een dergelijke beslissing tot goedkeuring geeft echter niet automatisch recht op een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen: alleen de revalidatieverstrekkingen die effectief worden gerealiseerd binnen de aanvaarde revalidatieperiode komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
Als de verzekeringsinstelling een beslissing tot goedkeuring heeft genomen voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekking voor de revalidatieperiode, kunnen voor die rechthebbende binnen die revalidatieperiode alle in artikel 10 vermelde revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, worden gerealiseerd, afhankelijk van wat voor die rechthebbende aangewezen is, al kan voor rechthebbenden in de zin van artikel 8, §2 enkel de in artikel 10, §6 gedefinieerde oudersessie van 1 uur of 1 uur en 30 minuten gerealiseerd worden en kan deze laatste verstrekking niet gerealiseerd worden voor rechthebbenden zoals bedoeld in artikel 8, §1. Onverminderd de bepalingen van artikel 10, kunnen de aard en de frequentie van de gerealiseerde revalidatieverstrekkingen variëren van zorggebruiker tot zorggebruiker en ook wijzigen in de loop van het revalidatieprogramma, in functie van de noden van iedere zorggebruiker.
Bij de behandeling van de aanvraag tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen kan de Zorgkassencommissie evenwel steeds een gemotiveerde beslissing nemen om voor die rechthebbende de frequentie en de soort van de realiseerbare revalidatieverstrekkingen te beperken.
Artikel 16. De aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen in de revalidatievoorziening en, in voorkomend geval, de reiskosten, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
Artikel 17. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming wordt gevraagd.
Artikel 18. Een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen komt voor het resterende deel van die periode te vervallen indien de revalidatievoorziening voor die rechthebbende de voorbije 6 maanden geen enkele revalidatieprestatie, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, heeft gerealiseerd, ongeacht of het gaat over rechthebbenden in de zin van artikel 8 §1 of rechthebbenden in de zin van artikel 8 §2 van de overeenkomst (ouders van niet behandelde verslaafde kinderen).
In het geval van ouders-rechthebbenden van verslaafde kinderen in de zin van artikel 8 §2 komt het resterende deel van de revalidatieperiode waarvoor een beslissing tot goedkeuring voor
tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, eveneens te vervallen van zodra het kind in kwestie behandeld wordt in de revalidatievoorziening zelf, in een ander revalidatiecentrum voor verslaafden, in een psychosociaal revalidatiecentrum voor psychiatrische patiënten, in een psychiatrisch ziekenhuis, in een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis of in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg.
Het is altijd mogelijk een nieuwe gemotiveerde aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de revalidatie in te dienen voor een rechthebbende voor wie een beslissing tot goedkeuring van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen komt te vervallen als gevolg van de bepalingen van dit artikel. Terzake dient er onder meer mee rekening gehouden te worden dat, cf. artikel 10, § 6, per kind zoals bedoeld in artikel 8, § 2 in totaal maximum 3 keer een oudersessie van 1 uur of 1 uur en 30 minuten vergoed kan worden voor een ouder van dat kind.
Artikel 19. §1. De revalidatievoorziening houdt per zorggebruiker zoals bedoeld in artikel 8, §1, al dan niet rechthebbende, een medisch-therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere zorggebruiker minstens volgende elementen bevatten : de identiteit van de zorggebruiker, de antecedenten, de naam van de verwijzer of de verwijzende instantie, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens, het individueel behandelingsplan, de gerealiseerde individuele revalidatiecontacten en een korte weergave van hun inhoud, de besluiten van teamvergaderingen, alle belangrijke particuliere beslissingen en alle belangrijke afspraken die met de zorggebruiker gemaakt zijn.
In dat dossier wordt eveneens, per dag, de aard en de hoeveelheid van de eventueel toegediende vervangingsmedicatie genoteerd, evenals de resultaten van de uitgevoerde klinisch-biologische analyses.
§2. De revalidatievoorziening houdt per ouder (zoals bedoeld in artikel 8, §2), al dan niet rechthebbende, een dossier bij dat een overzicht geeft van het verloop van de begeleiding van de ouder in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere ouder minstens volgende elementen bevatten: de identiteit van de ouder, de identiteit van het kind waarvoor de ouder hulp vraagt aan de revalidatievoorziening, de informatie die de ouder bezorgt over de toestand van het kind, de hulpvraag van de ouder, de gerealiseerde contacten met de ouder en een korte weergave van hun inhoud.
Artikel 20. §1. Elk lid van het team dat met bepaalde zorggebruikers zoals bedoeld in artikel 8, §1, al dan niet rechthebbenden, of ouders zoals bedoeld in artikel 8, §2, individuele revalidatiecontacten heeft die deel kunnen uitmaken van revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, dient bestendig een dagboek bij te houden waarin zijn revalidatiecontacten met de zorggebruikers of de ouders genoteerd worden.
In dat dagboek moeten de volgende gegevens worden vermeld:
• de identiteit van de zorggebruiker. Indien het revalidatiecontacten betreft die deel uitmaken van een oudersessie van 1 uur of 1 uur en 30 minuten met een ouder van een onbehandeld verslaafd kind zoals bedoeld in artikel 8, §2, dan wordt in het dagboek zowel de identiteit van de ouder- rechthebbende vermeld als de identiteit van het kind in kwestie ;
• de identiteit van elke persoon die bij de tussenkomst daadwerkelijk aanwezig is, alsook zijn relatie met de zorggebruiker (ouders, partner, ...). Indien het revalidatiecontacten betreft die deel uitmaken van een oudersessie van 1 uur of 1 uur en 30 minuten met een ouder van een onbehandeld verslaafd kind zoals bedoeld in artikel 8, §2, dan wordt in het dagboek de relatie vermeld van de bij de tussenkomst aanwezige personen met het kind in kwestie;
• de datum van de tussenkomst ;
• het aanvangs- en het einduur van de tussenkomst ;
• de plaats van de tussenkomst indien de tussenkomst niet in de revalidatievoorziening zelf
plaatsvindt.
De teamleden die verantwoordelijk zijn voor bepaalde revalidatie-activiteiten in groepsverband, houden gezamenlijk een dagboek bij waarin per activiteit wordt genoteerd :
• een beknopte omschrijving van de aard van de activiteit ;
• de identiteit van alle deelnemers aan de activiteit, ongeacht of de zorggebruikers rechthebbenden zijn of niet ;
• de datum waarop de activiteit plaatsvindt ;
• de identiteit van de begeleidende teamleden en het begin- en einduur van de activiteit; indien een teamlid niet de volledige duur van de activiteit mee instaat voor de begeleiding ervan, wordt eveneens het begin- en einduur genoteerd van de deelname van dit teamlid aan die activiteit.
Al deze dagboeken worden door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap en van de Zorgkassencommissie.
De revalidatievoorziening kan eventueel de verplichtingen van deze paragraaf ook nakomen via een elektronisch systeem. In dat geval dienen de door ieder teamlid gerealiseerde revalidatieverstrekkingen wekelijks te worden afgedrukt en door het betrokken teamlid op zijn eerstvolgende werkdag met zijn handtekening te worden bevestigd.
§2. De in §1 vermelde dagboeken vormen de basis voor het aanwezigheidsregister dat de revalidatievoorziening dient bij te houden, op basis van een door het agentschap goedgekeurd model. In dit aanwezigheidsregister dienen de gerealiseerde revalidatieverstrekkingen te worden opgetekend voor alle zorggebruikers, rechthebbenden of niet.
Het register moet afzonderlijk worden bijgehouden voor ieder dagcentrum afzonderlijk en moet dagelijks vóór het sluitingsuur van ieder dagcentrum worden ingevuld. De gerealiseerde revalidatieweken dienen binnen de twee werkdagen na afloop van de beschouwde kalenderweek in het register te worden opgetekend.
De verschillende aanwezigheidsregisters moeten worden beschouwd als basisdocumenten voor de in artikel 23 bedoelde facturatie.
§3. Het in §2 vermelde aanwezigheidsregister wordt door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap en de Zorgkassencommissie.
§4. Het in §2 bedoelde aanwezigheidsregister vormt de basis voor de productiecijfers, waarmee wordt bedoeld: het aantal gepresteerde forfaits (per soort) vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijs.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§5. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het agentschap de in §2 bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de in §2 bedoelde aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden, worden, bij een eerste inbreuk, de revalidatieverstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele revalidatieverstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het aanwezigheidsregister niet
correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§6. Het niet nakomen van de in de §§ 1, 2, 3 en 4 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn in§ 5 van dit artikel beperken in geen geval het recht van de minister om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het besluit, niet zijn nagekomen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen door de verzekeringsinstellingen wordt geweigerd op grond van de bepalingen van
§5 van dit artikel niet aan te rekenen aan de zorggebruiker.
§8. De revalidatievoorziening dient jaarlijks, uiterlijk op 31 januari van het daaropvolgende jaar, op basis van de in §2 bedoelde registers, mee te delen hoeveel revalidatieverstrekkingen van ieder type het voorbije jaar in iedere afdeling afzonderlijk werden gerealiseerd. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen de volgende types :
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur die in de revalidatievoorziening zelf werden gerealiseerd en waarbij de zorggebruiker zelf aanwezig was ;
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur die in de revalidatievoorziening zelf werden gerealiseerd maar waarbij de zorggebruiker niet aanwezig was (revalidatiezittingen waarbij uitsluitend mensen uit de omgeving van de zorggebruiker aanwezig waren);
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur die buiten de revalidatievoorziening werden gerealiseerd en waarbij de zorggebruiker zelf aanwezig was ;
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur die buiten de revalidatievoorziening werden gerealiseerd maar waarbij de zorggebruiker niet aanwezig was (revalidatiezittingen waarbij uitsluitend mensen uit de omgeving van de zorggebruiker aanwezig waren);
• individuele revalidatiezittingen van 30 minuten die in de revalidatievoorziening zelf werden gerealiseerd en waarbij de zorggebruiker zelf aanwezig was;
• individuele revalidatiezittingen van 30 minuten die in de revalidatievoorziening zelf werden gerealiseerd maar waarbij de zorggebruiker niet aanwezig was (revalidatiezittingen waarbij uitsluitend mensen uit de omgeving van de zorggebruiker aanwezig waren);
• individuele revalidatiezittingen van 30 minuten die buiten de revalidatievoorziening werden gerealiseerd en waarbij de zorggebruiker zelf aanwezig was;
• individuele revalidatiezittingen van 30 minuten die buiten de revalidatievoorziening werden gerealiseerd maar waarbij de zorggebruiker niet aanwezig was (revalidatiezittingen waarbij uitsluitend mensen uit de omgeving van de zorggebruiker aanwezig waren);
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur en 30 minuten die in de revalidatievoorziening zelf werden gerealiseerd en waarbij de zorggebruiker zelf aanwezig was;
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur en 30 minuten die in de revalidatievoorziening zelf werden gerealiseerd maar waarbij de zorggebruiker niet aanwezig was (revalidatiezittingen waarbij uitsluitend mensen uit de omgeving van de zorggebruiker aanwezig waren);
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur en 30 minuten die buiten de revalidatievoorziening werden gerealiseerd en waarbij de zorggebruiker zelf aanwezig was;
• individuele revalidatiezittingen van 1 uur en 30 minuten die buiten de revalidatievoorziening werden gerealiseerd maar waarbij de zorggebruiker niet aanwezig was (revalidatiezittingen waarbij uitsluitend mensen uit de omgeving van de zorggebruiker aanwezig waren);
• behandelingssessies van 2 uur;
• behandelingssessies van 3 uur;
• behandelingssessies van 6 uur;
• revalidatieweken;
• combinaties van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van
drie uur;
• combinaties van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van drie uur;
• combinaties van een individuele revalidatiezitting van 30 minuten met een behandelingssessie van zes uur;
• combinaties van een individuele revalidatiezitting van 1 uur met een behandelingssessie van zes uur;
• niet-vergoedbare observatiesessies ;
• oudersessies van 1 uur;
• oudersessies van 1 uur en 30 minuten
Ook de revalidatieverstrekkingen die worden gerealiseerd voor zorggebruikers die geen rechthebbenden zijn, moeten in de in deze paragraaf gevraagde cijfergegevens worden opgenomen.
Artikel 21. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe voor elk klinisch laboratorium dat toxicologische analyses uitvoert voor de revalidatievoorziening, aan het agentschap een document te bezorgen waarin het klinisch laboratorium zich engageert de toxicologische analyses noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen.
Telkens de revalidatievoorziening beroep wenst te doen op een ander klinisch laboratorium, dient voorafgaandelijk een dergelijk document aan het agentschap bezorgd te worden.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks een statistisch overzicht van de uitgevoerde toxicologische analyses aan het agentschap te bezorgen.
Artikel 22. De V.Z.W. "Provincialaat der Broeders van Liefde" uit Gent verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten en uitgaven die voortvloeien uit de activiteiten van de revalidatievoorziening, waarbij deze activiteiten als een afzonderlijke kostenrubriek worden beschouwd die het mogelijk maakt de kostprijs van de bedoelde activiteiten na te gaan.
Het voeren van deze boekhouding dient zo veel mogelijk te gebeuren conform de door het agentschap aanvaarde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorziening of conform de boekhoudkundige voorschriften voor de ziekenhuizen (K.B. 14.8.1987), onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft. De gevoerde boekhouding moet daarenboven toelaten de specifieke inkomsten en uitgaven van de activiteiten van de revalidatievoorziening die niet door deze overeenkomst gedekt worden, te onderscheiden.
Een overzicht van de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de activiteiten van de revalidatievoorziening moet jaarlijks, binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap worden gestuurd. Het agentschap kan voor het opmaken van dit overzicht van de inkomsten en uitgaven ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
Jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, dient een gedetailleerd overzicht van het door de revalidatievoorziening tewerkgestelde personeel te worden bezorgd aan het agentschap, op de manier die door het agentschap wordt bepaald.
Indien de boekhoudkundige documenten, opgemaakt volgens de regels die dienaangaande zijn aanvaard door het agentschap, niet worden overgemaakt vóór het einde van de zesde maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar of als de personeelsgegevens, aangeleverd op de manier die door het agentschap is bepaald, niet worden overgemaakt voor 30 juni, wordt de revalidatievoorziening, per
aangetekend schrijven, aan haar verplichting xxxxxxx herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van deze overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
De revalidatievoorziening moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren.
De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 23. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de prijzen van de revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen,aan de verzekeringsinstellingen te factureren aan de hand van een factuur waarvan het model is goedgekeurd door het agentschap. lnlichtingshalve moeten alle door de revalidatievoorziening aan de rechthebbende gefactureerde bedragen voor diensten die niet tot de revalidatie behoren, eveneens op die factuur worden vermeld. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gegeven.
§2. In toepassing van de bepalingen van artikel 217 van het besluit, dienen aan de verzekeringsinstellingen aangerekende revalidatieverstrekkingen te worden verminderd met de in de artikels 220 tot en met 222 van het besluit voorziene bedragen.
Hoofdstuk IX. PERSONEEL
Artikel 24. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, dat voorzien is in bijlagen I t.e.m. III bij de onderhavige overeenkomst, steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
De kosten van de tewerkstelling van het in bijlagen I t.e.m. III voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de revalidatievoorziening te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat in de bedoelde functies zou worden tewerkgesteld in het kader van een financieringsregeling op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost.
Indien personeelsleden zouden worden vrijgesteld van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, conform de C.A.0.-bepalingen terzake, moet deze vrijstelling van arbeidsprestaties worden gecompenseerd door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de arbeidsduur van andere personeelsleden, rekening houdende met de voor iedere functie voorziene kwalificaties. Dit bijkomend personeel moet boven op het in bijlagen I t.e.m. III voorziene personeelskader worden tewerkgesteld. De financiering van deze compenserende tewerkstelling (en van de premie voor de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken) valt buiten het kader van deze overeenkomst, maar is er niet mee in tegenspraak. In deze overeenkomst wordt er echter op geen enkele manier mee rekening gehouden: het in bijlagen I t.e.m. III voor ieder personeelslid vooropgesteld aantal werkuren houdt dus geen rekening met de eventuele vrijstelling van arbeidsprestaties voor dat personeelslid en de in bijlage berekende loonkost houdt geen rekening met de premie die verschuldigd is aan de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken.
Ook met alle mogelijke regelingen op basis waarvan de revalidatievoorziening in aanmerking kan komen voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen, in ruil voor compenserende aanwervingen, houdt deze overeenkomst geen rekening. De in het personeelskader in bijlagen I t.e.m. III voorziene functies kunnen echter nooit worden vervuld door personeel dat door de revalidatievoorziening is aangeworven als compensatie voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen. Indien de revalidatievoorziening een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen geniet in ruil waarvoor bijkomend personeel moet worden tewerkgesteld, dient dit bijkomend personeel steeds boven op het in bijlagen I t.e.m. III voorziene personeelskader te worden tewerkgesteld.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ...), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsverstrekkingen meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 24, §1 en §2, kan de minister, na advies van de expertencommissie ertoe besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel 12 vastgestelde prijzen gedurende een bepaalde periode te verminderen met een bepaald bedrag, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de gelegenheid gehad heeft om de redenen van niet-naleving van deze bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De door de minister te bepalen periode gedurende welke de in artikel 12 vastgestelde prijzen verminderd wordt, kan nooit de duur van de periode van niet- naleving van de bepalingen van artikel 24, §1 en §2 overschrijden.
Het bedrag waarmee de in artikel 12 vastgestelde prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur kan worden verminderd, wordt vastgesteld op X per voltijdse eenheid die gedurende een bepaalde periode in het personeelskader gemiddeld ontbreekt. Dit bedrag dient te worden beschouwd als een basisbedrag dat proportioneel kan aangepast worden rekening houdend met het reëel aantal ontbrekende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden. Het basisbedrag van X wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (september 2018, basis 2013) en aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de door de revalidatievoorziening gerevalideerde zorggebruikers.
§4. Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
Artikel 24bis. §1. Om haar therapeutisch team te versterken, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om 0,5 voltijdse equivalenten met een master in de psychologie aan te werven als loontrekkende en in de revalidatievoorziening permanent te werk te stellen in het kader van de activiteiten waarin onderhavige
overeenkomst voorziet.
Het in het vorige lid bepaald aantal voltijdse equivalenten met een master in de psychologie mag – conform het sociaal akkoord van 4 februari 2011 tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties van de gezondheidssector en de federale regering is gesloten – uitsluitend worden aangewend voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatievoorziening: dit personeel moet derhalve worden toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van onderhavige overeenkomst.
§2. Voor de berekening van de loonkost van die psycholoog wordt uitgegaan van de loonschaal 1/80 van het paritair comité 330.
§3. De revalidatievoorziening kan de bijkomende tewerkstellingsuren hetzij aan één afdeling van haar keuze toekennen, hetzij die uren over de verschillende afdelingen verdelen.
§4. Dit artikel brengt geen aanpassing met zich mee van de facturatiecapaciteit van de afdeling.
§5. De sancties die deze overeenkomst voorziet in het geval dat de voorziene personeelsformatie niet permanent wordt ingevuld, zijn eveneens van toepassing op het bijkomend personeel waarin dit artikel voorziet.
Artikel 25. §1. Het komt de directie van de revalidatievoorziening toe om het beschikbare personeelskader zo in te zetten in de verschillende dagcentra dat het best kan worden beantwoord aan de therapeutische noden van de zorggebruikers die op ieder van de dagcentra beroep doen en de kwaliteit van de revalidatieprogramma's en de veiligheid van de zorggebruikers en het personeel het best kan worden verzekerd.
Daarbij moet de revalidatievoorziening de volgende regels in acht nemen :
• Bij de werking van ieder dagcentrum moet steeds een huisarts betrokken zijn gedurende minimum 5 uur per week ;
• Bij de werking van ieder dagcentrum moet steeds minimum één voltijds equivalent licentiaat in de psychologie of de pedagogie betrokken zijn;
• Bij de werking van ieder dagcentrum moet steeds minimum één voltijds equivalent maatschappelijk werker, gegradueerde verpleegkundige of gegradueerde in de orthopedagogie betrokken zijn.
Indien het team van bepaalde dagcentra toch niet aan deze vereisten zou voldoen, dient dit te worden opgevangen door feitelijk één team te vormen met een ander dagcentrum, wat impliceert dat de teamleden van beide dagcentra gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de revalidatieprogramma's die in beide dagcentra worden aangeboden en gezamenlijk minimaal om de 14 dagen een teambespreking houden.
De bepalingen van dit artikel wijzigen niets aan de bepalingen van artikel 24, krachtens welk het personeelskader van de revalidatievoorziening dat in bijlagen I t.e.m. III bij deze overeenkomst wordt vermeld, permanent moet zijn ingevuld door personeel dat over de vooropgestelde kwalificaties beschikt. Om aan de bepalingen van dat artikel 24 te voldoen, volstaat het in geen geval om te voldoen aan de in onderhavig artikel vermelde minimumbezetting die de revalidatievoorziening in ieder dagcentrum steeds moet verzekeren.
§2. De revalidatievoorziening zal alle initiatieven nemen die noodzakelijk zijn om de kwaliteit van de zorgverlening op psychiatrisch vlak te garanderen in de afdelingen waarin de psychiaters normaliter zelf geen diagnostische of therapeutische contacten hebben met zorggebruikers. Een psychiater van de revalidatievoorziening kan daartoe onder meer regelmatig teambesprekingen houden met teamleden van die afdelingen (bv. de huisarts en de licentiaat in de psychologie). Indien nodig zal een psychiater van de revalidatievoorziening in de betrokken afdelingen toch zelf tussenkomsten verrichten.
Artikel 26. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in bijlagen I t.e.m. III bij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals aangeduid in voornoemde bijlage, voor de meeste personeelsleden gebaseerd op de loonschalen die in het paritair comité 330 voor de gezondheidsinrichtingen en - diensten zijn vastgelegd voor het personeel van de ziekenhuizen en voor enkele personeelsleden - bij gebrek aan geschikte loonschalen van het paritair comité 330 - gebaseerd op de barema's van de federale overheidsdiensten of op het barema van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het paritair comité 330, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de verpleeg- en revalidatiedagprijs zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
Alhoewel deze overeenkomst, zoals vermeld in artikel 24 § 1, niet voorziet in de financiering van de vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek - waarvoor een financieringsmechanisme buiten deze overeenkomst is voorzien - verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de bepalingen van de C.A.O.'s terzake ook toe te passen voor zijn personeel. Het niet-respecteren van die bepalingen kan dus net als het niet- naleven van de andere bezoldigingsregels van deze overeenkomst worden beschouwd als een inbreuk op dezeovereenkomst.
§2. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de prestaties van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.2.-bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 26 van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de individuele revalidatiezitting van één uur verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 euro) over te maken voor iedere individuele revalidatiezitting van één uur die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Voor de toepassing van deze bepaling dient rekening te worden gehouden met de mathematische
waarde van iedere revalidatieprestatie, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, zoals die blijkt uit de bepalingen van artikel 12 § 1 en van artikel 13 §4.
Artikel 27. Het aandeel van de personeelskosten in de in artikel 12 vastgestelde prijs van de individuele revalidatiezitting van één uur, die krachtens deze overeenkomst voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven, tengevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgestelde personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskost die begrepen is in die prijs. Desgevallend is artikel 193 van het besluit van toepassing.
Hoofdstuk X. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 28. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid van alle gebouwen die door de revalidatievoorziening worden aangewend voor haar werking; voor ieder van die gebouwen zal de revalidatievoorziening daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 29. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie te organiseren zoals voorzien in het revalidatie-project (dd. 13 februari 2008) van de dagcentra van De Sleutel dat werd goedgekeurd door het College van geneesheren-directeurs van het RIZIV. Aanpassingen aan dit revalidatieproject zijn alleen mogelijk via de procedure tot wijzigingen van een revalidatieovereenkomst, zoals beschreven in de artikels 159 tot en met 173 van het Besluit van de Vlaamse Regering.
Artikel 30. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn
m zijn taak in de revalidatievoorziening te kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
Ook verbindt de revalidatievoorziening zich er toe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het in artikel 29 vermelde revalidatie-project van de revalidatievoorziening en het personeelslid op de in artikel 29 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
Artikel 31. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verzekeringsinstellingen, het agentschap en de Zorgkassencommissie , al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt in het kader van de controle op de therapeutische en financiële naleving van de overeenkomst of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatie-overeenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich tevens ertoe alle afgevaardigden van de Zorgkassencommissie, de expertencommissie en het agentschap toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Artikel 32. De Raad van Bestuur kan eventueel - naast de revalidatieprogramma's die door deze overeenkomst worden gedekt of die worden gedekt door de revalidatieovereenkomsten die met dezelfde inrichtende macht zijn gesloten met betrekking tot andere afdelingen van "De Sleutel" - ook nog andere activiteiten ontwikkelen die eveneens verslaafden of ex-verslaafden beogen, op voorwaarde dat de onkosten van deze activiteiten niet worden gefinancierd met de middelen die worden verstrekt in het kader van de diverse revalidatieovereenkomsten die met betrekking tot de afdelingen van "De Sleutel" zijn gesloten en op voorwaarde dat de revalidatieactiviteiten van de revalidatievoorziening hierdoor op generlei wijze in gevaar worden gebracht.
De Raad van Bestuur verbindt zich ertoe - om redenen van transparantie - jaarlijks, ten laatste op 30 juni, aan het agentschap een overzicht te bezorgen van de in het voorbije kalenderjaar door "De Sleutel" ontwikkelde
activiteiten die eveneens verslaafden of ex-verslaafden beogen maar die niet door de gesloten revalidatieovereenkomsten worden gedekt, alsook van het personeel en van de financiële middelen (bedrag; bron van de inkomsten) waarover ze voor die activiteiten beschikt buiten het kader van deze revalidatieovereenkomsten. In dit overzicht moeten ook de activiteiten worden opgenomen die op dezelfde sites plaatsvinden als de sites waar de revalidatieprogramma's worden gerealiseerd die door de gesloten revalidatieovereenkomsten worden gedekt, zelfs als die activiteiten niet onder de naam van "De Sleutel" zouden plaatsvinden en geen verslaafden of ex- verslaafden beogen.
Met betrekking tot het personeel dat instaat voor de activiteiten buiten het kader van de diverse revalidatieovereenkomsten, dienen in dat overzicht de volgende gegevens te worden vermeld:
• de naam en voornaam;
• het aantal werkuren per week;
• de periode tijdens welke ieder personeelslid gedurende het betrokken kalenderjaar werd tewerkgesteld;
• de activiteiten van "De Sleutel" waarin deze personeelsleden wareningeschakeld;
• de plaats van tewerkstelling.
Dit overzicht dient slechts één keer te worden bezorgd voor alle afdelingen van De Sleutel samen, ook als deze verplichting in meerdere revalidatieovereenkomsten met betrekking tot afdelingen van "De Sleutel" zou zijn opgenomen.
Hoofdstuk XI. OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 33. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s, zoals bepaald in de overeenkomst ondertekend op 8 juli 2008 tussen het beheerscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en V.Z.W. Provincialaat der Broeders van Liefde uit Gent met betrekking tot de dagcentra van De Sleutel in Antwerpen, Mechelen, Gent en Brugge.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 16 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Hoofdstuk XII. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 34. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 januari 2019.
Deze overeenkomst vernietigt en vervangt vanaf die datum de op 8 juli 2008 ondertekende overeenkomst tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging en de V.Z.W. Provincialaat der
Broeders van Liefde uit Gent met betrekking tot de dagcentra van De Sleutel in Antwerpen, Mechelen, Gent en Brugge.
§2. Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 189 van het besluit in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 tot en met 181 van het besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel ervan uit, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Het betreft de volgende bijlagen:
- Bijlage I: Berekening van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de dagcentra. Deze bijlage vermeldt tevens in detail het personeelskader van de revalidatievoorziening waarover de revalidatievoorziening vanaf 1 januari 2019 kan beschikken. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 20.03.2018 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 08.07.2008
- Bijlage II: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de dagcentra. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 18.12.2018 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 08.07.2008
- Bijlage III: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de dagcentra, ingevolge de integratie van de structurele subsidies vanaf 01.01.2019
Hoofstuk XIII. REGISTRATIE TREATMENT DEMAND INDICATORS
Artikel 35. Sciensano en de revalidatievoorzieningen voor verslaafden die met de minister een overeenkomst hebben afgesloten, richten samen een longitudinale databank op binnen Sciensano. Deze databank bevat bepaalde gegevens die systematisch en op uniforme wijze door de verschillende revalidatievoorzieningen geregistreerd worden met betrekking tot de door hen gerealiseerde revalidatieprogramma’s.
Sciensano analyseert de registratiegegevens van de databank en stelt in samenspraak met de revalidatievoorzieningen ten behoeve van de expertencommissie en het agentschap een jaarlijks rapport op van de resultaten van de gegevensanalyses.
Artikel 36. §1. De in §2 bedoelde gegevens worden geregistreerd voor elke zorggebruiker die in de revalidatievoorziening een revalidatieprogramma aanvat in een afdeling van de revalidatievoorziening waarvan de werking (al dan niet gedeeltelijk) gefinancierd wordt via deze overeenkomst. De gegevens worden geregistreerd voor alle zorggebruikers, ongeacht of zij rechthebbende zijn of niet.
§2. Per aangevat revalidatieprogramma zoals bedoeld in §1 wordt er een registratieregel of –record aangemaakt dat de volgende gegevens bevat:
- De scores op de verschillende Treatment Demand Indicators of TDI-variabelen1 bij aanvang van het revalidatieprogramma.
1 De Treatment Demand Indicators is een set van variabelen die door de European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) zijn opgesteld om de populatie van problematische druggebruikers te beschrijven. Deze parameters dienen door alle lidstaten van de Europese Unie geregistreerd en overgemaakt te worden aan het EMCDDA. De TDI-parameters van het EMCDDA zijn geoperationaliseerd in een Belgisch TDI-protocol. De wijze waarop de gegevens geregistreerd worden in het kader van het in deze overeenkomst geregelde registratieproject verschilt op een aantal vlakken van het TDI-protocol. De belangrijkste verschillen worden gepreciseerd in deze overeenkomst. Onder meer dienen de inrichtingen aan Sciensano alle afzonderlijke registratiegegevens van alle revalidatieprogramma’s over
- De afstand tussen de verblijfplaats van de zorggebruiker (op het moment dat het revalidatieprogramma aanvangt) en het adres van de (antenne van de) revalidatievoorziening waar de zorggebruiker het revalidatieprogramma aanvat.
- De datum waarop het revalidatieprogramma effectief eindigt.
- Of de zorggebruiker een rechthebbende is, of niet.
§3. Op basis van de in §2 vermelde registratiegegevens moet het onder meer mogelijk zijn om inzicht te krijgen in:
1. De karakteristieken van de gerevalideerde zorggebruikers (algemene demografische kenmerken; aard, ernst en voorgeschiedenis van de verslavingsproblematiek; woonsituatie; arbeidssituatie, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt2. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorziening die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van hun zorggebruikers, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
2. De karakteristieken van de verstrekt revalidatieprogramma’s (type verwijzer, reële duur van het revalidatieprogramma, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van de revalidatieprogramma’s die er verstrekt worden, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
3. Indien zorggebruikers (achtereenvolgens) meerdere revalidatieprogramma’s volgen (al dan niet in verschillende types van revalidatie-afdelingen, in verschillende revalidatievoorzieningen of in verschillende jaren), de kenmerken / karakteristieken van de zorgpaden die ze, in voorkomend geval, over verschillende jaren doorlopen (de types van revalidatie-afdelingen waar ze achtereenvolgens behandeld worden, de effectieve duur van elke revalidatieprogramma, de tijd die verloopt tussen twee achtereenvolgende revalidatieprogramma’s, de verwijzende persoon of instantie voor elke revalidatieprogramma, …) en de evolutie die zorggebruikers doormaken doorheen het zorgpad op het vlak van de TDI-parameters als druggebruik, woonsituatie, arbeidssituatie, …, die volgens §2 gemeten worden bij aanvang van elk nieuw revalidatieprogramma. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in eventuele verschillen tussen regio’s met betrekking tot de hierboven bedoelde kenmerken van de zorgpaden die zorggebruikers er doorlopen. Hierbij wordt minstens de situatie in de verschillende grootsteden (en hun omgeving) met elkaar vergeleken.
4. Per type van revalidatie-afdeling en per regio van het land: de verhouding van het aantal, in een bepaald type van revalidatie-afdeling, gerevalideerde verslaafden dat woonachtig is in een bepaalde regio ten opzichte van het totaal aantal inwoners van de regio in kwestie of, indien mogelijk, ten opzichte van het (op basis van andere gegevens geschatte) aantal verslaafden dat in die regio verblijft. Deze informatie moet onder meer toelaten om eventuele, lokale behandelingsnoden precies te kunnen vaststellen. Daarvoor mogen de afzonderlijk geanalyseerde regio’s niet te groot zijn.
Artikel 37. §1. In artikel 36 wordt slechts globaal vastgesteld welke gegevens de revalidatievoorziening dienen te registreren. Om de in dat artikel beschreven informatie te kunnen afleiden uit de gegevens kan het noodzakelijk zijn dat ook nog andere gegevens geregistreerd worden. Het komt Sciensano en de revalidatievoorziening toe om samen de nodige afspraken te maken over welke gegevens precies geregistreerd worden, hoe elk gegeven uniform door elke revalidatievoorziening gescoord of vastgesteld wordt, …, zodat de gegevens van de verschillende revalidatievoorziening vergelijkbaar zijn en geen bias vertonen. Deze afspraken worden door Sciensano vastgelegd in een registratieprotocol dat aan elke revalidatievoorziening bezorgd wordt.
te maken en niet alleen de registratiegegevens van het laatste programma dat een zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat.
2 Met ‘type van revalidatie-afdeling’ wordt in deze overeenkomst bedoeld, de verschillende onderscheiden soorten residentiële en ambulante afdelingen waarvan de werking via de overeenkomst vergoed wordt: therapeutische gemeenschappen of andere residentiële afdelingen voor langdurige revalidatie voor verslaafden, crisisinterventiecentra, medisch-sociale opvangcentra, andere gespecialiseerde dagcentra voor verslaafden, …
De revalidatievoorziening maken alle in artikel 36 §2 bedoelde registratierecords afzonderlijk over aan Sciensano. Ze bezorgen dus niet uitsluitend het record dat betrekking heeft op het laatste revalidatieprogramma dat een bepaalde zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat én ze bezorgen ook geen tabellen waarin de registratiegegevens van verschillende records geaggregeerd of opgeteld zijn.
De in deze paragraaf bedoelde afspraken mogen niet strijdig zijn met de bepalingen van de reglementering inzake de bescherming van de privacy en de wet op de patiëntenrechten.
De anonimisering of codering van de registratiegegevens wordt uitgevoerd door het E-health platform.
§2. Indien Sciensano het agentschap via een aangetekende brief laat weten dat de revalidatievoorziening de voorziene gegevens niet op de overeengekomen manier registreert of verstrekt of niet binnen de afgesproken tijdslimieten bezorgt, kunnen de betalingen door de verzekeringsinstellingen van de revalidatieverstrekkingen die krachtens deze overeenkomst voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, van ambtswege opgeschort worden, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de kans heeft gehad om de redenen voor het niet naleven van deze bepalingen toe te lichten, en dit tot dat de revalidatievoorziening zijn verplichtingen naleeft.
Artikel 38. §1. Te beginnen vanaf het jaar 2019 (jaar x) wordt er jaarlijks vóór het einde van het jaar aan de expertencommissie en het agentschap een rapport, bedoeld in artikel 35, bezorgd dat opgesteld is in het Nederlands. Het agentschap deelt mee in hoeveel exemplaren het rapport bezorgd moet worden.
§2. De in §1 bedoelde rapporten bevatten in principe de in artikel 36 §3 vermelde informatie-elementen. Elk van die informatie-elementen dient niet noodzakelijk telkens, maar wel regelmatig aan bod te komen in de in
§1 bedoelde rapporten.
De informatie die in artikel 36 §3, 1), 2) en 4) omschreven wordt, is in principe gebaseerd op de gegevens die de revalidatievoorziening geregistreerd hebben over de revalidatieprogramma’s die in het jaar voordien (jaar x-1) zijn aangevat of verdergezet.
De informatie over de in artikel 36 §3, 3) bedoelde zorgpaden is in principe gebaseerd op de gegevens over de zorggebruikers die sinds de oprichting van de in artikel 35 bedoelde databank verschillende revalidatieprogramma’s hebben aangevat en die ook in het jaar x-1 een nieuw revalidatieprogramma hebben aangevat.
Behalve de in artikel 36 §3 vermelde informatie-elementen kunnen in de jaarrapporten ook andere gegevens opgenomen worden die relevant zijn voor het beleid inzake revalidatie van verslaafden.
De expertencommissie of het agentschap kunnen vragen om ook andere gegevens te registreren of op te nemen in het rapport.
§3. Het dient in principe mogelijk te zijn om vast te stellen welk deel van de gegevens van de jaarrapporten betrekking heeft op rechthebbenden en welk deel betrekking heeft op andere zorggebruikers.
Artikel 39. De in artikel 12§1 bepaalde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd verhoogd teneinde financieel tegemoet te komen in het TDI – registratieproject.
De in het eerste lid vermelde bedragen waarmee het revalidatieforfait werd verhoogd, is volledig indexeerbaar en is gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (september 2018, basis 2013). Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Artikel 40. De financiële middelen die voor het registratieproject zijn uitgetrokken voor de revalidatie- revalidatievoorziening voor verslaafden enerzijds en anderzijds Sciensano, worden zowel door de revalidatie- revalidatievoorziening als door Sciensano exclusief aan dit project besteed. Deze middelen dekken alle
onkosten die verbonden zijn aan de realisatie van het project.
Iedere externe financiële bijdrage aan het registratieproject moet worden bekendgemaakt in het in artikel 38 bedoelde rapport.
Opgemaakt te Brussel op 31 mei 2019 in 2 originele exemplaren. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Xx Xxxxxxxxxx | |
Een lid van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | |
[Typ hier] [Typ hier] [Typ hier]