PROTOCOL CAO 2018-2019
PROTOCOL CAO 2018-2019
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V., hierna te noemen KLM, en de
Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers, hierna te noemen VNV, hierna ook gezamenlijk te noemen “Partijen”,
Overwegende dat:
• De ingezette strategie resultaten oplevert en dat de huidige financiële resultaten van KLM ruimte voor reflectie creëert op de ontwikkelingen wat betreft salarisgroei, te leveren bijdrage en looptijd;
• KLM de vliegers erkentelijk is dat ze op significante wijze hebben bijgedragen om KLM weer fit te maken;
• KLM de wens heeft om de wendbaarheid van de organisatie te vergroten en ook de doorlooptijd van de opleidingen te verkorten. Hiermee wil KLM beter gepositioneerd zijn voor toekomstige groei;
• KLM en de VNV een gezonde verhouding tussen werk- en vrije tijd en invloed op rooster en privéleven van de vlieger van belang vinden;
• KLM en de VNV lopende geschilpunten willen beslechten;
Komen overeen als volgt:
0. Commitment
KLM en de VNV zetten na de conflicten van de afgelopen jaren een streep onder het verleden en richten de blik op de toekomst. KLM-management en het VNV-bestuur spreken hierbij ieder hun commitment uit om de (cao-)afspraken binnen en buiten dit akkoord te goeder trouw uit te (laten) voeren en na te komen, en zullen daarop aanspreekbaar zijn. In dit kader wordt ook het overleg tussen KLM en de VNV anders gestructureerd. Dit geldt voor alle huidige werkgroepen, projecten en stuurgroepen. KLM zal een ‘single point of contact’ voor de VNV realiseren teneinde op een meer effectieve wijze voortgang te bewaken en tot goede resultaten te komen.
1. Looptijd
1 januari 2018 tot 1 juni 2019.
De (implementatie-) data genoemd in dit protocol zijn gebaseerd op een zo spoedig mogelijke ratificatie door de KLM-Ledenraad van de VNV. Indien ratificatie plaatsvindt na 17 september 2018 treden KLM en de VNV in overleg over de effecten hiervan op de in het protocol genoemde data.
2. Salaris
2.1 Structurele loonsverhoging
• 1,5% loonsverhoging per 1 januari 2018
• 1,5% loonsverhoging per 1 november 2018
• 1% loonsverhoging per 1 februari 2019
De niet-salaris gebonden cao-bijdragen en -vergoedingen worden met dezelfde percentages
aangepast, met uitzondering van de verhoging per 1 januari 2018, waar dit voor 1% gebeurt, gelijk aan Xxxxx en Cabine.
Indien in de andere domeinen over de periode van 1 januari 2018 tot 1 juni 2019 een hoger volume als structurele loonsverhoging wordt afgesproken, zonder dat daar extra productiviteitsverhogende afspraken tegenover staan, zal dit ook voor de vliegers gelden.
Toelichting:
De 1,5% loonsverhoging per 1 januari 2018 voor de vliegers staat in omvang gelijk aan de 1% loonsverhoging met een €50,- bodem bij 100% dienstverband, zoals afgesproken voor het cabine- en grondpersoneel per 1 januari 2018.
3. Bijlage 5 - ICA
3.1 Aanpassing reisverlof
Ingaande 8 oktober 2018 zullen de reiscycli niet langer op decimalen worden vastgesteld, maar door middel van onderstaande systematiek op hele dagen worden afgerond, inclusief de beschreven ophoging van de cycluslengtes met 0,3. Indien deze datum niet voor alle functies/types maakbaar blijkt zal voor de betreffende functie(s)/type(s) de oude werkwijze gehanteerd worden en krijgen alle vliegers binnen de betreffende functie(s)/type(s) onder deze bijlage een aantal XD-dagen bijgeschreven volgens onderstaande compensatietabel. In alle gevallen zal de volledige implementatie uiterlijk op 12 augustus 2019 hebben plaatsgevonden. KLM houdt de VNV op de hoogte van het verloop van de implementatie van de nieuwe WRR.
XXX nog niet geïmplementeerd op: | Bij te schrijven XD compensatie op genoemde datum: |
8 oktober 2018 | 1,21 |
5 november 2018 | 1,21 |
3 december 2018 | 1,21 |
31 december 2018 | 1,21 |
28 januari 2019 | 1,21 |
25 februari 2019 | 1,21 |
25 maart 2019 | 1,21 |
22 april 2019 | 1,21 |
20 mei 2019 | 1,82 |
17 juni 2019 | 2,42 |
15 juli 2019 | 3,63 |
N.b. Toekenning en bijschrijving vindt plaats bij alle vliegers binnen de betreffende functie/type die op de genoemde datum werkzaam zijn onder bijlage 5.
N.b. Implementatie betekent dat alle vliegers binnen een functie/type volledig worden ingedeeld conform de nieuwe WRR.
N.b. Wanneer KLM een functie/type om laat gaan naar de nieuwe WRR, geldt het principe van “hebben is houden”.
Voorbeeld: indien de nieuwe WRR onder bijlage 5 voor eerste officier A330 nog niet is geïmplementeerd op 20 mei vinden negen bijschrijvingen per eerste officier A330 plaats: 8x1,21 XD en 1x1,82 XD.
Het tijdelijk overschot in een bepaalde functie/type die voorafgaand aan de volledige invoering van de werkdrukverlichting in het korps ontstaat, komt ten goede aan de vlieger en zal door KLM zoveel mogelijk worden benut om XD-dagen in te delen. Gedurende de invoering zal KLM deze werkdrukverlichting zo veel als mogelijk gelijkmatig spreiden over de vliegers in de functies waar deze ruimte aanwezig is. Voor zover dit niet vereist dat aanpassingen aan programmatuur nodig zijn, zal Carmen op de A330 en de B777/B787 sturen op deze gelijkmatige spreiding.
1. De reiscyclus wordt bepaald aan de hand van onderstaande formules en de hoogste van de gevonden waarden is bepalend:
W | Waardering in uren |
V | Vlieguren |
R | Route-uren |
CW | Cyclus lengte in dagen op basis van waardering |
CV | Cyclus lengte in dagen op basis van vlieguren Jet |
CR | Cyclus lengte in dagen op basis van Route-uren 𝐶𝑊 = 𝑊 × 1,4 |
24 𝐶𝑉 = 𝑉 × 730 | |
24 85 𝐶𝑅 = 𝑅 × 21 | |
24 13 𝐶𝑀𝑎𝑥 = 𝑀𝑎𝑥(𝐶𝑊, 𝐶𝑉, 𝐶𝑅) + 0,3 |
2. Het reisverlof (RV) wordt als volgt afgerond:
a) Elk seizoen worden alle omlopen van een IATA-seizoen als uitgangspunt gehanteerd gebaseerd op de door Netwerk geleverde dienstregeling. Deze bevatten realistische bloktijden conform het Bloktijden protocol dd. 16 juni 2014. (HSF zal niet worden toegepast enkel om de afronding van het reisverlof te beïnvloeden).
b) Het reisverlof bij alle omlopen wordt vastgesteld in decimalen conform bovenstaande formule, waarbij het reisverlof ≤ 3 dagen (exclusief eventuele dubbel doppler dag) naar boven wordt afgerond op hele dagen. Het reisverlof wordt voor 90%, 80% en 67% berekend door deze uitkomsten (o.b.v. de gehele cycluslengte, inclusief dubbele doppler
dag) te vermenigvuldigen met resp. 10, 5 en 3.
9 4 2
c) Elk seizoen wordt per vliegtuigtype (heden: A330-200/300, B747-400 en de combinatie van B777-200/300 en B787-9/10) voor alle tewerkstellingspercentages een afrondingspunt vastgesteld: ̅𝑅̅̅𝐸̅𝑝̅. Op basis van deze afrondingpunten wordt de lengte van
de omloop volgens de onderstaande formule in hele dagen vastgesteld, waarbij 𝑝 het
tewerkstellingspercentage betreft. In woorden: wanneer de fractie van het Rv zich onder
̅𝑅̅̅𝐸̅𝑝̅ bevindt wordt het reisverlof algebraïsch afgerond naar beneden. In de overige gevallen wordt naar boven afgerond1:
𝐴𝑙𝑠 𝑅𝑣 ≤ 3 → ⌈(⌈𝐶𝑀𝑎𝑥⌉ ∙ 100) − 𝑅̅̅̅𝐸̅𝑝̅⌉
𝐶𝑝 = {
𝑝
𝑝
𝐴𝑙𝑠 𝑅𝑣 > 3 → ⌈(𝐶𝑀𝑎𝑥 ∙ 100) − 𝑅̅̅̅𝐸̅𝑝̅⌉
d) De concrete afrondingspunten ̅𝑅̅̅𝐸̅𝑝̅voor een type/deeltijd combinatie (bijvoorbeeld ̅𝑅̅𝐸̅̅8̅0̅ voor de A330) worden bepaald door over de complete set omlopen voor het type (in dit voorbeeld de A330) die bij de respectievelijke tewerkstelling een Rv geven van > 3 dagen (excl. dubbele doppler dag), het algebraïsch gemiddelde te nemen van alle fracties van het betreffende deeltijd reisverlof (in dit voorbeeld 80%).
1 | Voor de 100% berekening komt deze formule neer op (waarbij het Rv betreft exclusief de dubbele doppler dag): 𝐶 𝐴𝑙𝑠 𝑅𝑣 ≤ 3 → ⌈𝐶𝑀𝑎𝑥⌉ 100 = { 𝐴𝑙𝑠 𝑅𝑣 > 3 → ⌈𝐶𝑀𝑎𝑥 − ̅𝑅̅̅𝐸̅̅1̅0̅0̅⌉ |
e) De resulterende omlopen vormen de 0-plaat die zal worden gebruikt voor de seizoensmotiveringen etc. waarmee de zgn. 1-plaat tot stand komt.
3. Optimalisatie van de roosters zal na het afronden van de cycli niet leiden tot een reductie van kosten (d.w.z. de introductie van de afronding is kostenneutraal bedoeld, en de optimalisatie zal hier niet van wegsturen). Dit betekent dat de toewijzing van vluchten niet op enige wijze zal worden beïnvloed in de richting van de voor KLM meest gunstige afronding, anders dan als gevolg van biedingen of verzoeken van de vlieger.
Van elke uitgevoerde reis wordt het verschil tussen de gepubliceerde omloop in decimalen en gepubliceerde omloop na afronding (2b en 2e) bij en afgeschreven op de UV-teller voor respectievelijk afronding naar beneden en afronding naar boven. Na een periode van één jaar zullen KLM en de VNV in overleg treden om te bespreken of deze systematiek structureel leidt tot negatieve tellerstanden en kunnen dan in overleg aanpassingen doorvoeren om dit te corrigeren.
4. In geval van een schemawijziging na aanmelden wordt (uitsluitend) het positieve verschil tussen de originele cycluslengte en de (meest recente) gewijzigde cycluslengte (beide in decimalen), bijgeschreven op de UV-teller. Indien na een schemawijziging de cyclus lengte in dagen met minimaal 1 dag toeneemt wordt het rooster daarop aangepast en het resterende fractie deel op de UV-teller bijgeschreven. Op verzoek van de vlieger zal de indeling worden gehandhaafd.
5. Na uitvoering van de gehele vluchtopdracht wordt de omloop automatisch herberekend. (Uitsluitend) het positieve verschil tussen de laatst geplande & berekende cycluslengte en de actuele cycluslengte (beide in decimalen), wordt bijgeschreven op de UV-teller.
6. Afronden van omlopen op hele dagen wordt uitsluitend in de planningsfase toegepast. Bij de toepassing van punt 4 en 5 vindt derhalve ook geen afronding plaats bij minder dan 3 RV dagen. Tevens wordt er geen correctie toegepast voor EVR.
7. Xxxxxxxxxxxxxxxxx gedurende het seizoen, die na publicatie van de schema’s bekend worden, zullen niet leiden tot aanpassing van de afrondingpunten. Na twee IATA-seizoenen zullen de VNV en KLM evalueren of er aanleiding is om voortaan achteraf een generieke correctie toe te passen (bijvoorbeeld via de UV-teller) om de ontstane verschillen recht te trekken. KLM houdt de schema-aanpassingen en de ontstane verschillen bij en deelt deze met de VNV ten behoeve van de evaluatie.
8. In de eerste week van december en juli van ieder jaar (uiterlijk de 7e van de maand) overlegt KLM aan de VNV de omlopen gebaseerd op de dienstregeling zoals deze (op dat moment)
gehanteerd wordt door Netwerk, ref. punt 2a van deze regeling. Vervolgens worden aan de hand hiervan de ̅𝑅̅̅𝐸̅𝑝̅ vastgesteld. KLM en de VNV zullen op basis hiervan de seizoensmotiveringen overeenkomen, waarbij het de gezamenlijke verantwoordelijkheid is om deze uiterlijk drie maanden en tien dagen voor ingang van het betreffende seizoen aan de
vliegers beschikbaar te stellen.
9. Voorafgaand aan elk seizoen zal KLM de gegevens overleggen waarop de ̅𝑅̅̅𝐸̅𝑝̅ wordt vastgesteld ten behoeve van controle door de VNV op het schemaoverleg. Op verzoek zal deze informatie ook achteraf ter beschikking worden gesteld.
10. Het maximaal aantal vlieguren per 30 dagen en per jaar, zoals vermeld in bijlage 5 punt 3.7 en 3.8, zal tegelijk met de invoering van bovenstaande maatregelen aangepast worden naar 87 en 815, en de laatste naar rato voor deeltijd.
11. De VNV kan in dit proces taken delegeren aan de Groepscommissie.
3.2 Deeltijdverrekening mangebonden nevenopdrachten (5.6 bijlage 5)
Bij alle nevenopdrachten zal per 1 oktober 2018 voor vliegers met een verminderde productie verrekening plaats vinden conform de deeltijdfactoren.
4. Flexibiliteit ICA
Partijen zijn overeengekomen onvrijwillige inname van Reisverlof-inneembaar (RVI) af te schaffen, behoudens RVI direct voorafgaand aan een verzoekvlucht. Hiertoe zijn onderstaande maatregelen voorgesteld als vervanging van deze flexibiliteit. Tijdens een proefperiode zal worden gekeken of deze alternatieve manier effectief is in het vervangen van de bestaande vormen van flexibiliteit.
Daarbij moeten deze maatregelen in hun samenhang worden meegewogen. Als de proef slaagt blijven alle maatregelen bestaan; mislukt de proef dan vervallen alle genoemde maatregelen uit
4.1.2 en zullen partijen in overleg treden om alsnog een passend alternatief te vinden. In dat geval is het niet uitgesloten dat tijdelijk teruggevallen moet worden op de in cao 2015-2017 vastgelegde onvrijwillige inname van RVI, echter partijen committeren zich tot inspanning om dit te voorkomen.
4.1 Proef flexibiliteit ICA
4.1.1 Doel proef
De VNV en KLM hebben gezamenlijk tot doel om voor alle tewerkstellingspercentages het innemen van Reisverlof Inneembaar (RVI) door KLM, anders dan ten behoeve van het mogelijk maken van een indelingsverzoek van de individuele vlieger, alleen op vrijwillige basis te laten plaatsvinden.
Daarbij is tevens het doel om voor KLM een voldoende, vergelijkbare, mate van flexibiliteit te creëren.
4.1.2. Inhoud proef
Om deze doelen in te vullen hebben partijen een proef afgesproken waarbij de vlieger in de gelegenheid wordt gesteld voor bepaalde perioden vooraf aan te geven dat zijn RVI ingenomen mag worden. Voor elke daadwerkelijk ingenomen RVI-dag wordt in dat geval één CD bijgeschreven op zijn rekeningcourant. Daarnaast heeft de vlieger in dat geval recht op één PD- dag, die niet wordt bijgeschreven maar wordt uitbetaald (zie punt 4.3 van dit protocol m.b.t. uitbetaling). Na afloop van de proef worden de resultaten geëvalueerd conform de bepalingen uit punt 4.1.3 van dit protocol.
Praktische invulling proef:
1. De proef start op 15 januari 2019 en eindigt op 14 januari 2021.
2. De perioden waarvoor de vlieger aan kan geven dat zijn RVI als in dit artikel beschreven ingenomen mag worden zijn: 15 januari t/m 31 maart, 1 april t/m 31 mei, 1 juni t/m 31 juli, 1 augustus t/m 31 oktober en 1 november t/m 14 januari. De inschrijving voor deze perioden sluit 14 weken voor aanvang van elke separate periode.
3. De proef zal als geslaagd beschouwd worden indien voor iedere functie per type2 minimaal 20% (drempelwaarde) van het aantal FTE in die functie per type zich heeft aangemeld, en deze drempelwaarde in minimaal 50% van de periodes per functie per type is behaald.
4. Bij vliegers die zich hebben opgegeven kan RVI op initiatief van KLM ingenomen worden. Voor elke daadwerkelijk ingenomen RVI-dag wordt in dat geval één CD bijgeschreven op zijn rekeningcourant. Daarnaast heeft de vlieger in dat geval recht op één PD-dag, die niet wordt bijgeschreven maar wordt uitbetaald.
5. Vliegers die in een betreffende periode (geheel of gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn, 100% ouderschapsverlof genieten, onbetaald verlof genieten en/of in omscholing zijn of deelnemen aan Deeltijd in Blokken (DiB) waarvan de volledige vrije cyclus in de betreffende periode valt, worden voor die periode niet meegeteld in de toets aan de drempelwaarde.
2 In dit kader worden voor deze proef de B777-vlieger en de variant-vlieger (B787/B777) als twee aparte types beschouwd.
6. In de betreffende perioden wordt van vliegers die zich niet hebben ingeschreven geen RVI ingenomen, anders dan wanneer nodig bij de vlucht direct voorafgaand aan een eigen indelingsverzoek.
7. Voor de vlieger die zich heeft ingeschreven, is in de betreffende periode, en waarbij KLM RVI inneemt, de cao bijlage 5 paragraaf 5.12 niet van toepassing.
8. Alle vliegers, ongeacht de productiefactor, kunnen zich aanmelden voor vrijwillige inname RVI. In het verlengde van Bijlage 5 artikel 6.1 zal bij inname van RVI bij vliegers met een verminderde productie kleiner dan 80%, de daarbij uitgekeerde dag(en) verschoven reisverlof worden uitbetaald gelijk een PD.
9. Als een vlieger als gevolg van een ziekmelding of not-fit melding een vluchtopdracht niet uitvoert, waarvan het RVI in de indeling was ingenomen conform deze proef, zullen de CD en PD niet worden bijgeschreven en zal uitbetaling van de PD niet plaatsvinden (analoog aan de gang van zaken bij ziekte in de huidige situatie bij inname RVI).
10. Voor vliegers die deelnemen aan de vrijwillige inname RVI worden de max. vliegurenlimieten zoals gespecificeerd in Bijlage 5 paragraaf 3.7 cao gecorrigeerd naar 90 uur per periode van 30 dagen mits ook daadwerkelijk in die periode RVI wordt ingenomen. Eventuele afwijking boven de 90 uur is alleen toegestaan met voorafgaande instemming van de vlieger.
Afstemming KLM-VNV tijdens de proef
• KLM en de VNV houden elkaar op de hoogte van het verloop van de proef en zullen in overleg treden wanneer blijkt dat tussentijdse bijstelling of aanvulling van de gemaakte afspraken wenselijk is.
• Indien tijdens de proef als gevolg van onvoorziene omstandigheden (zoals arbeidsongeschiktheid) het aantal betrokken vliegers onder het overeengekomen percentage (20%) daalt, treden KLM en de VNV in overleg.
• Als gedurende de proef minder vliegers dan de 20% drempelwaarde zich inschrijven voor een functie per type in betreffende periode, zal KLM dit aan de VNV mededelen. KLM zal in dat geval voor die periode ten aanzien van alle vliegers in die functie per type met RVI-inname slechts omgaan conform de huidige cao-bepalingen.
4.1.3 Evaluatie proef
De proef wordt door partijen geëvalueerd. De proef wordt als geslaagd beschouwd indien de proef aan de gestelde minima onder punt 4.1.2.3 is voldaan.
Indien bij de evaluatie door KLM en de VNV gezamenlijk wordt vastgesteld dat de proef geslaagd is, dan zullen de afspraken die tijdens de proef golden en die zijn opgenomen in 4.1.2 punten 2, 4, 6 t/m 10 van dit protocol, voor alle vliegers gaan gelden.
Mocht de proef niet slagen, dan zullen de VNV en KLM in overleg alternatieven zoeken om invulling te geven aan afschaffing van onvrijwillige inname van Reisverlof-inneembaar (RVI) (behoudens RVI direct voorafgaand aan een verzoekvlucht) en de wijze waarop het introduceren van vervangende flexibiliteit mogelijk is. Zolang deze alternatieven niet zijn ingevoerd, kan door KLM gebruik worden gemaakt van RVI conform cao 2015-2017.
4.2 Resterend gebruik van Reisverlof-inneembaar
1. KLM kan zonder bewilliging van de vlieger het RVI van een reis direct voorafgaand aan een indelingsverzoek gebruiken onder toekenning van 1 dag verschoven reisverlof (UV) per dag, wanneer dit nodig is om het indelingsverzoek te kunnen honoreren. Bij een vrijetijdsverzoek betreft het hier het RVI direct voorafgaand aan de reis die het verlof genereert.
2. Met bewilliging van de vlieger kan KLM gebruik maken van RVI anders dan onder 4.2.1. onder toekenning van 1 compensatiedag (CD) en 1 premiedag (PD) per gebruikte reisverlofdag.
4.3 Uitbetaling van PD’s
1. PD’s kunnen per 1 oktober 2018 worden uitbetaald indien dit expliciet is toegestaan per cao.
2. PD’s die ontstaan uit 4.1 zullen worden uitbetaald.
3. PD’s die ontstaan uit bewilligen zullen worden uitbetaald, tenzij de vlieger uiterlijk de 5e van de maand van uitbetaling laat weten deze dag in vrije tijd terug te willen hebben.
4. Hiertoe kunnen separate tellers worden ingesteld door KLM.
5. Indien een PD op ICA wordt uitbetaald zal hiervoor 5,40% van een voltijd maandsalaris worden uitgekeerd. Over deze uitkering zijn geen emolumenten verschuldigd. Dit bedrag geldt ook bij afkoop van (alle type) dagen bij uitdiensttreding, met uitzondering van JV- dagen. Bij afkoop van JV-dagen bij uitdiensttreding zal 3,3% van een maandsalaris worden uitgekeerd (onder voorwaarden van Bijlage 3 (9)).
6. Uitbetaling van PD’s vindt direct in de opvolgende maand na het ontstaan van de betreffende PD plaats, met inachtneming van het gestelde onder 4.3 lid 1.
N.b. Zolang er geen sprake is van een geautomatiseerd proces zullen de betalingen per kwartaal worden afgehandeld.
4.4 Koppelen van reizen (5.3 bijlage 5)
De regeling met betrekking tot het koppelen van reizen zal als volgt worden aangepast:
1. Koppelen van (maximaal 2) reizen zal alleen plaatsvinden met expliciete instemming of op verzoek van de vlieger.
2. Indien reizen worden gekoppeld zal de gezamenlijke cyclus-lengte even lang zijn als de som van de individuele gepubliceerde cycli.
3. De reizen zullen – binnen nader te bepalen (professionele) beperkingen – worden gekoppeld in de rostering-fase. Herberekening vindt plaats op de individuele cycli.
4. De (professionele) voorwaarden waaronder koppelen kan plaats vinden zullen separaat worden uitgewerkt tussen de VNV en KLM, inclusief startdatum.
5. KLM en de VNV zullen de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het aanvragen van gekoppelde reizen plaats kan vinden, nader overeenkomen (nieuwe afspraken “koppelen van reizen”).
6. Tot aanvang van de nieuwe afspraken “koppelen van reizen”, gelden de huidige afspraken.
4.5 Systematiek bewilligen
a. De systematiek van bewilligen zal zodanig worden uitgebreid dat, indien een vlieger bewilligt en de bewilligde reiscyclus valt in zijn geheel of gedeeltelijk in het gepubliceerde reisverlof van de reeds uitgevoerde reis, dan zullen de eventueel overlappende reisverlofdagen behorende bij de bewilligde reiscyclus op de UV-teller geplaatst worden.
b. De regeling Deeltijd in Blokken wordt aangepast zodat ook CD-dagen deeltijdverlof (DT) opleveren.
5. Bijlage 5a/5c – EUR / KLC
5.1 Aanpassingen WRR
De bijlagen 5A en 5C worden samengevoegd tot één werk- en rusttijden bijlage 5A. Deze is gelijk aan de huidige bijlage 5A, met de volgende aanpassingen:
- het minimumaantal reisverlofdagen per cyclus bedraagt 12.
- het maximumaantal waarderingspunten per cyclus bedraagt 1850.
- per eerstvolgende publicatie van het rooster na de verjaardag van de vlieger wordt jaarlijks de gebroken verlof (GV) teller verlaagd met 0,5.
- Het aantal per jaar bij te schrijven feestdagen wordt vervangen door 1 (i.p.v. 3) in 2019. (Bijlage 5A/C punt 7.15 cao).
- de volgende aanpassingen naar rato voor deeltijd vinden plaats:
Productie factor | Werkdagen (max.) | Reisver- lofdagen (min.) | Correctie gebroken verlof | Waardering (max.) | Vroege melding (max.) | Bekorte rust (max.) | Nacht- vlucht (max.) |
90% | 14 | 14 | -0.4 | 1619 | 7 | 2 | 2 |
80% | 13 | 15 | +0,2 | 1503 | 7 | 2 | 2 |
662/3% | 11 | 17 | +0,3 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
50% | 8 | 20 | 0,0 | 926 | 4 | 1 | 1 |
In afwijking van Bijlage 5A 7.2 cao is voor vliegers met een verminderde productie de standaard vrijetijdsperiode van toepassing volgens onderstaande tabel:
aantal dagen per werkperiode | minimum aantal reisverlofdagen | |||
90% | 80% | 662/3% | 50% | |
1 | 2 | 2 | 3 | 3 |
2 | 2 | 3 | 4 | 5 |
3 | 3 | 3 | 5 | 6 |
4 | 3 | 4 | 6 | 8 |
5 | 4 | 5 | 7 | 9 |
6 | 4 | 5 | 8 | 10 |
- Tabellen van Bijlage 5A Hoofstuk 11 cao (gebroken indeelcyclus) worden aangepast zoals in bijlage 1 van dit protocol opgenomen.
- Voor KLC zullen de volgende punten in de huidige Bijlage 5C onverkort van kracht blijven:
– 2.12 aanmeldtijd buitenstations 45 minuten en voor JCRM een maximale verlenging aanmeldtijd 1:15 uur en afmeldtijd met 15 minuten.
- 1.8 in geval van reserve thuis met een aanvangstijd gelegen tussen 05.00 en 05.29 uur begint de dag op de aanvangstijd van de reserve thuis.
- 3.1 werktijden tabel.
- 7.5 ‘limited cycle’.
- Vlieguren:
- Het maximaal aantal vlieguren per 30 dagen en per (kalender)jaar, zoals in Bijlage 5A 3.31/3.32 cao, zal worden aangepast naar 80, 85 respectievelijk 760.
Ingaande 8 oktober 2018 zullen alle bovenstaande onder 5.1 opgenomen aanpassingen voor KLC en de B737 ingaan. Indien de implementatie voor een functie/type binnen bijlage 5a of 5c op deze datum niet maakbaar blijkt krijgen alle vliegers binnen de betreffende functie/type onder die bijlage een aantal XD-dagen bijgeschreven volgens onderstaande compensatietabel. In alle gevallen zal de volledige implementatie uiterlijk op 12 augustus 2019 hebben plaatsgevonden.
KLM houdt de VNV op de hoogte van het verloop van de implementatie van de nieuwe WRR.
XXX nog niet geïmplementeerd op: | Bij te schrijven XD compensatie op genoemde datum: |
8 oktober 2018 | 0,69 |
5 november 2018 | 0,69 |
3 december 2018 | 0,69 |
31 december 2018 | 0,69 |
28 januari 2019 | 0,69 |
25 februari 2019 | 0,69 |
25 maart 2019 | 0,69 |
22 april 2019 | 0,69 |
20 mei 2019 | 1,04 |
17 juni 2019 | 1,38 |
15 juli 2019 | 2,07 |
N.b. Toekenning en bijschrijving vindt plaats per functie/type bij alle vliegers die op de genoemde datum werkzaam zijn onder de bijlage 5a of 5c waarvoor de nieuwe WRR nog niet (volledig) is geïmplementeerd.
N.b. Implementatie betekent dat alle vliegers binnen een functie/type volledig worden ingedeeld conform de nieuwe WRR.
N.b. Wanneer KLM een functie/type om laat gaan naar de nieuwe WRR, geldt het principe van “hebben is houden”.
Voorbeeld: indien de nieuwe WRR onder bijlage 5a voor een gezagvoerder B737 nog niet is geïmplementeerd op 20 mei vinden negen bijschrijvingen per gezagvoerder B737 plaats: 8x0.69 XD en 1x1,04 XD.
Het tijdelijk overschot in een bepaalde functie/type die voorafgaand aan de volledige invoering van de werkdrukverlichting in het korps ontstaat komt ten goede aan de vlieger en zal door KLM zoveel mogelijk worden benut om XD-dagen in te delen. Gedurende de invoering zal KLM deze werkdrukverlichting zo veel als mogelijk gelijkmatig spreiden over de vliegers in de functies waar deze ruimte aanwezig is. Voor zover dit niet vereist dat aanpassingen aan programmatuur nodig zijn, zal Xxxxxx sturen op deze gelijkmatige spreiding.
5.2 Waardering (ingang per 1 oktober 2018):
- Bijlage 5A/5C 5.1 cao: Het aantal geplande waarderingspunten per indelingscyclus zal niet meer bedragen dan het aantal dat volgt uit de maximum waardering conform de gebroken indelingscyclus tabellen in hoofdstuk 11.
- Bijlage 5A/5C 5.3 cao: De overschrijding van het maximaal aantal waarderingspunten per indelingscyclus zal niet meer bedragen dan 105. Punt 5.4 blijft onverkort van kracht.
5.3 Bewilliging en Uitbetaling van PD’s (EUR)
1. PD’s kunnen per 1 oktober 2018 worden uitbetaald indien dit expliciet is toegestaan per cao.
2. PD’s die ontstaan uit bewilligen zullen worden uitbetaald, tenzij de vlieger uiterlijk de 5e van de maand van uitbetaling laat weten deze dag in vrije tijd terug te willen hebben.
3. Hiertoe kan een separate teller worden ingesteld door KLM.
4. Indien een PD op Europa wordt uitbetaald zal hiervoor 9,45% van een voltijd maandsalaris worden uitgekeerd. Over deze uitkering zijn geen emolumenten verschuldigd. Dit bedrag geldt ook bij afkoop van (alle type) dagen bij uitdiensttreding, met uitzondering van JV- dagen. Bij afkoop van JV-dagen bij uitdiensttreding zal 3,3% van een maandsalaris worden uitgekeerd (onder voorwaarden van Bijlage 3 (9)).
5. Uitbetaling van PD’s vindt direct in de opvolgende maand na het ontstaan van de betreffende PD plaats, met inachtneming van het gestelde onder 5.3 lid 1.
N.b. Zolang er geen sprake is van een geautomatiseerd proces zullen de betalingen per kwartaal worden afgehandeld.
6. Verzoeken, biedingen en indelingen
1. Verzoeken Bijlage 5A/C-EUR
Het aantal supervluchten dat per jaar wordt bijgeschreven zal zo spoedig mogelijk, en uiterlijk 1 januari 2019, worden uitgebreid van twee naar drie. Deze zullen voortaan worden bijgeschreven op de verjaardag van de vlieger. Een overgangsregime zal worden uitgewerkt. Een jaar na de ophoging van twee naar drie SuperVluchten vindt ophoging naar vier plaats, tenzij uit een gezamenlijke evaluatie tussen KLM en de VNV voordien blijkt dat deze ophoging naar vier SuperVluchten leidt tot onbedoelde en/of onvoorziene negatieve effecten. In dat geval treden partijen in overleg met als uitgangspunt het aantal SuperVluchten op te hogen naar vier.
2. Bijlage 5 (ICA)
a) Naast verzoeken zal de vlieger in staat worden gesteld via een uitgebreid pakket biedingen te plaatsen in de interface (CrewBid) volgens de bestaande afspraken tussen VNV en KLM (‘fase II’ Crewbid ICA). Er zal voldoende budget vrijgemaakt worden om deze zgn. Fase 2 van CrewBid ICA (ref. brief SPL.NR.010.EBU d.d. 16-09-2016) geheel mogelijk te maken, incl. (bestaande en nog gezamenlijk te identificeren) GAPS.
b) Het zal mogelijk worden generiek te bieden op gekoppelde reizen. De aanwezigheid van een dergelijke bieding zal voor de toepasselijke periode gelden als expliciete instemming in relatie tot 4.4 uit dit protocol.
c) Per datum ondertekening van dit protocol zal geen verstorende opdracht voorafgaand aan een verzoekvlucht worden ingedeeld.
3. Bereikbaarheid indelingen (alle bijlagen)
Partijen wensen te komen tot een goede service van de afdeling Indelingen richting de vlieger (KLM en KLC). In overleg kunnen in het kader van de ontwikkeling van een full-service organisatie over het onderstaande andere afspraken gemaakt worden. KLM/KLC zal zorgdragen voor een voldoende bemensing van de afdeling indelingen.
Contact en informatie mogelijkheden
Door middel van oplossingen in de automatisering (CrewBid, CrewRequest, etc) zal de vlieger in staat worden gesteld zoveel mogelijk informatie en inzicht zelf te vergaren teneinde de telefonische druk op de afdeling indelingen zo veel als mogelijk te verlichten.
De afdeling indelingen is beschikbaar voor contact en maatwerk. Hieronder wordt verstaan, maar niet limiterend tot: informatievoorziening over bijvoorbeeld indeling, verzoeken, werking van deze bijlage en plaatsing van pre-assignments. Voor aanpassingen en wensen als gevolg van persoonlijke (privé) omstandigheden, voor zover deze onvoorzien en van dringende aard zijn, kan de vlieger contact opnemen met de GSM.
Bereikbaarheid
De afdeling indelingen kan te allen tijde worden bereikt via e-mail welke binnen redelijke termijn zal worden beantwoord.
De afdeling indelingen zal per datum ondertekening van dit protocol (KLC: uiterlijk per 1 oktober 2018) voor vliegers elke werkdag tenminste bereikbaar zijn van 09:00 tot 12:00 en van 13:00 tot 17:00 uur voor informatievoorziening over indeling en verzoeken. Voor persoonlijk contact met een indeler, geldt het vlieger spreekuur op werkdagen van 10:00 tot 12:00. Daarnaast kan een apart contactmoment met de indeler worden ingepland.
4. Bidscores KLC
Verbetering bidscores
In dit akkoord zijn onder andere werkdrukverlagende aanpassingen van de KLC WRR overeengekomen en afspraken over de crewsterkte. Partijen verwachten dat deze aanpassingen een positief effect zullen hebben op de bidscores. Om zeker te stellen dat er daadwerkelijk een positief effect plaatsvindt spreken de VNV en KLM af de KLC bidscores tijdens de looptijd en één jaar na de looptijd nauwgezet te volgen en dat de seizoensbidscores bij KLC ten minste 10 procentpunten verbeteren. Indien uiterlijk per winterseizoen ‘20/’21 de gemiddelde seizoensbidscores niet ten minste 10 procentpunten verbeteren ten opzichte van de gemiddelde score van de afgelopen jaren (2014 t/m 2017) zullen partijen in overleg treden over op welke manier deze verbetering alsnog gerealiseerd gaat worden.
Monitoring bidscores
Partijen zullen de ontwikkeling van de bidscores nauwgezet blijven volgen en bespreken. Daartoe worden op regelmatige basis de scores met de VNV gedeeld door middel van een op het klein overleg nader te bepalen format en frequentie.
5. Verzoekenregeling Bijlage 5 (ICA)
In protocol AMS/HB.18.058 zijn partijen een vernieuwde verzoekenregeling voor bijlage 5 overeengekomen.
7. Externe instructie
7.1 Structurele capaciteit t.b.v. nieuwe toestellen
Uitgangspunt is dat KLM reguliere opleidingen zelf verzorgt, maar ten behoeve van in dienst te nemen vloot de optie heeft dit middels externe instructeurs uit te voeren. Hiertoe heeft KLM vanaf 1 oktober 2018 structureel de mogelijkheid tot het faciliteren van een deel van de type kwalificatie training (TQ) met externe instructeurs. Hiervoor gelden de volgende afspraken:
Nieuw in dienst te nemen toestel | Termijn | Aantal | Functies |
per ICA Toestel (Bijlage 5) | 1 jaar | 15 TQ’s | Hele RVL |
per B737 Toestel (Bijlage 5A) | 1⁄2 jaar | 8 TQ’s | RVL excl. Blok I |
per KLC Toestel (Huidige Bijlage 5C, Bijlage 5A) | 1⁄2 jaar | 6 TQ’s | RVL excl. Xxxx X, II en III en eerste-officieren ICA blok IV. |
- Per ICA-toestel moet de start van de 1 jaarstermijn liggen tussen de 15 en 12 maanden voorafgaand aan de komst van het toestel, per B737-/KLC-toestel moet de start van de halfjaarstermijn liggen tussen de 8 en 6 maanden voorafgaand aan de komst van het toestel.
- Eén TQ bestaat in dit kader uit de opleiding van 2 vliegers (uitzondering tweede-officier: 3 vliegers), waarvan tot 2/3e deel van de TQ mag worden uitgevoerd door een externe instructeur.
N.b. in uitgesloten blokken mag volumeneutraal geruild worden binnen een type. Bijvoorbeeld: in geval van de introductie van een B737 mogen er conform de tabel naar keus tot 8 TQ door externe instructeurs gegeven worden aan FO’s ICA. Gezagvoerders ICA uit blok I zijn echter uitgesloten. De ruil die op hetzelfde type gemaakt mag worden, is dat in plaats van 1 ‘externe’ opleiding met 2 FO’s en 1 ‘interne’ opleiding met 2 Captains, er 2 opleidingen met basisbemanning plaatsvinden, waarvan 1 intern en 1 extern.
- KLM zal jaarlijks, achteraf, aan de VNV inzage verschaffen hoe vaak en op welke types gebruik is gemaakt van externe instructie. Ook de professionele aspecten en functioneren van externe instructie zal met de VNV besproken worden en waar nodig worden bijgestuurd.
7.2 Professionele aspecten t.a.v. externe instructie
- De huidige yardsticks dienen als een minimum. Wanneer deze wijzigen zal dit met de VNV worden besproken.
- Er zal gebruik worden gemaakt van volledige KLM-documentatie.
- Er zal zo veel mogelijk gebruik gemaakt worden van instructeurs met KLM-achtergrond en ex- KLM-vliegers die een invaliditeitspensioen ontvangen. Indien dit niet mogelijk blijkt, zal gebruik gemaakt worden van instructeurs van een vergelijkbaar kwaliteitsniveau, zulks ter beoordeling van de Head of Training.
- Er zal gebruik gemaakt worden van de op dat moment door KLM in gebruik zijnde beoordelingssystematiek.
- Er zal een feedback-loop beschikbaar gesteld worden zodat kandidaten feedback kunnen geven richting de Head of Training, direct nadat ze externe instructie hebben gehad, en voordat ze weer intern door gaan. Dit om, indien gelet op het verloop van de externe training nodig, direct in te grijpen en aanpassingen mogelijk te maken.
- In het geval er problemen omtrent externe instructie ontstaan met een vlieger in opleiding, zal na een korte inventarisatie van de problematiek, in overleg, met een passend hersteltraject teruggegaan worden in de opleiding/ omscholing met instructie van een KLM-instructeur. Er zullen voor de vlieger in opleiding/omscholing geen negatieve consequenties aan verbonden zijn.
- In geval dat er problemen zijn tijdens de Line flying under supervision (LFUS) na een gedeeltelijke externe opleiding zal er worden vastgesteld wat de oorzaak is. Indien dit terug te voeren is naar problemen op het vlak van technische vaardigheden geldt het bepaalde in het vorige gedachtestreepje.
- In het geval een Beoordelingszaak (BOZ) volgt na een deels extern verzorgde opleiding zal het externe gedeelte geen onderdeel uit maken van de BOZ.
- Er zullen geen F-sessies (of sessies van gelijke tijden) gebruikt worden gedurende de omscholingen. Indien deze nodig blijken te zijn, zal dit enkel in overleg met de VNV gebeuren.
- Het laatste 1/3e deel van een TQ dient door een KLM-instructeur gegeven te worden.
- In geval van afwijkingen in het externe instructietraject, dan wel in de hierboven vermelde afspraken, dient dit in overleg met de VNV te worden vormgegeven.
8. Winstdeling via werkkostenregeling
Uitbetaling van de winstdeling vindt met ingang van boekjaar 2018 naar keuze van KLM volledig netto of deels netto en deels bruto plaats. De hoogte van de netto-uitkering wordt bepaald op basis van het maximaal fiscaal toelaatbare bedrag dat netto mag worden uitbetaald. Dit bedrag wordt gebruteerd en vervolgens in mindering gebracht op de bruto winstdeling. Het eventuele restant wordt bruto uitbetaald.
Voorwaardelijk hierbij is dat voor vliegers minimaal een gelijk (netto) besteedbaar bedrag met deze regeling resteert als bij reguliere bruto uitbetaling van de winstdeling. Vliegers wordt tot vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de winstuitkering plaatsvond de gelegenheid geboden zich te melden bij KLM indien zij van mening zijn dat ze door de (gedeeltelijke) netto uitbetaling financieel nadeel leiden. De vlieger dient dit schriftelijk aan KLM te motiveren.
KLM zal uiterlijk drie maanden na kennisgeving de aannemelijkheid van het nadeel hebben vastgesteld. Indien wordt vastgesteld dat er een financieel nadeel is voor de vlieger, zal KLM dit volledig aan de betreffende vlieger vergoeden bij de eerstvolgende salarisuitbetaling na vaststelling door KLM. Bij discussies hierover kan de vlieger de VNV inschakelen om tot een passende oplossing te komen.
In afwijking van bovenstaande zullen vliegers die op het moment van uitbetaling van de winstdelingsregeling bij KLM geregistreerd zijn als belastingplichtig in het buitenland, de winstdelingsregeling in het geheel als bruto uitkering ontvangen.
De intentie is dat als gevolg van deze afspraak geen andere beperkingen van (WKR-gerelateerde) budgetten voor de vliegers zullen optreden.
9. Inschaling B787-10
Ten aanzien van de infasering van de B787-10 komen KLM en de VNV het volgende overeen:
- De B787-10 wordt ingeschaald gelijk aan de B787-9 voor zowel de betaling, WRR als positie in de RVL.
- Ook voor alle overige bepalingen is zowel de uitvoering als de infasering van de B787-10 onderhevig aan dezelfde bepalingen als die gelden voor de B787-9, zoals opgenomen in cao-protocol 2015-2017 (AMS/GG.15.099, AMS/GG.15.095) en protocol XXX.XX/00.000 en bijbehorende werkafspraken.
- De B787-10 kan als variant gevlogen worden met de B787-9 en de B777-200/300. Hiervoor gelden de afspraken zoals vastgelegd in protocol XXX.XX/00.000 en bijbehorende werkafspraken.
- Veranderingen in de opzet van het variantvliegen (zoals de introductie van een eventuele gecombineerde TQ voor B777/787-vliegers) zullen niet plaatvinden anders dan in overleg met de VNV.
- Over de professionele en technische aspecten die hierbij aandacht behoeven bestaat het (vliegtechnisch) overleg tussen KLM en de VNV. KLM zal de VNV voorzien van informatie en data welke nodig wordt geacht ter beoordeling van het variantvliegen.
10. Verkenning aanpassing procedure hoofdstuk 11
Partijen stellen een werkgroep samen, die verbeterpunten van procedures in kaart brengt en eventueel voorstellen doen tot verbetering van de procedures zoals beschreven in artikel 11.1, 11.3, Hoofdstuk 12 en Bijlage 6 2.4 cao, uiterlijk voor 1 juni 2019. Partijen zullen vervolgens deze voorstellen bespreken en zijn voornemens indien nodig deze (al dan niet geamendeerd) als cao- aanpassing overeen te komen.
11. Voortzetting inspanningsverplichting RvC-zetel
KLM ondersteunt de wens van de vliegers om een zetel in de RvC-board van AF/KL te realiseren. Daarom gaat KLM een maximale inspanningsverplichting aan om zo spoedig mogelijk een permanente RvC-zetel in de AF/KL-board voor VNV te realiseren. KLM stelt hiertoe tenminste een plan van aanpak op, met daarin concrete acties en tijdslijn waarop zij invulling geeft aan deze inspanningsverplichting. Dit plan van aanpak zal, uiterlijk 1 januari 2019 met VNV gedeeld worden. Onderdeel van dit plan van aanpak zal in ieder geval zijn het inwinnen van juridisch advies op welke manier de RvC-zetel gerealiseerd zou kunnen worden, gegeven de organisatiestructuur van AF/KL in het algemeen en de AF/KL Board in het bijzonder. Daarnaast zullen in het plan concrete acties worden benoemd die KLM in het kader van deze inspanningsverplichting op zich zal nemen. Deze inspanningsverplichting geldt totdat de permanente zetel gerealiseerd is.
12. Aandelen AFKL, tweede tranche
Het is niet mogelijk gebleken om voor de tweede tranche aandelen AF/KL uit het cao-akkoord 2015-2017 toe te kennen aan SPAAK op de in het akkoord genoemde datum en in aandelen. Als alternatieve wijze waarop de waardeoverdracht van de tweede tranche plaats zal vinden, komen KLM en VNV het volgende overeen:
• Voor de tweede tranche zal KLM EUR 31.666.666,67 (= 1/3 deel EUR 80 miljoen + EUR 5 miljoen) in cash aan SPAAK betalen.
• SPAAK zal voor de aankoop en afwikkeling van aandelen AF/KL zorgdragen. Dit is aan SPAAK en KLM heeft hierin geen verdere zeggenschap.
• Het bedrag van de tweede tranche zal binnen een week na ratificatie van dit cao-akkoord door de ledenraad van VNV, door KLM worden voldaan aan SPAAK. Dit bedrag is geoormerkt om te worden aangewend door SPAAK voor de aankoop van aandelen AF/KL in de markt. Eventuele (transactie)kosten en belastingen die voortvloeien uit de aankoop dienen gelijkelijk tussen SPAAK en KLM te worden verdeeld.
• KLM, VNV en SPAAK zullen over de levering afspraken overeenkomen die in lijn zijn met de zogenoemde Framework and Share Purchase Agreement tussen Air France - KLM, KLM, VNV en SPAAK van 8 december 2016, de “SPA”.
13. Daggeld
De cao-tekst in bijlage 13 (1) van de cao wordt als volgt aangepast aan de huidige praktijk van betaling in Euro’s per ingangsdatum van deze cao:
(1) Valuta van daggelden
Het daggeld wordt vastgesteld in lokale valuta. Betaling geschiedt in euro (€), tenzij anders wordt bepaald. Voor omrekening wordt de z.g. gemiddelde interbancaire koers gebruikt.
De gemiddelde interbancaire koers is de wisselkoers die telkens aan het eind van een kalendermaand door de banken wordt vastgesteld op basis van de wisselkoersen die op elke dag van die kalendermaand om 13.00 uur op de valutabeurzen worden vastgesteld, en welke het evenwicht aangeeft tussen aan- en verkoop.
14. Werkgroep GVDT en 3/4 vlieger systematiek
In het vervolg op het cao-akkoord 2015-2017 wordt afgesproken om de bestemmingen Kaapstad (CPT), Seoul (ICN), Kuala Lumpur (KUL) en Shanghai (PVG3) structureel aan te merken als drie- vliegerbestemmingen in plaats van vier. Hiermee spreken partijen af de resultaten van de GVDT- werkgroep niet verder te implementeren en deze werkgroep op te heffen.
Indien op de dag van uitvoering voor deze bestemmingen voor aanmelden een verstoring bekend wordt waardoor de GVDT dan wel de blokuren de geplande tijd met 45 resp. 30 minuten overschrijden, zal KLM alsnog een vierde vlieger aan de bemanning toevoegen. Wanneer dit niet mogelijk is zal B5 par 9.1 (3) toegepast worden. Bij verstoringen die bekend worden na aanmelden kan de gezagvoerder eveneens, indien de actuele GVDT dan wel blokuren de geplande tijd met 45 resp. 30 minuten overschrijden, vragen om toevoeging van een vierde vlieger. De vanwege één van deze redenen toegevoegde vlieger mag een gezagvoerder, eerste- of tweede- officier zijn.
Indien één van bovengenoemde bestemmingen niet langer onderdeel meer uitmaakt van het KLM- netwerk, dan geldt het uitgangspunt dat, in principe, in redelijkheid en in overleg door KLM en de VNV zal worden bepaald welke andere ‘4-vlieger bestemming’ daarvoor in de plaats komt.
Redelijkheid betekent hierbij dat rekening zal worden gehouden met enerzijds de door de vlieger ervaren zwaarte van de operatie en anderzijds de besparing voor KLM.
15. Vertegenwoordiging instructeurs
In aanvulling op artikel 6.16 van de cao zullen de voorwaarden van de nevenfunctionarissen vlieger-instructeurs tussen KLM/KLC en de VNV worden vastgesteld. Het doel van deze vertegenwoordiging door de VNV is het centraliseren van het overleg tussen KLM/KLC en de instructeurs. Afspraken die volgen uit dit overleg zullen geen cao-status krijgen. De overgang naar deze nieuwe centrale overlegvorm heeft niet de intentie om gepaard te gaan met een arbeidsvoorwaardelijke kostenverhoging ten aanzien van instructie voor KLM/KLC, noch van een vermindering van de inzetbaarheid van de instructeurs. Eventueel kan de vertegenwoordiging door de VNV gedelegeerd worden aan GC32/51.
16. Herziening RVL
KLM en de VNV zullen gedurende de looptijd van deze cao afspraken maken over een herziening van de RVL.
De volgende maatregelen worden (tijdelijk) ingevoerd om de tijdige infasering van de WRR mogelijk te maken:
Met ingang van 1 oktober 2018 wordt de L+P maximering van 1.700 die geldt voor vliegers tewerkgesteld bij KLC verruimd met 200 (tot 1.900). Deze ophoging geldt tot 1 januari 2020. Voor de vliegers die op 31 december 2019 een L+P hoger dan 1.700 hebben, blijft deze vanaf 1 januari 2020 gelden. Voor vliegers die op 31 december 2019 een L+P van 1.700 nog niet hebben bereikt, is de maximering van 1700 per 1 januari 2020 weer van kracht.
Van 1 oktober 2018 tot 1 januari 2020 kan KLM vliegers in dienst nemen in de beginfuncties eerste-officier B737 en E190/175 wanneer er geen ongebonden tweede-officieren zijn met een
3 Rondom de infasering van deze maatregel geldt dat toegewezen verzoeken gehonoreerd blijven. Dientengevolge kunnen deze vluchten alsnog met 4 vliegers worden uitgevoerd.
geldige bieding op deze functies, ofwel na toepassing van bijlage 6 3.4 (1) a.1 op de vacatures van functies van FO B737 en/of FO E190/175.
Van 1 oktober 2018 tot 1 juli 2019 kan KLM aan bindingsvrije tweede-officieren met een geldige bieding voor de functies eerste-officier B737 en E190/175 deze functie op termijn toewijzen (analoog aan bijlage 6 4.1). De betreffende tweede-officieren ontvangen gedurende de toewijzing op termijn een additionele F200 ophoging van hun functiebestanddeel uit de salarisformule. Zij zullen zo spoedig mogelijk, en uiterlijk de eerste opleidingsperiode van 2020, in omscholing gaan voor hun toegewezen functie.
De eerste officier die voor 1 januari 2020 in dienst treedt als ‘Direct entry’ zal verticaal gebonden zijn totdat een tweede officier met minder senioriteit een opleiding toe- of aangewezen krijgt naar de functie van eerste officier B737 of E190/175. Op dat moment wordt de verticale binding van de direct entry-vlieger eenmalig gelijkgesteld aan die van de tweede officier met minder senioriteit.
17. Vereenvoudiging cao KLM-vliegers
Om de werkprocessen te vereenvoudigen, doublures in cao-teksten weg te nemen, en grondslagen te vereenvoudigen zullen KLM en de VNV gezamenlijk een werkgroep starten, waarin voorstellen zullen worden geformuleerd ter vereenvoudiging van de cao. De overeen te komen aanpassingen zullen kostenneutraal zijn. De werkgroep zal uiterlijk einde looptijd afgerond zijn.
18. Crewsterkte
Ingang per aanvang winterdienstregeling 2018/2019.
Vanuit het oogpunt van operationele performance, uitvoering van de cao en bijbehorende regelingen, en vanuit het oogpunt van medewerkerstevredenheid is een ordentelijke personeelsplanning van belang. Daartoe zal KLM zorgdragen voor een robuuste crewplanning. Tenminste tweemaal per jaar zal KLM op transparante wijze, tijdens een planningsoverleg, inzicht verschaffen t.a.v. de personeelsplanning en de daarbij behorende planningsdynamieken. Tevens zal in dat overleg de methodiek worden toegelicht waarop de hoeveelheid reservestelling wordt bepaald in volume en patronen. Tevens wordt daar het resulterende volume vastgesteld per functie en vliegtuigtype.
Bij publicatie van het rooster dat ziet op de gehele indeelcyclus (bijlage 5A/C) en vierweekse indeling (bijlage 5, gelijklopende aan cycli EUR/KLC) zal in tenminste 11 van de 13 van deze periodes per jaar het vastgestelde volume aan vliegers ingedeeld zijn voor reserve-opdrachten. Alle vluchten worden volledig bemand gepubliceerd per rooster en er zullen op dat moment geen vluchten open staan. Aan de VNV wordt op reguliere basis inzicht verschaft in de actuele getallen.
19. IFRS-effect op winstdelingsregeling
In 2018 treden KLM en de VNV in overleg over het effect van veranderende boekhoudregels (IFRS) op de winstdelingsregeling. Hiertoe zal een externe accountant ter keuze VNV worden gevraagd om een analyse te doen op de toepassing van de winstdelingsregeling en de totstandkoming tot op heden van de COI, en het herijken hiervan aan de hand van de nieuwe IFRS-boekhoudregels. Op basis van deze analyse en bevindingen zal de regeling kunnen worden aangepast (in multilateraal verband) met als doel de impact van deze nieuwe boekhoudregels op de uitkering van de winstdelingsregeling te neutraliseren.
20. Toevoeging aan art. 4.9 Productieverhoudingen Air France/KLM
In lijn met de brief van de Air France KLM CEO d.d. 26 juli 2017 wordt aan art. 4.9 cao onder punt
(2) d. de volgende afspraak toegevoegd:
e. De productie welke gevlogen wordt door Air France dochter Xxxx telt mee als productie aan Air France zijde. Afspraken tussen Air France en haar vliegervertegenwoordiging rondom de ontwikkeling van de productie van Joon zullen KLM niet beperken in haar (rendabele) groei. De productieverhouding van KLM en Air France inclusief Joon zullen aan de in dit artikel omschreven verhoudingen en bandbreedtes voldoen, wat betreft het minimale KLM-aandeel.
21. Aanpassing Hotelbijlage
Bijlage 14 zal per datum ondertekening van dit protocol als volgt worden aangepast en zal gelden voor nieuwe contracten en bij verlenging van bestaande contracten:
(1) De KLM zal aan de hand van het omloopschema van de bemanningen zorgen voor hotelaccommodatie voor buiten de standplaats overnachtende bemanningsleden.
(2) Voor een hotelaccommodatie gelden de volgende normen, naast die welke genoemd zijn in art. 10.4.2:
a. een hotelkamer die niet kleiner zal zijn dan ca. 3 x 4 meter en voorzien zal zijn van
- een tot de kamer behorende afgescheiden bad/douchegelegenheid met toilet;
- zit- en schrijfgelegenheid en behoorlijke leesverlichting;
- lichtdichte gordijnen;
- airconditioning en verwarming, indien temperatuur of klimaat daartoe aanleiding geven;
- voorziening tegen geluidshinder;
b. een redelijke ligging t.o.v. vliegveld, winkels en recreatiemogelijkheden, in een voldoende veilige omgeving en rekening houdend met de unieke kenmerken van de bestemming;
Uitgangspunt is om te slippen in of nabij het centrum van de stad en het voorkomen van ‘hotels in the middle of nowhere’. Lokale omstandigheden (bijvoorbeeld veiligheid, het ontbreken van één centraal centrum of onevenredig lange reistijd van en naar het vliegveld) kunnen aanleiding zijn om in overleg voor een alternatieve locatie te kiezen die voldoet aan bovenstaande randvoorwaarden.
c. een aan de aankomst- en vertrektijden aangepaste service door hotelpersoneel;
d. een kwaliteitsniveau dat overeenkomt met dat van ook voor zakelijk gebruik geschikte hotels van bekende internationale hotelketens. De inrichting en faciliteiten zullen dusdanig zijn dat een ongestoorde rust op ieder moment van de dag gewaarborgd is;
e. Sportfaciliteiten dienen in het hotel aanwezig te zijn. Het materiaal dient een veilige sportuitvoering mogelijk te maken, van deugdelijke kwaliteit te zijn en in voldoende mate aanwezig te zijn.
(3) Indien wordt voorzien dat hotelaccommodatie welke aan de in punt 2 bedoelde normen voldoet, niet beschikbaar zal zijn, kan in overleg van deze normen worden afgeweken.
(4) Indien in onvoorziene omstandigheden blijkt dat hotelaccommodatie welke aan de in punt 2 van deze bepaling en artikel 10.4.2 cao genoemde normen voldoet, niet beschikbaar is, zal de plaatselijke service manager in overleg met de gezagvoerder een regeling treffen, waarbij – zo weinig mogelijk – van één of meer normen kan worden afgeweken.
(5) Bij de keuze van hotelaccommodatie zal KLM nadrukkelijk rekening houden met de voorkeur van de crew. Een gezamenlijke hotelaccommodatie met de cabine-collega’s geniet de voorkeur. De keuze van hotelaccommodatie zal door de KLM worden gemotiveerd ten overstaan van de VNV, die dit kan delegeren aan de groepscommissie.
22. Maakbaarheid
- KLM kan vanaf datum ondertekening van dit protocol tot 1 januari 2020 gebruik maken van additionele externe instructie voor het simulatortraject van TQ’s (binnen dezelfde professionele kaders zoals overeengekomen in artikel 7.2). Aanvullend geldt dat in afwijkende gevallen, bijvoorbeeld bij een TQ bij de vliegtuigbouwer zoals Boeing, de hele TQ extern gegeven kan worden in combinatie met een volledig intern gegeven Operator Conversion Course bij KLM. Betreffende voorwaarden in overleg met de VNV.
- In afwijking van Bijlage 5 3.2 kan KLM tijdelijk vluchten met een verzwaarde bemanning uitvoeren met twee tweede-officieren. Dit kan vanaf oktober 2018 op maximaal 33% van de viermansvluchten, vanaf november 2018 op 66% van de viermansvluchten en vanaf december 2018 op 100% van de viermansvluchten. Deze tijdelijke afwijking vervalt na 1 januari 2020. Toegewezen verzoeken blijven gehonoreerd en vluchten kunnen dientengevolge regulier met 2 eerste officieren worden uitgevoerd.
Vanaf 1 oktober 2018 zullen er twaalf, per 1 november 2018 zullen er vierentwintig, en per 1 december 2018 tot aan 1 januari 2020 zullen er zesendertig passeerbetalingen voor de functie eerste-officier B777/747/A330 bestaan, in lijn met cao-bijlage 2 (5). Deze passeerbetalingen komen toe aan de zesendertig meest seniore ongebonden vliegers met geldige bieding op de functies van eerste officier A330, B777/787 en B747. De passeerbetaling betreft een suppletie tot het salaris van eerste officier A330, B777/787 en B747 en rolt door op de eerstvolgende ongebonden vlieger met geldige bieding op de functies van eerste officier A330, B777/787 en B747.
- De (financiële) effecten van tijdelijke maatregelen in dit cao-akkoord hebben geen invloed op de bepaling van de forfaitaire compensatie uit het Protocol Uitwerking Compensatieregeling (AMS/GG.16.075).
- Vliegers kunnen van 1 oktober 2018 tot 1 juli 2019 op hun verzoek het saldo aan dagen boven de 1 van de volgende teller-dagen verkopen: UV, VR (WP), CD, FD, PD, NO (nevenopdrachtverlof). Prijs bij verkoop is 5,4% voor dagen vallende onder bijlage 5 en 9,45% voor dagen vallende onder bijlage 5A/C. Partijen zullen voor 1 oktober 2018 nadere afspraken over de uitvoering in relatie tot indelingen maken.
23. Omgang met XD-dagen
Voor de XD-dagen geldt het volgende:
- Bijschrijving op genoemde data op teller.
- Het totale saldo XD-dagen dient uiterlijk 1 mei 2021 afgebouwd te zijn.
- KLM zal XD-dagen indelen conform de systematiek die geldt voor premiedagen.
- Enig resterend saldo van XD-dagen na 1 mei 2021 zal worden uitbetaald tegen de prijs van PD-dagen zoals in dit akkoord omschreven voor de respectievelijke bijlagen.
- Bij een vlieger die meer dan 50% van een cyclus volgens bijlage 5B tewerkgesteld wordt, vindt voor die cyclus geen bijschrijving van XD-dagen plaats.
- Wanneer het individuele saldo van XD-dagen na 1 augustus 2019 onder de 1.0 komt, wordt het restant (afgerond naar boven op één decimaal) bijgeschreven op de GV of UV- teller, of vindt uitbetaling plaats conform afspraken in dit protocol.
- Bij overgang tussen WRR-bijlagen 5A/C en 5 wordt een individueel saldo XD-dagen gecorrigeerd voor verlofdragendheid (factor 1,75).
24. Deadlines lopende projecten
De volgende deadlines voor livegang worden hierbij tussen de VNV en KLM herbevestigd op basis van de bestaande en bij partijen bekende specificaties en afspraken:
Project | Type | Deadline |
VICI 5/6 | A330 | 1 oktober 2018 |
CrewRequest 1.1 | B777 | Tegelijk met de verzoekenregeling |
A330 | 15 december 2018 | |
JV fase 2 | Alle typen | 1 februari 2019 |
Bovenstaande deadlines gelden voor zover de specificaties niet aangepast worden. Bij aanpassingen van specificaties wordt het effect op de deadlines in overleg vastgesteld.
Aldus overeengekomen en ondertekend te Amstelveen op 13 september 2018.
Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers | KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ |
W.O.L. Xxxxxx Vice-President VNV | A.W. Slagt EVP HR & Industrial Relations |
X. Xxxx Bestuurslid KLM |
BIJLAGE 1
Hoofdstuk 11 - Gebroken indelingscyclus
11.1 Indien de vlieger minder dan 28 dagen kan worden ingedeeld in de indelingscyclus als gevolg van jaarlijks verlof, in- en/of uitstroom, verenigingsdagen, nevenfunctie en langdurige ziekte waarvoor geen gepubliceerde indeling bestaat, gelden in afwijking van deze Bijlage de restricties zoals weergegeven in de tabellen van de punten 11.2, 11.3, 11.4 en 11.5.
11.2 Gebroken indelingscyclus bij een productiefactor van 100%:
Indeelbare dagen | Werk- dagen (max.) | Reisver- lofdagen (min.) | Correctie gebroken verlof | Waar- dering (max.) | Vroege melding (max.) | Bekorte rust (max.) | Nacht- vlucht (max.) |
28 | 16 | 12 | 0.0 | 1850 | 9 | 3 | 3 |
27 | 15 | 12 | -0.4 | 1735 | 8 | 3 | 3 |
26 | 15 | 11 | 0.1 | 1735 | 8 | 3 | 3 |
25 | 14 | 11 | -0.3 | 1619 | 7 | 2 | 2 |
24 | 14 | 10 | 0.3 | 1619 | 7 | 2 | 2 |
23 | 13 | 10 | -0.1 | 1503 | 7 | 2 | 2 |
22 | 13 | 9 | 0.4 | 1503 | 7 | 2 | 2 |
21 | 12 | 9 | 0.0 | 1387 | 6 | 2 | 2 |
20 | 11 | 9 | -0.4 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
19 | 11 | 8 | 0.1 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
18 | 10 | 8 | -0.3 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
17 | 10 | 7 | 0.3 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
16 | 9 | 7 | -0.1 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
15 | 9 | 6 | 0.4 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
14 | 8 | 6 | 0.0 | 926 | 4 | 1 | 1 |
13 | 7 | 6 | -0.4 | 810 | 4 | 1 | 1 |
12 | 7 | 5 | 0.1 | 810 | 4 | 1 | 1 |
11 | 6 | 5 | -0.3 | 694 | 3 | 1 | 1 |
10 | 6 | 4 | 0.3 | 694 | 3 | 1 | 1 |
9 | 5 | 4 | -0.1 | 582 | 3 | 1 | 1 |
8 | 5 | 3 | 0.4 | 582 | 3 | 1 | 1 |
7 | 4 | 3 | 0.0 | 469 | 3 | 1 | 1 |
6 | 3 | 3 | -0.4 | 356 | 3 | 1 | 1 |
5 | 3 | 2 | 0.1 | 356 | 3 | 1 | 1 |
4 | 2 | 2 | -0.3 | 243 | 2 | 1 | 1 |
3 | 2 | 1 | 0.3 | 243 | 2 | 1 | 1 |
2 | 1 | 1 | -0.1 | 131 | 1 | 1 | 1 |
1 | 1 | 0 | 0.4 | 131 | 1 | 1 | 1 |
Bij bewilliging worden de bovengenoemde waarderingspunten-maxima verhoogd met het geplande aantal waarderingspunten van de opdracht op de dag van bewilliging.
Indeelbare dagen | Werkdagen (max.) | Reisver- lofdagen (min.) | Correctie gebroken verlof | Waar- dering (max.) | Vroege melding (max.) | Bekorte rust (max.) | Nacht- vlucht (max.) |
28 | 14 | 14 | -0.4 | 1619 | 7 | 2 | 2 |
27 | 14 | 13 | 0.1 | 1619 | 7 | 2 | 2 |
26 | 13 | 13 | -0.4 | 1503 | 7 | 2 | 2 |
25 | 13 | 12 | 0.1 | 1503 | 7 | 2 | 2 |
24 | 12 | 12 | -0.3 | 1387 | 6 | 2 | 2 |
23 | 12 | 11 | 0.2 | 1387 | 6 | 2 | 2 |
22 | 11 | 11 | -0.3 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
21 | 11 | 10 | 0.2 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
20 | 10 | 10 | -0.3 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
19 | 10 | 9 | 0.2 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
18 | 9 | 9 | -0.3 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
17 | 9 | 8 | 0.3 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
16 | 8 | 8 | -0.2 | 926 | 4 | 1 | 1 |
15 | 8 | 7 | 0.3 | 926 | 4 | 1 | 1 |
14 | 7 | 7 | -0.2 | 810 | 4 | 1 | 1 |
13 | 7 | 6 | 0.3 | 810 | 4 | 1 | 1 |
12 | 6 | 6 | -0.2 | 694 | 3 | 1 | 1 |
11 | 6 | 5 | 0.3 | 694 | 3 | 1 | 1 |
10 | 5 | 5 | -0.1 | 582 | 3 | 1 | 1 |
9 | 5 | 4 | 0.4 | 582 | 3 | 1 | 1 |
8 | 4 | 4 | -0.1 | 469 | 3 | 1 | 1 |
7 | 4 | 3 | 0.4 | 469 | 3 | 1 | 1 |
6 | 3 | 3 | -0.1 | 356 | 3 | 1 | 1 |
5 | 3 | 2 | 0.4 | 356 | 3 | 1 | 1 |
4 | 2 | 2 | -0.1 | 243 | 2 | 1 | 1 |
3 | 2 | 1 | 0.5 | 243 | 2 | 1 | 1 |
2 | 1 | 1 | 0.0 | 131 | 1 | 1 | 1 |
1 | 1 | 0 | 0.5 | 131 | 1 | 1 | 1 |
Bij bewilliging worden de bovengenoemde waarderingspunten-maxima verhoogd met het geplande aantal waarderingspunten van de opdracht op de dag van bewilliging.
Indeelbare dagen | Werk- dagen (max.) | Reisver- lofdagen (min.) | Correctie gebroken verlof | Waar- dering (max.) | Vroege melding (max.) | Bekorte rust (max.) | Nacht- vlucht (max.) |
28 | 13 | 15 | 0.2 | 1503 | 7 | 2 | 2 |
27 | 12 | 15 | -0.3 | 1387 | 6 | 2 | 2 |
26 | 12 | 14 | 0.1 | 1387 | 6 | 2 | 2 |
25 | 11 | 14 | -0.4 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
24 | 11 | 13 | 0.0 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
23 | 11 | 12 | 0.5 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
22 | 10 | 12 | -0.1 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
21 | 10 | 11 | 0.4 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
20 | 9 | 11 | -0.1 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
19 | 9 | 10 | 0.3 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
18 | 8 | 10 | -0.2 | 926 | 4 | 1 | 1 |
17 | 8 | 9 | 0.2 | 926 | 4 | 1 | 1 |
16 | 7 | 9 | -0.3 | 810 | 4 | 1 | 1 |
15 | 7 | 8 | 0.1 | 810 | 4 | 1 | 1 |
14 | 6 | 8 | -0.4 | 694 | 3 | 1 | 1 |
13 | 6 | 7 | 0.1 | 694 | 3 | 1 | 1 |
12 | 6 | 6 | 0.5 | 694 | 3 | 1 | 1 |
11 | 5 | 6 | 0.0 | 582 | 3 | 1 | 1 |
10 | 5 | 5 | 0.4 | 582 | 3 | 1 | 1 |
9 | 4 | 5 | -0.1 | 469 | 3 | 1 | 1 |
8 | 4 | 4 | 0.3 | 469 | 3 | 1 | 1 |
7 | 3 | 4 | -0.2 | 356 | 3 | 1 | 1 |
6 | 3 | 3 | 0.3 | 356 | 3 | 1 | 1 |
5 | 2 | 3 | -0.3 | 243 | 2 | 1 | 1 |
4 | 2 | 2 | 0.2 | 243 | 2 | 1 | 1 |
3 | 1 | 2 | -0.4 | 131 | 1 | 1 | 1 |
2 | 1 | 1 | 0.1 | 131 | 1 | 1 | 1 |
1 | 1 | 0 | 0.5 | 131 | 1 | 1 | 1 |
Bij bewilliging worden de bovengenoemde waarderingspunten-maxima verhoogd met het geplande aantal waarderingspunten van de opdracht op de dag van bewilliging.
11.5 Gebroken indelingscyclus bij een productiefactor van 662/3%:
Indeelbare dagen | Werkdagen (max.) | Reisver- lofdagen (min.) | Correctie gebroken verlof | Waar- dering (max.) | Vroege melding (max.) | Bekorte rust (max.) | Nacht- vlucht (max.) |
28 | 11 | 17 | 0.3 | 1272 | 6 | 2 | 2 |
27 | 10 | 17 | -0.3 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
26 | 10 | 16 | 0.1 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
25 | 10 | 15 | 0.4 | 1156 | 5 | 2 | 2 |
24 | 9 | 15 | -0.2 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
23 | 9 | 14 | 0.2 | 1040 | 5 | 2 | 2 |
22 | 8 | 14 | -0.4 | 926 | 4 | 1 | 1 |
21 | 8 | 13 | 0.0 | 926 | 4 | 1 | 1 |
20 | 8 | 12 | 0.4 | 926 | 4 | 1 | 1 |
19 | 7 | 12 | -0.3 | 810 | 4 | 1 | 1 |
18 | 7 | 11 | 0.1 | 810 | 4 | 1 | 1 |
17 | 7 | 10 | 0.5 | 810 | 4 | 1 | 1 |
16 | 6 | 10 | -0.1 | 694 | 3 | 1 | 1 |
15 | 6 | 9 | 0.3 | 694 | 3 | 1 | 1 |
14 | 5 | 9 | -0.4 | 582 | 3 | 1 | 1 |
13 | 5 | 8 | 0.0 | 582 | 3 | 1 | 1 |
12 | 5 | 7 | 0.4 | 582 | 3 | 1 | 1 |
11 | 4 | 7 | -0.2 | 469 | 3 | 1 | 1 |
10 | 4 | 6 | 0.2 | 469 | 3 | 1 | 1 |
9 | 3 | 6 | -0.4 | 356 | 3 | 1 | 1 |
8 | 3 | 5 | -0.1 | 356 | 3 | 1 | 1 |
7 | 3 | 4 | 0.3 | 356 | 3 | 1 | 1 |
6 | 2 | 4 | -0.3 | 243 | 2 | 1 | 1 |
5 | 2 | 3 | 0.1 | 243 | 2 | 1 | 1 |
4 | 2 | 2 | 0.5 | 243 | 2 | 1 | 1 |
3 | 1 | 2 | -0.1 | 131 | 1 | 1 | 1 |
2 | 1 | 1 | 0.2 | 131 | 1 | 1 | 1 |
1 | 1 | 0 | 0.6 | 131 | 1 | 1 | 1 |
Bij bewilliging worden de bovengenoemde waarderingspunten-maxima verhoogd met het geplande aantal waarderingspunten van de opdracht op de dag van bewilliging.
11.6 Gebroken indelingscyclus bij een productiefactor van 50%:
Indeelbare dagen | Werkdagen (max.) | Reisver- lofdagen (min.) | Correctie gebroken verlof | Waar- dering (max.) | Vroege melding (max.) | Bekorte rust (max.) | Nacht- vlucht (max.) |
28 | 8 | 20 | 0.0 | 926 | 4 | 1 | 1 |
27 | 8 | 19 | 0.3 | 926 | 4 | 1 | 1 |
26 | 7 | 19 | -0.4 | 810 | 4 | 1 | 1 |
25 | 7 | 18 | -0.1 | 810 | 4 | 1 | 1 |
24 | 7 | 17 | 0.1 | 810 | 4 | 1 | 1 |
23 | 7 | 16 | 0.4 | 810 | 4 | 1 | 1 |
22 | 6 | 16 | -0.3 | 694 | 3 | 1 | 1 |
21 | 6 | 15 | 0.0 | 694 | 3 | 1 | 1 |
20 | 6 | 14 | 0.3 | 694 | 3 | 1 | 1 |
19 | 5 | 14 | -0.4 | 582 | 3 | 1 | 1 |
18 | 5 | 13 | -0.1 | 582 | 3 | 1 | 1 |
17 | 5 | 12 | 0.1 | 582 | 3 | 1 | 1 |
16 | 5 | 11 | 0.4 | 582 | 3 | 1 | 1 |
15 | 4 | 11 | -0.3 | 469 | 3 | 1 | 1 |
14 | 4 | 10 | 0.0 | 469 | 3 | 1 | 1 |
13 | 4 | 9 | 0.3 | 469 | 3 | 1 | 1 |
12 | 3 | 9 | -0.4 | 356 | 3 | 1 | 1 |
11 | 3 | 8 | -0.1 | 356 | 3 | 1 | 1 |
10 | 3 | 7 | 0.1 | 356 | 3 | 1 | 1 |
9 | 3 | 6 | 0.4 | 356 | 3 | 1 | 1 |
8 | 2 | 6 | -0.3 | 243 | 2 | 1 | 1 |
7 | 2 | 5 | 0.0 | 243 | 2 | 1 | 1 |
6 | 2 | 4 | 0.3 | 243 | 2 | 1 | 1 |
5 | 1 | 4 | -0.4 | 131 | 1 | 1 | 1 |
4 | 1 | 3 | -0.1 | 131 | 1 | 1 | 1 |
3 | 1 | 2 | 0.1 | 131 | 1 | 1 | 1 |
2 | 1 | 1 | 0.4 | 131 | 1 | 1 | 1 |
1 | 1 | 0 | 0.7 | 131 | 1 | 1 | 1 |
Bij bewilliging worden de bovengenoemde waarderingspunten-maxima verhoogd met het geplande aantal waarderingspunten van de opdracht op de dag van bewilliging.