ALGEMENE VOORWAARDEN
poLisman7eL 130G PLEZIERVAARTUIGVERZEKERING
ALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 1 - Definities
Verzekeringnemer
Onder verzekeringnemer wordt verstaan degene, met wie de verzekering is aangegaan en die als zodanig in de omschrijving op het polisblad is vermeld.
Verzekerde
Onder verzekerde wordt verstaan iedere persoon, die op grond van de bij deze polis gesloten verzekering een recht op uitkering kan doen gelden.
Vaartuig
Onder vaartuig wordt verstaan het op het polisblad omschreven plezier- vaartuig met alle gereedschappen, uitrusting en toebehoren.
Het begrip vaartuig omvat eveneens de voortstuwingsinstallatie en de volgsloep, mits uit een op het polisblad opgenomen omschrijving blijkt, dat deze zijn medeverzekerd.
Originele scheepsmotor
Onder originele scheepsmotor wordt verstaan een nieuw, als scheeps- motor geleverde en door de fabriek of boten/motorleverancier inge- bouwde motor. Hieronder valt zowel de scheepsmotor, die uitsluitend als scheepsmotor is ontworpen, als de motor met een zogenaamd ”universeel” blok, die door een fabrikant is opgebouwd als scheeps- motor.
Een motor, die eerder dienst heeft gedaan als voertuig- of industrie- motor en daarna is omgebouwd tot scheepsmotor, wordt niet als zodanig beschouwd.
Voor zover van toepassing wordt onder originele scheepsmotor mede verstaan een buitenboordmotor.
Voortstuwingsinstallatie
Onder voortstuwingsinstallatie wordt verstaan de tot de mechanische voortstuwing van het vaartuig dienende installatie(s) en toebehoren, waaronder begrepen zijn:
- de motor met omkeermechanisme;
- de aandrijving, bestaande uit schroefas, schroefaskoppeling en schroef;
- de koeling, voor zover op of aan de motor bevestigd;
- het instrumentenpaneel met bekabeling, voor zover het de voort- stuwingsinstallatie direct dient.
Inboedel
Onder inboedel wordt verstaan alle tot de huishoudelijke inboedel van het vaartuig behorende voorwerpen met uitzondering van geld, geldswaardig papier, horloges, contactlenzen, brillen, verzamelingen, antiquiteiten, foto- en filmapparatuur, kostbaarheden en vervoer- middelen.
Nieuwwaarde
Onder nieuwwaarde wordt verstaan het bedrag, dat onmiddellijk vóór de schade nodig zou zijn geweest om nieuwe voorwerpen van gelijke soort en kwaliteit aan te schaffen.
Dagwaarde
Onder dagwaarde wordt verstaan de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
Ongeval
Onder ongeval wordt verstaan een plotselinge, ongewilde en geweld- dadige inwerking van buitenaf op het lichaam van een verzekerde (waaronder begrepen verdrinking), waardoor een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel wordt toegebracht, dat de onmiddellijke oorzaak is van zijn overlijden of blijvende invaliditeit dan wel van het maken van kosten voor geneeskundige behandeling.
Artikel 2 - Verzekeringsgebied
De vaste ligplaats van het verzekerde vaartuig dient in Nederland te zijn.
De verzekering is van kracht
a. op alle binnenwateren in Nederland, België, Luxemburg en Duitsland;
b. gedurende een periode van ten hoogste 3 maanden per jaar voor de vaart op de Europese binnenwateren alsmede de vaart op de Middellandse Zee en de Adriatische Zee tot ten hoogste 5 zeemijlen uit de kust van het vasteland van Spanje, Frankrijk, Italië en Joegoslavië;
c. tijdens vervoer binnen Europa;
d. op de werf, op de helling, op de wal, in de bergplaats enz.
De grens van de binnenwateren wordt gevormd door de zeekust, waarbij met de zeekust van de Waddeneilanden wordt bedoeld de Noordzeekust, en bij onderbreking van de zeekust door de kortste denkbeeldig getrokken lijn die de uiterste landkoppen met elkaar verbindt.
Artikel 3 - Gebruik van het vaartuig
De verzekering is van kracht tijdens gebruik van het vaartuig voor genoegen. Verzekeringnemer heeft daarbij de vrijheid aan wedstrijden, openingstochten en dergelijke deel te nemen.
Verzekeringnemer heeft voorts het recht het vaartuig stilzwijgend of uitdrukkelijk aan derden in bruikleen te geven.
Terzake van onder deze polis aan de verzekeringnemer betaalde schade doet de maatschappij afstand van eventueel verhaal op de gebruiker of andere opvarenden, tenzij de schade is ontstaan door opzet van deze personen.
Terzake van schade aan derden als bedoeld in artikel 4 sub 7 wordt medeverzekerd de aansprakelijkheid van de gebruiker en wel geheel op de voorwaarden, welke gelden voor de verzekeringnemer zelf.
De verzekering blijft eveneens van kracht, wanneer het vaartuig door de gebruiker of andere opvarenden buiten medeweten van verzekering- nemer anders dan voor genoegen wordt gebezigd. In dat geval behoudt de maatschappij zich echter alle rechten voor om de aan verzekering- nemer betaalde schade op de gebruiker of andere opvarenden te verhalen, terwijl deze zelf geen rechten aan de polis kunnen ontlenen.
Artikel 4 - Omvang van de verzekering
1. Schade aan het vaartuig
a. Deze verzekering dekt de schade door verlies of beschadiging van het verzekerde vaartuig of een deel daarvan als gevolg van
1. een van buiten komend onheil;
2. eigen gebrek, waaronder wordt verstaan een minderwaardige eigenschap in of van het verzekerde object.
Indien de voortstuwingsinstallatie is voorzien van een originele scheepsmotor ouder dan 36 maanden of een niet-originele scheeps- motor, is van de dekking uitgesloten verlies of beschadiging van de voortstuwingsinstallatie, die zonder tussenkomst van brand, ontploffing, omslaan, stranden, zinken, aanvaren of soortgelijke evenementen door een eigen gebrek (zoals hierboven bedoeld onder 2) van de voortstuwingsinstallatie wordt veroorzaakt.
b. Indien in geval van schade het verzekerde object wordt gerepa- reerd (waaronder tevens wordt verstaan het vervangen van (onder)-delen van het verzekerde object), worden de reparatie- kosten vergoed, onder aftrek van een veronderstelde verbetering nieuw voor oud, tot ten hoogste het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag.
Een dergelijke aftrek geldt alleen de materiaalkosten en derhalve niet het arbeidsloon, tenzij naar het oordeel van de deskundige, die de schade onderzoekt, de desbetreffende (onder)delen ook zonder het plaatsvinden van de gebeurtenis zich kennelijk in een staat bevinden, dat reparatie niet meer achterwege kan blijven.
De maatschappij heeft het recht vergoeding van de reparatie- kosten op te schorten, zolang de schade niet deugdelijk is gerepa- reerd; de maatschappij dient in de gelegenheid te worden gesteld de reparatie te controleren.
c. Indien in geval van schade het vaartuig
- niet kan worden gerepareerd;
- niet wordt gerepareerd, hoewel dat wel mogelijk is;
- uit de macht van verzekeringnemer is geraakt en terugverkrij- ging niet binnen redelijke termijn is te verwachten,
wordt - wederom tot ten hoogste het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag - de dagwaarde van het vaartuig vergoed.
d. Op de schadevergoeding wordt in mindering gebracht de waarde van de restanten van
- de vervangen onderdelen bij toepassing van de regeling onder b;
- het vaartuig bij toepassing van de regeling onder c. De maatschappij doet geen beroep op onderverzekering.
2. Hulploon
De maatschappij vergoedt hulploon en dergelijke kosten, die bij een beladen schip averij grosse zouden vormen, tot ten hoogste het op het polisblad voor het vaartuig genoemde verzekerde bedrag.
3. Kosten van bewaking en vervoer
De maatschappij vergoedt de kosten van bewaking en vervoer van het vaartuig naar de dichtstbijzijnde herstelplaats, noodzakelijk in geval van een door deze verzekering gedekte schade, voor zover het vaartuig de herstelplaats niet op eigen kracht kan bereiken. Voor deze kosten geldt geen maximum.
4. Opruimingskosten
De maatschappij vergoedt de kosten van lichting of opruiming tot ten hoogste het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag, indien verzekeringnemer na totaal verlies van het vaartuig of daarmee gelijk te stellen schade ten gevolge van een gedekt evenement tot lichting of opruiming verplicht is, dan wel lichting of opruiming redelijker- wijs nodig acht.
5. Vervangend vakantieverblijf
De maatschappij vergoedt de kosten voor het huren van een ver- vangend vakantieverblijf tot ten hoogste € 113,– per dag met een maximum van € 1.134,– per gebeurtenis voor zover het vaartuig als vakantieverblijf wordt gebruikt en als gevolg van een door de polis gedekte schade niet meer als zodanig dienst kan doen.
6. Schade aan inboedel
a. Meeverzekerd is de zich aan boord bevindende inboedel, toe- behorende aan verzekeringnemer of zich aan boord bevindende personen, zoals gasten, personeel enz. tot ten hoogste 15% van het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag op het vaar- tuig.
b. De maatschappij vergoedt de schade door verlies of beschadiging van de inboedel of een gedeelte daarvan als gevolg van
- brand en ontploffing (ook door eigen gebrek) alsmede bliksem- inslag;
- aanvaring of aanraking van het vaartuig met enig voorwerp;
- een onheil het vaartuig overkomen, mits het vaartuig hierdoor ook zelf beschadigd is en de schade aan het vaartuig op grond van het in deze polis bepaalde is gedekt;
- een onheil het vervoermiddel, waarin de inboedel zich bevindt, overkomen, mits het vervoermiddel hierdoor ook zelf bescha- digd is;
- overboord werpen of spoelen of op andere wijze te water raken;
- vallen tijdens laden of lossen;
- diefstal of een poging daartoe.
c. De aan verzekeringnemer toebehorende inboedel van het vaartuig blijft eveneens verzekerd, wanneer deze onverschillig waar buiten het vaartuig aanwezig is en wel tegen de onder b genoemde risico’s echter met dien verstande, dat schade als gevolg van diefstal of een poging daartoe uitsluitend wordt vergoed, indien de diefstal of een poging daartoe wordt voorafgegaan door braak aan de ruimte resp. het gebouw, waarin de inboedel zich bevindt. De inboedel, toebehorend aan zich aan boord bevindende personen, zoals gasten, personeel enz., is echter uitsluitend verzekerd zolang deze zich aan boord bevindt alsmede tijdens laden en lossen.
d. In geval van schade wordt vergoed
- bij verlies
de waarde van de verloren gegane voorwerpen;
- bij beschadiging
de herstelkosten, eventueel verhoogd met een bedrag voor door de schade veroorzaakte en door de reparatie niet op- geheven waardevermindering, tot maximaal het bedrag dat bij verlies zou zijn betaald.
De waarde van eventuele restanten komt te allen tijde in min- dering op het schadebedrag.
e. Als waarde zal gelden de nieuwwaarde. Voor
- voorwerpen, waarvan de dagwaarde onmiddellijk vóór de schade minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
- voorwerpen, die onttrokken zijn aan het gebruik, waarvoor zij bestemd waren;
zal echter als waarde gelden de dagwaarde.
f. De maatschappij vergoedt in eerste instantie de aan verzekering- nemer toebehorende inboedel tot ten hoogste het onder a genoemde maximum. Voor zover hiervoor nog voldoende beschikbaar is, vindt vervolgens vergoeding plaats van schade aan de inboedel toebehorende aan de zich aan boord bevindende personen zoals gasten, personeel enz.
De maatschappij doet geen beroep op onderverzekering.
7. Wettelijke aansprakelijkheid
Medeverzekerd zijn de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid van een verzekerde in zijn hoedanigheid van eigenaar of gebruiker van het vaartuig met betrekking tot schade, veroorzaakt en ontstaan tijdens de geldigheidsduur der verzekering en toegebracht aan der- den.
Deze dekking geschiedt voor alle verzekerden tezamen tot € 680.670,– per geval, waaronder wordt verstaan alle met elkaar verband houdende onheilen en gebeurtenissen.
In alle gevallen, waarin de verzekeringnemer of de gebruiker krachtens de polis of wettelijke bepalingen omtrent de verzekerings- overeenkomst geen aanspraak heeft op dekking en de maatschappij niettemin schadevergoeding verschuldigd wordt krachtens een buitenlandse wet of een daarop gebaseerde overeenkomst van de maat- schappij met een buitenlandse instelling, heeft de maatschappij het recht het door haar verschuldigde te verhalen op
- de verzekeringnemer en - voor zover van toepassing -
- de gebruiker, die jegens de benadeelde aansprakelijk is.
De aansprakelijkheid van degenen, die zonder toestemming van verzekeringnemer de macht over het vaartuig hebben verkregen, wordt niet door deze verzekering gedekt.
8. Persoonlijke ongevallen
Buiten het geval van wettelijke aansprakelijkheid zijn medeverzekerd ongevallen de opvarenden van het verzekerde vaartuig overkomen aan boord van het vaartuig of tijdens het aan of van boord gaan, inclusief het ongewild te water geraken. De verzekering geschiedt voor de volgende bedragen
a. € 4.538,– per persoon bij overlijden als gevolg van een ongeval;
b. € 6.807,– per persoon bij algehele blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval; bij blijvende gedeeltelijke invaliditeit als gevolg van een ongeval zullen worden vergoed de percentages van de voor algehele blijvende invaliditeit vastgestelde verzekerde som, die genoemd zijn in de polis voor ongevallenverzekering van de maatschappij zoals deze op het tijdstip van het ongeval luidt;
c. € 1.134,– als maximum per persoon voor als gevolg van een ongeval gemaakte kosten van geneeskundige behandeling, echter uitsluitend voor zover deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen uit hoofde van enige andere voorziening of verzekering, al of niet van oudere datum.
Indien bij een ongeval meer dan één opvarende wordt gedood of gewond zal de in totaal uit hoofde van dit onderdeel te betalen vergoeding nimmer meer dan € 11.345,– bedragen, ongeacht het aantal getroffenen, en zullen de verschillende vergoedingen zo nodig naar evenredigheid worden verminderd.
9. Proceskosten
Onder de verzekering is, boven de op het polisblad genoemde bedra- gen, mede begrepen vergoeding van proceskosten en rechtskundige bijstand in verband met de verzekerde risico’s, mits de maatschappij vooraf machtiging heeft verleend tot het maken van deze kosten.
Artikel 5 - Maximale vergoeding
De maatschappij betaalt per één en dezelfde gebeurtenis (of per reeks van gebeurtenissen, die eenzelfde oorzaak hebben) ten hoogste de verzekerde bedragen, zoals aangegeven voor de verschillende onder- delen van de dekking.
Deze bedragen gelden steeds afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar, zodat hetgeen op grond van het ene onderdeel wordt vergoed niet van invloed is op de vergoeding terzake van andere onderdelen.
Onverschillig hoeveel door de maatschappij is of wordt betaald, blijft de verzekering gedurende de gehele verzekeringstermijn voor het volle bedrag doorlopen. Bij totaal verlies houdt echter het verdere risico van de maatschappij op.
Artikel 6 - Uitsluitingen
De maatschappij is niet tot schadevergoeding gehouden indien de schade
1. a. is te wijten aan opzet van de verzekeringnemer;
b. is ontstaan tijdens varen indien de schipper van het vaartuig geen houder is van het wettelijk vereiste vaarbewijs, tenzij de schipper aantoont dat er overeenkomstig alle van toepassing zijnde regels is gevaren;
c. is veroorzaakt door atoomkernreacties;
d. is veroorzaakt gedurende de tijd dat het vaartuig in beslag is genomen of wordt gebezigd krachtens besluit van de Nederlandse of een vreemde overheid;
e. is veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burger- oorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
De 6 genoemde vormen van molest, alsmede de definities daarvan, vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank in ’s-Gravenhage is gedeponeerd;
f. is ontstaan door geleidelijke inwerking van
- licht en vocht;
- bodem-, water- en luchtverontreiniging, tenzij de geleidelijke inwerking werd ingezet door een plotselinge hevige uiting van verontreiniging en de verzekeringnemer de gevolgen daarvan redelijkerwijs niet kon voorkomen;
g. bestaat in of is voortgevloeid uit blaasvorming in polyester, veroorzaakt door osmose en zich openbarend na 3 jaar, nadat het vaartuig voor de eerste keer te water gelaten is;
h. aan derden is toegebracht in verband met het vervoer van het verzekerde met een motorvoertuig al dan niet met aanhangwagen;
i. is ontstaan tijdens verhuur van het vaartuig of tijdens gebruik daarvan anders dan voor genoegen;
j. een gevolg is van aan verzekeringnemer te verwijten onvoldoende onderhoud van of onvoldoende zorg voor het vaartuig;
van aan verzekeringnemer te verwijten onvoldoende zorg zal bij DIEFSTAL als regel sprake zijn, indien bijvoorbeeld niet is voldaan aan het volgende
- indien het vaartuig niet wordt gebruikt en de buitenboord- motor wordt achtergelaten, dient deze beveiligd te zijn door een slot of opgeborgen te zijn in een deugdelijk afgesloten ruimte;
- indien de boottrailer en volgsloep zonder direct toezicht worden achtergelaten, dienen zij te zijn beveiligd door een slot of opgeborgen te zijn in een deugdelijk afgesloten ruimte;
- indien het vaartuig niet wordt gebruikt, dienen losse objecten in een deugdelijk afgesloten ruimte te zijn opgeborgen;
- buiten het vaarseizoen dienen waardevolle objecten, indien het praktisch en redelijkerwijs uitvoerbaar is, van boord verwij- derd te worden.
Dit geldt speciaal voor kostbare nautische apparatuur en voor audiovisuele apparatuur;
- indien het vaartuig niet wordt gebruikt, dient het diefstalrisico zoveel mogelijk te worden beperkt, bijvoorbeeld door direct toezicht, beveiliging(en) en dergelijke;
k. bestaat in normale slijtage;
l. voortvloeit uit normale slijtage, indien het niet vervangen van het aan slijtage onderhevige deel aan verzekeringnemer is te verwijten.
2. Evenmin is de maatschappij tot schadevergoeding gehouden, indien verzekeringnemer omtrent het ontstaan, de aard of de omvang van de schade opzettelijk een onware opgave doet.
Artikel 7 - Verplichtingen bij schade
1. Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis, die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij verplicht
a. zo spoedig mogelijk die gebeurtenis aan de maatschappij te mel- den;
b. in geval van inbraak, diefstal of vandalisme, hiervan binnen 2 x 24 uur aangifte te doen bij de politie;
c. zo spoedig mogelijk alle gegevens aan de maatschappij te ver- strekken en stukken aan haar door te zenden;
d. de maatschappij zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
e. de schade zoveel mogelijk te beperken en de aanwijzingen van de maatschappij of de door haar gemachtigden stipt op te volgen;
f. in geval van (vermoeden van) een strafbaar feit zo spoedig mogelijk de politie in te lichten;
g. alle andere verzekeringen op de omschreven zaken of onderdelen daarvan of op enig ander door deze verzekering gedekt belang, aan de maatschappij op te geven.
2. De verzekering geeft geen dekking, indien de verzekerde een van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
3. In elk geval verjaart het recht op uitkering, indien de aanmelding niet plaatsvindt binnen 5 jaar na de gebeurtenis, die voor de maat- schappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden.
Artikel 8 - Regeling van schade
De maatschappij belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade aan derden. Zij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schade- loos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Zij zal daarbij de belangen van de verzekeringnemer in het oog houden.
Bestaat de vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen, hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uit- keringen, naar keuze van de verzekeringnemer, naar evenredigheid verminderd.
Schade anders dan hierboven bedoeld wordt vastgesteld òf in onderling overleg òf door twee deskundigen, waarvan de verzekeringnemer en de maatschappij er elk één aanwijzen.
Voor het geval de taxaties verschillen, benoemen de twee deskundigen een derde, die een bindende uitspraak zal doen binnen de grenzen van hun taxaties.
De kosten van de deskundigen zijn voor rekening van de maatschappij. Het salaris en de kosten van de door de verzekeringnemer benoemde deskundige worden echter slechts vergoed voor zover zij het bedrag, dat aan de door de maatschappij benoemde deskundige wordt vergoed, niet te boven gaan.
De vaststelling en regeling van de schade geschiedt mede aan de hand van de door de verzekeringnemer verstrekte gegevens en inlichtingen. Het verzekerde zal niet aan de maatschappij mogen worden geabandon- neerd.
Artikel 9 - No claimkorting
Met ingang van elk nieuw verzekeringsjaar wordt op de op het polis- blad genoemde jaarpremie een korting verleend van
10% na 1 schadevrij verzekeringsjaar;
15% na 2 opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren;
20% na 3 opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren;
25% na 4 opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren;
30% na 5 of meer opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren.
Onder een schadevrij verzekeringsjaar wordt verstaan een periode van 12 maanden vanaf de laatste premievervaldatum, waarin de ver-zeke- ring onafgebroken van kracht is geweest en waarin geen schade werd aangemeld.
Indien een schade wordt aangemeld, is verzekeringnemer per de eerst- volgende premievervaldatum de volledige op het polisblad genoemde jaarpremie verschuldigd.
Indien een schade is aangemeld, blijft het recht op korting echter on- verminderd van kracht indien
a. de maatschappij geen schadevergoeding verschuldigd is (ongeacht eventuele door haar gemaakte kosten);
b. de maatschappij de gehele door haar uitgekeerde schadevergoeding heeft verhaald of deze niet (geheel) heeft kunnen verhalen
ten gevolge van een tussen verzekeringsmaatschappijen gesloten schaderegelingsovereenkomst of ten gevolge van het feit, dat de aansprakelijkheid voor aanvaring wettelijk is beperkt.
Artikel 10 - Eigendomsovergang
De verzekering eindigt van rechtswege zodra verzekeringnemer of - in geval van zijn overlijden - zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het vaartuig en tevens de feitelijke macht daarover verliezen. Verzekering- nemer, respectievelijk zijn erfgenamen, zijn verplicht binnen 8 dagen hiervan mededeling te doen aan de maatschappij.
Zonder nadere overeenkomst gaat de verzekering niet over op een ander door verzekeringnemer aangeschaft vaartuig.
Artikel 11 - Verlenging en beëindiging
De verzekering loopt tot de op het polisblad onder ”duur van de verzekering” genoemde datum en wordt telkens stilzwijgend verlengd met de eveneens daar genoemde termijn. Onverminderd het bepaalde in de derde alinea van artikel 5, artikel 10 en artikel 13 eindigt de verzekering
a. op de contractsvervaldatum, indien verzekeringnemer uiterlijk 3 maan- den voor deze datum schriftelijk de verzekering aan de maatschappij heeft opgezegd;
b. op de premievervaldag, indien de maatschappij uiterlijk 3 maanden voor deze datum de verzekering schriftelijk heeft opgezegd;
c. door schriftelijke opzegging door de maatschappij
1. binnen 30 dagen nadat een gebeurtenis, die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, haar ter kennis is gekomen;
2. binnen 30 dagen nadat zij een onder deze verzekering gerecla- meerde uitkering heeft verleend dan wel heeft afgewezen;
3. indien verzekeringnemer langer dan 30 dagen in gebreke is premie, kosten en assurantiebelasting te betalen;
4. indien een verzekerde met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
De verzekering eindigt in deze gevallen op de in de opzeggingsbrief genoemde datum. De maatschappij zal alsdan een opzeggingstermijn van tenminste 14 dagen in acht nemen.
Artikel 12 - Premie
De premie, kosten en assurantiebelasting dienen binnen 30 dagen, nadat zij verschuldigd zijn geworden, bij vooruitbetaling te worden voldaan aan de maatschappij of de tussenpersoon, die met de inning is belast.
Bij gebreke van betaling binnen voornoemde termijn, alsmede bij wei- gering tot betaling, is de maatschappij vanaf de dag waarop het bedrag verschuldigd was, niet meer tot schadevergoeding verplicht, onvermin- derd de verplichting van verzekeringnemer tot betaling van premie, kosten en assurantiebelasting. De dekking wordt weer van kracht en wel uitsluitend voor de toekomst, 24 uur nadat het achterstallige bedrag inclusief eventuele incasso- en proceskosten is voldaan.
Bij het beëindigen van de verzekering - anders dan wegens kwade trouw van verzekeringnemer - heeft verzekeringnemer recht op terugbetaling van de premie over de termijn, gedurende welke de verzekering niet meer van kracht is, onder aftrek van royementskosten.
Artikel 13 - Herziening van premie en/of voorwaarden
De maatschappij heeft het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze ver- zekering tot die groep, dan is de maatschappij gerechtigd de premie en/of voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen en wel op een door haar te bepalen datum.
De verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij uiterlijk binnen 30 dagen na bovengenoemde datum de maatschappij schriftelijk te kennen geeft de aanpassing te weigeren. De verzekering eindigt alsdan op de premie- vervaldag of op de dag van de weigering te 0.00 uur.
De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door verzekering- nemer geldt niet, indien
- de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit wet- telijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van de premie of een uitbreiding van de dekking inhoudt.
Artikel 14 - Andere verzekeringen
Wanneer blijkt, dat de gevolgen van een gebeurtenis door een of meer elders gesloten verzekeringen geheel of gedeeltelijk zijn gedekt of zouden zijn gedekt, indien deze verzekering niet bestond, is de maat- schappij slechts tot uitkering verplicht, voor zover de schade het bedrag te boven gaat dat uit hoofde van de elders ten behoeve van de verzekerde gesloten verzekeringen wordt uitgekeerd of zou zijn uitgekeerd, indien deze verzekering niet bestond.
Artikel 15 - Wettelijk interessen
Wettelijke interessen ingevolge artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek zullen - in afwijking van hetgeen in dit wetsartikel dien- aangaande is bepaald - uitsluitend verschuldigd worden vanaf de dag dat zij in rechte worden gevorderd.
Artikel 16 - Vervaltermijn
Elk uit deze verzekering voortvloeiend recht op vergoeding vervalt, indien de verzekeringnemer te dier zake binnen 1 jaar na de definitieve schriftelijke beslissing van de maatschappij tegen haar geen rechtsvor- dering heeft ingesteld.
Artikel 17 - Adres
Kennisgevingen of mededelingen van de maatschappij aan de ver- zekeringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatst bij de maat- schappij bekende adres of aan het adres van de tussenpersoon, door wiens bemiddeling deze verzekering loopt. Aldus geadresseerde kennis- gevingen of mededelingen worden geacht de verzekeringnemer te hebben bereikt.
Artikel 18 - Persoonsgegevens
De bij de aanvraag of het wijzigen van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
Op deze verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode ”Verwer- king Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf” van toepassing. In deze gedragscode worden rechten en plichten van partijen bij de gegevens- verwerking weergegeven.
De volledige tekst van de gedragscode kan worden aangevraagd bij het informatiecentrum van het Verbond van Verzekeraars, Postbus 93450, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon (000) 000 00 00, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
Artikel 19 - Toepasselijk recht; Klachteninstanties
1. Op deze verzekering is het Nederlandse recht van toepassing.
2. Klachten over de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst kunnen in eerste instantie worden ingediend bij de directie van de maatschappij. Als het oordeel van de directie niet bevredigend wordt geacht, kan men zich tot de Stichting Klachteninstituut Verzekeringen wenden. Deze stichting is door de verzekeringsbedrijfstak opgericht; er werken verschillende ombudsmannen. Zij proberen door bemiddeling de klacht op te lossen. Daarnaast is er de Raad van Toezicht die toetst of de maatschappij de goede naam van de bedrijfstak heeft geschaad. Adres: Klachteninstituut Verzekeringen, Postbus 93560,
2509 AN Den Haag.
Degene die geen gebruik wil maken van de klachtenbehandelings- mogelijkheden binnen de bedrijfstak, of de behandeling door het klachteninstituut niet bevredigend vindt, kan het geschil voorleggen aan de rechter.