Jaarafspraken Gemeente Bergen – Reddingsbrigaden 1 april 2013 tot en met april 2016
Jaarafspraken Gemeente Bergen – Reddingsbrigaden 1 april 2013 tot en met april 2016
Bijlage bij dienstverleningsovereenkomst Gemeente Bergen – Reddingsbrigaden
In dit document is informatie en uitleg te vinden die betrekking heeft op de artikelen in de dienstverleningsovereenkomst Gemeente Bergen - Reddingsbrigaden. De nummering van de onderwerpen in dit document komt overeen met de nummering van de artikelen in de dienstverleningsovereenkomst. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke artikelen een toelichting hebben:
Artikel- nummer | Artikel | Wel/geen toelichting |
1 | Definities en toelichting | geen toelichting |
2 | Vaststelling en evaluatie van de dienstverleningsovereenkomst en jaarafspraken | toelichting |
3 | Dienstverlening door de Reddingsbrigaden | toelichting |
4 | Blauwe Vlag | toelichting |
5 | Aantal kilometer bewaakt strand | toelichting |
6 | Aantal reddingsposten op het strand | toelichting |
7 | Bedieningsperiode reddingsposten | toelichting |
8 | Bewakingstijden openbare stranden | geen toelichting |
9 | Bemensing van de posten | toelichting |
10 | Financiën | toelichting |
11 | Strandvergoeding | toelichting |
12 | Jaarlijkse blijk van waardering | toelichting |
13 | Fondsenwerving | geen toelichting |
14 | Aanspreekpunt Gemeente en Reddingsbrigaden | toelichting |
15 | Ondersteuning Reddingsbrigaden door Gemeente, specifieke afspraken | geen toelichting |
16 | Materiaal per brigade | toelichting |
17 | Onderhoud en beheer materiaal | toelichting |
18 | Handhaving | toelichting |
19 | Verzekeringen | toelichting |
20 | Onderhoud en beheer accommodaties | toelichting |
21 | Jaarverslag Reddingsbrigaden | toelichting |
22 | Voortgangsoverleggen | toelichting |
23 | Looptijd van de overeenkomst | geen toelichting |
2. Vaststelling en evaluatie van de dienstverleningsovereenkomst en jaarafspraken
De jaarafspraken geven invulling aan de dienstverleningsovereenkomst en worden jaarlijks door de brigaden en verantwoordelijke ambtenaren geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie worden de jaarafspraken, indien nodig, binnen de kaders van de dienstverleningsovereenkomst aangepast in overleg met de portefeuillehouder.
3. Dienstverlening door de Reddingsbrigaden
De Reddingsbrigaden hanteren de prestatienormen zoals deze zijn opgenomen in het document ‘Pilot regionale voorzieningen Reddingsbrigaden regio Noord-Holland Noord’ uit
2009. Dit document is opgesteld door Reddingsbrigade Nederland, de KNRM en de Veiligheidsregio1.
Nadere beschrijving van de diensten die de Reddingsbrigaden leveren:
1. (Strand)bewaking
In het kader van de veiligheid voeren de Reddingsbrigaden strandwacht- en bewakingsdiensten op het strand uit. Het doel van het bewaken van een stuk water of kuststrook is het voorkomen en bestrijden van de verdrinkingsdood. Onder (strand)bewaking vallen de volgende kerntaken:
- preventief toezicht houden op zwemmers en baders;
- vanuit toezichthoudende taak uitvoeren van reddingen;
- verlenen van EHBO;
- herenigen van gevonden en vermiste personen met hun ouders/verzorgers.
2. Watergerelateerde incidentbestrijding
Opsporing en redding van in nood verkerende mensen en dieren op en onder water in de periode dat er nog overlevingskansen zijn. Dit omvat het redden van drenkelingen en maritieme hulpverlening aan vaartuigen.
3. (Watersnood)rampbestrijding
Waternoodsrampbestrijding is onderdeel van de rampenbestrijdingstaak en betreft de hulpverlening bij overstromingen en dijkdoorbraken, in het kader van de nationale veiligheid.
4. Kusthulpverlening
In het kust- en duingebied dat niet begaanbaar is voor voertuigen van andere hulpverleningsdiensten wordt in voorkomende gevallen een beroep gedaan op de Reddingsbrigaden ten behoeve van assistentie van ambulance, brandweer of politie, het verlenen van EHBO en de ondersteuning bij zoekacties naar vermiste personen in het duingebied. Hierover zijn afspraken gemaakt met de Veiligheidsregio en in een overeenkomst met de GMK (Gemeenschappelijke Meldkamer) is opgenomen dat de
1 Pilot regionale voorziening reddingsbrigades regio Noord-Holland Noord, 2009, bladzijde 49, zie bijlage
2 RVR Noord-Holland Noord
De Reddingsbrigaden in Noord-Holland Noord hebben de intentie uitgesproken om nauw met elkaar én Reddingsbrigade Nederland te gaan samenwerken. Daartoe richten zij een zogenaamde RVR op. Een Regionale Voorziening Reddingsbrigades is een samenwerkingsverband van Reddingsbrigaden op de schaal van de Veiligheidsregio. De RVR richt zich op vier basistaken:
- Basiszorg (beveiligen en bewaken)
- Opgeschaalde zorg (rampentaak)
- Opleiden en Oefenen
- Prestaties en Kwaliteit
De verzamelde brigaden benoemen een regionaal RVR coördinator die in het overleg met derden spreekt namens de brigaden. Daarmee worden de Reddingsbrigaden een herkenbare en toegankelijke gesprekspartner voor de brandweer, politie en ambulancediensten bij de verdere vorming van de regionale Veiligheidsregio. Een partner waarop de andere organisaties in de hulpverlening kunnen rekenen als er een ramp of groot ongeval is.
De RVR komt niet in de plaats van de lokale samenwerkingsverbanden met omliggende brigaden en de Gemeente. De lokale afspraken blijven gelden. Taken en verantwoordelijkheden van alle brigaden afzonderlijk worden ingepast in een meer logisch geheel en zij worden integraal onderdeel van de hulpverleningsstructuur van de Veiligheidsregio’s. De verwachting is dat het RVR convenant in Noord-Holland Noord begin 2013 wordt ondertekend.
Reddingsbrigaden hiervoor 24/7, het hele jaar door, inzetbaar zijn. De uitvoering geschiedt op basis van beschikbaarheid van materieel en personeel. Voor deze taak maken de Reddingsbrigaden gebruik van het materieel dat hen door de Gemeente beschikbaar is gesteld.
5. Aanvullende taken
- preventie en voorlichting;
- opleidingen reddend zwemmen en varend redden, EHBO en reanimatie;
o de Reddingsbrigaden zijn verantwoordelijk voor de opleidingen van brigadeleden en de kwaliteit hiervan.
- bewaking (sport)evenementen;
o de beslissing om al dan niet ondersteuning bij evenementen op het strand te verlenen, ligt bij de Reddingsbrigaden, evenals de daarvoor te ontvangen vergoeding. Voor ondersteuning bij evenementen maken de Reddingsbrigaden gebruik van het materieel dat hen door de Gemeente beschikbaar is gesteld.
- samenwerking met strandvonders zoals vastgelegd in handleiding strandvonderij 20093.
4. Blauwe Vlag
De Blauwe Vlag stelt onder andere als criterium dat er op het kuststrand een reddingsbrigade aanwezig is4. Daarnaast hanteert de Blauwe Vlag de afspraken met betrekking tot de opkomsttijd zoals deze door Reddingsbrigade Nederland, de Veiligheidsregio en de KNRM in 2009 zijn vastgesteld5.
5. Aantal kilometer bewaakt strand
De door de Provincie geplande zandsuppletie bij Camperduin heeft tot gevolg dat het strand van Gemeente Bergen wordt uitgebreid. Keuzes als gevolg hiervan aangaande de bewaking van dit strand door de SRB, moeten worden gemaakt zodra er meer duidelijkheid is over de omvang, gevolgen van en mogelijkheden die de suppletie biedt.
6. Aantal reddingsposten op het strand
Een reddingspost is een uitvalsbasis voor de Reddingsbrigaden, op het strand, ingericht en opgebouwd door de Gemeente en de Reddingsbrigaden, van waaruit de bewaking plaatsvindt.
3 Zie bijlage
4 Zie criteria Blauwe Vlag 2012
5 Hierbij gaat de Blauwe Vlag uit van de prestatienormen (strand)bewaking vastgelegd in de Pilot regionale voorziening reddingsbrigades regio Noord-Holland Noord, 2009, bladzijde 49, zie bijlage
6 Uiteraard wordt er door de Reddingsbrigaden opgetreden wanneer zich op een onbewaakt stuk strand een incident voordoet.
a. De VRB geeft aan dat optimaal toezicht met de post op de huidige plaats niet mogelijk is. De paviljoens aan beide zijden van de post zijn in de afgelopen jaren naar voren verplaatst waardoor het uitzicht wordt belemmerd. Daarnaast is de ligging van de post niet centraal ten opzichte van het drukst bezochte strand. Hierover gaat de Gemeente in 2013 met de VRB in gesprek.
b. De stranden van Egmond aan Zee en Egmond Binnen worden door de ERB bewaakt vanuit één post bij Egmond aan Zee.
c. De SRB heeft drie posten in verband met de veiligheid van de zwemmers vanwege de aanwezige strekdammen en het uitzicht over het bewakingsgebied.
7. Bedieningsperiode reddingsposten
a. De contactpersoon voor de paviljoenhouders bij de Gemeente (senior medewerker Vastgoed) informeert aan het begin van het seizoen de paviljoenhouders over de openingstijden en -dagen van de Reddingsbrigaden.
b. In onderling overleg en naar eigen inzicht kunnen de Reddingsbrigaden besluiten om buiten deze periode de reddingspost te bemensen. Het is de verantwoordelijkheid van de betreffende reddingsbrigade de Gemeente, de andere twee Reddingsbrigaden binnen de gemeente en de strandbezoekers en de paviljoenhouders hierover te informeren. De Gemeente en de andere Reddingsbrigaden worden telefonisch (en indien telefonisch niet bereikbaar via de e- mail) en de bezoekers van de stranden en de paviljoenhouders door middel van vlaggen, geïnformeerd.
c. De bemensing van de posten is de verantwoordelijkheid van de Reddingsbrigaden. Wanneer afspraken niet kunnen worden nagekomen, communiceren de Reddingsbrigaden dit onderling, met de paviljoenhouders en met de contactpersoon van BOR. De Reddingsbrigaden zorgen met behulp van vlaggen (conform de informatieborden bij de strandopgangen) dat de strandbezoekers en de paviljoenhouders op de hoogte zijn van de sluiting van de post. Ook communiceren de Reddingsbrigaden naar genoemde partijen wanneer de post weer open is.
d. Indien een post gesloten is tijdens de periode van 1 juni tot en met 15 september, heeft dit gevolgen voor de uitgekeerde strandvergoeding (zie artikel 11).
9. Bemensing van de posten
a. Doordat de ERB en de SRB beschikken over de inzet van alarmploegen die binnen tien minuten ter plaatse zijn, volstaat bij de SRB 1 persoon op de bijposten en 2 personen op de hoofdpost en bij de ERB 2 personen op de post. Deze alarmploegen zijn 365 dagen per jaar, 24 uur per dag inzetbaar (ook voor het strand- en duin- en bosgebied van Bergen) en worden aangestuurd door de meldkamer Noord-Holland Noord.
b. De SRB maakt op doordeweekse dagen gebruik van vier betaalde krachten (één persoon op Schoorl, één op Camperduin en twee op Hargen). In het weekend worden de posten bemenst door vrijwilligers die geen vergoeding krijgen. De huidige personele inzet per post is voldoende aangezien personeel uit de andere posten van de SRB en de alarmploeg ondersteuning kan bieden indien dat nodig is. Het leveren van voldoende personeel om de posten te bemensen in de weekenden is geen
probleem zolang de betaalde krachten door de week de posten bemensen. Het feit dat de SRB met betaald personeel werkt heeft te maken met het specifieke bewakingsgebied van het strand van Schoorl en is vanuit het verleden zo gegroeid.
c. De VRB gaat de hele week uit van een standaardbezetting van vier vrijwilligers, die door middel van een rooster zijn ingedeeld.
d. Op de post van de ERB zijn altijd minimaal twee personen aanwezig door de week en in het weekend minimaal vier personen.
e. In geval van een calamiteit ondersteunen de posten elkaar indien mogelijk.
10. Financiën
a. Voor 2013 zijn de totale kosten voor de reddingsbrigaden als volgt7:
2013 | |
Exploitatielasten | € 293.779 |
Kapitaallasten | € 154.909 |
Doorbelastingen | € 141.097 |
Bijdragen/toevoegingen voorzieningen | € 12.278 |
Overige kosten onderhoud gebouwen | € 22.350 |
Totale kosten reddingsbrigaden | € 624.413 |
b. Alle aankopen ten behoeve van de Reddingsbrigaden dienen te voldoen aan het Gemeentelijk inkoop- en aanbestedingbeleid.
c. De contactpersoon voor de Reddingsbrigaden op de afdeling BOR is de budgetverantwoordelijke voor de Reddingsbrigaden.
d. Uitgaven tot een bedrag van € 500 worden door de Reddingsbrigaden zelf gedaan, met inachtneming van het beschikbare budget. Binnen twee weken na afloop van de maand sturen de brigaden via de e-mail een maandoverzicht van de bestelde onderwerpen met specificatie en kosten aan de verantwoordelijke medewerker van BOR.
e. Bedragen hoger dan € 500 mogen niet door middel van gespreide nota’s door de Reddingsbrigaden worden gedeclareerd.
f. Declaraties en facturen worden per maand door de Reddingsbrigaden bij de Gemeente ingediend8. Deze worden vervolgens door de Gemeente, na goedkeuring, binnen vier weken na afloop van de maand, en na goedkeuring, vergoed.
g. Uitgaven tussen de € 500 en € 2.500 die reeds in de begroting zijn opgenomen, worden door de Reddingsbrigaden zelf gedaan, met inachtneming van het beschikbare budget. Een specificatie van de bestelling en het bedrag wordt na het doen van de bestelling aan de Gemeente doorgegeven. Na ontvangst van de factuur vindt controle door de Gemeente plaats. Na goedkeuring door de Gemeente wordt de nota betaald.
h. Uitgaven boven de € 2.500 worden door de Gemeente gedaan, hiervoor kunnen door de Reddingsbrigaden offertes worden aangedragen.
i. Voor investeringen zijn de binnen de Gemeentelijke organisatie geldende regels van toepassing. Zie de nota activabeleid.
7 Zie bijlage voor financiële overzichten
8 T.a.v. de Financiële administratie, Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxx
j. In het kader van de meerjarenplanning worden budgetten en reserveringen na overleg tussen de budgetverantwoordelijke van de afdeling BOR en de financiële afdeling opgenomen in de begroting.
k. Indien wijzigingen in de begroting plaatsvinden worden de Reddingsbrigaden hier door de budgetverantwoordelijke van de afdeling BOR over geïnformeerd.
l. Aanpassingen op de begroting moeten uiterlijk 15 maart, voorafgaand aan het nieuw begrotingsjaar, onderbouwd door de Reddingsbrigaden aan de Gemeente worden aangeleverd.
m. Bij aanvraag van materiaal door de Reddingsbrigaden moet een voorstel aan de Gemeente worden voorgelegd waarin in ieder geval is opgenomen:
- concrete doelstelling/ onderbouwing noodzaak
- planning in tijd, capaciteit, geld
- programma van xxxxx
n. Uitgaven boven de in de begroting opgenomen bedragen worden zonder voorafgaand overleg tussen de partijen niet uitgekeerd.
o. De budgetverantwoordelijke draagt zorg voor goede controle op het boeken van rekeningen van de Reddingsbrigaden, om te voorkomen dat bedragen bij de verkeerde brigade geboekt worden.
p. De budgetverantwoordelijke verstuurt maandelijks een begrijpelijk overzicht van de financiële situatie per brigade aan de betreffende penningmeesters.
q. Voor opleidingen (en daaraan gerelateerde zaken) wordt jaarlijks een budget begroot. De basis hiervoor vormt het opleidingsplan Reddingsbrigaden dat één keer in de vier jaar, uiterlijk eind januari wordt aangeleverd door de Reddingsbrigaden aan de verantwoordelijke medewerker van BOR, beginnend in 2014. Aan de hand van het opleidingsplan wordt het jaarlijks begrote bedrag indien nodig aangepast.
r. Voor 2013 wordt uitgaan van een gemiddeld budget gebaseerd op de laatste jaren en vanaf 2014 wordt gekeken of dit aan de hand van het opleidingsplan moet worden bijgesteld.
s. Indien zich wijzigingen voordoen in de opleidingsvereisten die internationaal zijn vastgesteld voor leden van de brigaden, moeten de wijzigingen die financiële gevolgen hebben, voorzien van een onderbouwing aan de Gemeente worden doorgegeven. Deze worden dan, indien goedgekeurd, doorgevoerd in het budget dat voor opleidingen beschikbaar is.
11. Strandvergoeding
a. De strandvergoeding is een vergoeding voor vrijwilligers die onderdeel uitmaken van de minimale bezetting, genoemd in artikel 9 ‘bemensing van de posten’, die op doordeweekse dagen van 1 juni tot en met 15 september de post bemensen.
b. - ERB: twee vrijwilligers per doordeweekse dag ontvangen deze vergoeding.
- VRB: vier vrijwilligers per doordeweekse dag ontvangen deze vergoeding.
- SRB: deze vergoeding is niet van toepassing omdat op doordeweekse dagen gebruik wordt gemaakt van betaalde krachten.
c. Voor alle drie de Reddingsbrigaden geldt dat wanneer extra leden opkomen in verband met bijvoorbeeld drukte, zij hiervoor geen vergoeding ontvangen. Dit geldt ook voor vrijwilligers die in het weekend de posten bemannen.
d. De strandvergoeding bedraagt € 50 per dag.
12. Jaarlijkse blijk van waardering
a. Deze blijk van waardering is een bedrag per actief lid dat eenmaal per jaar aan de Reddingsbrigaden wordt betaald. Gezien de specifieke werkzaamheden van de reddingsbrigadeleden, toegespitst op het waarborgen van de veiligheid op het strand en in het water en de ondersteuning die zij het hele jaar door verlenen aan hulpdiensten, wordt deze vergoeding als blijk van waardering voor de inzet van de brigadeleden uitgekeerd.
b. Onder actieve leden wordt verstaan: mensen die de post hebben bemand tijdens het seizoen, deel uitmaakten van ondersteuning aan hulpdiensten of actief betrokken zijn bij beheer en onderhoud, administratie en/of opleidingen.
c. In september geven de Reddingsbrigaden het aantal actieve leden voor dat jaar door aan de verantwoordelijk medewerker van BOR. Deze ledenlijst wordt door het bestuur van de betreffende Reddingsbrigade goedgekeurd en ondertekend.
d. De Reddingsbrigaden ontvangen de vergoeding jaarlijks in de maand oktober.
14. Aanspreekpunt Gemeente en Reddingsbrigaden
a. Voor de Reddingsbrigaden is binnen de Gemeente de medewerker van BOR het aanspreekpunt met betrekking tot zaken die gerelateerd zijn aan beheer, onderhoud, materiaal en huisvesting. Ook is hij budgetverantwoordelijke voor de Reddingsbrigaden en is hij verantwoordelijk voor de interne communicatie met andere afdelingen bij Gemeente Bergen omtrent de Reddingsbrigaden.
b. De medewerker van de afdeling Ontwikkeling is verantwoordelijk voor het beleid omtrent de Reddingsbrigaden en tevens aanspreekpunt voor zaken die beleidsgerelateerd zijn.
c. Bij vakantie of afwezigheid wordt een plaatsvervanger aangewezen en hierover worden de Reddingsbrigaden minimaal een week van tevoren ingelicht.
d. Waar het zaken omtrent onderhoud en beheer van materiaal betreft is één aangewezen persoon per brigade het aanspreekpunt. De Reddingsbrigaden geven voor 1 april 2013 aan de verantwoordelijk medewerker van BOR aan wie dit aanspreekpunt per brigade is.
e. Algemene zaken die alle Reddingsbrigaden raken, beleidsgerelateerd zijn of met de dagelijkse gang van zaken te maken hebben, worden via één aanspreekpunt voor de drie Reddingsbrigaden afgehandeld. Deze persoon zorgt voor verdere communicatie met de andere Reddingsbrigaden. De Reddingsbrigaden geven voor 1 augustus 2013 aan de verantwoordelijke medewerker van de afdeling Ontwikkeling aan, wie dit aanspreekpunt is.
16. Materiaal per brigade
a. Door de Gemeente aangeschafte materialen worden aan de Reddingsbrigaden in bruikleen gegeven en blijven eigendom van de Gemeente. Afgekeurd materiaal wordt aan de Gemeente geretourneerd.
b. Voordat hergebruik of verkoop plaatsvindt, zorgt de Gemeente dat het materiaal niet meer herkenbaar is als materiaal van de Reddingsbrigaden.
c. Zonder toestemming van de Gemeente lenen de Reddingsbrigaden geen materiaal uit aan derden.
d. Indien evenementen buiten de Gemeente Bergen plaatsvinden, waarbij de Reddingsbrigaden ondersteuning bieden en hierbij gebruik maken van materiaal van de Gemeente, wordt hiervoor door de brigaden toestemming gevraagd aan de verantwoordelijk medewerker van de afdeling BOR.
e. De Gemeente draagt zorg voor het jaarlijks actualiseren van de materiaalnota. Dit gebeurt in samenspraak met de Reddingsbrigaden. In de materiaalnota staat meerjarig opgenomen welk materiaal wanneer is aangeschaft en wanneer er vervanging plaats zou moeten vinden.
f. Indien de Reddingsbrigaden wijzigingen in het materieel wensen, wordt dit verzoek door de Reddingsbrigaden in februari/maart van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vervanging nodig is, ter beoordeling aan de Gemeente voorgelegd.
g. Iedere brigade beschikt over C2000 apparatuur. De algemene wettelijke toepassingen voor het gebruik en beveiligd bewaren hiervan zijn hierop van toepassing. Bij vervanging van de apparatuur wordt de oude apparatuur ingeleverd.
h. In verband met de watersnoodrampbestrijding beschikken de drie Reddingsbrigaden ieder over een boot van het Rijk (in bruikleen gegeven door RedNed). Dit vaartuig is inzetbaar voor de bewakingstaak en is daarom in onderstaande tabellen meegenomen bij de verdeling van het materiaal per brigade. De boot moet beschikbaar zijn voor de rampentaak en oefeningen (gemiddeld vier dagen per jaar) daaromtrent.
i. In de hierna volgende tabellen wordt het huidig materiaalbestand per reddingsbrigade weergegeven en daaronder wordt de toekomstige situatie weergegeven waarin de Gemeente voorziet vanaf 2014. Voor het seizoen 2013 worden nog geen veranderingen doorgevoerd. Na het akkoord van het college eind maart 2013 worden onderstaande zaken in de perspectiefnota opgenomen.
VRB | Post | Personeel | 4WD | Snelle boot | Langzame boot | Waterscooter | Quad | (kleine) tractor | fiets |
huidig | 1 | 4 | 1 | 2 | 1* | 0 | 0 | 0 | 2 |
toekomstig | 1 | 4 | 1 | 1 | 1 | 1 | 0 | 1 | 2 |
* van het Rijk
SRB | Post | Personeel | 4WD | Snelle boot | Langzame boot | Waterscooter | Quad |
huidig | |||||||
Schoorl | 1 | 1 | 1 | ||||
Hargen | 1 | 2 | 1 | 2** | 1* | 1 | |
Camperduin | 1 | 1 | 1 | ||||
toekomstig | |||||||
Schoorl | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Hargen | 1 | 2 | 1 | 1 | 1 | ||
Camperduin | 1 | 1 | 1 | 1 |
*van het Rijk
** waarvan één beschikbaar als reservevaartuig voor de drie brigaden
ERB | Post | Personeel | 4WD | Snelle boot | Langzame boot | Waterscooter | (kleine) tractor |
Huidig | 1 | 2 | 1 | 4* | 1 | 1** | 1 |
toekomstig | 1 | 2 | 1 | 3 | 1 | 1 | 1 |
*1 van het Rijk, 1 eigendom ERB
** eigendom ERB
Aanvullingen op bovenstaande tabellen:
- Tractor
Indien het terreinvoertuig wordt gebruikt voor het te water laten en weer uit het water halen van boten, heeft dit consequenties voor de vervangingstermijn van het voertuig. Daarnaast zorgt het gebruik van een tractor er voor dat het terreinvoertuig inzetbaar blijft in geval van een incident. De voer- en vaartuigen waarvan de SRB gebruik maakt zijn lichter en dus is hier geen tractor noodzakelijk. De VRB zou echter wel om bovengenoemde redenen het materiaalbestand uitgebreid willen zien met een tractor. In 2013 gaat de Gemeente in samenwerking met de Reddingsbrigaden onderzoeken in hoeverre het mogelijk is hiervoor een klein model tractor te gebruiken en deze voor zowel de VRB als de ERB beschikbaar te stellen, waarbij de grote tractor van de ERB wordt ingeruild voor het kleinere model. Indien een kleiner model niet voldoet voor het te water laten en weer uit het water halen van voertuigen, wordt er ook voor de VRB een grote tractor aangeschaft.
- Reservevaartuig
Momenteel ligt er een reservevaartuig bij de SRB waarvan de drie Reddingsbrigaden indien nodig gebruik kunnen maken. Een reservevaartuig voor de drie Reddingsbrigaden blijft ook in de toekomst beschikbaar, echter wordt nog bepaald waar deze wordt gestald. Deze boot is daarom niet in bovengenoemde tabellen opgenomen bij ‘toekomstig’ maar is wel opgenomen in de begroting.
- Eigen materiaal
Momenteel beschikken de brigaden nog over eigen materiaal. Indien dit onderdeel uitmaakt van de materiaalindeling zoals in de tabellen opgenomen onder ‘toekomstig’ wordt het beheer en onderhoud van deze materialen overgenomen door de Gemeente voor de resterende levensduur, voor zover dat nog niet het geval is.
- Vaartuig rampenbestrijding
Reddingsbrigade Nederland brengt deze vaartuigen bij de verschillende reddingsbrigaden onder. Het Rijk vervangt en herverdeelt deze boten in de komende drie jaar. Welke boot er per brigade geplaatst wordt, is nog onduidelijk. Indien de vervangende boot een model is, dat passend is bij de bewakingstaak van de Reddingsbrigaden, kan deze tijdens de bewaking van de stranden worden ingezet. Wanneer het Rijk niet langer een boot bij de brigaden onderbrengt, of deze niet geschikt is voor de bewakingstaak, is het aan de Gemeente de noodzaak te bepalen aan de hand van bovenstaande schema’s, het materiaalbestand hierop aan te passen.
17. Onderhoud en beheer materiaal
a. Door de Reddingsbrigaden aangeschafte materialen blijven eigendom van de Reddingsbrigaden en het beheer, onderhoud en stalling van deze materialen komt voor rekening van de Reddingsbrigaden.
b. Het dagelijks onderhoud van al het materiaal (gemeente-eigendom of niet) wordt door de Reddingsbrigaden zelf verzorgd.
c. Het jaarlijks beheer en onderhoud wordt gecoördineerd door de Gemeente en verzorgd door een door de Gemeente daarvoor aangewezen partij. Dit gebeurt in overleg en in overeenstemming met de Reddingsbrigaden.
d. Voordat wordt overgegaan tot vervanging vindt een keuring door een onafhankelijke partij plaats. Deze keuring vindt plaats in aanwezigheid van een door de Reddingsbrigaden aangewezen ter zake kundig persoon van de betreffende brigade, door een door de Gemeente daarvoor aangewezen partij.
e. De keuring in voornoemd punt vormt het uitgangspunt voor een beslissing tot vervanging. Hierbij is het van belang dat de keuring tijdig plaatsvindt, zodat in het geval materieel vervangen moet worden, dit voor het eerstvolgend bewakingsseizoen gerealiseerd is.
f. Nota’s van beheer en onderhoud vermelden duidelijk om welk vaar- of voertuig en welke brigade het gaat.
18. Handhaving
Het aanspreekpunt voor de Reddingsbrigaden bij de Gemeente is de eerste medewerker toezicht en handhaving.
19. Verzekeringen
De Gemeente betaalt de volgende verzekeringen:
- Brandverzekering gebouwen en inhoud
- Wagenpark eigendom Gemeente
- Collectieve ongevallenverzekering
- Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering
- Cascoverzekering/coll. Ongevallen
20. Onderhoud en beheer accommodaties
Momenteel zijn in gebruik:
Stalling Hargen** | Hargerstrandweg, Hargen | SRB |
Winterstalling reddingsbrigade Schoorl | Xxxxxx 0, Xxxxxxx | SRB |
Reddingsbrigade Schoorl 3x strandposten | Strand | SRB |
Garagebox* | Gruttoweg, Groet | SRB |
Reddingsbrigade Bergen strandpost | Strand | VRB |
Stalling en kantine reddingsbrigade Xxxxxx | xxx Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxx xxx Xxx | VRB |
Uitrukloods reddingsbrigade Xxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 00, Xxxxxx xxx Xxx | ERB |
Reddingsbrigade Egmond strandpost | Strand | ERB |
Instructie-/vergaderruimte, garage | Xxxxxxxx x/x Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxx xxx Xxx | ERB |
* dienst als winterstalling voor de auto en is uitruklocatie voor de alarmploeg
**Opslagruimte van SRB, gedeeld met de heer De Graaf
a. Het dak van het gebouw van de ERB aan de Schipper van de Plasstraat wordt vervangen in 2013.
b. Tot er meer duidelijkheid is over de mogelijkheden voor de ERB bij de vorming van een ‘maritieme driehoek’ op de werf, wordt het technisch noodzakelijke onderhoud aan de Schipper van de Plasstraat verricht door de Gemeente.
c. De Gemeente verplaatst de posten van de winter- naar de zomerlocatie en andersom.
d. De Gemeente begint half maart met het neerzetten van de posten op het strand en het aansluiten van alle nutsvoorzieningen, zodat de reddingsposten per 1 mei geplaatst en toegankelijk zijn voor de Reddingsbrigaden. De Reddingsbrigaden zorgen voor de inboedel en aansluiting van de communicatiemiddelen die bij de reddingspost horen. Binnen een maand na afloop van het seizoen worden de posten weer verwijderd.
e. De Gemeente draagt zorg voor opslagruimte voor brandstof op het strand die voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.
f. De Gemeente voorziet in onderhoud van alle gebouwen van de Reddingsbrigaden die Gemeente-eigendom zijn.
g. De Gemeente levert jaarlijks afzetpaaltjes op de strandafgangen waar met een terreinwagen gereden kan worden.
h. Bij de grootte van de strandpost van de ERB is rekening gehouden met het feit dat deze ook als winterverblijf zou dienen. Nu de Schipper van de Plasstraat daarvoor is aangewezen, is een extra grote post niet meer nodig. Bij vervanging wordt rekening gehouden met een kleinere post.
i. Vervanging van de strandposten is opgenomen in de materiaalnota.
21. Jaarverslag Reddingsbrigaden
a. In het operationeel jaarverslag is in ieder geval opgenomen:
- inzet bij evenementen
- aantal uren post open tijdens seizoen
- aantal dagen gesloten
- aantal reddingen (onderscheid?)
- aantal vermiste kinderen
- gevolgde opleidingen
- afgeronde opleidingen
- aantal leden
- aantal actieve leden
b. In het financieel jaarverslag is in ieder geval opgenomen:
- balans
- verlies en winstrekening
- fondsenwerving/ sponsoring
- inkomsten voortkomend uit inzet bij evenementen
22. Voortgangsoverleggen
De volgende overleggen vinden plaats tussen de Reddingsbrigaden en de Gemeente en eventuele andere partijen. Om te zorgen dat per onderwerp personen met kennis omtrent dat onderwerp aan tafel zitten, is gekozen voor verschillende overleggen:
a. Handhavingsoverleg: twee maal per jaar: één maal voor aanvang van het seizoen en één maal na afloop van het seizoen. Hierbij schuiven aan: maximaal twee medewerkers van de afdeling handhaving, één afgevaardigde per brigade, de wijkagent en de verantwoordelijk beleidsmedewerker. Doel van dit overleg is evaluatie en communicatie.
b. Operationeel overleg: vier maal per jaar. Hierbij schuiven aan: de verantwoordelijk beleidsmedewerker, de medewerker van BOR verantwoordelijk voor de Reddingsbrigaden, één aanspreekpunt per reddingsbrigade. Doel van dit overleg is evaluatie en communicatie. Tijdens een operationeel overleg dat in het najaar plaatsvindt wordt de planning voor het komende jaar doorgenomen.
c. Financieel overleg: twee maal per jaar. Hierbij zijn de penningmeesters van de verenigingen aanwezig, de verantwoordelijke medewerker van BOR, de beleidsmedewerker en een medewerker van de financiële afdeling van de Gemeente Bergen. Doel van dit overleg is het krijgen van beter begrip en inzicht in financiële processen en de budgetten.
d. Beleidsmatig overleg: één keer per jaar en in 2015 één keer per twee maanden in verband met het herzien en vernieuwen van de dienstverleningsovereenkomst. Doel van dit overleg is het evalueren van bestaand beleid. Hierbij zijn de voorzitters van de Reddingsbrigaden aanwezig, de budgetverantwoordelijke vanuit de gemeente en de beleidsmedewerker.
e. Evaluatieoverleg: één maal per jaar, aan het eind van het jaar. Hierbij schuiven aan: één verantwoordelijke per reddingsbrigade, de verantwoordelijk beleidsmedewerker en de medewerker van BOR verantwoordelijk voor de Reddingsbrigaden. Tijdens dit overleg wordt ook de evaluatie van de Veiligheidsregio over de samenwerking met de Reddingsbrigaden besproken. Ook worden tijdens dit overleg de gemaakte afspraken zoals vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst doorgenomen. Doel van dit overleg is de samenwerking te evalueren.
Bijlagen
- Handleiding strandvonderij 2009
- Criteria Blauwe Vlag 2012
- Prestatienormen KNBRD/KNRM – VRNHN, Pilot Regionale Voorziening Reddingsbrigades regio Noord-Holland Noord’, bladzijden 43-51, Reddingsbrigade Nederland, november 2009
- Financiële bijlagen:
o Overzicht exploitatie reddingsbrigaden
o Overzicht nieuwe investeringen tot en met 2016
o Begrotingswijzing
- Contactpersonen Gemeente en Reddingsbrigaden
Verklarende woordenlijst
Veiligheidsregio NHN
Een veiligheidsregio is een gebied waarbinnen gemeenten en hulpverleningsdiensten samenwerken op het gebied van rampen- en incidentbestrijding. De samenwerking moet zorgen voor verkleining van de risico's op crises, een betere voorbereiding op incidenten en een vlotte en adequate aansturing van de hulpverlening bij een ramp. De inspanningen worden gecoördineerd vanuit een centrale organisatie.
Noord-Holland Noord is een van de 25 veiligheidsregio's in Nederland. De regio omvat 19 gemeenten en telt 642.000 inwoners. Binnen deze regio werken gemeenten en hulpdiensten samen aan de veiligheid van de inwoners. De grenzen van de veiligheidsregio vallen samen met die van het politiekorps Noord-Holland Noord.
Alarmploeg
Een groep vrijwilligers die 24 uur per dag, 7 dagen in de week oproepbaar is voor calamiteiten op het strand en in de duinen en als ondersteuning van de hulpdiensten.
GMK – Gemeenschappelijke Meldkamer
Gemeenschappelijke Meldkamer van GGD, brandweer en politie