ERFPACHTOVEREENKOMST
Tussen
De Vlaamse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het College, met kantoren te 1000 Brussel, Xxxxx Xxxxxxxxxxxx 000, waarvoor hier optreedt de xxxx Xxx Xxxxxxxxx, Collegevoorzitter
Hierna genoemd "de erfpachtgever".
en
Vzw Buurtwerk Chambéry, met maatschappelijke zetel te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx 00, waarvoor hier optreedt xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx, voorzitster,
Hierna genoemd "de erfpachter".
Is voorafgaandelijk uiteengezet :
Vzw Buurtwerk Chambéry is een geïntegreerde wijkwerking gelegen in de Xxxxxxxxxxxxxx 00-00 xx 0000 Xxxxxxx. De wijkwerking heeft tot doel het contact tussen de verschillende buurtbewoners te bevorderen en hun leefsituatie te verbeteren. Ze steunt op de samenwerking tussen het lokaal dienstencentrum, de kinder- en jongerenwerking (WMKJ), de wijkwerking, de werkervaringsprojecten Horeca (sociaal wijkrestaurant) en Bouw (Chato renovatieploeg en Chato klusjesploeg).
Vzw Buurtwerk Chambéry is sinds de jaren ‘90 gevestigd in panden die eigendom zijn van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Vzw Buurtwerk Chambéry gebruikt deze panden volledig kosteloos en heeft voor het gebruik geen overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Vzw Buurtwerk Chambéry heeft op 19 december 2012 een subsidie bekomen bij het Impulsfonds voor Migrantenbeleid van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding voor de infrastructuurkosten voor de uitbreiding van haar sociaal wijkrestaurant gelegen op de site van de Chambérystraat.
Aangezien vzw Buurtwerk Chambéry geen eigenaar is van de panden in de Chambérystraat, kan vzw Buurtwerk Chambéry pas een eerste schijf van 50% van het subsidiebedrag ontvangen van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding nadat de vzw beschikt over een document waaruit blijkt dat “de investering niet leidt tot huurprijsverhoging en over een huurzekerheid voor een periode van 10 jaar beschikt”. Om vzw Buurtwerk Chambéry in de mogelijkheid te stellen om aan die voorwaarde tegemoet te kunnen komen, wensen de partijen het bestaande precaire gebruiksrecht om te zetten in een langdurig zakelijk recht.
Is overeengekomen:
Artikel 1.- Vestiging van erfpachtrecht
De Vlaamse Gemeenschapscommissie verleent aan de vzw Buurtwerk Chambéry, die aanvaardt, een erfpachtrecht op het hierna beschreven onroerend goed.
Artikel 2.- Omschrijving van het goed
Het recht van erfpacht heef betrekking op het hierna vermelde goed:
Een gebouwencomplex, gekend als “jeugdhuis”, gelegen in de Xxxxxxxxxxxxxx 00-00 xx 0000 Xxxxxxx (Xxxxxxxxx) thans of vroeger gekadastreerd sectie B, perceel nr. 415/W/4, met een oppervlakte van 2 a 15 ca.
Hierna genoemd "het goed".
Voormelde goed behoort toe aan de erfpachtgever ingevolge de overdracht van de Vlaamse Gemeenschap aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie bij besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 1995, bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 augustus 1995.
De erfpachter stelt zich met deze oorsprong van eigendom tevreden en vraagt geen andere titel dan een uitgifte van deze akte.
Artikel 3.- Doel van de overeenkomst
De vestiging van het zakelijk recht van erfpacht geschiedt om reden van openbaar nut, meer bepaald de organisatie van een geïntegreerde wijkwerking.
Deze bestemming mag door de erfpachter niet gewijzigd noch uitgebreid worden zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke en voorafgaande toestemming van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In dit verband zal de erfpachter erover waken dat de bestemming van het goed niet in strijd zal zijn met het karakter van het goed en het karakter van de omgeving.
Artikel 4.- Duur
Het recht van erfpacht wordt toegestaan en aanvaard voor een ondeelbare periode van zes en zestig (66) opeenvolgende jaren, beginnend op datum van de terbeschikkingstelling van het goed, namelijk op datum van heden en van rechtswege eindigend op .
De erfpacht is na het verstrijken van voornoemde termijn, met inachtneming van de wettelijk toegelaten maximumtermijn van 99 jaar, verlengbaar bij onderlinge uitdrukkelijke toestemming van de partijen na een besluit in die zin van hun respectieve bevoegde organen.
De erfpacht kan in geen geval stilzwijgend worden verlengd.
Artikel 5.- Erfdienstbaarheden
De erfpacht wordt gevestigd op het goed met alle lijdende, zichtbare en niet zichtbare, voortdurende en niet voortdurende erfdienstbaarheden die het goed zouden kunnen bezwaren, en de erfpachter zal genieten van de heersende erfdienstbaarheden, indien er zijn, dit alles op
zijn kosten, lasten en risico, en zonder dat dit beding aan om het even wie meer rechten zou geven dan hij er zou bezitten als gevolg van regelmatige en niet verjaarde titels of als gevolg van de wet.
De erfpachter zal enkel erfdienstbaarheden kunnen vestigen voor zover deze noodzakelijk zijn voor de exploitatie. Deze erfdienstbaarheden zullen slechts gelden zolang de erfpacht tussen de partijen geldt. De erfpachtgever zal de erfdienstbaarheden die hij wenst te behouden bij het einde van de erfpachtovereenkomst kunnen behouden, onder de modaliteiten die hij dan zal vaststellen, zoals hij eveneens rechtsgeldig eenzijdig zal kunnen beslissen de andere als onbestaande te aanzien. Deze bepalingen zullen ter kennis worden gebracht aan degenen met wie de erfpachter contractueel erfdienstbaarheden vaststelt.
Kosten veroorzaakt door schade die is ontstaan vóór deze overeenkomst vallen ten laste van de erfpachtgever.
Artikel 6.- Bijzondere voorwaarden
De erfpachter is in de plaats gesteld in alle rechten en verbintenissen van de erfpachtgever aangaande gezegde bepalingen, zonder verhaal tegen de erfpachtgever noch enige tussenkomst van deze om welke reden het ook weze.
Artikel 7.- Canon
Het recht van erfpacht wordt verleend tegen betaling door de erfpachter van een jaarlijkse canon van een (1) EUR die de erfpachter dient te betalen voor de jaarlijkse vervaldag en voor de eerste maal door overschrijving op het rekeningnummer XX00 0000 0000 0000 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie onder vermelding "canon Chambéry".
Indien de vergoeding niet betaald is op de vervaldag, zal van rechtswege en zonder ingebrekestelling wettelijk interest verschuldigd zijn vanaf de vervaldag tot op de dag van betaling.
Artikel 8.- Overdracht
De erfpachter kan zijn recht van erfpacht zoals aangeduid in deze overeenkomst niet overdragen behoudens bij schriftelijk akkoord van de erfpachtgever. In geval van overdracht met akkoord van de erfpachtgever, blijft de erfpachter echter steeds persoonlijk gehouden om de canon te voldoen en blijft hij met de overnemer hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk voor de uitvoering van alle uit onderhavige overeenkomst voortvloeiende verbintenissen.
De erfpachter is er toe gehouden om de erfpachtgever te vrijwaren tegen al de bezitsdaden van derden die tot verkrijgende verjaring kunnen leiden.
Artikel 9.- Natrekking
Bij het beëindigen van onderhavige overeenkomst hetzij door het verstrijken van de termijn, hetzij door het vervallen of het verbreken van de overeenkomst, zullen al de opgerichte gebouwen, installaties, constructies en aanplantingen, in goede staat van onderhoud, eigendom
worden van de erfpachtgever, zonder dat deze gehouden zal zijn tot enige vergoeding, van welke aard ook.
De zakelijke of persoonlijke rechten die de erfpachter zou hebben toegestaan, moeten bij de beëindiging van de overeenkomst, in welke gevallen ook, niet door de erfpachtgever worden gerespecteerd. Ingeval van gehele of gedeeltelijke vernieling van de in erfpacht gegeven gebouwen, heeft de erfpachter de keuze tussen het heropbouwen ervan of de afstand van het erfpachtrecht met afstand van de door de verzekeraar uit te betalen vergoeding. Opdat dit laatste recht zou kunnen uitgeoefend worden, dient de erfpachter een verzekering aan te gaan die de gebouwen dekt voor de volledige wederopbouwwaarde zonder de verplichting tot wederopbouw krachtens de verzekering.
De voormelde keuze zal door de erfpachter bij een ter post aangetekende zending worden meegedeeld aan de erfpachtgever binnen de zes maand na het voorval. Indien de gebouwen worden heropgericht, is de erfpachtgever gerechtigd een duurdere of grotere wederopbouw te verkiezen, mits daarvan de meerprijs te dragen.
Artikel 10.- Hernieuwing van de erfpacht
Wanneer, na het verstrijken van de termijn vermeld onder artikel 3, de erfpachter in het bezit wordt gelaten van het goed, is er geen sprake van stilzwijgende verlenging en kan er een einde gesteld worden aan deze bezetting door een vooropzeg van drie maanden bij aangetekend schrijven door de erfpachtgever.
Op voorwaarde dat de aanvraag bij aangetekend schrijven gebeurt, en dit ten vroegste vijf jaar en ten laatste één jaar voor het verstrijken van de termijn van huidige overeenkomst, kan de erfpachter een nieuwe erfpacht aanvragen.
Artikel 11.- Hypotheek
De erfpachter heeft het recht om zijn erfpachtrecht en de door hem aangebrachte werken met een hypotheek te bezwaren, voor zover de termijn deze van onderhavige overeenkomst niet overschrijdt.
Artikel 12.- Verhuring
De erfpachter mag het in erfpacht gegeven goed en de door hem aangebrachte bouwwerken noch geheel, noch gedeeltelijk verhuren of in gebruik geven aan een derde, behoudens schriftelijk akkoord van de erfpachtgever, die de gevraagde toestemming evenwel niet zonder gegronde reden kan weigeren.
De erfpachter blijft aansprakelijk voor de uitvoering van alle uit deze overeenkomst voorvloeiende verplichtingen.
Voor kortstondig gebruik en verhuur van lokalen in functie van de doelstellingen van de werking wordt er een basisovereenkomst opgemaakt tussen beide partijen.
Artikel 13.- Onderhouds - en herstellingswerken
De erfpachter neemt de goederen over in de staat waarin ze zich bevinden op datum van ondertekening van de authentieke akte.
De erfpachter staat in voor het onderhoud van bovenvermeld goed, evenals voor het onderhoud van alle door hemzelf of voor hem verwezenlijkte of aangebrachte constructies van welke aard ook. Hij neemt de kosten van dit onderhoud ten laste en verbindt er zich toe alle herstellingen uit te voeren (waaronder ook de grove herstellingen omschreven in artikels 605 en 606 van het Burgerlijk Wetboek), zelfs indien deze te wijten zijn aan toeval of overmacht, zonder enige schadevergoeding van de eigenaar te kunnen eisen.
De erfpachter is ertoe gehouden de voorafgaande, schriftelijke toestemming van de erfpachtgever te bekomen vooraleer werken, van welke aard ook, waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is, aan te vatten.
Ten behoeve van deze bepaling wordt voorafgaandelijk door de partijen een plaatsbeschrijving opgemaakt. De kosten hiervan zijn ten laste van de erfpachtgever.
Artikel 14.- Verzekeringen
§ 1. Tijdens de gehele duur van de erfpacht verbindt de begunstigde zich ertoe het bovenvermelde gebouw evenals de door of voor hem opgerichte gebouwen voor de volledige wederopbouwwaarde te verzekeren tegen brand en aanverwante risico's bij een door de erfpachtgever goedgekeurde verzekeringsmaatschappij.
Op eerste aanvraag van de erfpachtgever zal de erfpachter het bestaan van de verzekeringen en de regelmatige betaling van de premies bewijzen.
De erfpachter staat verder op eigen kosten tevens in voor het nemen van alle bij wetten, decreten of besluiten van de hogere overheid verplichte verzekeringen met betrekking tot de in erfpacht gegeven gebouwen en de door of voor hem opgerichte gebouwen.
§ 2. De erfpachter is volledig aansprakelijk, ter algehele ontlasting van de eigenaar, voor alle schade en ongevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks en aan het om even wie of wat veroorzaakt zouden worden als gevolg van de activiteiten die in de in erfpacht gegeven constructies plaats vinden, met uitsluiting van het geval van fout of verzuim in hoofde van de eigenaar of zijn aangestelden.
Artikel 15.- Ingenottreding, belastingen en taksen
Het in erfpacht gegeven goed is vrij van gebruik. De erfpachter zal de onroerende voorheffing en de andere belastingen van alle aard, zelfs deze die alleen ten laste van erfpachtgever vallen, en welke betrekking hebben op de in erfpacht gegeven goederen en alle er zich op bevindende of er op te richten constructies te zijnen laste nemen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand van ondertekening.
Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat de erfpachtgever de onroerende voorheffing betreffende het goed inzake het lopend jaar pro rata temporis zal dragen en betalen, en dat hij zich er van zal onthouden er teruggave van te vragen, om welke reden ook.
Artikel 16.- Einde van de erfpacht
De erfpacht neemt een einde door het verstrijken van de in artikel 3 van deze overeenkomst vermelde termijn en tevens, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, indien en zodra de erfpachter ophoudt te bestaan.
De erfpachter kan zich steeds vervroegd vrijmaken van dit recht van erfpacht op voorwaarde dat de achterstallige vergoedingen tot aan de dag der overlating dadelijk betaald worden.
Indien de erfpachtgever voor het verstrijken van de in artikel 3 van deze overeenkomst vermelde termijn eenzijdig een einde stelt aan het recht van erfpacht zonder dat de erfpachter in gebreke is gebleven omdat hij, om reden van algemeen belang of van lokaal belang een andere bestemming wenst te geven aan het onder artikel 2 van deze overeenkomst vermelde goed, zal hij de begunstigde voor de door of voor hem opgerichte constructies vergoeden zoals gebruikelijk is inzake onteigeningen om reden van openbaar nut, gesteund op een deskundige schatting en na afhouding van de door de begunstigde eventueel aan de erfpachtgever nog verschuldigde bedragen.
Artikel 17.- Sanctie
De erfpachtgever heeft het recht om voor de bevoegde rechtbanken de ontbinding van de erfpacht met schadevergoeding te vorderen bij wanprestatie door de erfpachter en bij zware of herhaalde lichte inbreuk door de erfpachter op de verplichtingen die hem bij deze overeenkomst worden opgelegd.
Als zware inbreuken worden beschouwd zonder dat deze opsomming als limitatief geldt, onder meer: de wijziging van de bestemming door de erfpachter, de niet-betaling van de jaarlijkse vergoedingen binnen twee maanden na ingebrekestelling en het gebrekkig onderhoud of herstel van de in erfpacht gegeven goederen en opstallen.
Artikel 18.- Stedenbouw
De erfpachtgever verklaart dat voor het goed, voorwerp van onderhavige akte, noch een stedenbouwkundige vergunning, noch een verkavelingsvergunning, noch een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunningen zouden kunnen worden verkregen, werd verleend en dat geen verzekering kan worden gegeven omtrent de mogelijkheid om nog verder op het in erfpacht gegeven goed te bouwen of om daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.
De erfpachter verbindt zich toe de stedenbouwkundige voorschriften stipt na te leven. Hij zal niet met de oprichting van gebouwen beginnen vooraleer hij op eigen kosten alle nodige vergunningen en goedkeuringen heeft bekomen.
De erfpachtgever verklaart dat het in erfpacht gegeven goed niet gelegen is in een beschermd landschap en dat het goed bij zijn weten op heden geenszins het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening.
Artikel 19.- Bodemverontreiniging
De partijen verklaren op de hoogte te zijn van de bepalingen van de Brusselse ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems, die onder andere aan de eigenaar van een onroerend goed de verplichting opleggen een door het Brussels Instituut Voor Milieubeheer opgesteld bodemattest aan de erfpachter te overhandigen, en, indien uit dit attest blijkt dat het betreffende perceel potentieel vervuild is, over te gaan tot een verkennend bodemonderzoek en in voorkomend geval tot een behandeling van de bodemverontreiniging.
De erfpachtgever verklaart met betrekking tot het in erfpacht gegeven goed geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de erfpachter of aan derden, of die aanleiding kan geven tot saneringsverplichtingen, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de bevoegde overheid in dit geval kan opleggen.
Artikel 20.- Kosten
Alle kosten en rechten, voortvloeiend uit deze overeenkomst, evenals de kosten voortvloeiend uit het verlijden van de authentieke erfpachtakte, met inbegrip van de registratierechten, de overschrijvingskosten en andere, vallen ten laste van de erfpachter.
Artikel 21.- Woonstkeuze
Voor de uitvoering van deze akte, doen beide partijen keuze van woonst op hun respectievelijke adressen.
Artikel 22.- Postinterventiedossier
Overeenkomstig het Koninklijk Besluit van vijfentwintig januari tweeduizend en één betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van zeven februari tweeduizend en één, verklaart de erfpachtgever dat er aan deze goederen sinds één mei tweeduizend en één geen werken werden uitgevoerd door één of meerdere aannemers waarvoor een postinterventiedossier diende te worden opgesteld en dat er bijgevolg geen dergelijk dossier bestaat.
Artikel 23.- Verklaring
De eigenaar verklaart niet BTW-plichtig te zijn.
De erfpachter verklaart dat hij dit zakelijk recht verkrijgt om reden van openbaar nut, meer bepaald voor welzijnsactiviteiten.
Artikel 24.- Ambtshalve inschrijving
De partijen zijn van oordeel dat er geen onroerend voorrecht bestaat en dat er bijgevolg geen ambtshalve inschrijving dient genomen bij de overschrijving van de akte.
De erfpachter verklaart volledig rechtsbekwaam te zijn en niet in staat van faillissement, vereffening of onbekwaamheid te verkeren, noch een gerechtelijk akkoord aangevraagd te hebben en niet te vallen onder de toepassing van de collectieve schuldenregeling.
Artikel 25.- Authentieke akte
De akte die de uitvoering van deze afstand vastlegt zal ten laatste binnen de drie maanden na de ondertekening van onderhavige overeenkomst verleden worden door Notaris Xxxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Opgesteld te Brussel, op erkent een exemplaar ontvangen te hebben.
in twee exemplaren waarvan elke partij