Toelichting bij de Model Nadere overeenkomst ARBIT-2016
Rijksoverheid
Toelichting bij de Model Nadere overeenkomst ARBIT-2016
1. Inleiding
De Model Nadere overeenkomst is bedoeld voor IT-opdrachten die onder een Raamovereenkomst worden gecontracteerd waarop de ARBIT van toepassing is. Het model bevat een aantal bepalingen die bij elke Nadere overeenkomst van toepassing zijn en een aantal optionele bepalingen. Aan het eind van de Toelichting bij de Raamovereenkomst is een tabel opgenomen waarin specifieke onderwerpen zijn opgesomd die, als de specifieke situatie dat vereist, in de Overeenkomst aanvullend regeling behoeven.
Dit model is bedoeld voor Nadere overeenkomsten onder een Raamovereenkomst die Opdrachtgever met meer dan een Wederpartij aangaat. De Xxxxxxxxxxxxxxxx stelt Opdrachtgever in staat om deze Wederpartijen ten behoeve van te plaatsen opdrachten tot mededinging op te roepen (minicompetitie van artikel 5 van de Raamovereenkomst). Met de Wederpartij bij de Raamovereenkomst die op grond van de vastgestelde gunningscriteria in een 2e ronde de beste inschrijving heeft ingediend, wordt vervolgens een Nadere overeenkomst afgesloten.
2. Ondertekening
Omdat de grootste opdrachtgever binnen het Rijk de Staat der Nederlanden is en de betrokken minister doorgaans zelfstandig bevoegd is tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen, is het model op die basis uitgewerkt. In andere gevallen moet de overeenkomst op dit punt worden aangepast. Als de Overeenkomst niet door maar namens de betrokken minister ondertekend. In die gevallen dient daartoe een volmacht aan de ondertekenaar te zijn verleend overeenkomstig artikel 32 Comptabiliteitswet en het daarop gebaseerde Besluit Privaatrechtelijke rechtshandelingen.
De bevoegdheid van Wederpartij dient door Opdrachtgever te worden geverifieerd aan de hand van een uittreksel uit het Handelsregister en, in voorkomend geval, door het laten overleggen van een (beperkte) volmacht.
3. Overwegingen
Voor een goed begrip van de in de Overeenkomst vervatte afspraken is het van groot belang om de beweegredenen van de Opdrachtgever daarin vast te leggen. Daarvoor dienen de overwegingen bij de Raamovereenkomst en de Nadere overeenkomst.
Een IT-opdracht begint met het formuleren van een functionele behoefte van Opdrachtgever in een Bestek (offerteaanvraag) en op het niveau van de Nadere overeenkomst in de Nadere oproep tot mededinging. Hoe beter Opdrachtgever er in slaagt het door hem beoogde gebruik van de Prestatie in het Bestek en de Nadere oproep tot mededinging te verwoorden, hoe beter de markt kan offreren. Bij het verwoorden van het met de Prestatie beoogde gebruik is tevens van belang dat Wederpartij voldoende inzicht wordt gegeven in het organisatieonderdeel van Opdrachtgever waarbinnen de Prestatie moet worden verricht.
De ondernemer wordt op zijn beurt geacht zich in voldoende mate op de hoogte te hebben gesteld van de organisatie van Opdrachtgever en de doelstellingen in verband waarmee Opdrachtgever de Overeenkomst aangaat, om een oplossing te kunnen offreren waarmee optimaal wordt voldaan aan het met de Prestatie door Opdrachtgever beoogde gebruik. Een oplossing dus die voldoet aan de daaraan door Opdrachtgever gestelde eisen en die optimaal tegemoet komt aan de door deze gestelde wensen.
In de formulering van de Overwegingen is aangesloten op de informatie- en onderzoekverplichtingen van partijen van artikel 4 ARBIT. Hiermee is - in lijn met de Toelichting bij
artikel 4 ARBIT - nog eens benadrukt dat een actieve precontractuele houding van beide partijen van groot belang is voor het welslagen van de Prestatie.
In de huidige opzet van de Model Nadere overeenkomst loopt de beschrijving van het beoogde gebruik van de Prestatie van Opdrachtgever (overwegingen) over in het Overeengekomen gebruik dat erop is gericht om Opdrachtgever een Prestatie te verschaffen die voldoet aan de in het Bestek daaraan gestelde eisen en zo veel mogelijk tegemoet komt aan de wensen van Opdrachtgever.
Artikelsgewijze toelichting bij de modelovereenkomst
Artikel 2. Voorwerp van de Overeenkomst
Artikel 2.1
In dit lid is de Prestatie vooral in juridische termen geformuleerd. De tabel is bedoeld om de gebruiker te helpen met de onderverdeling van de Prestaties die afzonderlijk of tezamen het voorwerp van de Overeenkomst vormen. Het voorwerp van de Overeenkomst kan bestaan uit de koop van Producten, het uitvoeren van een Opdracht, het ter beschikking stellen van Standaardprogrammatuur of een combinatie daarvan. Die onderverdeling vormt de blauwdruk voor de verdere uitwerking van het voorwerp van de Prestatie in de volgende artikelen.
Ter illustratie; de aanschaf, installatie en implementatie van Apparatuur valt uiteen in de levering van een Product en de uitvoering van een tweetal Opdrachten (Installatie en Implementatie).
De gebruiker dient in de verschillende tabellen tenminste de kern van de Prestatie duidelijk en begrijpelijk aan te geven. Daarbij gaat het om de aard van de Prestatie (Artikel 2), de wijze van Aflevering/ Oplevering daarvan (Artikel 5), de wijze van Acceptatie (Artikel 6), de daarbij behorende Vergoeding (Artikel 7) en tenslotte de wijze van facturering en betaling (Artikel 8).
Bij het verwerven van Gebruiksrechten dient in Artikel 2 de omvang en de aard van het Gebruiksrecht, alsook de bijbehorende betalingssystematiek (bijvoorbeeld per gebruiker of per machine) te worden beschreven. De beschrijving van de gebruikersgroep verdient bijzondere aandacht omdat de Staat der Nederlanden weliswaar Opdrachtgever is, maar een Gebruiksrecht doorgaans wordt aanbesteed ten behoeve van een specifiek onderdeel van de Staat. Als het verschil tussen de Staat der Nederlanden als de rechtspersoon aan wie het Gebruiksrecht toekomt en de gebruikersgroep die tot het gebruik gerechtigd is niet tot uitdrukking komt in de aanbesteding, werkt dat prijsopdrijvend. Voor de meeste businessmodellen in de IT-markt is de omvang van de gebruikersgroep namelijk een belangrijke prijsbepalende factor.
De tabel waarin de onderverdeling van de Prestaties tot uitdrukking komt is bedoeld als hulpmiddel. Voor de vraag welke Bijzondere bepalingen van de Voorwaarden op de Overeenkomst van toepassing zijn is de opsomming en onderverdeling in deze tabellen dus slechts richtinggevend. Welke Bijzondere bepalingen van toepassing zijn, wordt dus niet bepaald door de onderverdeling in deze tabel, maar door de aard van de Prestatie. Dit moet per geval goed worden nagegaan. Het is (ook) daarom van belang dat inkopers vertrouwd zijn met de inhoud en opzet van de Voorwaarden.
Artikel 2.2
In dit lid is bepaald welke documenten onderdeel uitmaken van de Overeenkomst en is de onderlinge rangorde daarvan vastgelegd.
Bovenaan in de rangorde staat de Raamovereenkomst op grond waarvan partijen deze Nadere overeenkomst aangaan. Dan volgen achtereenvolgens dit document (waarmee concreet wordt gedoeld op de overwegingen en de artikelen 1 tot en met 9 van deze nadere overeenkomst), de Nadere oproep tot mededinging, de Nadere offerte en de overige Bijlagen. De Raamovereenkomst komt in rang boven de Nadere overeenkomst. Aan de Raamovereenkomst is meestal namelijk een Europese aanbesteding voorafgegaan en de mogelijkheid tot wijziging van een als resultaat van een Europese aanbesteding tot stand gekomen overeenkomst is om aanbestedingsrechtelijke redenen beperkt (zie o.a. HvJ Pressetext Nachrichtenagentur, C-454/06).
In andere gevallen dienen partijen de wijziging op het niveau van de Raamovereenkomst overeen te komen en kan dat dus niet bij de Nadere overeenkomst.
Artikel 2.3
Onder omstandigheden kunnen twee Overeenkomsten tussen dezelfde partijen zodanig met elkaar samenhangen dat het succes van de ene Overeenkomst een voorwaarde is voor de toegevoegde waarde voor Opdrachtgever van een andere Overeenkomst. Een voorbeeld is een Opdracht tot Implementatie die samenhangt met een andere Overeenkomst waardoor bij dezelfde Wederpartij de te implementeren programmatuur wordt verworven. De implementatieopdracht heeft natuurlijk geen zin meer wanneer de programmatuurovereenkomst wordt ontbonden. In die gevallen kan expliciet worden overeengekomen dat er samenhang bestaat tussen beide Overeenkomsten zodanig dat een grond voor ontbinding van de ene Overeenkomst ook een ontbindingsgrond voor de andere Overeenkomst oplevert (artikel 30.5 ARBIT).
Artikel 3. Contactpersonen en rapportage
Artikel 3.1
De aanwijzing van contactpersonen vloeit voort uit artikel 2 ARBIT.
Artikel 3.2
Lid 2 beschrijft de aard en omvang van de rapportageverplichting van de Wederpartij. Het gaat daarbij behalve om de inhoud van hetgeen wordt gerapporteerd ook om de frequentie waarin dat dient te gebeuren.
Voor Opdrachten ligt in artikel 51 ARBIT de basis voor de rapportageverplichting van Wederpartij.
Artikel 4. Inwerkingtreding en duur van de Nadere overeenkomst
Artikel 4.1
De Nadere overeenkomst treedt in werking zodra deze door beide partijen is ondertekend, dus niet al gelijk na het bereiken van mondelinge overeenstemming. Het is daarom van belang dat beide partijen bij ondertekening ook de datum invullen.
Artikel 4.2
Wat betreft de duur van de Nadere overeenkomst kan worden onderscheiden in overeenkomsten voor onbepaalde tijd en overeenkomsten voor bepaalde tijd. De overeenkomst voor onbepaalde tijd komt bij IT-contractering onder Xxxxxxxxxxxxxxxxxx weinig voor. Overeenkomsten voor bepaalde tijd vallen uiteen in overeenkomsten die eindigen door het verstrijken van een bepaalde periode en overeenkomsten die eindigen op het moment waarop de Prestatie is verricht.
Het optionele artikel 4.2 is bedoeld om de looptijd van de Overeenkomst vast te leggen bij een overeenkomst voor bepaalde tijd die eindigt door het verstrijken van een bepaalde periode.
Ten behoeve van het contractbeheer is gekozen voor expliciete vermelding van de einddatum van de Overeenkomst.
Artikel 4.3
In dit artikel 4.3 is voorzien in een mogelijkheid om de in artikel 4.2 bedoelde Nadere Overeenkomst onder gelijkblijvende voorwaarden te verlengen. In de tekst behoeft in dat geval alleen de duur van de verlenging te worden vermeld en de uiterste datum waarop van die optie gebruik kan worden gemaakt.
Indien partijen zekerheidshalve willen dat verlenging plaatsvindt door middel van een aangetekende brief met ontvangstbevestiging dient lid 3 hierop te worden aangepast.
Artikel 5. Aflevering en Oplevering
In de model Nadere overeenkomst is als uitgangspunt genomen dat de datum van Aflevering wordt vastgelegd in de tabel. Denkbaar is echter dat de datum van Aflevering pas later wordt bepaald zodat opneming in de tabel niet mogelijk is. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de Overeenkomst Opdrachtgever het recht geeft om daaronder Producten af te roepen. In voorkomend geval kan in de kolom “Afleverdatum” een termijn na feitelijke afroep worden
vermeld. De in de kolom “Afleverdatum” bepaalde data zijn Fatale termijnen in de zin van artikel
1.8 ARBIT.
Leverancier ontvangt van Opdrachtgever een bewijs van ontvangst met dagtekening voor de in ontvangst genomen Producten (artikel 6.4 ARBIT).
Artikel 5.2
De Oplevering van Maatwerkprogrammatuur, Standaardprogrammatuur en adviesdiensten is doorgaans gekoppeld aan de beschikbaarstelling van een exemplaar van bijvoorbeeld de Programmatuur of een onderzoeksrapport op een bepaalde datum en plaats. Deze wijze van Oplevering is dan ook opgenomen in de tabel.
Overige Opdrachten
Voor andere dan de in de artikelen 54 t/m 67 ARBIT benoemde specifieke Opdrachten (Adviesdiensten, de ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur en Detachering) gelden enkel de in de artikelen 48 t/m 52 ARBIT opgenomen algemene bepalingen voor Opdrachten. De voor deze specifieke Opdrachten geldende regels kunnen nader worden uitgewerkt in de Modelovereenkomst. Voor Oplevering, Acceptatie en Vergoeding kan in voorkomend geval gebruik worden gemaakt van categorie B6 in de tabellen. Alleen als dat niet volstaat moet de Modelovereenkomst worden aangevuld.
Aanleiding voor aanvulling kan bijvoorbeeld bestaan als gebruik wordt gemaakt van specifieke contractvormen als webhosting, cloud computing, outsourcing, etc.
Onderhoud
Een Onderhoudsovereenkomst is afwijkend in die zin dat Opdrachtgever gedurende een overeengekomen periode aanspraak heeft op een bepaald niveau van dienstverlening. Daarom kan bij Onderhoud niet van één Opleverdatum kan worden gesproken. Onderhoud wordt dan ook niet Opgeleverd en is om die reden niet opgenomen in de tabel. Artikel 8.2 werkt deze systematiek verder uit door als uitgangspunt te nemen dat betaling van Onderhoud jaarlijks vooraf plaatsvindt.
Artikel 5.3
Artikel 58 ARBIT verplicht Wederpartij de Broncode van Maatwerkprogrammatuur aan Opdrachtgever te verstrekken. Indien Opdrachtgever ook ten aanzien van Standaardprogrammatuur recht heeft op afgifte van de Broncode, zoals bij OSS, is Wederpartij (afgezien van hetgeen daarover in de betreffende OSS licentie is bepaald) op grond van artikel 5.3 steeds gehouden Opdrachtgever daarvan een exemplaar te geven indien deze daarom verzoekt.
Artikel 6. Acceptatie
artikel 6.1
In dit lid wordt de Acceptatie geregeld. De Acceptatieprocedure kan in voorkomend geval worden uitgewerkt in een Bijlage bij de Nadere overeenkomst. Soms is de procedure zo eenvoudig dat deze in de tabel kan worden opgenomen. De periode waarin de Acceptatieprocedure kan worden doorlopen vangt aan nadat de Prestatie overeenkomstig artikel 5 is Afgeleverd c.q. Opgeleverd.
Overeenkomstig artikel 11.2 ARBIT geldt in beginsel een periode van 14 dagen waarbinnen Opdrachtgever aan Wederpartij dient aan te geven of hij de Prestatie Accepteert (cursief 14 dagen ingevuld in de tabel). Partijen kunnen bij de Nadere overeenkomst afwijken van deze 14 dagentermijn door opname van een andere termijn in de daarvoor bestemde kolom.
Detachering
Bij detachering wordt in de regel maandelijks achteraf gefactureerd op basis van goedgekeurde urenstaten. De goedkeuring van de urenstaat door Opdrachtgever levert dan de Acceptatie op die op grond van artikel 11.1 ARBIT vereist is voor betaling. In artikel 5.2 dient te worden aangegeven wanneer de ingediende urenstaten worden goedgekeurd (bijvoorbeeld maandelijks achteraf) en aan welke vereisten de urenstaat dient te voldoen (op te nemen in een Bijlage model Urenstaten).
Onderhoud
Onderhoud wordt in de regel niet opgeleverd ter Acceptatie, zodat goedkeuring van de dienstverlening en de voor betaling vereiste Acceptatie hier afwijkend zijn geregeld.
De beoordeling van de kwaliteit van Onderhoud door of namens Opdrachtgever vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de Bijlage Service level agreement.
Onderhoud wordt doorgaans vooruit betaald door de Opdrachtgever. Het moment waarop het voorschot door Opdrachtnemer gefactureerd mag worden dient te worden geregeld in Artikel 8. In artikel 8.4 is vermeld dat voor betaling van de onderhoudsvergoeding geen voorafgaande Acceptatie is vereist.
Artikel 6.2
Onder omstandigheden kan behoefte bestaan om de Prestatie ondanks de aanwezigheid van Gebreken toch te Accepteren. Artikel 11.6 en 12.5 ARBIT regelen in voorkomend geval dat Wederpartij de Gebreken, onder druk van een inhouding op de Vergoeding, met bekwame spoed herstelt.
De hoogte van de inhouding dient een serieuze prikkel tot herstel te zijn en in een redelijke verhouding te staan tot het belang van Opdrachtgever bij spoedig herstel.
Artikel 7. Vergoeding
Artikel 7.1
In de tabel dient per onderdeel van de Prestatie de prijs en de vergoedingsmaatstaf te worden vermeld. De meest gangbare vergoedingsmaatstaf is steeds al ingevuld; bijvoorbeeld prijs per Product bij koop en uurtarief bij Detachering.
BTW
De Vergoeding omvat de prijs exclusief BTW. In de tabel is de prijs zowel inclusief als exclusief BTW vermeld zodat voor Opdrachtgever duidelijk zichtbaar is of bepaalde onderdelen van de Prestatie zijn vrijgesteld van BTW of daarvoor het lage BTW-tarief geldt.
Artikel 7.2
In dit lid worden de Service levels vermeld die – mocht het overeengekomen dienstverleningsniveau niet worden gehaald – aanleiding geven voor een korting op de Vergoeding.
Artikel 7.3
Indien de Prestatie niet binnen de overeengekomen termijn is Op- c.q. Afgeleverd, wordt het in art.
7.3 in te vullen bedrag op de Vergoeding in mindering gebracht. De korting komt niet in mindering op een eventuele schadevordering en doet er niet aan af dat Opdrachtgever daarnaast nog nakoming, schadevergoeding en/of ontbinding kan vorderen (art. 14.3 ARBIT)
Artikel 7.4
De kwaliteit van Af- c.q. Opgeleverde Prestaties is wisselend hetgeen er toe leidt dat Prestaties nog regelmatig moeten worden afgekeurd. De schade die Opdrachtgever hierdoor leidt kan in veel gevallen worden verhaald op de Wederpartij. De ARBIT biedt daarnaast in artikel 7.4 nog een extra stimulans om de Prestatie zonder Gebreken Af- c.q. Op te leveren. Indien de Prestatie namelijk door Opdrachtgever wordt afgekeurd kan een korting in mindering worden gebracht op de Vergoeding voor iedere dag dat de Wederpartij nodig heeft om de geconstateerde Gebreken te herstellen.
Artikel 8. Facturering en betaling
Artikel 8.1
Conform de comptabele regelgeving voor het Rijk betaalt Opdrachtgever Wederpartij in beginsel niet dan nadat de Prestatie is geaccepteerd. Dit komt tot uitdrukking in artikel 15.1 ARBIT waarin is bepaald dat een betalingstermijn pas na Acceptatie gaat lopen, zelfs als Wederpartij al veel
eerder een factuur heeft verzonden. In de tabel van lid 1 zal om die reden meestal “Acceptatie” als tijdstip van verschuldigdheid worden vermeld, maar dit moment kan ook daarvoor liggen zoals bij betaling:
a) van een voorschot (artikel 16 ARBIT);
b) van onderhoudsvergoedingen (artikel 8.2);
c) bij Acceptatie van onderdelen van de Prestatie.
In voorkomend geval kan het afwijkende moment van verschuldigdheid in de tabel worden ingevuld.
Artikel 8.2
In artikel 11.1 ARBIT is bepaald dat Opdrachtgever niet gehouden is tot betaling voordat de Prestatie is geaccepteerd. Omdat Onderhoud in de praktijk dat Onderhoud vaak vooruit wordt betaald is in de Modelovereenkomst een afwijkende regeling opgenomen. Deze regeling komt er kort gezegd op neer dat Onderhoud vooraf wordt betaald, dat Onderhoud niet wordt opgeleverd (artikel 5.2) en dat de Wederpartij wordt afgerekend op de in de Service level agreement (hierna: SLA) overeengekomen Service levels (artikel 7.2).
De SLA bevat ook de sancties die aan Wederpartij kunnen worden opgelegd als deze tekortschiet in de nakoming van de overeengekomen Service levels.
Artikel 8.5
Indien Opdrachtgever reeds voorafgaand aan de Acceptatie van de Prestatie betalingen wenst te doen aan Wederpartij dient dit uitdrukkelijk te worden overeengekomen. Op grond van de Regeling verlening voorschotten dient Opdrachtgever onder omstandigheden een kredietinstellingsgarantie te vragen van Wederpartij (zie ook Toelichting bij artikel 16 ARBIT). Een model kredietinstellingsgarantie is bijgesloten bij de Modelovereenkomst. Een afschrift van de ondertekende kredietinstellingsgarantie dient als Bijlage bij de Overeenkomst te worden opgenomen. Het originele exemplaar van de garantie is een waardepapier en dient na afloop van de garantieperiode te worden teruggegeven. Het is daarom van belang de bewaring van een afgegeven garantie met de nodige veiligheidswaarborgen te omgeven.
In artikel 11.1 ARBIT is bepaald dat Opdrachtgever niet eerder hoeft te betalen dan nadat hij de Prestatie heeft geaccepteerd. Aangezien Onderhoud niet wordt opgeleverd ter Acceptatie (Toelichting bij Artikel 6) wordt hier bepaald dat artikel 11.1 ARBIT niet van toepassing is voor de betaling en facturering van Onderhoud.
Artikel 9. Algemene en bijzondere voorwaarden
Uitgangspunt is dat de Overeenkomst alleen wordt beheerst door de Voorwaarden van Opdrachtgever en niet door voorwaarden van Wederpartij of van derden (zie art. 8.1 Raamovereenkomst). In de praktijk blijkt het echter niet altijd mogelijk om voorwaarden van Wederpartij of derden volledig buiten toepassing te laten. Dat kan zijn omdat Opdrachtnemer in een zodanig sterke positie verkeert dat hij eenvoudig aan zijn eigen voorwaarden kan vasthouden maar ook omdat bij de uitvoering van de Prestaties gebruik wordt gemaakt van programmatuur van derden waaraan die derde eigen onbespreekbare gebruiksvoorwaarden heeft verbonden.
Onder dergelijke omstandigheden kan Opdrachtgever het optionele artikel 9.1 in de Model Nadere overeenkomst toepassen. Dit artikellid biedt de mogelijkheid om - onder strikte voorwaarden¬ - licentievoorwaarden van Wederpartij of van bij de Prestatie betrokken derden toepasselijk te laten zijn. Het spreekt voor zich dat het Bestek deze van toepassing verklaring dan niet moet verbieden.
Artikel 9.1 heeft alleen betrekking op algemene of bijzondere voorwaarden die onderdeel uitmaken van de Nadere offerte. Het gaat daarin dus niet om gevallen waarin Wederpartij van Opdrachtgever verlangt dat deze behalve dit document (de Model Nadere overeenkomst) ook een afzonderlijke licentieovereenkomst ondertekent. Ook voor een afzonderlijke licentieovereenkomst geldt evenwel dat met het afsluiten daarvan afbreuk zou worden gedaan aan het uitgangspunt dat geen andere voorwaarden onderdeel uitmaken van de Overeenkomst dan de ARBIT-Voorwaarden. Is het
afsluiten van zo’n afzonderlijke licentieovereenkomst evenwel onvermijdelijk (en aanbestedingsrechtelijk toegestaan) dan moet ook daarin in ieder geval expliciet aandacht worden geschonken aan:
a) de positie van die licentieovereenkomst in de rangorde als bedoeld in artikel 2.2, en
b) het van overeenkomstige toepassing zijn van artikel 9.1, derde en vierde gedachtestreepje.
De toepasselijkheid van licentievoorwaarden van Wederpartij of derden, in welke vorm ook, kan nooit afbreuk doen aan het Overeengekomen gebruik. In sommige gevallen, bijvoorbeeld als het gaat om licentievoorwaarden die betrekking hebben op OSS, is dat laatste ook niet waarschijnlijk. OSS licentievoorwaarden, zoals bijvoorbeeld de GNU General Public License (GPL), plegen zodanig ruime gebruiksrechten te verschaffen dat het Overeengekomen gebruik daardoor eerder nog wordt verruimd dan beperkt. In andere gevallen kan echter wel sprake zijn van een beperking van het Overeengekomen gebruik. Derhalve dient te worden gewaarborgd dat de in de ARBIT vereiste minimum omvang van de Gebruiksrechten niet alsnog door de toepassing van andere algemene voorwaarden wordt beperkt. Daarom is in artikel 9.1 derde gedachtestreepje bepaald dat het overigens Overeengekomen gebruik door de toepasselijkheid daarvan niet mag worden uitgesloten of beperkt.
Voorts kan het zijn dat licentievoorwaarden aanvullende verplichtingen voor Opdrachtgever bevatten die extra lasten meebrengen bijvoorbeeld voor licentiebeheer. Daarom is tevens bepaald dat daarin opgenomen aanvullende verplichtingen alleen gelden indien Wederpartij kan aantonen dat de verplichtingen van Opdrachtgever daardoor niet onredelijk worden verzwaard. Een voorbeeld van een onredelijke verzwaring is een bepaling op grond waarvan Wederpartij bevoegd is tot eenzijdige wijziging van de voorwaarden. Bij dat alles geldt tenslotte dat de uitzondering van
het tweede lid alleen geldt voor zover het om licentievoorwaarden gaat die betrekking hebben op een Gebruiksrecht dat aan Wederpartij ter beschikking wordt gesteld.
Mochten inschrijvers al tijdens de aanbesteding willen weten of bepaalde voorwaarden voldoen aan de hiervoor bedoelde in art. 9.2 gestelde eisen dan wordt geadviseerd om daarop terughoudend te reageren ook al omdat de inschrijving van Xxxxxxxxxxx op dat moment nog niet bekend zal zijn. Of, en zo ja in hoeverre, dergelijke voorwaarden afbreuk zouden kunnen doen aan het nog niet vastgestelde Overeengekomen gebruik, kan op dat moment derhalve niet worden vastgesteld. Wel is het verstandig om bij de beantwoording van dergelijke vragen direct te benadrukken dat andere voorwaarden in ieder geval niets kunnen afdoen aan de eigen verantwoordelijkheid van Opdrachtnemer voor het eindresultaat (de Prestatie). Indien over de impact van dergelijke voorwaarden al ten tijde van de inschrijving twijfel bij Opdrachtgever bestaat, is het verstandig om Wederpartij daarover direct om opheldering te vragen. Deze verheldering zal hij in zijn Offerte moeten geven.
Artikel 10. Overige bepalingen
Aan het eind van de Toelichting bij de Raamovereenkomst is een tabel opgenomen waarin specifieke onderwerpen zijn opgesomd die, als de specifieke situatie dat vereist, aanvullend regeling behoeven. Afhankelijk van de aard van de specifieke onderwerpen dienen deze in de Raamovereenkomst of de Nadere overeenkomst te worden geregeld.