AKTE VAN STATUTENWIJZIGING VERENIGING
AKTE VAN STATUTENWIJZIGING VERENIGING
Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond concept de dato 10 oktober 2018
./.
./.
./.
Xxxxx, * tweeduizend achttien, verschijnt voor mij, mr. Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx, notaris te Utrecht:
*, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van de xxxx Xxxx Xxxxxxx, geboren op die bij het verlenen van zijn volmacht handelde in zijn hoedanigheid van lid van het Bondsbestuur van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond, met statutaire zetel in de gemeente Nieuwegein, kantoorhoudende te 3439 MT Nieuwegein, Xxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 40531717, deze vereniging hierna te noemen: de "vereniging".
Van het bestaan van de volmacht blijkt uit een onderhandse akte, die aan deze akte wordt gehecht.
De verschijnende persoon verklaart:
A. Op * tweeduizend achttien heeft de bondsraad (de uit afgevaardigden bestaande algemene vergadering in de zin van de wet) van de vereniging besloten tot wijziging van de Statuten van de vereniging en tot verlening van machtiging aan de verschijnende persoon om de akte van Statutenwijziging te doen verlijden, hetgeen blijkt uit een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de bondsraad van de vereniging, *dat aan deze akte wordt gehecht.
B. Zijne Majesteit de Koning heeft geen bezwaar tegen bestendiging van het Recht tot het voeren van het Predicaat 'Koninklijk' door de vereniging, wederom te rekenen tot zes juni tweeduizend zesendertig, tenzij nieuwe wijzigingen andermaal een verzoek om bestendiging noodzakelijk maken, zoals blijkt uit een brief van de Dienst van het Koninklijk Huis de dato * tweeduizend achttien, die aan deze akte wordt gehecht.
C. De Statuten van de vereniging zijn laatstelijk gewijzigd bij akte, op dertig maart tweeduizend achttien verleden voor mr. Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx, notaris te Utrecht.
Ter uitvoering van de hiervoor bedoelde besluiten verklaart de verschijnende persoon de Statuten van de vereniging hierbij zodanig te wijzigen dat zij in hun geheel, met ingang van heden, komen te luiden als volgt:
NAAM EN ZETEL
Artikel 1
1. De vereniging draagt de naam:
Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond.
De vereniging wordt verder in deze Statuten en in de reglementen aangeduid met: (de) KNBSB.
2. De KNBSB heeft zijn zetel in de gemeente Nieuwegein.
INRICHTING
Artikel 2
1. De KNBSB bezit volledige rechtsbevoegdheid.
2. Organen van de KNBSB zijn:
a. het Congres;
b. de Commissie van Toezicht;
c. het Bondsbestuur;
d. de Aanklager, de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van de stichting: Stichting Instituut Sportrechtspraak, met statutaire zetel in de gemeente Utrecht, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 30189821, welke stichting in de Statuten en reglementen van de KNBSB wordt aangeduid met: (het) Instituut Sportrechtspraak, voor zover zij zijn belast met het berechten van overtredingen van het Tuchtreglement Dopingzaken, van het Dopingreglement, van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie, alsmede van het Reglement Matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak; en
e. personen, commissies en overlegorganen die krachtens de Statuten en reglementen van de KNBSB belast zijn met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
3. De organen van de KNBSB, als bedoeld in lid 2, bezitten als zodanig geen rechtspersoonlijkheid.
DUUR
Artikel 3
1. De KNBSB is de voortzetting van de vereniging geheten: Koninklijke Nederlandse Honkbal Bond, opgericht op zestien maart negentienhonderdtwaalf en de daarmee gefuseerde, met ingang van een januari negentienhonderdeenenzeventig ontbonden, vereniging als toen geheten: Nederlandse Amateur Softball Bond, onder de naam Nederlandse Dames Softball Bond, opgericht op vijftien december negentienhonderdeenenvijftig.
2. De duur van de KNBSB is onbepaald.
3. Het boekjaar van de KNBSB, tevens verenigingsjaar, loopt van één januari tot en met eenendertig december.
DOEL
Artikel 4
1. De KNBSB stelt zich ten doel de beoefening van honkbal en softbal als spel en sport in Nederland te (doen) regelen en te (doen) bevorderen.
2. Voor zover het tegendeel niet uit het verband voortvloeit, worden onder honkbal respectievelijk softbal mede verstaan recreatieve en aangepaste vormen van deze sporten.
3. De KNBSB stelt zich ten doel alles te doen wat tot de in lid 1 en 2 genoemde doelen bevorderlijk kan zijn, zulks in de ruimste zin van het woord.
DE KNBSB ALS REPRESENTATIEF ORGAAN
Artikel 5
1. De KNBSB, in en buiten Nederland optredend als enig vertegenwoordigend orgaan voor de beoefenaars van honkbal en softbal in Nederland, werkt alleen samen met die instanties en organisaties die hem als zodanig erkennen en is bij uitsluiting bevoegd met deze overeenkomsten op het gebied van honkbal en softbal te sluiten.
2. Uitsluitend de KNBSB is gerechtigd, door middel van zijn daartoe bevoegde organen, competities voor honkbal en softbal in te stellen.
3. Zonder vooraf verkregen toestemming van de KNBSB is het leden van de KNBSB niet toegestaan om honkbal- en softbalwedstrijden tegen teams van niet bij de KNBSB aangesloten Nederlandse organisaties dan wel van buitenlandse organisaties te organiseren en/of te spelen.
4. De KNBSB stelt in Nederland toe te passen officiële spelregels voor honkbal en softbal vast.
5. De KNBSB is bij uitsluiting bevoegd tot het kiezen van vertegenwoordigende Nederlandse honkbal- en softbalteams.
6. Leden van de KNBSB mogen geen zitting hebben in of vertegenwoordiger zijn bij internationale organisaties, waarbij de KNBSB is aangesloten, dan na instemming en/of op voordracht van de KNBSB.
LEDEN
Artikel 6
1. Leden van de KNBSB zijn:
a. verenigingen met volledige, dan wel beperkte rechtsbevoegdheid, die uitsluitend dan wel mede de in artikel 4 gestelde doelen beogen, alsmede afdelingen van zodanige verenigingen, welke leden in de ene of andere vorm honkbal en/of softbal als spel of sport beoefenen, die tot het lidmaatschap van de KNBSB zijn toegelaten.
Een zodanige vereniging, dan wel de eventuele niet rechtspersoonlijkheid hebbende honkbal- en/of softbalafdelingen van zodanige vereniging, wordt in de Statuten en reglementen van de KNBSB aangeduid met: aangesloten vereniging;
b. natuurlijke personen, die
1. lid zijn van een onder a. bedoelde aangesloten vereniging en daarmee ook lid zijn van de KNBSB, of
2. die een functie binnen de KNBSB of bij een aangesloten vereniging (gaan) uitoefenen en die tot het lidmaatschap van de KNBSB zijn toegelaten.
3. zich enkel voor het lidmaatschap van de KNBSB hebben aangemeld en geen lid zijn van een onder a. bedoelde aangesloten vereniging en die tot het lidmaatschap van de KNBSB zijn toegelaten.
Zodanige natuurlijke personen worden in de Statuten en reglementen van de KNBSB aangeduid met: bondsleden;
c. alle niet onder a. bedoelde rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, die de belangen van de KNBSB ondersteunen, behartigen en/of daar uitvoering aan geven en die tot het lidmaatschap van de KNBSB zijn toegelaten.
Zodanige rechtspersonen worden in de Statuten en reglementen van de KNBSB aangeduid met: buitengewone bondsleden;
d. natuurlijke personen en rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, die als zodanig zijn aangenomen en zich verplicht hebben de KNBSB te steunen met een door het Bondsbestuur te bepalen jaarlijkse bijdrage en die als donateur van de KNBSB zijn toegelaten.
Zodanige natuurlijke personen en rechtspersonen worden in de Statuten en reglementen van de KNBSB aangeduid met: donateurs;
e. ereleden en leden van verdienste, zijnde natuurlijke personen die zich ten opzichte van de KNBSB en/of een van de aangesloten verenigingen waarvan deze blijkens artikel 3 de voortzetting is, bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt, dan wel bij het in werking treden van deze Statuten reeds erelid of lid van verdienste van de KNBSB of van één der bedoelde aangesloten verenigingen waren en die tot het lidmaatschap van de KNBSB zijn toegelaten. Het erelidmaatschap van de KNBSB kan zowel aan leden als aan niet-leden van aangesloten verenigingen worden verleend. Ereleden en leden van verdienste worden, op voordracht van het Bondsbestuur, door het Congres benoemd.
2. a. Het Bondsbestuur beslist binnen drie maanden na het verzoek over de toelating tot het lidmaatschap, alsmede over de datum waarop het lidmaatschap ingaat. Deze termijn kan slechts eenmaal met drie maanden worden verlengd. Indien binnen drie maanden, of anders binnen de verlenging, op het verzoek niet is beslist, wordt de verzoeker geacht te zijn toegelaten als lid, behoudens hetgeen in het Algemeen Reglement is bepaald ten aanzien van bezwaar.
b. De voorwaarden voor toelating en de wijze van aanmelding worden in het Algemeen Reglement nader vastgesteld.
c. Het Bondsbestuur kan de beslissing over de toelating van de in lid 1 bedoelde rechtspersonen en natuurlijke personen mandateren.
3. In geval van niet-toelating door het Bondsbestuur kan op verzoek van betrokkenen alsnog op de eerstvolgende vergadering van de Commissie van Toezicht of het Congres
door de Commissie van Toezicht of het Congres tot toelating worden besloten. Het verzoek wordt behandeld door het orgaan dat als eerste bijeenkomt.
4. Het erelidmaatschap en het lidmaatschap van verdienste kan door het Congres, op voordracht van het Bondsbestuur, aan natuurlijke personen worden toegekend.
a. Ereleden en leden van verdienste worden beschouwd als bondsleden.
b. In buitengewone gevallen kan het Congres, op voorstel van het Bondsbestuur, aan een erelid de titel van erevoorzitter verlenen.
VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN
Artikel 7
1. Leden van de KNBSB zijn verplicht:
a. de Statuten en reglementen van de KNBSB, de besluiten van één van zijn organen, alsmede de van toepassing zijnde in het Algemeen Reglement nader aan te wijzen wedstrijdbepalingen/wedstrijdreglementen van internationale honkbal- en softbalorganisaties, dan wel (internationale) organisaties die zich bezighouden met recreatieve en aangepaste vormen van honkbal en softbal waarmee de KNBSB zich heeft verbonden, alsmede van de KNBSB na te leven;
b. de Statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak na te leven, voor zover deze betrekking hebben op doping, seksuele intimidatie en matchfixing;
c. de belangen van de KNBSB en van de honkbal- en softbalsport in het algemeen niet te schaden;
d. om tot hun vereniging of afdeling geen personen als lid toe te laten of te handhaven, die door de KNBSB zijn uitgesloten van deelneming aan honkbal- of softbalwedstrijden dan wel van het bekleden van enigerlei functie bij de KNBSB;
e. alle overige verplichtingen, welke voortvloeien uit het lidmaatschap van de KNBSB, te aanvaarden en na te komen.
2. De aangesloten verenigingen zijn bovendien verplicht, ten genoegen van het Bondsbestuur, in hun Statuten een bepaling op te nemen en daarin te houden, krachtens welke:
a. de aangesloten vereniging bevoegd is namens zijn eigen bondsleden verplichtingen aan te gaan jegens de KNBSB en/of met betrekking tot de naleving door zijn leden van door de KNBSB en diens organen bevoegdelijk gestelde regels en genomen besluiten; en
b. de aangesloten vereniging door zijn toetreding als vereniging namens zijn eigen bondsleden de verplichtingen aanvaardt en die aan zijn eigen leden oplegt de Statuten, reglementen en besluiten van de KNBSB en zijn organen na te leven, onder andere in het bijzonder met betrekking tot de Statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak, voor zover deze betrekking hebben op doping, seksuele intimidatie of matchfixing en de nu of later geldende bepalingen van het Tuchtreglement, het Algemeen Reglement en het reglement van wedstrijden van de KNBSB;
c. personen die als lid toetreden of zijn toegetreden tot de desbetreffende aangesloten vereniging en daardoor bondslid worden of zijn geworden van de KNBSB en als zodanig (mede-) onderworpen zijn aan de Statuten, reglementen en besluiten van de KNBSB en zijn organen, waaronder onder andere met name is begrepen de Statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak, voor zover deze betrekking hebben op doping, seksuele intimidatie of matchfixing;
d. personen, die een al dan niet betaalde functie binnen de desbetreffende aangesloten vereniging uitoefenen of zullen uitoefenen, met uitzondering van hen, die uitsluitend door een financiële bijdrage die aangesloten vereniging steunen of zullen steunen en van hen die met de honkbal- en softbalsport generlei bemoeienis hebben of zullen hebben, zich (mede-)onderwerpen aan de Statuten, reglementen en besluiten van de KNBSB en zijn organen, waaronder onder andere met name is begrepen de Statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak, voor zover deze betrekking hebben op doping, seksuele intimidatie of matchfixing.
3. De Statuten en reglementen van de aangesloten verenigingen mogen bovendien niet in strijd zijn met de Statuten en geldende reglementen van de KNBSB.
4. Een aangesloten vereniging is verplicht op een door het Bondsbestuur vastgestelde wijze opgave te doen van de bij die aangesloten vereniging geregistreerde bondsleden.
5. Behoudens de in deze Statuten en de nader in afzonderlijke reglementen vermelde verplichtingen kunnen aan de bondsleden slechts verplichtingen worden opgelegd na voorafgaande toestemming door het Congres.
6. Door de KNBSB kunnen in naam van de bondsleden geen verplichtingen worden aangegaan dan nadat het Bondsbestuur daartoe door het Congres vertegenwoordigingsbevoegd is verklaard, behoudens hetgeen bepaald is in deze Statuten.
7. De KNBSB kan met alle leden communiceren op voorwaarde dat de inhoud relevant is in het kader van het lidmaatschap van de KNBSB. Schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van de KNBSB geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de KNBSB respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel bekend is gemaakt, in deze Statuten aangeduid met: langs elektronische weg.
EINDE LIDMAATSCHAP
Artikel 8
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. voor wat betreft de in artikel 6 lid 1 onder a. bedoelde aangesloten verenigingen respectievelijk onder c. en d. bedoelde rechtspersonen:
i. wanneer het desbetreffende lid ophoudt te bestaan;
ii. door opzegging door het desbetreffende lid;
iii. door opzegging door de KNBSB;
iv. door ontzetting uit het lidmaatschap wegens handelingen of nalatigheden, waardoor het belang of het aanzien van de KNBSB dan wel de goede naam
van de Nederlandse honkbal- of softbalsport is geschaad of in opspraak is gebracht;
b. voor wat betreft de in artikel 6 lid 1 onder b., d. en e. bedoelde natuurlijke personen door:
i. overlijden;
ii. opzegging door het desbetreffende lid;
iii. opzegging door de KNBSB;
iv. door ontzetting uit het lidmaatschap wegens handelingen of nalatigheden, waardoor het belang of het aanzien van de KNBSB dan wel de goede naam van de Nederlandse honkbal- of softbalsport is geschaad of in opspraak is gebracht.
c. Het lidmaatschap van de in artikel 6 lid 1 onder b2. en b3. bedoelde bondsleden eindigt tevens als zodanig indien de desbetreffende persoon lid wordt van een aangesloten vereniging als bedoeld in 6 lid 1 onder a.
2. Opzegging namens de KNBSB geschiedt door het Bondsbestuur.
3. Opzegging door de KNBSB kan geschieden in de gevallen in de Statuten en reglementen genoemd, wanneer een aangesloten vereniging als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a. heeft opgehouden aan de vereisten door de Statuten voor het lidmaatschap gesteld te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijs van de KNBSB niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Opzegging van het lidmaatschap door de KNBSB of door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes weken. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de KNBSB of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd.
5. Het erelidmaatschap respectievelijk het lidmaatschap van verdienste kan worden ingetrokken door het Congres, mits het voorstel van het Bondsbestuur daartoe op de agenda van een vergadering van het Congres was geplaatst. Door intrekking van het erelidmaatschap van iemand aan wie de titel erevoorzitter was verleend, vervalt zodanige titel.
6. Opzegging van het buitengewone bondslidmaatschap door de onder artikel 6 lid 1 onder
c. bedoelde rechtspersonen kan geschieden door het Bondsbestuur, indien zij van mening is dat de desbetreffende rechtspersoon niet meer de belangen van de KNBSB ondersteunt, behartigt en/of daar uitvoering aan geeft.
7. In geval van wanbetaling van aan de KNBSB verschuldigde gelden kunnen aangesloten verenigingen alsmede buitengewone bondsleden en donateurs bij besluit van het Bondsbestuur volledig of deels geschorst worden in de uitoefening van het recht aan wedstrijden en andere activiteiten van de KNBSB deel te nemen met inbegrip van de uitoefening van het stemrecht. Een zodanig besluit wordt herroepen zodra de betrokkene de desbetreffende schuld, vermeerderd met rente en de kosten van aanmaning en
executie heeft aangezuiverd.
8. Een besluit tot schorsing respectievelijk herroeping wordt zo spoedig mogelijk gepubliceerd in het officiële orgaan van de KNBSB.
9. a. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd handelt met de Statuten, reglementen of besluiten van de KNBSB of één van zijn organen, of de KNBSB op onredelijke wijze benadeelt.
b. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) kan slechts bij wijze van tuchtrechtelijke maatregel worden uitgesproken;
c. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) betrekking hebbend op dopingovertredingen, overtredingen seksuele intimidatie en overtredingen matchfixing geschiedt door de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak, voor zover deze (tucht)rechtspraak krachtens overeenkomst aan het Instituut Sportrechtspraak is opgedragen.
10. Wanneer het lidmaatschap in de loop van de lidmaatschapsperiode eindigt, blijft niettemin de bijdrage voor de totale lidmaatschapsperiode verschuldigd.
11. Behoudens in geval van overlijden blijven de Statuten en reglementen van de KNBSB ongewijzigd van toepassing, zolang enige aangelegenheid waarbij een gewezen lid, dat heeft opgezegd, is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf daarin begrepen. Gedurende deze periode kan de betrokkene geen recht uitoefenen, met uitzondering van het recht om binnen de gestelde termijn in beroep te gaan.
TUCHT- EN GESCHILLENRECHTSPRAAK
Artikel 9
1. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op de (tucht)rechtspraak inzake dopingovertredingen, overtredingen seksuele intimidatie en overtredingen matchfixing, voor zover deze (tucht)rechtspraak krachtens overeenkomst aan het Instituut Sportrechtspraak is opgedragen. Op de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen (tucht)rechtspraak is het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van toepassing.
2. Op een overtreding van de Statuten, reglementen en/of besluiten is de tuchtrechtspraak van de KNBSB van toepassing. Deze tuchtrechtspraak geschiedt door de Commissie Strafzaken en de Commissie van Beroep Strafzaken van de KNBSB, voor zover deze (tucht)rechtspraak niet is voorbehouden aan het Instituut Sportrechtspraak.
3. De taken, samenstelling en werkwijze van de in lid 2 genoemde commissies worden geregeld en omschreven in het door het Congres vast te stellen Tuchtreglement KNBSB.
4. In alle gevallen waarin de toepassing van de Statuten en reglementen aanleiding geeft tot een geschil omtrent de interpretatie en/of onderlinge volgorde daarvan, kan de meest belanghebbende partij het geschil schriftelijk of langs elektronische weg voorleggen aan het Bondsbestuur. In alle gevallen waarin een belanghebbende partij het niet eens is met de beslissing van het Bondsbestuur, kan deze partij advies vragen aan de Adviescommissie Geschillen. Na het advies neemt het Bondsbestuur opnieuw een
besluit over het geschil, met inachtneming van het advies.
5. De benoeming, werkwijze en bevoegdheid van de in lid 4 genoemde commissie wordt geregeld en omschreven in het Algemeen Reglement.
6. Het Bondsbestuur is, in afwijking van lid 2 van dit artikel, gemachtigd alle (straf)zaken met betrekking tot specifieke onderdelen, waaronder doping, seksuele intimidatie en matchfixing, te laten behandelen door een speciaal daartoe via een samenwerking van verschillende sportbonden, geïnstalleerde externe commissie of ingesteld statuut.
7. Het Congres en het Bondsbestuur zijn niet bevoegd een uitspraak van de Commissie Strafzaken en Commissie van Beroep Strafzaken te wijzigen, te vernietigen, of te ontkrachten. Het Bondsbestuur kan gratie verlenen indien dit in het betrokken reglement is bepaald.
8. Het opleggen van straffen en de tenuitvoerlegging geschiedt overeenkomstig het bepaalde in het tuchtreglement.
Artikel 10 – Tucht- en geschillenrechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak
1. De in dit artikel bedoelde tuchtrechtspraak heeft uitsluitend betrekking op doping en/of seksuele intimidatie en/of matchfixing en is op de leden van de KNBSB van toepassing, indien en voor zover de KNBSB met het Instituut Sportrechtspraak een overeenkomst heeft gesloten waarin de KNBSB de tuchtrechtspraak gedeeltelijk aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen.
2. Overtredingen seksuele intimidatie betreffende worden berecht door de Tuchtcommissie en door de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak met inachtneming van het bepaalde in het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Overtredingen matchfixing betreffende worden berecht door de Tuchtcommissie en door de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak met inachtneming van het bepaalde in het Reglement Matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak.
4. Overtredingen van dopingbepalingen worden berecht door de Tuchtcommissie en door de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak met inachtneming van het bepaalde in het Tuchtreglement Dopingzaken en het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak met inbegrip van de daarvan deel uitmakende Bijlagen, waaronder - maar niet uitsluitend - de Bijlage Dispensaties en de Bijlage Whereabouts, alsmede de eventueel door de internationale sportfederatie(s), waarvan de KNBSB lid is of waarbij de KNBSB is aangesloten, op de KNBSB van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen.
5. Wanneer het Tuchtreglement Dopingzaken van het Instituut Sportrechtspraak niet meer van toepassing is, worden overtredingen van het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak vanaf de nader door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak te bepalen datum berecht met inachtneming van het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Wanneer in het Tuchtreglement Dopingzaken of in het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak in bepaalde gevallen wordt verwezen naar de toepasselijkheid van het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut
Sportrechtspraak is in die gevallen het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak van toepassing.
6. De in lid 2, 3 en 4 bedoelde tuchtrechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak is op alle leden van de KNBSB van toepassing, omdat de KNBSB met het Instituut Sportrechtspraak een overeenkomst in de zin van artikel 2:46 van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten waarin de KNBSB deze tuchtrechtspraak aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen. Het Bondsbestuur doet van de overeenkomst die het met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten schriftelijk of langs elektronische weg mededeling aan alle leden van de KNBSB door middel van plaatsing van een publicatie in het officiële orgaan van de KNBSB.
7. Het Bondsbestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de in lid 6 genoemde overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van het Congres.
8. In gevallen van seksuele intimidatie, matchfixing en doping gelden de in lid 2, 3 en 4 genoemde reglementen als de van toepassing zijnde reglementen van de KNBSB, welke reglementen door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd.
9. De van toepassing verklaarde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak regelen de wijze van het benoemen van de leden van de Tuchtcommissie en van de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
10. De van toepassing verklaarde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak regelen de wijze van het benoemen van de aanklagers, de kwaliteitseisen waar een aanklager aan moet voldoen, de bevoegdheden en werkwijze, alsmede de mogelijke maatregelen en besluiten die de aanklager kan nemen en voorstellen die de aanklager aan betrokkene kan doen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
11. De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden in de KNBSB in werking op de door het Bondsbestuur met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het Bondsbestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het Bondsbestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie mededeling aan de leden. De KNBSB is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut Sportrechtspraak aan te brengen.
12. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, zijn de in lid 2, 3 en 4 genoemde reglementen op de leden van de KNBSB van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
13. Met inachtneming van het bepaalde in het Tuchtreglement Dopingzaken en het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak is het Bondsbestuur bevoegd naar aanleiding van een overtreding van het Tuchtreglement Dopingzaken en het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak een ordemaatregel te nemen. Het Bondsbestuur is op grond van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak eveneens bevoegd een ordemaatregel te nemen. Het Bondsbestuur is op grond van het Reglement Matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak eveneens bevoegd een ordemaatregel te nemen. Deze ordemaatregelen zijn een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf.
14. De KNBSB en zijn leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de in dit en het volgende artikel bedoelde tuchtrechtspraak van de KNBSB. De verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 2:27 van het Burgerlijk Wetboek respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 2:34a van het Burgerlijk Wetboek.
15. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de KNBSB de in dit artikel te hunnen laste door de KNBSB in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de KNBSB wanneer zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
16. Alle leden, organen en commissies van de KNBSB zijn gehouden mede te werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de Tuchtcommissie en/of van de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak en zijn tevens gehouden mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies opgelegde straffen.
17. Alle leden, organen en commissies van de KNBSB zijn gehouden mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door de aanklager opgelegde sanctie(s).
Artikel 11 – Tuchtcommissie en Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak
1. Voor de duur van de in artikel 10 lid 1 bedoelde overeenkomst zijn de Aanklager, de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de KNBSB. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak spreken recht in naam van de KNBSB en hun uitspraken gelden als uitspraken van de KNBSB.
2. De Aanklager van het Instituut Sportrechtspraak kan maatregelen nemen overeenkomstig de van toepassing verklaarde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak. Een dergelijke maatregel geldt als maatregel van de KNBSB.
3. De Aanklager(s), de leden van de Tuchtcommissie en van de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. Deze aanklager(s) en commissies worden bijgestaan door het
ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak. Wanneer gesproken wordt over de Aanklager, de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters alsmede het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
4. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak kennen elk een kamer die is belast met het behandelen van overtredingen seksuele intimidatie betreffende.
5. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak kennen elk een kamer die is belast met het behandelen van overtredingen matchfixing betreffende.
6. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak kennen elk een dopingkamer die met het behandelen van een overtreding van het Tuchtreglement Dopingzaken en het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak is belast.
7. Wanneer in een door de KNBSB aanhangig te maken zaak sportspecifieke regelgeving, niet zijnde tucht-procedureregels, van toepassing is van een internationale federatie, waarvan de KNBSB lid is of waarbij de KNBSB is aangesloten, doet de KNBSB hiervan uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak en legt de KNBSB de juiste versie van de desbetreffende regelgeving van de internationale federatie over en geeft het Bondsbestuur tevens aan welke bepaling(en) naar zijn oordeel van toepassing is/zijn.
8. Een uitspraak van de Tuchtcommissie en van de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de KNBSB als voor de KNBSB zelf. De in artikel 10 lid 13 genoemde ordemaatregel van het Bondsbestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
9. Een door de betrokkene geaccepteerd schikkingsvoorstel van de Aanklager van het Instituut Sportrechtspraak is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de KNBSB als voor de KNBSB zelf.
10. Wanneer de reglementering van de internationale federatie, waarvan de KNBSB lid is of waarbij de KNBSB is aangesloten, daarin voorziet, kunnen leden van de KNBSB die door de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn bestraft hiervan in beroep gaan bij het Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne, Zwitserland. Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van het CAS. De reglementen van het Instituut Sportrechtspraak zijn op de procedure bij het CAS niet van toepassing.
11. Wanneer een beslissing van de Aanklager, de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement.
12. De door het Instituut Sportrechtspraak in de KNBSB krachtens een overeenkomst uit te oefenen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de KNBSB. De KNBSB vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn aanklagers, zijn bestuursleden, zijn tuchtrechters, zijn arbiters, zijn bindende adviseurs, zijn mediators, zijn ambtelijke secretariaat, zijn juridisch secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging en mediations als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en nadien gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in de KNBSB.
CONGRES
Artikel 12
1. Het Congres bestaat uit afgevaardigden, als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a., die hun aangesloten vereniging en de daarbij behorende bondsleden vertegenwoordigen, alsmede uit alle andere leden als omschreven in artikel 6 lid 1. Het maximum aantal vertegenwoordigers per lid, dat rechtspersoon is, wordt per Congres door het Bondsbestuur bepaald.
2. Een vergadering van het Congres wordt bijgewoond door het Bondsbestuur, de directie van de KNBSB en door het Congres en /of Commissie van Toezicht als zodanig aangewezen (rechts)personen, alsmede personeelsleden van de KNBSB en genodigden van het Bondsbestuur van de KNBSB.
3. Een vergadering van het Congres vindt in elk geval één keer per jaar plaats aan het einde van het eerste kwartaal en wordt uitgeschreven door het Bondsbestuur. Het Bondsbestuur kan tot een tussentijdse vergadering van het Congres besluiten of indien ten minste een tiende deel van het aantal leden zulks nodig oordelen. In laatst bedoeld geval moet de wens daartoe onder opgave van reden voorzien van een toelichting op het te behandelen onderwerp schriftelijk of langs elektronische weg aan het Bondsbestuur kenbaar worden gemaakt.
4. Een vergadering als bedoeld in het vorige lid wordt binnen vier weken na ontvangst van het daartoe strekkend verzoek door het Bondsbestuur uitgeschreven, bij gebreke waarvan de verzoekers bevoegd zijn zelf tot die bijeenroeping over te gaan op de wijze waarop het Bondsbestuur het Congres bijeenroept.
5. Een vergadering van het Congres wordt vier weken van te voren geconvoceerd. In bijzondere gevallen - zulks ter beoordeling van het Bondsbestuur - kan deze termijn worden verkort. Convocatie geschiedt via het officiële orgaan van de KNBSB.
6. Tot zeven dagen voor de vergadering kunnen ondersteunende documenten worden verspreid.
7. In het Algemeen Reglement kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het houden van, de oproeping tot, alsmede de stemmingen en verkiezingen in een vergadering van het Congres.
8. De voorzitter van het Bondsbestuur is tevens voorzitter van een vergadering van het Congres.
9. Het Congres kent in elk geval de volgende taken en bevoegdheden:
a. goedkeuring van het besluit tot ontbinding van de KNBSB, als bedoeld in artikel 28 lid 1.
b. wijzigen van de Statuten, als bedoeld in artikel 27 lid 1.
c. benoemen, schorsen en ontslaan van Bondsbestuursleden, als bedoeld in artikel 17 lid 1;
d. vaststelling van het meerjaren beleidsplan; e. vaststelling van de meerjaren begroting;
f. toekennen van het erelidmaatschap, het lidmaatschap van verdienste, of erevoorzitter, als bedoeld in artikel 6 lid 1;
g. verlenen van toestemming voor het opleggen van verplichtingen aan leden, als bedoeld in artikel 7 lid 5;
h. verlenen van vertegenwoordigingsbevoegdheid, als bedoeld in artikel 7 lid 6;
i. advisering aan het Bondsbestuur;
j. goedkeuren jaarlijkse bestuursverslag van het Bondsbestuur;
k. goedkeuren van de jaarrekening en verantwoording, als bedoeld in artikel 23 lid 4;
l. vaststellen van (wijzigingen van) het Algemeen Reglement en reglementen, niet zijnde reglementen van wedstrijden en reglementen van het Instituut Sportrechtspraak, als bedoeld in artikel 26 lid 1;
De volgende taken en bevoegdheden zijn gedelegeerd aan het bondsbestuur: m. toelaten van leden, als bedoeld in artikel 6 lid 1;
De volgende taken en bevoegdheden kunnen worden gemandateerd aan de Commissie van Toezicht; dit wordt vastgelegd in het Algemeen Reglement.
n. benoemen, schorsen en ontslaan van commissies als bedoeld in artikel 16, met uitzondering van de leden van de Commissie van Toezicht, Aanklager(s), de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak;
o. vaststellen van de begroting, als bedoeld in artikel 22 lid 1; p. vaststellen van de contributie, als bedoeld in artikel 21;
q. De Commissie van Toezicht kan zich in spoedgevallen uitspreken over besluiten van het Bondsbestuur voor zover deze besluiten de goedkeuring van het Congres behoeven. Bij instemming is het besluit direct uitvoerbaar. Een dergelijk besluit wordt echter op het eerstvolgende Congres aan het oordeel van het Congres onderworpen.
10. Elke aangesloten vereniging van de bond, als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a., wordt in een vergadering van het Congres ter deelneming aan de beraadslagingen en tot uitoefening van het stemrecht daarin vertegenwoordigd door één afgevaardigde. Elke aangesloten vereniging benoemt één afgevaardigde en één plaatsvervangend
afgevaardigde, die de afgevaardigde in een vergadering van het Congres bij afwezigheid vervangt. De benoeming geschiedt voor elke vergadering van het Congres afzonderlijk dan wel voor een bepaalde duur. De afgevaardigden die hun aangesloten vereniging en de daarbij behorende bondsleden vertegenwoordigen in een vergadering van het Congres worden hierna aangeduid als: ledenafgevaardigden.
11. Een aangesloten vereniging is gerechtigd een lidafgevaardigde te doen vergezellen door de plaatsvervanger die aan de beraadslagingen in een vergadering van het Congres deelneemt zonder daarin te mogen stemmen, tenzij de lidafgevaardigde wiens plaatsvervanger hij is, tot het uitbrengen van zijn stem verhinderd mocht zijn.
12. Een lidafgevaardigde moet voorzien zijn van een schriftelijke of digitale volmacht, ondertekend overeenkomstig de regels met betrekking tot vertegenwoordiging van de desbetreffende aangesloten vereniging. Het Bondsbestuur is bevoegd te bepalen dat voor de hiervoor bedoelde volmacht gebruik wordt gemaakt van een door hem te bepalen en af te geven model. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
13. Een zelfde persoon kan niet als lidafgevaardigde of plaatsvervangend lidafgevaardigde voor meer dan één aangesloten vereniging optreden. Xxxxxxxx bij volmacht is uitgesloten.
14. Een lidafgevaardigde vertegenwoordigt bij stemmingen in een vergadering van het Congres het aantal stemmen gelijk aan het aantal leden van de aangesloten vereniging zoals dat bij opgave van de desbetreffende vereniging op één november van het jaar voorafgaande aan een vergadering van het Congres bij de KNBSB is geregistreerd.
15. Een lidafgevaardigde kan niet meer als lidafgevaardigde functioneren vanaf de dag dat zijn lidmaatschap van de KNBSB eindigt en voorts vanaf de dag waarop hij wordt benoemd tot lid van het Bondsbestuur, de Commissie van Toezicht, de Commissie Strafzaken, de Commissie van Beroep Strafzaken of de Adviescommissie Geschillen van de KNBSB, met de functie van Aanklager van het Instituut Sportrechtspraak, met het lidmaatschap van de Tuchtcommissie of de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak, als werknemer in dienst treedt bij de KNBSB.
16. Als lidafgevaardigde en plaatsvervangend lidafgevaardigde kunnen slechts worden benoemd een meerderjarige bondslid van een aangesloten verenigingen die als zodanig bij de KNBSB is geregistreerd.
17. Een bondslid als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder b2. en b3. kan persoonlijk één stem in een vergadering van het Congres uitbrengen.
18. Leden als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder c., d. en e. hebben geen stemrecht in een vergadering van het Congres.
19. Elk lid heeft het recht van initiatief, amendement en interpellatie (zie Algemeen Reglement).
20. a. Adviserende leden van het Congres zijn de:
- ereleden;
- leden van verdienste;
- leden van het Bondsbestuur;
- directie van de KNBSB;
- leden van de Commissie van Toezicht
- door het Bondsbestuur of door het Congres als zodanig aangewezen (rechts)personen of commissies.
b. De leden van het Bondsbestuur en de directie van de KNBSB hebben het recht in een vergadering van het Congres het woord te voeren. De overige adviserende leden hebben enkel het recht het woord te voeren in een vergadering van het Congres indien zij hiertoe vooraf toestemming van de voorzitter hebben ontvangen.
Artikel 13 – Openbaar / besloten
1. Een vergadering van het Congres is openbaar. Alle bondsleden van de KNBSB als genoemd in artikel 6 lid 1 hebben toegang tot de vergadering.
2. Een vergadering van het Congres gaat in een besloten zitting over indien de voorzitter, twee leden van het Bondsbestuur of ten minste een tiende deel van het aantal aanwezige leden dit wensen. Tot een besloten zitting hebben toegang: leden, adviserende leden en al degenen die door het Congres worden toegelaten.
3. Het Congres beslist in een besloten zitting of de redenen die tot het aanvragen van de besloten zitting hebben geleid voldoende zijn geweest.
4. Omtrent hetgeen in de besloten zitting is behandeld kan door het Congres geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig waren.
Artikel 14 - Agenda
1. De agenda van een vergadering van het Congres wordt ten minste vier weken voor de vergadering via het officiële orgaan van de KNBSB ter kennis van de leden gebracht en aan de adviserende leden van het Congres toegezonden.
2. a. De agenda van bevat onder meer:
1. vaststelling van de notulen van de vorige vergadering;
2. jaaroverzicht van het gevoerde beleid en de activiteiten van het Bondsbestuur, de werkorganisatie en de commissies zoals bedoeld in artikel 16 en 20;
3. financieel verslag van het Bondsbestuur over het afgelopen boekjaar;
4. verslag van de Commissie van Toezicht voor wat betreft de jaarrekening over het afgelopen boekjaar als bedoeld in artikel 23 lid 4 en het gevoerde beleid;
5. vaststelling van de jaarrekening over het afgelopen boekjaar.
6. vaststelling van de begroting voor het komende boekjaar. Deze begroting wordt, indien er geen vergadering van het Congres aan het einde van het voorgaande jaar is, in eerste instantie door de Commissie van Toezicht aan het eind van het voorafgaande jaar voorlopig vastgesteld;
7. vaststelling van de contributieregeling voor het komende boekjaar.
3. Voor leden als bedoeld in artikel 6 lid 1 bestaat het recht om voorstellen aan de agenda van een vergadering van het Congres toe te voegen indien deze voorstellen, voorzien van een toelichting en met steun van tenminste tien procent van de aangesloten
verenigingen, uiterlijk drie weken voor de dag van een vergadering van het Congres schriftelijk of langs elektronische weg bij het Bondsbestuur zijn ingediend.
4. Het Bondsbestuur is bevoegd later ingekomen voorstellen, alsmede eigen voorstellen en voorstellen van leden als bedoeld in artikel 6 lid 1 op de agenda te plaatsen.
Artikel 15 - Stemmingen
1. Besluiten worden genomen met een meerderheid van uitgebrachte geldige stemmen, tenzij de wet, deze Statuten of de reglementen anders bepalen.
2. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de uitgebrachte geldige stemmen.
3. Nadere voorwaarden aangaande stemmingen kunnen in het Algemeen Reglement worden opgenomen.
Artikel 16 – Vaste commissies
1. Het Congres benoemt de volgende vaste commissies:
a. de Commissie Strafzaken;
b. de Commissie van Beroep Strafzaken;
c. de Adviescommissie Geschillen;
d. de Commissie van Toezicht.
a. De benoeming van leden van de Commissie van Toezicht kan niet worden gemandateerd.
2. De taken, samenstelling en werkwijze van de vaste commissies van het Congres, genoemd in lid 1 onder a. en b. zijn nader geregeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 3. De taken, samenstelling en werkwijze van de vaste commissies van het Congres, genoemd in lid 1 onder c. en d. worden nader geregeld in het Algemeen Reglement.
3. De vaste commissies van het Congres leggen aan het Congres verantwoording af.
4. De leden van de vaste commissies van het Congres hebben gedurende vier jaar zitting.
5. Aftredende leden van de vaste commissies van het Congres zijn maximaal eenmaal herbenoembaar.
6. a. Het lidmaatschap van de vaste commissies van het Congres, genoemd in lid 1 is onverenigbaar met:
- de functie van Bondsbestuurslid van de KNBSB;
- de functie van (plaatsvervangend) lidafgevaardigde;
- de positie van werknemer bij de KNBSB of één van zijn organen;
- de functie van Aanklager van het Instituut Sportrechtspraak;
- het lidmaatschap van de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak.
Er mogen geen leden van dezelfde aangesloten vereniging, als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a., als lid van de vaste commissies van het Congres, genoemd in artikel 16 lid 1, aan een zelfde zaak deelnemen.
De leden van de vaste commissies van het Congres, genoemd in artikel 16 lid 1,
mogen niet aan de behandeling van een zaak deelnemen indien zij bij een zaak betrokken zijn, hetzij persoonlijk, hetzij als functionaris, hetzij als lid van een aangesloten vereniging, als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a.
BONDSBESTUUR
Artikel 17
1. Elk Bondsbestuurslid treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af volgens een door het Bondsbestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is, al dan niet aansluitend, doch in beginsel voor ten hoogste eenmaal, wederom voor een termijn van ten hoogste vier jaar, herbenoembaar. In een uitzonderlijk geval is een aftredend Bondsbestuurslid voor een tweede maal, al dan niet aansluitend, alsdan echter voor een termijn van ten hoogste twee jaar, herbenoembaar; een dergelijk besluit tot herbenoeming van een Bondsbestuurslid kan door het Congres slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen. Onverminderd het bepaalde in de vorige zin, is hetgeen in deze Statuten over de benoeming van Bondsbestuursleden is bepaald, van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van Bondsbestuursleden. Wie als Bondsbestuurslid in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster in beginsel niet de plaats van zijn voorganger in.
2. a. Het Bondsbestuur van de KNBSB bestaat uit ten minste vijf natuurlijke personen, te weten: een voorzitter, penningmeester, alsmede drie of meer overige Bondsbestuursleden, die door het Congres worden benoemd.
b. Het Bondsbestuur is ter zake van zijn beleid verantwoording schuldig aan het Congres. Gedurende het jaar voert de Commissie van Toezicht namens het Congres het overleg met en toezicht op het Bondsbestuur uit.
3. a. Bondsbestuursleden worden kandidaat gesteld door het Bondsbestuur, de Commissie van Toezicht of door een tiende deel van de in artikel 6 lid 1 onder a. bedoelde aangesloten verenigingen en worden benoemd door het Congres.
b. Elke kandidaatstelling dient schriftelijk of langs elektronische weg, uiterlijk twee weken voor het Congres, te geschieden.
c. Bondsbestuursleden dienen meerderjarig en bondslid van de KNBSB te zijn.
4. Het lidmaatschap van het Bondsbestuur is onverenigbaar met een bestuurs- of commissiefunctie in de in artikel 6 lid 1 onder a. en in de in artikel 6 lid 1 onder c. en d. bedoelde rechtspersonen, het lidmaatschap van enig toezichthoudend, adviserend, of tuchtrechtsprekend orgaan van de KNBSB, dan wel met de functie van Aanklager van het Instituut Sportrechtspraak, het lidmaatschap van de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak, evenals het lidmaatschap van de Commissie van Toezicht van de KNBSB, het lidmaatschap van andere organen van de KNBSB, en met het vervullen van een dienstbetrekking bij de KNBSB of één van zijn organen en het lidafgevaardigde zijn.
5. Een Bondsbestuurslid kan te allen tijde door het Congres worden ontslagen of geschorst.
Artikel 18
1. De voorzitter leidt een vergadering van het Congres en het Bondsbestuur en stelt daarin de orde van de dag vast, behoudens het recht van genoemde vergaderingen om daarin wijzigingen aan te brengen.
2. Het Bondsbestuur kan de leiding van een vergadering van het Congres aan een ander overdragen.
3. Het Bondsbestuur neemt besluiten overeenkomstig de bepalingen in artikel 15 lid 1.
Artikel 19 - Vertegenwoordiging
1. Behoudens beperkingen volgens de Statuten, is het Bondsbestuur belast met het besturen van de KNBSB.
2. De KNBSB wordt vertegenwoordigd door:
a. het Bondsbestuur; of
b. de voorzitter tezamen handelend met een ander lid van het Bondsbestuur; of
c. twee leden van het Bondsbestuur gezamenlijk.
3. Het Bondsbestuur is bevoegd om, met behoud van zijn verantwoordelijkheid, taken en bevoegdheden geheel of gedeeltelijk aan de directie van de KNBSB, dan wel commissies, werkgroepen of personen te mandateren.
4. Het Bondsbestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de KNBSB zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de KNBSB ter zake van deze handelingen.
5. Het Bondsbestuur is bevoegd meerjarige verplichtingen aan te gaan, alsook om verplichtingen voor de leden van de KNBSB aan te gaan.
6. Het Bondsbestuur is bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een voor de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de (tucht)rechtspraak in de KNBSB (gedeeltelijk) wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
7. Het Bondsbestuur is bevoegd te beslissen in competentiegeschillen tussen organen en functionarissen van de KNBSB, met uitzondering van de Aanklager, de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak.
8. Aan overige personen of organen komt als zodanig geen bevoegdheid toe de KNBSB te vertegenwoordigen. Deze bevoegdheid kan krachtens schriftelijke volmacht voor een daarbij bepaalde tijd respectievelijk het verrichten van een of meer daarin genoemde rechtshandelingen door het Bondsbestuur worden verleend. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
9. Leden van het Bondsbestuur hebben het recht om met uitzondering van de vergaderingen van de commissies als bedoeld in artikel 9 andere vergaderingen en
bijeenkomsten, die in het verband van de KNBSB worden gehouden, bij te wonen en daarin van advies te dienen.
10. Indien en voor zolang dit is bepaald in artikel 2:47 van het Burgerlijk Wetboek geldt dat in alle gevallen waarin de KNBSB een tegenstrijdig belang heeft met een of meer leden van het Bondsbestuur, het Congres een of meer personen kan aanwijzen om de KNBSB te vertegenwoordigen.
Artikel 20 – Commissies
1. Commissies kunnen door het Bondsbestuur ter vervulling van bepaalde taken worden benoemd en zijn tevens verantwoording schuldig aan het Bondsbestuur.
2. De leden van dergelijke commissies hebben maximaal gedurende vier jaar zitting. Leden van dergelijke commissies kunnen voor een periode korter dan vier jaar worden benoemd.
3. Aftredende leden van dergelijke commissies zijn maximaal eenmaal herbenoembaar.
FINANCIËN
Artikel 21 – Inkomsten/contributies
1. De inkomsten van de KNBSB of een van zijn organen bestaan uit contributies, heffingen, subsidies en andere baten.
2. De leden, bedoeld onder artikel 6 lid 1, zijn verplicht elk jaar in de kas van de KNBSB de contributieafdracht te storten, die het Congres vaststelt. Deze bijdrage behoeft niet voor alle leden gelijk te zijn.
3. Ereleden en leden van verdienste van de KNBSB zijn vrijgesteld van contributie.
Artikel 22 – Begroting
1. De jaarlijkse begroting van de KNBSB wordt door het Bondsbestuur opgesteld en door het Congres vastgesteld. Indien er geen Congres aan het einde van het kalenderjaar is stelt de Commissie van Toezicht de begroting voorlopig vast en wordt dit in de eerstvolgende vergadering van het Congres, indien nodig met aanpassingen, bekrachtigd.
2. Buiten het totaal van de vastgestelde begroting kan geen uitgave geschieden dan na overleg met de Commissie van Toezicht, terwijl tevens de middelen tot dekking moeten zijn aangegeven.
Artikel 23 – Financieel beleid
1. Het financiële beleid wordt door het Bondsbestuur gevoerd.
2. Alleen twee Bondsbestuursleden gezamenlijk, waarvan één de voorzitter of Penningmeester is, komt de bevoegdheid toe om namens de KNBSB betalingen te doen.
3. Het Bondsbestuur brengt - behoudens verlenging van deze termijn door het Congres - binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan de Commissie van Toezicht het bestuursverslag uit en legt, onder overlegging van de nodige bescheiden, aan de
Commissie van Toezicht rekening en verantwoording af over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur. Bij gebreke hiervan kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het Bondsbestuur vorderen.
4. De Commissie van Toezicht rapporteert aan het Congres over de goedkeuring, danwel afkeuring van de financiële stukken en het gevoerde beleid.
5. Goedkeuring van de jaarrekening door het Congres strekt niet tot decharge van de Bondsbestuursleden voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar.
6. Nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan het Congres het voorstel worden gedaan om decharge te verlenen aan de Bondsbestuursleden voor het door hen gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid in een vergadering het Congres mededelingen zijn gedaan.
DIRECTIE
Artikel 24
1. De directie wordt door het Bondsbestuur benoemd. Het Bondsbestuur is tevens bevoegd de directie te schorsen en te ontslaan.
2. De directie legt verantwoording af aan het Bondsbestuur.
3. De directie wordt door het Bondsbureau ondersteund.
4. De taken en bevoegdheden van de directie worden in een Directiereglement nader uitgewerkt.
OFFICIËLE ORGAAN
Artikel 25
1. De KNBSB heeft een door het Bondsbestuur vast te stellen officieel bondsorgaan.
2. Als het officiële orgaan van de KNBSB fungeren de website van de KNBSB (xxx.xxxxx.xx) en de officiële nieuwsbrieven van de KNBSB.
3. In het officiële orgaan van de KNBSB gepubliceerde mededelingen worden geacht op het moment van plaatsing bekend te zijn.
4. Alle officiële mededelingen worden gepubliceerd in het officiële orgaan van de KNBSB.
5. Het Bondsbestuur is bevoegd in spoedeisende gevallen ook op andere wijze mededelingen te doen.
REGLEMENTEN
Artikel 26
1. Nieuwe reglementen en wijzigingen in deze reglementen treden in werking op de dag als in het besluit wordt bepaald.
2. Elke reglementswijziging wordt door het Bondsbestuur gepubliceerd in het officiële orgaan van de KNBSB of - indien de Commissie van Toezicht of het Congres dit wenselijk acht - op andere wijze.
3. In gevallen waarin de Statuten en reglementen van de KNBSB niet voorzien, beslist het Bondsbestuur, onder gehoudenheid van zijn desbetreffende beslissing mededeling te doen in het eerstvolgende Congres.
4. In afwijking van de voorgaande leden van dit artikel kunnen de door het Instituut Sportrechtspraak vast te stellen en krachtens overeenkomst van toepassing verklaarde reglementen alleen worden gewijzigd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. (Wijzigingen op) de reglementen Doping, Seksuele Intimidatie en Matchfixing opgesteld door het Instituut Sportrechtspraak zijn dus zonder tussenkomst van het Congres of het Bondsbestuur van toepassing. Onverminderd het bepaalde in artikel 10, doet de KNBSB van elk door het Instituut Sportrechtspraak van toepassing verklaard of nadien gewijzigd reglement via een publicatie mededeling aan de leden.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 27
1. De Statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van het Congres, daartoe ter vergadering opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de Statuten wordt voorgesteld. De oproeptermijn bedraagt ten minste vier weken, de dag der oproeping en der vergadering niet meegerekend.
2. Zij die de oproeping tot een vergadering van het Congres ter behandeling van een voorstel tot Statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien dagen voor de vergadering het van een toelichting voorziene voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, schriftelijk ter kennis van de (plaatsvervangend) bondsleden en van de adviserende leden brengen, alsmede vijf dagen voor de vergadering een afschrift van het voorstel op het Bondsbureau voor de bondsleden ter inzage leggen, tot na afloop van de dag waarop een vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een mededeling als hiervoor bedoeld in het officiële orgaan van de KNBSB gepubliceerd.
3. Een besluit tot Statutenwijziging behoeft ten minste twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen.
4. leder Bondsbestuurslid afzonderlijk of de daartoe door het Bondsbestuur aangewezen gemachtigde is gerechtigd een akte tot Statutenwijziging te doen verlijden ten overstaan van de door het Bondsbestuur daartoe aangewezen notaris of diens waarnemer of opvolger.
5. Het Bondsbestuur of een door deze aangewezen gemachtigde is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde Statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
6. Elke wijziging in de Statuten wordt door het Bondsbestuur gepubliceerd in het officiële orgaan van de KNBSB als bepaald in artikel 25 lid 2 en treedt in werking met ingang van de in het wijzigingsbesluit genoemde datum, doch niet eerder dan onmiddellijk nadat de wijziging is opgenomen in een notariële akte.
7. De aangesloten verenigingen, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a. moeten hun Statuten, zo nodig, dienovereenkomstig aanpassen.
ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 28
1. De KNBSB kan slechts worden ontbonden door een besluit van het Congres. Ten aanzien van het door het Congres te nemen besluit tot ontbinding van de KNBSB is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het vorige artikel van overeenkomstige toepassing.
2. Het Congres kan slechts besluiten tot goedkeuring van het besluit tot ontbinding van de KNBSB in een opzettelijk daartoe bijeengeroepen vergadering van het Congres, met ten minste twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee derde van de stemgerechtigde bondsleden blijkens de presentielijst persoonlijk aanwezig zijn dan wel vertegenwoordigd zijn door hun ledenafgevaardigden.
3. Een dergelijk Congres wordt ter vergadering opgeroepen met de mededeling dat daarin goedkeuring van het besluit tot ontbinding van de KNBSB wordt voorgesteld. De oproeptermijn van een dergelijke vergadering van het Congres bedraagt ten minste vier weken, de dag der oproeping en der vergadering niet meegerekend. Zij die de oproeping tot een vergadering van het Congres ter behandeling van een voorstel tot goedkeuring van het besluit tot ontbinding van de KNBSB hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van het voorstel op het Bondsbureau voor de bondsleden ter inzage leggen, tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een mededeling als hiervoor bedoeld in het officiële orgaan van de KNBSB gepubliceerd.
4. Is niet ten minste twee derde van de stemgerechtigde bondsleden blijkens de presentielijst persoonlijk aanwezig dan wel vertegenwoordigd door hun ledenafgevaardigden, dan wordt binnen vier weken een tweede vergadering van het Congres bijeengeroepen, waarbij de wettelijke termijn van oproeping van zeven dagen in acht wordt genomen, en waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal persoonlijk aanwezige of door hun ledenafgevaardigden vertegenwoordigde bondsleden, kan worden besloten met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen.
5. Bij ontbinding van de KNBSB wordt zijn vermogen vereffend door de leden van het Bondsbestuur, indien en voor zover het Congres, niet anders bepaalt. Ten aanzien van het besluit van het Congres, is het bepaalde in het vorige lid van overeenkomstige toepassing.
6. Bij het besluit tot ontbinding stelt het Congres de bestemming vast van hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden KNBSB is overgebleven. Ten aanzien van het besluit van het Congres is het bepaalde in lid 2 van overeenkomstige toepassing.
7. Na de ontbinding blijft de KNBSB voortbestaan voor zover dit tot vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten en reglementen van de KNBSB voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de KNBSB uitgaan, moet aan zijn naam worden toegevoegd 'in liquidatie'.
8. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden KNBSB worden, nadat de KNBSB heeft opgehouden te bestaan, bewaard gedurende de door de wet daarvoor bepaalde termijn, door de door de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.
9. Dit artikel kan niet worden gewijzigd zodra een voorstel tot ontbinding van de KNBSB aanhangig is gemaakt.
De verschijnende persoon is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE wordt verleden te Utrecht op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en na het geven van een toelichting daarop aan de verschijnende persoon, heeft deze verklaard tijdig van de inhoud van deze akte te
hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen.
Vervolgens wordt deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de verschijnende persoon en mij, notaris, ondertekend.