OPRICHTING STICHTING
2018.000158.01/HGR/MHO
OPRICHTING STICHTING
Stichting de Tijd en Ruimte
Xxxxx, drieëntwintig januari tweeduizend achttien, verschenen voor mij, xx. XXXXXXXX XXXXXX XXXXXX, notaris met als plaats van vestiging ’s-Hertogenbosch:
1. de xxxx XXXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXX, zich identificerende met zijn paspoort met nummer XX0XX0X00, afgegeven te ’s-Hertogenbosch op drieëntwintig mei tweeduizendveertien, wonende te 5213 HP ’s-Hertogenbosch, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00, geboren te Vleuten-De Meern op dertien februari negentienhonderddrieënzeventig, gehuwd, hierna ook te noemen: "Oprichter 1";
2. de heer XXXXXXX XXXXXX XX XXXXXXXX, zich identificerende met zijn paspoort met nummer XXX0X00X0, afgegeven te Son en Breugel op twaalf maart tweeduizendveertien, wonende te 5692 VK Son en Breugel, Spiegelkever 14, geboren te Eindhoven op drieëntwintig april negentienhonderdéénentachtig, ongehuwd en niet als partner geregistreerd, hierna ook te noemen: "Oprichter 2";
3. de xxxx XXXXXX XXXXXXX XXXXXX, zich identificerende met zijn paspoort met nummer XX0XX00X0, afgegeven te Arnhem op acht augustus tweeduizendveertien, wonende te 5224 GV ’s-Hertogenbosch, Xxxxxxxxxxxxxxx 00, geboren te Doetinchem op negentien december negentienhonderdéénentachtig, geregistreerd partner, hierna ook te noemen: "Oprichter 3";
hierna tezamen ook te noemen: "de oprichters". OPRICHTING
De comparanten verklaarden bij deze akte een stichting in het leven te roepen en daarvoor vast te stellen de volgende
S T A T U T E N:
NAAM, ZETEL EN DUUR
Artikel 1.
1. De stichting draagt de naam: Stichting de Tijd en Ruimte.
2. Zij heeft haar zetel te ’s-Hertogenbosch. DOEL
Artikel 2.
1. De stichting heeft ten doel:
a. het bevorderen en faciliteren van democratisch primair en voortgezet onderwijs in de regio ’s-Hertogenbosch;
b. het bieden van een inspirerende omgeving waarin jonge mensen zich op basis van gelijkwaardigheid ontwikkelen tot zelfbewuste, creatieve wereldburgers die hun eigen weg vinden in een steeds veranderde samenleving;
c. het delen en uitwisselen van kennis, ervaringen en informatie over democratisch en ander vernieuwend onderwijs met derden, waaronder ouders, personen uit het onderwijs, de wetenschap, de overheid en het bedrijfsleven, alsmede het verder ontwikkelen en uitdragen van het gedachtegoed van democratisch onderwijs door middel van het samenwerken met ouders, andere scholen, wetenschappers, maatschappelijke organisaties, overheidsinstellingen en bedrijfsleven;
d. het deelnemen in, of de directie voeren over, andere rechtspersonen;
e. het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, indien dat nuttig is voor het bereiken van de doelstelling;
f. al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
a. het oprichten en in stand houden van een school die is gebaseerd op gelijkwaardigheid, vertrouwen, vrijheid en verantwoordelijkheid, welke is georganiseerd volgens het sociocratisch kringorganisatiemodel;
b. het bewaken van de uitgangspunten:
1. Ieder mens is gelijkwaardig.
Hieruit vloeit voort dat zowel leerlingen als volwassenen een eigen stem hebben in de besluitvorming. Op onze school wordt in elk overleg en bij het vaststellen
van de schoolregels op sociocratische wijze gewerkt. Dit houdt in dat we volgens de vier sociocratische basisregels werken, te weten: consentbeginsel bij de besluitvorming, opbouw in kringen, dubbele koppeling tussen de kringen en het kiezen van personen na open overleg en met consent.
2. Ieder mens is uniek.
Als school doen we recht aan de uniciteit van een ieder door te vertrouwen op het vermogen van iedereen om zichzelf te ontwikkelen op de voor hem of haar juiste tijd en juiste wijze en het respecteren van ieders vrijheid om de eigen weg en de eigen stroom te volgen. Deze school kiest ervoor haar leerlingen de vrijheid te geven om te ontdekken wie ze zijn, wat ze willen ondernemen en om de informatie en de middelen die ze daartoe nodig hebben zelf te selecteren en te verwerken. Deze vrijheid is het onaantastbare recht van de leerlingen en vormt het fundament van de school. Dit impliceert dat de school wel een opgelegd curriculum kan aanbieden, maar dit zal nooit tot een verplichte werkwijze leiden. Iedereen is verantwoordelijk voor zichzelf en de keuzes die hij maakt binnen de grenzen van de wet en deze statuten.
VERMOGEN
Artikel 3.
Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
- ouderbijdragen;
- subsidies, al dan niet van overheidswege;
- vergoedingen voor door de Stichting geleverde prestaties;
- schenkingen, erfstellingen en legaten;
- alle andere verkrijgingen en baten. BESTUUR
Artikel 4.
1. Het bestuur van de stichting wordt ingericht volgens het sociocratische kringorganisatiemodel en bestaat uit ten minste de volgende kringen: de Bestuurskring, de Schoolkring, de Begeleiderskring en de Ouderkring. Iedere kring kan nieuwe kringen instellen of opheffen.
2. Een kring bestaat uit een groep personen, die binnen de Stichting functioneel bij elkaar horen, met het oog op het uitvoeren van een aan die kring opgedragen doelstelling en/of taak. Een kring bepaalt zelf op welke wijze de opgedragen doelstelling of taak wordt uitgevoerd, met dien verstande dat altijd in overeenstemming met de wet en deze statuten wordt gehandeld.
3. Iedere kring legt de doelstellingen en taken vast waarvoor zij verantwoordelijk is in hun kringwijzer. De kringwijzers, met uitzondering van de kringwijzer van de Bestuurskring, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de kring erboven. De Bestuurskring is eindverantwoordelijk.
4. Iedere kring, met uitzondering van de Bestuurskring, kiest één of meer van zijn leden om samen met de voorzitter van de kring op te treden als afgevaardigde van de eigen kring, in de kring erboven. De afgevaardigden bepalen en bewaken tezamen met de overige leden van de kring erboven het beleid in die kring, in relatie tot het functioneren van de eigen kring.
5. Een kring is bevoegd om een hulpkring in te stellen ter voorbereiding van de besluitvorming van de kring. Een hulpkring kan worden samengesteld uit kringleden van de eigen kring en/of van andere kringen en/of uit personen van buiten de Stichting en legt verantwoording af aan de kring waardoor hij is aangesteld.
KRINGSTATUUT EN KRINGWIJZERS
Artikel 5.
1. Het Kringstatuut is opgesteld door de Bestuurskring en bevat bepalingen ten aanzien van de doelstellingen, de samenstelling, de plaats in de organisatie en de werkwijze van de kringen, waaronder in ieder geval de bepaling dat iedere kring de drie taken delegeert aan
de eigen kringleden. De drie taken zijn leiden, uitvoeren en meten.
2. Het Kringstatuut moet in overeenstemming zijn met de wet en deze statuten.
3. De Bestuurskring is bevoegd het Kringstatuut te wijzigen.
4. Iedere kring stelt een eigen kringwijzer op, waarin wordt geregeld hoe de door de kring geformuleerde doelstellingen en taken worden uitgevoerd. Een kringwijzer moet in overeenstemming zijn met de wet, deze statuten en het Kringstatuut.
BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN
Artikel 6.
1. De besluitvorming in alle kringen is gebaseerd op het beginsel van geen bezwaar, het zogenaamde "consentbeginsel", zoals ontwikkeld door het Sociocratisch Centrum Nederland. Dit houdt in dat een besluit genomen is wanneer geen van de aanwezige kringleden beargumenteerd en overwegend bezwaar heeft tegen het nemen van het besluit.
2. Het aantekenen van beargumenteerd overwegend bezwaar verplicht tot het constructief bijdragen aan het vinden van een oplossing.
3. Indien er consent is over een andere wijze van besluitvorming, kan afgeweken worden van het sociocratische kringorganisatiemodel.
4. Het nemen van besluiten geschiedt in principe in een voltallige vergadering. Hiervan kan slechts met consent worden afgeweken. De betreffende kring regelt zelf wanneer voltalligheid wordt aangenomen en wanneer en op welke wijze een geldig besluit tot stand kan komen.
5. Alle voor de besluitvorming relevante informatie dient tijdig voor alle kringleden beschikbaar te zijn. Hierdoor kan ieder kring lid beslissen of hij/zij bij de vergadering aanwezig wil zijn, dan wel schriftelijk zijn overwegingen aan de voorzitter wil doorgeven.
6. Het veranderen of ongedaan maken van een (gedelegeerd) besluit kan, indien daarover in de betrokken vergadering consent bestaat.
7. Kringen kunnen zelfstandig beslissen binnen de grenzen die in de kring erboven dan wel in het Kringstatuut zijn afgesproken.
8. De door een kring benoemde functionarissen kunnen zelfstandig beslissingen nemen binnen hun, door de respectievelijke kringen gestelde kaders en in overeenstemming met de regels van de kringwijzer, waarin de functie- en taakbeschrijvingen zijn vastgelegd.
9. Komt in een kringvergadering geen besluit tot stand over een onderwerp waarover een besluit geboden blijft, dan wordt ten minste twee maal vierentwintig (24) uur later een nieuwe kringvergadering uitgeschreven, waar hetzelfde onderwerp op de agenda staat. Ter voorbereiding op de besluitvorming in de tweede vergadering kan een hulpkring worden geformeerd die ter zake voorstellen formuleert voor de besluitvorming.
10. Komt ook in de tweede kringvergadering geen besluit tot stand, dan kan de voorzitter met consent van de kring, de zaak naar de kring erboven verwijzen.
11. Het functioneren van de besluitvorming van een kring volgens de regels van het Kringstatuut moet altijd kunnen worden gecontroleerd door de kring erboven. Het Kringstatuut geeft hiervoor nadere regels, waarin in ieder geval is bepaald dat minstens één maal per jaar een rapport wordt opgemaakt. In dit rapport wordt verantwoord hoe de besluitvorming heeft gefunctioneerd in het afgelopen kalenderjaar.
12. Wanneer de besluitvorming in een kring niet functioneert volgens de regels van het Kringstatuut, kan de kring erboven de besluitvorming tijdelijk overnemen. Nadat de kring erboven dan wel de Bestuurskring, heeft geconstateerd dat de besluitvorming weer volgens de sociocratische regels functioneert, worden de besluit nemende bevoegdheden weer teruggegeven.
13. De bestuurskring kan besluiten het sociocratisch functioneren van de Stichting te laten controleren door middel van een audit van het Sociocratisch Centrum Nederland te Rotterdam (xxx.xxxxxxxxxxx.xx) of andere deskundige partij op het gebied van sociocratie.
DE BESTUURSKRING
Artikel 7.
1. Het wettelijk verantwoordelijke orgaan van de Stichting is de Bestuurskring.
2. De Bestuurskring is verantwoordelijk voor:
a. het bepalen en bewaken van het beleid van de Stichting waarmee de doelstellingen worden nagestreefd, alsmede het toezicht op de naleving van de sociocratische besluitvorming binnen de Stichting overeenkomstig deze statuten en het Kringstatuut;
b. het beheer over de financiën van de Stichting; en
c. het controleren van de wijze waarop de kring eronder uitvoering geeft aan een deel van de taak van de Bestuurskring, genoemd onder sub a, indien dat deel is gedelegeerd aan de kring eronder.
3. De Bestuurskring bestaat uit ten minste drie (3) en ten hoogste zes (6) leden en dient als volgt te zijn samengesteld:
x. een voorzitter;
b. een penningmeester;
c. een secretaris;
d. een schoolleider; en
e. twee afgevaardigden uit de kring eronder.
Eén van de onder sub d en sub e genoemde personen is tevens voorzitter van de kring eronder. De bestuurskring kan besluiten het aantal leden van de Bestuurskring te verhogen met interne of externe leden tot maximaal zes indien hij dit nodig acht.
4. De schoolleider en de gekozen afgevaardigde(n) uit de kring eronder kunnen niet verkozen worden tot voorzitter, secretaris of penningmeester in de Bestuurskring, met uitzondering van de eerste bestuurskring-vergadering.
5. De Bestuurskring zorgt voor een dubbele koppeling met de kring eronder, om verantwoording te kunnen blijven nemen voor het afgegeven dagelijks bestuursmandaat.
6. De leden van de Bestuurskring worden benoemd door de leden van de Bestuurskring voor een periode van vierentwintig (24) maanden. Zij treden af volgens een door de Bestuurskring te maken rooster. Een volgens het rooster aftredend lid is onmiddellijk en onbeperkt herbenoembaar.
7. De leden van de Bestuurskring moeten meerderjarige personen zijn in het volle bezit van hun burgerlijke rechten.
8. Indien het ledental van de Bestuurskring tot beneden de zes (6) is gedaald, dan vormen de overblijvende leden of vormt het enig overblijvende lid van de Bestuurskring het wettig bestuur, met dien verstande dat bij het ontstaan van een of meer vacatures in de Bestuurskring, binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature(s), door benoeming van nieuwe leden wordt voorzien in het statutair vereiste minimum aantal leden, met inachtneming van de regels omtrent besluitvorming als in deze statuten omschreven.
9. Het lidmaatschap van de Bestuurskring eindigt door:
a. opzegging;
b. overlijden;
c. faillissement van het lid, het aanvragen van surseance van betaling of onder curatelestelling en in alle overige gevallen, waarbij het vrije beheer over het eigen vermogen wordt verloren, alsmede in geval van verlies van het volle bezit van zijn of haar burgerlijke rechten;
d. ontslag door de rechtbank; en
e. door verlies van de status van gekozen afgevaardigde, wat betreft de gekozen afgevaardigde van de kring eronder.
10. De Bestuurskring vergadert ten minste zes maal per kalenderjaar. Minstens één maal per jaar wordt een gezamenlijke vergadering van Bestuurskring en de kring eronder belegd waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd, alsmede het verslag van het afgelopen jaar en de begroting voor het volgende jaar worden vastgelegd.
11. Indien één van de leden van de Bestuurskring een vergadering wenst, kan dat lid een vergadering bijeenroepen.
12. De Bestuurskring kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, indien consent bestaat
over de wijze van besluitvorming en het gegeven mandaat. Daarnaast dienen alle leden van de Bestuurskring zich schriftelijk of elektronisch, per e-mail, uit te laten over de wijze van besluitvorming en de inhoud van het besluit.
13. De Bestuurskring is bevoegd om bij overeenkomst te bepalen dat deze statuten van toepassing zijn op een persoon die zich wil verbinden aan de Stichting.
14. De leden van de Bestuurskring genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen gemaakte kosten ten einde de werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 8
1. Het algemene beheer over de financiële middelen wordt gevoerd door de penningmeester, die daarover verantwoording aflegt aan de Bestuurskring.
2. De penningmeester stelt voor het einde van het boekjaar de begroting voor het komende jaar op en legt die ter goedkeuring voor aan de Bestuurskring.
3. Binnen twaalf (12) maanden na afloop van het boekjaar stelt de penningmeester een verslag over het afgelopen jaar op en de jaarrekening, bestaande uit een balans en een staat van baten en lasten met een toelichting. De penningmeester biedt deze stukken aan ter goedkeuring aan de Bestuurskring. De Bestuurskring beslist binnen één maand of de stukken kunnen worden goedgekeurd.
4. De Bestuurskring kan besluiten een accountantsverklaring op te vragen. Indien een accountantsverklaring wordt opgesteld, beslist de Bestuurskring binnen één maand na ontvangst van de accountantsverklaring.
5. Goedkeuring van de financiële jaarstukken als bedoeld in het derde lid strekt tot het verlenen van décharge aan de penningmeester voor het in dat jaar gevoerde beheer.
6. Eventuele exploitatieoverschotten dienen geheel ten goede te komen aan de doelstellingen van de Stichting.
7. Het boekjaar van de Stichting loopt van één januari tot en met eenendertig december van datzelfde jaar.
VERKIEZEN, BENOEMING, SCHORSING en ONTSLAG
Artikel 9
1. De Bestuurskring stelt de procedure(s) tot benoemen, schorsen en ontslag vast van personen die, zowel bezoldigd als onbezoldigd, werkzaam zijn voor de Stichting, in overeenstemming met de wet en deze statuten. De Bestuurskring is bevoegd om te besluiten over het in dienst nemen van of op andere wijze tegen vergoeding opdracht geven aan natuurlijke- of rechtspersonen om werkzaamheden voor de Stichting te verrichten.
2. De Bestuurskring is bevoegd tot het benoemen, schorsen en ontslaan van de bestuurskringleden, voor zover deze niet zijn afgevaardigd vanuit de kring eronder. In alle andere gevallen van benoeming, schorsing en ontslag beslist de Bestuurskring op voordracht van de Schoolkring of een daartoe door de Schoolkring aangestelde hulpkring en na de toetsing aan de wet, de statuten en de hiervoor vastgestelde procedures.
3. In afwijking van artikel 6, eerste lid, wordt een benoemings- of ontslagbesluit genomen met uitzondering van het desbetreffende kring lid, van wie derhalve geen consent is vereist.
4. De Bestuurskring beslist op voordracht van de Schoolkring of een daartoe door de Schoolkring aangestelde hulpkring over het schorsen of ontslaan van personen die krachtens overeenkomst, al dan niet bezoldigd, in dienst zijn bij de Stichting. Voordat wordt beslist over de schorsing of het ontslag, wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door de Bestuurskring of een hulpkring daarvan, waarbij hij of zij zich kan laten bijstaan door een raadsman.
5. Indien een persoon is geschorst, als bedoeld in het vierde lid, beslist de Bestuurskring binnen drie (3) maanden over het eventuele ontslag van die persoon. Indien niet tot ontslag wordt besloten binnen die periode, dan eindigt de schorsing van rechtswege.
6. De voorzitter en afgevaardigde van elke kring worden gekozen na open discussie en met
consent door de leden van de desbetreffende kring.
7. Een kring kan, indien dat nodig wordt geoordeeld en de kring erboven daaraan consent geeft, meerdere afgevaardigden kiezen om, samen met de voorzitter van de kring, deel te nemen aan de kring erboven.
BESTUURSVERTEGENWOORDIGING
Artikel 10.
1. De Bestuurskring vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechte.
2. Twee tezamen handelende leden van de Bestuurskring zijn bevoegd de Stichting te vertegenwoordigen, indien en voor zover daarvoor een duidelijk omschreven en schriftelijk vastgelegd mandaat is verleend door de Bestuurskring.
STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING
Artikel 11
1. De Bestuurskring is bevoegd de statuten van de Stichting te wijzigen mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. het wijzigen van artikel 2 lid 2 is alleen mogelijk met consent in een gezamenlijke en voltallige vergadering van de Schoolkring en de Bestuurskring.
b. het wijzigen van alle overige artikelen van de statuten is alleen mogelijk met consent in een gezamenlijke vergadering van de Schoolkring en de Bestuurskring met een minimale aanwezigheid van tachtig (80) procent van de leden.
2. De Bestuurskring is bevoegd de statuten van de Stichting te ontbinden op voorwaarde van consent binnen een gezamenlijke vergadering van de Schoolkring en de Bestuurskring met een minimale aanwezigheid van tachtig (80) procent van de leden.
3. Een wijziging van de statuten geschiedt bij notariële akte.
4. Indien de Bestuurskring besluit tot ontbinding van de Stichting, dan wijst hij ook één of meerdere vereffenaar(s) aan. Gedurende de liquidatie van de Stichting wordt zoveel mogelijk overeenkomstig deze statuten gehandeld.
5. Een na ontbinding eventueel resterend batig saldo komt ten goede aan een instelling met doelstellingen die vergelijkbaar zijn met die van de Stichting.
SLOTBEPALING
Artikel 12
1. In alle gevallen waarin zowel de wet, als deze statuten niet voorzien, beslist de Bestuurskring.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht reproduceerbaar bericht.
SLOTVERKLARINGEN
Xxxxxxxxx verklaarden comparanten dat:
1. voor het eerste maal tot bestuurders van de stichting worden benoemd:
- de xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, voornoemd, als voorzitter;
- de heer Xxxxxxx Xxxxxx Xx Xxxxxxxx, voornoemd, als secretaris;
- de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx, voornoemd, als penningmeester;
2. het eerste adres van de stichting is 5213 HP ’s-Hertogenbosch, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00;
3. het eerste boekjaar van de stichting loopt van haar aanvang af tot en met éénendertig december tweeduizendachttien.
SLOT
De comparanten zijn mij, notaris, bekend.
Deze akte is verleden te ’s-Hertogenbosch op de datum als aan het begin van deze akte vermeld.
Alvorens tot het verlijden van deze akte te zijn overgegaan, heb ik, notaris, van de inhoud aan de comparanten mededeling gedaan en heb daarop toelichting gegeven.
De comparanten hebben verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte van de inhoud te hebben kennis genomen en op volledige voorlezing van deze akte geen prijs te stellen.
Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de comparanten en mij, notaris, ondertekend.
(Volgen de handtekeningen)
VOOR AFSCHRIFT:
pagina 8 van 8
2018.000158.01