VEILIGHEIDS- EN WERKVOORWAARDEN IN VERBAND
VEILIGHEIDS- EN WERKVOORWAARDEN IN VERBAND
MET WERKEN UITGEVOERD DOOR DERDEN
Bij Taminco bvba (Gent)
A subsidiary of Eastman Chemical Company
September 2022
V14-00053-02-00
Inleiding
Bijgevoegd document bevat de algemene “Veiligheids- en werkvoorwaarden in verband met werken uitgevoerd door derden bij Eastman”
De wijzigingen t.o.v. de laatste versie worden in de gele kleur aangegeven.
HOOFDSTUK I ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 1
2. INLEIDING – ALGEMEENHEDEN 2
3. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 6
7. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM) 15
8. TIJDELIJKE GEBOUWEN/CONTRACTORPLEIN 17
10. TIJDELIJKE EN MOBIELE XXXXXXXXXXXX 00
HOOFDSTUK II: TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN 21
1. XXXXXX, HEFWERKTUIGEN EN HOOGWERKERS 21
4. MACHINES, GEREEDSCHAP EN UITRUSTING 27
5. EVENTUELE TER BESCHIKKINGSTELLING VAN MATERIEEL DOOR EASTMAN 28
6. SLOPEN, AFBREKEN EN VERWIJDEREN VAN INSTALLATIES 29
8. VEILIGHEIDSREGELS VOOR ELEKTRICITEIT 300
9. GRAAFWERKEN 333
11. CIVIELE BOUWWERKEN NABIJ INSTALLATIES IN DIENST 355
12. AFBAKENING 355
13. VUURVASTE KERAMISCHE VEZELS 366
14. ASBEST 366
15. RÖNTGEN/RADIOGRAFISCH ONDERZOEK 366
16. LOTO/TRY (LOCKOUT, TAGOUT EN TRY) 37
17. AANKOOPCLAUSULES CONTRACTORS/VENDORS 38
BIJLAGE A BEDRIJFSTOEGANGSPROCEDURE VOOR CONTRACTORS 39
BIJLAGE B Gebruik mobiele telefoon (gsm), tablet, PC en fototoestel 42
BIJLAGE D ALARMPROCEDURES EASTMAN 46
BIJLAGE E ONGEVALLEN – VOORKOMING – EHBO – CORRIGERENDE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN 47
BIJLAGE G ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EASTMAN 52
BIJLAGE H AFVALWIJZER… 56
BIJLAGE I VUURVERGUNNINGSMATRIX 57
HOOFDSTUK I ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
DEFINITIES
Opdrachtgever EASTMAN
Contractor
(Aannemer)
Subcontractor (Onderaannemer)
Informatie Informatie
Coördinator EASTMAN
Opzichter Contractor
Opzichter Subcontractor
Instructies & controle
Werknemers EASTMAN
Instructies &
controle
Instructies &
controle
controle
Werknemer Subcontractor
Werknemer Contractor
(Cf. Wet op het Welzijn 4 augustus 1996)
1. “Opdrachtgever”: is het bedrijf (in casu Taminco bvba/Eastman) die de opdracht voor bepaalde werken geeft.
2. “Contractor” of “aannemer”: is het bedrijf of de zelfstandige die de werken in opdracht van de opdrachtgever uitvoert en die tevens de werkgever is van door hem tewerkgestelde derden.
3. “Subcontractor” of “onderaannemer”: is het bedrijf of de zelfstandige die werken in opdracht van de contractor of aannemer uitvoert en op zijn beurt werkgever is van door hem tewerk- gestelde derden.
4. De “Eastman-coördinator” is de vertegenwoordiger van de opdrachtgever op de plaats van de werken. Het is xxxx Xxxxxxx-werknemer of door Eastman aangestelde persoon die ge- machtigd is om op te treden in naam van en voor rekening van de opdrachtgever en dit voor het uitvoeren van taken, voor het naleven van de veiligheidsvoorschriften en voor tussen- komsten op de werf. De Eastman-coördinator is de tussenpersoon tussen opdrachtgever en contractor.
5. “Opzichter” is de toezichthoudende persoon van de contractor. Hij leidt persoonlijk de werk- zaamheden van de contractors ter plaatse en hij staat ervoor in dat de werken uitgevoerd worden volgens de Eastman voorschriften en de toepasselijke wettelijke bepalingen.
6. “Werknemer (sub) contractor” is elke werknemer van de (sub)contractor die werkzaam is op
het terrein van de opdrachtgever en belast werd met de uitvoering van de werken.
7. “Werf” is de verzameling van alle plaatsen op het terrein van de opdrachtgever waar de werken worden uitgevoerd.
8. “Coördinator werfinrichtingen” een door Eastman aangesteld persoon die de coördinatie beheert van alle tijdelijke gebouwen.
2. INLEIDING – ALGEMEENHEDEN
Bij de selectie van contractors worden de volgende criteria afgetoetst:
- frequentiegraad: criterium < 15 als gemiddelde over de laatste 3 jaar.
- in het bezit van een geldig VCA-P certificaat (een must voor werken in productie en labo) voor het bedrijf, VCA-Vol voor de leidinggevende op Eastman en VCA voor alle op Eastman aanwezige werknemers.
- het resultaat van de voorbije evaluatie(s) die door Eastman voor de activiteiten van betrokken contractor: het resultaat voor het gedeelte veiligheid is minimum 70/100 - wanneer het resultaat > 50 en < 70 is worden supplementaire veiligheidsvereisten opgelegd.
2.1. De contractor draagt de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de veiligheid van zijn vertegenwoordigers, toezichthoudend personeel, werknemers en subcontractors. Hij staat in voor de naleving, door zijn personeel en subcontractors, van alle voorschriften. Bij de selectie van zijn subcontractors dient de subcontractor in het bezit te zijn van een VCA* of hoger certificaat en gebruikt hij dezelfde criteria als hierboven wat betreft de frequentiegraad en werknemer VCA certificatie.
In het geval een contractor zelf of door onder aanneming anderstalig personeel tewerkstelt, zorgt de contractor ervoor dat er op de werf steeds minstens één personeelslid aanwezig is dat de Nederlandse taal machtig is, teneinde efficiënte communicatie met Eastman personeel te verzekeren indien vereist (bv. voor het aankaarten van gevaarlijke situaties of bij medische verzorging). De contractor bezorgt aan Eastman vooraf een overzicht van betrokken subcontractors en verantwoordelijken.
2.2. De contractor is verplicht zelf de werken te leiden ofwel zich te laten afvaardigen door een bekwaam medewerker met volledige volmacht, om in zijn naam te handelen (opzichter). De contractor vermeldt de naam van betrokkene in het VGM plan en bezorgt vooraf de naam aan de Eastman- coördinator.
2.3. De contractor is aansprakelijk voor alle schade die wordt toegebracht aan Eastman (personen, gebouwen, materiaal) of aan derden, door handelingen of nalatigheid van zijn vertegenwoordigers, zijn personeelsleden of personeelsleden van zijn subcontractor. Hij dient hier ook tegen verzekerd te zijn. De contractor dient een verzekeringsattest te kunnen voorleggen.
Minimum vereist bedrag is € 1.250.000 en dit voor materiële, lichamelijke en immateriële gevolgschade; voor projecten > € 50.000 dient de polis opgetrokken te worden tot € 2.500.000, in dit geval zal u op voorhand schriftelijk verwittigd worden.
2.4. De contractor (en subcontractors) zal tegenover Eastman afzien van elke vordering in aansprakelijkheid. Eastman kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor het verdwijnen of het stelen van materieel/materiaal eigendom van de (sub)contractor. De (sub)contractor moet al het nodige doen om diefstal te voorkomen.
2.5. Behoudens voorafgaande bijzondere toelating van de opdrachtgever zal de contractor geen werken mogen uitvoeren op zaterdag, zondag of wettelijke feestdagen, noch buiten de normale werkuren (van 7.30u. tot 16.00u.) alsook op de dagen door Eastman als verlofdag beschouwd.
De lijst (met Eastman verlofdagen) dient door de contractor vóór de aanvang van de opdracht te worden opgevraagd.
2.6. De contractor zal zich moeten aanpassen aan het reglement van inwendige orde van de fabriek, zonder dat om deze reden de verantwoordelijkheid van Eastman, onder welke vorm dan ook, zou kunnen ingeroepen worden.
2.8. De contractor en zijn onderaannemers voldoen aan de vereisten van artikel 30bis van het KB van 27 december 2007 aangaande de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders.
2.9. Wanneer de contractor beroep doet op jobstudenten of stagiairs, dan moeten deze minimum 18 jaar oud zijn. De contractor verbindt zich ertoe rekening te houden met de bepalingen van het KB betreffende de bescherming van jongeren op het werk (03.05.1999) (met o.a. verbodsbepalingen voor bepaalde activiteiten).
De contractor stelt de Eastman-coördinator vooraf op de hoogte van de eventuele aanwezigheid van jobstudenten. De Eastman-coördinator kan eventueel de aanwezigheid van jobstudenten weigeren.
2.10. Eastman heeft het recht om, in het kader van de wet van 24 juli 1987 (betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers) instructies te geven aan de werknemers van de contractor met betrekking tot de volgende onderwerpen:
- Wettelijke verplichtingen van de opdrachtgever inzake veiligheid en welzijn op het werk
- Arbeids- en rusttijden
- Uitvoering van de overeenkomst met betrekking tot de overeengekomen opdracht(en). Onverminderd het recht van de opdrachtgever om op ieder ogenblik tussen te komen om de uitvoering van de overeenkomst te preciseren beschikt enkel de contractor over de bevoegdheid gezag en leiding te geven ten opzichte van de medewerkers van de contractor.
De volgende elementen komen in elk geval toe aan de contractor als werkgever ten aanzien van zijn medewerkers, en kunnen in geen geval deel uitmaken van het instructierecht van de opdrachtgever:
- Aanwervingsbeleid (processen, interviews, selectie en aanwervingscriteria)
- Beleid met betrekking tot loons- en arbeidsvoorwaarden
- Beleid inzake training, vorming en opleiding, uitgezonderd deze die noodzakelijk zijn voor het vervullen van de opdracht en die specifiek zijn voor de opdrachtgever
- Beleid inzake disciplinaire sancties en ontslag
- Evaluatie- en functioneringsgesprekken
- Functiebepalingen.
2.11. Toegangs- en aanwezigheidsprocedure : Zie Bijlage A.
2.12. De contractor moet aan de overheidsvoorschriften én aan de veiligheidsregels van Eastman voldoen. Bij veronachtzaming van de veiligheidsvoorschriften kan het werk van contractors door de Eastman- opdrachtgevers of Eastman-coördinator of door Xxxxxxx’x preventieadviseur of gedelegeerden worden stilgelegd, zonder kosten voor Eastman. Eastman is gemachtigd, ingeval van overtredingen tegen veiligheidsprocedures, personeelsleden van de contractor op staande voet de toegang tot de fabriek te ontzeggen. De eventuele kosten, verloren tijd, enz..., komen geheel ten laste van de contractor.
Eastman behoudt zich het recht voor, zelf de nodig geoordeelde veiligheidsmaatregelen te nemen indien de contractor geen onmiddellijk gevolg geeft aan de gevraagde voorzorgsmaatregelen.
Deze kosten voor het aanbrengen van veiligheidsmaatregelen zijn volledig ten laste van de contractor.
2.13. De contractor die beroep doet op subcontractors, verbindt zich ertoe volgende bedingen op te nemen in de contracten met deze subcontractors:
* de subcontractors dienen de bepalingen uit wetgeving en uit deze ‘veiligheids- en werkvoorwaarden in verband met werken uitgevoerd door derden bij Eastman’ na te leven. De subcontractor is ervoor verantwoordelijk een kopie van deze veiligheids- en werkvoorwaarden te bekomen, hetzij van de contractor, hetzij van Eastman.
* indien de subcontractor deze bepalingen niet naleeft, dan kan de contractor de werken stilleggen zonder kosten voor de contractor of Eastman. De contractor kan zelf de nodige maatregelen nemen op kosten van de subcontractor indien deze laatste geen gevolg geeft aan de gevraagde voorzorgsmaatregelen.
Op eenvoudige vraag van Eastman moet de contractor kunnen aantonen dat hij deze bedingen heeft opgenomen in zijn overeenkomsten met subcontractors. De intentieverklaring van deze subcontractors dat deze de voorwaarden zullen naleven, maken deel uit van het veiligheidsplan.
2.14. De contractor die een werfkeet installeert, en dit is een eis voor werken langer dan 1 maand, dient ook voor zijn personeel te beantwoorden aan de voorschriften van het K.B. Arbeidsplaatsen qua sanitaire voorzieningen en eetruimten.
De andere contractors kunnen gebruik maken, voor het nemen van hun middagmaal, van het lokaal dat hun zal aangeduid worden.
2.15. De contractor mag geen personeelslid van Eastman tewerkstellen zonder toestemming van de opdrachtgever, er mogen geen commerciële bindingen bestaan tussen personeelsleden van Eastman en de contractor (en omgekeerd).
2.16. Aan de personeelsleden van de contractors is het verboden:
a) Zich op andere plaatsen te bevinden dan op deze waar normaal het werk wordt uitgevoerd (werf).
b) Niet voor hen bestemde machines of gereedschappen te gebruiken.
Het aan Eastman toebehorend materieel mag alleen gebruikt worden mits de toestemming van de Eastman-coördinator en het volgen van de specifieke veiligheidsinstructies hierover. Het gebruik mag enkel wanneer dit duidelijk vermeld is in de werkvergunning.
c) Materieel, grondstoffen of producten (of afval) toebehorend aan Eastman mee te nemen tenzij anders beschreven in het contract. Het toezichthoudend personeel van Eastman kan controle uitoefenen en de directie is gemachtigd om gereedschapskisten, kleren, kleedkamers en voertuigen te laten onderzoeken.
d) Alcoholhoudende dranken of drugs in het bedrijf binnen te brengen of onder invloed hiervan te zijn. Zij kunnen aan de ademtest onderworpen worden. Indien blijkt dat (sub)contractor- personeelsleden onder invloed zijn, dan neemt de contractor maatregelen om de betrokken werknemer van de site te verwijderen.
e) Het gebruik van foto- en filmtoestellen is verboden: er is een expliciete toelating van de Site Director hiervoor nodig. Beeldmateriaal mag ook alleen maar gebruikt worden voor intern gebruik op Eastman. Bij andere doeleinden is een schriftelijke toelating van de Site Director verplicht.
f) Andere vreemde personen in het bedrijf binnen te brengen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtgever of de Eastman-coördinator.
g) Wapens, explosieven, vuurwerk, … binnen te brengen.
2.17. De contractor voorziet in de aanwezigheid van zijn preventie-adviseur gedurende minimaal 1% van alle gepresteerde uren van de contractor. Tijdens de 4 jaarlijkse grote stilstand dient dit minimaal 5% van alle gepresteerde uren van de contractor te zijn.
2.18. De contractor voorziet in het houden van minimaal 1 toolbox/maand met opgave van het % aanwezigheid.
2.19. De contractor en subcontractors is uitsluitend en alleen aansprakelijk voor het vooraf toewijzen van het personeel en voorziet in een regelmatige screening van de achtergrond van de medewerkers die worden ingepland of ingezet op de Eastman site. De contractor zal ervoor zorgen dat deze vereiste wordt doorgetrokken naar het personeel van de contractor met inbegrip van consultants die door de contractor worden toegewezen. Door het toewijzen van mensen die werken op de Eastman site, bevestigt de contractor dat hij een positieve achtergrond check heeft uitgevoerd van het personeel dat werd toegewezen. De contractor stemt ermee in om de functionarissen, directors en medewerkers van Eastman te verdedigen, te vrijwaren en schadeloos te stellen, voor eventuele claims, rechtszaken of procedures in geval van een schending van deze vereiste.
3 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3.1. Van elke contractor wordt verwacht dat hij een doeltreffend systeem heeft voor instructie en opleiding van zijn werknemers inzake veiligheid.
De contractor dient aan de hand van een risico analyse zijn risicovolle taken te identificeren en voor deze taken dient een specifieke opleiding en evaluatie voorzien te worden.
De contractor kan zich hierbij laten leiden door de VCA-criteria (xxx.xxxxxx-xxx.xx). Volgende taken worden er onder meer beschouwd als kritieke taak:
- werken met vorkheftruck of hoogwerker
- aanslaan en uitwijzen van lasten (rigging)
- werken aan flenzen – flensmonteur
- werken als veiligheidswacht besloten ruimte
- werken met onafhankelijke adembescherming
- betreden van besloten ruimten en toezicht houden tijdens betreding
- werken aan delen die onder elektrische spanning staan
Elke contractormedewerker zal vooraleer de werken aan te vangen de Safety Challenge (Veiligheidsintroductiefilm) volgen en de opdrachten succesvol afronden (tot alle antwoorden juist zijn). Deze Safety Challenge blijft een jaar geldig. Bij 3x falen wordt de toegang geweigerd
Bijkomend is er een aanvullende Eastman introductie vereist voor alle uitvoerenden die voorzien zijn voor lange termijn activiteiten (meer dan 1 maand). Deze wordt door Eastman aangeleverd en zal voornamelijk online geschieden via GoWorkforce (het Contractor Safety Management programma). Hierna volgt een praktijkopleiding die zal plaatsvinden op site.
Voor korte termijn activiteiten (minder dan 1 maand) zal dit via de opdrachtgever gebeuren aan de hand van een checklijst. Deze wordt met de uitvoerders van een werk overlopen (zie ook bijlage A).
Conform de wettelijke bepalingen zal de contractor een risicoanalyse uitvoeren met betrekking tot alle voorziene activiteiten, inbegrepen die activiteiten die door subcontractors worden uitgevoerd.
Deze risicoanalyse is een onderdeel van het veiligheidsplan dat wordt opgesteld m.b.t. de voorziene activiteiten.
Dit veiligheidsplan omvat ook de werken die door subcontractors worden uitgevoerd en die deel uitmaken van het contract tussen Eastman en de betrokken contractor.
Het veiligheidsplan moet volgende info bevatten:
1. Identificatie van de onderneming
2. Coördinaten erkende technische inspectieorganen
3. Coördinaten dienst Arbeidsgeneeskunde/Externe Dienst PBW
4. Coördinaten verzekeringsorganisme Arbeidsongevallen
5. Coördinaten verzekeringsorganisme bouwplaatsrisico’s + verzekerde bedragen
6. Scope + beschrijving geplande werken + fasering
7. Communicatielijnen op de werf
8. Communicatie naar subcontractors + bevestiging dat zij de specifieke afspraken en regels ontvangen hebben en zullen naleven (intentieverklaring)
9. Organisatie EHBO op de werf/lijst hulpverleners toevoegen
10. Te verwachten werfinrichting + ruimtebehoeften
11. Aantal werknemers gelijktijdig aanwezig op de werf (incl. onderaannemers)
12. Aantal + aard van de machines welke zullen ingezet worden op de werf (+ gehuurd materiaal)
13. Procedure behandelen en verwijderen afval
14. Overzicht producten welke men on site wenst te brengen + MSDS toevoegen
15. Voorziene hijsactiviteiten + hijsplannen
16. Copy v.h. laatste jaarverslag v.d. IDPBW, zoals ingediend bij Technische Inspectie (*)
17. Fg en Eg van de laatste drie jaren (*)
18. Copy VCA (*)
19. VGM-targets voor opdracht bij Eastman + Actieplan om deze resultaten te bereiken + beleidsverklaring Management aannemer
20. Overzicht keuringsplichtige arbeidsmiddelen
21. Procedure incident/ongevalsmelding
22. Interne organisatie in geval van evacuatie/noodplan
23. Communicatie + taalgebruik op de werf (anderstaligen?)
24. Collectieve + persoonlijke beschermingsmiddelen in te zetten op de werf
25. Werf specifieke veiligheidsintroductie (opleiding, toolbox, ….)
26. Planning toolbox meetings (locatie + tijdstip te vermelden)
27. Planning veiligheidsrondgangen met deelname werfleiding/management
28. Procedure dagelijks start/werkoverleg (LMRA,…) met uitvoerders
29. VGM- administratie + coördinaten verantwoordelijke
30. Planning inzet personeel (+ eventueel aanmelding voor specifieke Eastman-opleiding)
31. Taakrisico-analyse met betrekking tot geplande werken + inventaris taken met verhoogd risico. Deze taakrisicoanalyse dient rekening te houden met de specifieke omstandigheden. Een model wordt gegeven verder in bijlage E.
32. Housekeeping plan
33. Organigram veiligheidsorganisatie on site/off site.
Het veiligheidsplan wordt minimum 2 weken voorafgaand aan het werk doorgestuurd naar de Eastman coördinator. Het werk kan pas starten na goedkeuring van het veiligheidsplan door de Eastman-coördinator.
(*) De documenten aangeduid met (*) moeten niet worden toegevoegd als deze in het laatste kalenderjaar reeds werden doorgestuurd.
Het is de verantwoordelijkheid van de contractor bij het begin van de werken een toolbox meeting te organiseren. Hierbij worden de risico’s en preventieve maatregelen besproken met alle uitvoerders aan de hand van het veiligheidsplan.
Relevante info voor de toolbox meeting is o.a. te vinden in de bijlagen C, D, E en G van deze brochure. Daarnaast wordt er éénmaal per maand een toolbox meeting georganiseerd over een bepaald veiligheidsaspect waaraan alle medewerkers, actief op Eastman, deelnemen en voor tekenen. Na incidenten of ongevallen wordt ASAP een speciale toolbox gehouden over oorzaken en acties ter voorkoming.
De topics en aanwezigen van deze toolbox meetings worden ter beschikking gehouden van Eastman).
Informatie in de vorm van een toolbox over de risico’s van producten in de installaties is beschikbaar via de Eastman-coördinator.
3.2. Alle ongevallen, incidenten en schierongevallen worden onmiddellijk door de contractor aan Eastman gemeld. In bijlage E wordt hierover meer informatie gegeven alsook de te gebruiken meldingsformulieren.
3.3. Contractors moeten, afhankelijk van de werkzaamheden, steeds hun werknemers inlichten over de plaats en het gebruik van veiligheidsdouches, oogdouches, persoonlijke beschermingsmiddelen, brandblusapparaten, branddekens, nooduitgangen en evacuatiewegen.
De nodige veiligheidsuitrustingen (individuele en collectieve) worden door de contractor aan zijn personeel bezorgd. Brandblustoestellen worden door de contractor voorzien.
3.4. Roken is op het ganse terrein verboden, inclusief gebouwen en werfketen. Enkel in de aangeduide rookzones mag er gerookt worden. Het gebruik van open vuur, vonken-veroorzakende-machines, zijn verboden in de rookverbod zones, tenzij een vuurvergunning werd verstrekt. Ook het gebruik van telefoon, tablet, PC of fototoestellen is in deze zones enkel toegestaan met een vuurvergunning. Een vuurvergunning geeft echter geen toestemming tot roken zelfs niet in voertuigen of werfketen. Zie bijlage I (vuurvergunningmatrix) voor meer info.
3.5. Door Eastman geplaatste waarschuwings-, verbods- of gebodsborden mogen niet verwijderd, verplaatst, beschadigd of gewijzigd worden.
3.6. Alle gebruikte elektrische apparatuur, toestellen, kabels, enz... moeten in overeenstemming zijn met het A.R.E.I. (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties).
3.7. Orde en netheid: de werf moet in dezelfde staat worden verlaten als waarin de contractor deze heeft betreden. Na de werkzaamheden dient men steeds alle materialen op te ruimen. Het niet naleven van deze regel kan tot gevolg hebben dat de werkvergunning niet opnieuw wordt uitgereikt.
3.8. De contractor dient in te staan voor orde en netheid op en rond de werf. Indien dit niet gebeurd, dan zal Eastman maatregelen nemen op kosten van de contractor.
3.9. In geval er onduidelijkheden zijn inzake veiligheid, wordt de Eastman-coördinator geraadpleegd.
3.10. Voor het gebruik van mobiele telefoons (GSM): zie Bijlage B.
3.11. Gecombineerde werk- en vuurvergunning: zie Bijlage C.
3.12. Last Minute Risk Analysis (LMRA)Een LMRA wordt uitgevoerd door het team van uitvoerders (in principe één LMRA per werkvergunning) voor de start van de werken. Het is de bedoeling aan de hand van enkele vragen na te gaan of
- De werkvergunning duidelijk is
- Men aan de voorwaarden erin vermeld kan voldoen
- Er gevaren zijn als gevolg van werken in de omgeving.
Alle leden van het team (inbegrepen brand-/veiligheidswacht indien van toepassing) tekenen het document.
Wanneer gedurende de werken de omstandigheden veranderen of na een onderbreking wordt een nieuwe LMRA uitgevoerd (op zelfde document).
Belangrijk is dat een LMRA een aanvulling is op de werkvergunning, de taakrisicoanalyse en het veiligheidsplan. Een taakrisicoanalyse is een hulpmiddel om het werk beter te kunnen begrijpen en preventiemaatregelen vast te leggen, en wordt gebruikt voor de opmaak van de werkvergunning. Een LMRA is een check ter plaatse door de uitvoerders op het ogenblik dat men klaar staat om het werk te starten. Iedereen bevestigt dan nogmaals dat alles begrepen is, en dat de situatie veilig is.
Hiervoor wordt het Eastman document (magazijn nummer 21073872) gebruikt. Contractors die hun eigen document hebben kunnen dit verder gebruiken. Het document wordt meegegeven door de opdrachtgever samen met de werkvergunning.
Het document wordt bijgehouden door het team en kan tijdens rondgangen worden opgevraagd en gecontroleerd.
3.13. Op het ganse terrein gelden dezelfde verkeersregels als op de openbare weg. De verkeerssignalisatie op het terrein moet worden gerespecteerd.
Op het terrein zijn ook voetgangerspaden en zebrapaden aangegeven. Deze geven de meest veilige weg aan voor voetgangers en moeten gevolgd worden.
Uiteraard blijven we als voetganger steeds alert. Als we aan een kruispunt komen of de weg oversteken, dan kijken we eerst en we steken pas over als er geen gevaar is voor onszelf (we hebben dus niet zomaar voorrang op een zebrapad; houdt er ook rekening mee dat een vorkheftruck met last niet zomaar kan stoppen).
Het gebruik van fietsen kan alleen na expliciete toelating van de Eastman-contactpersoon. De fietsen moeten in goede staat zijn, en moeten minimum jaarlijks worden nagezien door een bevoegd persoon. Indien goedgekeurd, dan moet de fiets voorzien zijn van een label en de datum van het volgend toezicht. Extra dient elke fiets-eigenaar zorgen voor een maandelijks nazicht. We willen dat laagdrempelig houden. We verwachten een visuele controle (ketting, pedalen, handvaten,...) en een test van de remmen.
Fietsen die gebreken vertonen mogen in geen geval worden gebruikt.
Fietsers blijven rechts van de baan en hebben steeds twee handen aan het stuur. Fietsen is verboden in gebouwen, magazijnen en nabij laadposten (gevaar heftrucks).
Bij slechte weersomstandigheden (sneeuw, ijzel) zal het fietsen eveneens verboden worden.
Alle vrachtwagens, bestelwagens, heftrucks, hoogwerkers e.d. op de site zijn van een achteruit- rijsignaal voorzien. Wanneer dit niet het geval is kan achteruitrijden enkel met een begeleider.
Het is verboden om zich op het dak van een voertuig te begeven! Te hoogte van het algemeen magazijn is er een platformladder voorzien om veilig materiaal van het dak te nemen.
Voor alle voertuigen/kranen dient men aangelijnd te zijn als men zonder collectieve bescherming boven 1.2 m moet zijn. Indien dit niet mogelijk is dient er een TRA specifiek gemaakt te worden. Deze dient door de opdrachtgever en preventiedienst goedgekeurd te worden alvorens deze werken te starten.
Voertuigen rijden met een snelheid die aangepast is aan de situatie en maximaal 20 km/uur en rond laadputten 5 km/uur. Algemeen geldt voor voertuigen voorrang van rechts, tenzij dit anders is aangegeven door verkeersborden.
Het gebruik van GSM’s of walkies in voertuigen tijdens het rijden is verboden.
Bij het verlaten van het voertuig, kraan, heftruck, hoogtewerker, schaarlift, vrachtwagen, wordt de motor stilgelegd en de sleutel door de bestuurder meegenomen.
Het gebruik van verbrandingsmotoren in gebouwen is niet toegelaten.
Instructie voor plaatsen en ophalen van mobiele arbeidsmiddelen (bvb. hoogtewerker):
De levering of het ophalen van mobiele arbeidsmiddelen dient door de contractor steeds per mail gemeld aan de Eastman securitydienst (xxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xxx)
- Met opgave van de contactpersoon.
- Datum (en uur indien mogelijk) van plaatsing en ophalen.
- Plaatsing op de parking aan de portiersloge.
- Sleutel steeds achterlaten bij de portier.
Vervolgens contactpersoon informeren (telcom/mail) dat de levering/ophalen gebeurd is.
Nota: het verblijf van het mobiele arbeidsmiddel op de parking aan de portiersloge moet zo kort mogelijk gehouden worden. Bij (te) lang verblijf zal de portier de contactpersoon verwittigen.
Oversteken Pantserschipstraat door trage voertuigen
Om het dwarsen van de Pantserschipstaat door een traag voertuig op een veilige manier te laten gebeuren geldt volgende procedure:
De bestuurder meldt zich aan bij portier en deelt mee dat hij de openbare weg wil kruisen
- Indien een tweede persoon als begeleider ter beschikking is worden hem signalisatievest, signalisatielamp en draagbaar stopbordje uitgeleend door de portier.
- Indien geen tweede persoon ter beschikking is fungeert de portier als begeleider die zich voorziet van signalisatievest en –lamp.
- Signalisatiemiddel (bv. zwaailicht) aanwezig op het voertuig wordt geactiveerd.
Trage voertuigen: hoogwerker, vorkheftruck met last die het zicht belemmert (dient dus achteruit te rijden), heftruck met een sleep karretjes, kraan, gemotoriseerde lastwagen, … die door hun lengte en/of beperkte wendbaarheid een gevaar vormen voor openbare weggebruikers bij het oversteken van de weg.
Enkel voertuigen die verzekerd zijn om op de openbare weg te rijden mogen de openbare weg oversteken of gebruiken.
3.14. De contractors zien (wat betreft hun eigen werknemers, interims en subcontractors) toe op de naleving van het KB van 28.05.03 betreffende gezondheidstoezicht op de werknemers. Naast het gezondheidstoezicht dat eigen is aan de activiteiten van de contractor, houdt dit ook gezond- heidstoezicht in als gevolg van mogelijke blootstelling aan chemische stoffen die eigen zijn aan Eastman (bv. amines, ammoniak, dithiocarbamaten, koolstofdisulfide, …). Deze blootstelling is afhankelijk van de aard van het werk. Informatie hierover dient vooraf opgevraagd te worden bij de preventiedienst van Eastman.
Bij personen met een aandoening aan de luchtwegen (allergie, astma, afwijking of ziekte aan de luchtwegen), huid (allergie) of een afwijking/ziekte aan de geurwaarnemingszin is tewerkstelling bij Eastman mogelijks af te raden of onderworpen aan beperkingen. In dergelijk geval moet voorgaand de preventieadviseur/arbeidsgeneesheer worden gecontacteerd, die een advies kan geven met betrekking tot de geplande tewerkstelling. De toegang tot de producties, laad- en losposten en labo’s is verboden voor zwangere en zogende vrouwen.
3.15. Indien voor werkzaamheden roosters (op Eastman laufers genoemd) gecontroleerd weggehaald moeten worden om te kunnen werken, dan dienen deze laufers na de werken door de contractor onmiddellijk terug geplaatst en verankerd te worden.
3.16. Het is mogelijk dat contractors tijdens hun werkzaamheden worden geobserveerd door een observator. Hierbij is het de bedoeling dan direct feedback te geven over de veilige en onveilige
handelingen om op die wijze het veiligheidsbewustzijn te verhogen. We verwachten hier van iedereen medewerking.
3.17. Bijkomende voorwaarden voor huiscontractors (Top 12) en voor die contractors die aan grotere projecten werken (wordt op voorhand contractueel vastgelegd).
De hierboven vermelde contractors krijgen een Xxxxxxx Xxxxx toegewezen; de taak van deze buddy omvat:
• Focal-point tussen Contractor Management & Taminco.
• Maandelijkse veiligheidsrondgang op de werf met de afgevaardigde van de contractor
• Participeren in de maandelijkse contractor voormannen vergadering voorgezeten door de Eastman contractor veiligheidscoördinator.
• Opstellen van een kwartaalrapportage
• Het uitvoeren van een jaarlijkse evaluatie van de betrokken contractor samen met de gebruikers, teneinde een objectief resultaat te bekomen.
• Wordt op de hoogte gebracht van alle ongevallen en incidenten van de betrokken contractor (zowel op als buiten de site).
• Wordt door aankoop gecontacteerd vooraleer contract vernieuwd wordt of nieuwe bestelling wordt geplaatst.
De buddy wordt door de contractor uitgenodigd op de maandelijkse toolbox meeting!
De contractor voorziet de aanwezigheid van hun preventieadviseur op de Eastman site gedurende
1 % van het totaal van aantal gepresteerde uren op maandbasis. Van deze bezoeken wordt een rapport opgemaakt met vermelding van data en uren van aanwezigheid alsook de positieve en negatieve opmerkingen.
De contractors maken per kwartaal een rapport op dat naar hun Xxxxxxx Xxxxx en de Eastman Contractor Safety Advisor wordt gestuurd. Dit rapport omvat:
• Ingevulde checklists van de maandelijkse veiligheidsrondgangen:
• Opgave van de maandelijkse toolbox meetings met vermelding van topics en aanwezigheden.
• Verslagen van de bezoeken van de preventieadviseur.
• Incidenten en ongevallen
• Gemelde onveilige situaties/handelingen.
• Maandelijkse gepresteerde uren.
4 BRANDBEVEILIGING
4.1. Alle afschermdekzeilen die gebruikt worden, moeten brandvertragend zijn. Dit moet aangegeven zijn via een kenmerk op de zeilen, of certificaten moeten voorafgaandelijk worden voorgelegd. Deze dienen steeds in overleg met de Eastman-coördinator geplaatst om brandgevaarlijke werken af te schermen.
4.2. Hydranten, brandblusapparaten, slangenhaspels en andere nooduitrustingen moeten altijd goed bereikbaar blijven. Deze brandweeruitrusting (met rode kleur geschilderd) mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden dan het bestrijden van brand.
Het gebruik van water uit het brandweernet voor onderhoudswerken is verboden. Uitzonderingen zijn slechts mogelijk mits schriftelijke toestemming van de preventiedienst.
4.3. Alle elektrische toestellen voor werf, kantoren, werkplaatsen, werkruimten, kleedkamers, enz... moeten in goede staat verkeren.
De opdrachtgever mag altijd, na controle, gebruiksverbod opleggen.
4.4. De zone rond verwarmingselementen moet vrij zijn van brandbare objecten. Verwarmingselementen mogen niet ongecontroleerd blijven branden. In de winterperiode (november tot/met maart) mag een timer gebruikt worden om de ruimte voor te verwarmen maximum 3 uren voor betreding van de ruimte.
4.5. Brandbare stoffen, zoals brandstof, olie, schoonmaakmiddelen, enz... mogen minimaal aanwezig zijn, moeten deugdelijk zijn verpakt, duidelijk herkenbaar zijn door wettelijke etikettering, afzonderlijk worden opgeslagen en buiten werkgebieden of tijdelijke gebouwen worden gehouden. De op- slagplaatsen moeten voorzien zijn van inkuiping, afgesloten deuren en doelmatige waarschuwings- borden. De inventaris lijst van de inhoud van de opslagplaats dient maandelijks bijgehouden.
4.6. Uitgangen, nooduitgangen, doorgangen trappen, schakelaars, elektrische cabines e.d. moeten on- voorwaardelijk toegankelijk blijven.
4.7. De nodige voorzorgen moeten genomen worden bij het werken met vuur, blusmiddelen worden door de contractor voorzien, en men moet weten hoe ze te bedienen. Bij twijfel dient men zich te laten informeren door de Eastman-coördinator.
4.8. Blustoestellen moeten in goede staat zijn en minstens jaarlijks gecontroleerd worden door een bevoegd persoon. Blustoestellen waarvan de ‘kop’ wordt vastgezet door bouten/moeren met fijne draad zijn verboden. Bij twijfel dient de preventiedienst te worden geraadpleegd die de toestellen kunnen goed- of afkeuren.
4.9. Werfloodsen moeten voorzien zijn van een nooduitgang, noodverlichting en pictogrammen
5 ORDE EN NETHEID
ORDE EN NETHEID IS EEN VAN DE BELANGRIJKSTE VEILIGHEIDSEISEN
Rond en op de werven van de contractors, zowel voor werken in regie als voor forfaitair aangenomen werken, dient er orde en netheid te zijn; al de opmerkingen van de opdrachtgever moeten binnen de kortst mogelijke tijd uitgevoerd worden en dit zonder enige kost voor Eastman. Indien dit niet gebeurd, dan zal Eastman maatregelen nemen op kosten van de contractor.
5.1. Aannemers moeten voldoende vuilnisbakken op het werk hebben. Deze moeten van een afgesloten deksel voorzien zijn en tijdig geledigd worden. Voor grof afval moeten er containers zijn.
5.2. Hout en houten pallets worden verzameld in de houtafval container. Ongeschonden houten pallets worden verzameld op de door Eastman aangeduide locatie.
5.3. Hout en houten pallets worden verzameld in houtafval container. Ongeschonden houten pallets worden verzameld op de door Eastman aangeduide locatie.
6 MILIEU
6.1. De contractor moet de sorteerregels op Eastman respecteren. De contractor staat in voor het verwijderen van eigen afvalstoffen. Hierbij mogen geen van de te sorteren fracties bij het restafval terecht komen. Respecteer ten aller tijde de sorteerwijzer in bijlage H.
6.1.1. Het is verboden om het even welke producten of stoffen in de fabrieksrioleringen af te voeren.
6.1.2. Afvalstoffen afkomstig van materialen of producten, eigen aan de contractor, dienen door de contractor, en op zijn kosten, verwijderd en afgevoerd te worden in overeenstemming met de wetgeving.
6.1.3. De contractor mag geen enkel afvalproduct in een afvalcontainer van Eastman plaatsen zonder uitdrukkelijke opdracht of toestemming van de Eastman-coördinator.
6.1.4. Vragen of problemen in verband met afvalstoffen dienen aan Eastman-coördinator gesteld te worden (vb. afvoer van grond, vloeistoffen,...).
6.1.5. Indien operaties of gebruik van producten aanleiding kan geven tot bodem-, lucht- of waterverontreiniging dient het akkoord van de Eastman-coördinator gevraagd en bekomen te worden na voorlegging van de nodige gegevens.
i. Het verbranden van afval is ten strengste verboden, evenals het begraven als het lozen in de riolering.
6.2. Omgevingsvergunning
6.2.1. Het gebruiken of uitbaten van machines, installaties of producten welke ingedeeld zijn volgens VLAREM 1 - bijlage 1 ‘Indelingslijst’ dient het voorwerp uit te maken van een melding (klasse 3) of een milieuvergunning (klasse 1 en 2).
Kopij van melding of vergunningsbesluit dient aan Eastman, t.a.v. de milieudienst, bezorgd te worden.
Bij twijfel kan milieudienst Eastman steeds geraadpleegd worden.
6.2.2. Het gebruiken of uitbaten van ingedeelde inrichtingen dient volledig in overeenstemming te gebeuren met het algemeen milieureglement VLAREM 2 en bijkomende voorwaarden.
7 PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM)
7.1 De standaard persoonlijke beschermingsmiddelen:
De standaard persoonlijke beschermingsmiddelen zijn vervaardigd uit materialen aangepast aan
de risico’s eigen aan Eastman installaties: brand en blootstelling aan chemicaliën. De standaard persoonlijke bescherming bestaat uit:
- helm
- veiligheidsschoenen met hoge schacht
- werkkledij: bestaat uit een vest met lange mouwen en lange broek of overall uit één stuk. Deze kledij wordt als volgt gedragen: mouwen naar beneden en alle knopen of andere sluitsystemen gebruikt.
De werkkledij is brandvertragend en antistatisch. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van Nomex werkkledij of gelijkwaardig, (ENISO11611 class1, EN1149-5, EN13034 type 6).
- handschoenen (mechanische bescherming en chemische bescherming)
- veiligheidsbril
- ruimzichtveiligheidsbril
- harnasgordel
- gehoorbescherming
- vluchtmasker bij werken op hoogte in productie-eenheden
En wordt door de contractor aan zijn personeel ter beschikking gesteld.
De contractor staat ervoor in de bevuilde werkkledij van zijn medewerkers te laten wassen in een industriële wasserij. Mee naar huis nemen en thuis wassen is niet toegestaan vanwege het risico op blootstelling aan restanten van chemische producten.
Het type ruimzichtbril dat Eastman aan zijn eigen werknemers ter beschikking stelt is de UVEX Ultrasonic en de Uvex Carbonvision .
De helm, werkkledij en de veiligheidsbril zijn verplicht op het ganse productieterrein. Ook de waterzuivering (overkant Pantserschipstraat) wordt beschouwd als productieterrein. Voor het dragen van PBM’s op het contractorplein: zie 8.2.
Het gebruik van de ruimzichtbril is verplicht in zones gemarkeerd met een blauwe lijn met haaientanden; het betreft vooral productie-installaties.
Ook indien productie-installaties niet in dienst zijn moet de ruimzichtbril gedragen worden.
Een vluchtmasker dient men bij zich te hebben bij werken op verdiepingen/op hoogte in de productie eenheden. Deze worden voor een groot deel van de Top 12 contractoren voorzien door Eastman aan de voormannen/leidinggevende. Andere contractoren en korte termijn contractoren dienen deze vluchtmaskers in de controlezaal/vergunningsruimte op te halen.
De uitrusting moet ook gedragen worden:
- Wanneer het ARAB/AREI/CODEX het oplegt of wanneer dit bepaald werd op basis van een risicoanalyse;
- Wanneer vermeld op de werkvergunningen
- Wanneer de signalisatie dit verplicht.
Elk beschermingsmiddel, behalve de werkkledij, dient te voldoen aan de geldende reglementering
i.v.m. PBM en voorzien van CE-markering.
7.2. Verder dienen voor de eerste opening van installaties bijkomende persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gedragen, nl. Tychem/pyrrolon (chemiebestendige overall), neopreen/nitril/butyl handschoenen, een volgelaatsmasker met ABEKP3 filter of ademlucht afhankelijk van de atmosfeer in de installatie en veiligheidslaarzen.
Indien noodzakelijk dienen deze persoonlijke beschermingsmiddelen gedurende het ganse werk gedragen te worden.
De uitvoerders dienen opleiding te hebben gekregen in het gebruik van deze bijkomende persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze opleiding moet aantoonbaar zijn op eenvoudige vraag.
7.3. Specifieke persoonlijke beschermingsmiddelen voor gebruik in situaties waarin de standaard PBM onvoldoende bescherming bieden, zullen door Eastman, op aanvraag, ter beschikking gesteld worden. Veiligheidslaarzen dienen door de contractor zelf te worden voorzien.
7.4. Goedgekeurde harnas- of veiligheidsgordels, met daaraan verbonden Self Retractable Lanyard en valdemper conform de Eastman standaardprocedure voor werken op hoogte, moeten door de werknemers van de contractor gedragen worden:
- als ze op hoogte werkzaamheden moeten verrichten en waar het gebruik van stelling en /of collectieve bescherming onmogelijk is.
- bij het uitvoeren van werken vanuit een hoogwerker of schaarlift.
De keuringscertificaten moeten steeds voorgelegd worden.
Harnasgordels worden alleen vastgemaakt aan een hiervoor geschikt en stevig goedgekeurd ankerpunt conform de Eastman standaardprocedure voor werken op hoogte. Verder zijn volgende ankerpunten verboden: leidingen met gevaarlijke stoffen, kabelladders, scherpe randen.
Het gebruik van heupgordels voor valbeveiliging is niet toegelaten.
Het type Self Retracting Lanyard (SRL) is verplicht te gebruiken. Dit geldt voor alle werken op hoogte tenzij anders bepaald door taakrisicoanalyse goedgekeurd door de Eastman opdrachtgever en preventiedienst.
Indien men zich moet verplaatsen op hoogte met alleen een harnasgordel + SRL als persoonlijke valbescherming, dan dient de techniek van dubbele aanlijning te worden toegepast. Minimaal één SRL is dan steeds verbonden met een goedgekeurd ankerpunt.
7.5 Zwemvest
Is ter beschikking en verplicht bij aanwezigheid op de kade. Ook te dragen in de directe omgeving van het kanaal, binnen 1 m van de oever en voor werken boven het water.
7.6 Signalisatievest
Een signalisatievest wordt altijd gedragen bij werken in de directe omgeving van de openbare weg. Het betreft waarschuwingskledij met hoge zichtbaarheid (EN471).
Type Fluo Geel of Fluo Oranje.
7.7 Alle contractormedewerkers hebben vooraan op de helm en sticker met de vermelding van
- de naam van de contractorfirma
- de naam en voornaam van de contractormedewerker.
8 TIJDELIJKE GEBOUWEN/CONTRACTORPLEIN
8.1. De contractor moet voldoende afvalbakken in de container hebben om te kunnen
is zelf verantwoordelijk voor de lediging van de afvalbakken. Hierbij moet de
restafval mogen geen sorteerbare fracties zitten. De contractor
sorteren, bij het
afvalsorteerwijzer in bijlage H gerespecteerd worden.
8.2. Met tijdelijke gebouwen wordt bedoeld: constructies, bedoeld als kantoor-, magazijn-, werkplaats- of sanitaire ruimte. Deze tijdelijke gebouwen en nutsvoorzieningen mogen enkel op plaatsen neergezet worden, aangeduid door de coördinator werfinrichting. De constructies blijven maximaal tot het einde der werken op het terrein. Woon- en slaapgelegenheden worden niet op het terrein toegelaten. Als algemene regel kan gezegd worden dat de werfwagens en/of tijdelijke gebouwen buiten de productiezone dienen geplaatst te worden.
8.3 Op het ganse contractorplein is het dragen van een veiligheidsbril verplicht, met uitzondering van kantoren, toiletten en refters. Ook een uitzondering wordt gemaakt bij aankomst en vertrek van het personeel. In iedere werfkeet wordt ook de voorgeschreven werkkledij, veiligheidsschoenen en een helm gedragen. Enkel wanneer wordt aangetoond dat er geen risico’s zijn voor vallende voorwerpen of voor het stoten van het hoofd is de helm niet verplicht.
8.4. Het omhulsel van metalen gebouwen, voorzien van elektriciteit, moet verbonden worden met de PE(aard)-geleider in de werfkast. (PE = Protection Earth)
8.5. Tijdelijke gebouwen mogen alleen voorzien zijn van deugdelijke elektrische
toestellen. Voorafgaandelijk aan de aansluiting dient door de contractor een keuringsverslag door een erkende dienst voor technische controle, van het tijdelijk gebouw te worden voorgelegd. Deze elektrische keuring moet jaarlijks en bij wijzigingen aan de elektrische installatie worden herhaald. De keuringsattesten worden door de contractor in de werfkeet bijgehouden.
8.6. Het is verboden in de tijdelijke gebouwen, opgericht op terrein van Eastman, werken uit te voeren die niet voor Eastman zijn bestemd.
8.7. Op tijdelijke gebouwen van de contractor moet in voldoende grootte (min. 10 cm) de naam van de firma aangeduid worden en wie de verantwoordelijke persoon is met wie contact moet genomen worden in geval van ongeval of noodtoestand (met vermelding telefoonnummer).
8.8. Eastman voorziet sanitair op het contractorpark. Enkel dit sanitair mag door de contractor worden gebruikt.
8.9. De constructies moeten bestand zijn tegen wind, regen, sneeuw, tochtdicht enz. En moeten voorzien zijn van een ondoorlatende, waterdichte vloerbekleding en verwarming. Deuren moeten naar buiten toe opengaan.
8.10. Er moet voldoende uitrusting voor de brandbestrijding aangebracht worden: in elk geval minstens één gekeurd brandblusapparaat per tijdelijk gebouw (Minimaal 6 kg poeder ABC).
8.11. De contractor is zelf verantwoordelijk voor de orde en netheid in en rond zijn tijdelijke gebouwen en sanitaire installaties.
8.12. De werf moet door de contractor dagelijks grondig opgeruimd worden. Het niet naleven van deze
regel kan nadelige gevolgen hebben voor het uitreiken van de werkvergunning.
8.13. Na een totale opdracht wordt de werf volledig opgeruimd en de toestand wordt aan de Eastman- coördinator meegedeeld. De eigen voorzieningen en machines, alsook materiaal, worden onmiddellijk weggevoerd.
8.14. Doorgangen moeten in elk geval behoorlijk vrijgehouden worden.
8.15. Bij het beëindigen van een dagtaak zullen alle machines en toestellen afgeschakeld worden en beveiligd achtergelaten te worden. Uitzondering verwarmingstoestellen tijdens de winterperiode (zie punt 4.4).
8.16. Losliggende stukken worden verwijderd of vastgelegd. In elk geval moet ervoor gezorgd worden dat bij storm e.d. geen gevaarlijke toestanden kunnen ontstaan.
8.17. Binnen tijdelijke gebouwen worden de telefoonnummers uitgehangen voor noodgevallen evenals de alarmprocedure (zie bijlage D : Alarmprocedures).
8.18. Isolatiematerialen van tijdelijke gebouwen die worden gebruikt voor lasactiviteiten, moeten onbrandbaar of zelfdovend zijn.
8.19. Een reservesleutel van alle werfketen en containers dient aanwezig te zijn bij de Eastman portier om toegang te verschaffen in geval van calamiteit.
8.20. De afvalsorteerwijzer in bijlage H moet uitgehangen worden in de container.
9 GEVAARLIJKE PRODUCTEN
9.1. De opslag van gevaarlijke producten op het terrein dient te voldoen aan VLAREM II hoofdstuk 5.17. De hoeveelheid opgeslagen gevaarlijke producten dient tot het minimum beperkt te worden.
9.2. Producten die worden binnen gebracht op Eastman moeten door Eastman gekend en goedgekeurd zijn. Bij het veiligheidsplan moeten de MSDS’en en het gebruik worden toegevoegd. De producten mogen maar op de site binnen worden gebracht mits voorafgaandelijke goedkeuring van het veiligheidsplan door de Eastman-coördinator. Tijdens de werken moet een contractor op ieder moment een inventaris hebben van alle producten die hij op het terrein heeft binnengebracht. De inventaris bevat hoeveelheden en aard van de producten en wordt aan de Eastman coördinator doorgegeven.
9.3. Indien nodig moeten de nodige vergunningen voor gevaarlijke producten of radioactieve bronnen kunnen voorgelegd worden.
9.4. Alle verpakkingen dienen voorzien te zijn van de gepaste etikettering.
9.5. Ook gasflessen en drukhouders worden aan de Eastman-coördinator aangegeven en worden op de juiste manier opgesteld en gebruikt (bescherming tegen zonlicht en omvallen). Oxiderende en brandbare gasflessen worden niet samen in één box opgeslagen.
Gasflessen en drukhouders worden steeds opgeslagen buiten de besloten ruimten, bv. tank. Gasflessen en drukhouders dienen beperkt te zijn in aantal tot het strikt noodzakelijke.
9.6. Voor de installatie van een brandstoftank moet de nodige vergunning afgegeven worden aan de Eastman-coördinator. Een attest van de constructeur met datum, druk en duur van de hydraulische proef moet aanwezig zijn. Indien niet beschikbaar, moet een hydraulische proef uitgevoerd worden voor indienststelling.
9.7. Wanneer contractor medewerkers langer dan 3 maanden/jaar (al dan niet versnipperd over het jaar) in Crop (productie en magazijnen) aan het werk zijn dan zal de meestergast/werfleider van de betrokken contractor de medische dienst van Eastman hiervan op de hoogte brengen. Door onze medische dienst wordt de nodige informatie i.v.m. bijkomende jaarlijkse onderzoeken aan de arbeidsgeneesheer van de betrokken contractors doorgegeven. Bij accidentele blootstelling en/of klachten waarvan vermoed wordt dat ze door product veroorzaakt zijn (huiduitslag, oogirritatie, keelpijn, duizeligheid, misselijkheid) van personeelsleden van contractors wordt dit als incident gemeld en behandeld. Ook de medische dienst wordt dezelfde dag op de hoogte gebracht, de namen van alle betrokkenen worden medegedeeld, bijkomende urinestaalnames worden nog delfde dag uitgevoerd.
10 TIJDELIJKE EN MOBIELE BOUWPLAATSEN
De reglementering Tijdelijke Mobiele Bouwplaatsen/Veiligheidscoördinatie (hoofdstuk V van de welzijnswet en het KB van 25.01.2001) is van toepassing op de bouwplaatsen waar de volgende werken worden uitgevoerd:
Graafwerken, grondwerken, funderings- en verstevigingswerken, waterbouwkundige werken, wegenwerken, plaatsing van nutsleidingen (riolen, gasleidingen, elektriciteitskabels en tussenkomsten op deze leidingen voorafgegaan door andere werken), bouwwerken, (de)montage van geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen, inrichtings- en uitrustingswerken, verbouwingswerken, vernieuwbouw, herstellingswerken, ontmantelingswerken, sloopwerken, instandhoudingswerken, onderhouds-, schilder- en reinigingswerken, saneringswerken, afwerkingswerkzaamheden behorende bij een of meer hoger vermelde werken.
Vanaf het ogenblik dat er bij de uitvoering van deze werken op de bouwplaats twee of meer aannemers tegelijkertijd of achtereenvolgens activiteiten uitoefenen, is de veiligheidscoördinatie tijdens de ontwerp- en verwezenlijkingsfase verplicht.
Concreet betekent dit dus dat bovenstaande reglementering in bepaalde omstandigheden al dan niet van toepassing is. Gelieve via Uw Eastman-verantwoordelijke te informeren of Uw opdracht al dan niet onder deze verplichting valt. In dergelijk geval zal Xxxxxxx een veiligheidscoördinator aanstellen.
Wanneer een veiligheidscoördinator aangeduid is, dan is elke contractor verplicht de regels m.b.t. tijdelijke en mobiele bouwplaatsen te volgen. Dit houdt o.a. in
- De deelname aan coördinatievergaderingen;
- Het respecteren van adviezen van de veiligheidscoördinator;
- Het treffen van maatregelen zoals door de veiligheidscoördinator geadviseerd in het coördinatiedagboek;
- Het bezorgen van de gevraagde documenten zoals het aanvullend VG-plan voorzien van een specifieke risico(taak)- analyse. Dit plan moet tijdig aan de aangestelde Veiligheidscoördinator voorgelegd worden en op zijn eenvoudig verzoek aan hem toegelicht worden. Het plan wordt beoordeeld en moet passen in het algemeen VG-plan dat door de Veiligheidscoördinator wordt gemaakt.
- Bij de oplevering van het werk voorleggen van alle documenten betreffende materialen en handelingen voor het postinterventiedossier (technisch dossier).
HOOFDSTUK II: TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
1. XXXXXX, HEFWERKTUIGEN EN HOOGWERKERS
1.1. Alle kranen, hefwerktuigen, aanslagmateriaal en hoogwerkers moeten voorzien zijn van een geldig attest, afgeleverd door een erkende dienst voor technische controles. De laatste afgeleverde attesten dienen zich in het voertuig te bevinden. Hijsbanden voor eenmalig gebruik zijn verboden.
Als men in België een hijs- of hefwerktuig uit het buitenland voor een periode van minder dan 3 maand wil gebruiken, moeten volgende verslagen beschikbaar zijn bij het toestel:
De recentste verslagen over de periodieke keuring (maximaal 3 maand oud) en de keuring bij indienststelling van het apparaat, die opgesteld zijn door een erkend keuringsinstituut in het land van herkomst.
1.2. Tenzij anders afgesproken worden kranen altijd geplaatst en ingezet door de huiscontractor van Xxxxxxx.
1.3 Alvorens te hijsen moet het gebied binnen de draaicirkel worden geïnspecteerd.
1.4. Tijdens hijswerkzaamheden moet het gebied waarbinnen gehesen wordt, duidelijk zijn afgebakend en moet worden voorkomen dat de last zich boven personen bevindt.
1.5. Alle kranen en hefwerktuigen moeten voorzien zijn van een brandblusapparaat.
1.6. De contractor moet zorgen voor een deugdelijke bescherming van ondergrondse kabels en pijpleidingen. Wanneer over deze kabels of pijpleidingen moet gereden worden, moet voldoende bescherming worden aangebracht om beschadiging aan de kabels en/of leidingen te voorkomen. Rupsvoertuigen moeten platen gebruiken om schade aan wegen te voorkomen.
1.7. Kraanmachinisten moeten in het bezit zijn van een geldig hijsbewijs (of evenwaardig) en tenminste twee jaar ervaring hebben voor het betreffende type kraan.
1.8. Riggers dienen identificeerbaar zijn door middel van een fluo hesje en/of fluo armband.
1.9. Vastgesteld moet worden, of de grond tegen de druk van de kraan bestand is. Dragline schotten moeten gebruikt worden onder de stempels van de kraan. De belasting van de schotten op de grond mag niet groter zijn dan 1 kg/cm².
1.10. Het hijsen van personen is slechts toegestaan met een door een erkende dienst voor technische controles goedgekeurde personenhijsbak, we verwijzen hier naar de wettelijke bepalingen ivm de beperkingen (keuring van hijsbak en kraan, harnasgordel vasthangen aan een haak van de hijsblok onafhankelijk van de haak van de hijsbak). Het vasthangen van de harnasgordel aan de reling van de hijsbak is ook toegestaan indien er gevaar bestaat dat de hijsbak gaat tollen.
Het hijsen van materiaal in materiaalbakken is alleen toegestaan in gekeurde materiaalbakken. Indien hiervan wordt afgeweken is een voorafgaandelijke, expliciete goedkeuring nodig van de Eastman coördinator.
1.11. Vorkheftruckchauffeurs en bestuurders van hoogtewerkers en schaarliften moeten een geldig medisch attest hebben van geschiktheid, en tevens de nodige vakbekwaamheid hebben. Zij dienen hiervoor een geldig attest te kunnen voorleggen.
Bijkomende voorschriften gelden voor gebruikers van hoogwerkers/schaarliften. Deze dienen ook voor gebruik van deze machines een checklist in te vullen die is te bekomen bij de portier.
1.12. Hoogwerkers en schaarliften mogen niet aangewend worden voor het hijsen van materieel dat niet in de bedieningskooi past.
Indien een hoogwerker of schaarlift op de rijweg opgesteld staat voor de uitvoering van een werk, dan moet de bestuurder een zone afbakenen rond de hoogtewerker door middel van paaltjes of kegels. Gebruik ook geen diesel aangedreven hoogtewerkers in een afgesloten ruimte. Personen in de werkbak van een hoogwerker of schaarlift moeten steeds hun harnasgordel aan de werkbak bevestigen. Dit geldt eveneens als de hoogtewerker/schaarlift zich beweegt in de laagste stand. Personen mogen enkel de werkbak verlaten wanneer deze zich op grondniveau bevindt. Van de hiervoor aangehaalde beperkingen kan enkel worden afgeweken door het opmaken van een risicoanalyse en goedkeuring door de preventiedienst.
1.13. Het gebruik van kranen, hefwerktuigen en hoogtewerkers in productieafdelingen voor werken in de productiezone valt onder de werkvergunningsprocedure. Begeleiding en standby door een 2de persoon is verplicht wanneer deze machines gebruikt worden in de blauwe zone.
1.14. Voor kritische hijswerkzaamheden wordt door de opdrachtgever een hijsdossier gevraagd. Dit dient voor aanvang van de werken aan de Eastman-coördinator te worden voorgelegd ter goedkeuring. Kritische hijswerkzaamheden zijn gedefinieerd in clausule 28 “Kritische hijs”. Indien u deze niet ontvangen heeft, dient u deze op te vragen bij de Eastman-projectverantwoordelijke.
Een goed hijsdossier is een grondplan waarop minstens volgende zaken zijn aangegeven :
- aanduiding installaties die binnen de hijscirkels liggen (inclusief hoogtes)
- opstelling hijswerktuig(en)
- opstelling te hijsen toestel vóór aanvang van de hijswerkzaamheden
- opstelling te hijsen toestel na de hijswerkzaamheden
- hijstraject aangegeven door een kromme op het grondplan. Daarbij wordt zoveel mogelijk vermeden te hijsen boven procesvaten of tanks gevuld met gevaarlijke, brandbare of gasvormige chemicaliën.
- karakteristieken van het hijswerktuig (capaciteit als functie van hijsradius, stempelbasis, tegengewicht, lengte gieken)
- maximale stempeldruk bij ongunstige bodemgesteldheid.
- berekening van de maximaal toegelaten windsnelheid voor de hijswerken.
- indicatie van de gevaren in de omgeving (opslagtanks, leidingbruggen, elektrische installaties, kabels, productie-installaties, bemande gebouwen,…)
1.15. Gebruik van heftruck als hijstoestel
Wanneer een heftruck wordt gebruikt om hangende lasten te vervoeren of te manipuleren d.m.v. gekeurde lengen/hijsbanden moet deze heftruck en het toebehoren gekeurd zijn als hijswerktuig. Het gebruik wordt gespecifieerd in de werkvergunning.
1.16. Voertuigen moeten voorzien zijn van een degelijke verlichting en geluidssignaal.
2. LADDERS EN STELLINGEN
2.1. Ladders, platformen en stellingen moeten beantwoorden aan het KB betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (31.08.2005).
Contractors (elke gebruiker) die hiervan gebruik maken, moeten hiervoor opgeleid zijn.
2.2. Ladders
Metalen ladders mogen in hoogspanningskabines niet gebruikt worden.
Ladders hebben een identificatie en worden 6-maandelijkse gecontroleerd door een erkende dienst voor technische controles.
Bij het gebruik van ladders gelden volgende basisregels:
- Zet een ladder nooit op een onstabiele ondergrond.
- Vorm een hoek van 75° met de grond (ga voor de ladder staan en zet tippen schoenen tegen de ladderbomen, bij correcte opstelling kan men met gestrekte arm een sport vastnemen op armhoogte)
- Controleer steeds uw ladder: een beschadigde ladder mag nooit worden gebruikt!
- Beklim/daal af steeds met het aangezicht naar de ladder en met 3 punten van contact.
- Bij het beklimmen of afdalen hou je altijd de sporten vast.
- Ga nooit met meer dan één persoon op een ladder
- Leun niet te veel opzij om plaatsen te bereiken die ver van de ladder zijn verwijderd. Verplaats uw ladder.
- Een ladder die naar een hoger gelegen werkplatform leidt, moet minstens 1 m uitsteken boven dit platform.
Een ladder is een middel om hoogteverschil te overwinnen, en is niet bedoeld om werken op uit te voeren. Dit laatste wordt alleen toegestaan indien er geen veiligere alternatieven mogelijk zijn of indien het werken van korte duur zijn. Volgende voorwaarden gelden dan altijd:
- De stahoogte is beperkt
- De ladder hangt vast of wordt vastgehouden
- De statijd is beperkt (< 2 uur)
- De ladder moet minstens 1 meter uitsteken boven de plaats waar gewerkt wordt.
- Bij het beklimmen van een ladder moeten beide handen gebruikt worden. Materiaal en/of gereedschap moet meegenomen worden in een gordel of rugzak of wordt omhoog getakeld.
- De krachtuitoefening is beperkt (enkel handgereedschap of gereedschap op batterijen)
- De reikwijdte is kleiner dan een armlengte
- Vanaf een valhoogte van 1,2 meter tussen de laagste vloer en de voeten, moet de gebruiker zich beveiligen tegen vallen: persoonlijke valbeveiliging opgehangen aan een goedgekeurd ankerpunt dient dan te worden gebruikt.
- De 1,2 meter hoogte dient gemarkeerd te zijn op de ladder (bv door de rode kleur).
Het gebruik van ladders is niet toegestaan vanaf een windsnelheid van 7 Beaufort (50 km/h). Veiligere alternatieven voor een ladder zijn: vast platform, stelling en hoogtewerker.
2.3. Stellingen
Tenzij anders afgesproken worden stellingen altijd geplaatst door de huiscontractor van Xxxxxxx. Leuningen moeten op alle stellingen aangebracht worden - ongeacht hun hoogte - 1,10 m boven de vloer met een tussenrail op 45 cm. Op alle werkvloeren moeten kantplanken aanwezig zijn (hoogte minimaal 15 cm).
Stellingen moeten met geschikte onderdelen en verbindingsstukken worden opgetrokken. Voor het optrekken is een goed opgezet plan nodig, en ze moeten opgebouwd worden volgens het KB betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (31.08.2005). Enkel bevoegd personeel mag stellingen verbouwen. Tenzij dit anders is overeengekomen, is dit de stellingbouwer die aangesteld is door Eastman. Contractors mogen stellingen die opgezet zijn door de stellingbouwer niet wijzigen. Gebeurt dit toch, dan zullen de betrokken contractor-werknemers onmiddellijk van de site verwijderd worden.
Ze worden vóór ingebruikname nagezien door een bevoegd persoon die aangeduid is door Xxxxxxx. Verder is er een wekelijkse periodieke keuring.
Indien goedgekeurd, voorzien van een label met de vermelding “Mag betreden worden” met datum
van keuring en identificatie van de keurder.
Het is verboden om kleine losse onderdelen en gereedschap op de stelling te laten rondslingeren. Dit vanwege struikelgevaar en gevaar op letsel door vallende onderdelen. Deze onderdelen en gereedschap dienen dus steeds opgeborgen in een plastic of houten of metalen bakje of emmer.
De gehele uitrusting moet goed onderhouden worden.
2.4. Rolstellingen, waarvan de hoogte groter is dan driemaal de kleinste basiszijde, moeten bij gebruik gesteund of vastgemaakt zijn. De opbouw gebeurt steeds volgens de regels van de fabrikant door bevoegde personen. De rolstelling mag alleen betreden worden via de binnenzijde van de stelling. De stellingwielen moeten geblokkeerd zijn alvorens de stelling te betreden.
Verrijdbare stellingen moeten vrij zijn van mensen, materiaal en gereedschap, voor ze verreden worden.
Dit verrijden dient met zorg te geschieden en in de lengterichting.
2.5. Staan op leidingen (al of niet geïsoleerd) buizen is nooit toegelaten. Voor het uitvoeren van werken aan leidingen wordt steeds een aangepaste stelling voorzien.
3. LASWERKEN EN BRANDEN
3.1. Lasapparatuur
- Elektrische lasapparatuur met inbegrip van kabels en aardgeleiders moeten in goede staat gehouden worden.
- Vastgestelde gebreken moeten door een bevoegd persoon hersteld worden.
- Tijdens het lassen moeten laskabels en voedingskabels beschermd worden tegen beschadiging door mechanische of chemische invloed.
Zie hoofdstuk 8 voor elektrische veiligheidsvoorschriften.
3.2. Het lassen
Alle laswerkzaamheden vallen onder de vuurvergunningsprocedure.
Bij lassen boven het hoofd of bij gevaar van wegspattende lasdruppels is het dragen van een monnikskap verplicht. Bij las- en of slijpwerken worden brandvrije of brandvertragende lasdekens gebruikt. Alle brandbare materialen en stof worden voor de start van de werken verwijderd.
3.3. Autogeen lassen
Autogeen lassen is enkel toegestaan na uitdrukkelijke toelating van opdrachtgever
- Het gebruik van recipiënten voor samengeperst, vloeibaar gemaakt of opgelost gas voldoen aan de voorschriften van het ARAB en Vlarem. Dit behelst duidelijk: scheiding lege en volle flessen, bescherming tegen weersinvloeden en zonnelicht, rook- en open vuurverbod, aangeduid door pictogrammen, poederblustoestel in onmiddellijke omgeving, verticale opslag der flessen, beveiliging tegen omvallen door gebruik van flessenwagen.
- Het omhoog hijsen van gasflessen gebeurt door middel van een aangepast hulpmiddel (bvb bak) zodat vallen van de gasfles wordt voorkomen (niet rechtstreeks aanslaan aan de fles).
- De aansluitingswijzen en gebruiksvoorwaarden van elk der samengeperste gassen dient door elke gebruiker gekend te zijn, alsook de wijze waarop dient ingegrepen te worden bij eventuele incidenten.
- Bij de acetyleen cilinders is een vlamterugslagpatroon aan te brengen onmiddellijk na het reduceerventiel.
- Tijdens las- en brandwerk worden de flessen buiten een straal van 5 meter van het laswerk gehouden.
- Propaan- en butaanflessen dienen van een reduceerventiel te zijn voorzien (werkdruk max. 1 atmosfeer).
3.4. Elektrisch lassen
De voorschriften van het AREI, art. 57, dienen hierbij strikt opgevolgd te worden. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de zorgvuldige verbinding tussen werkstuk en aardelektrode.
Afschrift van Art. 57 kan, op aanvraag, bij het technisch departement van Eastman bekomen worden. Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan laswerken die in elkaars nabijheid gebeuren (aardverbindingen).
Voor laswerken in een besloten ruimte worden enkel lastoestellen met verlaagde nullastspanning gebruikt. Deze toestellen zijn voorzien van de correcte kenplaat en bij de jaarlijkse keuring wordt de nullastspanning gemeten en vermeld op het keuringsverslag.
De retourleiding (aarding) van het lasapparaat is zo dicht mogelijk bij de locatie van het lassen aangesloten en gebeurt met een doelmatige klem om vonkvorming te voorkomen.
’s Avonds, bij het verlaten van de werf, dienen alle elektrische lastoestellen afgeschakeld te worden, de stekkers worden uitgetrokken en de gasflessen dicht gedraaid en uit de producties te verwijderen (enkel op de locatie laten mits toestemming opdrachtgever en locatie verantwoordelijke).
4. MACHINES, GEREEDSCHAP EN UITRUSTING
4.1. Al het materieel, door de contractor gebruikt, moet beantwoorden aan de reglementering ter zake en in een veilige mechanische toestand verkeren.
4.2. Het gebruik van alle met verbrandingsmotoren uitgeruste machines, vrachtwagens en voertuigen valt onder de vuurvergunningsprocedure en moet er dus expliciet op vermeld worden.
4.3. Alle drukvaten moeten regelmatig worden gekeurd door een officieel organisme. Niet gekeurde vaten zijn verboden.
4.4. Luchtcompressoren moeten met geluidsdempers uitgerust zijn.
Zandstralen:
- mag enkel gebeuren met wettelijk toegelaten zandstraalmiddel
- mits afscherming met zeilen volgens instructies van Eastman coördinator.
- in productiezones: nat zandstralen kan opgelegd worden.
4.5. Eigen machines, werktuigen en gereedschap dienen op een eenduidige en onuitwisbare manier gemerkt te worden.
4.6. Slijpmachines moeten van het haakse type zijn voorzien van een handvat en een dodemansknop.
Ze hebben een automatisch remsysteem, voor de grotere types (vermogen> 2 kW) is de uitloopsnelheid beperkt tot 5 seconden.
De toestellen zijn tevens voorzien van een anti terugslag stop.
Bij alle slijpwerken is het dragen van snijbestendige handschoenen en een ruimzichtbril in combinatie met gelaatsbescherming verplicht (of alternatief is gelaatscherm met geïntegreerde ruimzichtbril).
Slijpmachines dienen met twee handen vastgehouden te worden (vb. de slijpmachine kan niet gebruikt worden voor las naalden te scherpen, gebruik van puntslijper is daarbij aanbevolen)
Het werken met slijpmachines wordt zoveel mogelijk afgeraden. Indien er veiligere alternatieven
(zagen, buizensnijder enz) zijn, genieten deze de voorkeur en is het mogelijk dat een vergunning niet
wordt vrijgegeven om onnodige risico’s te elimineren.
4.7. Fietsen die eigendom zijn van contractors en op Eastman worden gebruikt, moeten door de contractor in goede staat worden onderhouden. Deze moeten minimaal jaarlijks worden nagezien. Bij het fietsen worden steeds twee handen aan het stuur gehouden. Een fietsverbod kan worden opgelegd bij slechte weersomstandigheden. Niet Atex verlichting is niet toegestaan op de fietsen. Remmen via torpedo systeem of handrem zijn toegelaten.
4.8. Messen dienen van het veiligheidstype te zijn. Enkel bij uitzondering en waar dit, gezien het soort werk, niet mogelijk is mag een ander type, na afspraak met de Eastman verantwoordelijke, worden gebruikt.
Verder wordt bij alle snijactiviteiten steeds snijbestendige handschoenen gedragen. Ook wordt steeds een veilige snijrichting gevolgd nl. van het lichaam weg.
5. EVENTUELE TER BESCHIKKINGSTELLING VAN MATERIEEL DOOR EASTMAN
5.1. In algemene regel zal Eastman geen ladders, stellingen, noch ander materieel ter beschikking stellen aan contractors.
5.2. Indien echter gedurende de werken en in uitzonderlijk geval zou gevraagd worden om van deze regel af te wijken, zal de contractor verantwoordelijk zijn voor het in goede staat houden van het ontleende materieel, vanaf het ogenblik dat het materieel het gereedschapsmagazijn verlaat tot op het ogenblik van de terugname in het magazijn.
Het ontlenen zal pas kunnen gebeuren na goedkeuring door Eastman coördinator, onderhouds- ingenieur en/of maintenance operations manager en/of magazijn verantwoordelijke.
De contractor is verantwoordelijk voor de opleiding van zijn mensen m.b.t. ter beschikking gesteld materieel. Hij zal zorgen dat dit enkel wordt gebruikt door hiertoe opgeleide mensen, en hen op de hoogte stellen van eventuele specifieke instructies.
5.3. Alle materieel, niet ingeleverd bij het einde der werken, of beschadigd, zal op kosten van de contractor vervangen of hersteld worden.
5.4. Het feit dat de contractor ontleende materiaal in het bezit neemt, ontslaat Eastman van elke verantwoordelijkheid voor de staat van het ontleende materieel en zal tot geen verhaal kunnen leiden tegenover Eastman, zelfs indien het materieel oorzaak is van een ongeval.
6. SLOPEN, AFBREKEN EN VERWIJDEREN VAN INSTALLATIES
6.1. De volgorde waarin iets afgebroken wordt en de behandeling van lasten moeten, voordat men met dit werk begint, met de Eastman-coördinator besproken worden.
6.2. Indien bij sloopwerkzaamheden gevaar voor vallende materialen bestaat, moet de omgeving degelijk worden afgebakend en moeten voldoende duidelijke waarschuwingsborden worden geplaatst.
6.3. Speciale aandacht moet besteed worden aan het opsporen en merken van oude ondergrondse leidingen of op andere wijze verborgen leidingen, kabels en rioleringen, daarbij gebruik makend van de laatste gegevens die ter beschikking staan op de plannen "ondergrondse leidingen".
7. STORMGEVAAR
7.1. Tanks, torens, kranen + tijdelijke gebouwen, enz... en in aanbouw zijnde installaties moeten voldoende beveiligd zijn tegen krachtige wind of storm, om schade of gevaar voor personen te voorkomen.
7.2. De contractor moet alle materialen voldoende beveiligen tegen wegwaaien.
7.3. Het gebruik van hijswerktuigen, werken op stellingen en daken en het gebruik van ladders is niet toegestaan vanaf een windsnelheid van 7 Beaufort (50 km/u). Voor kranen dient er een windsnelheidsmeter aanwezig te zijn op de kraan zelf.
7.4. In geen geval mag er materiaal op de stellingen en daken blijven liggen. Dit dient elke avond te worden verwijderd. Indien dit niet mogelijk is wordt het beveiligd tegen vallen of wegwaaien.
7.5 Bliksem:
8. VEILIGHEIDSREGELS VOOR ELEKTRICITEIT
8.1. De elektrische stroom voor uw werfplaats kan ter beschikking gesteld worden vanuit een elektriciteitscabine of via een generator. De elektrische kabels, evenals de werfkast wordt door de contractor geleverd en geplaatst.
De aansluiting zal geschieden op kosten van Eastman en mag enkel uitgevoerd worden door een bevoegd elektricien van Eastman. Voorafgaandelijk aan de aansluiting dient een gelijkvormigheidscontrole voor elke ingebruikname zonder inbreuken van een erkende dienst voor technische controles te worden voorgelegd aan Eastman opdrachtgever.
Eastman zal de aansluiting weigeren indien inbreuken tegen het AREI of gebreken aan toestellen, werfkasten of kabels zouden vastgesteld worden.
Vertragingen of onkosten hierdoor veroorzaakt, zijn geheel ten laste van de contractor.
De contractor geeft voorafgaandelijk (minimum 4 weken voor aanvang project) de elektriciteitsbehoeften door voor het geplande werk aan de Eastman-coördinator, deze bespreekt dit met de dienst Energie/EMR van Eastman, die dan bepaalt hoe deze aansluiting wordt gerealiseerd.
8.2. De contractor blijft evenwel geheel verantwoordelijk voor alle ongevallen of beschadiging van materieel of toestellen door deze "ter beschikking stelling".
8.3. Eventuele beschadigingen aan de elektrische installatie van Eastman, veroorzaakt door de contractor, zullen op zijn kosten en door de elektriciteitsdienst van Eastman, onmiddellijk hersteld worden.
8.4 Hoogspanningsinstallaties
Deze zijn enkel toegankelijk voor bevoegd personeel van Eastman. Indien contractors in deze installaties werken zouden moeten uitvoeren, moeten zij BA4/BA5 bevoegd personeel zijn van de contractor - volgens de wettelijke bepalingen - en mits machtiging voor dit werk van de onderhoudsingenieur of de meestergasten elektriciteit of regeltechniek en dienen zij steeds vergezeld te zijn van een elektricien van Eastman.
Bovendien moet er een TRA opgemaakt worden met inachtname van alle nodige veiligheidsmaatregelen betreffend de activiteit en de omgeving (zie ook deel I, 3.1 veiligheid kritische taken) en een werkvergunning.
8.5. Laagspanningsinstallaties
8.5.1. Het is aan derden (zoals aan niet bevoegd personeel Eastman) ten strengste verboden elektrische verdeelborden van Eastman te openen, kabels aan te sluiten/af te koppelen, zekeringen te plaat- sen/verwijderen/herbewapenen.
Uitzondering: BA4/BA5 bevoegd personeel van de contractor - volgens de wettelijke bepalingen - en mits machtiging voor dit werk van de onderhoudsingenieur of de meestergasten elektriciteit of regeltechniek.
Bovendien moet er een TRA opgemaakt worden met inachtname van alle nodige veiligheidsmaatregelen betreffend de activiteit en de omgeving (zie ook deel I, 3.1 veiligheid kritische taken) en een werkvergunning.
8.5.2. Het is ten strengste verboden te werken aan onder spanning staande delen. Indien dit niet te vermijden zou zijn, mag dit slechts gebeuren mits opmaak van een TRA met inachtname van alle nodige veiligheidsmaatregelen betreffend de activiteit en de omgeving en onder toezicht van de inge- nieur of meestergast elektriciteit (zie ook deel I, 3.1 veiligheid kritische taken).
8.5.3. Vaststelling van inbreuken op deze punten zullen aanleiding geven tot het verbod voor de werknemer(s) in overtreding om het bedrijf nog te betreden.
8.6. Stopcontacten
Het gebruik van stopcontacten in de installaties is normaal niet toegelaten.
Enkel na overleg met de Eastman-coördinator kan dit worden toegestaan (nazicht type net en spanningsniveau; aansluiten op de hiertoe voorziene stopcontacten met een gepast CEE-stekker). Vooraleer toestellen op een stopcontact aan te sluiten, dient men er zich van te vergewissen dat het toestel voor de juiste spanning geschakeld is. In geval van twijfel kan beroep gedaan worden op de Eastman coördinator.
Voor alle laswerken wordt steeds een elektrogeengroep voorzien, deze elektrogeengroep wordt in, overleg met de Eastman coördinator, buiten gezoneerd gebied opgesteld. Een elektrogeengroep mag slechts 1 lasapparaat bedienen.
Het gebruik van een veiligheidstransfo is verplicht voor gebruik van elektrische apparaten (bvb verlichting en handgereedschap) in een besloten ruimte.
8.7. Verlengkabels
Verlengkabels dienen van goede kwaliteit te zijn en regelmatig gecontroleerd te worden op beschadiging. Beschadigde kabels moeten onmiddellijk buiten dienst genomen en/of hersteld worden door een bevoegd persoon (elektricien).
In geen geval mogen verlengkabels door gezoneerde gebieden lopen (in grote lijnen zijn dit alle stockages en productievloeren in de zones met rookverbod). Indien dit niet anders mogelijk is, moet dit op de vuurvergunning vermeld staan.
Het AREI beveelt bij gebruik van verlengkabels differentieelschakelaars aan (Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking).
Gezien deze niet voorzien zijn in de kringen van de stopcontacten op Eastman, dient u, bij gebruik van verlengkabels van meer dan 40 m, een tussenstuk met ingebouwde differentieelschakelaar te gebruiken.
Stekkers en verlengkabels dienen van deugdelijke kwaliteit en voldoende doorsnede te zijn: 3 faze 125 A 25 mm2
3 faze 32 A 6 mm2
Mono 16 A 2.5 mm2
8.8. Inspectie elektrische installaties
De verplichte jaarlijkse keuring van alle elektrische installaties wordt door de contractor voor zijn rekening georganiseerd. Een kopie van het keuringsverslag wordt aan de Eastman-coördinator overhandigd.
Vooraleer de elektrische installatie aangesloten wordt, moet de installatie goedgekeurd worden door een erkend controleorganisme. Een kopie van het blanco keuringsverslag (zonder inbreuken en opmerkingen) wordt aan de Eastman-coördinator bezorgd.
Elk jaar in januari wordt door de contractor een nieuwe keuring aangevraagd, tenzij de installatie gekeurd is geweest na 1 november van het vorig jaar.
8.9. Generatoren/Compressoren
Indien gebruik gemaakt wordt van een generator, dan dient dit vooraf te worden besproken, deze dient voor elke ingebruikname het voorwerp uitmaken van een gelijkvormigheidscontrole met de voorschriften vanuit het AREI. Voor gebruik dient een checklist uitgevoerd te worden met volgende voorwaarden:
- Plaatsing buiten blauwe zone
- Plaatsing binnen blauwe zone met vuurvergunning
- Plaatsing niet onder piperack of loopplatform
- Brandblustoestel aanwezig
- Instructie aan en uitzetten aanwezig of gekend door bediener
- Geen visuele olielekken of mankementen bij indienstname
- Aarden generator
- Generatoren moeten op het einde van de werkdag steeds uitgeschakeld worden.
9. GRAAFWERKEN
9.1. Voor graafwerken is steeds een graafvergunning verplicht. Voorafgaandelijk dienen:
- Klip en/of Klim te worden aangevraagd zoals wettelijk bepaald;
- rioleringsplannen te worden geraadpleegd;
- leidingen manueel te worden blootgelegd;
In de buurt van gasleidingen, bluswaterleidingen, en hoogspanningskabels mag alleen manueel gegraven worden.
9.2. Werken in nabijheid Fluxys aardgasleiding of Air Liquide waterstofleiding:
Bij graafwerken binnen een zone van 15 meter rondom deze leidingen moeten Fluxys/Air Liquide vooraf worden verwittigd door de Eastman-coördinator. De voorziene preventiemaatregelen moeten vooraf met hun vertegenwoordigers worden afgesproken. Het veiligheidsplan van de contractor dient rekening te houden met deze bepalingen.
9.3. Afbakening graafwerken:
De plaats van uitgraving is duidelijk te signaleren door afbakening. Deze afbakening bestaat uit een vaste leuning die geplaatst is op minimum 2 meter van de rand van de put. Indien hierdoor de leuning op de weg zou komen te staan, of de toegang tot een installatie zou verhinderd worden, kan er afgeweken worden van deze afstand. Beton ijzers die gebruikt worden in een afscherming dienen steeds voorzien te worden van een beschermdop.
Een alternatief is het dichtleggen van de uitgraving. Het gebruikte materiaal moet dan wel geschikt zijn voor het verkeer dat mogelijks kan passeren.
9.4. Bescherming wanden tegen instorten:
Vanaf een diepte van 1.25 meter moet steeds geëvalueerd worden of de plaatsing van wanden noodzakelijk is. Vanaf een diepte van 6 meter moeten wanden worden berekend door een ingenieur bouwkunde. Ook kan er trapsgewijs worden gewerkt.
9.5. Toegangswegen kraan/graafmachine
Er wordt nagezien waar de kraan/graafmachine kan rijden en zich kan plaatsen, rekening houdende met ondergrondse rioleringen en putten.
9.6. Besloten ruimten:
Putten met een diepte (vanaf 1.25 meter) gelijk of groter dan de diameter worden beschouwd als een besloten ruimte.
9.7. Melding inspectie:
Putten met een diepte vanaf 1.25 meter moeten worden gemeld aan de inspectie toezicht welzijn op het werk. De Eastman-coördinator moet hiervan op de hoogte worden gebracht, zodat hij de melding kan doen.
9.8. Staven van bvb bekistingen die uitsteken waardoor er gevaar is op kwetsuren bij het vallen, of verplaatsen, moeten voorzien worden van een beschermdop.
10. HOGEDRUKREINIGEN
10.1. Onder hogedruk reinigen wordt verstaan (zie definitie: werken met hogedrukreiniger):
1. met een werkdruk van 250 bar of meer of
2. met een pompvermogen van meer dan 10 kW bij een werkdruk hoger dan 25 bar. (zie definitie SIR, xxx.xxx-xxxx.xx)
10.2. Hogedruk reinigen (zie definitie bij toepassingsgebied) mag vanaf 01.01.14 enkel gebeuren door bedrijven die lid zijn van SIR ( xxx.xxx-xxxx.xx). Deze bedrijven verbinden zich ertoe minimale regels te hanteren op het gebied van opleiding en apparatuur. Verplichtingen voor de contractor zijn:
- Opmaken van een taakrisicoanalyse voor de betrokken werken;
- Aangepaste opleiding specifiek voor hogedruk reinigen
- Hoge druk reinigen is verboden voor personen jonger dan 18 jaar;
- Periodieke keuring van het gebruikte materiaal;
- Gebruik versterkte spuitlaarzen aangepast aan de druk bij handmatig of halfautomatisch hogedruk reinigen; gebruik van waterdicht pak/zuurpak, ruimzichtbril in combinatie met gelaatscherm of enkel een volgelaatsmasker afhankelijk van werkdruk en mogelijke chemicalien als minimale oog/gelaatsbescherming dit dient beoordeeld te worden in de taakrisicoanalyse.
- Afzetten van de spuitplaats (minimum 6 meter), ook rekening houdend met onder- en bovenliggende niveaus. Ook de afstand tussen 2 spuiters moet minimaal 6 meter bedragen;
- Aanwezigheid van een EHBO kaart specifiek voor hogedruk reinigen (eerste hulp bij verwondingen door hoge druk vloeistof reinigen). Iedere verwonding door vloeistof onder hoge druk dient, hoe klein ook, direct te worden behandeld.
- Het spuitpistool moet voorzien zijn van een dodemansbeveiliging, de bedieningsknop mag niet ingedrukt of geblokkeerd kunnen worden en dient beschermd te zijn door een beugel, tegen ongewild aanraken;
- De spuitpijp lengte is minimaal 75 cm lang;
- De maximum reactiekracht op de spuiter mag niet hoger zijn dan 250 N (25 kg) en in een besloten ruimte niet hoger zijn dan 150 N (15 kg).
- Bij meer dan twee aansluitingen op één installatie, mag door het sluiten van een spuitmond, bij de andere spuitmond geen verandering van druk van >10% optreden.
- Slangen zijn voorzien van een slangbreukbeveiliging.
- Afspraken maken m.b.t. rustpauzes (zwaar werk).
- Afspraken maken m.b.t. de opvang van spoelwater binnen en buiten de productieafdeling (ook
x.x.x. xxxxxxx en leegblazen van leidingen).
10.3. Tankcontainers, tankauto’s en vacuümwagens met voor Eastman vreemde producten mogen niet op het bedrijf worden gespoeld.
11. CIVIELE BOUWWERKEN NABIJ INSTALLATIES IN DIENST
Wanneer bij civiele bouwwerken in/nabij installaties in dienst wordt gewerkt met zware machines zoals: kranen, graafmachines, bulldozers, minigravers, laadschoppen, grondverzetmachine, voorgaande machines met breekhamer, … dan dient specifieke aandacht te worden besteed aan de extra risico’s van deze toestellen.
Volgende maatregelen moeten dan worden genomen:
- Stap-per-stap taakrisicoanalyse van de werken, rekening houdend met de risico’s van de installatie. Deze standaard risicoanalyse van de contractor wordt vooraf ter plaatse besproken met de contractor, de verantwoordelijke van het werk, de preventiedienst en de betrokken afdeling waar het werk wordt uitgevoerd. Tijdens deze bespreking worden de risico’s van de installatie besproken en worden bijkomende maatregelen vastgelegd. De contractor past zijn risicoanalyse hieraan aan. Indien geen taakrisicoanalyse aanwezig is, of indien deze ontoereikend is, mag het werk niet gestart worden.
- Afscherming: indien op minder dan 5 meter van de installatie wordt gewerkt (kortste afstand tussen machine en installatie tijdens het gehele werk), dan moet een vaste, fysische afscherming (bv heras hekwerk, afscherming met stellingmateriaal) worden geplaatst tussen de installatie en de locatie van de werken. Indien geen afscherming mogelijk is, moet een veiligheidswacht (onafhankelijk van de contractor) worden aangesteld voor de duur van de werken.
- Verbod: het is verboden te werken met dergelijke machines op minder dan 2 meter (kortste afstand tussen machine en installatie tijdens het gehele werk) van een installatie die in dienst is. In dergelijke gevallen moet manueel worden gewerkt.
12. AFBAKENING
Om de risico’s bij het uitvoeren van werken te beperken wordt steeds nagezien waar en welke afbakening moet worden geplaatst.
- Bij voorkeur wordt gekozen voor een vaste afbakening (type Heras).
- Bij valgevaar (door putten of verwijderde laufers) wordt enkel een vaste afbakening toegepast.
- Wanneer geopteerd wordt voor afbakenigslint zal dit bedrukt zijn met de naam van de firma en wordt de start- en einddatum vermeld.
- Iedere avond worden die afbakeningen die niet meer noodzakelijk zijn verwijderd.
13. VUURVASTE KERAMISCHE VEZELS
Bij werken aan vuurvaste keramische vezels dient de code van goede praktijk ‘Werken met vuurvaste keramische vezels’ te worden gevolgd.
Dit houdt o.a. in:
- Het voorleggen van een veiligheidsplan.
- Het voldoen aan de opleidingsvereisten van iedereen die voor de contractor werkzaam is.
- Het organiseren van de nodige meetcampagnes.
- Het afvoeren van afval cf. de reglementering en de code van goede praktijk.
14. ASBEST
Bij werken aan/met asbesthoudende materialen dient de reglementering ‘K.B. betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest’ te worden gevolgd.
Dit houdt o.a. in:
- Het voorleggen van een veiligheidsplan
- Het opnemen van de relevante delen uit de asbestinventaris in het veiligheidsplan.
- Meldingen naar inspectie toezicht welzijn – afdeling chemische risico’s binnen de wettelijk
voorziene termijnen.
- Het kunnen voorleggen van de nodige erkenningen als asbest verwijder deskundige.
- Het voldoen aan opleidingsvereisten van iedereen die voor de contractor werkzaam is.
- Het organiseren van de nodige meetcampagnes.
- Het verwijderen en deponeren bij een erkende verwerkingsinstantie en de nodige documenten hiervan voorleggen aan Eastman.
Al deze documenten dienen vooraf te worden bezorgd aan de Eastman-coördinator.
15. RÖNTGEN/RADIOGRAFISCH ONDERZOEK
Bij het uitvoeren van niet destructief onderzoek (Rx) kan de blootstelling aan straling gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Deze werken mogen enkel uitgevoerd worden door specialisten van een erkend organisme. Naargelang de sterkte van de aangewende bron wordt een perimeter afgebakend, waardoor betreden door onbevoegden wordt verhinderd. Bij voorkeur worden deze onderzoeken gepland buiten de normale werkuren.
16. LOTO/TRY (LOCKOUT, TAGOUT EN TRY)
Lockout (vergrendel) Tagout (voorzie label) en Try (test) is een veiligheidsprocedure waarbij installaties en energiebronnen uitgeschakeld worden bij werken. Hierbij wordt het personeel en contractors beschermd tegen de gevaren van het onverwachts opstarten en onverwacht vrijkomen van gevaarlijke stoffen en energie.
Deze uitschakeling gebeurt door middel van sloten die aangebracht worden door productie en waarvan de sleutels in een afgesloten lockbox met tagmaster bewaard worden.
Iedere medewerker van de betrokken contractors moet zijn persoonlijk slot aanbrengen op de lockbox bij het begin van zijn activiteiten en verwijderen na het einde van zijn werkzaamheden. Indien de contractor zijn activiteiten aan het einde van de dag of shift beëindigd maar de opdracht nog niet afgewerkt is, dient de contractor zijn persoonlijk slot op de lockbox te verwijderen en wordt er in overleg met de Eastman verantwoordelijke bepaald welk groepslot er aan de lockbox gehangen wordt ter vervanging van het contractor persoonlijke slot.
Bovendien dient de contractor de tagmaster van de lockbox in te vullen (firma en persoonlijke naam, aard van de werken – mechanisch of elektrisch – en vermelding al dan niet klaar).
De contractor persoonlijke sloten zijn gemarkeerd met de naam van de betrokkene en de naam van de firma.
Bij een stilstand kan deze vereiste beperkt worden na een officiele communicatie tot één slot per contractorfirma voor éénzelfde lotto. De andere personen dienen een persoonlijk slot aan een contractorbox te hangen die zal beschikbaar zijn in de container van contractorfirma.
17. AANKOOPCLAUSULES CONTRACTORS/VENDORS
Volgende aankoopclausules zijn momenteel beschikbaar: Cl. 1: Attest veiligheid en hygiëne
Cl. 2: Schriftelijke info & gebruiksaanwijzing voor arbeidsmiddelen Cl. 3: Machines
Cl. 5: Elektrische apparaten en leidingen Cl. 6: Keuring volgend AREI
Cl. 7 Explosieveilig materiaal Cl. 8: Hydraulisch materiaal
Cl. 10: Arbeidsmiddelen voor hijsen en heffen van lasten Cl. 12: Ladders
Cl. 14: Scheikundige producten Cl. 15 : Lawaai
Cl. 16 Eerste aankoop (PBM) Cl. 17: Herbevoorrading (PBM) Cl. 18 Stoomtoestellen
Cl. 19: Drukvaten – Opslag – Gassen
Cl. 20: Drukvaten – Drukapp. – Productie Cl. 21: Warmtewisselaars
Cl. 22: Keuringsplichtige leidingen Cl. 23: Buizen
Cl. 24: Opslagtanks – vloeistoffen Cl. 25: Persluchthouders
Cl. 26: Attest werken met derden Cl. 27: Stellingen
Cl. 28: Kritische hijs
Cl. 30: Overvulbeveiliging – opslagtanks gevaarlijke stoffen Cl. 31: Veiligheids- en onder druk staande appendages
Cl. 33: Bliksembeveiliging
Cl. 34 Overspanningsbeveiliging
Cl. 35 Veiligheidskleppen
Cl. 36: Certificaat
Cl. 37: Aanvraag reinigingswerken Cl. 38: Contractorwerk
Cl. 39: Vervoerbare drukapparatuur – Gassen
Cl. 40: Constructiedelen met lastdragende eigenschappen
BIJLAGE A BEDRIJFSTOEGANGSPROCEDURE VOOR CONTRACTORS
Algemeen principe
Alle personen die niet tot het personeel van Eastman Gent Noord behoren dienen geregistreerd te worden en herkenbaar te zijn a.d.h.v. een identificatie (helm sticker) wanneer zij het “Fabrieksterrein” van Eastman betreden. Elke bezoeker dient aangemeld te worden bij de portier en dit ten laatste de dag voorafgaand aan het bezoek. Op deze manier ontvangt de portier de informatie die nodig is om een klantgericht en vlot onthaal te kunnen garanderen.
Alle personen die zonder begeleiding het productieterrein zullen betreden moeten de Safety Challenge volgen en ronden de opdrachten succesvol af (tot alle antwoorden juist zijn). Deze Safety Challenge blijft een jaar geldig.
Additioneel aan de safety challenge dienen alle contractors ook opgeleid te worden m.b.t. de aanwezige gevaren op het Eastman terrein. Dit gebeurt als volgt.
1. Korte termijn contractors (Occasionele externen): zijn niet vast aanwezig op het bedrijf, maar wel een dag tot maximaal 1 maand aansluitend tewerkgesteld zijn, dit kan ook meerdere kortere periodes op een jaar zijn.
- Vooraleer de werkzaamheden gestart worden dient de Eastman contactpersoon of opdrachtgever een checklijst door te nemen samen met alle occasionele/korte termijn contractors.
- Typisch kunnen deze personen na het doornemen van de noodzakelijke Eastman korte termijn checklist zich ook onbegeleid op het terrein begeven.
- Worden bij aankomst steeds ingeschreven op de contractorlijst van de portier. Bij vertrek dienen zij zich af te melden in de portiersloge. In een noodsituatie kan via de contractorlijst opgevolgd worden wie nog aanwezig is op de site.
2. Lange termijn) contractors (Regelmatige externen): dit zijn diegenen die voor een langere (bij voorkeur aansluitende) periode (meer dan 1 maand) op het bedrijf aanwezig zijn. We denken hierbij aan de vaste contractors (excl. Eastman) etc...
- De komst van deze personen wordt vooraf gemeld aan de portier zodat deze personen op een professionele manier kunnen onthaald worden en doorheen de administratieve formaliteiten kunnen geloodst worden.
- Dit zal geschieden via het Contractor Safety Management platform genaamd GoWorkforce aan de hand van een door Eastman voorziene introductie. Hierbij verkrijgen ze een witte sticker op de helm bij eerste aanmelding bij de portier.
- Bijkomend dient de leidinggevende van elke aannemer tewerkgesteld op Eastman een test af te nemen bij Eastman Contractor Safety Manager. Indien geslaagd verkrijgen ze een groene sticker op de helm.
- De portier controleert de identiteit en kent een badge toe op dag- of naambasis.
- Deze personen worden de eerste maal opgehaald door de contactpersoon van Eastman (deze zal voor de verdere inschrijving van trainingen instaan).
- Contractors moeten geïdentificeerd kunnen worden a.d.h.v. werkkledij met vermelding van de firmanaam of (bij gebrek daaraan) ontvangen zij een identificatiebadge van de portier.
De naleving op deze opleidingen zal door Eastman contactpersoon/opdrachtgever/preventiedienst regelmatig worden gecontroleerd.
Bedrijfstoegangsprocedure
Schematisch overzicht aanmelding/training:
RICHTLIJNEN TOEGANG NIET EASTMAN PERSONEEL | Controle certificaten/veiligheidscijfers | Opleiding | Aanmelding door opdrachtgever | Xxxxxx |
CONTRACTORS = werken en niet onder begeleiding Geldt voor korte & lange termijn contractors | IQ-Soft/GoWorkforce Zie procedure, dit primeert op aanmelding: geen badgeaanvragen doen zonder groen licht! Vooraf gekende uitzonderingen (VCA of veiligheidscijfers) kunnen proactief aangevraagd worden bij Eastman Purchasing of Eastman Safety | Lange termijn: Safety challenge (On Site / Online) introductie / stilstandsopleiding (On Site / Online) Korte termijn: Safety challenge (On Site / Online) + Kortetermijn checklist door opdrachtgever On Site | Aanmeldingsformuli er Mogelijkheid tot badgeaanvraag indien praktisch nodig | Portiersloge Pantserschipstraat Indien badge is verkregen dient men het tourniquet te gebruiken |
BEZOEKERS = geen werken en onder begeleiding | / | Safety challenge (On Site / Online) |
3. Toelating voertuigen op het bedrijf
Op het volledige terrein van Eastman gelden dezelfde regels als op de openbare weg.
Het voertuigenverkeer is slechts toegelaten op bestrate wegen tussen de verschillende gebouwen, installaties en tankparken.
De maximumsnelheid op het terrein is 20 km/h en 5 km/h in de buurt van laad en losplaatsen en het parkeerterrein ter hoogte van de portiersloge aan de Pantserschipstraat.
Alleen op uitdrukkelijk verzoek van de Eastman-contactpersoon worden voertuigen toegelaten op het fabrieksterrein. Deze toelating wordt door de portier schriftelijk gegeven a.d.h.v. van de witte kaart “Toelatingsbewijs voor voertuigen”. Deze kaart heeft een geldigheidsduur van maximaal 1 week alvorens ze moet hernieuwd worden. Voertuigen worden enkel toegelaten voor laden en lossen van materialen. Voertuigen parkeren op de site voor een ganse dag wordt niet toegelaten. Hierdoor wordt alle overtollig verkeer vermeden op de site.
De portier kan in overleg met de Eastman verantwoordelijke deze toestemming in vraag stellen of intrekken. Bij stilstand moet de motor van de wagen worden afgezet en de sleutel meegenomen.
Er wordt niet geparkeerd aan brandhydranten op toegangswegen en aan nood- en toegangsdeuren.
Bij leveringen van materialen voor een contractor zal deze contractor er steeds voor zorgen dat de leverancier de naam van de contractor meldt aan de portier alsook het GSM/telefoon nummer van de te contacteren contractor-persoon op de site.
De contractor brengt de opdrachtgever Eastman de dag voordien op de hoogte.
BIJLAGE B Gebruik mobiele telefoon (gsm), tablet, PC en fototoestel
Het bezit en gebruik van Niet-Ex mobiele telefoon (gsm), tablet, PC en fototoestel is zonder vuurvergunning verboden binnen de blauwe zones van het productieterrein (plan S296, bijlage F) .
Mobiele apparatuur van het explosieveilige type is wel toegelaten. Dergelijke apparatuur draagt de code :
〈Ex〉
II 2 G – EEX ia IIC T4
Er wordt niet gebeld vanuit rijdende voertuigen (voertuig stoppen, veilig aan de kant van de weg zetten en dan pas bellen).
Tevens dient men te stoppen met wandelen, fietsen aan de kant op een veilige locatie om te bellen
BIJLAGE C WERKVERGUNNINGEN
Vergunningen
Zijn vereist omwille van controle op de veiligheid tijdens de werken; ze worden door de Eastman-coördinator uitgereikt; er is een geschreven toelating nodig om werken te laten uitvoeren door personen vreemd aan de installatie.
Wanneer werken, vallend onder de vuurvergunningsprocedure, dienen aangevat te worden buiten de normale diensturen, dient dit op voorhand aan de Eastman coördinator te worden gemeld.
1. Werkvergunning
De vergunning wordt uitgeschreven voor de duur van 1 werkdag (van 07.30 uur tot 16.00 uur) of ploegprestatie – maar kan verlengd worden.
Het formulier wordt in omloop gebracht door de Eastman-coördinator.
De werkvergunning dient steeds origineel te zijn. In geval van scope aanpassingen of andere veranderingen dient een nieuwe werkvergunning geschreven te worden.
Elke vergunning moet getekend worden (en toegestaan) door de opdrachtgeven, de fabricatie of dienst waar de opdracht gebeurt en daarna door elke uitvoerder.
De vergunning is noodzakelijk voor alle werken uitgevoerd binnen het Eastman-terrein, behalve in de eigen werfkeet van de aannemer. De uitvoerder ontvangt een exemplaar van de vergunning en moeten alle preventiemaatregelen steeds strikt naleven.
Bijkomend kunnen volgende vergunningen vereist zijn:
2. Vuurvergunning:
Geschreven toelating om werken te laten uitvoeren met open vlam, warmteontwikkeling of vonkverwekking.
Een vuurvergunning is ook vereist voor gebruik van kranen, hefwerktuigen, hoogtewerkers in productieafdelingen gelegen in de blauwe zone.
Belangrijk is dat de toegestane activiteiten (o.a. lassen, snijbranden, boren slijpen, open vlam, niet Ex toestel , ander vonk verwekkend werk) op de vuurvergunning duidelijk worden aangeduid.
Alle werkzaamheden blijven beperkt tot deze aangeduid op de vergunning. Zijn ook als niet Ex toestellen te beschouwen: tablet, PC en fototoestel.
De vuurvergunning wordt geschreven voor de duur van 1 werkdag of ploegprestatie maar kan verlengd worden.
Het formulier wordt in omloop gebracht door de Eastman-coördinator.
Een vuurvergunning moet vóór aanvang van de werken getekend worden door de opdrachtgever, de ingenieur of meestergast van de productieafdeling, door een verantwoordelijke van de preventiedienst en daarna door elke afgevaardigde van de uitvoerder, die een exemplaar van de vergunning ontvangt. Het werk mag niet aangevat worden vóór de vergunning werd getekend door afdelings- verantwoordelijke en preventiedienst.
Bij elke vuurvergunning moet er continu een meting LEL/O2 aanwezig zijn. Dit kan een meting van de brandwacht zijn. Indien dit niet het geval is zal er aan de contractor een LEL/O2 toestel meegegeven worden vanuit de controlezaal. Deze meting wordt eventueel aangevuld met een meting toxische gassen. Na gebruik dient deze terug ingeleverd te worden bij de controlezaal, indien dit niet gebeurt zal een vergoeding ter waarde van het toestel worden aangerekend.
3. Vergunning voor werken in besloten ruimten
Voor het binnengaan van besloten ruimten is ook een vergunning vereist. Deze werktoelating dient getekend door de opdrachtgever, de fabricatie- of dienstverantwoordelijke, de afgevaardigde van de preventiedienst en daarna door elke afgevaardigde van de uitvoerder, die een exemplaar van de vergunning ontvangt.
De besloten ruimte vergunning is slechts geldig voor 1 werkdag of ploegprestatie en kan niet verlengd worden.
Voor elke besloten ruime vergunning wordt er een begeleidend reddingsplan geschreven. Eveneens is de aanwezigheid van een veiligheidswacht met safety koffer voor eerstelijns interventie vereist. In geleidende besloten ruimten dient de elektrische apparatuur van een geschikt type te zijn (Cf. A.R.E.I. artikel 94). b.v. gebruik van verlaagde veiligheidsspanning (zie ook elektrische bepalingen in Deel II punt 8.6) .
4. Graafwerkzaamheden
4.1. Een graafvergunning is vereist voor iedere ingreep in de bodem, met inbegrip van het heien van palen,
grondboringen, enz…
De graafvergunning is vereist op het gehele Eastman-terrein. Tevens dienen bij de opdrachtgever de nodige inlichtingen genomen te worden betreffende ondergrondse leidingen o.a. elektrische kabels, water-, telefoon-, gas- en stoomleidingen + wateraflopen.
Aannemers moeten tenminste 2 weken van tevoren aan de Eastman-coördinator toestemming vragen om wegen te mogen opbreken of op andere wijze fabriekswegen te blokkeren.
Een graafvergunning wordt geschreven voor de duur van 1 werkdag of ploegprestatie maar kan verlengd worden.
4.2. Als gevaar voor de veiligheid van het betrokken personeel en/of anderen zou ontstaan, moeten ontgravingen, sloten, geulen, putten enz… voldoende afgeschuind worden om instortingen of afschuivingen te voorkomen.
Als het maken van afschuining onpraktisch is, moeten bekistingen worden toegepast als het hoogteverschil meer dan 1 meter bedraagt. Vanaf een diepte van 1.25 meter moet steeds geëvalueerd worden of de plaatsing van wanden noodzakelijk is. Vanaf een diepte van 6 meter moeten wanden worden berekend door een ingenieur bouwkunde. Ook kan er trapsgewijs worden gewerkt.
Gepaste maatregelen dienen getroffen te worden om ongevallen te voorkomen die door instorting van opgehoopte aarde, opgestapelde bouwstoffen, of het vallen van materiaal of van eender welke zware voorwerpen, zouden kunnen veroorzaakt worden.
4.3. Bij uitgravingen van meer dan 1,25 meter dienen een voldoende aantal ladders voorzien te worden om een vlugge ontruiming aan het personeel toe te laten.
Uitgravingen van > dan 1.25 meter vallen onder de bepalingen van besloten ruimte.
4.4. Aannemers moeten deugdelijk afsluitingen, leuningen, afdekplaten, signalen, en desnoods verlichting en/of doelmatige waarschuwingsborden aanbrengen, om het personeel in de buurt van een gevaarlijk werk of ontgraving te beschermen. Indien afschermingen worden gebruikt, dan moeten dit vaste leuningen zijn die op minimum 2 meter afstand van de uitgraving opgesteld staan. In specifieke gevallen (versperren weg of toegang tot installatie) kan deze afstand worden verkleind na akkoord van de Eastman-contactpersoon.
Vloeropeningen, open geulen, ontgravingen, enz… moeten afgedekt worden, als leuningen of afzettingen geen afdoende bescherming van het personeel geven.
4.5. Afzettingskabels, touwen, kettingen en andere obstakels moeten voldoende gemarkeerd zijn, opdat ze
zowel overdag als ‘s nachts duidelijk zichtbaar zijn.
4.6. Indien tijdens graafwerkzaamheden elektrische kabels, ... blootgelegd worden, dienen deze behoorlijk ondersteund te worden ter voorkoming van het breken onder hun eigen gewicht. Bij terug ingraven van elektrische kabels dienen afschermpannetjes, verwittigingslinten op degelijke manier teruggeplaatst te worden; voor aanvang van de werken dient advies gevraagd te worden aan de Eastman-coördinator.
4.7. Afhankelijk van de arbeidsomstandigheden kan de Eastman-coördinator beslissen om een veiligheidswacht in te schakelen en een reddingsplan te voorzien.
4.8. Deze werktoelating dient getekend door de Eastman-coördinator, de fabricatie- of dienstverantwoordelijke, de afgevaardigde van de veiligheidsdienst en een afgevaardigde van de uitvoerder die een exemplaar van de vergunning ontvangt.
5. Jaarvergunning
Een uitzondering zijn vonk- en warmteverwekkende werken aan de werkposten van het onderhoudsatelier en in het contractorpark.
Voor deze uitzonderingen wordt een “jaarvergunning” opgemaakt. Deze vergunning wordt jaarlijks opgemaakt bij de start van het kalenderjaar. De aanvrager contacteert hiervoor de preventiedienst, de situatie wordt ter plaatse beoordeeld, én de vuurvergunning met voorwaarden wordt ter plaatse uitgehangen.
4. BIJLAGE D ALARMPROCEDURES EASTMAN
(uit te hangen in tijdelijke gebouwen)
1. Waarschuwing op:
- Iedere noodsituatie of begin ervan moet onmiddellijk kenbaar gemaakt worden. Dit kan gebeuren door:
Ofwel: Induwen van alarmdrukknop (hierbij treedt automatisch de Alarmsirene in werking).
Ofwel: Oproepen van fabrieksbrandweer: “alarmnummer 100” (intern nummer waarbij de melder zijn naam, de plaats en de aard van het incident meedeelt (geen automatisch alarmsirenesignaal).
Ofwel: Telefonisch de portier (tel. nr. 09/000 0000) verwittigen en de eerste inlichtingen meedelen over aard en plaats van het incident
2. Wat te doen bij alarm?
2.1. Bij alarmsirene: lange sirenestoten:
Het contractorpersoneel begeeft zich naar de locatie aangegeven op werkvergunning, Indien de locatie aangegeven op werkvergunning in de bedreigde zone ligt of indien men werkzaam is op het contractorplein, dan gaat men naar het operations center of naar de portier.
Daar moet men wachten op verdere instructies van de Eastman-coördinator.
2.2 Bij evacuatie sirene: korte sirenestoten:
In dat geval moet er worden verzameld (om telling toe te laten):
2.2.1. Op het voetbalterrein, of
2.2.2. Wanneer dit laatste in de windrichting ligt, bij de portier Shell.
2.2.3. Men zal u instructies geven langs welke route men veilig de verzamelplaats kan bereiken.
2.3. Einde alarm = continue toon (1 minuut)
Bij einde alarm gaat men terug aan het werk. De werkvergunningen zijn door het alarm wel vervallen en moeten opnieuw vernieuwd worden.
3. Alle vergunningen vervallen onmiddellijk (bij brand, of noodsituatie).
4. Nuttige telefoonnummers:
- Verpleegster: 09/254 1455
- Portier (E.H.B.O.) 09/254 1456
- Veiligheidsdienst: 09/254 1673 - 09/254 1671
- Stedelijke brandweer: 0-112
- Ziekenwagen: 0-112
5. Verkort noodplan template aangehecht in bijlage
Noodplan Eastman Gent Noord
Hoe waarschuwen in geval van een noodsituatie?
Ofwel indrukken van een alarmdrukknop (alarmsirene treedt automatisch in werking)
Ofwel oproep fabrieksbrandweer via het "interne alarmnummer 100" op een vast Eastman telefoontoestel waarbij de melder zijn naam, de locatie en de aard van het
Ofwel telefonisch via de portier - tel 09/0000000 - waarbij de melder eveneens zijn naam, de locatie en de aard van het incident opgeeft.
Wat te doen bij alarm
Bij attentiesignaal Bij evacuatiesignaal
Lange op- en neergaande tonen
5 3 5 3 5 seconden gedurende 2 minuten
kort op- en neergaande tonen
2 2 2 2 2 seconden gedurende 5 minuten
₋ Alle werken worden op een veilige manier gestopt.
₋ Alle werkvergunningen vervallen en moeten vernieuwd worden.
₋ Pc-gebruikers consulteren de windroosaanduiding op het scherm.
₋ Sluit de ramen en stop de ventilatie.
₋ Verplaats u bij voorkeur te voet en altijd dwars op de windrichting.
₋ Personen met een taak in het rampenplan voeren hun taken uit.
₋ Personeel zonder taak in het rampenplan en
₋ Iedereen begeeft zich afhankelijk van de windrichting naar de toegewezen evacuatieplaats,
₋ Eastman zal steeds instructies geven langs welke route men veilig de verzamelplaats kan bereiken.
₋ Daar wachten op verdere instructies en telling onder toezicht van de evacuatieleiding.
portiersloge.
₋ Contractors begeven zich naar de controlezaal conform de werkvergunning of portiersloge indien werkzaam op PVS en op het contractordorp.
₋ Chauffeurs begeven zich afhankelijk van hun locatie naar de controlezaal productie, verladingen, shipping of portiersloge.
₋ Xxxxxxxxx begeven zich onder Xxxxxxx begeleiding naar een veilige zone.
₋ Naargelang de bedreigde zone zal Eastman een alternatieve veilige zone opgegeven.
₋ Daar wachten op verdere instructies en telling onder toezicht van de evacuatieleiding.
Einde alarm - Aanhoudende toon gedurende 1 minuut.
Standaard werkzaamheden kunnen hervat worden.
Werkvergunningen dienen vernieuwd en goedgekeurd te worden.
Nota: Xxxx xxxxxxxxx om 09.45 uur wordt het attentiealarm getest
5. BIJLAGE E ONGEVALLEN – VOORKOMING – EHBO – CORRIGERENDE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN
1. Voorkoming
Voordat met de werken wordt aangevat zal Eastman de contractor informeren van de aanwezige risico’s op de fabriek.
De contractor moet op zijn beurt Eastman op de hoogte stellen van de gevaren (chemicaliën,
ioniserende straling, enz….) die hij bij Eastman binnenbrengt.
In elk geval dient de contractor 1 week voor aanvang van de werken een veiligheidsplan (zie 3.1.) op te sturen naar de Eastman-coördinator, waarbij rekening wordt gehouden met alle bovenvermelde risico’s en gevaren en waarbij alle voorziene voorkomingsmaatregelen worden beschreven. Een onderdeel van het veiligheidsplan is een taakrisicoanalyse. Deze taakrisicoanalyse dient rekening te houden met de specifieke taak en omgevingsomstandigheden na inspectie van de locatie van de werkzaamheden in aanwezigheid van de Eastman opdrachtgever. Een model wordt gegeven verder in deze bijlage. Het werk kan pas starten na goedkeuring van de Eastman-coördinator. Via een toolbox dienen de contractor werknemers geïnformeerd te worden, en de contractor dient opleiding van zijn werknemers te borgen.
2. E.H.B.O.
2.1 Bij elk ongeval, dat medische tussenkomst vergt zal:
- ofwel, de verpleegdienst opgeroepen worden: tel. nr.: 09/000 0000
- ofwel, buiten de bureeluren de portier (= E.H.B.O.): 09/254 1456
- ofwel, bij dringende gevallen, de hulpdienst
Eastman brandweerkorps: intern tel. nr.: 100
of via portier (09/254 1456)
Extern 0-112
2.2. Als een chemische stof in het oog terechtkomt, moet het oog onmiddellijk met stromend drinkwater, bij voorkeur aan een oogdouche, uitgespoeld worden en dit spoelen moet onafgebroken gedurende tenminste 15 minuten voortgezet worden.
Tevens moet de medische dienst of de portier verwittigd worden.
Nota: bij activering van de oogdouche wordt er een alarm getriggerd bij de portier en vervolgens de interventieploeg ingeschakeld.
2.3. Als chemicaliën met het lichaam in aanraking komen, moeten de getroffen delen gedurende tenminste 15 minuten met stromend water afgespoeld worden.
Om zeker te zijn dat een voldoende spoeling tot stand komt, moeten schoenen en kledij, die getroffen lichaamsdelen bedekken, verwijderd worden. De Eastman-medische dienst is ter beschikking van de contractors om de eerste zorgen aan gekwetsten toe te dienen.
Nota: bij activering van de nooddouche wordt er een alarm getriggerd bij de portier en vervolgens de interventieploeg ingeschakeld.
2.4. Bij inademing van chemische stoffen dient eveneens de medische dienst te worden verwittigd.
2.5. Een gekeurde EHBO koffer dient aanwezig te zijn (geplaatst met pictogram) in de contractor werfkeet. Een oogspoelfles moet deel uitmaken van deze koffer of separaat opgehangen.
3. Melden van (schier) ongevallen, onveilige handelingen en situaties.
3.1. Alle ongevallen, incidenten en schierongevallen worden onmiddellijk door de contractor aan de Eastman contactpersoon gemeld.
3.2. Van elk ongeval zal schriftelijk verslag gegeven worden aan de preventiedienst, en dit:
- binnen de 3 werkdagen
- uitgebreid met vermelding van:
- naam en leeftijd van het slachtoffer
- plaats en tijd van het ongeval
- aard van het letsel
- beschrijving van het ongeval met analyse
- preventieve of corrigerende maatregelen die dienen genomen te worden om herhaling te voorkomen.
- zie hiervoor het formulier letsel ongeval- contractors in bijlage.
Indien het ongeval werkonbekwaamheid tot gevolg heeft, of wordt beschouwd als een ernstig ongeval (omstandig verslag), dient de preventieadviseur van de contractor dit onmiddellijk aan de Eastman-preventiedienst te melden, zodat een afspraak kan gemaakt worden om het ongeval gezamenlijk ter plaatse te onderzoeken.
Indien een omstandig verslag moet worden opgemaakt, dan wordt afgestemd wie dit verslag opmaakt en binnen welke termijn.
Indien hier geen overeenkomst over is, dan wordt het verslag opgemaakt door Eastman binnen de 7 dagen.
Het verslag wordt dan besproken met de andere partij en het wordt aangevuld met eventuele opmerkingen.
Indien er geen overeenkomst is over de opmerkingen/acties, wordt dit ook vermeld in het verslag of kan een addendum gemaakt worden aan het initiële verslag.
Verder wordt het verslag dan besproken in de comités PBW van Eastman en contractor.
In het verslag wordt de datum van deze comités en de opmerkingen vermeld (eventueel wordt het verslag in bijlage toegevoegd).
Indien blijkt dat het verslag niet binnen de voorziene termijn kan worden ingediend, wordt een verlenging van de termijn aangevraagd.
Als meerdere inspecties bevoegd zijn, dan vraagt elke partij dit uitstel aan zijn bevoegde inspectie.
3.3. Schierongevallen – onveilige handeling en situaties.
Indien de contractor risicovolle, onveilige handeling en situaties vaststelt waardoor de gevraagde werkzaamheden niet veilig kunnen uitgevoerd worden dient men de werken te stoppen en de Eastman-coördinator te verwittigen. Men dient hiervan tevens een schierongevalmelding (zie het formulier schierongeval – contractors in bijlage) op te stellen en door te sturen naar de preventiedienst van Eastman.
Nota: het melden geldt ook voor vaststellingen op het terrein die losstaan van de werkzaamheden.
Model taakanalyse werkblad
Werkopdracht: .............................................................................................................................................................................................................................
Uitvoeringstermijn: ............................................................
Werkfazen | Uitvoerings- termijn | Ingezette arbeidsmiddelen | Risico’s | Te treffen maatregelen ter beheersing |
Naam en functie van opsteller:................................................................................... Datum:.................................................
Handtekening: ....................................................
MELDINGSFORMULIER: “LETSELONGEVAL “ - contractors
Een letselongeval is een gebeurtenis waarbij lichamelijke schade (kwetsuren) werd opgelopen ongeacht of dit arbeidsongeschiktheid tot gevolg had.
Het slachtoffer |
Naam: Voornaam: Firma: Eerste zorgen op: dag, / / om uur Xxxxxx: |
Het ongeval |
Ongeval gebeurde op dag, / / om uur Getuigen: Plaats van het ongeval: Uitvoerige beschrijving van het ongeval: |
Te treffen maatregelen
Ingevuld formulier na bespreking steeds versturen naar de dienst Preventie en Bescherming.
MELDINGSFORMULIER: “SCHIERONGEVAL “ - contractors
Een schierongeval of een bijna-ongeval is een plotse, onverwachte en ongewenste gebeurtenis (een storing, een fout) waarbij geen zichtbare schade, noch materieel noch lichamelijk, werd veroorzaakt.
Datum opstelling: | Datum bespreking: |
Opgesteld door: | besproken door: |
Afdeling: |
Vastgestelde fout
Mogelijke oorzaken
Mogelijke oplossingen
Ingevuld formulier na bespreking steeds versturen naar de dienst Preventie & Bescherming Eastman.
6. BIJLAGE G ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EASTMAN
Eigenschappen producten Eastman
• zeer licht ontvlambaar/vloeibaar gemaakte gassen
• irriterend/ corrosief 🡪 tasten slijmvliezen aan (ademhaling, ogen !)
• specifieke eigenschappen per product : MSDS of productinfofiche beschikbaar
• tekst toolbox productie Crop / MA / WTS is beschikbaar en werd besproken
Rookverbod op de Eastman installatie
• Roken is enkel toegestaan in de daartoe voorziene rookcabines.
Vergunningen
• Gecombineerde werk- en vuurvergunning 🡪 voor alle werken
– omschrijving werkzaamheden
– gegevens over de installatie (restproducten, hoe veilig gesteld)
– gegevens over de omgeving
– specificaties m.b.t. PBM
– voorschriften m.b.t. voorkoming brand
– opgave van de noodinfrastructuur (nooddouche)
– alle uitvoerders ondertekenen = kennisname van xxxxxx´s en maatregelen
• Besloten ruimtevergunning 🡪 voor betreden
– hoofd in ruimte = vergunning
– in combinatie met werkvergunning
– extra maatregelen: veiligheidswacht, reddingsmiddelen
• Graafvergunning
– in combinatie met werkvergunning
– ligging ondergrondse leidingen en kabels
Standaard PBM voor constructie- en onderhoudswerken in een bestaande productie-installatie
• Helm
• veiligheidsbril
• ruimzichtbril (in de blauwe zone)
• gesloten kledij (lange broek en lange mouwen, brandvertragend, antistatisch en bij voorkeur Nomex of gelijkwaardig)
• handschoenen (snijbestendig of chemiebestendig)
• veiligheidsschoenen
• continue meting (zuurstof, LEL en Product PID) te dragen tijdens uitvoeren van warme werken met vuurvergunning invoering in 2018.
• Vluchtmasker bij werken op hoogte
PBM op het volledige productieterrein
• Helm
• Veiligheidsbril
• Gesloten kledij (lange broek en lange mouwen, brandvertragend, antistatisch en bij voorkeur Nomex of gelijkwaardig)
• Individueel vluchtmasker op hoogte – invoering in Mei 2022
Noodinfrastructuur
• Kennis locaties van de nooddouches en oogdouches.
• Extra nooddouches geïnstalleerd voor grote shutdown aan het n werfkeet
• Blootstelling aan chemicaliën = direct ogen en lichaam 15 minuten overvloedig spoelen met water
• Medische dienst achter portiersloge
ALARM = fabriekssirene
• Attentie = 3 – 5 – 3 – 5 – 3 – 5 - … (2 minuten)
🡪 naar de locatie vermeld op werkvergunnning (Indien de locatie aangegeven op werkvergunning in de bedreigde zone ligt of indien men werkzaam is op het contractorplein, dan gaat men naar het operations center of naar de portier).
🡪 registratie aanwezigheden
• Evacuatie = 2 – 2 – 2 – 2 - … (5 minuten)
🡪 ontruimen naar voetbalterrein of portier Shell
🡪 keuze evacuatieplaats afhankelijk van windrichting
• Einde alarm = continutoon (1 minuut)
🡪 terug aan het werk
• Test attentiesignaal: elke donderdag om 9u45
Orde en netheid
• Proper houden en opkuis werklocatie
• Vrijhouden doorgangen
• Afvalcontainers ter beschikking
Materiaal
• Stellingen:
₋ Reglementaire voorschriften
₋ Laten keuren
• Gereedschappen en (mobiele) machines:
₋ Reglementaire voorschriften en certificatie.
₋ Laten keuren
₋ Bijzondere aandacht voor stroomvoerende delen (bv.isolatiefout kabels)
₋ stroomloos stellen op einde werkdag
• Ladders:
₋ Kleine werkzaamheden, licht gereedschap, korte duur ()
₋ Stabiele ondergrond en ladder geborgd
₋ Correct gebruik (steeds 3 punten van contact)
₋ Rode markering thv 1,2m hoogte voorzien!
• Trappen:
₋ Steeds 1 hand aan de leuning
₋ Eén trede tegelijk nemen
Informatie voor contractors
• Introductie opleiding eerste toegang op het Eastman Gent Noord terrein en de jaarlijkse herhaling (Eastman safety challenge)
• Opleiding m.b.t. de specifieke risico’s en beheersmaatregelen gerelateerd aan het werken op het Eastman
Gent Noord terrein, bvb blootstelling chemische producten.
• Opleiding life critical procedures (vuurvergunningen, besloten ruimte, graafvergunningen, PBM, eerste opening, LOTO etc.)
• De werkvergunning
• Toolboxmeeting door de contractor meestergasten voor de contractor werknemers
• Startwerkvergadering
• LMRA
• Maandelijkse contractor teamvergadering met de meestergasten
• Maandelijkse contractor/buddy veiligheidsrondgang
• Buddy/contractor kwartaalvergaderingen
7. BIJLAGE H Afval sorteerwijzer
8. BIJLAGE I Vuurvergunningsmatrix