Concept Samenwerkingsovereenkomst Regio Deal Foodvalley
Concept Samenwerkingsovereenkomst Regio Deal Foodvalley
ONDERGETEKENDEN:
1. De publieke rechtspersoon Openbaar lichaam Regio Foodvalley,
[alsmede het Dagelijks Bestuur, handelend als bestuursorgaan,] in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door[●]
hiertoe aangewezen op grond van [●]
handelend ter uitvoering van het besluit van het Algemeen Bestuur van [●],
hierna te noemen: ‘Regio Foodvalley’
2. De publiekrechtelijke rechtspersoon de provincie Gelderland, met zetel te Arnhem,
[alsmede het college van Gedeputeerde staten van Gelderland,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel 176, tweede lid van de Provinciewet, handelend ten uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van [●], hierna te noemen ‘Gelderland’
3. De publiekrechtelijke rechtspersoon de provincie Utrecht, met zetel te Utrecht,
[alsmede het college van Gedeputeerde staten van Utrecht,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●],
hiertoe aangewezen op grond van artikel 176, tweede lid van de Provinciewet, handelend ten uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van [●], hierna te noemen ‘Utrecht’
Partijen genoemd onder 2 en 3 hierna tevens samen te noemen: ‘Provincies’
4. De publieke rechtspersoon Waterschap Vallei en Veluwe, met zetel te Apeldoorn,
[alsmede het Algemeen Bestuur van Vallei en Veluwe,] In dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door[●] Hiertoe aangewezen op grond van [●]
Handelend ter uitvoering van het besluit van het Algemeen Bestuur van [●] Hierna te noemen: ’Vallei en Veluwe’
5. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid LTO Noord, In dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
Hierna te noemen: ‘LTO Noord’
Partijen genoemd onder 1 tot en met 5 hierna tevens te noemen: ‘Ondertekenaars Regio Deal Foodvalley,
6. De Universiteit Utrecht, publiekrechtelijk rechtspersoon krachtens art. 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek gevestigd aan de Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX xx Xxxxxxx, hierbij vertegenwoordigd door xxxx. xx. X. Xxxxxxx, voorzitter College van Bestuur, hierna te noemen: ‘Universiteit Utrecht of ‘UU’
7. Wageningen University, publiekrechtelijk rechtspersoon krachtens art. 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, gevestigd te Wageningen, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX, hierbij vertegenwoordigd door xxxx.xx.xx. Louise O. Fresco, voorzitter college van bestuur; hierna te noemen: ‘Wageningen University’
8. Stichting Wageningen Research, statutair gevestigd te Wageningen, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX, hierbij vertegenwoordigd door xxxx.xx.xx. Louise O. Fresco, voorzitter college van bestuur, en L.A.C. Buchwaldt MBA, lid college van bestuur, hierna te noemen: ‘Wageningen Research’
Partijen genoemd onder 7 en 8 hierna tevens gezamenlijk te noemen: ‘WUR’
Partijen genoemd onder 6 tot en met 8 hierna tevens gezamenlijk te noemen: ‘Kennis- en
Onderwijsinstellingen’
9. Het bestuur van VNO/NCW Midden,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hierna te noemen: ‘VNO/NCW Midden’
Partijen genoemd onder 6 tot en met 9 eveneens gezamenlijk te noemen: ‘Steunpartners Regio Deal Foodvalley’
10. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Barneveld, met zetel te Barneveld,
[alsmede het college van burgemeester en wethouders van Barneveld,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Barneveld hierna te noemen: ‘Barneveld’
11. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Ede, met zetel te Ede, [alsmede het college van burgemeester en wethouders van Ede,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Ede hierna te noemen: ‘Ede’
12. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Nijkerk, met zetel te Nijkerk, [alsmede het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Nijkerk hierna te noemen: ‘Nijkerk’
13. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Renswoude, met zetel te Renswoude,
[alsmede het college van burgemeester en wethouders van Renswoude,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet,
handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Renswoude
hierna te noemen: ‘Renswoude’
14. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Rhenen, met zetel te Rhenen, [alsmede het college van burgemeester en wethouders van Rhenen,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Rhenen hierna te noemen: ‘Rhenen’
15. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Scherpenzeel, met zetel te Scherpenzeel,
[alsmede het college van burgemeester en wethouders van Scherpenzeel,] handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet,
handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Scherpenzeel hierna te noemen: ‘Scherpenzeel’
16. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Veenendaal, met zetel te Veenendaal,
[alsmede het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal, ]
handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet,
handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Veenendaal
hierna te noemen: ‘Veenendaal’
17. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Wageningen, met zetel te Wageningen,
[alsmede het college van burgemeester en wethouders van Wageningen, ]
handelend als bestuursorgaan,
in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [●]
hiertoe aangewezen op grond van artikel [●], tweede lid van de Gemeentewet,
handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Wageningen
hierna te noemen: ‘Wageningen’
Alle partijen genoemd onder 1 tot en met 17 tevens gezamenlijk aan te duiden als ‘Partijen’ of als
‘Partners’
OVERWEGEN HET NAVOLGENDE:
a. Het kabinet Xxxxx XXX heeft in het regeerakkoord van oktober 2017 eenmalig een totaalbedrag van EUR 950 miljoen onder de naam ‘Regio Envelop’ beschikbaar gesteld voor de aanpak samen met de betrokken regionale partners van regionale problemen met een sociale, ecologische of economische invalshoek door middel van zogeheten Regio Deals;
b. Het uitgangspunt van het Rijk bij Regio Envelop is: “de regio is de plek waar kansen en uitdagingen samenkomen. Daar wonen en werken mensen, daar genieten mensen van natuur en landschap. Ze maken er gebruik van voorzieningen zoals het openbaar vervoer, onderwijs en de zorg. Ondernemers ontwikkelen er nieuwe producten en diensten. Als het Rijk, regionale overheden en de bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties samen
optrekken om regionale opgaven aan te pakken, versterkt dit de regio’s en daarmee
Nederland”;
c. De beschikbaarstelling van de EUR 950 miljoen van de Regio Envelop via Regio Deals is door het Rijk opgedeeld in tranches, waarvan de tweede tranche per 8 juni 2018 is opengesteld. Het totaalbedrag voor deze tweede tranche bedraagt EUR 215 miljoen;
d. De regionale partners in een regio konden uiterlijk 1 september 2018 voor deze tranche voorstellen (propositie) indienen voor toekenning van een bedrag uit de Regio Envelop;
e. Deze voorstellen moesten voldoen aan een serie van door het Rijk vastgestelde randvoorwaarden waaronder tenminste 50% cofinanciering vanuit de regio en een goede governance voor de te sluiten Regio Deal. Voorts moest het voorstel aantonen dat een te sluiten Regio Deal de desbetreffende regio zou versterken en daarmee ook Nederland;
f. Regio Foodvalley heeft voor de deadline van 1 september 2018 voor Regio Foodvalley een voorstel voor een te sluiten Regio Deal Foodvalley ingediend;
g. Bij brief van 16 november 2018 heeft de minister van LNV aan de Tweede Kamer bekend gemaakt dat 12 van de 88 binnengekomen voorstellen zijn geselecteerd om in 2019 tot een Regio Deal te komen, waarbij tevens per geselecteerd voorstel is aangegeven welk bedrag aan rijksbijdrage uit de Regio-Envelop is gereserveerd;
h. Tot de geselecteerde voorstellen behoort ook het voorstel van Regio Foodvalley, voor dit voorstel werd door het Rijk een bijdrage van 20 miljoen gereserveerd;
i. Doelstelling van de Regio Deal is de versnelling van de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem. Resultaten uit drie Sporen dragen gezamenlijk bij aan deze voedseltransitie. Impact is beoogd op het gebied van een verbeterde leefomgeving, een gezonder consumptiepatroon en een duurzaam innovatieklimaat. De Regio Deal streeft daarbij naar de uitvoering van de Sporen en Werkpakketten in synergie met elkaar;
j. Na 16 november 2018 heeft veelvuldig overleg tussen Rijk en Regio geleid tot een Regio Deal Foodvalley (hierna ook aangeduid als: de ‘Regio Deal’, zie ook Artikel 1 (Definities)), welke deal op 19 juli 2019 bij brief van LNV aan de Tweede Kamer is aangeboden. Deze Regio Deal is gevoegd bij deze Overeenkomst (hieronder gedefinieerd) als Bijlage 1;
k. De in de aanhef genoemde Partijen 10 tot en met 17 zijn de aan de Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley deelnemende gemeenten;
l. In de Regio Deal van 19 juli 2019 is bepaald dat de in deze deal opgenomen Rijksbijdrage wordt beschikbaar gesteld als decentralisatie-uitkering aan Ede;
m. Partijen beschouwen zich als een partneralliantie van regionale overheden, kennis-en onderwijsinstellingen en bedrijfsleven die door middel van deze overeenkomst (de ‘Overeenkomst’) transparant vastleggen hoe zij als uiteenlopende partners samen met elkaar willen komen tot afspraken over:
i. het waarborgen van een succesvolle realisatie van de programma’s/projecten die
vallen onder de in de Regio Deal opgenomen Sporen;
ii. het waarborgen van een integrale aanpak waarbij elk Spoor inhoudelijk in de andere Sporen grijpt en waarbij alle Sporen in gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid bijdragen aan de ambitie;
iii. het leggen van een solide basis voor een partneralliantie voor de lange termijn, waarbij een structurele Uitvoeringsorganisatie op basis van een langdurig
Uitvoeringsprogramma succesvol programma’s/projecten binnen de Regio blijft
uitvoeren ook na de beëindiging van de Regio Deal per 31 december 2023;
iv. genoemde Uitvoeringsorganisatie wordt gevormd door een Regio Deal Manager ondersteund door een Kassier, zijnde Ede, communicatie, controller en secretariaat. Op de Regio Deal Manager wordt toezicht gehouden door de Regionale Stuurgroep; en
v. het borgen van de mogelijkheid van toetreding van nieuwe partijen op Werkpakketniveau;
n. In de zomer van 2019 hebben de Partners in hun gemeenteraden, respectievelijk Provinciale Staten, reserveringen gemaakt voor hun toezeggingen aan de Regio Deal, zoals nader overeengekomen in deze Overeenkomst;
o. Periodiek komen Partijen bijeen om met elkaar de voortgang van de regionale uitvoering van de Regio Deal te bespreken in een Regionaal Partneroverleg. Samen met het Rijk treden Partijen in periodiek overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal, ook wel ‘Het Overleg’ genoemd, als bedoeld in artikel 6 van de Regio Deal. Hierin worden belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten voor de Regio Deal gedeeld en besproken. Hierbij kunnen programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het Overleg hierover aan de Partijen. Het Overleg heeft alleen adviserende bevoegdheden ten aanzien van de Regio Deal;
p. In aanloop naar de start van de Uitvoeringsorganisatie van de Regio Deal is een Regionaal Directeurenoverleg ingesteld, waarin op directieniveau tussen een delegatie van de Partners over de voortgang en uitgangspunten van de Regio Deal gesproken werd. Dit Regionaal Directeurenoverleg zal in het kader van continuïteit en betrokkenheid als adviesorgaan voor de Regio Deal Manager worden voortgezet;
q. Partijen hebben tot slot de intentie om een redelijke verdeling van experimenten en pilots over de Regio te waarborgen. Hierbij gaat het met name om de Sporen 1 en 2.
ZIJN DAARTOE OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
ARTIKEL 1. DEFINITIES
1.1. De volgende termen en uitdrukkingen met hoofdletter die in deze Overeenkomst worden gebruikt zullen de volgende betekenis hebben:
a. Artikel: Een Artikel in deze Overeenkomst
b. Financiële Bijdrage(n): De financiële bijdrage van de Partners als bedoeld in Artikel
4.2
b. Letters of Support: De drie steunverklaringen bij de Regio Deal van WUR,
UU en VNO-NCW Midden van 17 juli 2019, opgenomen als
Bijlage 2
c. Kassier(-sfunctie): De Gemeente Ede als bedoeld in Artikel 11 die:
i. de in deze Overeenkomst opgenomen Financiële Bijdragen van Partners door middel van subsidies ontvangt; en
ii. zorg draagt voor doorlegging van deelbedragen aan de Penvoerders
d. Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting als bedoeld in Artikel 16
e. Monitoringsplan: Het Monitoringsplan zoals bedoeld in Bijlage 3
f. NOK: Afkorting voor Nadere Overeenkomst op Spoor- en Werkpakketniveau
g. Regio: De de regio Foodvalley, en aangrenzende en/of complementaire gebieden van de provincies Utrecht en Gelderland, als bedoeld in de Regio Deal
h. Regio Deal: Afkorting voor Regio Deal Foodvalley en de hierbij horende
Regio Deal Foodvalley tekst (19 juli 2019 – zie Bijlage 1)
i. Regio Deal Manager: De algemeen programmamanager als bedoeld in Artikel 10
j. Regionaal Directeurenoverleg:
Adviserend orgaan richting de Regio Deal Manager als bedoeld in Artikel 9
k. Regionaal Partneroverleg: Bestuurlijk overleg van vertegenwoordigers van alle Partijen
bij deze Overeenkomst, als bedoeld in Artikel 7
l. Regionale Stuurgroep: Stuurgroep als bedoeld in Artikel 8
m. Het Overleg: Ook wel het Rijk-Regio Overleg genoemd; het overlegorgaan
op bestuurlijk niveau, waarin het Regionaal Partneroverleg samenkomt met het Rijk
n. Penvoerder: De rechtspersoon die een Spoor coördineert als bedoeld in
Artikel 12
o. Sporen: De Sporen 1, 2 en 3, als bedoeld in de Regio Deal, zoals deze definitief door de Partners zijn vastgesteld in het Uitvoeringsprogramma
p. Spoorleider: De persoon die invulling geeft aan de dagelijkse taken van
de Spoor coördinatie, zoals benoemd in Artikel 12
q. Stichting WFC Experience De door Gelderland en Ede opgerichte Stichting World
Food Center Experience die belast is met de realisatie van het Spoor 3B-programma World Food Center Experience
r. Subsidieregeling: De subsidieregeling die wordt vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Ede om als Kassier de Subsidiebeschikkingen af te geven voor de financiering van de Sporen en Werkpakketten conform de vastgestelde begrotingen voor de Regio Deal
s. Subsidiebeschikking(en): Subsidiebeschikking namens burgemeester en wethouders
van de gemeente Ede op basis van de Subsidieregeling
t. Uitvoeringsorganisatie: De Regio Deal Manager en de uitvoeringsunit gezamenlijk,
als bedoeld in Artikel 10, voor de dagelijkse uitvoering van de Regio Deal
u. Stakeholdersoverleg Een regionaal overleg met de stakeholders per Spoor van de
Regio Deal als bedoeld in Artikel 15
v. Uitvoeringsprogramma: Het Uitvoeringsprogramma Regio Deal Foodvalley 2019-
2023 als bedoeld in Artikel 13 en bij de Overeenkomst gevoegd als Bijlage 4
w. Uitvoeringspartners: De uiteindelijke begunstigden/ontvangers van de
toegekende bedragen die de projecten/ programma’s
daadwerkelijk uitvoeren binnen het betreffende Werkpakket
x. Uitvoeringsovereenkomst (ROK):
De mede op basis van de Subsidiebeschikking te sluiten overeenkomst als bedoeld in Artikel 12
y. Voortgangsrapportage: De door de Regio op te stellen rapportage, als bedoeld in
artikel 7 lid 4 tot en met lid 6 van de Regio Deal
z. Werkpakket(ten): Een vooraf gedefinieerde geclusterde onderverdeling van de
activiteiten in een Spoor per project, zoals ook vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma
aa. Werkpakketleider(s): De persoon die invulling geeft aan de dagelijkse taken van
de Werkpakket coördinatie, als bedoeld in Artikel 12
ARTIKEL 2. JURIDISCH KARAKTER VAN DE OVEREENKOMST
2.1 Deze overeenkomst heeft een hybride juridische status omdat in deze Overeenkomst zowel privaatrechtelijke als bestuursrechtelijke rechten en verplichtingen zijn opgenomen. Om deze reden zijn aan overheidszijde zowel de overheid als publieke rechtspersoon als het bevoegde bestuursorgaan van iedere overheid Partij bij deze Overeenkomst.
ARTIKEL 3. DOEL VAN DE OVEREENKOMST
3.1. Partijen hebben met het aangaan van deze Overeenkomst primair tot doel om met toepassing van de beginselen van transparantie en met in achtneming van de voor de deelnemende overheden geldende eisen van rechtmatig en doelmatig bestuur gezamenlijk als Partners bindende en wederzijds afdwingbare afspraken te maken over hoe zij gedurende de duur van de Regio Deal tot en met 31 december 2023 succesvol alle programma’s/projecten onder Sporen van de Regio Deal middels een Uitvoeringsorganisatie en het raamwerk van contracten zoals weergegeven in deze Overeenkomst doen uitvoeren. Partijen hebben daarnaast de intentie om wanneer de Regio Deal per 31 december 2023 eindigt, tevens een solide basis te hebben gelegd voor een partneralliantie op de lange termijn, waarbij een
structurele Uitvoeringsorganisatie ook na 31 december 2023 door middel van een langdurig Uitvoeringsprogramma succesvol programma’s/projecten blijft uitvoeren, waarbij open wordt gestaan voor toetreding van nieuwe partners.
Over eventuele verlenging van de in dit Artikel genoemde termijnen kan besloten worden door de Regionale Stuurgroep, na advies daarover van Het Overleg.
3.2. Voorwaarden voor alle deelnemende Provincies en gemeenten van de Regio Deal is dat de Regio Deal het regionale bedrijfsleven (MKB) moet versterken en een meerwaarde moet hebben voor inwoners van het gebied.
3.3. Hetgeen is omschreven in het eerste lid van dit Artikel willen Partijen waarmaken door met elkaar in deze Overeenkomst een samenhangend geheel van afspraken vast te leggen over onder meer:
a. De afzonderlijke omvang van de verschillende Financiële Bijdragen die een of meer Partijen als verplichting op zich nemen binnen het totaalbedrag van EUR 53,62 miljoen, dat in artikel 5 lid 2 van de Regio Deal is genomen als inspanningsverplichting vanuit de Regio.
b. Meer specifiek ten aanzien van de te betalen Financiële Bijdragen en het vastleggen van:
• bij betaling van de Financiële Bijdrage ineens: het moment waarop de Financiële Bijdrage uiterlijk zal moeten zijn betaald;
• bij betaling in gedeelten: het moment waarop de eerste tranche zal moeten zijn betaald en de betaalmomenten van de volgende tranches.
c. De uitoefening van de Kassiersfunctie voor alle Partners en dan ook wie formeel de ontvanger zal zijn van de Financiële Bijdragen.
d. De omvang van de door verschillende Partijen te leveren in-kind bijdragen ter realisatie van de beoogde resultaten per Spoor.
e. Het proces dat zal worden toegepast om te bepalen hoe formeel onder deze Overeenkomst voor ieder Spoor van de Regio Deal de te uit te voeren programma/projecten worden aangewezen en welk financieel budget en welke in-kind bijdrage voor een aangewezen programma/project wordt begroot binnen de per Spoor bepaalde totaalbedragen in Regio Deal.
f. Het proces dat zal worden toegepast ter bepaling wie verantwoordelijk wordt gesteld voor realisatie van een of meer aangewezen programma’s/projecten binnen de Sporen.
g. De keuze voor een Uitvoeringsorganisatie die Partners geschikt achten voor een efficiënte maar samenhangende realisatie van alle in de Regio Deal opgenomen beoogde ambities, strategische doelen en beoogde resultaten per spoor.
h. Samenhangend met alle vorige onderwerpen: de inrichting van een governance gebaseerd op het waarborgen van onderlinge samenhang, de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden van organisaties in de publieke sector, gericht op een rechtmatige, efficiënte en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden.
ARTIKEL 4. DE PARTNERS DIE ZICH VERPLICHTEN TOT FINANCIËLE BIJDRAGEN
4.1. In artikel 5 lid 2 van de Regio Deal is vastgelegd dat de Regio zich zal inspannen om naast de EUR 20 miljoen vanuit de Regio Envelop een totaalbedrag van EUR 53,62 miljoen aan cofinanciering voor de deal te leveren.
4.2. De volgende Partners verplichten zich om de navolgende Financiële Bijdragen te betalen voor
de realisatie van programma’s/projecten onder de Sporen van de Regio Deal:
a. Gelderland: EUR 33 miljoen, waarvan op grond van een reeds eerder genomen besluit van Provinciale Staten EUR 17 miljoen door middel van een rechtstreekse subsidie aan de Stichting WFC Experience specifiek beschikbaar is gesteld voor de realisatie van World Food Center Experience, als bedoeld onder Spoor 3B in de Regio Deal;
b. Utrecht: EUR 10 Miljoen;
c. Ede: EUR 7 miljoen; waarvan op grond van een reeds eerder genomen Raadsbesluit EUR 6 miljoen door middel van een rechtstreekse subsidie aan de Stichting WFC Experience specifiek beschikbaar is gesteld aan World Food Center Experience, als bedoeld onder Spoor 3B in de Regio Deal;
d. Barneveld: EUR 1 miljoen;
x. Xxxxxxxxxx: EUR 900.000 waarvan het bedrag rechtstreeks aan ICT Campus Foodvalley ter beschikking gesteld zal worden;
f. Nijkerk: EUR 500.000;
g. Rhenen: EUR 225.000;
h. Scherpenzeel: EUR 100.000;
i. Wageningen: EUR 100.000;
j. Renswoude: EUR 50.000;
k. LTO Noord: EUR 100.000, welke bedrag door deze Partner specifiek beschikbaar is gesteld voor Spoor 1 van de Regio Deal;
l. Waterschap Vallei en Veluwe: EUR 520.000 welke bedrag door deze Partner specifiek beschikbaar is gesteld voor Spoor 1 van de Regio Deal.
4.3. Bij de respectievelijke raadsbesluiten, Provinciale Statenbesluiten en andere toezeggingen voor de Regio Deal, is een aantal specifieke voorwaarden en aandachtspunten bij een aantal Partners voorgesteld in het kader van de Regio Deal, hieronder in dit Artikel opgesomd. In dit kader is bij de Partners in deze Overeenkomst en het Uitvoeringsprogramma rekening gehouden en zijn de Partners ook gehouden om elkaar onderling te adresseren om zich in te spannen en – voor zover mogelijk - tegemoet te komen aan de volgende voorwaarden:
a. Barneveld: wil een sterke partner zijn in de Regio Foodvalley, en zich economisch profileren met de agro-food sector, bijhorende logistieke waardeketens en bijzondere aandacht te hebben voor groeisectoren zoals ICT. Verder wil Barneveld ruimte bieden aan duurzame groei van de primaire agrarische sector in combinatie met passende nieuwe functies en de circulaire economie en bio-based kringlopen leidende principes te laten zijn bij nieuwe ontwikkelingen.
b. LTO Noord: wil een volwaardig partner zijn van deze Regio Deal en vindt het belangrijk dat er wordt geïnvesteerd in verdere versnelling van de landbouwtransitie.
c. Nijkerk: wil dat de bijdrage van Nijkerk rechtstreeks gekoppeld is aan de realisatie van de Food Academy, waarbij ook gekeken wordt naar onder meer een fonds voor proeffaciliteiten, dat eveneens wordt bekostigd vanuit de Regio Deal.
d. Rhenen: wil een prominente rol spelen in de ontwikkelingen rond de eiwittransitie. Daarnaast worden er binnen Spoor 2 pilots geïnitieerd, waarvan de bijdrage van Rhenen hier nadrukkelijk mede voor ingezet kan worden.
e. Utrecht: wil met deze samenwerking bijdragen aan de landbouwtransitie en aan gezond voedsel en wil hun bedrag beschikbaar stellen onder het voorbehoud dat afspraken over aanspreekbare sturing, besluitvorming, borging van resultaten, Kassiersfunctie en monitoring, zoals vastgelegd in deze Overeenkomst, beschikbaar is en dat er een definitieve dekking is in de begroting 2020 voor de benodigde middelen voor dat jaar.
x. Xxxxxxxxxx: de inbreng van Veenendaal betreft ondersteunende en Regio Deal-brede innovaties en expertise vanuit de ICT Campus Foodvalley. Voor alle drie de Sporen geldt dat ICT Campus Foodvalley de gedachte ondersteunt dat ICT de verbindende factor is
tussen de projecten/programma’s van de Sporen. De ICT Campus Foodvalley heeft de ervaring, kennis en diverse faciliteiten tot haar beschikking die zij graag ook inzet voor de projecten van de Regio Deal. Omgekeerd kan de Regio Deal ook katalysator en inspirator zijn voor (nieuwe) ontwikkelingen binnen de ICT Campus. Zo kan de Regio Deal een extra ‘vliegwieleffect’ opleveren in het streven van Veenendaal om met de ICT Campus Foodvalley in 2025 hét landelijk ICT Centrum voor Food, Health en Tech te zijn.
g. Wageningen: wil dat ten aanzien van het sluiten van de Regio Deal de lokale (maatschappelijke) projecten en lokale ondernemers in Wageningen zullen profiteren van de Regio Deal en dat daarnaast de raad regelmatig geïnformeerd wordt over de voortgang en de resultaten van de Regio Deal en hoe deze concreet bijdragen aan Wageningse Projecten.
h. Waterschap Vallei en Veluwe: heeft als gebiedspartner een aantal jaren geleden het speerpunt verbetering van bodem en waterkwaliteit (inclusief de monitoring van het watersysteem) opgepakt. De doelstellingen van dit speerpunt sluiten aan bij doelstellingen zoals verwoord in de “Regiodeal, Spoor 1, Werkpakket 3 - Bodem”. Waterschap Vallei en Veluwe heeft daarom de intentie uitgesproken de activiteiten op het gebied van dit speerpunt Bodem (inclusief de monitoring van het watersysteem) te willen verbinden aan de Regio Deal en dit samen met de partners te willen realiseren.
Bij de overige Partners, die niet hierboven zijn genoemd, hebben hen respectievelijk raadbesluiten, Provinciale Statenbesluiten, in dit Kader geen aanvullende eisen gesteld.
4.4. De onder Artikel 4.2 genoemde middelen, zullen door de Kassier op basis van de Subsidieregeling conform de voor de Sporen en Werkpakketten opgestelde begrotingen middels Subsidiebeschikkingen worden verdeeld. De Penvoerder zal daarbij ontvanger van de subsidies zijn en zorgdragen en verantwoordelijk zijn, voor rechtmatige en doelmatige verdeling van de middelen over de Werkpakketten.
ARTIKEL 5. BETALING FINANCIËLE BIJDRAGEN PARTNERS
5.1. De Financiële Bijdragen worden door de betreffende Partners toegekend door middel van een subsidie aan Ede, met uitzondering van enkele financierende Partijen die zich als volgt hebben gecommitteerd aan het rechtstreeks financieren van projecten binnen Spoor 3:
a. voor een bedrag van EUR 17 miljoen door middel van een door Gelderland rechtstreeks te verlenen subsidie aan de Stichting WFC Experience ten behoeve van de realisatie van de World Food Center Experience;
b. voor een bedrag van EUR 6 miljoen door middel van een door Ede rechtstreeks te verlenen subsidie aan de Stichting WFC Experience ten behoeve van de realisatie van de World Food Center Experience; en
c. voor de overige bedragen door middel van subsidies aan de Kassier, dan wel rechtstreeks vanuit Ede, Veenendaal en/of Gelderland.
5.2. De financiering van Spoor 3 loopt daarmee gedeeltelijk buiten de Uitvoeringsorganisatie om, zoals Partijen genoegzaam bekend.
5.3. De Financiële Bijdragen worden door de desbetreffende Partner in tranches betaald.
5.4. Aan de door de Kassier te verstrekken subsidies, middels Subsidiebeschikkingen, ligt een Subsidieregeling ten grondslag, die de Kassier in staat stelt om nodige financiering aan de Sporen (met uitzondering van Spoor 3A en mogelijk ook Spoor 3B) en Werkpakketten te verstrekken.
5.5. Indien er sprake is van meevallende resultaten ten opzichte van de vastgestelde begrotingen binnen een Spoor, dan zullen deze in eerste instantie worden gebruikt om de tegenvallende resultaten binnen dat betreffende Spoor te compenseren. Nadere afspraken hierover worden
vastgelegd in de Subsidiebeschikkingen en uitgewerkt in de Uitvoeringsovereenkomst (ROK).
5.6. Onverwachte additionele kosten op Spoorniveau die voortvloeien uit de uitvoering op het betreffende Spoor en niet zijn voorzien, worden binnen de Sporen gedragen in overleg met de Regio Deal Manager, de Spoorleiders en Werkpakketleiders. Indien deze kosten op Spoorniveau niet gecompenseerd kunnen worden vanuit eerdere meevallende resultaten als bedoeld in het vorige lid waarvoor de Penvoerder niet verantwoordelijk kan worden gehouden, zullen deze kosten worden verdeeld aan de financierende Partijen als bedoeld in Artikel 4.2 naar rato van inbreng, daarbij geldt dat:
a. de kosten voor Spoor 1 en 2 worden samengenomen en verdeeld pro rata de bijdrage/inbreng van de financierende Partijen als bedoeld in Artikel 4.2 in beide Sporen; en
b. de kosten voor Spoor 3 worden separaat van de Sporen 1 en 2 genomen en worden gedragen naar rato van de inbreng/bijdrage van de financierende Partijen als bedoeld in Artikel 4.2 in de Werkpakketten.
5.7. Onverwachte additionele kosten op het niveau van de Uitvoeringsorganisatie (kosten die zijn gemaakt voor de uitvoering van de Uitvoeringsorganisatie) die niet zijn voorzien of gecompenseerd kunnen worden binnen de Uitvoeringsorganisatie zelf, worden overeenkomstig Artikel 11.7 verdeeld naar rato van inbreng van financierende Partijen als bedoeld in Artikel 4.2.
ARTIKEL 6. VERPLICHTINGEN TOT IN KIND-BIJDRAGEN SPOREN
6.1. De WUR en UU verplichten zich als ondersteunende partners bij de Regio Deal overeenkomstig de door hen bij de Regio Deal gedane toezeggingen in de Letters of Support tot:
a. een gezamenlijke in-kind bijdrage van ca. EUR 1 miljoen voor een periode van vier jaar voor inzet van hoogleraren en departementen bij de realisatie van concrete Werkpakketten onder de Sporen 1 en 2; en
b. een gezamenlijke in-kind bijdrage vanuit kennisclusters van ca. EUR 0,4 miljoen voor een directe inzet op Spoor 3A.
6.2. De in het vorige lid bedoelde in kind-bijdragen zijn opgenomen in het in Artikel 13 bedoelde Uitvoeringsprogramma. Indien andere Partners ook in kind-bijdragen toezeggen worden deze eveneens verwerkt in dit Uitvoeringsprogramma. Het Uitvoeringsprogramma omvat een paragraaf over de monitoring van de aanwending van alle in kind-bijdragen.
ARTIKEL 7. HET REGIONAAL PARTNEROVERLEG
7.1. Er is een uit alle Partijen bestaand Regionaal Partneroverleg. Iedere Partij wijst één vertegenwoordiger aan die namens die Partij deelneemt aan dit overleg.
7.2. Het Regionaal Partneroverleg wordt voorgezeten door de voorzitter van Regio Foodvalley.
7.3. Het Regionaal Partneroverleg vormt tevens de delegatie die namens de Regio deelneemt aan Het Overleg.
7.4. Het Overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voert daarbij in samenwerking met de Regio het secretariaat van het Overleg.
7.5. Het Regionaal Partneroverleg heeft als taak om de door de Regionale Stuurgroep vastgestelde Voorgangsrapportage goed te keuren. Teneinde deze taak te kunnen uitoefenen ontvangt het Regionaal Partneroverleg de door de Regionale Stuurgroep vastgestelde Voortgangsrapportage tenminste veertien dagen voor Het Overleg, waarin deze rapportage geagendeerd is.
7.6. Het Regionaal Partneroverleg komt bijeen:
• tenminste eenmaal in het voorjaar, voorafgaand aan Het Overleg, waarin de Voortgangsrapportage met het Rijk wordt besproken;
• tenminste eenmaal in het najaar, eveneens voorafgaand aan Het Overleg;
• zo vaak als verder wenselijk wordt geacht door één of meer Partners dan wel de Regionale Stuurgroep.
ARTIKEL 8. REGIONALE STUURGROEP
8.1. De Regionale Stuurgroep kent drie leden, waarvan één lid wordt aangewezen als voorzitter van de Regionale Stuurgroep, en bestaat uit de navolgende vertegenwoordigers uit de kern van de betrokken Partners:
a. een door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland aangewezen vertegenwoordiger;
b. een door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht aangewezen vertegenwoordiger; en
c. een de door het Dagelijks Bestuur van Regio Foodvalley aangewezen vertegenwoordiger.
8.2. De Regionale Stuurgroep wordt voorgezeten door de voorzitter van Regio Foodvalley.
8.3. De Regionale Stuurgroep komt bijeen:
x. xxxxxxxxx eens per zes weken in de opstartfase, waarvan het einde is bepaald op 31 december 2020;
b. vanaf 1 januari 2021: op grond van een door de Stuurgroep vastgesteld vergaderritme doch tenminste:
o eenmaal in het voorjaar, aansluitend aan het Regionaal Partner Overleg en Het Overleg waarin de Voortgangsrapportage met het Rijk is besproken;
o eenmaal in het najaar, eveneens aansluitend aan het Regionaal Partner Overleg en Het Overleg, ter vaststelling van een tussentijdse wijziging van het Uitvoeringsprogramma.
8.4. De Regionale Stuurgroep heeft een besluitvormende functie op basis van adviezen van Het Overleg en functioneert daarnaast als opdrachtgever aan de Regio Deal Manager als bedoeld in Artikel 9.3. De Regionale Stuurgroep zal daarbij in het eerste jaar van de uitvoering van de Regio Deal een grotere vergaderfrequentie hanteren om de Regio Deal Manager te ondersteunen.
8.5. Het Overleg heeft een adviserende rol ten aanzien van de besluitvorming van de Regionale Stuurgroep, waaronder maar niet beperkt tot de gelegenheden als opgenomen in Artikel 3.1 en Artikel 8.4.
8.6. De taken van de Regionale Stuurgroep zijn:
a. het vaststellen van wijzigingen in het Uitvoeringsprogramma, als bedoeld in Artikel 14 met in achtneming van het tweede lid van dat Artikel;
b. het vaststellen van de Meerjarenbegroting;
c. het aanstellen en de aansturing van de Regio Deal Manager die verantwoordelijk is voor het dagelijkse programmamanagement van de Regio Deal;
d. het op grond van Artikel 20 bemiddelen bij een geconstateerd geschil over deze Overeenkomst;
e. het vaststellen van de Voortgangsrapportage en deze ter goedkeuring voorleggen aan het Regionaal Partneroverleg;
f. het vaststellen van overige rapportages ten behoeve van het Regionaal Partneroverleg; en
g. het middels een gedelegeerde functioneren als opdrachtgever van de Regio Deal Manager en als voorzitter van het Regionaal Directeurenoverleg.
8.7. Besluiten over de in het vorige lid genoemde taken dienen unaniem te worden genomen.
8.8. De Regionale Stuurgroep regelt de vergaderorde in een vergaderprotocol.
ARTIKEL 9. HET REGIONAAL DIRECTEURENOVERLEG
9.1. In het kader van de continuïteit en betrokkenheid zal het Regionaal Directeurenoverleg, als bedoeld in de overwegingen van deze Overeenkomst, voortgezet worden als adviserend en faciliterend orgaan voor de Regio Deal Manager. Een gedelegeerde van de Regionale Stuurgroep, zal het Regionaal Directeurenoverleg voorzitten.
9.2. Het Regionaal Directeurenoverleg is een adviserend orgaan dat functioneert als klankbord en netwerkfunctie richting de Regio Deal Manager.
9.3. De Regionale Stuurgroep wijst een deelnemer van het Regionaal Directeurenoverleg aan als ambtelijk gedelegeerde opdrachtgever. Deze fungeert als opdrachtgever en aanspreekpunt namens de Regionale Stuurgroep voor de Regio Deal Manager. Uitgangspunt is dat Regio Deal Manager hierdoor wordt ondersteund in de uitvoering van zijn/haar dagelijkse praktijk en dat voorkomen wordt dat de beperkte beschikbaarheid in Regionale Stuurgroep en Het Overleg hinderend werkt op het functioneren van de Regio Deal Manager en zijn/haar Uitvoeringsorganisatie.
ARTIKEL 10. REGIO DEAL MANAGER (ALGEMEEN PROGRAMMAMANAGER)
10.1. Er is een Regio Deal Manager die in persoon als algemeen programmamanager zorgdraagt voor de uitvoering van het programma dat wordt gevormd door de Regio Deal en de op grond daarvan opgestelde en op te stellen stukken. Daaronder begrepen maar niet beperkt tot zijn de Regio Deal, het Uitvoeringsprogramma, de Subsidieregeling en de Uitvoeringsovereenkomsten.
10.2. De Regio Deal Manager is daarin opdrachtnemer van de Regionale Stuurgroep, waarvan een in Artikel 9.3 bedoelde gedelegeerde zal worden aangewezen om namens de Regionale Stuurgroep richting de Regio Deal Manager op te treden als ambtelijk opdrachtgever.
10.3. De Regio Deal Manager is in de sturing van de Uitvoeringsorganisatie leidend en als algemeen programmamanager verantwoordelijk voor het dagelijkse programmamanagement van de Regio Deal. De Regio Deal Manager zal daarbij worden ondersteund door een uitvoeringsunit, waarin onder andere de volgende functies zijn ondergebracht:
a. de Kassiersfunctie;
b. een communicatiemanager;
c. een controller; en
d. een ondersteunend secretariaat.
Een minimale invulling van genoemde uitvoeringsunit behelst een bezetting van bovengenoemde functies in een nog nader te bepalen omvang.
10.4. De Regio Deal Manager werkt nauw samen met de Spoorleiders, alsmede met de Kassier. De Regio Deal Manager heeft daarbij het integrale overzicht van de Regio Deal en heeft daarom een verbindende rol richting de Sporen en benut waar mogelijk koppelkansen. Daarnaast is voor de Regio Deal Manager binnen diens mandaat een rol weggelegd om uitvoering te geven aan de Subsidieregeling met de Kassier als daadwerkelijke financiële uitvoerder van de Regio Deal
10.5. De Regio Deal Manager monitort subsidievoorwaarden en verplichtingen. Zo nodig stelt de Regio Deal Manager de Subsidiebeschikking bij en legt daarover verantwoording af. De
Xxxxxxx heeft daarbij geen rol, anders dan ondersteuning van de Regio Deal Manager en uitvoering van het door de Regio Deal Manager binnen diens mandaat vastgestelde beleid.
10.6. De Regio Deal Manager is belast met de volgende taken:
• ziet erop toe dat contractuele afspraken worden nagekomen en dat subsidievoorwaarden/-verplichtingen worden nageleefd;
• neemt beslissingen over het al dan niet bijsturen op de uitvoering van de Regio Deal binnen de kaders van het Uitvoeringsprogramma en de Uitvoeringsovereenkomst (ROK);
• voorziet in de betaling van de subsidies op basis van de Subsidiebeschikkingenmiddels de Kassier;
• ontvangt en beoordeelt Voortgangsrapportages vanuit de Sporen;
• rapporteert aan de Regionale Stuurgroep;
• stelt inhoudelijk en financieel jaarverslag op;
• voorziet in de communicatie en marketing van de Regio Deal;
• organiseert en faciliteert overleggen; en
• xxxxxxx toetreding van nieuwe samenwerkingspartners op Werkpakketniveau voor.
10.7. In de Uitvoeringsovereenkomst (ROK) worden nadere voorwaarden vastgelegd omtrent de samenwerking tussen de Regio Deal Manager en de Penvoerder(s) en Spoorleiders, onder aansturing van de Regionale Stuurgroep.
ARTIKEL 11. DE KASSIER
11.1. De Xxxxxxx heeft een faciliterende rol zonder besluitvormingsbevoegdheid, als informatieverwerker en administrateur ter ondersteuning van de Regio Deal Manager. De Kassier is daarbij het knooppunt van informatie, financiële stromen en contractering van de Uitvoeringsorganisatie van de Regio Deal, onder de verantwoordelijkheid van de Regio Deal Manager.
11.2. Partijen hebben ervoor gekozen om op grond van transparantie en efficiëntie de betaling van de Financiële Bijdragen aan de Sporen, voor zover deze niet al overeenkomstig Artikel 4 rechtstreeks worden overgemaakt, en het beheren van de financiële administratie, te laten uitvoeren door de Kassier.
11.3. Ede zal als Kassier optreden voor de Regio Deal onder de voorwaarden zoals hierna genoemd in dit Artikel.
11.4. Ede ontvangt als Kassier tijdig Subsidiebeschikkingen van de Partijen als genoemd in Artikel
4.2. Dit zijn incidentele of begrotingssubsidies volgens een uniform in overleg met de Regio Deal Manager op te stellen format, zonder extra lokale voorwaarden, waarbij wordt vastgelegd dat lagere vaststelling van de subsidie of intrekking enkel mogelijk is indien en voor zover Ede ook feitelijk gelden retour ontvangt op basis van de Subsidiebeschikkingen.
11.5. Op de Kassier komen geen bijkomende risico’s te rusten voor de ontvangen en te verstrekken subsidies.
11.6. De Regio Deal Manager levert de Xxxxxxx tijdig alle informatie aan die de Kassier nodig heeft om te kunnen voldoen aan haar wettelijke en overige verplichtingen, daaronder begrepen maar niet beperkt tot informatie die nodig is in het kader van de accountantscontrole, juridische en fiscale positie of verantwoording aan de Europese Commissie in het kader van het staatssteunrecht.
11.7. De kosten voor de Kassier en Regio Deal Manager komen ten laste van het totale budget van de Regio Deal en zijn opgenomen in de in Artikel 16 van deze Overeenkomst genoemde Meerjarenbegroting Uitvoeringskosten. Diensten die de Kassier of de Regio Deal Manager en diens ondersteuning afnemen van Ede worden vergoed op basis van daadwerkelijk gemaakte
kosten. Eventuele onvoorziene kosten, zoals bijvoorbeeld juridische procedures, aansprakelijkheid en alle daarmee samenhangende kosten, in verband met de Regio Deal worden naar rato van ieders Financiële Bijdrage gedragen door de onder Artikel 4.2 genoemde financierende Partijen en wel als volgt:
a. kosten voortvloeiende uit de Sporen 1 en 2 worden over beide Sporen samengenomen en vervolgens naar rato verdeeld over de betrokken financierende Partijen;
b. kosten voortvloeiende uit Spoor 3 worden per Werkpakket naar rato over de betrokken financierende Partijen van Spoor 3 worden verdeeld; en
c. kosten die niet herleidbaar zijn tot de Sporen maar het gevolg zijn van de uitvoering van de Regio Deal als geheel komen ten laste van alle financierende Partijen als bedoeld in Artikel 4.2 naar rato van hun totale bijdrage..
11.8. Partijen komen overeen dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid van rechtmatige besteding bij de Uitvoeringspartners en niet bij Ede in haar hoedanigheid als Kassier ligt. Nadere afspraken hierover worden verder uitgewerkt in de ROK en zo nodig in de NOK, de Subsidieregeling en de door de Kassier inkomende, respectievelijk uitgevende Subsidiebeschikkingen.
11.9. De Partners kunnen gezamenlijk , mits met instemming van Ede, nadere voorwaarden vaststellen omtrent de invulling van de Kassiersfunctie door Ede.
ARTIKEL 12. GOVERNANCE OP SPOOR- EN WERKPAKKETNIVEAU
12.1. Op het niveau van de Sporen van de Regio Deal, wordt voor elk Spoor een Penvoerder en een Spoorleider aangesteld. De Penvoerder is een van de Kennis- en Onderwijsinstellingen. De Spoorleider is een persoon werkzaam bij de betreffende Penvoerder.
12.2. Op het niveau van de Werkpakketten van de Regio Deal, wordt voor elk Werkpakket een Werkpakketleider aangesteld. De Werkpakketleider geeft invulling aan de dagelijkse taken van de Werkpakket coördinatie.
12.3. In tegenstelling tot de Sporen 1 en 2 kent Spoor 3 geen Penvoerder, maar wel Werkpakketleiders; de (financiële) middelen van Spoor 3 verlopen, overeenkomstig de Artikelen 5 en 11, rechtstreeks vanuit de Uitvoeringsorganisatie naar de organisaties van de drie projecten in de betreffende Werkpakketten, en worden geborgd in separate overeenkomsten.
12.4. De Penvoerder is eindverantwoordelijk voor de integraliteit binnen de Sporen. De Penvoerder is namens het Spoor de ontvanger van de Subsidiebeschikking en zal op basis van de daarbij behorende Uitvoeringsovereenkomst (ROK) gezamenlijk met de Spoorleiders, de Werkpakketleiders en Uitvoeringspartners verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Werkpakketten die onderdeel uitmaken van het betreffende Spoor waartoe ook rechtmatig en doelmatig doorleggen van deelbedragen aan Uitvoeringspartners behoort.
12.5. De Spoorleider is verantwoordelijk voor de voortgang, coördinatie en organisatie van de Werkpakketten binnen het betreffende Spoor en geldt voor de uitvoering van de Werkpakketten als eerste aanspreekpunt voor de Werkpakketleiders en voor de Regio Deal Manager voor zaken die het betreffende Spoor aangaan.
12.6. De Spoorleiders en Werkpakketleiders hebben een meer coördinerende rol en kunnen daarvoor door de Penvoerder tot verantwoordelijkheid worden gehouden.
12.7. In de Uitvoeringsovereenkomst (ROK) worden nadere afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheden van de Penvoerder(s), de Spoorleider(s) en de Werkpakketleiders en de verhouding tussen de Spoorleider en de Regio Deal Manager in het uitvoeren van de Regio Deal.
12.8. De Spoorleiders coördineren gezamenlijk met de Werkpakketleiders de voortgang van de
Werkpakketten van het betreffende Spoor en gelden voor de uitvoering van de Werkpakketten als eerste aanspreekpunt.
12.9. Kenmerkend voor Spoor 3 is dat het hier om reeds bestaande projecten gaat. De reeds bestaande governance op de projecten van Spoor 3 is daarbij anders dan van de Sporen 1 en 2 en zal gerespecteerd worden. Vanuit de Uitvoeringsorganisatie, wordt de aansturing van en communicatie met Spoor 3 echter gelijk behandeld als de Sporen 1 en 2.
12.10. De in dit Artikel geschetste contouren van de governance op Spoor- en Werkpakketniveau zijn de contouren die nog nadere invulling krijgen. Hiervoor zullen overeenkomsten op spoorniveau (door middel van uitvoeringsovereenkomst(en)) en waar nodig op Werkpakketniveau (door middel van NOK’s). Dit zijn de instrumenten die voor de Regio Deal Manager vanuit de Uitvoeringsorganisatie gebruikt kunnen worden voor het monitoren en bijsturen van de uitvoering van de Regio Deal. Deze overeenkomsten vormen samen met de Subsidiebeschikkingen de juridische en financiële verbinding tussen de Uitvoeringsorganisatie van de Regio Deal en de verschillende Sporen en Werkpakketten.
12.11. Een format van de NOK zal aan de Uitvoeringsovereenkomst (ROK) worden gehecht, waarbij de Uitvoeringsovereenkomst (ROK) de hoofdovereenkomst per Spoor is en zoveel mogelijk regelt. Eventuele overige zaken op Werkpakketniveau die logischerwijs niet in een Uitvoeringsovereenkomst (ROK) passen, worden in een NOK vastgelegd.
ARTIKEL 13. UITVOERINGSPROGRAMMA
13.1. Partijen stellen bij deze Overeenkomst voor het eerst het Uitvoeringsprogramma vast.
13.2. Het Uitvoeringsprogramma bepaalt:
a. Welke programma/projecten onder een of meer Sporen worden gerealiseerd;
b. Welk budget en welke in-kind bijdrage voor een programma/project wordt uitgetrokken met inachtneming van de per Spoor bepaalde totaalbedragen in Regio Deal:
• EUR 14,62 miljoen voor Spoor 1;
• EUR 14,4 miljoen voor Spoor 2;
• EUR 14 miljoen voor Spoor 3A fondsen SRF/pilot plants;
• EUR 28 miljoen voor Spoor 3B World Food Center Experience;
• EUR 0,7 miljoen voor Spoor 3C Food Academy.
c. Wie verantwoordelijk wordt/is voor realisatie van een of meer geselecteerde
programma’s/projecten.
13.3. Het Uitvoeringsprogramma heeft bij de in het vorige lid bedoelde budgettering rekening gehouden met de kosten van de in Artikel 16 bedoelde Meerjarenbegroting.
13.4. Het Uitvoeringsprogramma is opgenomen als bijlage bij deze Overeenkomst (zie bijlage 4) en maakt op grond daarvan integraal onderdeel uit van deze Overeenkomst.
ARTIKEL 14. BEVOEGDHEID TOT WIJZIGING VAN HET UITVOERINGSPROGRAMMA
14.1. De Regionale Stuurgroep is, met inachtneming van het in de navolgende leden van dit Artikel bepaalde, bevoegd tot tussentijdse wijziging van de inhoud van het Uitvoeringsprogramma.
14.2. De Regionale Stuurgroep kan besluiten tot wijziging in de navolgende gevallen:
a. Op eigen initiatief, in welk geval de Regionale Stuurgroep deze bevoegdheid enkel zal uitoefenen in overeenstemming met het daarover ontvangen advies van het Regionale Partneroverleg. Daarnaast zal advies ingewonnen dienen te worden bij de Regio Deal Manager en de betreffende Spoorleider;
b. Op grond van noodzakelijke aanpassing van dringende aard: op advies van de Regio Deal
Manager, mits dit is afgestemd met de betrokken Spoorleider na raadpleging door deze van het betrokken Stakeholdersoverleg.
14.3. Adviezen van het Regionaal Partneroverleg omtrent de wijziging van het Uitvoeringsprogramma kunnen slechts worden gegeven indien een meerderheid van ten minste twee derden (2/3e) van de leden van het Regionaal Partneroverleg dit advies onderschrijft en mits in deze meerderheid alle vertegenwoordigers van de Regionale Stuurgroep zijn vertegenwoordigd.
14.4. Het besluit tot wijziging van het Uitvoeringsprogramma behoeft voorafgaande overleg met de Penvoerders, waaruit de instemming van de betreffende Penvoerder(s) moet blijken.
14.5. Door de Regionale Stuurgroep vastgestelde wijzigingen van het Uitvoeringsprogramma worden verwerkt in een integraal aangepast Uitvoeringsprogramma, dat wordt gedateerd en ondertekend door de voorzitter van de Regionale Stuurgroep.
14.6. Indien wijzigingen in het Uitvoeringsprogramma leiden tot onomkeerbare kosten (bijvoorbeeld gemaakte investeringen of financiële/juridische verplichtingen van contractuele aard) op Spoor-/Werkpakketniveau, dan zal bij het besluit tot wijziging van het Uitvoeringsprogramma een passende compensatie - in overleg van de Regionale Partners - worden meegenomen. Nadere afspraken hierover worden uitgewerkt in de Uitvoeringsovereenkomst (ROK).
ARTIKEL 15. STAKEHOLDERSOVERLEG OP SPOORNIVEAU
15.1. Er is per Spoor een regionaal overleg met stakeholders, overeenkomstig artikel 1.4 en 2.6 van het Uitvoeringsprogramma, op Spoorniveau.
15.2. Het Stakeholdersoverleg is inhoudelijk betrokken bij de voortgang van het betreffende project/programma per Werkpakket en kan geraadpleegd worden bij belangrijke keuzes.
15.3. Daarnaast kan het Stakeholdersoverleg te allen tijde (gevraagd en ongevraagd) advies geven aan de Spoorleider en Regio Deal Manager van het betrokken Spoor. Van een advies van het Stakeholdersoverleg kan door de Spoorleider en de Regio Deal Manager worden afgeweken op grond van zwaarwegende belangen/redenen.
15.4. De omvang en samenstelling van het Stakeholdersoverleg kan per Spoor verschillen en wordt bepaald door de Spoorleider en Werkpakketleider van het betrokken Spoor, respectievelijk Werkpakket, in overleg met de Regio Deal Manager.
ARTIKEL 16. MEERJARENBEGROTING UITVOERINGSKOSTEN
16.1. Ten tijde van het aangaan van deze Overeenkomst gaan Partijen uit van een totaalbedrag van EUR 1.500.000 als prognose van de totale kosten van de Uitvoeringsorganisatie van de Regio Deal en de kosten van de Kassiersfunctie.
16.2. Het totaalbedrag van de uitvoeringskosten en van de kosten van uitoefening door de Kassier van de Kassiersfunctie wordt formeel vastgelegd in een Meerjarenbegroting tot en met 31 december 2024, vast te stellen door de Regionale Stuurgroep.
16.3. De Regionale Stuurgroep stelt de Meerjarenbegroting vast op grond van voorstellen door:
a. Regio Foodvalley voor het onderdeel totale kosten van de uitvoering van de Regio Deal door de Regio Deal Manager;
b. De Kassier voor de totale kosten van de Kassiersfunctie.
16.4. Wijzigingen in de vastgestelde Meerjarenbegroting kunnen slechts worden vastgesteld door de Regionale Stuurgroep op voorstel van Regio Foodvalley en wat betreft de kosten van de Uitvoeringsorganisatie op voorstel van de Regio Deal Manager.
ARTIKEL 17. INWERKINGTREDING, DUUR EN BEËINDIGING
17.1. Deze Overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag van gelijktijdige ondertekening door Partijen, dan wel met ingang van de dag waarop de laatste ondertekening door een Partij heeft plaatsgevonden.
17.2. Deze Overeenkomst is gesloten voor bepaalde tijd en eindigt voor alle Partijen per 31 december 2023.
17.3. Partijen treden in het voorlaatste jaar van de Regio Deal (te weten uiterlijk in december 2022) met elkaar in overleg elkaar om vast stellen of deze Overeenkomst willen voortzetten, waarbij de intentie van Partijen, te weten het aangaan van een langdurige duurzame samenwerking, in acht zal worden genomen.
17.4. Daarbij wordt vastgesteld of de uitvoering van deze Overeenkomst in de voorliggende jaren, voldoende grondslag bieden om de duur van deze Overeenkomst te verlengen voor xxxxx (xxxxxxxx 0 xxxx), xxxxxxxxxxx (5-9 jaar) of lange termijn (10 jaar of meer).
17.5. Indien Partijen besluiten om na deze Overeenkomst niet langer meer met elkaar samen te werken, zal een staat van baten en lasten worden opgemaakt door een door Partijen aangewezen derde.
17.6. Indien Partijen ervoor kiezen om na de beëindiging van deze Overeenkomst de samenwerking voor te zetten, dan kan deze Overeenkomst door Partijen bij formeel besluit worden verlengd dan wel vernieuwd. In de verlengde/vernieuwde overeenkomst kan een nieuwe structuur worden toegepast, waarin ook andere (nieuwe) deelnemers kunnen toetreden.
17.7. Indien Partijen geen toepassing hebben gegeven aan het bepaalde in lid 3 dan wel nog met elkaar per 31 december 2024 in overleg zijn geweest, wordt de duur van deze Overeenkomst stilzwijgend verlengd met 12 maanden, tenzij sprake is van opzegging door één of meer Partijen overeenkomstig hetgeen in Artikel 19 is bepaald omtrent opzegging van deze Overeenkomst.
17.8. Na de beëindiging van deze Overeenkomst geldt in elk geval dat de gremia als bedoeld in de Artikelen 8 tot en met 12 blijven voortbestaan in het kalenderjaar volgende op de beëindiging van deze Overeenkomst.
ARTIKEL 18. TUSSENTIJDSE WIJZIGING
18.1. Indien zich gedurende deze Overeenkomst omstandigheden voordoen, die niet in redelijkheid voorzienbaar waren ten tijde van de ondertekening van deze Overeenkomst en die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van deze Overeenkomst, zullen Partijen met elkaar in overleg treden over de vraag of deze omstandigheden noodzaken tot wijziging van de Overeenkomst.
18.2. Partijen treden in overleg binnen 21 kalenderdagen nadat een partij de wens daartoe onder opgave van de in het vorige lid bedoelde onvoorziene omstandigheden per mailbericht dan wel schriftelijk te kennen heeft gegeven aan de Regionale Stuurgroep.
18.3. Indien de Regionale Stuurgroep een wens tot wijziging, als bedoeld in het vorige lid, heeft ontvangen, brengt de Regionale Stuurgroep dit bericht ter kennis van alle Partijen.
18.4. Een ingediende wens tot wijziging wordt vervolgens aan de orde gesteld in het Regionaal Partneroverleg.
18.5. Een ingediende wens tot wijziging laat onverlet de bevoegdheid die toekomt aan ieder der Partijen om op grond van Artikel 19 de Overeenkomst op te zeggen.
18.6. Besluiten tot wijziging van de overeenkomst op grond van dit Artikel dienen unaniem te worden genomen.
ARTIKEL 19. OPZEGGING
19.1. Elke Partij kan deze Overeenkomst, tegen de datum waarop deze Overeenkomst op grond van het bepaalde in Artikel 17 eindigt, schriftelijk met redenen omkleed opzeggen, dit met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
19.2. Elke Partij kan deze Overeenkomst eveneens tussentijds opzeggen, dit tegen 1 januari van het eerstvolgende kalenderjaar, eveneens met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Deze opzegging geschiedt met redenen omkleed waarbij door de opzeggende Partij met zwaarwegende argumenten wordt gereflecteerd op de ten tijde van het sluiten van deze Overeenkomst bestaande intentie een langdurige samenwerking tot stand te brengen en de constatering dat deze intentie niet gestand kan worden gedaan.
19.3. De in de vorige leden genoemde opzegtermijn van zes maanden dient ertoe, de opzeggende Partij dan wel een van de overige partijen in de gelegenheid te stellen om met elkaar in overleg te treden over de in de opzegging gegeven reden(en) voor de opzegging.
19.4. Indien een Partij ook na een overleg, als bedoeld in het vorige lid, persisteert in de opzegging komt deze Partij slechts recht toe om een op grond van Artikel 4 betaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk terugbetaald te krijgen dan wel, indien sprake is van een nog te betalen gedeelte van de op grond van Artikel 4 verschuldigde bijdrage, af te zien van betaling van het resterende gedeelte, indien een op verzoek van deze Partij ingestelde commissie van externe deskundigen in een bindend advies enige compensatie aan deze Partij toekent.
19.5. De in het vorige lid bedoelde commissie van externe deskundigen zal bestaan uit een door de opzeggende Partij aangewezen lid en een door alle overige Partijen aangewezen lid, welke beide leden gezamenlijk een derde aanwijzen als voorzitter van deze commissie.
ARTIKEL 20. GESCHILLENREGELING
20.1. Geschillen over de naleving van deze Overeenkomst worden zo veel mogelijk in onderling overleg beslecht.
20.2. Indien één of meer Partijen van oordeel zijn dat er sprake is van een geschil inzake de naleving van deze Overeenkomst kan door deze partij(en) per mailbericht schriftelijk aan de andere Partijen worden voorgesteld om over het door de desbetreffende Partij(en) omschreven geschil met elkaar in overleg te treden over dit geschil. Kennisgeving verband houdende met bovengenoemde mailbericht zullen geschieden aan de volgende adressen:
Regio Foodvalley
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Gelderland
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Utrecht t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Vallei en Veluwe
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
LTO Noord
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
UU
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
WUR
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
VNO/NCW Midden
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Barneveld
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Ede t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Nijkerk t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Renswoude
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Rhenen t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Scherpenzeel
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Veenendaal
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
Wageningen
t.a.v.: [●] E-mail: [●]
20.3. Indien sprake is van een voorstel als bedoeld in het vorige lid, komt de Regionale Stuurgroep binnen 21 kalenderdagen bijeen om over dit voorstel met elkaar en de desbetreffende Partij(en) te overleggen.
20.4. Indien na het in vorige lid bedoelde overleg de desbetreffende Partij(en) hun standpunt inzake een voor hen bestaand geschil handhaven, kan de Regionale Stuurgroep aan de Partij(en) als bedoeld in het tweede lid, voorstellen om akkoord te gaan met voorleggen aan een externe commissie van drie deskundigen, welke commissie een bindend advies zal uitbrengen.
20.5. Indien de Partij(en) als bedoeld in het tweede lid instemmen met het voorleggen van het geschil aan een externe commissie van drie deskundigen die bindend advies gaan uitbrengen, wordt de samenstelling van deze commissie in onderling overleg bepaald.
20.6. Indien de Partij(en) als bedoeld in het tweede lid het niet eens worden met de samenstelling van deze commissie of indien niet wordt ingestemd met uitbrengen van een bindend advies, staat het Partij(en) vrij om hetzij te berusten hetzij het geschil voor te leggen aan de in Artikel 21 genoemde bevoegde rechter.
ARTIKEL 21. BEVOEGDE RECHTER
21.1. Indien een geschil niet kan worden opgelost door middel van het vorige Artikel staat het Partij(en) vrij dit geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter, te weten de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem.
ARTIKEL 22. TOETREDING VAN ANDERE PARTIJEN
22.1. Partijen staan open voor de mogelijkheid dat andere partijen toetreden tot de samenwerking onder deze Overeenkomst, mits deze geheel of gedeeltelijk als nieuwe partner toetredende partijen daartoe een schriftelijk verzoek tot toetreding indienen en in dit verzoek:
a. verklaren zich jegens Partijen schriftelijk te verbinden ten aanzien van de ambities en doelen van Partijen in deze Overeenkomst;
b. omschrijven welke bijdrage -financieel of in kind- wordt aangeboden.
22.2. Toetreding van nieuwe partijen geschiedt op Werkpakketniveau.
22.3. Een verzoek tot toetreding dient te worden ingediend bij de Regionale Stuurgroep.
22.4. Partijen treden in overleg binnen 21 kalenderdagen nadat een verzoek tot toetreding is ontvangen.
22.5. Voor een besluit op grond van dit Artikel tot acceptatie of weigering van een verzoek om toetreding volstaat een meerderheid van 80% van de Partijen, die zijn opgesomd in lid 2 van Artikel 4.
22.6. Een besluit tot instemming met toetreding van een of meerdere nieuwe partijen op grond van dit Artikel zal worden geëffectueerd door middel van een zowel door Partijen als door toetredende nieuwe partij(en) ondertekend addendum bij de Uitvoeringsovereenkomst van het betreffende Spoor.
22.7. Om toe te kunnen treden op Werkpakketniveau zijn nieuwe partijen verplicht zich, middels ondertekening van de bestaande Uitvoeringsovereenkomst (ROK) van het betreffende Spoor, dan wel de NOK van het betreffende Werkpakket – mits aanwezig –, te verbinden.
22.8. In de Uitvoeringsovereenkomst (ROK), respectievelijk NOK, is onder andere de wijze van toetreding van nieuwe partijen en de procedure voor het inbrengen van (financiële) middelen geregeld. Nadere voorwaarden hieraan zullen verder in deze overeenkomsten worden uitgewerkt.
ARTIKEL 23. EVALUATIE
23.1. Partijen zijn overeengekomen om de met deze Overeenkomst beoogde samenwerking en de inhoud van deze Overeenkomst te evalueren uiterlijk juni 2024 of zoveel eerder als gewenst bij unaniem besluit door Partijen in het Regionaal Partneroverleg.
ARTIKEL 24. VOORBEHOUD
24.1. Deze Overeenkomst wordt door Partijen aangegaan onder de opschortende voorwaarde, dat indien deze Overeenkomst op grond van toepasselijke voorschriften voor een of meer Partijen nog goedkeuring behoeft met inachtneming van het budgetrecht door Provinciale Staten en/of Raden en/of algemene ledenvergaderingen en/of andere bevoegde organen, pas nadat de desbetreffende goedkeuring is verleend voor de Partij in kwestie sprake is van rechtsgeldige binding aan deze Overeenkomst.
24.2. Indien bij een of meer Partijen sprake is van een noodzakelijk te verkrijgen goedkeuring, als bedoeld in het eerste lid, dient/dienen deze Partij(en) het besluit tot goedkeuring met bekwame spoed, doch uiterlijk binnen 60 dagen na ondertekening van deze Overeenkomst te verkrijgen.
24.3. Indien blijkt dat ten aanzien van een of meer Partijen door het bevoegde orgaan, als bedoeld het eerste lid, bij besluit goedkeuring wordt geweigerd treden Partijen in overleg.
24.4. Indien sprake is van een geweigerde goedkeuring, als bedoeld in het vorige lid, dient deze weigering per ommegaande gelijktijdig te worden bekend gesteld aan alle overige Partijen.
24.5. Bij ontvangst van een notificatie als bedoeld in het vorige lid, dienen een of meer van de overige Partijen binnen veertien dagen na ontvangst van deze notificatie gebruik te maken van de in Artikel 18 geregelde bevoegdheid tot kenbaar making van een wens tot wijziging van deze Overeenkomst.
ARTIKEL 25. SLOTBEPALING
25.1. De bij deze Overeenkomst behorende bijlage(n) maakt/maken integraal onderdeel uit van deze Overeenkomst.
25.2. Per door Partijen ondertekend addendum kan een op grond van Artikel 18 of Artikel 22 door te voeren wijziging van deze Overeenkomst worden vastgelegd dan wel andere bijlagen worden toegevoegd.
25.3. In geval in één of meer bijlagen afgeweken wordt van hetgeen in de Overeenkomst tussen Partijen is overeengekomen, prevaleert hetgeen in de Overeenkomst is overeengekomen.
25.4. In geval sprake is van onderlinge tegenstrijdigheid tussen één of meer bijlagen, prevaleert hetgeen is vastgelegd in de bijlage die qua opsomming de hoogste in volgorde is.
Bijlage 1: Regio Deal Bijlage 2: Letters of Support Bijlage 3: Monitoringsplan
Bijlage 4: Uitvoeringsprogramma
Aldus overeengekomen en in zeventienvoud ondertekend op [●] 2020