TRAC T A TENBLAD
8 (1996) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1996 Nr. 113
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oezbekistan inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen;
Tasjkent, 14 maart 1996
B. TEKST1)
Agreement on encouragement and reciprocal protection of investments between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Uzbekistan
The Government of the Kingdom of the Netherlands and
the Government of the Republic of Uzbekistan,
hereinafter referred to as the Contracting Parties,
Desiring to extend and intensify the economic relations between them particularly with respect to investments by the nationals of one Contract- ing Party in the territory of the other Contracting Party,
Recognizing that agreement upon the treatment to be accorded to such investments will stimulate the flow of capital and technology and the economic development of the Contracting Parties and that fair and equi- table treatment of investment is desirable,
Have agreed as follows:
Article 1
For the purposes of this Agreement:
a) the term ‘‘investments’’ means every kind of asset and more par- ticularly, though not exclusively:
(i) movable and immovable property as well as any other rights in rem in respect of every kind of asset;
(ii) rights derived from shares, bonds and other kinds of interests in companies and joint ventures;
(iii) claims to money, to other assets or to any performance having an economic value;
(iv) rights in the field of intellectual property, technical processes, goodwill and know-how;
(v) rights granted under public law or under contract, including rights to prospect, explore, extract and win natural resources.
b) the term ‘‘nationals’’ shall comprise with regard to either Contract- ing Party:
(i) natural persons having the nationality of that Contracting Party;
(ii) legal persons constituted under the law of that Contracting Party;
1) De Oezbeekse tekst is niet afgedrukt.
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oezbekistan inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, en
de Regering van de Republiek Oezbekistan,
hierna aangeduid als de Verdragsluitende Partijen,
Geleid door de wens de economische betrekkingen tussen hen uit xx xxxxxxx en te intensiveren, met name wat investeringen door xx xxxxx- xxxxx van de ene Verdragsluitende Partij op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij betreft,
In het besef dat overeenstemming omtrent de aan dergelijke investe- xxxxxx toe xx xxxxxx behandeling het kapitaalverkeer en de overdracht van technologie tussen, alsmede de economische ontwikkeling van de Verdragsluitende Partijen zal stimuleren, en dat een eerlijke en recht- vaardige behandeling van investeringen wenselijk is,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1 Voor de toepassing van dit Verdrag:
a. omvat de term ,,investeringen’’: alle soorten vermogens- bestanddelen en in het bijzonder, doch niet uitsluitend:
i. roerende en onroerende zaken, alsmede alle andere zakelijke xxxx- ten met betrekking tot alle soorten vermogensbestanddelen;
ii. rechten ontleend aan aandelen, obligaties en andere soorten xxxxx- gen in ondernemingen en gezamenlijke ondernemingen;
iii. recht op geld, op andere vermogensbestanddelen of op iedere prestatie die economische waarde heeft;
iv. rechten op het gebied van de intellectuele eigendom, technische werkwijzen, goodwill en know-how;
v. rechten verleend krachtens het publiekrecht, met inbegrip van rechten tot het opsporen, exploreren, ontginnen en xxxxxx van natuurlijke rijkdommen;
b. omvat de term ,,onderdanen’’ met betrekking tot elk van beide Verdragsluitende Partijen:
i. natuurlijke personen die de nationaliteit van die Verdragsluitende Partij hebben;
ii. rechtspersonen die zijn opgericht krachtens het recht van die Verdragsluitende Partij;
(iii) legal persons not constituted under the law of that Contracting Party but controlled, directly or indirectly, by natural persons as defined in (i) or by legal persons as defined in (ii) above.
c. the term ‘‘territory’’ includes the maritime areas adjacent to the coast of the State concerned, to the extent to which that State exercises sovereign rights or jurisdiction in those areas according to international law.
Article 2
Either Contracting Party shall, within the framework of its laws and regulations, promote economic cooperation through the protection in its territory of investments of nationals of the other Contracting Party.
Subject to its right to exercise powers conferred by its laws or regu- lations, each Contracting Party shall admit such investments.
Article 3
1. Each Contracting Party shall ensure fair and equitable treatment of the investments of nationals of the other Contracting Party and shall not impair, by unreasonable or discriminatory measures, the operation, man- agement, maintenance, use, enjoyment or disposal thereof by those nationals. Each Contracting Party shall accord to such investments full physical security and protection.
2. More particularly, each Contracting Party shall accord to such investments treatment which in any case shall not be less favourable than that accorded either to investments of its own nationals or to invest- ments of nationals of any third State, whichever is more favourable to the national concerned.
3. If a Contracting Party has accorded special advantages to nation- als of any third State by virtue of agreements establishing customs unions, economic unions, monitary unions or similar institutions, or on the basis of interim agreements leading to such unions or institutions, that Contracting Party shall not be obliged to accord such advantages to nationals of the other Contracting Party.
4. Each Contracting Party shall observe any obligation it may have entered into with regard to investments of nationals of the other Con- tracting Party.
5. If the provisions of law of either Contracting Party or obligations under international law existing at present or established hereafter be-
iii. rechtspersonen die niet zijn opgericht krachtens het recht van die Partij, maar die onder al xxx niet rechtstreeks toezicht staan van natuurlijke personen zoals omschreven onder i. of van rechtsper- sonen zoals omschreven onder ii. hierboven;
c. omvat de term ,,grondgebied’’ mede de zeegebieden grenzend aan xx xxxx van de betrokken Staat, voor zover die Staat overeenkomstig het internationale recht soevereine rechten of rechtsmacht in deze gebieden uitoefent.
Artikel 2
Elke Verdragsluitende Partij bevordert, binnen het xxxxx xxx xxxx wet- ten en voorschriften, de economische samenwerking door middel van de bescherming op haar grondgebied van investeringen van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij.
Met inachtneming van het recht van elke Verdragsluitende Partij de door haar wetten of voorschriften verleende bevoegdheden uit te oefe- nen, laat elke Verdragsluitende Partij dergelijke investeringen toe.
Artikel 3
1. Elke Verdragsluitende Partij waarborgt een eerlijke en rechtvaar- dige behandeling van de investeringen van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij en belemmert niet, door onredelijke of discrimi- natoire maatregelen, xx xxxxxxx, het beheer, de instandhouding, het gebruik, het genot of de vervreemding daarvan door deze onderdanen. Elke Verdragsluitende Partij kent aan die investeringen volledige fysieke zekerheid en bescherming toe.
2. In het bijzonder xxxx xxxx Verdragsluitende Partij aan dergelijke investeringen een behandeling toe die in elk geval niet minder gunstig is xxx die xxxxx wordt toegekend aan investeringen xxx xxxx eigen onderdanen of aan investeringen van onderdanen van een derde Staat, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrokken onderdaan.
3. Indien een Verdragsluitende Partij onderdanen van een derde Staat bijzondere voordelen heeft toegekend uit hoofde van overeenkomsten tot oprichting van douane-unies, economische unies, monetaire unies of soortgelijke instellingen, xxx wel op grond van interimovereenkomsten die tot zodanige unies of instellingen leiden, is die Verdragsluitende Par- tij niet verplicht zodanige voordelen toe xx xxxxxx aan onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij.
4. Elke Verdragsluitende Partij komt alle verplichtingen na die zij is aangegaan met betrekking tot de behandeling van investeringen van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij.
5. Indien naast dit Verdrag de wettelijke bepalingen van e´e´n van beide Verdragsluitende Partijen of verplichtingen krachtens internatio-
tween the Contracting Parties in addition to the present Agreement con- tain a regulation, whether general or specific, entitling investments by nationals of the other Contracting Party to a treatment more favourable than is provided for by the present Agreement, such regulation shall to the extent that it is more favourable prevail over the present Agreement.
Article 4
With respect to taxes, fees, charges and to fiscal deductions and exemptions, each Contracting Party shall accord to nationals of the other Contracting Party who are engaged in any economic activity in its ter- ritory, treatment not less favourable than that accorded to its own nation- als or to those of any third State that are in the same circumstances, whichever is more favourable to the nationals concerned. For this pur- pose, however, there shall not be taken into account any special fiscal advantages accorded by that Party:
a) under an agreement for the avoidance of double taxation; or
b) by virtue of its participation in a customs union, economic union or similar institution; or
c) on the basis of reciprocity with a third State.
Article 5
The Contracting Parties shall guarantee that payments relating to an investment may be transferred. The transfers shall be made in a freely convertible currency, without restriction or delay. Such transfers include in particular though not exclusively:
a) profits, interest, dividends and other current income;
b) funds necessary
(i) for the acquisition of raw or auxiliary materials, semi-fabricated or finished products, or
(ii) to replace capital assets in order to safeguard the continuity of an investment;
c) additional funds necessary for the development of an investment;
d) funds in repayment of loans;
e) royalties or fees;
f) earnings of natural persons;
g) the proceeds of sale or liquidation of the investment.
naal recht die thans tussen de Verdragsluitende Partijen bestaan of op een later tijdstip onderling xxxxxx aangegaan, een algemene of bijzon- dere regeling bevatten op grond waarvan investeringen door onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij aanspraak kunnen maken op een behandeling die gunstiger is xxx in dit Verdrag is voorzien, heeft een dergelijke regeling, in zoverre zij gunstiger is, voorrang boven dit Ver- drag.
Artikel 4
Met betrekking tot belastingen, heffingen, lasten en verminderingen en vrijstellingen van belasting kent iedere Verdragsluitende Partij aan on- derdanen van de andere Verdragsluitende Partij die zich op haar grond- gebied met economische activiteiten bezighouden, een behandeling toe die niet minder gunstig is xxx die xxxxx wordt toegekend aan haar eigen onderdanen of aan die van een derde Staat die zich in dezelfde omstan- digheden bevinden, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrok- xxx onderdanen. Hierbij wordt evenwel geen rekening gehouden met bijzondere belastingvoordelen door die Partij toegekend:
a. krachtens een verdrag ter vermijding van dubbele belasting; of
b. uit hoofde xxx xxxx deelneming aan een douane-unie, economi- sche unie of soortgelijke instelling; of
c. op basis van wederkerigheid met een derde Staat.
Artikel 5
De Verdragsluitende Partijen waarborgen dat betalingen die verband houden met een investering kunnen xxxxxx overgemaakt. De overma- xxxxxx geschieden in vrij inwisselbare valuta, zonder onredelijke beper- king of vertraging. Deze overmakingen omvatten in het bijzonder, doch niet uitsluitend:
x. xxxxxxx, interesten, dividenden en andere lopende inkomsten;
x. xxxxxx nodig
i. voor het verwerven van grondstoffen of hulpmaterialen, halffabri- xxxxx of eindprodukten, of
ii. om kapitaalgoederen te vervangen ten einde de continu¨ıteit van een investering te waarborgen;
c. bijkomende gelden nodig voor de ontwikkeling van een investe- ring;
x. xxxxxx voor de terugbetaling van leningen;
e. royalty’s of honoraria;
f. inkomsten uit arbeid van natuurlijke personen;
g. de opbrengst van de verkoop of liquidatie van de investering.
Article 6
Neither Contracting Party shall take any measures depriving, directly or indirectly, nationals of the other Contracting Party of their invest- ments unless the following conditions are complied with:
a) the measures are taken in the public interest and under due proc- ess of law;
b) the measures are not discriminatory or contrary to any undertak- ing which the Contracting Party which takes such measures may have given;
c) the measures are taken against just compensation. Such compen- sation shall represent the genuine value of the investments affected, shall include interest at a normal commercial rate until the date of payment and shall, in order to be effective for the claimants, be paid and made transferable, without delay, to the country designated by the claimants concerned and in the currency of the country of which the claimants are nationals or in any freely convertible currrency accepted by the claimants.
Article 7
Nationals of the one Contracting Party who suffer losses in respect of their investments in the territory of the other Contracting Party owing to war or other armed conflict, revolution, a state of national emergency, revolt, insurrection or riot shall be accorded by the latter Contracting Party treatment, as regards restitution, indemnification, compensation or other settlement, no less favourable than that, which that Contracting Party accords to its own nationals or to nationals of any third State, whichever is more favourable to the nationals concerned.
Article 8
If the investments of a national of the one Contracting Party are insured against non-commercial risks or otherwise give rise to payment of indemnification in respect of such investments under a system estab- lished by law, regulation or government contract any subrogation of the insurer or re-insurer or Agency designated by the one Contracting Party to the rights of the said national pursuant to the terms of such insurance or under any other indemnity given shall be recognized by the other Contracting Party.
Artikel 6
Geen der Verdragsluitende Partijen neemt maatregelen waardoor di- rect of indirect aan onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij hun investeringen xxxxxx ontnomen, tenzij aan de volgende voorwaar- den wordt voldaan:
a. de maatregelen xxxxxx genomen in het algemeen belang en met inachtneming van een behoorlijke rechtsgang;
b. de maatregelen zijn niet discriminatoir of in strijd met enige ver- bintenis die de Verdragsluitende Partij die deze maatregelen neemt, is aangegaan;
c. de maatregelen gaan vergezeld van een billijke schadeloosstelling. Deze schadeloosstelling dient overeen te komen met de werkelijke waarde van de desbetreffende investeringen, dient rente te omvatten tegen een gewone commercie¨le rentevoet tot de datum van betaling en dient, wil zij doeltreffend zijn voor de gerechtigden, zonder vertraging xx xxxxxx betaald en xx xxxxxx xxxxxx overgemaakt naar het door de betrokken gerechtigden aangewezen land en in de valuta van het land waarvan de gerechtigden onderdaan zijn of in een door de gerechtigden aanvaarde vrij inwisselbare valuta.
Artikel 7
Aan onderdanen van de ene Verdragsluitende Partij die verliezen lij- den met betrekking tot hun investeringen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij xxxxxx xxxxxx of een ander gewapend conflict, revolutie, een nationale noodtoestand, opstand, oproer of onge- regeldheden, wordt door de laatstgenoemde Verdragsluitende Partij wat restitutie, schadevergoeding, schadeloosstelling of een andere regeling betreft, geen minder gunstige behandeling toegekend xxx die xxxxx die Verdragsluitende Partij toekent aan haar eigen onderdanen of aan xxxxx- xxxxx van een derde Staat, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrokken onderdanen.
Artikel 8
Indien de investeringen van een onderdaan van de ene Verdrag- sluitende Partij verzekerd zijn tegen niet-commercie¨le risico’s of xxxxxx- xxxx aanleiding geven tot de betaling van een schadeloosstelling ter zake van die investeringen krachtens een bij wet, voorschrift of overheids- contract ingesteld xxxxxxx, wordt de subrogatie van de verzekeraar of de herverzekeraar of de door de ene Verdragsluitende Partij aangewezen instantie in de rechten van de bedoelde onderdaan, ingevolge de voor- waarden van deze verzekering of krachtens een andere gegeven xxxxxx- loosstelling, door de andere Verdragsluitende Partij erkend.
Article 9
Each Contracting Party hereby consents to submit any legal dispute arising between that Contracting Party and a national of the other Con- tracting Party concerning an investment of that national in the territory of the former Contracting Party to the International Centre for Settle- ment of Investment Disputes for settlement by conciliation or arbitration under the Convention on the Settlement of Investment Disputes between States and Nationals of other States opened for signature at Washington on 18 March 1965. A legal person which is a national of one Contract- ing Party and which before such a dispute arises is controlled by nation- als of the other Contracting Party shall in accordance with Article 25 (2)
(b) of the Convention for the purpose of the Convention be treated as a national of the other Contracting Party.
Article 10
The provisions of this Agreement shall, from the date of entry into force thereof, also apply to investments which have been made before that date.
Article 11
Either Contracting Party may propose to the other Party that consul- tations be held on any matter concerning the interpretation or applica- tion of the Agreement. The other Party shall accord sympathetic consid- eration to the proposal and shall afford adequate opportunity for such consultations.
Article 12
1. Any dispute between the Contracting Parties concerning the inter- pretation or application of the present Agreement, which cannot be set- tled by means of diplomatic negotiations, shall, unless the Parties have otherwise agreed, be submitted, at the request of either Party, to an arbi- tral tribunal, composed of three members. Each Party shall appoint one arbitrator and the two arbitrators thus appointed shall together appoint a third arbitrator as their chairman who is not a national of either Party.
2. If one of the Parties fails to appoint its arbitrator and has not pro- ceeded to do so within two months after an invitation from the other Party to make such appointment, the latter Party may invite the Presi- dent of the International Court of Justice to make the necessary appoint- ment.
Artikel 9
Elke Verdragsluitende Partij stemt ermee in juridische geschillen die ontstaan tussen die Verdragsluitende Partij en een onderdaan van de andere Verdragsluitende Partij betreffende een investering van die onder- daan op het grondgebied van de eerstbedoelde Verdragsluitende Partij voor te leggen aan het Internationale Centrum voor Beslechting van Investeringsgeschillen ter beslechting door bemiddeling of arbitrage krachtens het Verdrag inzake de beslechting van investeringsgeschillen tussen Staten en onderdanen van andere Staten, dat op 18 maart 1965 te Washington D.C. werd opengesteld voor ondertekening.
Een rechtspersoon die onderdaan is van de ene Verdragsluitende Par- tij en die, voordat een dergelijk geschil ontstaat, onder toezicht staat van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij, wordt in overeen- stemming met artikel 25, tweede lid, letter b, van het Verdrag voor de toepassing van het Verdrag behandeld als onderdaan van de andere Verdragsluitende Partij.
Artikel 10
De bepalingen van dit Verdrag zijn, vanaf de datum waarop dit in wer- king treedt, ook van toepassing op investeringen die vo´o´r die datum zijn gedaan.
Artikel 11
Elk der Verdragsluitende Partijen kan aan de andere Partij voorstellen overleg te plegen over een aangelegenheid betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag. De andere Partij neemt dit voorstel in wel- willende overweging en biedt passende gelegenheid voor een dergelijk overleg.
Artikel 12
1. Enig geschil tussen de Verdragsluitende Partijen betreffende de uit- legging of de toepassing van dit Verdrag dat niet langs diplomatieke weg xxx xxxxxx beslecht, wordt, tenzij de Partijen anderszins zijn overeen- gekomen, op verzoek van e´e´n van beide Partijen voorgelegd aan een uit drie leden samengesteld scheidsgerecht. Elke Partij benoemt e´e´n scheids- man en de aldus benoemde scheidsmannen benoemen xx xxxxx een derde scheidsman, die geen onderdaan van een der Partijen is, tot hun voorzitter.
2. Indien e´e´n van beide Partijen nalaat haar scheidsman te benoemen en indien zij geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de andere Partij binnen twee maanden tot deze benoeming over te gaan, kan de laatstgenoemde Partij de President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
3. If the two arbitrators are unable to reach agreement, in the two months following their appointment, on the choice of the third arbitra- tor, either Party may invite the President of the International Court of Justice, to make the necessary appointment.
4. If, in the cases provided for in the paragraphs (2) and (3) of this Article, the President of the International Court of Justice is prevented from discharging the said function or is a national of either Contracting Party, the Vice-President shall be invited to make the necessary appoint- ments. If the Vice-President is prevented from discharging the said func- tion or is a national of either Party the most senior member of the Court available who is not a national of either Party shall be invited to make the necessary appointments.
5. The tribunal shall decide on the basis of respect for the law. Before the tribunal decides, it may at any stage of the proceedings propose to the Parties that the dispute be settled amicably. The foregoing provisions shall not prejudice settlement of the dispute ex aequo et xxxx if the Par- ties so agree.
6. Unless the Parties decide otherwise, the tribunal shall determine its own procedure.
7. The tribunal shall reach its decision by a majority of votes. Such decision shall be final and binding on the Parties.
Article 13
As regards the Kingdom of the Netherlands, the present Agreement shall apply to the part of the Kingdom in Europe, the Netherlands Antilles and Aruba, unless the notification provided for in Article 14, paragraph (1) provides otherwise.
Article 14
1. The present Agreement shall enter into force on the first day of the second month following the date on which the Contracting Parties have notified each other in writing that the procedures constitutionally re- quired in their respective countries have been complied with, and shall remain in force for a period of fifteen years.
2. Unless notice of termination has been given by either Contracting Party at least six months before the date of the expiry of its validity, the present Agreement shall be extended tacitly for periods of ten years, whereby each Contracting Party reserves the right to terminate the Agreement upon notice of at least six months before the date of expiry of the current period of validity.
3. Indien de beide scheidsmannen niet binnen twee maanden na hun benoeming tot overeenstemming kunnen geraken over de keuze van de derde scheidsman, kan elk der Partijen de President van het Internatio- xxxx Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
4. Indien in de in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde gevallen de President van het Internationale Gerechtshof verhinderd is genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van e´e´n van beide Verdragsluitende Partijen, wordt de Vice-President verzocht de noodza- kelijke benoemingen te verrichten. Indien de Vice-President verhinderd is genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van e´e´n van beide Partijen, wordt het lid van het Gerechtshof dat het hoogst in ancie¨nniteit is, beschikbaar is en geen onderdaan is van e´e´n der Partijen, verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
5. Het scheidsgerecht doet uitspraak op basis van eerbiediging van het recht. Alvorens uitspraak te doen, kan het scheidsgerecht in elke stand van het geding een minnelijke schikking van het geschil aan de Partijen voorstellen. De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan regeling van het geschil ex aequo et xxxx, indien de Partijen daarmee instemmen.
6. Tenzij de Partijen xxxxxx xxxxxxxxx, stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedureregels vast.
7. Het scheidsgerecht doet zijn uitspraak bij meerderheid van stem- men. Een zodanige uitspraak is onherroepelijk en bindend voor de Par- tijen.
Artikel 13
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden is dit Verdrag van toepas- sing op het xxxx van het Rijk in Europa, de Nederlandse Antillen en Aruba, tenzij anders is bepaald in de in artikel 14, eerste lid, bedoelde mededeling.
Artikel 14
1. Dit Verdrag treedt in xxxxxxx op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de in hun onderscheiden xxxxxx vereiste grondwettelijke procedures is voldaan, en blijft xxx xxxxxx voor een tijdvak van vijftien jaar.
2. Tenzij ten minste zes maanden voor de datum van het verstrijken van de geldigheidsduur door een van beide Verdragsluitende Partijen mededeling van bee¨indiging is gedaan, wordt dit Verdrag telkens stil- zwijgend verlengd voor een tijdvak van tien jaar, waarbij elke Verdrag- sluitende Partij zich het recht voorbehoudt dit Verdrag te bee¨indigen met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden voor de datum van het verstrijken van de lopende termijn van geldigheid.
3. In respect of investments made before the date of the termination of the present Agreement the foregoing Articles shall continue to be effective for a further period of fifteen years from that date.
4. Subject to the period mentioned in paragraph (2) of this Article, the Government of the Kingdom of the Netherlands shall be entitled to ter- minate the application of the present Agreement separately in respect of any of the parts of the Kingdom.
IN WITNESS WHEREOF, the undersigned representatives, duly au- thorized thereto, have signed the present Agreement.
DONE in duplicate at Tashkent on March 14, 1996, in the Nether- lands, Uzbek and English languages, the three texts being equally au- thentic. In case of difference of interpretation the English text will pre- vail.
For the Government of the Kingdom of the Netherlands
(sd.) J. C. F. VON MÜHLEN
For the Government of the Republic of Uzbekistan
(sd.) A. K. XXXXXXX
3. Ten aanzien van investeringen die zijn gedaan voor de datum van bee¨indiging van dit Verdrag, blijven de voorgaande artikelen xxx xxxxxx gedurende een tijdvak van vijftien jaar vanaf die datum.
4. Met inachtneming van de in het tweede lid van dit artikel ge- noemde termijn is de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden gerechtigd de toepassing van dit Verdrag ten aanzien van een xxxx van het Koninkrijk afzonderlijk te bee¨indigen.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Tasjkent op 14 maart 1996 in xx Xxxxx- landse, Oezbeekse en Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in uitlegging is de Engelse tekst door- slaggevend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) J. C. F. VON MÜHLEN
Voor de Regering van de Republiek Oezbekistan
(w.g.) A. K. XXXXXXX
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring der Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag xxx xxxxxx gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 14, eerste lid, in xxxxxxx xxxxxx op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de in hun onderscheiden xxxxxx vereiste grondwet- telijke procedures is voldaan.
J. GEGEVENS
Van het op 18 maart 1965 xx Xxxxxxxxxx tot stand gekomen Verdrag inzake de beslechting van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten, naar xxxx Verdrag wordt verwezen in artikel 9 van het onderhavige Verdrag, zijn tekst en xxxxx- xxxx geplaatst in Trb. 1966, 152; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 126.
Van het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationaal Gerechtshof, naar xxxx Hof wordt verwezen in artikel 12, van het onderhavige Verdrag, is de tekst geplaatst in Trb. 1971, 55 en is de herziene vertaling in het Nederlands geplaatst in Trb. 1987, 114.
Uitgegeven de negentiende april 1996.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO
6T0085
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 1996