Modelovereenkomst Samen de Regie
Modelovereenkomst
Samen de Regie
Modelovereenkomst gemeente en bewind
Doelstelling modelovereenkomst
Deze modelovereenkomst is bedoeld als onderlegger voor samenwerkingsafspraken tussen beschermingsbewindvoerders en gemeenten. Inwoners van gemeenten die een beroep doen op beschermingsbewind zijn gebaat bij goede en transparante onderlinge samenwerking tussen betrokken partijen.
De gemeente [ ], gevestigd te [ ], kantoorhoudende aan [ ] te [ ], in deze vertegenwoordigd door het college van B&W, hierna te noemen ‘gemeente’;
en
De beschermingsbewindvoerders, als genoemd in bijlage 1,1 hierna te noemen ‘bewindvoerder’
Gezamenlijk te noemen: ‘de samenwerkingspartners’
In overweging nemende dat:
• Er sprake is van een toenemend aantal burgers dat door het hebben van problematische schulden ondersteuning nodig heeft;
• Zonder ondersteuning de financiële situatie van deze groep kan escaleren of leiden tot (verdere) problematische schulden, of de situatie reeds geëscaleerd is en ondersteuning nodig is voor het oplossen of verminderen van de financiële problemen;
• Een transparante samenwerking tussen gemeente en bewindvoerders bereikt wordt, rekening houdend met ieders belangen;
• Deze modelovereenkomst bijdraagt aan het terugdringen van de schuldenproblematiek onder de groep burgers die een beroep doet op financiële dienstverlening en de zelfredzaamheid van die groep burgers bevordert;
• Samenwerkingspartners zich inspannen om de burger met financiële problemen de best passende dienstverlening te bieden en daarmee bijdragen aan het efficiënte inzet van (ondersteunings)middelen;
• Deze modelovereenkomst bijdraagt aan het realiseren van maatwerk in samenwerkingsafspraken tussen partijen ten behoeve van dienstverlening aan burgers met financiële problemen;
• Een goede samenwerking een combinatie vormt van zowel wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden als wederzijds vertrouwen en respect.
1 Een dynamische lijst met de aangesloten bewindsvoerders
Komen partijen het volgende overeen:
Algemene omschrijving Artikel 1 Begrippenlijst Bewindvoerder:
Een door de kantonrechter aangestelde professionele beschermingsbewindvoerder voor burgers
die wegens verkwisting en/of problematische schulden, zelf hun belangen niet kunnen behartigen. De bewindvoerder is ingeschreven bij het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM en voldoet daarmee aan het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren dat sinds 1 april 2014 van kracht is.
Burger(s):
Inwoner(s) van de betreffende gemeente die (een risico op) financiële problemen heeft/hebben.
Samenwerkingspartners:
Alle bewindvoerders en de gemeente die de modelovereenkomst hebben ondertekend.
Financiële dienstverlening:
Het bieden van steun ter voorkoming van het ontstaan en/of het escaleren van schulden en ter bevordering van het de-escaleren en oplossen van schulden. Dit gebeurt door middel van het overnemen en beheren van de financiële administratie.
Financiële zelfredzaamheid:
Het zelfstandig, of met behulp van een sociale steunstructuur in balans houden van financiën op zowel korte als lange termijn. Voorkomen wordt dat schulden ontstaan of escaleren doordat er weloverwogen keuzes worden gemaakt en tijdig hulp wordt ingeroepen als dat nodig is.
Werkafspraak:
Specifieke afspraak over inhoud, rol, regie etc. die tussen gemeente en bewindvoerder wordt gemaakt over werkprocessen, communicatie, rolverdeling, taakverheldering en kwaliteitsborging.
Artikel 2 Doelgroep
De samenwerking tussen gemeente(n) en/of gemeenschappelijke regeling* en bewindvoerder richt zich op burgers uit de betrokken gemeente(n) met (een risico op) financiële problemen die een beroep doen op de dienstverlening van de gezamenlijke samenwerkingspartners.
*Gemeenten die vallen onder een gemeenschappelijke regeling
Artikel 3 Toepassingsbereik
De modelovereenkomst is van toepassing op alle situaties waarbij burgers met (een risico op) financiële problemen baat kunnen hebben bij ondersteuning door gemeente en/of bewindvoerder.
Artikel 4 Doelstelling
De gemeente en bewindvoerder beogen door samenwerkingsafspraken de burger(s) met (een risico op) financiële problematiek zo goed als mogelijk te ondersteunen in zijn/haar specifieke ondersteuningsbehoefte. De samenwerking ziet in ieder geval toe op de onderdelen communicatie, werkprocessen en werkafspraken, rolverdeling en taakverheldering.
Artikel 5 Uitgangspunten
Op basis van deze modelovereenkomst bieden samenwerkingspartners de best passende ondersteuning aan de burger met (een risico op) financiële problematiek met als doelen:
• Terugdringen en/of voorkomen van schuldenproblematiek;
• Voorkomen van financieel misbruik;
• Terugdringen en/of voorkomen van financiële stress;
• Maximaal behartigen van het vermogensrechtelijke belang van burgers;
• Vergroten van financiële zelfredzaamheid van burgers;
• Vergroten of behouden van de zelfredzaamheid van burgers;
• Efficiëntere dienstverlening door doelstelling van de modelovereenkomst in ogenschouw te houden;
• Verlagen van regeldruk bij burgers;
• Verbeteren van gebruik van gemeentelijke minimaregelingen (zoals kwijtscheldingen, bijzondere bijstand, individuele inkomenstoeslag);
• Vergroten van onderling vertrouwen tussen samenwerkingspartners;
• Toezichthouder over de inhoud van beschermingsbewind is de Rechtspraak.
Samenwerking
Artikel 6 Invulling van de samenwerking
Op de volgende onderdelen zijn tussen gemeente en bewindvoerder afspraken gemaakt die worden gezien als basisvoorwaarde voor het intensiveren en bevorderen van de onderlinge samenwerking.
Subartikel 6.1 Communicatie
• Samenwerkingspartners hebben jaarlijks een gesprek om te evalueren, kennis te delen en ervaringen uit te wisselen op initiatief van gemeente. Indien nodig of op verzoek van één van de samenwerkingspartners kan in overleg besloten worden de frequentie aan te passen.
• Er worden concrete afspraken gemaakt over het inregelen van een communicatiestructuur.
• Het doel en de specifieke inhoud van dit protocol wordt in werkafspraken vastgelegd welke worden gepubliceerd op de website van de betreffende gemeente en bewindvoerders.
Subartikel 6.2 Werkprocessen
• De samenwerkingspartners hebben de intentie een integraal, transparant en complementair werkproces vast te leggen aangaande burgers die een beroep doen op de dienstverlening van partijen;
• Binnen de werkafspraken wordt het werkproces inhoudelijk uitgediept. Het doel is burgers indien mogelijk (weer) financieel zelfredzaam te maken en daartoe gerichte en efficiënte inzet van middelen te bevorderen. In de werkafspraken wordt dit inhoudelijk uitgewerkt;
• De afspraken rondom de in-, door- en uitstroom van burgers in/uit beschermingsbewind en schuldhulpverlening worden inhoudelijk vastgelegd in de bijlage met werkafspraken;
• Om de effectiviteit te vergroten binnen de samenwerking worden er afspraken gemaakt over de informatie-uitwisseling, waarbij nadrukkelijk wordt gestreefd zo veel mogelijk te digitaliseren en “dubbel werk” te voorkomen;
• Indien sprake is van gegevensuitwisseling wordt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in acht genomen en worden de rechten van de burgers geborgd. Het doel van de uitwisseling is burgers de best passende hulp te bieden voor de (financiële) ondersteuningsbehoefte. De gegevens worden door de ontvangende partij enkel voor dit doel xxxxx.
Subartikel 6.3 Rolverdeling en taakverheldering
De wettelijke rollen van beide partijen zijn het uitgangspunt. De inhoud van de taken en bevoegdheden met betrekking tot deze modelovereenkomst wordt vastgelegd in werkafspraken:
• Samenwerkingspartners stellen zich over en weer open en ontvankelijk jegens elkaar bij vragen, klachten, suggesties en verbetervoorstellen, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van gegevens;
• Samenwerkingspartners erkennen elkaars taken en bevoegdheden op grond van de Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs), het Burgerlijk Wetboek Boek 1: Titel 19 Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen en de richtlijnen van de LOVT (Landelijk Overleg Vakinhoud Toezicht);
• De praktische toepassing met betrekking tot deze modelovereenkomst wordt vastgelegd in de werkafspraken.
Subartikel 6.4 Kwaliteitswaarborging
• Bewindvoerder dient jaarlijks aan te tonen dat aan de wettelijke kwaliteitseisen van het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM wordt voldaan. Doel hiervan is het optimaal houden van de kwaliteitswaarborging, bewindvoerders die de modelovereenkomst hebben getekend
gelijk behandelen en hen het vertrouwen geven dat er alleen benoembare bewindvoerders deelnemen;
• Samenwerkingspartners houden een klachtenregister bij en maken afspraken over de wijze van afhandeling;
• Samenwerkingspartners houden zich aan de inspanningsverplichting naar elkaar toe, gericht op het onderhouden en stimuleren van samenwerking en het uitvoeren van deze modelovereenkomst;
• Samenwerkingspartners hebben een signalerende functie en melden misstanden binnen beschermingsbewind om gezamenlijk te komen tot een oplossing;
• Mochten samenwerkingspartners er desondanks samen niet uitkomen kan alsnog over en weer de formele klachtenprocedure worden gevolgd;
• Misstanden en fouten in het gevoerde beschermingsbewind zullen door de samenwerkingspartners worden gemeld bij de toezichthoudende kantonrechter in het arrondissement van de woonplaats van de burger.
Slotbepalingen
Artikel 7 Wijzigingen
Zodra er aanleiding is de modelovereenkomst aan te vullen of te wijzigen, treden samenwerkingspartners hierover in overleg. Wijzigingen in of aanvullingen op de modelovereenkomst kunnen alleen schriftelijk worden aangebracht, enkel na goedkeuring en ondertekening van alle partijen.
Artikel 8 Verschil van mening/arbitrage
Zodra er bij samenwerkingspartners interpretatieverschillen ontstaan over uitvoering van deze modelovereenkomst, treden de samenwerkingspartners met elkaar in overleg. Verschillen van mening worden zo veel mogelijk in gezamenlijk overleg opgelost en toegevoegd of aangepast in de werkafspraken. In geval van blijvend verschil van mening en/of conflict over interpretatie van de modelovereenkomst leggen partijen in overleg het meningsverschil voor aan een door hen te benaderen onafhankelijke partij2.
Artikel 9 Inwerkingtreding en looptijd
De modelovereenkomst gaat in op de datum van ondertekening en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 10 Beëindiging van de modelovereenkomst
De gemeente en/of bewindvoerder kunnen eenzijdig of gezamenlijk de modelovereenkomst opzeggen en houden daarbij een opzegtermijn van twee kalendermaanden in acht. Er bestaat bij partijen geen recht op schadevergoeding. Bij beëindiging van een bewindskantoor vervalt van rechtswege deelname aan de modelovereenkomst.
Artikel 11 Evaluatie
Partijen kunnen onderling meerdere tussentijdse evaluaties afspreken. Evaluatie vindt in elk geval jaarlijks plaats op initiatief van de gemeente. De samenwerkingspartners kunnen meerdere tussentijdse evaluaties afspreken ten aanzien van gemaakte afspraken en/of de invulling daarvan.
Aldus overeengekomen en getekend op [ ] te [ ]
Handtekening Handtekening
[
Namens ‘het college’
] [ ]
Namens ‘de bewindvoerder’
2 Het Nederlands recht is van toepassing op deze modelovereenkomst
Werkafspraken
Bijlage
Samenwerking
• Alle samenwerkingspartners hebben kennis over elkaars rollen en taken ten behoeve van de uitvoering van de modelovereenkomst;
• In dat verband wijst elke convenantpartner een contactpersoon aan die verantwoordelijk is voor de communicatie en de afspraken in de modelovereenkomst. De naam van deze contactpersoon wordt opgenomen als bijlage van de modelovereenkomst;
• De samenwerkingspartners weten van elkaar wanneer iemand/een afdeling bereikbaar is en wie contactpersonen zijn, en zorgen ervoor dat zij voldoende bereikbaar zijn voor elkaar;
• Bij substantiële wijzigingen belegt de gemeente een (digitale) bijeenkomst met samenwerkingspartners om te kunnen vaststellen of er voldoende draagkracht is voor bedoelde wijzigingen;
• Bij overdracht van dossiers aan andere partners of sluiting/afronding van dossiers, informeren samenwerkingspartners elkaar als dit belangrijk is voor het traject/perspectief van de betreffende burger;
• Vanuit de gemeente wordt een vast aanspreekpunt voor vragen en signalen ingericht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bewindvoerdersdesk;
• Wanneer, om welke reden dan ook, een bewind wordt omgezet of opgeheven, informeert de beschermingsbewindvoerder betrokken partijen binnen 2 weken;
• In de communicatie omtrent de modelovereenkomst geldt een reactietermijn van twee weken. Daar waar de situatie dit nodig acht kan er gekozen worden voor een vorm van het beveiligd/ versleuteld versturen van informatie;
• De samenwerkingspartners verstrekken elkaar informatie die juist is, op tijd wordt gegeven en voldoende volledig is. Dit is belangrijk om de best passende dienstverlening aan de betreffende inwoner te kunnen geven; Partners houden elkaar hierop scherp.
Instroom in financiële dienstverlening
De voorkeur van de burger bij een te benoemen professionele bewindvoerder, volgt uit de wet (artikel 1:435 lid 3 BW). Er zijn twee sporen denkbaar:
• De burger heeft zelf contact gelegd met een professionele bewindvoerder. In dat geval is de beoogde bewindvoerder bekend;
• De burger komt binnen bij of via de gemeente. In dat geval zal de gemeente de burger een lijst met professionele bewindvoerders (van samenwerkingspartners) voorleggen, zodat de burger zijn/haar voorkeur kan uitspreken.
Bij instroom via de gemeente benadert de bewindvoerder de burger binnen 3 werkdagen en zorgt ervoor dat er binnen 7 werkdagen een intakegesprek plaatsvindt;
Zorgverleners (wijkcoaches, vrijwilligers, schuldhulpmaatjes etc.) die vallen onder de reikwijdte van de gemeente, dienen burgers met (een risico op) financiële problemen door te verwijzen naar de desbetreffende afdeling van de gemeente zodat deze de verdere instroom (spoor 2) kan begeleiden.
Bekostigingsprotocol
De gemeente stelt een bekostigingsprotocol op met in ieder geval afspraken over navolgende punten:
• Gemeente zorgt voor een bewindvoerdersdesk (of een ander digitaal servicepunt) waar aanvragen honorarium en kosten die ten laste van bijzondere bijstand kunnen worden gedeclareerd rechtstreeks kunnen worden ingediend;
• Bewindvoerder zorgt hierbij voor aanlevering van de benodigde stukken aan; (nader te benoemen welke stukken en hoe in te dienen)
• Gemeente voert een draagkrachtberekening uit om de hoogte bijzondere bijstand vast te stellen;
• Gemeente toetst de declaratie aan de geldende wetgeving (Participatiewet art. 35 lid 1) c.q. Gemeentelijke verordening voor zover van toepassing;
• Toekenning van bijzondere bijstand met betrekking tot bewindvoeringskosten is maatwerk per client en biedt ruimte voor (te motiveren) individueel afwijkende afspraken ten opzichte van geldende praktijk;
• Toetsings- en betalingstermijnen;
• Jaarlijkse indexering die wordt vastgesteld op het gebied van bewindvoeringskosten, wordt automatisch toegepast.
Doorstroom naar schuldhulpverlening
Bewindvoerder werkt zo snel mogelijk richting een oplossing voor de schulden. Hiervoor neemt de bewindvoerder maatregelen gericht op het stabiliseren van het budget en brengt de totale schuldenlast in kaart. Zodra het budget stabiel is, meldt de bewindvoerder de inwoner aan bij de gemeente of een andere schuldhulpverlenende instantie.
• Als er sprake is van ernstige belemmeringen die toeleiding tot de schuldhulpverlening in de weg staan, overlegt de beschermingsbewindvoerder met de schuldhulpverlenende instantie. Als aanmelding voor een traject schuldregeling niet binnen 12 maanden na toekenning beschermingsbewind haalbaar is, geeft de bewindvoerder dit schriftelijk aan;
• De bewindvoerder meldt de cliënt aan bij de gemeente dan wel een andere tot schuldbemiddeling bevoegde partij voor een schuldenregeling;
• In het geval van een aanmelding voor een schuldenregeling bij de gemeente, levert de bewindvoerder het laatst bekende schuldenoverzicht aan bij de gemeente. In dit
schuldenoverzicht moet voor de gemeente voldoende duidelijk zijn bij welke schuldeisers de gemeente zich moet melden, zodat er een actueel schuldensaldo opgevraagd kan worden door de gemeente. De gemeente zal binnen 6 weken zorgen voor het afgeven van de beschikking volgens de WGS met bijbehorend plan van aanpak. Als van dit termijn wordt afgeweken zal de gemeente contact opnemen met de betreffende bewindvoerder om dit toe te lichten;
• De gemeente zal conform het NVVK-normenoverzicht werken aan een schuldregeling. Als hiervan wordt afgeweken zal de gemeente contact opnemen met de betreffende bewindvoerder om dit toe te lichten;
• Als het minnelijke traject tot stand is gekomen door een saneringskrediet, zorgt de bewindvoerder voor het op tijd laten ondertekenen van de contracten voor dit saneringskrediet door de inwoner;
• Als een minnelijk traject tot stand is gekomen door een schuldbemiddeling, neemt de schuldhulpverlenende instantie het initiatief tot het opvragen van noodzakelijke stukken voor hercontrole schuldbemiddeling. De bewindvoerder levert de stukken binnen een maximale termijn van 21 dagen;
• Als een minnelijk traject niet tot stand komt, bereidt de schuldregelaar de aanvraag dwangakkoord/Wsnp voor. Ook levert schuldregelaar de bewindvoerder hiervoor op verzoek de noodzakelijke ontbrekende (recente) gegevens aan binnen een maximale termijn van 21 dagen.
Bereikbaarheid en communicatie
Bewindvoerders zorgen ervoor dat zij voldoende bereikbaar zijn gedurende de gebruikelijke kantoortijden en de gemeente zorgt voor fysieke en/of digitale bereikbaarheid van de bewindvoerdersdesk.
Als voorbeeld:
Onder voldoende bereikbaarheid wordt verstaan:
• Telefonisch: minimaal 2 uur per dag minimaal 4 werkdagen per week op een rechtstreeks nummer;
• E-mail: rechtstreeks algemeen mailadres van zowel de gemeente als de bewindvoerder.
Indien de betreffende partij niet bereikbaar is, dan dient er binnen 3 werkdagen gereageerd te worden.
Uitstroom uit schuldenbewind
Partijen hebben altijd de mogelijkheid om met elkaar in gesprek te gaan over de best passende dienstverlening voor de burger. Na maximaal 2,5 jaar vanaf onderbewindstelling wordt door samenwerkingspartners aan de hand van een screeningsinstrument en/of een intake de zelfredzaamheid en leerbaarheid van de burger gemeten waarna een drie-gesprek plaatsvindt en een passend uitstroomadvies.
Uiteraard kan er een noodzaak of wens zijn om een dergelijk gesprek op meerdere momenten te laten plaatsvinden. Samenwerkingspartners hebben altijd de mogelijkheid om daartoe een verzoek in te dienen, waarna binnen 1 maand na indienen van het verzoek een driegesprek plaats vindt waarbij voldoende aandacht is voor een eventueel mogelijk uitstroomtraject. De best passende dienstverlening voor de cliënt is hierbij prioriteit: Begeleiding zo kort als het kan maar zo lang als nodig is.
Levendige samenwerking
Samenwerkingspartners zijn verantwoordelijk voor een levendige samenwerking. Hiervoor zijn een aantal zaken noodzakelijk: