Voortzettingsovereenkomst
Voortzettingsovereenkomst
Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd
Ondergetekenden:
Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen:
“het pensioenfonds”, en
NN Personeel B.V. , gevestigd te Den Haag, hierna te noemen:
“de werkgever”,
hierna afzonderlijk of gezamenlijk aan te duiden als “Partij” of “Partijen”
NEMEN IN AANMERKING DAT,
A. Partijen op 19 december 2016 een uitvoeringsovereenkomst zijn overeengekomen. Op basis van deze uitvoeringsovereenkomst geeft het pensioenfonds uitvoering aan:
i. de pensioenovereenkomsten van de voormalig werknemers van Delta Lloyd Services B.V.;
ii. de pensioenovereenkomsten, zoals die pensioenovereenkomsten gelden tot 1 januari 2020, van de voormalig werknemers van Delta Lloyd Services B.V., die per 1 oktober 2019 in dienst zijn getreden van de werkgever;
B. De pensioenovereenkomsten van de voormalig werknemers van Delta Lloyd Services BV, die per 1 oktober 2019 in dienst zijn getreden van de werkgever, per 1 januari 2020 worden ondergebracht bij een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet en dientengevolge de pensioenopbouw bij het pensioenfonds voor deze werknemers per 1 januari 2020 wordt beëindigd;
C. De uitvoeringsovereenkomst tussen Partijen wordt beëindigd per 1 januari 2020;
D. Het bestuur van het pensioenfonds vooralsnog besloten heeft om het pensioenfonds ook na 1 januari 2020 in stand te houden;
E. Partijen in onderling overleg hebben besloten dat het pensioenfonds na 1 januari 2020 uitvoering blijft geven aan de pensioenovereenkomsten als bedoeld onder A.;
F. Partijen nadere afspraken wensen te maken over de uitvoering van de pensioenovereenkomsten als bedoeld onder
A. vanaf 1 januari 2020 en deze nadere afspraken wensen vast te leggen in onderhavige Voortzettingsovereenkomst.
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING
1. In deze Voortzettingsovereenkomst wordt verstaan onder:
a. de Statuten: de statuten van het pensioenfonds, zoals deze luiden per de datum waarop deze Voortzettingsovereenkomst ingaat of zoals deze nadien rechtsgeldig worden gewijzigd.
b. het Pensioenreglement: het pensioenreglement van het pensioenfonds, zoals dat luidt per de datum waarop deze Voortzettingsovereenkomst ingaat of zoals dat nadien rechtsgeldig wordt gewijzigd. Het pensioenreglement zoals dat luidt per de datum waarop deze Voortzettingsovereenkomst ingaat, is opgenomen in bijlage 2 bij deze Voortzettingsovereenkomst.
c. De Voortzettingsovereenkomst: de onderhavige overeenkomst.
d. De Pensioenovereenkomsten: de pensioenovereenkomsten van de voormalig werknemers van Delta Lloyd Services B.V. en de pensioenovereenkomsten, zoals die pensioenovereenkomsten gelden tot 1 januari 2020, van de voormalig werknemers van Delta Lloyd Services BV, die per 1 oktober 2019 in dienst zijn getreden van de werkgever.
2. Voor zover daarvan in deze Voortzettingsovereenkomst niet is afgeweken, zijn de begripsbepalingen opgenomen in de Statuten en het Pensioenreglement, hier van toepassing.
Artikel 2 UITVOERING PENSIOENOVEREENKOMSTEN
1. Het pensioenfonds voert het Pensioenreglement uit conform de Pensioenovereenkomsten en onder de condities als nader omschreven in deze Voortzettingsovereenkomst. Het pensioenfonds houdt daarbij de uitloopdekking in het kader van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in het Pensioenreglement, in stand van deelnemers waarvan de eerste ziektedag ligt vóór 1 januari 2020.
2. Het pensioenfonds heeft ten doel het waarborgen van en verlenen van pensioenaanspraken en pensioenrechten aan deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige aanspraakgerechtigden conform de Pensioenovereenkomsten en het Pensioenreglement.
3. De werkgever en het pensioenfonds verbinden zich over en weer om elkaar de medewerking te verlenen die nodig is voor de uitvoering van de Pensioenovereenkomsten.
4. De werkgever wijst één vertegenwoordiger aan die namens de werkgever bevoegd is alle (rechts)handelingen te verrichten ter nakoming van de Voortzettingsovereenkomst.
Artikel 3 VERGOEDING VAN KOSTEN VOOR UITVOERING PENSIOENOVEREENKOMSTEN
1. De werkgever is aan het pensioenfonds alle uitvoeringskosten verschuldigd die het pensioenfonds in het betreffende kalenderjaar moet maken, met uitzondering van de uitvoeringskosten die in het betreffende kalenderjaar direct verband houden met het beleggen van het vermogen van het pensioenfonds, te weten transactiekosten, bewaarloon effecten (custodian werkzaamheden), fee voor integraal vermogensbeheer en lopende kosten voor vermogensbeheer. De door de werkgever verschuldigde uitvoeringskosten in het betreffende kalenderjaar worden verminderd met het in het betreffende kalenderjaar vrijvallende deel van de administratievoorziening, gemaximeerd op 2% van de voorziening pensioenverplichtingen. Indien het vrijvallende deel van de administratievoorziening hoger is dan de door de werkgever verschuldigde uitvoeringskosten, dan is de werkgever niets verschuldigd aan het pensioenfonds. De uitvoeringskosten betreffen onder meer, maar zijn niet beperkt tot kosten voor administratie, rapportage, toezicht, certificerend accountant en actuaris, advies en pensioenbureau. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
2. Het pensioenfonds spant zich in om de uitvoeringskosten als bedoeld in lid 1 zo laag mogelijk te houden. Ter beheersing van deze kosten komen het pensioenfonds en de werkgever vóór aanvang van ieder kalenderjaar een begroting van de verwachte uitvoeringskosten voor het volgende kalenderjaar overeen. Op basis van de tussen Partijen overeengekomen begroting en de daaruit voortvloeiende verwachte uitvoeringskosten en een inschatting van het vrijvallende deel van de administratievoorziening wordt in januari van elk kalenderjaar het door de werkgever te betalen bedrag als bedoeld in lid 1 van dit artikel vastgesteld en in rekening gebracht bij de werkgever. Dit bedrag is direct opeisbaar en wordt door de werkgever betaald binnen dertig dagen na de factuurdatum.
De hiervoor in dit lid bedoelde begroting is taakstellend. Partijen treden ten minste tweemaal per kalenderjaar in overleg om de begroting te monitoren. Indien gedurende het kalenderjaar blijkt dat de werkelijke uitvoeringskosten hoger gaan uitvallen dan de verwachte uitvoeringskosten, wordt deze overschrijding in eerste instantie binnen de tussen Partijen overeengekomen begroting opgelost. Wanneer dat niet mogelijk blijkt, dan treden Partijen tijdig, dus voorafgaande aan een (mogelijke) overschrijding van de begroting, in overleg over het eventueel bijstellen van de begroting.
3. Na afloop van ieder kalenderjaar stelt het pensioenfonds op basis van zijn vastgestelde jaarrekening de definitieve uitvoeringskosten en het definitieve vrijvallende deel van de administratievoorziening voor dat kalenderjaar vast. Het pensioenfonds stelt de werkgever schriftelijk in kennis van het (terug) te betalen bedrag. Verrekening van het bedrag is direct opeisbaar en vindt uiterlijk binnen dertig dagen na de schriftelijke in kennisstelling als hiervoor bedoeld plaats.
Artikel 4 VERMINDEREN VAN PENSIOENAANSPRAKEN EN PENSIOENRECHTEN
Indien sprake is van een dekkings- dan wel een reservetekort kan het
pensioenfonds indien dit noodzakelijk is de pensioenaanspraken en de pensioenrechten van (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en overige aanspraakgerechtigden verminderen, dit met inachtneming van het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde.
Artikel 5 VOORWAARDELIJKE TOESLAGVERLENING
a. Indien de middelen van het pensioenfonds dit toestaan verleent het pensioenfonds per 1 januari van ieder kalenderjaar een toeslag op de pensioenaanspraken en pensioenrechten.
De toeslag bedraagt maximaal de prijsontwikkeling. Voor de prijsontwikkeling hanteert het pensioenfonds de CBS Consumentenprijsindex alle huishoudens, afgeleid. Hierbij wordt uitgegaan van de eerst gepubliceerde cijfers per ultimo oktober van het voorgaande kalenderjaar.
b. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken en pensioenrechten worden aangepast.
c. De hoogte van de toeslagverlening is gebaseerd op het toeslagbeleid, dat op de website van het pensioenfonds is gepubliceerd.
d. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. Deze toeslagverlening komt voor rekening van het pensioenfonds.
Artikel 6 NIET NAKOMING BETALINGSPLICHT WERKGEVER
1. Bij overschrijding van de in artikel 3, lid 2 en lid 3 genoemde betaaltermijn, is door de werkgever over het achterstallige bedrag rente verschuldigd. Het rentepercentage is op jaarbasis gelijk aan het zesmaands Euribor tarief per 30 september van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de betaling betrekking heeft, vermeerderd met 1,5 procentpunt (met een minimum van 0% rente) en is verschuldigd vanaf het tijdstip waarop de genoemde termijn van 30 dagen wordt overschreden. Over de krachtens de vorige volzinnen in enig kalenderjaar verschuldigde rente is – indien en zolang die rente niet is voldaan – eveneens rente verschuldigd en wel vanaf 1 januari van het kalenderjaar daarop volgend.
2. Het pensioenfonds informeert schriftelijk het verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds, de Raad van Toezicht van het pensioenfonds en de ondernemingsraad van de werkgever, wanneer de werkgever de betalingsverplichting niet nakomt.
Artikel 7 VERMOGENSOVERSCHOTTEN EN -TEKORTEN
1. Het pensioenfonds doet geen vermogensoverschotten of delen ervan toekomen aan de werkgever.
2. Het pensioenfonds brengt de werkgever geen extra koopsom in verband met vermogenstekorten in rekening.
3. Indien sprake is van politieke ontwikkelingen ten aanzien van pensioenregelingen in Nederland die tussen werkgevers en werknemers worden overeengekomen en die invloed (kunnen) hebben op de gemaakte afspraken als neergelegd in deze Voortzettingsovereenkomst en/of het Pensioenreglement, treden Partijen met elkaar in overleg. Uitgangspunt bij dit overleg is de doelstelling en het belang van het pensioenfonds als bedoeld in artikel 2 van deze Voortzettingsovereenkomst en de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds in het kader van een evenwichtige belangenafweging.
Artikel 8 GEGEVENSVERSCHAFFING
1. De werkgever verbindt zich om de volgende informatie tijdig aan het pensioenfonds te verstrekken:
Uitdiensttredingen;
Overlijdensgevallen;
Pensioneringen (deeltijd);
Melding van WIA ingang van werknemers die per 31 december 2019 ziek zijn en aansluitend op de ziekte in de WIA belanden;
Op verzoek van het pensioenfonds een overzicht verstrekken van de bedrijfsemail adressen van de werknemers die pensioen hebben opgebouwd bij het pensioenfonds;
Overige informatie die voor het pensioenfonds relevant is in het kader van de uitvoering.
2. De werkgever is aansprakelijk voor alle schade die het pensioenfonds lijdt wegens onjuistheden, onvolkomenheden of ontijdigheden in de aan het pensioenfonds door de werkgever verstrekte gegevens, waarover het pensioenfonds voor een juiste uitvoering van de pensioenregeling dient te beschikken.
Artikel 9 WERKZAAMHEDEN DIE HET PENSIOENFONDS TEN BEHOEVE VAN DE WERKGEVER VERRICHT
1. Het pensioenfonds stelt de pensioenaanspraken en pensioenrechten vast en administreert de pensioenregeling in een geautomatiseerde administratie.
2. Het pensioenfonds stelt voor de werkgever een begroting van de verwachte uitvoeringskosten en een overzicht van de definitieve uitvoeringskosten zoals bedoeld in artikel 3 op.
3. Het pensioenfonds zal, met inachtneming van wet- en regelgeving, op verzoek van de werkgever de bij hem beschikbare informatie aangaande de pensioenuitvoering verstrekken die de werkgever nodig heeft voor zijn verplichte externe verantwoordingsrapportages. Indien dit gepaard gaat met extra kosten voor het pensioenfonds dan worden deze kosten vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de werkgever en na akkoord van de werkgever op kostprijsbasis doorbelast aan de werkgever.
4. Het pensioenfonds draagt zorg voor het uitbetalen van de pensioenen. Ook verzorgt het pensioenfonds de daarmee gepaard gaande wettelijke inhoudingen.
5. Het pensioenfonds verstrekt alle wettelijk verplichte informatie aan de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige aanspraakgerechtigden.
6. Het pensioenfonds geeft op verzoek (telefonische) informatie aan de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige aanspraakgerechtigden.
Artikel 10 AANPASSEN PENSIOENREGLEMENT
1. Het pensioenfonds past het Pensioenreglement aan conform hetgeen daarover in de Statuten en de wet wordt bepaald. Uitgangspunt is dat het Pensioenreglement in overeenstemming is met de Pensioenovereenkomsten.
2. Het pensioenfonds informeert de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden binnen 3 maanden na het besluit tot wijziging van het Pensioenreglement over de voor de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden relevante wijziging en de mogelijkheid om het gewijzigde Pensioenreglement bij het pensioenfonds op te vragen. Het pensioenfonds informeert de gewezen partner binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging.
3. Het pensioenfonds is bevoegd om het Pensioenreglement te wijzigen, voor zover wijzigingen niet leiden tot aanpassing van de Pensioenovereenkomsten, in verband met onder meer:
a. Uitvoeringstechnische aspecten;
b. Wet- en regelgeving, waaronder maar niet uitsluitend de PW en de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarop gebaseerde regelgeving; en
c. Aanwijzingen van DNB of de Autoriteit Financiële Markten.
Artikel 11 RISICOHOUDING
Het bestuur van het pensioenfonds draagt in overleg met de overige organen van het pensioenfonds zorg voor de vastlegging van de doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding van het pensioenfonds. Het pensioenfonds gebruikt deze doelstellingen en uitgangspunten bij de besluitvorming, de verantwoording, de advisering en het toezicht binnen het pensioenfonds.
Artikel 12 ALGEMENE VERPLICHTINGEN
1. De werkgever verbindt zich jegens het pensioenfonds tot het verrichten van al hetgeen volgens de bepalingen van de Statuten en het Pensioenreglement van het pensioenfonds door de werkgever dient te worden verricht.
2. De werkgever verbindt zich jegens het pensioenfonds te waarborgen dat werknemers van werkgever die werkzaamheden voor het pensioenfonds in haar administratie verrichten of een statutaire functie in het pensioenfonds bekleden, zonder inmenging van de werkgever alle nodige werkzaamheden voor het pensioenfonds kunnen verrichten of hun functie in het pensioenfonds kunnen bekleden. De werkgever heeft hiertoe met het pensioenfonds Detacheringsovereenkomsten gesloten.
3. De werkgever verbindt zich jegens het pensioenfonds de nodige ruimtes voor overleg en de nodige middelen voor het verrichten van werkzaamheden voor het pensioenfonds te verschaffen, waaronder communicatie met de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en overige aanspraakgerechtigden, conform de “Gebruiksovereenkomst” getekend d.d. 16 oktober 2017 die als bijlage aan deze overeenkomst is toegevoegd.
4. Het pensioenfonds verbindt zich jegens de werkgever tot getrouwe nakoming van de bepalingen in de Statuten, het Pensioenreglement van het pensioenfonds en de geldende wet- en regelgeving.
5. Het pensioenfonds stelt de werkgever ervan in kennis, indien het heeft besloten tot een toeslag die afwijkt van de prijsontwikkeling als bedoeld in artikel 5 van deze Voortzettingsovereenkomst.
Artikel 13 GESCHILLEN
Partijen treden onmiddellijk met elkaar in overleg ten aanzien van alle geschillen die mochten ontstaan over deze Voortzettingsovereenkomst of de uitvoering daarvan. In het geval van een geschil verplichten Partijen zich er toe om zich niet onredelijk op te stellen en in onderling overleg te komen tot (nieuwe) afspraken die recht doen aan de bedoeling van deze Voortzettingsovereenkomst. Slechts in de gevallen waarin Partijen, na het hiervoor bedoelde onderling overleg, niet komen tot (nieuwe) afspraken, worden geschillen voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.
Artikel 14 COLLECTIEVE WAARDEOVERDRACHT
1. Het pensioenfonds is op verzoek van de werkgever bevoegd tot collectieve waardeoverdracht overeenkomstig het bepaalde in artikel 83 Pensioenwet. Het pensioenfonds beoordeelt of een verzoek van de werkgever in het belang is van (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, overige aanspraakgerechtigden en de werkgever.
2. De kosten van een eventuele collectieve waardeoverdracht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, komen voor rekening van de werkgever. Het pensioenfonds informeert de werkgever vooraf over de hoogte van de kosten.
Artikel 15 OVERIGE BEPALINGEN
1. Op deze Voortzettingsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. De bepalingen in deze Voortzettingsovereenkomst gelden uitsluitend tussen Partijen. Derden kunnen geen rechten aan deze Voortzettingsovereenkomst ontlenen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald. Voor zover uit de Voortzettingsovereenkomst niet anders voortvloeit, kunnen Partijen de uit de Voortzettingsovereenkomst voor hen voortvloeiende rechten en verplichtingen niet overdragen aan een derde.
3. Partijen zullen de uit deze Voortzettingsovereenkomst voortvloeiende rechten niet verpanden noch andere handelingen verrichten waardoor aan anderen dan de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden of overige aanspraakgerechtigden, rechten worden verleend.
4. Het pensioenfonds biedt de (gewezen) deelnemer geen mogelijkheid om individuele aanvullende verzekeringen anders dan die zijn opgenomen in het Pensioenreglement, te sluiten. Het pensioenfonds biedt de (gewezen) deelnemers geen mogelijkheid om de pensioenopbouw na het einde van het deelnemerschap, vrijwillig voort te zetten.
5. Indien zich omstandigheden voordoen die ten tijde van het sluiten van deze Voortzettingsovereenkomst niet voorzienbaar waren, of voortvloeien uit wetgeving die ten tijde van het sluiten van de Voortzettingsovereenkomst nog niet in werking was getreden, zullen Partijen in gezamenlijk overleg en naar redelijkheid en billijkheid een oplossing proberen te vinden, die recht doet aan de belangen en bedoeling van beide Partijen in het kader van deze Voortzettingsovereenkomst, alsmede aan de doelstelling van het pensioenfonds.
Artikel 16 INWERKINGTREDING EN DUUR VAN DE VOORTZETTINGSOVEREENKOMST
1. Deze Voortzettingsovereenkomst is van kracht vanaf 1 januari 2020 en geldt voor onbepaalde duur.
2. Wijziging van deze Voortzettingsovereenkomst kan plaatsvinden als beide Partijen akkoord zijn met de wijzigingen en de wijzigingen schriftelijk worden vastgelegd in een addendum bij deze Voortzettingsovereenkomst of in een nieuwe voortzettingsovereenkomst.
3. De werkgever kan, met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden, de Voortzettingsovereenkomst beëindigen. Ingeval van beëindiging van de Voortzettingsovereenkomst is de werkgever een, in overleg tussen Partijen, naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen éénmalig te betalen beëindigingsvergoeding verschuldigd. Bij het vaststellen van de hoogte van de éénmalige beëindigingsvergoeding wordt rekening gehouden met:
a. een vergoeding voor de verwachte toekomstige uitvoeringskosten;.
b. een vergoeding voor de kosten van een eventuele collectieve waardeoverdracht en liquidatie van het pensioenfonds;.
c. de verwachte toekomstige vrijvallende delen van de administratievoorziening, gemaximeerd op 2% van de voorziening pensioenverplichtingen.
4. De Voortzettingsovereenkomst wordt beëindigd indien het pensioenfonds liquideert, dan wel tot een fusie met een andere pensioenuitvoerder of op een andere rechtsgeldige wijze ophoudt te bestaan. Ingeval van liquidatie van het pensioenfonds komen de kosten van de liquidatie en daarbij behorende collectieve waardeoverdracht van het pensioenfonds voor rekening van de werkgever. Het pensioenfonds informeert de werkgever vooraf over de hoogte van de kosten. Daarnaast is de werkgever een, in overleg tussen Partijen, naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen vergoeding verschuldigd voor de toekomstige uitvoeringskosten. Bij het vaststellen van de hoogte van deze vergoeding wordt rekening gehouden met de verwachte toekomstige vrijvallende delen van de administratievoorziening, gemaximeerd op 2% van de voorziening pensioenverplichtingen. De vergoeding door de werkgever kan in overleg tussen Partijen worden vormgegeven door een doorlopende betalingsverplichting zoals bedoeld in deze Voortzettingsovereenkomst of via een eenmalige betaling.
In tweevoud opgemaakt en getekend te
Xxxxxxxxx, XXXXx 0000 Xxxxxxxxx, xxxxx 2019
Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd NN Personeel B.V.,
E.W. Xxxxxxxxx, voorzitter X. Xxxxx
T.J.M. Xxxx, secretaris X. Schmiedova
Bijlagen bij deze Voortzettingsovereenkomst: Pensioenreglement
Gebruiksovereenkomst