Statuten
Statuten
Artikel 1 Naam
De stichting draagt de naam: stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Goeree-Overflakkee.
Artikel 2 Begripsbepaling
In deze statuten wordt verstaan onder:
a. gemeente: de gemeente Middelharnis;
b. gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente waar de school gevestigd is;
c. school: de school voor openbaar voortgezet onderwijs die onder het bestuur van de stichting ressorteert;
d. stichting: de stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Goeree-Overflakkee;
e. WVO: de Wet op het voortgezet onderwijs
f. MR: de medezeggenschapsraad;
g. college van bestuur: het bestuur van de stichting;
x. xxxx van toezicht: intern toezichthouder van de stichting;
i. aanstelling: het dienstverband van personeel bij de stichting.
Artikel 3 Zetel en tijdsduur
1 De stichting is gevestigd in de gemeente Middelharnis
2 De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. De stichting dient conform het bepaalde in artikel 42b lid 12 van de WVO minimaal voor vijf jaar in het leven te worden geroepen.
Artikel 4 Doel
1 Het doel van de stichting is het in stand houden van de school voor openbaar voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 42b van de WVO. Om haar doel te bereiken kan de stichting gebruik maken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.
2 De Regionale Scholengemeenschap Goeree-Overflakkee is een stichting voor openbaar voortgezet onderwijs. Verdraagzaamheid, onderling respect en het leren omgaan met vrijheid in een pluriforme samenleving zijn belangrijke uitgangspunten voor het pedagogisch handelen. De stichting gaat uit van samenwerking, verantwoordelijkheid en aandacht voor elkaar en de wereld om ons heen, respect voor de verschillen tussen mensen en het aanspreken op normen en waarden.
Artikel 5 Vermogen
Het tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde vermogen wordt gevormd door:
a. rijksbekostiging;
b. vergoedingen voor de door de stichting verleende diensten;
x. xxxxxxxxx, giften en donaties;
d. hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten, met dien verstande dat erfstellingen slechts kunnen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving;
e. hetgeen op andere wijze verkregen wordt.
Artikel 6 Organisatie van de Stichting
1 De functies bestuur en intern toezicht zijn binnen de stichting gescheiden en vormgegeven door:
a. College van Bestuur;
b. Raad van Toezicht.
2 De Raad van Toezicht alsmede het College van Bestuur kunnen, al dan niet uit hun midden, commissies instellen. Commissies worden onder verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht of het College van Bestuur belast met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het betreffende orgaan behoren.
3 Het orgaan dat een commissie instelt, stelt regels op voor de werkwijze en samenstelling van de commissie.
Artikel 7 College van Bestuur; samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag, belet en ontstentenis
1 De stichting wordt bestuurd door een college van bestuur, bestaande uit een door de raad van toezicht te bepalen aantal van ten hoogste drie natuurlijke personen.
2 De leden van het college van bestuur worden benoemd door de raad van toezicht conform het bepaalde in artikel 24e1 lid 3 van de WVO. De raad van toezicht benoemt de voorzitter van het college van bestuur. Indien het college van bestuur slechts uit een persoon bestaat, is deze persoon automatisch voorzitter.
3 Het college van bestuur kan onderling vaststellen welk lid met welke taak meer in het bijzonder zal zijn belast. Een zodanige taakverdeling laat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle leden van het college van bestuur voor het gehele bestuur onverlet.
4 Bij de samenstelling van het college van bestuur wordt, onverminderd het in de volgende leden bepaalde, gelet op diverse facetten die de aandacht van het college van bestuur vragen. Het college van bestuur wordt in ieder geval samengesteld op basis van algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de stichting en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden. De aandachtspunten met betrekking tot de van een lid van het college van bestuur gevraagde deskundigheid en achtergrond worden in algemene zin vastgesteld door de
raad van toezicht in een profielschets. De raad van toezicht kan - indien een vacature moet worden vervuld - besluiten tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen voor de invulling van deze vacature.
5 Een lid van het college van bestuur kan te allen tijde worden geschorst door de raad van toezicht met inachtneming van het bepaalde in de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst. De schorsing van een lid van het college van bestuur vervalt, indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden verlengd, ingaande op de datum waarop het besluit tot verlenging van de schorsing werd genomen. Het betrokken lid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de raad van toezicht waarin schorsing of verlenging daarvan aan de orde is te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
6 De raad van toezicht is te allen tijde bevoegd een lid van het college van bestuur te ontslaan. Ook wanneer hij voor bepaalde tijd is benoemd. Het betrokken lid van het college van bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich ten overstaan van de raad van toezicht te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
7 Leden van het college van bestuur worden benoemd voor een periode gelijk aan de duur van hun arbeidsovereenkomst.
8 Een lid van het college van bestuur defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
c. door zijn ontslag door de rechtbank;
d. door zijn ondercuratelestelling;
e. door zijn ontslag verleend door de raad van toezicht, en
f. door het verstrijken van de duur van zijn arbeidsovereenkomst.
9 In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig college van bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Bij ontstentenis van alle leden van
het college van bestuur wordt het college van bestuur waargenomen door één persoon die daartoe door de raad van toezicht is of wordt aangewezen. Gaat de raad van toezicht niet binnen twee weken tot een zodanige aanwijzing over
dan wordt het college van bestuur waargenomen door de persoon die daartoe door de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waar de stichting statutair is gevestigd, op verzoek van één of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.
Artikel 8 College van Bestuur; taak en bevoegdheden
1 Het college van bestuur is belast met het besturen van de stichting. Bij de vervulling van zijn taak richt het college van bestuur zich naar het belang van de stichting, het belang van de school en het belang van de samenleving.
2 Het college van bestuur heeft al die taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens deze statuten aan anderen zijn toegekend.
3 Het college van bestuur formuleert de missie en concrete doelstellingen van de school die door de stichting in stand worden gehouden, daarbij rekening houdend met de belangen van hen die bij die school zijn betrokken en rekening houdend met
de eisen die de samenleving aan onderwijs stelt. Het college van bestuur legt verantwoording af aan alle betrokken stakeholders zowel intern als extern over de mate waarin de vastgestelde missie en doelstellingen worden gehaald.
4 Voorts heeft het college van bestuur voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht nodig voor het nemen van besluiten met betrekking tot:
a. het aangaan van financiële verplichtingen en samenwerkingsovereenkomsten welke niet binnen de begroting zijn opgenomen en waarvan het belang meer bedraagt dan een door de raad van toezicht vastgesteld en aan het college van bestuur medegedeeld bedrag;
b. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdbestek;
c. ingrijpende wijziging van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers in dienst van de stichting;
d. een aanvraag tot faillissement of van surséance van betaling;
e. (het doen van een voorstel tot) opheffing of afsplitsing van (een deel van) door de stichting in stand gehouden school;
f. het aangaan of verbreken van de duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de stichting of de in stand te houden school;
g. het vaststellen of wijzigen van het strategisch meerjarenplan.
h. het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5 Om de deskundigheid van het college van bestuur te vergroten, is ieder lid actief met persoonlijke ontwikkeling. Het functioneren van het college van bestuur wordt periodiek door de raad van toezicht beoordeeld.
6 Het college van bestuur stelt een klokkenluidersregeling op.
Artikel 9 College van Bestuur; vergadering en besluitvorming (bij meerdere leden)
1 In de vergaderingen van het college van bestuur heeft ieder lid van het college van bestuur één stem. Alle besluiten van het college van bestuur worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
2 In het geval de stemmen staken brengt het college van bestuur de raad van toezicht hiervan onverwijld schriftelijk op de hoogte. Binnen drie weken na ontvangst van deze schriftelijke mededeling overlegt de voorzitter van de raad van toezicht met het college van bestuur over het voorgenomen besluit. Na dit overleg neemt het college van bestuur alsnog een besluit. Indien dan alsnog de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
3 Het college van bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering
besluiten nemen, mits alle leden van het college van bestuur in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal leden van het college van bestuur zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
4 Elk lid van het college van bestuur, alsmede elk lid van de raad van toezicht, is bevoegd een vergadering van het college van bestuur bijeen te roepen.
5 De vergaderingen van het college van bestuur zijn openbaar voor zover het college van bestuur niet - gemotiveerd per agendapunt - beslist dat openbaarheid tegen het belang van de stichting is of een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van personen oplevert.
6 Van het verhandelde in de vergaderingen van het college van bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.
7 Het college van bestuur regelt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft bij reglement. In ieder geval wordt hierin een regeling voorzien betreffende de wijze van vergaderen en de wijze van besluitvorming. Het reglement dient vooraf te worden goedgekeurd door de raad van toezicht.
Artikel 10 Vertegenwoordiging
1 Het college van bestuur alsmede ieder lid van het college van bestuur afzonderlijk vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de WVO niet anders voortvloeit.
2 Het college van bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan
derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. De raad van toezicht geeft voorafgaand aan het besluit toestemming.
3 In het geval dat naar oordeel van de raad van toezicht sprake is van een verstrengeling van belangen en/ of tegenstrijdig belang tussen een lid of beide leden van het college van bestuur en de stichting, wordt de stichting vertegenwoordigd door een bijzondere vertegenwoordiger, door de raad van toezicht al dan niet uit zijn midden aangewezen.
Artikel 11 Toezicht op het bestuur
1 De raad van toezicht houdt toezicht op het college van bestuur. Dit geschiedt op de wijze en binnen de kaders als omschreven in deze statuten en de WVO.
2 De raad van toezicht is in ieder geval belast met de taken als omschreven in artikel 24e1 van de WVO.
3 De gemeenteraad, als externe toezichthouder, is in geval van ernstige taakverwaarlozing door het college van bestuur of functioneren in strijd met de WVO bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden overeenkomstig het bepaalde in artikel 42b lid 11 van de WVO.
Artikel 12 Raad van Toezicht
1 Onverminderd het bepaalde ten aanzien van de gemeenteraad in deze statuten en de WVO is het toezicht op het beleid van het college van bestuur en op de
algemene gang van zaken in de stichting opgedragen aan een raad van toezicht. De raad van toezicht bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven natuurlijke personen. De raad van toezicht bepaalt uit hoeveel leden de raad van toezicht bestaat.
2 De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de gemeenteraad. Benoeming geschiedt met inachtneming van een profielschets waarin de noodzakelijke competenties van de raad van toezicht en de afzonderlijke leden van de raad van toezicht worden beschreven.
3 De MR wordt door de raad van toezicht uitgenodigd om voor 1 zetel een bindende voordracht te doen.
4 De raad van toezicht doet aan de Gemeenteraad een voordracht voor de benoeming van de leden van de raad van toezicht.
5 Indien de raad van toezicht bestaat uit vijf of zes leden, worden twee leden bindend voorgedragen door de oudergeleding van de MR. Bij een raad van toezicht bestaande uit zeven leden, wordt de oudergeleding van de MR uitgenodigd om een bindende voordracht te doen van drie zetels.
6 De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftreden geschiedt volgens een door de raad van toezicht op te stellen rooster van aftreden. Een volgens rooster aftredend lid van de raad van toezicht is onmiddellijk herbenoembaar. Herbenoeming is slechts eenmaal
mogelijk. Een tussentijds benoemde kan maximaal 8 jaar lid van zijn van de raad van toezicht.
7 De raad van toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter aan.
8 Eventuele bezoldiging van leden van de raad van toezicht en onkostenvergoedingen aan leden van het college van bestuur en de raad van toezicht geschieden op basis van een door de raad van toezicht vastgesteld - en op hoofdlijnen in het jaarverslag openbaar gemaakt - reglement. Jaarlijks wordt door het college van bestuur uitdrukkelijk in de jaarrekening verantwoord welke bedragen op grond van deze regeling zijn uitgegeven.
9 Het college van bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de raad alle inlichtingen betreffende de
aangelegenheden van de stichting die deze mocht verlangen. De afspraken hierover worden in het toezichtkader vastgelegd. De raad van toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden, overige gegevensdragers en correspondentie van de stichting; het/de door de raad van toezicht aangewezen lid/leden van de raad heeft/hebben te allen tijde toegang tot alle bij de stichting in gebruik zijnde ruimten en terreinen, een en ander na overleg met de voorzitter van de raad van toezicht.
10 De raad van toezicht kan zich voor rekening van de stichting in de uitoefening
van zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen.
11 Een lid van de raad van toezicht mag niet:
a. als advocaat, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de stichting dan wel ten behoeve van de wederpartij van de stichting of van een andere bij het geschil betrokken partij;
b. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de stichting of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg;
c. een aanstelling hebben bij de stichting;
d. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de stichting als bedoeld in onderdeel e;
e. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:
i. het aannemen van werk ten behoeve van de stichting;
ii. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de stichting;
iii. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de stichting
iv. het verhuren van roerende zaken aan de stichting
v. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de stichting;
vi. het van de stichting onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;
vii. het onderhands huren of pachten van de stichting.
Onverminderd het bepaalde in dit lid waken de leden van raad van toezicht in algemene zin tegen verstrengeling van hun persoonlijke of zakelijke belangen met de belangen van de stichting.
12 Een lid van de raad van toezicht defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
c. door het verstrijken van de termijn vermeld in het rooster van aftreden;
x. door zijn ontslag verleend door de gemeenteraad;
e. door zijn ontslag hem verleend door de raad van toezicht bij besluit genomen met algemene stemmen van de in functie zijnde leden van de raad van toezicht met uitzondering van het betrokken lid.
13 In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallige raad van toezicht houdt zijn bevoegdheden. Bij ontstentenis van alle leden van
de raad van toezicht of van het enige (overgebleven) lid worden de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht waargenomen door de perso(o)n(en)
die daartoe door de gemeenteraad zijn of worden aangewezen. De gemeenteraad dient zo spoedig mogelijk nadat deze situatie is ontstaan hiervan schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. De wijze waarop de raad op de hoogte wordt gesteld dient bij reglement te worden vastgesteld.
Gaat de gemeenteraad niet binnen twee weken nadat zij van de gemelde situatie op de hoogte is gesteld tot een zodanige aanwijzing over dan wordt de raad van toezicht waargenomen door de persoon die daartoe door de
voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waar de stichting statutair is gevestigd, op verzoek van één of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.
14 Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de stichting, het belang van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden en het belang van de samenleving.
15 Conform de code voor goed bestuur als bedoeld in artikel 103 WVO heeft de raad van toezicht een klankbordfunctie voor het college van bestuur.
16 De raad van toezicht is belast met het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden, bezoldiging en kostenvergoedingen van de leden van het college van bestuur.
17 Leden van de raad van toezicht acteren zonder last of ruggespraak.
Artikel 13 Raad van Toezicht werkwijze
1 In de vergaderingen van de raad van toezicht heeft ieder lid één stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt de stemming bij de volgende vergadering opnieuw ingebracht. Indien de stemmen weer staken dan is het voorstel verworpen.
2 De raad van toezicht kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal leden zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
3 Elk lid van de raad van toezicht is bevoegd om gemotiveerd een vergadering van de raad van toezicht bijeen te roepen, na voorafgaande overleg met de voorzitter van de raad van toezicht.
4 De bijeenroeping van de vergaderingen van de raad van toezicht geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig uur. De vergaderingen worden gehouden ter plaatse binnen
Nederland, bij voorkeur in de gemeente waar de school staat, te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept. Indien wordt gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan de raad van toezicht niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige leden vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten.
5 Een lid van de raad van toezicht kan zich door een ander lid van de raad van toezicht ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Eén lid van de raad van toezicht kan slechts één medelid ter vergadering vertegenwoordigen.
6 De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad van toezicht; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
7 De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen
worden gehouden, met dien verstande dat stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
8 Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover wordt gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
9 Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden notulen gehouden door de ambtelijk secretaris. De
notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.
10 De raad van toezicht regelt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft bij reglement. In ieder geval wordt hierin een regeling voorzien betreffende de wijze van vergaderen en de wijze van besluitvorming.
11 Elk lid van het college van bestuur is bevoegd een vergadering van de raad van toezicht bijeen te roepen. Dit is voorzien van argumenten en is met de voorzitter van de raad van toezicht besproken.
Artikel 14 Boekjaar, jaarstukken
1 Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.
2 Het college van bestuur maakt jaarlijks, in overleg met de raad van toezicht,
een begroting op. Na de voorafgaande goedkeuring door de raad van toezicht wordt de begroting vervolgens vastgesteld door het college van bestuur. Het college van bestuur zendt binnen twee weken na vaststelling van de begroting doch uiterlijk 1 januari een afschrift daarvan aan de gemeenteraad.
3 Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van de stichting, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de raad van toezicht op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het college van bestuur een jaarrekening en een jaarverslag op over dat boekjaar. Bij het opmaken van het jaarverslag houdt het college van bestuur rekening met bepaalde in artikel 8.3 (doelstellingen) en legt het college van bestuur verantwoording af over het bepaalde in artikel 4.1 en 4.2 (specifieke kenmerken openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs). Bij het opmaken van de jaarrekening houdt het college van bestuur rekening met het bepaalde in artikel
7.10 en 12.8 (bezoldiging en onkostenvergoeding college van bestuurders en leden raad van toezicht). De jaarrekening moet worden goedgekeurd door de raad van toezicht. Het jaarverslag wordt ter informatie aan de gemeenteraad toegezonden. Het jaarverslag wordt openbaar gemaakt.
4 Het college van bestuur zendt binnen twee weken na vaststelling van de jaarrekening een afschrift daarvan aan de gemeenteraad.
5 De jaarrekening wordt ondertekend door ieder lid van het college van bestuur en ieder lid van de raad van toezicht. Indien de ondertekening van één of meer
van hen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt krachtens artikel 2:300 lid 2 BW.
6 De raad van toezicht draagt jaarlijks het college van bestuur op de jaarrekening te doen onderzoeken door een door de raad van toezicht aangewezen accountant.
Artikel 15 Statutenwijziging
1 Het college van bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. Het besluit tot statutenwijziging is voorts onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraden.
2 Het besluit van het college van bestuur tot statutenwijziging wordt genomen in een voltallige vergadering van het college van bestuur. Is de vergadering van het college van bestuur waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is niet voltallig, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen, ongeacht het aantal aanwezigen.
3 Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
4 Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Elk lid van het college van bestuur is bevoegd deze akte te doen verlijden.
5 De leden van het college van bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.
Artikel 16 Ontbinding en vereffening
1 Het college van bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit tot ontbinding is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. Het besluit tot ontbinding is voorts onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraden. Het bepaalde in artikel 15 lid 2 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van het college van bestuur tot ontbinding van de stichting.
2 Voorts is de gemeenteraad, in geval van ernstige taakverwaarlozing door het
college van bestuur of functioneren in strijd met de WVO als bedoeld in artikel 42b lid 11 van de WVO, bevoegd zo nodig de stichting te ontbinden.
3 Tenzij de raad van toezicht anders besluit, is het college van bestuur met de vereffening belast.
4 De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het op het kantoor van het door de Kamer van Koophandel
gehouden handelsregister.
5 De raad van toezicht stelt de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast.
6 Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
7 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het in lid 5 van het voorgaande artikel vermelde register.
Artikel 17 Juridische fusie en juridische splitsing
1 Het college van bestuur is bevoegd te besluiten tot juridische fusie en juridische splitsing van de stichting. Een dergelijk besluit is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en de gemeenteraad.
2 Het bepaalde in artikel 15 lid 2 is van overeenkomstige toepassing op besluiten van het college van bestuur tot fusie en splitsing.
Artikel 18 Overgangs- en slotbepalingen
1 In afwijking van het bepaalde in artikel 12, derde lid worden de huidige bestuursleden door de gemeenteraad benoemd als leden van de raad van toezicht;
2 In afwijking van het bepaalde in artikel 12, zesde lid eindigt de zittingstermijn bij de eerste raad van toezicht van één lid na één jaar en nogmaals één lid na twee jaren, in het geval de raad van toezicht uit vijf of zes leden bestaat. Bij een raad van toezicht bestaande uit zeven leden eindigt de zittingstermijn van één lid na één jaar en twee leden na twee jaar. De raad van toezicht maakt het aftreden van deze leden zichtbaar in het rooster bedoeld in artikel 12, zesde lid.
3 In alle gevallen waarin de bepalingen van deze statuten in strijd blijken te zijn met de wet, prevaleert de wet.
4 In alle gevallen de stichting betreffende waarin deze statuten niet voorzien,
beslist het college van bestuur. Het college van bestuur informeert de raad van toezicht zo snel mogelijk.