Oprichting coöperatie Zaaknummer: 2192140/AK Repertoriumnummer: 29598
Oprichting coöperatie Zaaknummer: 2192140/AK Repertoriumnummer: 29598
Heden, achtentwintig januari tweeduizend twintig, verschenen voor mij, meester
Xxxxxxxxx Xxxxxx, notaris te Haarlem:
1. de heer Xxx Xxxxxxxxxxx, geboren te Rotterdam op zeventien mei negentienhonderdtweeënvijftig (Paspoort nummer: XXX00XX00, uitgegeven te Haarlem op vijf oktober tweeduizend vijftien), wonende te 0000 XX Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxx 00;
2. de xxxx Xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, geboren te Oudewater op zes april negentienhonderdvijfenvijftig (Paspoort nummer: XX000X000, uitgegeven te Haarlem op zes maart tweeduizend achttien), gehuwd, wonende te 0000 XX Xxxxxxx, Heussensstraat 8.
3. de xxxx Xxxxx Xxxxxxx xxx Xxxxxx, geboren te Geldrop op zeven juni negentienhonderdtweeënzeventig (Paspoort nummer: XXXX000X0, uitgegeven te Haarlem op veertien november tweeduizend zeventien), gehuwd, wonende te 0000 XX Xxxxxxx, Xxxxxxxxxx 00;
4. de xxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx, geboren te Abcoude op tien juni negentienhonderdnegenenzestig (Paspoort nummer: XX0XX0000, uitgegeven te Haarlem op veertien september tweeduizend vijftien), gehuwd, wonende te 0000 XX Xxxxxxx, Xxx xxx Xxxxxxxxxx 00.
De verschenen personen verklaarden dat zij (hierna samen te noemen: 'de oprichters') bij deze akte een coöperatie oprichten met de volgende statuten.
STATUTEN
Artikel 1a - Definities
1. Onder de navolgende begrippen wordt in deze statuten verstaan:
aansluiting: een aansluiting van een in Nederland gelegen onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken op een Nederlands distributienet waaruit elektriciteit aan de verbruiker wordt geleverd, met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste driemaal tachtig ampère (3 maal 80A);
aanwijzing: de aanwijzing van de coöperatie als bedoeld in artikel 59a van de Wet belastingen op milieugrondslag;
kleinverbruikersaansluiting: een aansluiting tot maximaal driemaal tachtig ampère (3 maal 80A);
ondernemer: een ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968;
productie-installatie: een productie-installatie als bedoeld artikel 1 lid 1 onderdeel
ah van de Electriciteitswet;
postcodegebied: een gebied waarbinnen de postcodes in het postcodesysteem beginnen met hetzelfde getal van vier cijfers;
postcoderoos: een gebied dat gevormd wordt door aan elkaar grenzende postcodegebieden, bepaald aan de hand van het postcodegebied waar de productie-installatie staat;
postcodesysteem: het postcodesysteem als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j van de Postwet 2009 dat wordt gebruikt door de verlener van de universele postdienst, bedoeld in artikel 2, eerste lid onderdeel g van de Postwet 2009;
Regeling Verlaagd Tarief: de Regeling Verlaagd Tarief of hoe deze regeling in de toekomst ook moge heten dan wel een vergelijkbare regeling die daarvoor in de toekomst zal worden opgesteld;
schriftelijk: bij brief, fax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen op voorwaarde dat de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld (tenzij deze statuten anders bepalen).
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van de statuten tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
Artikel 1b - Interpretatie
1. Definitieaanduidingen die in het enkelvoud zijn aangegeven omvatten eveneens het meervoud en omgekeerd, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
2. Aan de titels en kopjes boven de bepalingen in deze statuten komt geen zelfstandige betekenis toe.
Artikel 2 – Naam en zetel
1. De coöperatie draagt de naam: KweekZon Coöperatieve Energie U.A.
2. De coöperatie is gevestigd te Haarlem.
Artikel 3 – Doel
1. De coöperatie heeft ten doel het bewerkstelligen van economische interactie tussen de coöperatie en de leden en het voorzien in de stoffelijke behoeften van de leden door middel van:
a. het op duurzame en ecologisch onschadelijke wijze produceren, doen produceren, leveren en doen leveren van energie, direct of indirect ten behoeve van de leden, alles in de ruimste zin;
b. de verwerving, oprichting en exploitatie ven een of meerdere duurzame productie-installatie(s) binnen een postcodegebied of aangrenzend postcodegebied;
c. het verkrijgen en behouden van de aanwijzing;
en voorts al hetgeen met het bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
2. De coöperatie voorziet in de stoffelijke behoeften van haar leden op grond van
overeenkomsten, met hen gesloten in het bedrijf dat de coöperatie uitoefent of doet uitoefenen.
3. De coöperatie is niet bevoegd om verplichtingen aan te gaan die direct ten laste van haar leden komen.
4. De coöperatie heeft niet de bevoegdheid om eenzijdig rechten en verplichtingen uit hoofde van de ledenovereenkomst, die zij is aangegaan in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van de leden uitoefent, te wijzigen, te herroepen of over te dragen.
Artikel 4 – Voorwaarden waar leden aan moeten voldoen
1. Leden kunnen zijn:
x. xxxxxxxxxxxxx natuurlijke personen;
b. rechtspersonen (indien dit lid een ondernemer is) of;
c. (personen)vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (indien dit lid een ondernemer is), met een kleinverbruikersaansluiting, die een ledenovereenkomst hebben gesloten met de coöperatie en die wonen (dan wel bedrijf voeren) in een onroerende zaak die (a) een aansluiting heeft in de postcoderoos van de product-installatie en (b) in hoofdzaak dient tot gebruik als woning of ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf of beroep.
2. Het lidmaatschap van de coöperatie is niet voor overdracht vatbaar.
3. Het lidmaatschap van een personenvennootschap betekent het lidmaatschap van de gezamenlijke vennoten. Het samenwerkingsverband wordt daarbij beschouwd als één lid. De lidmaatschapsrechten van het samenwerkingsverband kunnen alleen worden uitgeoefend door een vennoot die bestuursbevoegdheid heeft. De vennoten van het samenwerkingsverband wijzen een van hen aan als de vennoot die namens het samenwerkingsverband de lidmaatschapsrechten zal uitoefenen.
4. Het lidmaatschap van een rechtspersoon die door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, gaat over op de verkrijgende rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving over op één van de verkrijgende rechtspersonen, tenzij een van de leden bezwaar maakt tegen zulke overgang onder algemene titel. Indien de totstandkoming van een fusie of splitsing van een lid bekend is gemaakt aan de coöperatie, zal het bestuur onmiddellijke alle leden hierover informeren, waarbij aan ieder lid de mogelijkheid wordt gegeven bezwaar te maken tegen zodanige fusie of splitsing. Indien binnen vier (4) weken nadat de in de vorige volzin genoemde mededeling is gedaan, geen van de leden het bestuur schriftelijk van bezwaar in kennis heeft gesteld, wordt aangenomen dat géén van de leden bezwaar heeft tegen zodanige fusie of splitsing. Wordt binnen de genoemde periode schriftelijk bij het bestuur bezwaar gemaakt door een lid door middel van een schriftelijke mededeling dan zal het betreffende lidmaatschap eindigen.
Artikel 5 – Aanvraag, toelating, schorsing en administratie van het lidmaatschap
1. Het lidmaatschap wordt schriftelijk aangevraagd bij het bestuur onder
verstrekking van alle door het bestuur verlangde gegevens. Binnen één maand na ontvangst van de aanvraag van het lidmaatschap wordt beslist over toelating of niet-toelating door het bestuur.
De geschriften waarbij het lidmaatschap wordt aangevraagd, worden gedurende ten minste tien jaren door het bestuur bewaard. Deze geschriften hoeven niet te worden bewaard voor zover het betreft degenen van wie het lidmaatschap kan blijken uit een door hen ondertekende, gedagtekende verklaring in de administratie van de coöperatie.
2. Indien de aanvraag door een ondernemer wordt gedaan zal het bestuur niet besluiten tot toelating van de aanvrager indien zijn participatie in de coöperatie hoger is dan toegestaan in artikel 59a lid 3 van de Wet belastingen op milieugrondslag, tenzij het bestuur er zich van heeft vergewist dat toelating van de aanvrager niet zal leiden tot intrekking van de aanwijzing.
3. De toelating of niet-toelating als lid wordt schriftelijk bericht aan de aanvrager. Bij toelating wordt de aanvrager ook bericht onder welk nummer hij in de administratie van de coöperatie is ingeschreven.
Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. De algemene vergadering kan haar bevoegdheden hiertoe delegeren aan een door haar ingestelde commissie. Die commissie bestaat uit ten minste drie personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.
Het orgaan dat tot toelating beslist, bepaalt ook de aanvangsdatum van het lidmaatschap.
4. Het bestuur houdt een ledenlijst bij, waarop de namen van de leden zijn vermeld. De ledenlijst ligt ten kantore van de coöperatie of een door het bestuur te bepalen andere geschikte plaats voor de leden ter inzage, doch uitsluitend voor zover het betreft de namen en adressen van de leden. Elke aantekening in het ledenregister en elk uittreksel daaruit wordt getekend door een bestuurder.
Het bestuur kan naast de ledenlijst meer gegevens bijhouden van haar leden in het ledenregister.
Bij een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid neemt het bestuur in het ledenregister de naam en het adres op van degene die namens het samenwerkingsverband de lidmaatschapsrechten zal uitoefenen.
5. Ieder lid, rechtsopvolgers onder algemene titel van een overleden lid daaronder begrepen, heeft de verplichting de coöperatie kennis te geven van:
a. iedere overgang van het lidmaatschap;
b. iedere wijziging in zijn adres en postcode en andere relevante informatie.
Een lid dat tijdens zijn lidmaatschap de hoedanigheid van ondernemer verkrijgt of verliest doet daarvan onverwijld schriftelijk mededeling aan het bestuur.
6. Als een lid heeft ingestemd met de oproeping tot een algemene vergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.
7. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst als een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie, of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn lidmaatschapsrechten niet uitoefenen. Zijn lidmaatschapsverplichtingen blijven bestaan.
8. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan dat lid tegen dat besluit in hoger beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.
Artikel 6 – Overdracht, overgang en einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in lid 2 en 3 van dit artikel:
a. indien het lid:
- een rechtspersoon is: doordat die rechtspersoon ophoudt te bestaan; of
- een vennootschap die geen rechtspersoon is: door ontbinding van de desbetreffende vennootschap;
- partij is bij een juridische fusie of splitsing en een ander lid uit tijdig bezwaren met in achtneming van het bepaalde in artikel 4 lid 5;
b. door overlijden van een lid natuurlijk persoon;
c. door opzegging door het lid;
d. door verhuizing buiten de grenzen van het werkterrein van de coöperatie.
Bij verhuizing eindigt het lidmaatschap voorafgaand aan het moment waarop het lid niet meer aan de voorwaarden voor het lidmaatschap als bedoeld in artikel 4;
e. opzegging door de coöperatie. Zodanige opzegging kan geschieden wanneer:
(i) een lid heeft opgehouden te volden aan de vereisten door deze statuten voor het lidmaatschap gesteld;
(ii) een lid dat voorheen niet kwalificeerde als ondernemer die hoedanigheid verkrijgt en zijn participatie in de coöperatie hoger is dan toegestaan in artikel 59 lid 3 van de Wet belastingen op milieugrondslag én de inspecteur bedoeld in de Uitvoeringsregeling wet belastingen op milieugrondslag in verband daarmee de aanwijzing intrekt of wijzigt of te kennen geeft daartoe te zullen overgaan;
(iii) een lid zijn verplichtingen, ook na daartoe alsnog in de gelegenheid te zijn gesteld, overeenkomstig deze statuten niet nakomt; of
(iv) indien van de coöperatie redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
f. ontzetting. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie handelt, of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging door de coöperatie geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie kan alleen schriftelijk plaatsvinden en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste een maand.
Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan alleen schriftelijk plaatsvinden en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste een maand.
In de gevallen in de twee voorgaande zinnen bedoeld, eindigt het lidmaatschap met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de opzegging heeft plaatsgevonden.
Opzegging kan met onmiddellijke ingang als redelijkerwijs van de coöperatie of het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Het bestuur zal met inachtneming van deze statuten elke beëindiging door een lid schriftelijk erkennen.
De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd.
4. Een lid kan zich door opzegging niet onttrekken aan een besluit waardoor de in artikel 7 vermelde verplichtingen van de leden worden verzwaard, tenzij de verzwaring betreft het wijzigen van de aansprakelijkheid bij een tekort na ontbinding van de coöperatie.
5. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is meegedeeld. In dat geval blijft hij de oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd.
Het lid dat de opzegging doet, ontvangt daarvan binnen veertien dagen een schriftelijke erkenning van het bestuur.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting.
Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie, of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.
De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
7. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid tegen dat besluit in beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid waarvan het lidmaatschap is opgezegd, geschorst.
8. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting wordt niet voldaan als de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd.
9. Bij beëindiging van het lidmaatschap door een lid zal het saldo van de
lidmaatschapsrekening van dat lid worden terugbetaald op een door het bestuur vast te stellen tijdstip.
Artikel 7 – Rechten en Verplichtingen van de leden
1. Leden hebben het recht om:
a. het leden register te raadplegen;
b. de opgestelde jaarrekening en andere door de wet vereiste aanvullende informatie in te zien en, indien gewenst, kosteloos een kopie van voornoemde documenten te ontvangen.
2. De leden zijn verplicht overeenkomsten te sluiten in het bedrijf dat de coöperatie uitoefent of doet uitoefenen. Deze overeenkomsten kunnen door het bestuur worden gewijzigd als:
- de algemene vergadering daar vooraf goedkeuring voor verleent; en
- de coöperatie deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze heeft voorbehouden.
3. De leden betalen een jaarlijkse contributie. De hoogte van de contributie wordt jaarlijks vastgesteld door de algemene vergadering. De leden kunnen daarbij in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.
4. De algemene vergadering kan aan de leden entreegeld opleggen.
Het entreegeld behoort tot het eigen vermogen van de coöperatie en wordt bij uittreding niet terugbetaald.
5. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie of het entreegeld in gedeelten kan worden betaald en kan daaraan voorwaarden verbinden. Aan een besluit van de algemene vergadering tot het opleggen van entreegeld kan geen terugwerkende kracht worden verleend.
6. Als het lidmaatschap in de loop van het boekjaar eindigt, blijven de contributie, het nog niet betaalde entreegeld en de nog niet betaalde heffingen als bedoeld in lid 7 voor het geheel verschuldigd.
7. Elke aansprakelijkheid van leden of oud-leden voor een tekort na ontbinding van de coöperatie is uitgesloten.
8. De leden die met de coöperatie een ledenovereenkomst zijn aangegaan, zijn verplicht tot het doen van een bijdrage in het vermogen van de coöperatie ten einde de coöperatie in staat te stellen het bedrijf uit te oefenen of te doen uitoefenen. Onder ledenovereenkomst wordt verstaan de tussen de coöperatie en lid gesloten overeenkomst zoals bepaald in de wet, bevattende onder andere de verhouding tussen het lid en de coöperatie, alsmede de verplichtingen van het betreffende lid.
De coöperatie houdt voor ieder lid een ledenrekening aan waarop het ledenkapitaal van het betreffende lid wordt geadministreerd en het betreffende lid wordt gecrediteerd voor door hem of haar gestort ledenkapitaal. Op de ledenrekening wordt geen rente vergoed.
9. Na het beëindigen van het lidmaatschap van de coöperatie zullen slechts
terugbetalingen en uitkeringen verschuldigd zijn indien en voor zover bij deze statuten of een reglement bepaald.
Artikel 8 – Bestuur: samenstelling en benoeming
1. De coöperatie wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen.
De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast.
Het bestuur heeft een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
Voor ieder van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen.
Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.
2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden.
Deze benoeming vindt plaats uit de leden van de coöperatie dan wel uit de bestuurders van de leden-rechtspersonen van de coöperatie, dan wel uit personen die namens een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 3 lid 1 de lidmaatschapsrechten kunnen uitoefenen.
3. De benoeming van bestuursleden vindt plaats uit een voordracht. Het bestuur is bevoegd een voordracht op te maken.
De voordracht moet ten minste twee personen voor elke te vervullen plaats bevatten.
De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld.
De voordracht is niet bindend.
4. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vijf jaar. Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar.
Als een bestuurder wordt benoemd in een tussentijdse vacature neemt hij op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
Artikel 9 – Bestuur: einde functie, schorsing
1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:
- door aftreden van een bestuurslid;
- door verloop van de termijn waarvoor het bestuurslid is benoemd;
- door overlijden van een bestuurslid;
- door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
- als de bestuurder niet meer voldoet aan de vereisten als opgenomen in artikel 8 lid 2 om als bestuurder te kunnen worden benoemd;
- door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de algemene vergadering genomen met een meerderheid van ten minste twee / derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee / derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is;
- wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt.
2. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst. Deze schorsing vindt plaats bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee / derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee / derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman laten bijstaan.
Artikel 10 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming
1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
2. Op de bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur zijn de artikelen 16 tot en met 19 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12 – Bestuur: taken en bevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie. Iedere bestuurder is tegenover de coöperatie verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de coöperatie en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de coöperatie, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de coöperatie kunnen worden gekend.
Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
2. De algemene vergadering kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de algemene vergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur meegedeeld.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.
Artikel 13 – Vertegenwoordiging
1. Tot vertegenwoordiging van de coöperatie zijn bevoegd:
- het gehele bestuur samen;
- twee gezamenlijk handelende bestuurders, van wie ten minste één moet zijn de voorzitter, de secretaris of de penningmeester.
Een individuele bestuurder kan de coöperatie niet vertegenwoordigen, tenzij het bestuur uit één bestuurder bestaat.
2. De in het vorige lid van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de coöperatie bestaat ook als tussen de coöperatie en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat.
3. Het bestuur kan verder besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de coöperatie binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
4. In alle gevallen waarin de coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de coöperatie te vertegenwoordigen.
Artikel 14 – Boekjaar, verslaggeving en verantwoording
1. Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt deze voor de leden ter inzage op het kantoor van de coöperatie.
Binnen deze termijn legt het bestuur ook het bestuursverslag ter inzage van de leden, tenzij de artikelen 2:395a lid 6, 2:396 lid 7, 2:403 of 2:58 lid 5 Burgerlijk Wetboek voor de coöperatie gelden.
De leden kunnen de stukken als bedoeld in dit lid inzien op het kantoor van de coöperatie en er kosteloos een afschrift van krijgen uiterlijk vanaf de dag van de oproeping voor de algemene vergadering als bedoeld in lid 7 van dit artikel.
3. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
4. De algemene vergadering kan, en indien daartoe wettelijk verplicht aan een registeraccountant of andere deskundige als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek dan wel een organisatie waarin zodanige deskundigen samenwerken, de opdracht verlenen tot onderzoek van de opgemaakte jaarrekening. Gaat de algemene vergadering daartoe niet over, dan is het bestuur verplicht de opdracht te verlenen. De algemene vergadering kan de opdracht te allen tijde intrekken en deze aan een andere deskundige verlenen.
5. De deskundige brengt over zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en de algemene vergadering. De deskundige geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.
6. Voor de gevallen waarin de wet dat toestaat, kan het verlenen van de in lid 4 van dit artikel bedoelde opdracht achterwege blijven.
Wordt over de getrouwheid van de stukken aan de algemene vergadering geen verklaring als bedoeld in lid 5 van dit artikel overgelegd, dan worden voorafgaand aan de algemene vergadering als bedoeld in lid 7 van dit artikel de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie.
Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de stukken die daarop betrekking hebben en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.
De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
7. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering die het bestuur uiterlijk een maand na afloop van de in lid 2 van dit artikel bedoelde termijn doet houden.
Nadat het voorstel tot vaststelling van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om kwijting te verlenen aan de bestuurders voor het door hen in het betreffende boekjaar gevoerde beleid, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening of het bestuursverslag blijkt of dat beleid aan de algemene vergadering bekend is gemaakt.
Artikel 15 – De algemene vergadering: bevoegdheid en jaarvergadering
1. Aan de algemene vergadering komen in de coöperatie alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt de algemene vergadering als bedoeld in artikel 14 lid 7 - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;
b. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar;
c. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur;
d. de benoeming van een deskundige of de leden van de controlecommissie voor het nieuwe boekjaar;
e. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan; en
f. de voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Uiterlijk één maand voor het verstrijken van het boekjaar legt het bestuur de begroting voor het komende boekjaar ter inzage voor de leden.
Artikel 16 – De algemene vergadering: oproeping
1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur.
Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.
Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt ook voldaan als het verzoek elektronisch is vastgelegd.
2. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van een schriftelijk bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister.
De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.
3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
4. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.
5. Als de bijeenroeping van de algemene vergadering niet op de juiste wijze plaatsvond, kan de algemene vergadering niettemin een rechtsgeldig besluit nemen als het bestuur voorkennis heeft van dat besluit en dat besluit eenstemmig wordt genomen door alle leden.
Het bepaalde in de eerste zin van dit lid is van overeenkomstige toepassing op besluitvorming door de algemene vergadering als onderwerpen worden behandeld die niet op de agenda zijn vermeld.
Artikel 17 – De algemene vergadering: toegang en stemrecht
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de coöperatie. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
2. Ieder gewoon lid heeft één stem. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen.
Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd.
Een lid kan niet meer dan drie andere leden vertegenwoordigen.
Artikel 18 – De algemene vergadering: besluitvorming
1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en
vertegenwoordigde leden, in een vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
Xxxxxx en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum.
2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, zal een nieuwe stemming plaatsvinden. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, wordt bij een tussenstemming beslist tussen welke personen wordt herstemd.
Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen.
5. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen.
Schriftelijke stemming vindt plaats bij ongetekende, gesloten stembriefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.
6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis van het bestuur is genomen.
7. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.
Artikel 19 – De algemene vergadering: leiding en notulen
1. Een algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter.
Ontbreekt de voorzitter, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen
gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.
Artikel 20 – Winst
1. Voor zover de winst niet wordt gereserveerd en aan de winst geen andere bestemming wordt gegeven, wordt deze tot ledendividend bestemd en wordt deze uitgekeerd aan hen die in het betreffende boekjaar lid waren. Ledendividend dat niet binnen vijf jaren na vaststelling is opgeëist, vervalt aan de coöperatie.
2. Tenzij de algemene vergadering anders bepaalt, mogen uit de algemene reserve geen uitkeringen aan de leden plaatsvinden.
3. Op voorstel van het bestuur kan door de algemene vergadering een speciale bestemming aan de winst worden gegeven.
Artikel 21 – Statutenwijziging
1. De statuten van de coöperatie kunnen worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten wordt gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld.
2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee / derde van de uitgebrachte stemmen.
In die vergadering moet ten minste twee / derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een nieuwe algemene vergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste twee / derde van de uitgebrachte stemmen, onafhankelijk van het aantal op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij de oproeping voor de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het aantal op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden.
De hiervoor bedoelde tweede vergadering wordt niet eerder dan twee weken en niet later dan vier weken na de eerste vergadering gehouden.
4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat die in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.
Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.
Artikel 22 – Fusie, splitsing, omzetting
Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de algemene vergadering tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.
Artikel 23 – Ontbinding
1. De coöperatie kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld.
Als de coöperatie op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het handelsregister.
De boeken en stukken van de ontbonden coöperatie blijven gedurende de door de wet voorgeschreven periode nadat de coöperatie heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
2. De coöperatie wordt bovendien ontbonden door:
- insolventie nadat de coöperatie in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
- een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet vermelde gevallen.
Artikel 24 – Vereffening
1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de coöperatie, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de coöperatie zich in liquidatie.
De coöperatie blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
In stukken en aankondigingen die van de coöperatie uitgaan, moet ‘in liquidatie’ aan de naam van de coöperatie worden toegevoegd.
3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit. Bij het ontbreken daarvan wordt het batig saldo uitgekeerd aan de leden overeenkomstig de wet.
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
De coöperatie houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister.
Artikel 25 – Reglementen
1. De algemene vergadering kan op voorstel van het bestuur een of meer reglementen vaststellen.
2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van het bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen.
Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.
SLOTVERKLARINGEN
De verschenen personen verklaarden ten slotte:
Toetreding
De oprichters treden bij deze toe als leden van de coöperatie, welke toetreding door de coöperatie wordt aanvaard.
Eerste bestuur
Het eerste bestuur bestaat uit vier leden.
In afwijking van de in de statuten voorgeschreven procedure worden voor de eerste maal tot bestuurslid benoemd:
1. de heer Xxx Xxxxxxxxxxx, voornoemd, in de functie van voorzitter;
2. de xxxx Xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, voornoemd in de functie van secretaris;
3. de xxxx Xxxxx Xxxxxxx xxx Xxxxxx, voornoemd in de functie van penningmeester;
4. de xxxx Xxxxx Xxxxxxx, voornoemd in de functie van bestuurslid.
Eerste boekjaar
Het eerste boekjaar van de coöperatie eindigt op eenendertig december tweeduizend twintig (31-12-2020).
Adres
Het eerste adres van de coöperatie is 0000 XX Xxxxxxx, Heussensstraat 8.
Inschrijving in het handelsregister
Het bestuur zorg voor onmiddellijke eerste inschrijving van de coöperatie in het handelsregister, om te voorkomen dat de bestuursleden hoofdelijk aansprakelijk blijven voor verbintenissen van de coöperatie.
WOONPLAATSKEUZE
Partijen kiezen voor alles wat deze akte betreft woonplaats op het kantoor van de bewaarder van deze akte.
AANGEHECHTE STUKKEN
Aan deze akte worden geen stukken gehecht.
SLOT
Deze akte is verleden te Haarlem op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
De inhoud van de akte is aan hen opgegeven en toegelicht. De verschenen personen hebben verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te stemmen. Vervolgens is de akte beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend.