Algemene Huurvoorwaarden
Algemene Huurvoorwaarden
Zelfstandige Woonruimte
Algemeen
Artikel 1
1. Deze algemene huurvoorwaarden ma- ken deel uit van de huurovereenkomst waarin zij van toepassing zijn verklaard. Indien de bepalingen van dehuurovereen- komst afwijken van deze algemene huur- voorwaarden, gaan de bepalingen van de huurovereenkomst voor.
2. Indien het gehuurde zich bevindt in een gebouw of complex dat is of wordt gesplitst in appartementsrechten, gaan de bepalin- gen die voortvloeien uit de splitsingsakte, statuten en reglementen vóór op deze al- gemene bepalingen voor zover deze rege- lingen daarvan afwijken.
3. Wijzigingen van de huurovereenkomst of de algemene huurvoorwaarden kunnen slechts schriftelijk worden overeengeko- men.
4. Deze algemene huurvoorwaarden ver- plichten partijen tot naleving van de be- palingen van de wet met betrekking tot verhuur en huur van woonruimte voor zo- ver daarvan in deze huurvoorwaarden niet wordt afgeweken.
5. De algemene huurvoorwaarden zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in de huurovereenkomst uitdrukkelijk is afgeweken, of toepassing ervan ten aan- zien van het gehuurde niet mogelijk is.
Meer dan één huurder
Artikel 2
1. De in de aanhef van de huurovereen- komst genoemde huurders hebben elk een zelfstandig en volledig recht van huur dat zij gelijktijdig en met eerbiediging van el- kaars rechten uitoefenen.
2. Elk van de huurders is hoofdelijk aan- sprakelijk voor het gehele bedrag van de huurprijs én voor de nakoming van alle overige verplichtingen die uit deze over- eenkomst, de Algemene Huurvoorwaarden en de wet voortvloeien.
3. De huurprijs en de bijkomende kosten die uit de overeenkomst voortvloeien zijn slechts enkelvoudig verschuldigd.
4. Indien de overeenkomst ten aanzien van één of een aantal huurders eindigt, blijft (blijven) de andere huurder(s) het volledige bedrag van de huurprijs en de bijkomende kosten verschuldigd.
5. Om de overeenkomst ten aanzien van beide (alle) huurders te doen eindigen, moet de opzegging aan of door elk van hen geschieden. Beide (alle) huurders kunnen derhalve slechts gezamenlijk de huur opzeggen, tenzij verhuurder uitdruk- kelijk schriftelijk instemt met een opzeg- ging door één van de huurders.
6. Indien verhuurder op grond van een wettelijke dan wel contractuele regeling verplicht is tot het verrichten van een prestatie jegens huurder, bevrijdt nako- ming aan één van de in de aanhef van de huurovereenkomst genoemde huurders, verhuurder van haar verplichting.
Ter beschikking stelling en aanvaarding van de woning
Artikel 3
1. Verhuurder zal het gehuurde op de daartoe overeengekomen datum ter be- schikking stellen aan huurder. Het gehuur- de wordt door verhuurder opgeleverd en door de huurder aanvaard in goede staat, zonder gebreken tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
2. Indien het gehuurde op de overeengeko- men datum niet door de vorige huurder zal blijken te zijn ontruimd, dan zal dat aan de zijde van de verhuurder overmacht ople- veren zodat eventuele schade die dienten- gevolge voor de huurder mogelijk ontstaat niet op de verhuurder zal kunnen worden verhaald. Verhuurder is in dat geval ge- houden om onverwijld die maatregelen te treffen die een verdere vertraging tot een minimum beperken.
3. Indien een verandering of toevoeging aan het gehuurde door de vorige huurder ten behoeve van de huurder is achterge- laten, en deze wijziging een voor de be- woning wezenlijke en noodzakelijke voor- ziening betreft en deze voorziening op redelijke wens van de huurder door de ver- huurder dient te worden vervangen, dan zal verhuurder in dat geval de voorziening slechts op standaardniveau vervangen.
Huurprijs en heffingen
Artikel 4
1. De huurprijs wordt jaarlijks op de door de overheid daarvoor bepaalde datum ge- wijzigd overeenkomstig de bij of krachtens de wet bepaalde wijze. Voor huurwonin- gen in de sociale sector wordt jaarlijks een maximale huurprijsverhoging vastgesteld. Domijn heeft de bevoegdheid om een in- komensafhankelijke huurverhoging door te voeren.
2. Indien het huurobject een huurprijsge- liberaliseerde woonruimte is zal de huur- prijs jaarlijks op de door de overheid voor niet-huurprijsgeliberaliseerde woonruimte bepaalde datum worden aangepast aan de hand van de Consumentenprijsindex- cijfers (CPI), Alle Huishoudens, op basis van 2015 = 100, als gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze aanpassing wordt uitgevoerd door telkens de tot de datum van aanpassing geldende huurprijs te vermenigvuldigen met een breukgetal, waarvan de teller is het jaarprijsindexcijfer, geldende voor het laatst verstreken kalenderjaar voor de da- tum van ingang van de aangepaste huur- prijs, en de noemer is het jaarprijsindex- cijfer, geldende voor het aan dat laatst verstreken kalenderjaar voorafgegane ka- lenderjaar. Een huurprijsgeliberaliseerde woonruimte is een huurobject bedoeld in artikel 7:247 BW. Het bestaat uit een zelf- standige woning met bij de aanvang van deze huurovereenkomst een huurprijs die hoger is dan het krachtens artikel 3 lid 2 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vastgestelde bedrag. De verhoging van huurprijs geschiedt automatisch, dus zon- der dat daarvoor een aanzegging nodig is.
3. Aanpassing van de huurprijs als in lid 2 bedoeld vindt echter niet plaats, indien zij zou leiden tot verlaging van de gelden- de huurprijs. Doet zich dit geval voor, dan vindt eerst weer aanpassing van de huur- prijs plaats, indien en zodra het jaarprijsin- dexcijfer voor het laatst verstreken kalen- derjaar voor een aanpassingsdatum hoger ligt dan het bij de laatste geëffectueerde aanpassing als teller gebruikte jaarprijsin- dexcijfer en wel enkel in dat geval door hantering van het eerstbedoelde jaarprijs- indexcijfer als teller en het laatstbedoel- de jaarprijsindexcijfer als noemer; hierna wordt het hiervoor bepaalde dan weer van toepassing.
4. Voor rekening van huurder komen alle wettelijk toegestane belastingen, heffin- gen, rechten en dergelijke die van over- heidswege worden opgelegd in verband met het gebruik c.q. de bewoning van het gehuurde en, voor zover van toepassing,
het medegebruik van de gemeenschappe- lijke ruimtes. Hiertoe worden in elk geval maar niet uitsluitend voor de toepassing van deze bepaling gerekend eventuele als belasting geheven rioolheffing als bedoeld in artikel 228a Gemeentewet, eventueel door de gemeente als retributie berekend rioolrecht, verdere gemeentelijke mili- euheffingen of -rechten, zoals reinigings- heffing of -recht en afvalstoffenheffing, eventuele verdere geheven rechten als bedoeld in artikel 229 Gemeentewet, en door waterschappen geheven verontrei- nigingsheffing en andere bijdragen, om- slagen of lasten. Dit geldt onverschillig of deze belastingen, heffingen, rechten en dergelijke (zoals bedoeld in de eerste zin) bij huurder of bij verhuurder worden geïnd
c.q. gefactureerd. De verhuurder zal deze belastingen, heffingen, rechten en derge- lijke maandelijks in rekening brengen aan de huurder indien deze belastingen, hef- fingen, rechten en dergelijke bij verhuur- der worden gefactureerd c.q. geïnd. Het bedrag kan jaarlijks, tussentijds, worden aangepast. Op verzoek van de huurder zal de verhuurder een specificatie verstrek- ken.
Servicekosten
Artikel 5
1. Huurder betaalt maandelijks een voor- schotbedrag met betrekking tot service- kosten. Jaarlijks verstrekt verhuurder aan huurder een overzicht van de in dat kalen- derjaar in rekening gebrachte kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.
2. Verschillen tussen de gemaakte kosten en de door huurder als voorschot betaal- de kosten voornutsvoorzieningen met een individuele meter en servicekosten zullen daarbij door de verhuurder met de huur- der worden verrekend, tenzij het een ver- goeding betreft voor een door verhuurder ingesteld fonds. Met betrekking tot deze fondsen geldt dat het door huurder be- taalde voorschot gelijk wordt gesteld met de eindafrekening; er vindt derhalve geen
verrekening plaats.
3. Het tussen verhuurder en huurder gel- dende maandelijkse voorschotbedrag kan, behoudens een tussen partijen aangegane nadere overeenkomst, slechts worden ver- hoogd met ingang van de eerste maand, volgende op de maand waarin het in het eerste lid van dit artikel bedoelde over- zicht is verstrekt.
4. Over de ontvangen voorschotten en be- taalde kosten wordt geen rente vergoed respectievelijk in rekening gebracht.
5. Huurder is gebonden aan een wijziging van de levering van service, dan wel een wijziging van de berekeningsmethodiek van de geleverde service, en het daarbij behorende gewijzigde voorschotbedrag, indien die wijziging betrekking heeft op service die slechts aan een aantal huurders gezamenlijk geleverd kunnen worden en tenminste 70% van die huurders daarmee heeft ingestemd. Een huurder die niet met de wijziging heeft ingestemd, kan binnen acht weken na de schriftelijke kennisge- ving van de verhuurder dat overeenstem- ming is bereikt met tenminste 70% van de huurders, een beslissing van de rechter vorderen omtrent de redelijkheid van het voorstel.
6. Indien niet tenminste 70% is bereikt, is huurder voorts gebonden aan een wij- ziging van de levering van service, dan wel een wijziging van de berekeningsme- thodiek van de geleverde service, en het daarbij behorende gewijzigde voorschot- bedrag, indien:
a) het belang van verhuurder bij de wij- ziging zodanig is dat huurder - in rede- lijkheid de belangen van beide partijen in aanmerking genomen- zijn toestemming daaraan niet mag onthouden;
en
b) verhuurder huurder over de wijziging tijdig heeft geïnformeerd en met huurder, de eventueel aanwezige bewonerscom- missie, en indien nodig de huurdersorga- nisatie, overleg heeft gevoerd.
Verplichtingen verhuurder
Artikel 6
1. Verhuurder is verplicht op verlangen van huurder gebreken aan het gehuur- de te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven om- standigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen, dan wel voor zover deze ingevolge de wet, de huurover- eenkomst of het gebruik, voor rekening van huurder komen.
2. Onverminderd de gevolgen van niet-na- koming van de verplichting van het eer- ste lid van dit artikel, is verhuurder slechts verplicht tot vergoeding van de door een gebrek veroorzaakte schade, indien het gebrek na het aangaan van de overeen- komst is ontstaan en aan hem is toe te re- kenen, alsmede indien het gebrek bij het aangaan van de overeenkomst aanwezig was en de verhuurder het toen kende of had behoren te kennen, of toen aan huur- der heeft te kennen gegeven dat het ge- huurde het gebrek niet had.
Verplichtingen huurder
Artikel 7
1. Huurder voldoet de te betalen huurprijs en servicekosten in zijn geheel, bij voor- uitbetaling, vóór de eerste van de maand door betaling van het verschuldigde be- drag op de door verhuurder aangegeven wijze.
2. Vanaf de eerste dag van de maand is huurder voor de termijn voor die maand in verzuim, zonder dat daartoe een aanma- ning, sommatie of ingebrekestelling no- dig zal zijn. Xxxxxxx is vanaf dat moment de wettelijke rente verschuldigd. Huurder is op dat moment tevens een boete ver- schuldigd zoals bedoeld en gespecificeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
3. Verrekening door huurder is uitgeslo- ten, behoudens in het geval van artikel 7:206 lid 3 Burgerlijk Wetboek.
4. Het is huurder slechts met voorafgaan- de schriftelijke toestemming van ver- huurder toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven, dan wel het gehuurde op internet of anderszins aan derden te huur of gebruik aan te bieden, bijvoorbeeld via websites als www. xxxxxx.xx of xxx.xxxxxxxxxxx.xx. Een ver- zoek tot toestemming dient schriftelijk te worden gedaan, onder vermelding van de naam van de onderhuurder, de onderhuurprijs en de ingangsdatum van de onderhuurovereenkomst. Verhuurder is bevoegd aan zijn toestemming voorwaar- den te verbinden. Indien huurder in strijd met het vorenstaande handelt, dan is huurder ten behoeve van verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete verschul- digd zoals bedoeld en gespecificeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huur- overeenkomst). Tevens kan een dergelijke overtreding leiden tot een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst.
5. Indien huurder zonder voorafgaande toestemming van verhuurder het gehuur- de geheel of gedeeltelijk heeft onderver- huurd, in huur heeft afgestaan of aan derden in gebruik heeft gegeven, rust de bewijslast dat huurder onafgebroken het hoofdverblijf in het gehuurde heeft behou- den, op huurder.
6. Voor ongeoorloofde onderhuur geldt voorts dat huurder alle door onderhuur verkregen inkomsten aan verhuurder dient af te dragen.
7. In verband met controle door verhuur- der van de naleving van de verplichtingen van huurder op grond van deze Algemene Huurvoorwaarden, zal huurder verhuurder, na voorafgaand verzoek, in het gehuur- de toelaten. Onder verhuurder wordt mede verstaan: de door of namens verhuurder aangewezen personen, na deugdelijke legi- timatie. Indien huurder voormelde bepaling overtreedt, dan is huurder ten behoeve van
verhuurder een onmiddellijk opeisbare boe- te verschuldigd zoals bedoeld en gespecifi- ceerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
8. Huurder is vanaf aanvang van de huur- overeenkomst verplicht een overeenkomst tot levering van gas, water en elektriciteit ter zake van het gehuurde aan te gaan met één of meer energieleveranciers en de verplichtingen uit die overeenkomst na te komen. Indien huurder voormelde bepa- ling overtreedt, dan is huurder ten behoe- ve van verhuurder een onmiddellijk opeis- bare boete verschuldigd zoals bedoeld en gespecificeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
9. Voorts dient huurder zijn verplichtingen uit hoofde van de aansluit- en transpor- tovereenkomst terzake van het gehuurde met de netbeheerder na te komen. Huur- der zal verhuurder te allen tijde vrijwaren voor aanspraken van de netbeheerder en/ of de energieleverancier ter zake.
10. Indien het huurrecht van huurder is geëindigd als gevolg van echtscheiding of scheiding van tafel of bed, is huur- der verplicht van de beëindiging van zijn huurrecht schriftelijk mededeling te doen aan verhuurder, onmiddellijk nadat de rechterlijke beschikking waarbij dit is bepaald, onherroepelijk is geworden. Zo- lang huurder deze mededeling niet heeft gedaan, blijft hij tegenover verhuurder aansprakelijk voor de nakoming van alle verplichtingen uit deze huurovereenkomst. Het vorenstaande is eveneens vantoepas- sing op de beëindiging van geregistreerd partnerschap. Indien de medehuurder de huurovereenkomst voortzet als huurder is hij verplicht verhuurder hiervan ter- stond schriftelijk mededeling te doen.
Gebruik gehuurde (o.a. tuin, paden, woning, hennep, drugs, vernieling etc.)
Artikel 8
1. Huurder zal het gehuurde gebruiken zo- als het een goed huurder betaamt. Hieron- der wordt onder meer verstaan dat (het) huurder:
a) de eventueel tot het gehuurde beho- rende tuin dient te gebruiken en te onder- houden als siertuin dan wel moestuin en deze niet mag gebruiken voor opslag en/of stalling van caravans, auto’s, handelswa- ren, afval, gevaarlijke of milieubelastende zaken of andere zaken van welke aard dan ook.
Onder een goed onderhouden (voor - en achtertuin) wordt verstaan:
- regelmatig maaien van het gras;
- regel matig verwijderen van onkruid in de tuin en tussen de tegels van opritten, toegangspaden en terrassen;
- vervangen van gebroken tegels;
- regelmatig snoeien van heggen, hagen en opschietende bomen;
- vervangen of verwijderen van dode be- plantingen;
- vervangen van kapotte planken ofseg- menten van (houten) erfafscheidingen, het rechtzetten en recht houden van houten erfafscheidingen;
- indien de erfafscheidingen zijn geverfd of gebeitst: erfafscheidingen regelmatig verven of beitsen;
- een bestrate voortuin, deze mag echter niet dienen als
parkeerplaats/oprit;
- het vrijhouden van de tuin van afval en puin;
- indien verhuurder de tuin opnieuw in- richt, dient huurder de tuin te egaliseren en teelaarde in de tuin aan te brengen. Ook een eventueel tot het gehuurde be- horend balkon of loggia mag niet worden gebruikt voor opslag van afval of andere zaken van welke aard dan ook.
b) wanneer huurder na schriftelijke som- matie door verhuurder de verplichtingen
uit a) niet nakomt, dan zal verhuurder deze werkzaamheden zelf uitvoeren en de kosten hiervan in rekening brengen bij de betreffende huurder. Verhuurder zal op voorhand aangeven wat de hoogte van deze kosten zal zijn. Huurder dient deze kosten binnen twee weken nadat de fac- tuur hiervan door verhuurder aan huurder is toegezonden, te voldoen;
c) de eventueel tot het gehuurde beho- rende gemeenschappelijke ruimten zoals bij voorbeeld entrees, galerijen en ber- gingsgangen, zelf dient schoon te houden. Wanneer dit na schriftelijke sommatie door de verhuurder niet gebeurt, dan zal de verhuurder deze werkzaamheden zelf uitvoeren en de kosten hiervan in reke- ning brengen bij de betreffende huurder. Verhuurder zal op voorhand aangeven wat de hoogte van deze kosten zal zijn. Huur- der dient deze kosten binnen twee weken nadat de factuur hiervan door verhuurder aan huurder is toegezonden, te voldoen;
d) de stoepen, paden, gemeenschappelijke buitenruimten, entrees en galerijen, deel uitmakend van en behorend bij en rondom het gehuurde of het complex waarin zich het gehuurde bevindt, sneeuw- en ijsvrij houdt;
e) de gemeenschappelijke ruimten niet mag gebruiken voor opstal van o.a. twee- wielers, kinderwagens, rollators, scootmo- biels, handelswaren, gevaarlijke of mili- eubelastende zaken en andere zaken van welke aard dan ook;
f) gemeenschappelijke achterpaden schoon dient te houden en geheel vrij dient te houden, daar geen poorten of andere obstakels (o.a. goederen, fietsen) plaatst en dat huurder de achterpaden uitsluitend als voetpad gebruikt;
g) verboden is om in het gehuurde hen- nep, andere (verdovende) middelen en/ of aanverwante producten voorhanden te hebben, anders dan in kleine hoeveelheid voor eigen gebruik, te kweken, te bewer- ken en/of te verhandelen of derden daar- toe de gelegenheid te bieden dan wel in
of vanuit het gehuurde enige andere ac- tiviteit te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar is gesteld. Evenmin is het huurder toegestaan apparatuur te ge- bruiken, dan wel voorhanden te hebben, waarmee (dergelijke) kweek- en/of ver- werkingsprocessen kunnen worden bevor- derd. Het handelen in strijd met de verbo- den van dit artikel is dermate ernstig dat dit leidt tot ontbinding van de huurover- eenkomst op de kortst mogelijke termijn en tot uitzetting uit het gehuurde zo no- dig middels een kort gedingprocedure. De procedure zal worden gestart ongeacht de vraag of de risico’s verbonden aan hennep, zoals onder meer overlast, gevaarzetting en/of verpaupering van de woonomgeving, zich daadwerkelijk hebben verwezenlijkt;
h) niet is toegestaan het dak van het ge- huurde te (doen) betreden, behoudens met voorafgaande schriftelijke toestem- ming van verhuurder;
i) niet is toegestaan werkzaamheden in gemeenschappelijke ruimten te verrich- ten;
j) niet is toegestaan gaten te boren en/ of spijkers te slaan in vloeren waarin zich leidingen bevinden;
k) niet is toegestaan gaten te boren en/ of spijkers te slaan in voorgespannen ele- menten (lateien);
l) niet is toegestaan een afzuigkap met motor aan te sluiten op de mechanische ventilatiekanalen;
m) niet is toegestaan ventilatiekanalen dicht te zetten of af te sluiten;
n) niet is toegestaan (huis)vuil en/of ander afval in en/of rondom de woning te hebben en/of te houden, anders dan vuil c.q. afval dat binnen 24 uur wordt opgehaald door daardoor aangewezen (vuilnis)bedrijven;
o) niet is toegestaan het gehuurde en/of toebehoren te vernielen;
p) niet is toegestaan bedrijfsmatige activi-
teiten in het gehuurde, delen van het ge- huurde of in de gemeenschappelijke ruim- ten te ontplooien.
2. Huurder zal het gehuurde geduren- de de huurtijd zelf als woonruimte voor hem en leden van zijn huishouden bewo- nen en er zijn hoofdverblijf hebben. Hij zal het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de eventuele gemeen- schappelijke ruimten, overeenkomstig de bestemming van woonruimte gebruiken en deze bestemming niet wijzigen.
3. Huurder zal de voorschriften, respec- tievelijk de instructies, van verhuurder in acht nemen ten aanzien van het gebruik van de in het gehuurde aanwezige instal- laties en voorzieningen.
4. Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgeno- ten, huisdieren of derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeen- schappelijke ruimten bevinden. Hieronder wordt onder meer maar niet uitsluitend verstaan iedere vorm van overlast in of nabij het gehuurde, zoals:
- geluidsoverlast (o.a. xxxxxxxxxx, schelden, slaan met deuren, harde mu- ziek, blaffende honden e.d.);
- stankoverlast (bijvoorbeeld als gevolg van afval in de tuin of uitwerpselen van dieren e.d.);
- overlast als gevolg van bijvoorbeeld al- coholgebruik, drugsgebruik of drugshan- del.
5. Huurder is voor gedragingen van huis- genoten, huisdieren of derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden personen op gelijke wijze als voor zijn ei- gen gedragingen aansprakelijk.
6. Huurder dient zich als goed huurder te gedragen richting medewerkers van ver- huurder en/of door verhuurder ingehuur- de derden. Fysiek of verbaal geweld, agressiviteit, dan wel ander wangedrag leidt tot passende (juridische) maatrege- len jegens huurder, die kunnen leiden
tot beëindiging/ontbinding van de huur- overeenkomst.
7. Indien huurder één of meerdere van de bepalingen van dit artikel overtreedt, dan is huurder ten behoeve van verhuurder (telkens) een onmiddellijk opeisbare boe- te verschuldigd zoals bedoeld en gespeci- ficeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
De herstellingen door huurder
Artikel 9
1. Huurder is conform artikel 7: 217 BW verplicht voor zijn rekening kleine herstel- lingen te verrichten, zoals bedoeld in het Besluit Kleine Herstellingen.
2. Huurder kan een deel van de voor zijn rekening komende kleine herstellingen via een zogenaamd ThuisPlusPakket door de verhuurder laten uitvoeren mits de huur- der daartoe een afzonderlijke overeen- komst met de verhuurder heeft gesloten.
3. Alle door huurder te verrichten werk- zaamheden zullen vakkundig moeten wor- den uitgevoerd. Huurder zal daarbij de door overheid en/of verhuurder gegeven voorschriften in acht nemen.
Door huurder te treffen maatregelen, meldplicht en aansprakelijkheid huurder
Artikel 10
1. Huurder is verplicht de nodige maatre- gelen te nemen ter voorkoming van scha- de aan het gehuurde, in het bijzonder in geval van brand, storm, water en vorst en dergelijke calamiteiten.
2. Huurder dient zorg te dragen voor de regelmatige doorstroming van de leidin- gen, de regelmatige ventilatie van het ge-
huurde en het plaatsen van (werkende) rookmelders en deze werkend te houden.
3. Huurder dient door welke oorzaak dan ook ontstane dan wel dreigende schade, alsmede gebreken aan het gehuurde on- verwijld aan verhuurder te melden.
4. Huurder is aansprakelijk voor schade die aan het gehuurde, waartoe ook de bui- tenzijde wordt gerekend, alsmede aan ei- gendommen van derden is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in nakoming van de verplichting uit de huur- overeenkomst en/of deze huurvoorwaar- den. Alle schade behalve brandschade en schade aan de buitenzijde van het gehuur- de, wordt vermoed daardoor te zijn ont- staan.
5. Verhuurder is niet aansprakelijk voor de schade aan de persoon of aan zaken van de huurder en/of diens huisgenoten, veroorzaakt door xxxxx, vorst, bliksemin- slag, ernstige sneeuwval, overstromingen, stijging of daling van het grondwaterpeil, atoomreacties, gewapende conflicten, bur- geroorlogen, opstanden, onlusten, molest en andere calamiteiten. Aansprakelijkheid van verhuurder krachtens artikel 6:174 BW is uitgesloten.
6. Het gehuurde wordt - uitsluitend voor de toepassing van dit artikel - geacht mede te omvatten de leidingen, kabels en buizen die zich in de bij het gehuurde behorende grond bevinden.
7. Indien huurder één of meerdere van de bepalingen van dit artikel overtreedt, dan is huurder ten behoeve van verhuurder (telkens) een onmiddellijk opeisbare boe- te verschuldigd zoals bedoeld en gespeci- ficeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
Het uitvoeren van dringen- de werkzaamheden door verhuurder
Artikel 11
1. Huurder zal alle werkzaamheden aan het gehuurde of van direct aangrenzende woningen met betrekking tot onderhoud, reparatie, vernieuwing en andere werk- zaamheden, die niet tot het einde van de huur kunnen worden uitgesteld of diedoor verhuurder noodzakelijk worden geacht, gedogen en hieraan zijn volledige mede- werking verlenen. Hieronder valt ook het onderhoud aan gemeenschappelijke voor- zieningen in woongebouwen zoals stand- leidingen en ventilatiesystemen.
2. Met het oog op mogelijk door verhuurder uit te voeren werkzaamheden zal huurder verhuurder, na voorafgaand verzoek, in de gelegenheid stellen het gehuurde te betreden. Huurder zal verhuurder op zijn verzoek tevens in de gelegenheid stellen het gehuurde op technische en andere ge- breken te controleren en de standen van warmtemeters en dergelijke op te nemen. Onder verhuurder wordt mede verstaan: de door of namens verhuurder aangewe- zen personen, na deugdelijke legitimatie.
3. Tenzij de veiligheid van de huurder, om- wonenden of het gehuurde in het geding is en onvoorziene omstandigheden voorbe- houden zullen deze bezoeken resp. werk- zaamheden slechts plaatsvinden op werk- dagen tussen 08.00 en 18.00 uur en van tevoren worden aangekondigd.
4. Huurder heeft geen recht op verminde- ring van de huurprijs of schadevergoeding als gevolg van het uitvoeren van onder- houd-, reparatie-, vernieuwings- en/of an- dere dringende werkzaamheden.
5. Indien huurder één of meerdere van de bepalingen van dit artikel overtreedt, dan is huurder ten behoeve van verhuurder (telkens) een onmiddellijk opeisbare boe- te verschuldigd zoals bedoeld en gespeci- ficeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage
bij de huurovereenkomst).
Renovatie door verhuurder
Artikel 12
1. Indien verhuurder wil overgaan tot reno- vatie van het gehuurde, zal hij aan huurder schriftelijk een renovatievoorstel doen.
2. Onder renovatie als bedoeld in dit artikel worden verstaan veranderingen en/of aan- passingen die de gebruiksmogelijkheden van het gehuurde wezenlijk beïnvloeden
x.x. xxxxxxxxxx en/of geriefsverbeteringen. Veranderingen van het gehuurde uitsluitend bestaande uit een andere materiaalkeuze bij het uitvoeren van onderhouds- en ver- vangingswerkzaamheden worden niet aan- gemerkt als veranderingen in de zin van dit artikel.
3. Huurder zal verhuurder in de gelegen- heid stellen de renovatie uit te voeren, in- dien het voorstel van verhuurder, gelet op het belang van verhuurder en de belangen van huurder, redelijk is. Indien huurder niet meewerkt aan het (laten) uitvoeren van de renovatie, dan is huurder ten behoeve van verhuurder een onmiddellijk opeisbare boe- te verschuldigd zoals bedoeld en gespecifi- ceerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
4. Betreft de renovatie tien of meer (on)zelf- standige woonruimten en/of bedrijfsruimten die een bouwkundige eenheid vormen, dan wordt het in het eerste lid bedoeldevoorstel vermoed redelijk te zijn, wanneer 70% of meer van de huurders daarmee heeft inge- stemd. Indien huurder niet met het voorstel heeft ingestemd, kan huurder binnen acht weken na de schriftelijke kennisgeving van de verhuurder aan hem dat 70% of meer van de huurders met het voorstel heeft in- gestemd, een beslissing van de rechter vor- deren over de redelijkheid van het voorstel. Laat huurder dat na, dan zal hij verhuurder in de gelegenheid moeten stellen de re- novatie uit te voeren. Indien huurder niet meewerkt aan het (laten) uitvoeren van de renovatie, dan is huurder ten behoeve van
verhuurder een onmiddellijk opeisbare boe- te verschuldigd zoals bedoeld en gespecifi- ceerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
5. In het geval als genoemd in het tweede lid, zal verhuurder als gevolg van deze ver- anderingen of toevoegingen een huurver- hoging in rekening (kunnen) brengen voor zover deze redelijk en in overeenstemming is met de daarvoor geldende wettelijke be- palingen. De huurverhoging zal in dat geval ingaan op de eerste dag van de maand, vol- gende op die waarin de voorzieningen zijn aangebracht.
6. Aan werkzaamheden die nodig zijn door van overheidswege opgelegde voorschriften als gevolg waarvan het gehuurde veran- derd, aangepast of verbeterd dient te wor- den verklaart de huurder bij voorbaat mede- werking te verlenen. Indien huurder hieraan niet meewerkt, dan is huurder ten behoeve van verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd zoals bedoeld en gespe- cificeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst). De verhuurder zal tijdig voorafgaand aan deze werkzaam- heden de huurder over het verrichten ervan informeren.
Het aanbrengen van veranderingen en toevoegingen door huurder
Artikel 13
1. Huurder heeft de mogelijkheid om ver- anderingen en toevoegingen aan de bin- nenzijde van het gehuurde aan tebrengen zonder de verplichting deze bij het einde van de huur ongedaan te maken, mits die veranderingen en toevoegingen voldoen aan de volgende criteria:
a) de verandering of toevoeging is in over- eenstemming met de eisen van het Bouw- besluit en alle overige ter zake geldende (bouwtechnische) voorschriften van de overheid;
b) indien voor de aanpassing een vergun- ning is vereist dient de huurder over een dergelijke vergunning te beschikken voor- afgaand aan het aanbrengen van de ver- andering;
c) wijzigingen aan gas-, water- en elek- trische installaties worden alleen door een erkend installateur uitgevoerd;
d) de keuringsrapporten zijn altijd in de woning aanwezig;
e) huurder verzekert de voor eigen reke- ning in het gehuurde aangebrachte wijzi- gingen middels een eigen opstalverzeke- ring (huurdersbelang) aangezien dezeniet zijn verzekerd middels de opstalverzeke- ring van de eigenaar/verhuurder;
f) de aanpassing levert geen gevaar, over- last en/of hinder op voor omwonenden en huurder;
g) verhuurder heeft schriftelijke toestem- ming (eventueel onder bepaalde voor- waarden) verleend voor de betreffende veranderingen en toevoegingen, tenzij het gaat om veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huur zonder noe- menswaardige kosten kunnen worden on- gedaan gemaakt en verwijderd.
Aan de buitenzijde van het gehuurde mo- gen hoe dan ook geen wijzigingen of voor- zieningen aangebracht worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder.
2. Het is huurder in principe niet toege- staan harde vloerbedekking aan te bren- gen op de vloer van flats, etagewoningen, maisonnettes en andere gestapelde bouw, dit ter voorkoming van geluidsoverlast voor omwonenden. Indien er echter vol- ledig aan de vereisten en voorschriften uit de WoonWijzer van Domijn is voldaan, is het wel toegestaan om harde vloerbedek- king aan te brengen. Onder harde vloerbe- dekking wordt o.a. verstaan: parket, lami- naat, vinyl, tegels en plavuizen en verder alle vloerbedekking die geluidstrillingen kan geleiden.
3. Het aanbrengen van buitenzonwerin- gen en het plaatsen van buitenantennes, schotelantennes, (buiten)camera’s, zend- masten e.d. is alleen maar toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder. Verhuurder kan voorwaar- den aan zijn toestemming verbinden.
4. Het plaatsen van aanbouwen, bergin- gen, garages e.d. is alleen maar toege- staan na voorafgaande schriftelijke toe- stemming van verhuurder. Verhuurder kan voorwaarden aan zijn toestemming ver- binden.
5. Alle kosten, waaronder begrepen de kosten van onderhoud en herstel, van de zelf aangebrachte voorzieningen zijn voor rekening van de huurder.
6. Slechts in uitzonderingsgevallen waar- in de verhuurder profijt heeft van de zelf aangebrachte voorzieningen en die voor- zieningen bovendien voldoen aan de ver- eisten zoals bedoeld in dit artikel 13, ver- goedt de verhuurder aan het eind van de huurperiode eventueel (een deel van) de kosten van de zelf aangebrachte voorzie- ningen, namelijk voorzover de verhuurder deze kosten bij nieuwe verhuur ofverkoop kan doorberekenen. De huurder kan voor- af aan verhuurder vragen of en onder wel- ke voorwaarden zij een vergoeding geeft voor een bepaalde toevoeging of verande- ring. Bovendien geldt dat een eventuele vergoeding alleen wordt betaald wanneer de huurder daarom uiterlijk bij de huur- beëindiging schriftelijk heeft verzocht on- der vermelding van de zelf aangebrachte voorzieningen en de vermelding van de gewenste vergoeding zodat verhuurder een eventueel te betalen vergoeding kan verwerken in de nieuwe huurprijs van het gehuurde of ingeval van verkoop van het gehuurde, in de verkoopprijs. Te laat inge- diende verzoeken worden niet in behande- ling genomen.
7. Alle veranderingen die in strijd met de voorwaarden van de verhuurder zijn aan- gebracht zullen op eerste aanzegging van verhuurder ongedaan worden gemaakt door huurder.
8. Huurder is verplicht tot het verhelpen van gebreken en het uitvoeren van her- stellingen en onderhoud aan de verande- ringen of toevoegingen die door hem zijn aangebracht of van een vorige huurder zijn overgenomen.
9. Wanneer huurder van een vorige huur- der zaken, veranderingen of voorzieningen heeft overgenomen of deze zelf heeft aan- gebracht, zullen deze nooit kunnen leiden tot aansprakelijkheid van verhuurder.
10. Huurder is aansprakelijk voor de scha- de die wordt veroorzaakt door een veran- dering of toevoeging die door de huurder is aangebracht of die door hem van een vorige huurder is overgenomen. Huur- der vrijwaart verhuurder voor aanspraken van derden voor schade veroorzaakt door huurder aangebrachte of van vorige huur- der overgenomen veranderingen of voor- zieningen.
11. Indien ten gevolge van door huurder aangebrachte veranderingen letsel ont- staat bij personen of schade ontstaat aan het gehuurde, aan andere woningen of ei- gendommen van verhuurder of aan de ei- gendommen van derden, is huurder daar- voor aansprakelijk en komt de vergoeding van deze schade voor rekening van huur- der.
12. Indien gewenst door huurder en/of verhuurder stelt de huurder de verhuurder in de gelegenheid om tijdens de uitvoering en/of na afronding van de werkzaamheden de door de huurder aangebrachte veran- deringen en toevoegingen te inspecteren.
13. Indien huurder één of meerdere van de bepalingen van dit artikel overtreedt, dan is huurder ten behoeve van verhuur- der (telkens) een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd zoals bedoeld en ge- specificeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
Appartementen
Artikel 14
1. Indien het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst in appartementsrechten, is huur- der verplicht de uit de splitsingsakte, sta- tuten en/of reglementen voortvloeiende voorschriften omtrent het gebruik in acht te nemen. Hetzelfde geldt als het gebouw of complex eigendom is of wordt van een coöperatie (coöperatieve flatvereniging). Tevens is huurder gehouden om de beslui- ten van de Vereniging van Eigenaars na te leven. Verhuurder zal huurder op de hoog- te stellen van de inhoud van dergelijke be- sluiten.
2. Verhuurder is verplicht om, voor zover dat in zijn vermogen ligt, niet mee te wer- ken aan het tot stand komen van voor- schriften die in strijd zijn met de huurover- eenkomst.
3. Verhuurder draagt er zorg voor dat huurder in het bezit wordt gesteld van de hier bedoelde voorschriften omtrent het gebruik.
Beëindiging van de overeenkomst
Artikel 15
1. Huurder kan de huurovereenkomst door opzegging tegen iedere dag van de maand beëindigen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van een maand. De da- tum einde huur moet op een werkdag val- len.
2. De opzegging kan geschieden zowel mondeling bij een medewerker van Do- mijn, digitaal (bijvoorbeeld per e-mail of via MijnDomijn) als per (aangetekende) brief. Telefonische opzegging is niet moge- lijk. De opzegging is pas door verhuurder geaccepteerd en definitief nadat verhuur- der de opzegging schriftelijk (per e-mail dan wel per brief) aan huurder heeft be-
vestigd. Indien meerdere huurders in de huurovereenkomst zijn opgenomen en alle huurders vertrekken uit de woning, dient in de opzegging nadrukkelijk te worden opgenomen dat de opzegging geldt voor alle huurders. Slechts bij toestemming van verhuurder is het mogelijk dat één persoon hoofdhuurder wordt, bijvoorbeeld in het kader van verbreking samenwoning.
3. Verhuurder kan de huurovereenkomst tegen de eerste van de maand bij aan- getekende brief of deurwaardersexploot opzeggen. Hij geeft daarbij de gronden aan die tot de opzegging hebben geleid. De door verhuurder in acht te nemen op- zeggingstermijn bedraagt drie maanden, welke termijn voor ieder jaar dat de over- eenkomst heeft geduurd met een maand verlengd wordt tot maximaal zes maan- den.
4. De huurovereenkomst wordt door op- zegging door verhuurder niet beëindigd, tenzij huurder binnen zes weken schrif- telijk verklaart in de beëindiging toe te stemmen, dan wel de rechter op vordering van verhuurder de datum heeft bepaald waarop de overeenkomst zal eindigen.
5. Huurder en verhuurder kunnen te al- len tijde de overeenkomst met wederzijds goedvinden beëindigen op een door hen daartoe te bepalen datum.
6. Huurder is verplicht, als verhuurder na het einde van de huur, tot verhuur of ver- koop wenst over te gaan, aan belangstel- lenden gelegenheid te geven tot bezichti- ging.
7. Huurder is gehouden uiterlijk op de dag waarop de huurovereenkomst eindigt, het adres van diens nieuwe woon- of verblijf- plaats schriftelijk aan verhuurder mede te delen, zodat verhuurder in de gelegenheid wordt gesteld eventuele correspondentie aan huurder te richten.
8. Indien huurder op basis van een afzon- derlijke huurovereenkomst (die gekoppeld is aan de huurovereenkomst van de wo- ning) tevens een garage, parkeerplaats
of schuur huurt van verhuurder, is huur- der gehouden deze afzonderlijke huur- overeenkomst per dezelfde datum als de huurovereenkomst voor de woning op te zeggen en te ontruimen. Laat de huur- der dit na dan wordt deze afzonderlijke huurovereenkomst geacht met wederzijds goedvinden geëindigd te zijn op dezelfde datum als waarop de huurovereenkomst van de woning is geëindigd, althans ein- digt de huur van de garage, parkeerplaats of schuur van rechtswege.
9. Indien de huurder met de verhuurder naast een huurovereenkomst voor een woning met betrekking tot deze woning een abonnement heeft afgesloten voor het ThuisPlusPakket, eindigt dit abonnement van rechtswege, dus zonder dat opzegging daarvan nodig is, tegelijk met de huur van de woning.
Oplevering
Artikel 16
1. Huurder zal bij het einde van de huur- overeenkomst het gehuurde bezemschoon en geheel ontruimd aan verhuurder te- ruggeven onder afgifte van alle sleutels, pasjes en afstandsbedieningen, welke van toepassing zijn. Het gehuurde verkeert (minimaal) in de staat, waarin hij het ge- huurde bij aanvang van de huurovereen- komst heeft ontvangen, behoudens voor zover er sprake is van normale slijtage.
2. De volgende regels gelden ten aanzien van de door de huurder tijdens de huurter- mijn met of zonder toestemming aange- brachte veranderingen en toevoegingen.
3. Indien huurder bij het einde van de huurovereenkomst niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot herstel, volledige ontruiming en/of eventueel ongedaanma- king van aangebrachte veranderingen of toevoegingen, is verhuurder gerechtigd alle ten gevolge daarvan noodzakelijke werkzaamheden op kosten van huurder zelf uit te voeren of doen uitvoeren, waar- bij huurder zich reeds nu voor alsdan ver-
plicht deze kosten te voldoen. Ook overi- ge schade ontstaan door nalatigheid van huurder, komt voor rekening van huurder.
4. In het geval huurder bij het einde van de huurovereenkomst in het gehuurde zaken heeft achtergelaten is verhuurder bevoegd deze zaken te verwijderen, zon- der dat op verhuurder een bewaarplicht rust. Alle kosten van verwijdering van za- ken zijn voor rekening van huurder. Het in dit lid bepaalde geldt ook in het geval de huurder is overleden en erfgenamen na sommatie nalatig blijven het gehuurde te ontruimen. Het in dit lid bepaalde is niet van toepassing op zaken die huurder heeft overgedragen aan de opvolgende huurder, mits verhuurder hiervan schriftelijk op de hoogte is gebracht.
5. Indien huurder één of meerdere van de bepalingen van dit artikel overtreedt, dan is huurder ten behoeve van verhuurder (telkens) een onmiddellijk opeisbare boe- te verschuldigd zoals bedoeld en gespeci- ficeerd in de ‘Tarievenlijst Boetes’ (bijlage bij de huurovereenkomst).
Buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente
Artikel 17
1. Indien huurder dan wel verhuurder in verzuim is met de nakoming van enige verplichting, welke ingevolge de wet en/ of de huurovereenkomst op hem rust en daardoor door de andere partij gerechtelij- ke en/of buitengerechtelijke maatregelen moeten worden genomen, zijn alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van die ene (nalatige) partij.
2. Indien huurder dan wel verhuurder een uit hoofde van de huurovereenkomst of uit andere hoofde overeengekomen ver- schuldigd bedrag niet volledig en stipt op de vervaldag voldoet, dan verkeert deze partij vanaf de vervaltermijn in verzuim en is deze partij vanaf die dag de wettelijke rente verschuldigd.
3. De ingevolge dit artikel door de ene par- tij aan de andere partij te betalen buiten- gerechtelijk incassokosten zijn verschul- digd na aanmaning. Vanaf dat moment zal een vergoeding verschuldigd zijn voor de redelijke incassokosten, zulks met inacht- neming van artikel 6:96 leden 2 tot en met 6 van het Burgerlijk Wetboek. De hoogte van de verschuldigde incassokosten wordt berekend conform artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incas- sokosten, waarbij ten minste het aldaar opgenomen minimumbedrag van €40,- verschuldigd zal zijn, althans conform gel- dende regelgeving op het gebied van bui- tengerechtelijke kosten.
Boetes
Artikel 18
1. Huurder is verplicht ten behoeve van verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete te betalen, in de gevallen waarin dat in bovenstaande bepalingen is aan- gegeven. Dit geldt onverminderd de ver- plichting van de huurder om alsnog over- eenkomstig de huurovereenkomst en de Algemene Huurvoorwaarden te handelen.
2. De omvang van de boetes (per over- treding) staan vermeld in de ‘Tarievenlijst Boetes’. De ‘Tarievenlijst Boetes’ maakt deel uit van de huurovereenkomst.
3. De onmiddellijk opeisbare boete laat onverlet de overige aanspraken en rech- ten van verhuurder op grond van de wet en/of de overeenkomst, bestaande uit bij- voorbeeld maar niet uitsluitend een vor- dering tot nakoming of ontbinding (van de huurovereenkomst) en/of een vordering tot schadevergoeding.
4. De opeisbare boete zal c.q. de opeis- bare boetes zullen zonder rechterlijke tus- senkomst verschuldigd zijn.
5. Verhuurder kan ervoor kiezen, afhan- kelijk van (bijzondere) feiten en omstan- digheden, om de boete niet bij huurder in rekening te brengen, dan wel een lager
bedrag te hanteren. Het uitgangspunt is en blijft echter dat de boete verschuldigd is, tenzij verhuurder schriftelijk aangeeft daarvan (gedeeltelijk) af te zien.
Woonplaats
Artikel 19
Huurder verklaart gedurende de huurover- eenkomst woonplaats te hebben gekozen in het gehuurde. Voor het geval huurder het gehuurde definitief verlaat zonder opgave van het nieuwe adres aan ver- huurder blijft het adres van het gehuurde als woonplaats van huurder aangemerkt.
Persoonsgegevens
Artikel 20
Huurder verstrekt bij het aangaan van de huurovereenkomst, door ondertekening daarvan, uitdrukkelijke toestemming aan verhuurder en aan de (eventuele) beheer- der om de persoonsgegevens van huurder in een bestand als bedoeld in artikel 1 sub c van de Wet bescherming persoonsgege- vens, althans op grond van c.q. zoals be- doeld in de toepasselijke en geldende wet- en regelgeving op het gebied van privacy op te nemen/te verwerken. Verhuurder zal deze persoonsgegevens conform hetgeen is omschreven in haar privacyverklaring gebruiken.
Conversie
Artikel 21
Indien een deel van de huurovereenkomst of van de algemene huurvoorwaardennie- tig of vernietigbaar is, dan laat dit de gel- digheid van de overige bepalingen onver- let. In plaats van het vernietigde of nietige deel geldt dan als overeengekomen het- geen op wettelijk toelaatbare wijze het dichtst komt bij hetgeen partijen overeen- gekomen zouden kunnen zijn, indien zij de
nietigheid of de vernietigbaarheid gekend zouden hebben.
Aldus vastgesteld op 1 september 2018 te Enschede.