Algemeen uitgangspunt
Algemeen uitgangspunt
CVO ziet sponsoring als een mogelijkheid om voor het bekostigen van het onderwijsproces ondersteunende activiteiten extra middelen te genereren en tegelijk de relatie van de scholen van de vereniging met de maatschappij te versterken. CVO wil in het primaire onderwijsproces niet afhankelijk worden van sponsoring en zeer zorgvuldig met sponsoring omgaan. Concreet houdt dit in dat sponsoring een tweezijdige relatie inhoudt, waarin CVO-scholen een aantrekkelijke, zelfstandige partner wensen te zijn. Er is alleen sprake van sponsoring als er een tegenprestatie van CVO of één van de scholen wordt verlangd. Donaties vallen niet onder het sponsorbeleid.
Het convenant inzake sponsoring als kader
CVO conformeert zich aan het “Convenant sponsoring in het primair- en voortgezet onderwijs” van 2002 (gepubliceerd in Uitleg, Gele Katern van 10 april 2002, kenmerk PO/PJ-2002/8894). Sponsors dienen de uitgangspunten van het convenant te accepteren.Dit betekent dat sponsoring in alle gevallen:
• in overeenstemming moet zijn met de goede smaak en het fatsoen, alsmede verenigbaar is met de missie van de vereniging;
• verenigbaar moet zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school;
• niet in strijd mag zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt;
• de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet mag beïnvloeden;
• geen aantasting mag betekenen van de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de
betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen;
• geen schade mag berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen dan wel personeel.
Van bedrijven verwacht CVO dat in geval van steun aan één van de scholen van de vereniging het belangrijkste doel voor het bedrijf de daadwerkelijke ondersteuning van het onderwijs in onze regio zal zijn en niet het verhogen van de eigen omzet.
Ten aanzien van de onderwijsinhoud onderschrijft CVO wat hierover in het convenant onder meer is opgenomen:
Sponsoring mag de onderwijsinhoud niet beïnvloeden. Zo mag in lesmaterialen en leermiddelen geen (impliciete) reclame voorkomen (geen “advertorials”) en mag daarin geen sprake zijn van onvolledige of subjectieve informatie. Ook mag sponsoring niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid of misleidend zijn. De sponsor mag geen voordeel trekken uit onkunde of goedgelovigheid van leerlingen. Verder mag, indien er op een andere wijze in schoolverband reclame wordt gemaakt, dit de leerlingen niet stimuleren tot ongezonde en/of gevaarlijke activiteiten, noch mag dit leerlingen aanmoedigen om ouders te stimuleren producten of diensten af te nemen van de sponsor.
Verder gelden voor CVO nog de volgende grenzen in geval van sponsoring:
1. Bij de aanschaf van computerapparatuur als onderdeel van een sponsorovereenkomst mag geen sprake zijn van verplichte aankoop van software bij de sponsor of een verbod op het gebruik van software door derden.
2. Bij sponsoring van een (deel van een) gebouw, inrichting of exploitatie mag de sponsor geen invloed uitoefenen op de inhoud of organisatie van het onderwijs.
3. Bij sponsoring van cateringactiviteiten mag er geen invloed zijn op de tijdsregeling van de school.
Sponsoring en de scholen van CVO
Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de initiatieven inzake sponsoring. Bij deze initiatieven nemen ze het CVO-beleid als uitgangspunt. Dit betekent dat de school zelf contacten legt met het bedrijfsleven en overige relevante maatschappelijke organisaties, en dat de school mogelijke aanbiedingen voor sponsoring toetst aan het CVO-beleid. Daarbij gelden aanvullend de volgende afspraken:
• Voor eenmalige sponsorbedragen beneden de € 1000,-- maken school en sponsor mondeling afspraken of leggen dat eventueel vast in een brief;
• De schooldirecties houden elkaar via het CMT op de hoogte van sponsorinitiatieven. In het CMT kan ook worden vastgesteld of sponsorinitiatieven de lokale situatie overstijgen en dus ook om een schooloverstijgende afweging vragen.
• Voor sponsorovereenkomsten die de € 1000,-- overschrijden sluit de school een contract af met de
sponsor volgens het model in de bijlage. Alvorens tot ondertekening van deze overeenkomst te komen vindt overleg plaats met de centraal manager (CM) over de aard van de sponsoring en de inhoud van het contract.
• De CM bewaakt dat er geen tegenstrijdige belangen ontstaan tussen de scholen van de vereniging aangaande sponsoractiviteiten en de spreiding daarvan over de regio.
• De CM draagt er zorg voor dat de sponsoractiviteiten afzonderlijk in de boekhouding worden opgenomen en dat er jaarlijks in het financieel jaarverslag verantwoording wordt afgelegd over de uitvoering van het sponsorbeleid (met vermelding van omvang inkomsten en verschuldigde tegenprestaties).
• De CM laat het vastgestelde sponsorbeleid opnemen in het digitale dossier dat bij de schoolplannen hoort (opgenomen op het intranet van CVO); scholen verwijzen in hun schoolplan naar dit dossier.
• Scholen nemen in hun schoolgids een korte formulering op ten aanzien van het sponsorbeleid en vermelden het sponsorbeleid als één van de documenten die op school ter inzage ligt. Naar keuze is gebruikt de school één van de twee onderstaande tekstfragmenten.
A Onze schoolmaakt op het moment geen gebruik van sponsors.
B Om het onderwijs nog aantrekkelijker te kunnen aanbieden aan onze leerlingen hebben wij extra middelen verworven door een aantalsponsors aan te trekken. Met deze sponsor(s) hebben wij afspraken gemaakt over onze tegenprestatie in de vorm van het toestaan van reclame in de schoolof anderszins. Onze sponsoren hebben geen enkele invloed op de manier waarop wij ons onderwijs inrichten en verzorgen. Meer informatie over ons sponsorbeleid is op schoolbeschikbaar (dit beleid is met instemming van de ouders uit de medezeggenschapsraad vastgesteld).
• De schoolleiding bespreekt de uitvoering van het sponsorbeleid van de betreffende school één keer per jaar met de medezeggenschapsraad van de school.
Verankering invloed ouders en leerlingen
Dit CVO beleid is vastgesteld nadat instemming is verkregen van de oudergeleding van de GMR (de personeelsgeleding wordt eveneens om instemming gevraagd). De oudergeleding wordt gevraagd haar instemming niet eerder te verlenen, dan nadat de leerlingen uit de schoolmedezeggenschapsraden geconsulteerd zijn, zodat zij ook namens hen hun instemming kunnen verlenen.
Per school worden de ouders in de medezeggenschapsraad minimaal één keer per jaar op de hoogte gebracht van de uitvoering van het CVO-sponsorbeleid op de eigen school.
Het staat individuele ouders en/of groepen ouders vrij om bezwaar aan te tekenen tegen bepaalde reclames of sponsoractiviteiten. Daarbij gelden de onderstaande afspraken.
Klachtenregeling
Met betrekking tot concrete sponsoractiviteiten hanteert elke school van de vereniging de onderstaande klachtenregeling:
1. Leerlingen en hun ouders/verzorgers alsmede personeelsleden van de school kunnen in de school dan wel schoolverband geconfronteerd worden met ongewenste reclameuitingen en daarover een schriftelijke klacht indienen bij de schoolleiding. Het gaat daarbij om reclameuitingen waartoe de school zich op grond van contractuele afspraken heeft verbonden om deze binnen de school dan wel in schoolverband toe te laten.
2. Een klager wordt in de gelegenheid gesteld zijn klacht tegenover de schoolleiding mondeling toe te lichten.
3. De schoolleiding beoordeelt de klacht op basis van de in het convenant sponsoring neergelegde criteria en het CVO sponsorbeleid.
4. De schoolleiding doet binnen vier weken na ontvangst van de schriftelijke klacht een uitspraak. Deze uitspraak dient eveneens schriftelijk te zijn gemotiveerd.
5. Vervolgens is de normale klachtenprocedure van CVO van toepassing, zoals deze in de schoolgidsen is samengevat en waarvan een uitgebreide beschrijving op de scholen beschikbaar is.
De schoolleiding doet van elke afgehandelde klacht mededeling aan de CM, die de klachten zal meenemen in het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad met betrekking tot evaluatie en eventuele aanpassing van het sponsorbeleid.
CM/14 november 2003